Liebherr TP 1410 de handleiding

Type
de handleiding
Downloaded from www.vandenborre.be
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 27
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 27
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 27
1.3 Conformiteit.............................................................. 28
1.4 Afmetingen............................................................... 28
1.5 Energie sparen......................................................... 28
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 28
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 29
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 29
4 In gebruik nemen................................................... 29
4.1 Apparaat transporteren............................................ 29
4.2 Apparaat opstellen................................................... 29
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen............................... 30
4.4 Onderbouw.............................................................. 30
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 31
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 31
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 31
5 Bediening................................................................ 31
5.1 Koelgedeelte ........................................................... 31
5.2 Vriesvak................................................................... 32
6 Onderhoud.............................................................. 32
6.1 Ontdooien................................................................ 32
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 33
6.3 Binnenverlichting vervangen.................................... 33
6.4 Technische Dienst.................................................... 33
7 Storingen................................................................ 34
8 Afzetten................................................................... 34
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 34
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 34
9 Apparaat afdanken................................................ 34
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een
,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
u
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Behuizing thermostaat,
binnenverlichting
(7) Plateaus, verplaatsbaar
(2) Vriesvak* (8) Koudste zone
(3) Boter- en kaasvak (9) Groentenvak
(4) Flessenrek* (10) Stelpoten voorzijde en
transportwieltjes* achter
(5) Flessenhouder* (11)Condenswaterafvoer
(6) Plateaus, deelbaar (12) Typeplaatje
1.2 Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid-
delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe
behoort bijvoorbeeld het gebruik
-
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
komens,
-
voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is
niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en
producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulp-
middelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daar-
naast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen
waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor
gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaat-
klasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
vermindert de koelprestatie.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
Het apparaat in vogelvlucht
27
Downloaded from www.vandenborre.be
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe-
palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG,
2009/125/EG en 2010/30/EU.
1.4 Afmetingen
Fig. 2
Mo-del a b c c' d e e' g h
T1710 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1810 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TP1710 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TPesf1710 601 597 595 642 1175 608 655 610 850
T1714 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TP1714 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TPesf1714 601 597 595 642 1175 608 655 610 850
TP1410 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
TP1414 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1514 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1700 554 550 561 — 1125 623 — 610 850
T1504 554 550 561 — 1125 623 — 610 850
T1414 501 497 505 534 1072 620 649 610 850
T1410 501 497 505 534 1072 620 649 610 850
T1404 501 497 505 — 1072 620 — 610 850
T1400 501 497 505 — 1072 620 — 610 850
1.5 Energie sparen
-
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
-
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
het energieverbruik.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
-
Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer-
temperatuur.
-
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.*
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
ontdooien.*
Stof doet het energieverbruik toenemen:
-
de koelmachine met warmtewisselaar -
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veilig-
heid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
-
In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitscha-
kelen.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de
Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakperso-
neel.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de
stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
monteren en aansluiten.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
eventueel aan de volgende eigenaar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te
verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
•
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
•
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken.
•
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur,
ijsmachines enz.).
•
Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen.
Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed venti-
leren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan
de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlam-
mensymbool. Eventueel uittredende gassen kunnen door
elektrische componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen
met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze
geen brand veroorzaken.
-
Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand
opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Algemene veiligheidsvoorschriften
28
Downloaded from www.vandenborre.be
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veilig-
heidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmid-
dellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofd-
stukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOOR-
ZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 3
(1) Temperatuurregelaar (2) Schakelaar Cool-Plus
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat overeind transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
4.2 Apparaat opstellen
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
Zet het apparaat met de achterkant altijd direct tegen de muur.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m
3
beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval
van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-lucht-
mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
u
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillings-
geluiden ontstaan!
u
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Doe de verpakking weg (zie 4.5) .
Bedienings- en controle-elementen
29
Downloaded from www.vandenborre.be
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet direct naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede verluchting van de plaat-
singsruimte.
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen*
Indien nodig is kan het scharnierpunt worden verwisseld.
Zorg ervoor dat het volgende gereedschap klaarligt:
q
Torx® 25
q
Torx® 15
q
meegeleverde steeksleutel
q
evt. tweede persoon voor de montage
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
Fig. 4 bij apparaten met handgreep
Fig. 5 bij apparaten zonder handgreep
Fig. 6 bij apparaten met vriesvak
u
Ga te werk in de volgorde van de nummering in de afbeel-
ding.
4.4 Onderbouw
Tafelmodellen, tot 850 mm hoogte, zijn geschikt voor onder-
bouw. Voor doorlopende werkbladen kan het dekblad van de
koelkast worden verwijderd en het apparaat onder het werk-
blad worden geschoven.
Het stopcontact
Fig. 7 (1)
dient daarbij naast de achterkant van
het apparaat te vallen en eenvoudig toegankelijk te zijn.
Voor de ventilatie van de achterkant van het toestel is een
opening in het werkblad nodig van min.140 cm
2
. Het afdekpro-
fiel tussen wand en werkblad mag bij 600 mm onderbouw-
diepte max. 10 mm diep zijn.
Fig. 7
In gebruik nemen
30
Downloaded from www.vandenborre.be
Verwijderen dekblad:
u
Bouten
Fig. 7 (2)
aan de achterkant verwijderen.
u
Dekblad achter optillen, naar voren schuiven en naar boven
tillen.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
u
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
wisselstroom) of spaarstekker.
WAARSCHUWING
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcon-
tact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het appa-
raat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorzie-
ning gescheiden kan worden. Het stopcontact mag
zich niet achter het apparaat bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voor u er voor het eerst
diepvriesproducten in legt.
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
naar rechts van stand 0 naar
stand 3 draaien.
w
De binnenverlichting brandt.
5 Bediening
5.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte worden
verschillende temperatuurbereiken in gesteld. Direct boven de
groentelades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin
aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.1.1
Levensmiddelen koelen
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa-
raat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
u
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
verschuiven.
5.1.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste temperatuur,
laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur, hoogste
koelvermogen).
Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde
temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt.
Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diep-
vriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te
raden de temperatuurregelaar op stand "4" tot "7" in te stellen.
Bij de instelling "7" is het mogelijk in de koudste zone van het
koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te bereiken.
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
draaien.
Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of minder:
u
Schakelaar Cool-Plus
Fig. 3 (2)
indrukken.*
w
De lage temperaturen in het vriesvak worden gegaran-
deerd.*
w
De binnenverlichting van het apparaat brandt met lage
capaciteit, ook als de deur gesloten is.*
Aanwijzing*
u
Bij normale ruimtetemperaturen, hoger dan 18 °C, is het
inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet dan
uitgeschakeld zijn.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
- hoe vaak de deur wordt geopend
- de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
- soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmid-
delen
u
Eventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen.
5.1.3 Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
u
Til het draagplateau op en trek het
naar voren uit.
u
Draagplateau met de aanslagrand
achter naar boven wijzend inschuiven.
w
De levensmiddelen vriezen niet aan
de achterwand vast.
Bediening
31
Downloaded from www.vandenborre.be
5.1.4 Deelbare draagplateaus gebruiken
Fig. 8
u
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
5.1.5 Opbergvakken verwijderen.
*
u
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
ding.
*
5.1.6 Flessenhouder uitnemen
*
u
Flessenhouder volgens afbeelding
uitnemen.
*
5.2 Vriesvak*
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager
diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere
maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen
invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer
of andere meetapparatuur, kan schommelen.
5.2.1 Levensmiddelen invriezen*
U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Cool-Plus inschakelen: toets Cool-Plus
Fig. 3 (2)
indrukken.
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
u
Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en
breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te dooien.
Indien de kamertemperatuur hoger is dan 18 °C:
u
Cool-Plus uitschakelen: toets Cool-Plus
Fig. 3 (2)
indrukken.
5.2.2 Bewaartijden*
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vette vis 2 tot 6 maanden
Magere vis 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Pluimgedierte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.2.3 Levensmiddelen ontdooien*
- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en
wijzen niet op een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.2) .
6.1.2 Vriesvak ontdooien*
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller
gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de inge-
legde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter
het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regel-
matig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
Onderhoud
32
Downloaded from www.vandenborre.be
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op de bodem van het vak.
w
Het ontdooien wordt versneld.
u
Laat de deur van het vak en van het
apparaat open tijdens het ontdooien.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Het vak reinigen (zie 6.2) .
6.2 Apparaat reinigen
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand-
wonden veroorzaken.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-
tende schoonmaakproducten gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw-
warm water met allesreiniger gebruiken.*
RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof opper-
vlakken aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere
plekken in het begin en een intensievere kleur van het edel-
stalen oppervlak zijn normaal.*
u
De buitenkant van roestvrijstaal kan met speciale in de
handel verkrijgbare roestvrijstaalreiniger worden gereinigd.
Vervolgens het meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijk-
matig in slijprichting aanbrengen.*
*
u
Afvoeropening reinigen: afzet-
tingen met een dun hulpmiddel, bijv.
een wattenstaafje verwijderen.
*
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
u
Voor het reinigen moeten de oplegrails voor de halve glas-
platen afgenomen worden.
u
Opbergrekken volgens afbeelding
uit elkaar nemen.
*
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
6.3 Binnenverlichting vervangen
max. 15 W
Fitting: E14
Type stroom en spanning moeten overeenkomen met de
informatie op het typeplaatje
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de
beveiliging uit.
u
Steek uw hand in het afdekkapje van
de lamp.
u
Afdekkapje volgens afbeelding,
binnen, aan de voorkant uit elkaar
drukken en zijdelings wegtrekken.
u
Vervang de gloeilamp.
u
Schuif het afdekkapje terug tot het
vastklikt.
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
u
Apparaataanduiding
Fig. 9 (1)
, service-nr.
Fig. 9 (2)
en serie-nr.
Fig. 9 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
Fig. 9
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 9 (1)
, service-nr.
Fig. 9 (2)
en serie-nr.
Fig. 9 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
Onderhoud
33
Downloaded from www.vandenborre.be
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht deson-
danks storing optreden, eerst controleren of de storing door
een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij
de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening
brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
→
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
→
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
→
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
→
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
→
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
→
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
→
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
→
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van de koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
→
Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende
deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Vibratiegeluiden.
→
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door de
lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
u
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
Temperatuur is niet laag genoeg.
→
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
→
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Luchtrooster schoonmaken.
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
→
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst. (zie Onderhoud).
→
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
u
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
De binnenverlichting brandt niet.
→
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
→
De gloeilamp is stuk.
u
Gloeilamp vervangen. (zie Onderhoud).
u
Om de Cool-Plus-functie optimaal te kunnen garanderen,
moet de defecte gloeilamp zo snel mogelijk worden
vervangen.
8 Afzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Temperatuurregelaar
Fig. 3 (1)
op 0 draaien.
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename
geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Storingen
34
Downloaded from www.vandenborre.be
Downloaded from www.vandenborre.be
Downloaded from www.vandenborre.be

Documenttranscriptie

nl ow D d de oa Het apparaat in vogelvlucht 27 27 27 28 28 28 Bedienings- en controle-elementen..................... 29 Bedienings- en controle-elementen.......................... 29 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 In gebruik nemen................................................... Apparaat transporteren............................................ Apparaat opstellen................................................... Scharnierpunt deur omwisselen............................... Onderbouw.............................................................. Afvalverwerking van de verpakking.......................... Apparaat aansluiten................................................. Apparaat inschakelen............................................... 5 5.1 5.2 Bediening................................................................ 31 Koelgedeelte ........................................................... 31 Vriesvak................................................................... 32 6 6.1 6.2 6.3 6.4 Onderhoud.............................................................. Ontdooien................................................................ Apparaat reinigen..................................................... Binnenverlichting vervangen.................................... Technische Dienst.................................................... 7 Storingen................................................................ 34 8 8.1 8.2 Afzetten................................................................... 34 Apparaat uitschakelen.............................................. 34 Buiten werking stellen.............................................. 34 9 Apparaat afdanken................................................ 34 e .b 3 3.1 re Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 28 or nb de an .v w 2 w Het apparaat in vogelvlucht.................................. Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... Toepassingen van het apparaat............................... Conformiteit.............................................................. Afmetingen............................................................... Energie sparen......................................................... w 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 m fro Inhoudsopgave 29 29 29 30 30 31 31 31 32 32 33 33 33 De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden. Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b. De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*). , Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een gebruiksresultaten met een . 1 Het apparaat in vogelvlucht 1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht Aanwijzing u Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren. Zo werkt het apparaat energiebesparend. u Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld. Fig. 1 (1) Behuizing thermostaat, binnenverlichting (2) Vriesvak* (3) Boter- en kaasvak (4) Flessenrek* (5) Flessenhouder* (6) Plateaus, deelbaar (7) Plateaus, verplaatsbaar (8) Koudste zone (9) Groentenvak (10) Stelpoten voorzijde en transportwieltjes* achter (11) Condenswaterafvoer (12) Typeplaatje 1.2 Toepassingen van het apparaat Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmiddelen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik - in personeelskeukens, bed and breakfasts, - door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onderkomens, - voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaatklasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing u Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van SN 10 °C tot 32 °C N 16 °C tot 32 °C ST 16 °C tot 38 °C T 16 °C tot 43 °C 27 nl ow D d de oa Algemene veiligheidsvoorschriften - Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU. - Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer- w temperatuur. m - Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.* - Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat e .b re or nb de an .v w ontdooien.* Stof doet het energieverbruik toenemen: - de koelmachine met warmtewisselaar metalen rooster aan de achterkant van het apparaat - eens per jaar afstoffen. w 1.4 Afmetingen Rijpvorming wordt vermeden. fro 1.3 Conformiteit 2 Algemene veiligheidsvoorschriften Fig. 2 Mo-del a b c c' d e e' g h T1710 554 550 561 590 1125 623 652 610 850 T1810 601 597 612 640 1175 628 654 610 850 TP1710 601 597 612 640 1175 628 654 610 850 TPesf1710 601 597 595 642 1175 608 655 610 850 T1714 601 597 612 640 1175 628 654 610 850 TP1714 601 597 612 640 1175 628 654 610 850 TPesf1714 601 597 595 642 1175 608 655 610 850 TP1410 554 550 561 590 1125 623 652 610 850 TP1414 554 550 561 590 1125 623 652 610 850 T1514 554 550 561 590 1125 623 652 610 850 T1700 554 550 561 — 1125 623 — 610 850 T1504 554 550 561 — 1125 623 — 610 850 T1414 501 497 505 534 1072 620 649 610 850 T1410 501 497 505 534 1072 620 649 610 850 T1404 501 497 505 — 1072 620 — 610 850 T1400 501 497 505 — 1072 620 — 610 850 1.5 Energie sparen - Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieopeningen resp. -roosters niet afdekken. - Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke. - Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . - Open het apparaat zo kort mogelijk. - Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is het energieverbruik. - Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in vogelvlucht). 28 Gevaren voor de gebruiker: - Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent. Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen. - In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken (daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitschakelen. - Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel. - Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken. - Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding monteren en aansluiten. - Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door. - De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TLlampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting. Brandgevaar: - Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten. • De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. • Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken. • Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.). • Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen. Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst. - Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel uittredende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten. - Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken. - Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten. Gevaar voor vallen en omkiepen: nl ow D VOORZICHTIG duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt. LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan, die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt. Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwijzingen en tips gegeven worden. 3 Bedienings- en controleelementen 3.1 Bedienings- en controle-elementen WAARSCHUWING Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting. u Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen. WAARSCHUWING Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden. u Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. u Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere apparaten aan te sluiten. WAARSCHUWING Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten. u De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. (1) Temperatuurregelaar Fig. 3 (2) Schakelaar Cool-Plus 4 In gebruik nemen 4.1 Apparaat transporteren VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport! u Het apparaat verpakt transporteren. u Het apparaat overeind transporteren. u Het apparaat niet alleen transporteren. WAARSCHUWING Gevaar voor brand en beschadiging! u Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron, toaster enz. op het apparaat! WAARSCHUWING Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatieopeningen! u De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer! u Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat. Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgeluiden ontstaan! u Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.* u Trek de beschermfolie van de sierlijsten. u Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen. u Doe de verpakking weg (zie 4.5) . 29 e .b WAARduidt een gevaarlijke situatie aan, SCHUWING die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt. re duidt een direct gevaar aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt. or nb de an .v w GEVAAR w gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht: Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor het aansluiten - contact op met de leverancier. De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en vlak zijn. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke. Zet het apparaat met de achterkant altijd direct tegen de muur. Stel het apparaat niet op zonder hulp. De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-luchtmengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden verschoven. w Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn: - Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en 4.2 Apparaat opstellen m leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen. Gevaar voor voedselvergiftiging: - Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen. fro - Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te d de oa Bedienings- en controle-elementen nl ow D d de oa In gebruik nemen m fro LET OP Gevaar voor beschadiging door condenswater! u het apparaat niet direct naast een ander koel-/vriesapparaat zetten. or nb de an .v w w w u Stel het apparaat met de meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op. e .b re Aanwijzing u Apparaat reinigen (zie 6.2) . Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat. u Zorg altijd goed voor een goede verluchting van de plaatsingsruimte. Fig. 5 bij apparaten zonder handgreep 4.3 Scharnierpunt deur omwisselen* Indien nodig is kan het scharnierpunt worden verwisseld. Zorg ervoor dat het volgende gereedschap klaarligt: q Torx® 25 q Torx® 15 q meegeleverde steeksleutel q evt. tweede persoon voor de montage VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt! u Deur goed vasthouden. u Deur voorzichtig neerzetten. Fig. 6 bij apparaten met vriesvak u Ga te werk in de volgorde van de nummering in de afbeelding. 4.4 Onderbouw Tafelmodellen, tot 850 mm hoogte, zijn geschikt voor onderbouw. Voor doorlopende werkbladen kan het dekblad van de koelkast worden verwijderd en het apparaat onder het werkblad worden geschoven. Het stopcontact Fig. 7 (1) dient daarbij naast de achterkant van het apparaat te vallen en eenvoudig toegankelijk te zijn. Voor de ventilatie van de achterkant van het toestel is een opening in het werkblad nodig van min.140 cm2. Het afdekprofiel tussen wand en werkblad mag bij 600 mm onderbouwdiepte max. 10 mm diep zijn. Fig. 4 bij apparaten met handgreep Fig. 7 30 nl ow D 4.7 Apparaat inschakelen Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voor u er voor het eerst diepvriesproducten in legt. u Temperatuurregelaar Fig. 3 (1) naar rechts van stand 0 naar stand 3 draaien. w De binnenverlichting brandt. 5 Bediening 5.1 Koelgedeelte De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste temperatuur, laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur, hoogste koelvermogen). Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt. Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diepvriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te raden de temperatuurregelaar op stand "4" tot "7" in te stellen. Bij de instelling "7" is het mogelijk in de koudste zone van het koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te bereiken. In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C. u Temperatuurregelaar Fig. 3 (1) draaien. Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of minder: u Schakelaar Cool-Plus Fig. 3 (2) indrukken.* w De lage temperaturen in het vriesvak worden gegarandeerd.* w De binnenverlichting van het apparaat brandt met lage capaciteit, ook als de deur gesloten is.* Aanwijzing* u Bij normale ruimtetemperaturen, hoger dan 18 °C, is het inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet dan uitgeschakeld zijn. De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren: - hoe vaak de deur wordt geopend - de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat - soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmiddelen u Eventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen. 5.1.3 Draagplateaus verplaatsen De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken. u Til het draagplateau op en trek het naar voren uit. u Draagplateau met de aanslagrand achter naar boven wijzend inschuiven. w De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast. Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte worden verschillende temperatuurbereiken in gesteld. Direct boven de groentelades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste. 31 e .b Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen. Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn. Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het apparaat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorziening gescheiden kan worden. Het stopcontact mag zich niet achter het apparaat bevinden. u Elektrische aansluiting controleren. u Steek de stekker in het stopcontact. 5.1.2 Temperatuur instellen re WAARSCHUWING Brand- en oververhittingsgevaar! u Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos. or nb de an .v w LET OP Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten! u Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar wisselstroom) of spaarstekker. w 4.6 Apparaat aansluiten w De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal: - Golfkarton/karton - Onderdelen uit geschuimd polystyreen - Folies en zakken uit polyetheen - Spanbanden uit polypropeen - Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethyleen* u Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamelpunt. u Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vleeswaren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht) u Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof, metaal, aluminium, glas en vershoudfolie. u Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of afgedekt bewaren. u Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of kool. u Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht goed kan circuleren. u Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder verschuiven. m WAARSCHUWING Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie! u Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen. 5.1.1 Levensmiddelen koelen fro 4.5 Afvalverwerking van de verpakking d de oa Verwijderen dekblad: u Bouten Fig. 7 (2) aan de achterkant verwijderen. u Dekblad achter optillen, naar voren schuiven en naar boven tillen. Bediening nl ow D d de oa Onderhoud Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden: - fruit, groente max. 1 kg - vlees max. 2,5 kg u Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvrieszakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium. u Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten, zodat deze niet beginnen te dooien. Indien de kamertemperatuur hoger is dan 18 °C: u Cool-Plus uitschakelen: toets Cool-Plus Fig. 3 (2) indrukken. m fro 5.1.4 Deelbare draagplateaus gebruiken or nb de an .v w w w re Fig. 8 e .b u De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen. 5.1.5 Opbergvakken verwijderen. 5.2.2 Bewaartijden* Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende levensmiddelen in het vriesvak: u Vakken uitnemen volgens de afbeelding. * * 5.1.6 Flessenhouder uitnemen Consumptieijs 2 tot 6 maanden Worst, ham 2 tot 6 maanden Brood, bakkerijproducten 2 tot 6 maanden Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden Vette vis 2 tot 6 maanden Magere vis 6 tot 12 maanden Kaas 2 tot 6 maanden Pluimgedierte, rundvlees 6 tot 12 maanden Groente, fruit 6 tot 12 maanden De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden. 5.2.3 Levensmiddelen ontdooien* u Flessenhouder volgens afbeelding uitnemen. * u in het koelgedeelte bij kamertemperatuur in een magnetron in een oven/heteluchtoven Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering weer invriezen. 6 Onderhoud * 5.2 Vriesvak* In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen. De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur, kan schommelen. 5.2.1 Levensmiddelen invriezen* U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen. VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken. u Flessen en blikjes met drinken niet invriezen! u Cool-Plus inschakelen: toets Cool-Plus Fig. 3 (2) indrukken. 32 6.1 Ontdooien 6.1.1 Koelgedeelte ontdooien Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing. u Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan weglopen (zie 6.2) . 6.1.2 Vriesvak ontdooien* In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp. ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de ingelegde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien. VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! u Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. u Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen. nl ow D d de oa Onderhoud u Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. u Voor het reinigen moeten de oplegrails voor de halve glasplaten afgenomen worden. u Opbergrekken volgens afbeelding uit elkaar nemen. m fro u Schakel het apparaat uit. u Trek de stekker uit. u Plaats een pan met heet, niet kokend water op de bodem van het vak. w Het ontdooien wordt versneld. u Laat de deur van het vak en van het apparaat open tijdens het ontdooien. u Losgeraakte ijsstukken uitnemen. u Het vak reinigen (zie 6.2) . or nb de an .v w w w * VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brandwonden veroorzaken. u Gebruik geen stoomreinigers! LET OP Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen! u Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm. u Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol. u Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevattende schoonmaakproducten gebruiken. u Gebruik geen chemische oplosmiddelen. u Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. u Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of beschadigen. u Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroosters en elektrische delen terecht komen. u Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een neutrale pH-waarde. u Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten. u Apparaat uitruimen. u Trek de stekker uit. u Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen. w Stof verhoogt het energieverbruik. u Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. u Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauwwarm water met allesreiniger gebruiken.* RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof oppervlakken aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere plekken in het begin en een intensievere kleur van het edelstalen oppervlak zijn normaal.* u De buitenkant van roestvrijstaal kan met speciale in de handel verkrijgbare roestvrijstaalreiniger worden gereinigd. Vervolgens het meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in slijprichting aanbrengen.* u Afvoeropening reinigen: afzettingen met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen. * * Na het reinigen: u Apparaat en onderdelen droogwrijven. u Apparaat weer aansluiten en inschakelen. u De levensmiddelen weer inleggen. 6.3 Binnenverlichting vervangen u u u u u u max. 15 W Fitting: E14 Type stroom en spanning moeten overeenkomen met de informatie op het typeplaatje Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit. Steek uw hand in het afdekkapje van de lamp. Afdekkapje volgens afbeelding, binnen, aan de voorkant uit elkaar drukken en zijdelings wegtrekken. Vervang de gloeilamp. Schuif het afdekkapje terug tot het vastklikt. 6.4 Technische Dienst Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht. WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie! u Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren. u Apparaataanduiding Fig. 9 (1), service-nr. Fig. 9 (2) en serie-nr. Fig. 9 (3) van het typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat. Fig. 9 u Contact opnemen met de Technische Dienst en het probleem, apparaataanduiding Fig. 9 (1), service-nr. Fig. 9 (2) en serie-nr. Fig. 9 (3) mededelen. w Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk. u Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst komt. w De levensmiddelen blijven langer koel. 33 e .b re 6.2 Apparaat reinigen nl ow D stroomt. u Het geluid is normaal. Een zacht klikken → Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen van de koelaggregaat (de motor). u Het geluid is normaal. Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt. → Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd. u Het geluid is normaal. → De omgevingstemperatuur is te hoog. u Oplossing: (zie 1.2) Vibratiegeluiden. → Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor worden aangrenzende meubels of voorwerpen door de lopende koelaggregaat in vibratie gezet. u Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen. u Flessen en containers uit elkaar zetten. Temperatuur is niet laag genoeg. → De deur is niet goed gesloten. u Deur van het apparaat sluiten. → Niet voldoende be- en ontluchting. u Luchtrooster schoonmaken. → De omgevingstemperatuur is te hoog. u Oplossing: (zie 1.2) . → Het apparaat werd te vaak of te lang geopend. u Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onderhoud). → Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron. 34 8 Afzetten e .b Een borrelen en klateren → Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit u Gloeilamp vervangen. (zie Onderhoud). u Om de Cool-Plus-functie optimaal te kunnen garanderen, moet de defecte gloeilamp zo snel mogelijk worden vervangen. re Geluiden zijn te luid. → Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanleiding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. u Het geluid is normaal. or nb de an .v w Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*. → De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd. u Het knipperen is normaal. w De compressor blijft lopen. → De compressor schakelt bij een verminderde koudebehoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard. u Dat is bij energiebesparende modellen normaal. w Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht desondanks storing optreden, eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen: Het apparaat functioneert niet. → Het apparaat is niet ingeschakeld. u Apparaat inschakelen. → De stekker zit niet goed in het stopcontact. u Stekker controleren. → De zekering in het stopcontact is niet in orde. u Zekering controleren. De binnenverlichting brandt niet. → Het apparaat is niet ingeschakeld. u Apparaat inschakelen. → De gloeilamp is stuk. m 7 Storingen u Oplossing: (zie In gebruik nemen). fro u Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het snoer trekken) of de draai de zekering uit. d de oa Storingen 8.1 Apparaat uitschakelen u Temperatuurregelaar Fig. 3 (1) op 0 draaien. 8.2 Buiten werking stellen u Apparaat leegmaken. u Stekker uittrekken. u Apparaat reinigen (zie 6.2) . u Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename geuren kunnen ontstaan. 9 Apparaat afdanken Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten. Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen. u Apparaat onbruikbaar maken. u Trek de stekker uit. u Snijd het aansluitsnoer door. nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Liebherr TP 1410 de handleiding

Type
de handleiding