Dell Inspiron 535s de handleiding

Type
de handleiding
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
Modellen DCSLE en DCSLF
Opmerkingen en waarschuwingen
AlsueenDell™-computer uit de n-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft®Windows®-besturingssystemen in dit document niet van
toepassing.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2009DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging van dit document op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
In deze tekst worden de volgende handelsmerken gebruikt: Dell, het DELL-logo en Inspiron zijn handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking tot de merken en namen of ter
aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en
handelsnamen.
Maart2009Rev.A00
Technisch overzicht
Voordat u begint
Computerkap
Steunbeugel
Montagekader
Geheugen
PCI- en PCI Express-kaarten
Stations
Ventilatoren
I/O-paneel aan de voorzijde van de computer
Processor
Systeemkaart
Stroomtoevoer
Batterij
System Setup
OPMERKING: Een OPMERKING bevat belangrijke informatie voor een beter gebruik van de computer.
VOORZICHTIG: VOORZICHTIG geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden
opgevolgd.
GEVAAR: Een WAARSCHUWING duidt een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
Terug naar inhoudsopgave
Voordat u begint
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
Technische specificaties
Aanbevolen hulpmiddelen
De computer uitschakelen
Veiligheidsinstructies
Dit hoofdstuk bevat instructies over het verwijderen en installeren van de componenten in de computer. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke procedure
uitgegaan van het volgende:
l U hebt de stappen in De computer uitschakelen en Veiligheidsinstructies uitgevoerd.
l U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij de computer werd geleverd.
l U vervangt of (indien los aangeschaft) installeert onderdelen door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Technische specificaties
Raadpleeg voor informatie over de technische specificaties voor uw computer de installatiehandleiding die bij uw computer is geleverd, of raadpleeg de Dell
Support-website op support.dell.com.
Aanbevolen hulpmiddelen
Voor de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
l Kleine kruiskopschroevendraaier
l Kleine platte schroevendraaier
De computer uitschakelen
1. Sluit het besturingssysteem af.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop 4 seconden ingedrukt, indien uw computer
en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Veiligheidsinstructies
Volg onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie De computer uitschakelen).
VOORZICHTIG: U voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's
voordat u de computer uitschakelt.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
VOORZICHTIG: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
VOORZICHTIG: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de ontkoppellus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien
van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u
stekkers van elkaar los trekt, moet u ze recht tegenover elkaar houden om te voorkomen dat de stekkerpennen worden verbogen. Controleer,
vóórueenkabelaansluit,ookofbeideconnectorenopdejuistewijzezijngeplaatstenuitgelijnd.
VOORZICHTIG: Om schade aan de computer te voorkomen, volgt u de volgende instructies voordat u werkzaamheden in de computer uitvoert.
VOORZICHTIG: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen.
Vervolgens verwijdert u de stekker van de netwerkkabel uit de netwerkaansluiting.
3. Verwijder alle stekkers van telefoon- en netwerkkabels uit de computer.
4. Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
Terug naar inhoudsopgave
VOORZICHTIG: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals
het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een
ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Terug naar inhoudsopgave
Montagekader
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
Het montagekader verwijderen
Het montagekader aanbrengen
Het montagekader verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Pak de lipjes op het montagekader een voor een vast en til deze omhoog om het montagekader van het voorpaneel te verwijderen.
4. Draai het montagekader van de voorzijde van de computer af om de klemmen van het montagekader uit de openingen te verwijderen.
5. Bewaar het montagekader op een veilige locatie.
Het montagekader aanbrengen
1. Brengdeklemmenvanhetmontagekaderopéénlijnmetdeopeningenenplaatsdeklemmen.
2. Draai het montagekader naar de computer toe, totdat de lipjes vast klikken.
3. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken
voor het voorpaneel, enzovoort.
montagekaderopeningen (3)
klemmen op montagekader (3)
montagekaderlipjes (3)
montagekader
Terug naar inhoudsopgave
Steunbeugel
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De steunbeugel verwijderen
De steunbeugel terugplaatsen
De steunbeugel verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
Inspiron™535s/537s
a. Trek de vergrendeling van de steunbeugel naar achteren en draai de steunbeugel omhoog.
b. Til de steunbeugel uit de scharnierlipjes en leg hem op een veilige plaats.
Inspiron 545s/546s
a. Verwijder de schroef waarmee de kaartbevestigingsbeugel is bevestigd.
b. Draai de kaartbevestigingsbeugel naar de achterzijde van de computer.
c. Draai de steunbeugel omhoog en til deze van de scharnierlipjes.
d. Leg de steunbeugel op een veilige plaats.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
vergrendeling steunbeugel
scharnierlipjes (2)
scharnieren (2)
steunbeugel
De steunbeugel terugplaatsen
Inspiron 535s/537s
1. Brengdescharnierenaandeonderzijdevandesteunbeugelopéénlijnmetdescharnierlipjeslangsderandvandecomputerenbrengdescharnieren
aan.
2. Trek de vergrendeling van de steunbeugel naar achteren en draai de steunbeugel omlaag, totdat de vergrendeling van de steunbeugel vastklikt.
3. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
Inspiron 545s/546s
1. Brengdescharnierenaandeonderzijdevandesteunbeugelopéénlijnmetdescharnierlipjeslangsderandvandecomputerenbrengdescharnieren
aan.
2. Draai de steunbeugel omlaag.
3. Trek de kaartbevestigingsbeugel naar de voorzijde van de computer.
4. Zorg ervoor dat de opening van de steunbeugel is beveiligd door de kaartbevestigingsbeugel.
5. Plaats de schroef terug waarmee de kaartbevestigingsbeugel is bevestigd.
6. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
Terug naar inhoudsopgave
schroef
kaartbevestigingsbeugel
steunbeugelopening
scharnierlipje
scharnier
steunbeugel
Terug naar inhoudsopgave
PCI- en PCI Express-kaarten
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen
PCI- en PCI Express-kaarten vervangen
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card
PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de steunbeugel (zie De steunbeugel verwijderen).
4. Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.
l In het geval van een PCI- of PCI Express x1-kaart moet u de kaart bij de bovenste hoeken vastpakken en deze voorzichtig uit de connector
trekken.
l In het geval van een PCI Express x16-kaart drukt u de bevestigingsklem omlaag. Vervolgens moet u de kaart bij de bovenste hoeken
vastpakken en deze voorzichtig uit de connector trekken.
5. Plaats een vulbeugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert.
6. Plaats de steunbeugel terug (zie De steunbeugel terugplaatsen).
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit uw computer en apparaten weer aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
9. Verwijder het stuurprogramma van de kaart uit het besturingssysteem.
10. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card voor het voltooien van de verwijderingsprocedure.
PCI- en PCI Express-kaarten vervangen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
PCI Express x16-kaart
PCI Express x16-kaartsleuf
bevestigingslipje
bevestigingsklem
PCI Express x1-kaartsleuf
PCI Express x1-kaart
OPMERKING: Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. Bovendien
houden de beugels stof en vuil tegen.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de steunbeugel (zie De steunbeugel verwijderen).
4. Maak de kaart klaar voor installatie.
Zie de documentatie die bij de kaart is geleverd voor informatie over het configureren, het maken van interne aansluitingen of het maken van andere
aanpassingen voor uw computer.
5. Tijdens het plaatsen van een PCI Express-kaart in de x16-kaartconnectormoetudekaartzodanigplaatsendatdebeveiligingsinkepingzichopéénlijn
met het vergrendelingslipje bevindt.
6. Plaats de kaart in de connector en druk de kaart stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf is geplaatst.
7. Plaats de steunbeugel terug (zie De steunbeugel terugplaatsen).
8. Sluit alle kabels aan die met de kaart verbonden moeten zijn.
Raadpleeg de kaartdocumentatie voor informatie over de kabelaansluitingen van de kaart.
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
10. Sluit uw computer en apparaten weer aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
11. Zie De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI Express Card voor informatie over het voltooien van de installatie.
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI/PCI
Express Card
PCI Express x16-kaart
PCI Express x16-kaartsleuf
bevestigingslipje
PCI Express x1-kaartsleuf
PCI Express x1-kaart
volledig geplaatste kaart
niet volledig geplaatste kaart
beugel binnen de sleuf
beugel buiten de sleuf
VOORZICHTIG: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de
computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
Terug naar inhoudsopgave
OPMERKING: Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer informatie over de locaties van externe connectoren.Raadpleeg de documentatie die bij de
kaart werd geleverd voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma's en software voor de kaart.
Geïnstalleerd
Verwijderd
Geluidskaart
1. Open de
systeeminstellingen (zie
System Setup openen).
2. Ga naar Onboard Audio
Controller
(geïntegreerde
audiocontroller) en wijzig
de instelling in Disabled
(uitgeschakeld).
3. Sluit de externe
audioapparaten aan op
de connectoren van de
geluidskaart.
1. Open de
systeeminstellingen (zie
System Setup openen).
2. Ga naar Onboard Audio
Controller
(geïntegreerde
audiocontroller)en wijzig
de instelling in Enabled
(ingeschakeld).
3. Sluit de externe
audioapparaten aan op
de connectoren op het
achterpaneel van de
computer.
Netwerkkaart
1. Open het
systeemsetupprogramma
(zie System Setup
openen).
2. Ga naar Onboard LAN
Controller
(geïntegreerdeLAN-
controller)en wijzig de
instelling in Disabled
(uitgeschakeld).
3. Sluit de stekker van de
netwerkkabel aan op de
connector voor de
netwerkkabel.
1. Open het
systeemsetupprogramma
(zie System Setup
openen).
2. Ga naar Onboard LAN
Controller
(geïntegreerdeLAN-
ocontroller)en wijzig de
instelling in Enabled
(ingeschakeld).
3. Sluit de stekker van de
netwerkkabel aan op de
ingebouwde
netwerkaansluiting.
Terug naar inhoudsopgave
Batterij
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De batterij verwijderen
De batterij terugplaatsen
De batterij verwijderen
1. Registreer alle schermen in systeeminstellingen (zie System Setup) zodat u de juiste instellingen kunt herstellen nadat de nieuwe batterij is
geïnstalleerd.
2. Volg de procedures in Voordat u begint.
3. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
4. Zoek de batterijhouder (zie Onderdelen van de systeemkaart).
5. Druk op de batterijontgrendeling om de batterij te verwijderen.
De batterij terugplaatsen
1. Plaats de nieuwe batterij (CR2032) in de houder met de "+"-zijde naar boven en druk de batterij vervolgens op zijn plaats.
2. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
3. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
4. Ga naar systeeminstellingen (zie System Setup openen) en herstel de instellingen die u hebt genoteerd in stap 1.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Eennieuwebatterijkanexploderenalsdezenietgoedwordtgeïnstalleerd.Vervangbatterijenalleendoorbatterijenvanhetzelfdeof
een vergelijkbaar type, zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken
voor het voorpaneel, enzovoort.
VOORZICHTIG: Als u de batterij met een stomp voorwerp uit de houder wrikt, dient u op te letten dat u de systeemkaart niet met dat voorwerp
aanraakt. Zorg ervoor dat het voorwerp tussen de batterij en de houder is geplaatst voordat u probeert de batterij los te krijgen. Als u dit niet
doet, kunt u de systeemkaart beschadigen door de houder los te wrikken of door de kopersporen te breken.
batterijontgrendeling
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Computerkap
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De computerkap verwijderen
De computerkap terugplaatsen
De computerkap verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Sluit de chassisvoetjes.
3. Leg de computer op zijn zijde met de computerkap naar boven gericht.
4. Verwijder de twee schroeven waarmee de kap is vastgezet met een schroevendraaier.
5. Maak de computerkap los door deze van de voorzijde van de computer omhoog te trekken.
6. Bewaar de kap op een veilige plaats.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat er minimaal 30 cm ruimte op het bureaublad aanwezig is voor de computer en de verwijderde computerkap.
chassisvoetje
computerkap
schroefjes (2)
voorzijde computer
De computerkap terugplaatsen
1. Controleer of alle kabels zijn aangesloten en haal kabels uit de weg.
2. Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer achterblijven.
3. Lijn de lipjes aan de onderzijde van de computerkap uit met de sleuven langs de zijkant van de computer.
4. Druk de computerkap naar beneden en schuif deze naar de voorzijde van de computer totdat u een klikt voelt of voelt dat de computerkap goed vastzit.
5. Controleer of de computerkap op juiste wijze is aangebracht.
6. Breng de twee schroeven weer in de computerkap aan en draai ze vast met behulp van een schroevendraaier.
7. Open de chassisvoetjes.
8. Zet de computer weer rechtop neer.
Terug naar inhoudsopgave
schroefjes (2)
computerkap
sleuf
voorzijde computer
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat er geen ventilatieopeningen worden geblokkeerd. Als deze geblokkeerd worden, kunnen er ernstige problemen
als gevolg van overhitting optreden.
Terug naar inhoudsopgave
Processor
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De processor verwijderen
De processor terugplaatsen
De processor verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de processorventilator en warmteafleider uit de computer (zie De processorventilator en warmteafleider verwijderen).
4. Druk de ontgrendelingshendel naar beneden en naar buiten, zodat deze loskomt uit het haakje.
5. Open de processorkap, indien aanwezig.
Inspiron™535s/537s/545s
Inspiron 546s
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken
voor het voorpaneel, enzovoort.
VOORZICHTIG: Voer de onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd bent met het verwijderen en vervangen van hardware. Wanneer u deze
stappen onjuist uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Zie de installatiehandleiding voor informatie over technisch onderhoud.
VOORZICHTIG: Ondanks de aanwezigheid van een plastic schild kunnen de processorventilator en warmteafleider tijdens normale werking zeer
heet worden. Laat de warmteafleider enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
OPMERKING: Tenzij er een nieuwe warmteafleider voor de nieuwe processor nodig is, kunt u de oorspronkelijke warmteafleider opnieuw gebruiken
wanneer u de processor vervangt.
processorkap
processor
houder
ontgrendeling
6. Til de processor voorzichtig omhoog uit de houder.
Laat de ontgrendeling uitgeklapt staan, zodat de nieuwe processor in de houder kan worden geplaatst.
De processor terugplaatsen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Pak de nieuwe processor uit en zorg dat u daarbij de onderzijde van de processor niet aanraakt.
3. Als de ontgrendeling op de houder niet volledig is uitgeklapt, moet u deze alsnog in deze positie plaatsen.
Inspiron 535s/537s/545s
processor
ontgrendeling
houder
VOORZICHTIG: Wanneer u de processor verwijdert, mag u geen pinnen binnen de processorhouder aanraken, en mogen er geen objecten op de
pinnen in de houder vallen.
VOORZICHTIG: Zorg dat u geaard bent door een van de ongeschilderde metalen oppervlakken aan de achterzijde van de computer aan te raken.
VOORZICHTIG: Wanneer u de processor terugplaatst, mag u geen pinnen binnen de processorhouder aanraken, en mogen er geen objecten op de
pinnen in de houder vallen.
VOORZICHTIG: Plaats de processor op de juiste wijze in de houder; zo voorkomt u blijvende schade aan de processor en de computer wanneer u
de computer inschakelt.
Inspiron 546s
4. Als u een Inspiron 535s/537s/545s hebt, moet u de uitlijningsinkepingen aan de voorzijde en achterzijde van de processor uitlijnen met de
uitlijningsinkepingen aan de voorzijde en achterzijde van de houder.
5. Lijn de pin 1-hoeken van de processor uit met die van de houder.
6. Schuif de processor voorzichtig in de houder en controleer of de processor op juiste wijze is aangebracht.
7. Als de processor goed op zijn plek zit, sluit u de processorkap (indien van toepassing).
Controleer of het lipje op de processorkap onder de middelste kapvergrendeling op de houder is geplaatst.
8. Kantel de ontgrendeling terug naar de houder en klik deze vast om de processor vast te zetten.
9. Verwijder het thermisch vet aan de onderzijde van de warmteafleider.
10. Breng nieuw thermisch vet op de bovenzijde van de processor aan.
11. Plaats de processorventilator en de warmteafleider terug (zie De processorventilator en warmteafleider vervangen).
inkeping uitlijning voorzijde
pin 1-indicator voor de processor
uitlijningsinkeping aan achterzijde
processorkap
middelste vergrendeling processorkap
processor
houder
lipje
ontgrendeling
houder
pin 1-indicator voor de processor
processor
ontgrendeling
VOORZICHTIG: Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te lijnen met de houder en geen onnodige kracht te gebruiken tijdens het
aanbrengen van de processor.
VOORZICHTIG: Breng nieuw thermisch vet aan. Thermisch vet is van essentieel belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een
optimale werking van de processor.
VOORZICHTIG: Controleerofdeprocessorventilator/warmteafleideropjuistewijzezijngeïnstalleerdengoedvastzitten.
12. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Stations
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
Een vaste schijf verwijderen
Een harde schijf terugplaatsen
Een mediakaartlezer verwijderen
Een geheugenkaartlezer terugplaatsen
Een optische schijf verwijderen
Een optische schijf terugplaatsen
Een vaste schijf verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de steunbeugel (zie De steunbeugel verwijderen).
4. Koppel de voedingskabel en de gegevenskabel los van de harde schijf.
5. Verwijder de harde schijf.
Inspiron™535s/537s
a. Druk het bevestigingslipje aan de zijkant van de harde schijf in en schuif de harde schijf naar buiten en omhoog.
Inspiron 545s/546s
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
VOORZICHTIG: Maak een reservekopie van uw bestanden voordat u met deze procedure begint als u een harde schijf vervangt met gegevens die
u wilt bewaren.
OPMERKING: Als u de harde schijf op dit moment niet vervangt, moet u de stekker aan het andere uiteinde van de gegevenskabel uit het
moederbord verwijderen en de kabel opzij leggen. U kunt de gegevenskabel gebruiken om op een later tijdstip een harde schijf te installeren.
bevestigingslipje
voedingskabel
gegevenskabel
harde schijf
steunschroeven (4)
a. Trek het bevestigingslipje omhoog en schuif de harde schijf naar buiten en omhoog.
6. Plaats de steunbeugel terug (zie De steunbeugel terugplaatsen).
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit de computer en de andere apparaten aan op het stopcontact.
9. Als door verwijdering van de harde schijf de schijfconfiguratie wordt gewijzigd, moet u ervoor zorgen dat deze wijzigingen opgenomen worden in de
systeemsetup (zie System Setup).
Een harde schijf terugplaatsen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de steunbeugel (zie De steunbeugel verwijderen).
4. Controleerdedocumentatievandeschijfomteverifiërendatdezeisgeconfigureerdvooruwcomputer.
5. Bevestig de vier steunschroeven aan de harde schijf, als deze nog niet aanwezig zijn.
6. Sluit de voeding- en gegevenskabels aan op de harde schijf.
7. Sluit de datakabel aan op de systeemkaartconnector.
8. Schuif de harde schijf in het hardeschijfcompartiment totdat de harde schijf op zijn plaats klikt.
9. Controleer alle connectoren om er zeker van te zijn dat de kabels stevig vastzitten.
10. Plaats de steunbeugel terug (zie De steunbeugel terugplaatsen).
11. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
12. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
13. Raadpleeg de documentatie die bij de lezer is geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van de lezer.
14. Raadpleeg het System Setup-programma om te controleren of de schijfconfiguratie is gewijzigd (zie System Setup openen).
bevestigingslipje
voedingskabel
gegevenskabel
harde schijf
steunschroeven (4)
Een mediakaartlezer verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Maak de FlexBay USB-kabel en de voedingskabel los van de achterzijde van de mediakaartlezer.
5. Verwijder de mediakaartlezer.
Inspiron 535s/537s
a. Druk het bevestigingslipje aan de zijkant van de mediakaartlezer in en schuif de lezer naar buiten.
Inspiron 545s/546s
a. Trek het bevestigingslipje omhoog en schuif de mediakaartlezer naar buiten.
6. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
OPMERKING: Als u de mediakaartlezer op dit moment niet vervangt, moet u de FlexBay USB-kabel uit de systeemkaart verwijderen en de kabel
opzij leggen. U kunt de FlexBay USB-kabel gebruiken om op een later tijdstip een mediakaartlezer te installeren.
voedingskabel
FlexBay USB-kabel
bevestigingslipje
mediakaartlezer (niet aanwezig op alle computers)
voedingskabel
FlexBay USB-kabel
bevestigingslipje
mediakaartlezer (niet aanwezig op alle computers)
OPMERKING: De locatie van de connectors kan per systeemtype verschillen. Zie het gedeelte Onderdelen van de systeemkaart voor meer informatie.
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
Een geheugenkaartlezer terugplaatsen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Als u voor het eerst een mediakaartlezer installeert, moet u de afbreekbare metalen plaat verwijderen. Breng de punt van een
kruiskopschroevendraaieropéénlijnmetdesleufindeafbreekbaremetalenplaatendraaideschroevendraaiernaarbuitenomdemetalenplaatte
verwijderen.
5. Bevestig de twee steunschroeven aan de mediakaartlezer, als deze nog niet aanwezig zijn.
6. Schuif de mediakaartlezer voorzichtig in de FlexBay-sleuf, tot de mediakaartlezer vastklikt.
7. Sluit de FlexBay USB-kabel aan op de achterkant van de mediakaartlezer en op de interne USB-connector op het moederbord (zie Onderdelen van de
systeemkaart).
8. Sluit de stroomkabel aan op de achterzijde van de mediakaartlezer.
9. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
10. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
OPMERKING: Plaats de mediakaartlezer voordat de FlexBay USB-kabel wordt aangesloten.
11. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
Een optische schijf verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Maak de stroomkabel en de gegevenskabel los van de achterzijde van het station.
5. Verwijder de optische schijf.
Inspiron 535s/537s
a. Druk het bevestigingslipje aan de zijkant van de optische schijf in en schuif de schijf naar buiten.
Inspiron 545s/546s
a. Trek het bevestigingslipje omhoog en schuif de optische schijf naar buiten.
OPMERKING: Als u de optische schijf op dit moment niet vervangt, moet u de datakabel uit de systeemkaart verwijderen en de kabel opzij
leggen. U kunt de datakabel gebruiken om op een later tijdstip een optische schijf te installeren.
gegevenskabel
voedingskabel
bevestigingslipje
steunschroeven (2)
optische schijf
6. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
9. Configureer de stations in het System Setup-programma (zie System Setup-opties).
Een optische schijf terugplaatsen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Bevestig de vier steunschroeven aan de optische schijf, als deze nog niet aanwezig zijn.
5. Schuif de schijf voorzichtig op zijn plaats.
6. Sluit de voeding- en gegevenskabels aan op de optische schijf.
7. Sluit de datakabel aan op de systeemkaartconnector.
8. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
9. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
10. Sluit de computer en apparaten aan op het stopcontact en schakel deze in.
Raadpleeg de documentatie die bij de lezer is geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het
functioneren van de lezer.
11. Raadpleeg het System Setup-programma om te controleren of de schijfconfiguratie is gewijzigd (zie System Setup openen).
Terug naar inhoudsopgave
gegevenskabel
voedingskabel
bevestigingslipje
steunschroeven (2)
optische schijf
OPMERKING: De locatie van de connectors kan per systeemtype verschillen. Zie het gedeelte Onderdelen van de systeemkaart voor meer
informatie.
Terug naar inhoudsopgave
Ventilatoren
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De processorventilator en warmteafleider verwijderen
De processorventilator en warmteafleider vervangen
De chassisventilator verwijderen
De chassisventilator terugplaatsen
De processorventilator en warmteafleider verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Sluit de kabel van de processorventilator en warmteafleider aan op de processorventilator-aansluiting op de systeemkaart (zie Onderdelen van de
systeemkaart).
4. Haal voorzichtig eventuele kabels weg die over de processorventilator en warmteafleider lopen.
5. Verwijder de processorventilator en warmteafleider.
Inspiron™535s/537s/545s
a. Verwijder de vier borgschroeven waarmee de processorventilator en warmteafleider zijn bevestigd en til de ventilator en warmteafleider
rechtstandig uit de computer omhoog.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Ter voorkoming van elektrische schokken, verwonding door bewegende ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel, dient u de
stekker van de computer altijd uit het stopcontact te halen voordat u de behuizing verwijdert.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
VOORZICHTIG: Deprocessorventilatorenwarmteafleidervormenééngeheel.Probeerdeventilatornietafzonderlijkteverwijderen.
VOORZICHTIG: Raak de schoepen van de ventilator niet aan wannneer u de processorventilator en warmteafleider verwijdert. Hierdoor kan de
ventilator beschadigd raken.
VOORZICHTIG: Hoewel de ventilator van de warmteafleider van een plastic hoes is voorzien, kan de warmteafleider tijdens een normale
werking uiterst heet worden. Laat de warmteafleider enige tijd afkoelen alvorens deze aan te raken.
processorventilator en warmteafleider
Inspiron 546s
a. Draai de klemhefboom 180 graden tegen de klok in om de klemgreep uit de beugeluitsprong los te maken.
b. Draai de warmteafleider voorzichtig omhoog en verwijder deze uit de computer. Leg de processorventilator en warmteafleider ondersteboven
neer met het thermisch vet naar boven gericht.
De processorventilator en warmteafleider vervangen
1. Veeg het thermisch vet van de onderzijde van de processorventilator en warmteafleider.
2. Breng nieuwe thermisch vet op de bovenzijde van de processor aan.
3. Plaats de processorventilator en warmteafleider terug.
Inspiron 535s/537s/545s
a. Lijn de geborgde schroeven op de processorventilaror en warmteafleider uit met de vier metalen schroefgatprojecties op het moederbord.
b. Draai de vier borgschroeven vast waarmee de processorventilator en warmteafleider op de systeemkaart zijn bevestigd.
Inspiron 546s
a. Plaats de processorventilator en warmteafleider terug op de beugel.
b. Zorg ervoor dat de twee klemgrepen zijn uitgelijnd met de twee beugeluitsprongen.
c. Houd de processorventilator en warmteafleider vast en draai de klemhefboom 180 graden in de richting van de klok, om de processorventilator
en wartmeafleider te bevestigen.
OPMERKING: De processorventilator en warmteafleider in uw computer zien er mogelijk anders uit dan in de bovenstaande afbeelding.
beugel
klemgreep
beugeluitsprong
klemhefboom
processorventilator en warmteafleider
OPMERKING: De processorventilator en warmteafleider in uw computer zien er mogelijk anders uit dan in de bovenstaande afbeelding.
VOORZICHTIG: Als u de ventilator terugplaatst, moet u ervoor zorgen dat de snoeren tussen de systeemkaart en de ventilator niet beklemd
raken.
VOORZICHTIG: Breng nieuw thermisch vet aan. Thermisch vet is van essentieel belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een
optimale werking van de processor.
OPMERKING: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op de juiste wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
4. Sluit de kabel van de processorventilator en warmteafleider aan op de ventilatoraansluiting op de systeemkaart (zie Onderdelen van de systeemkaart).
5. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
6. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
De chassisventilator verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de chassisventilatorkabel uit de chassisventilatoraansluiting op de systeemkaart (zie Onderdelen van de systeemkaart).
4. Verwijder de schroef waarmee de chassisventilator is bevestigd.
5. Schuif de chassisventilator naar de voorzijde van de computer en til deze op.
processorventilator en warmteafleider
klemhefboom
beugeluitsprong
klemgreep
beugel
VOORZICHTIG: Raak tijdens het verwijderen van de chassisventilator de schoepen van de ventilator niet aan. Hierdoor kan de ventilator
beschadigd raken.
De chassisventilator terugplaatsen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Breng de bovenste en onderste lipjes van de chassisventilator op een lijn met de gaten in het chassis en schuif de chassisventilator naar de achterzijde
van de computer.
3. Breng de schroef opnieuw aan die de chassisventilator op het chassis vastzet.
4. Sluit de chassisventilatorkabel aan op de chassisventilatoraansluiting op de systeemkaart (zie Onderdelen van de systeemkaart).
5. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
6. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
schroef
chassisventilator
lipje onderzijde
lipjes bovenzijde (2)
schroef
Terug naar inhoudsopgave
I/O-paneel aan de voorzijde van de computer
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
Het I/O-paneel aan de voorzijde van de computer verwijderen
Het I/O-voorpaneel vervangen
Het I/O-paneel aan de voorzijde van de computer verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie Het montagekader verwijderen).
4. Verwijder de steunbeugel (zie De steunbeugel verwijderen).
5. Verwijder de harde schijf (zie Een vaste schijf verwijderen).
6. Verwijder alle kabels die op het I/O-paneel zijn aangesloten uit de systeemkaartconnectors.
7. Verwijder de schroef waarmee het I/O-paneel aan het chassis is bevestigd.
8. Schuif het I/O-paneel naar links en trek het I/O-paneel voorzichtig uit de computer.
Het I/O-voorpaneel vervangen
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
OPMERKING: Maak een notitie van alle kabelverbindingen voordat u kabels verwijdert, zodat u deze op eenvoudige wijze correct kunt aanbrengen
wanneer u het nieuwe I/O-paneel plaatst.
VOORZICHTIG: Wees zeer voorzichtig wanneer u het I/O-paneel uit de computer schuift. Als u dit niet doet, kunnen de kabelconnectoren en de
kabelklemmen beschadigd raken.
schroef
I/O-paneel
sleuf voor klem voor I/O-paneel
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat de kabelconnectors en de kabelgeleidingsklemmen niet beschadigd raken wanneer u het I/O-paneel in de
klemsleuf schuift.
1. Breng het I/O-paneelopéénlijnmetdeklemsleufvoorhetI/O-paneel en schuif deze erin.
2. Plaats de schroef terug waarmee het I/O-paneel aan het chassis is bevestigd.
3. Sluit de kabels aan op de systeemkaart.
4. Plaats de harde schijf opnieuw (zie Een harde schijf terugplaatsen).
5. Plaats de steunbeugel terug (zie De steunbeugel terugplaatsen).
6. Breng het montagekader opnieuw aan (zie Het montagekader aanbrengen).
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Geheugen
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
Geheugen verwijderen
Geheugen terugplaatsen
Aanbevolen geheugenconfiguratie
Dual channel-geheugenconfiguratie instellen
Geheugen verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Zoek de geheugenmodules op het moederbord (zie Onderdelen van de systeemkaart).
4. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
5. Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u deze voorzichtig heen en weer te bewegen om deze van de aansluiting los te maken.
Geheugen terugplaatsen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
3. Volg de richtlijnen voor plaatsing van geheugen (zie Aanbevolen geheugenconfiguratie).
4. Lijn de inkeping in de rand van de geheugenmodule uit met het lipje in de geheugenmoduleconnector.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
1
connector voor geheugenmodule
2
bevestigingsklem
VOORZICHTIG: Plaats geen ECC-geheugenmodules.
1
uitsparingen (2)
2
lipje
5. Druk de module in de connector totdat deze op zijn plaats klikt.
Wanneer u de geheugenmodule juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
6. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
7. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
Druk op <F1> om door te gaan wanneer het bericht wordt weergegeven dat de geheugencapaciteit is veranderd.
8. Meld u aan bij de computer.
9. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Microsoft®Windows®bureaublad en klik op Eigenschappen.
10. Klik op het tabblad Algemeen.
11. Controleerdehoeveelheidweergegevengeheugen(RAM),omteverifiërenofhetgeheugenjuistisgeïnstalleerd.
Aanbevolen geheugenconfiguratie
Tijdens het plaatsen of opnieuw plaatsen van geheugen kunt u gebruik maken van onderstaande tabel.
Dual channel-geheugenconfiguratie instellen
Inspiron 545s
3
inkeping
4
geheugenmodule
VOORZICHTIG: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de connector om schade aan de module
te voorkomen.
1
uitsparingen (2)
2
borgklem (vastgeklikt)
Model
Eénmodule
Twee modules
Drie modules
Vier modules
535s/537s
DIMM1
DIMM1
DIMM2
N.v.t.
N.v.t.
545s
DIMM1
DIMM1
DIMM3
DIMM1
DIMM3
DIMM2
DIMM1
DIMM3
DIMM2
DIMM4
546s
DIMM1
DIMM1
DIMM2
DIMM1
DIMM2
DIMM3
DIMM1
DIMM2
DIMM3
DIMM4
OPMERKING: Dual channel-geheugenwordtnietondersteundbijInspiron™535s/537s.
Inspiron 546s
Terug naar inhoudsopgave
Paar A: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in connectoren
DIMM1 en DIMM3
Paar B: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in connectoren
DIMM2 en DIMM4
Paar B: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in connectoren
DIMM3 en DIMM4
Paar A: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in connectoren
DIMM1 en DIMM2
Terug naar inhoudsopgave
Stroomtoevoer
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De voedingseenheid verwijderen
De voedingseenheid terugplaatsen
De voedingseenheid verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de connectors van de gelijkstroomkabels uit de systeemkaart en de stations en schijven.
Noteer de manier waarop de gelijkstroomkabels onder de lipjes in het computerchassis zijn geleid wanneer u deze uit de systeemkaart, stations en
schijven verwijdert. U moet deze kabels op juiste wijze opnieuw aanbrengen om te voorkomen dat ze beschadigd of gedraaid raken.
4. Verwijder de steunbeugel (zie De steunbeugel verwijderen).
5. Koppel alle kabels los van de bevestigingsklem aan de zijkant van de voedingseenheid.
6. Verwijder de drie schroeven waarmee de voedingseenheid aan het computerchassis is bevestigd.
7. Bij de Inspiron 535s en 537s drukt u de vergrendeling omlaag.
Schuif de voedingseenheid uit de computer en til deze omhoog.
De voedingseenheid terugplaatsen
1. Bij de Inspiron 535s en 537s drukt u de vergrendeling omlaag.
Schuif de vervangende voedingseenheid naar de achterzijde van de computer.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com: www.Dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, het voorpaneel, montagekaders,
inzetbeugels voor het voorpaneel, enzovoort.
schroefjes (3)
voedingseenheid
vergrendeling (alleen bij Inspiron 535s en 537s)
GEVAAR: Als u niet alle schroeven vervangt en vastdraait, loopt u het risico van een elektrische schok, omdat deze schroeven een essentieel
onderdeel van de aarding van de computer vormen.
2. Plaats de drie schroeven terug waarmee de voedingseenheid aan het computerchassis is bevestigd.
3. Sluit de gelijkstroomkabels opnieuw op de systeemkaart en stations aan.
4. Bevestig alle kabels aan de bevestigingsklem aan de zijkant van de voedingseenheid.
5. Plaats de steunbeugel terug (zie De steunbeugel terugplaatsen).
6. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
7. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
OPMERKING: Geleid de gelijkstroomkabels onder de lipjes op het chassis door. De kabels moeten op juiste wijze worden aangebracht om ervoor
te zorgen dat deze niet beschadigd raken.
OPMERKING: Controleer of alle kabels op juiste wijze zijn aangesloten en goed vastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
System Setup
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
Overzicht
System Setup openen
Vergeten wachtwoorden wissen
CMOS-instellingen wissen
Het BIOS flashen
Overzicht
Gebruik System Setup (Systeemsetup) voor de volgende zaken:
l De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, gewijzigd of verwijderd
l Het instellen of wijzigen van een door de gebruiker te selecteren optie, zoals een wachtwoord
l Hetlezenvandehuidigehoeveelheidgeheugenofhetinstellenvanhettypevasteschijfdatisgeïnstalleerd
Voordat u System Setup gebruikt, is het verstandig de informatie in het System Setup-scherm te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
System Setup openen
1. Start de computer (opnieuw) op.
2. Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F2>.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, wacht u totdat het bureaublad van Microsoft®Windows®wordt weergegeven.
Vervolgens sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
System Setup-schermen
Options List (Lijst met opties) Dit veld verschijnt bovenaan in het venster van het systeemsetupprogramma. Het veld bestaat uit een lijst waar u doorheen
kuntbladerenendiedekenmerkenbevatdiedeconfiguratievanuwcomputerbepalen,zoalsdegeïnstalleerdehardware,deoptiesvoorenergiebesparing
en beveiligingsmaatregelen.
Option Field (Optieveld) dit veld bevat informatie over elke optie. In dit veld kunt u uw huidige instellingen bekijken en er wijzigingen in aanbrengen. Met
de pijltjestoetsen links en rechts kunt u een optie markeren. Druk op Enter om een gemarkeerd item te activeren.
Help Field (Help-veld) Dit veld biedt contextgevoelige hulpinformatie op basis van de door u geselecteerde opties.
Key Functions (Toetsfuncties) Dit veld wordt weergegeven onder het Option Field (Optieveld) en bevat de toetsen en hun functies in het actieve veld van
de systeem-setup.
System Setup-opties
Inspiron 535s/537s
VOORZICHTIG: Wijzig de instellingen in System Setup niet, tenzij u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen ervoor
zorgen dat uw computer niet meer goed werkt.
OPMERKING: Soms werkt het toetsenbord niet meer wanneer u een toets erg lang hebt ingedrukt. U voorkomt dit door met regelmatige
tussenpozen op <F2> te drukken om het Boot Device Menu (menu Opstartapparaat) te openen.
OPMERKING: Mogelijk worden de items in dit gedeelte niet weergegeven of wijken de items enigszins af van de weergave in dit gedeelte. Dit is
afhankelijkvanuwcomputerendegeïnstalleerdeapparaten.
System Info (Systeeminformatie)
System (Systeem)
Geeft het nummer van het computermodel weer.
BIOS Info
Toont het versienummer en de datum van de BIOS
Asset Tag (Inventarislabel)
Geeft het inventarislabel van de computer weer, indien aanwezig.
Service Tag (Serviceplaatje)
Geeft het serviceplaatje van de computer weer.
Processor Type
Geeft het type processor weer.
Processor Level 2 Cache
Geeft de hoeveelheid level 2 cache van de processor weer.
MemoryInstalled(Geïnstalleerdgeheugen)
Geeftdehoeveelheidgeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Available (Beschikbaar geheugen)
Geeft de hoeveelheid beschikbaar geheugen weer.
Memory Speed (Geheugensnelheid)
Geeftdefrequentievangeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Channel Mode
Geeftdechannelmodusvangeïnstalleerdgeheugenweer.
System Memory Type (Systeemgeheugentype)
Geefthettypevangeïnstalleerdgeheugenweer.
Standard CMOS Features (Standaardfuncties CMOS)
Date (Datum)
Geeft de huidige datum weer in het formaat (mm:dd:jjjj).
Time (Tijd)
Geeft de huidige tijd weer in het formaat (uu:mm:ss).
SATA 0
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 0-connector.
SATA 1
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 1-connector.
Halt On (Stoppen bij)
All Error (Alle fouten); All, But Keyboard (Alle fouten, behalve toetsenbord) (de standaardwaarde is All, But
Keyboard)
Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies)
CPU Feature (CPU-functie)
l Limit CPUID Value (Beperken CPUID-waarde) Enabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de
standaardwaarde is Disabled).
l Execute Disable BitEnabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Enabled).
l Core Multi-ProcessingEnabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Enabled).
Numlock-status bij opstarten
Off; On (Uit, Aan) (de standaardwaarde is On).
Module Bay (Modulecompartiment)
Toonthetapparaatdatgeïnstalleerdisinhetmodulecompartiment.
Boot Device Configuration (Configuratie opstartapparaten)
Removable Boot Priority
(Opstartprioriteit verwijderbare
apparaten)
Wordt gebruikt om de prioriteit van verwijderbare apparaten zoals USB-diskettestations aan te geven. De
items die hier worden weergegeven, worden dynamisch bijgewerkt volgens de aangesloten verwijderbare
apparaten.
Hard Disk Boot Priority
(Opstartprioriteit vaste schijven)
Wordt gebruikt om de prioriteit van vaste schijven in te stellen. De weergegeven items worden dynamisch
bijgewerkt op basis van de gedetecteerde vaste schijven.
CD/DVD Boot Priority (Opstartprioriteit
cd/dvd)
Wordt gebruikt om de prioriteit van cd-/dvd-schijven in te stellen. De weergegeven items worden dynamisch
bijgewerkt op basis van de gedetecteerde cd-/dvd-schijven.
Network Boot Priority (Opstartprioriteit
netwerk)
Wordt gebruikt om de prioriteit van netwerkapparaten in te stellen. De weergegeven items worden
dynamisch bijgewerkt op basis van de gedetecteerde netwerkapparaten.
USB Boot Priority (Opstartprioriteit USB-
schijven)
Wordt gebruikt om de prioriteit van USB-schijven in te stellen. De weergegeven items worden dynamisch
bijgewerkt op basis van de gedetecteerde USB-schijven.
First Boot Device (Eerste
opstartapparaat)
Verwijderbaar app., Harde schijf, Cd/dvd, Netwerk, USB, Uitgeschakeld (de standaardwaarde is
Verwijderbaar app.).
Second Boot Device (Tweede
opstartapparaat)
Verwijderbaar app., Harde schijf, Cd/dvd, Netwerk, USB, Uitgeschakeld (de standaardwaarde is Harde schijf).
Third Boot Device (Derde opstartapparaat)
Verwijderbaar app., Harde schijf, Cd/dvd, Netwerk, USB, Uitgeschakeld (de standaardwaarde is Cd/dvd).
Fourth Boot Device (Vierde
opstartapparaat)
Verwijderbaar app., Harde schijf, Cd/dvd, Netwerk, USB, Uitgeschakeld (de standaardwaarde is Netwerk).
Fifth Boot Device (Vijfde
opstartapparaat)
Verwijderbaar app., Harde schijf, Cd/dvd, Netwerk, USB, Uitgeschakeld (de standaardwaarde is USB).
Boot Other Device (Ander opstartapparaat)
Enabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
Advanced Chipset Features (Geavanceerde chipsetfuncties)
Init Display First (Als eerste
initialiseren)
PCI Slot (PCI-sleuf),Onboard(Geïntegreerd)(destandaardwaardeisPCISlot).
Video Memory Size (Grootte videogeheugen)
1 MB, 8 MB (de standaardwaarde is 8 MB).
DVMT Mode (DVMT-modus)
FIXED, DVMT (VAST, DVMT) (de standaardwaarde is DVMT).
DVMT/FIXED Memory Size (Geheugengrootte
DVMT/VAST)
128 MB, 256 MB, MAX (de standaardwaarde is 128 MB).
OPMERKING: De DVMT-modus en de geheugengrootte VAST zijn niet beschikbaar bij Inspiron 537s
IntegratedPeripherals(Geïntegreerderandapparatuur)
USB Device Setting (Instelling USB-
apparaat)
l USB ControllerEnabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Enabled).
l Werkingsmodus USB Hoge snelheid, Volle/Lage snelheid (de standaardwaarde is Hoge snelheid).
Inspiron 545s
OnboardSATAController(Geïntegreerde
SATA-controller)
Enabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
OnboardAudioController(Geïntegreerde
audiocontroller)
Enabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
OnboardLANController(Geïntegreerde
LAN-controller)
Enabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
OnboardLANBootROM(GeïntegreerdeLAN-
opstart-ROM)
Enabled of Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Disabled).
Power Management Setup (Instellingen energiebeheer)
ACPI Suspend Type (Type ACPI-uitstel)
S1(POS); S3(STR) (de standaardwaarde is S3(STR)).
Remote Wake Up (Activeren op afstand)
On; Off (Aan, Uit) (de standaardwaarde is On)
Auto Power On (Automatisch inschakelen)
Enabled; Disabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Disabled).
Auto Power On Date (Automatisch
inschakelen op datum)
0
Auto Power On Time (Automatisch
inschakelen op tijd)
0:00:00
AC Recovery (Voedingsherstel)
Off; On; Last (Uit, Aan, Laatste) (de standaardwaarde is Off).
Set Supervisor Password (Supervisorwachtwoord instellen)
Supervisor Password
(Supervisorwachtwoord)
Installed(Geïnstalleerd);NotInstalled(Nietgeïnstalleerd)(destandaardwaardeisNotInstalled).
Change Supervisor Password
(Supervisorwachtwoord wijzigen)
Druk op Enter om het supervisorwachtwoord te wijzigen.
Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen)
User Password (Gebruikerswachtwoord)
Installed(Geïnstalleerd);NotInstalled(Nietgeïnstalleerd)(destandaardwaardeisNotInstalled).
Change User Password
(Gebruikerswachtwoord wijzigen)
Druk op Enter om het gebruikerswachtwoord te wijzigen.
System Info (Systeeminformatie)
System (Systeem)
Geeft het nummer van het computermodel weer.
BIOS Info
Toont het versienummer en de datum van de BIOS
Service Tag (Serviceplaatje)
Geeft het serviceplaatje van de computer weer.
Processor Type
Geeft het type processor weer.
Processor L2 cache
Geeft de hoeveelheid level 2 cache van de processor weer.
MemoryInstalled(Geïnstalleerdgeheugen)
Geeftdehoeveelheidgeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Available (Beschikbaar geheugen)
Geeft de hoeveelheid beschikbaar geheugen weer.
Memory Speed (Geheugensnelheid)
Geeftdefrequentievangeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Channel Mode
Geeftdechannelmodusvangeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Technology (Geheugentechnologie)
Geefthettypevangeïnstalleerdgeheugenweer.
Standard CMOS Features (Standaardfuncties CMOS)
Date (Datum)
Geeft de huidige datum weer in het formaat (mm:dd:jjjj).
Time (Tijd)
Geeft de huidige tijd weer in het formaat (uu:mm:ss).
SATA 0
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 0-connector.
SATA 1
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 1-connector.
SATA 4
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 4-connector.
SATA 5
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 5-connector.
Halt On (Stoppen bij)
All Error (Alle fouten); All, But Keyboard (Alle fouten, behalve toetsenbord) (de standaardwaarde is All, But
Keyboard)
Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies)
CPU Feature (CPU-functie)
l Limit CPUID Value (Beperken CPUID-waarde) Enabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld)
(de standaardwaarde is Disabled).
l Execute Disable BitEnabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Enabled).
l Core Multi-ProcessingEnabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Inspiron 546s
Enabled).
Numlock-status bij opstarten
Off; On (Uit, Aan) (de standaardwaarde is On).
Module Bay (Modulecompartiment)
Toonthetapparaatdatgeïnstalleerdisinhetmodulecompartiment.
Boot Device Configuration (Configuratie opstartapparaten)
Hard Disk Boot Priority (Opstartprioriteit
vaste schijven)
Wordt gebruikt om de prioriteit van vaste schijven in te stellen. De weergegeven items worden dynamisch
bijgewerkt op basis van de gedetecteerde vaste schijven.
First Boot Device (Eerste opstartapparaat)
Removable; Hard Disk; CDROM; USB-CDROM; Disabled (Verwijderbaar, Harde schijf, Cd-rom, USB-cd-rom,
Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Removable).
Second Boot Device (Tweede opstartapparaat)
Removable; Hard Disk; CDROM; USB-CDROM; Disabled (Verwijderbaar, Harde schijf, Cd-rom, USB-cd-rom,
Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Hard Disk).
Third Boot Device (Derde opstartapparaat)
Removable; Hard Disk; CDROM; USB-CDROM; Disabled (Verwijderbaar, Harde schijf, Cd-rom, USB-cd-rom,
Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is CDROM).
Boot Other Device (Ander opstartapparaat)
Enabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
Advanced Chipset Features (Geavanceerde chipsetfuncties)
Init Display First (Als eerste
initialiseren)
PCI Slot (PCI-sleuf),Onboard(Geïntegreerd)(destandaardwaardeisPCISlot).
Video Memory Size (Grootte videogeheugen)
1 MB, 8 MB (de standaardwaarde is 8 MB).
DVMT Mode (DVMT-modus)
FIXED, DVMT (VAST, DVMT) (de standaardwaarde is DVMT).
DVMT/FIXED Memory Size (Geheugengrootte
DVMT/VAST)
128 MB, 256 MB, MAX (de standaardwaarde is 128 MB).
IntegratedPeripherals(Geïntegreerderandapparatuur)
USB Device Setting (Instelling USB-
apparaat)
l USB ControllerEnabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Enabled).
l Werkingsmodus USB Hoge snelheid, Volle/Lage snelheid (de standaardwaarde is Hoge snelheid).
OnboardAudioController(Geïntegreerde
audiocontroller)
Enabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
OnboardLANController(GeïntegreerdeLAN-
controller)
Enabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
OnboardLANBootROM(GeïntegreerdeLAN-
opstart-ROM)
Enabled of Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Disabled).
SATA Mode (SATA-modus)
IDE; RAID (de standaardwaarde is IDE).
Power Management Setup (Instellingen energiebeheer)
ACPI Suspend Type (Type ACPI-uitstel)
S1(POS); S3(STR) (de standaardwaarde is S3(STR)).
Remote Wake Up (Activeren op afstand)
Off; On (Uit, Aan) (de standaardwaarde is On).
Auto Power On (Automatisch inschakelen)
Enabled; Disabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Disabled).
Auto Power On Date (Automatisch inschakelen
op datum)
0
Auto Power On Time (Automatisch inschakelen
op tijd)
0:00:00
AC Recovery (Voedingsherstel)
Off; On; Last (Uit, Aan, Laatste) (de standaardwaarde is Off).
Set Supervisor Password (Supervisorwachtwoord instellen)
Supervisor Password (Supervisorwachtwoord)
Installed(Geïnstalleerd);NotInstalled(Nietgeïnstalleerd)(destandaardwaardeisNotInstalled).
Change Supervisor Password
(Supervisorwachtwoord wijzigen)
Druk op Enter om het supervisorwachtwoord te wijzigen.
Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen)
User Password (Gebruikerswachtwoord)
Installed(Geïnstalleerd);NotInstalled(Nietgeïnstalleerd)(destandaardwaardeisNotInstalled).
Change User Password (Gebruikerswachtwoord
wijzigen)
Druk op Enter om het gebruikerswachtwoord te wijzigen.
System Info (Systeeminformatie)
BIOS Info
Toont het versienummer en de datum van de BIOS
System (Systeem)
Geeft het nummer van het computermodel weer.
Asset Tag (Inventarislabel)
Geeft het inventarislabel van de computer weer, indien aanwezig.
Service Tag (Serviceplaatje)
Geeft het serviceplaatje van de computer weer.
Processor Type
Geeft het type processor weer.
CPU Speed (Processorsnelheid)
Geeft de snelheid van de processor weer.
Processor L2 cache
Geeft de hoeveelheid level 2 cache van de processor weer.
MemoryInstalled(Geïnstalleerdgeheugen)
Geeftdehoeveelheidgeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Available (Beschikbaar geheugen)
Geeft de hoeveelheid beschikbaar geheugen weer.
Memory Speed (Geheugensnelheid)
Geeftdefrequentievangeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Channel Mode
Geeftdechannelmodusvangeïnstalleerdgeheugenweer.
Memory Technology (Geheugentechnologie)
Geefthettypevangeïnstalleerdgeheugenweer.
Standard CMOS Features (Standaardfuncties CMOS)
System Time (Systeemtijd)
Geeft de huidige tijd weer in het formaat (uu:mm:ss).
System Date (Systeemdatum)
Geeft de huidige datum weer in het formaat (mm:dd:jjjj).
SATA 0
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 0-connector.
SATA 1
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 1-connector.
SATA 2
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 2-connector.
SATA 3
Geeft de SATA-schijven weer, die zijn aangesloten op de SATA 3-connector.
Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies)
CPU Feature (CPU-functie)
l AMD VirtualizationEnabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Enabled).
l AMD Cool 'N' quiet FunctionEnabled (Ingeschakeld); Disabled (Uitgeschakeld) (de standaardwaarde
is Enabled).
l AMD Live! Toont AMD Live! -status
USB Device Setting (Instelling USB-
apparaat)
l USB ControllerEnabled or Disabled (Ingeschakeld of Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is
Enabled).
l Werkingsmodus USB Hoge snelheid, Volle/Lage snelheid (de standaardwaarde is Hoge snelheid).
Advanced Chipset Features (Geavanceerde chipsetfuncties)
Init Display First (Als eerste
initialiseren)
PCI-E 16X Slot, PCI-E 1X Slot; PCI Slot; Onboard (PCI-E 16X-sleuf, PCI-E 1X-sleuf, PCI-sleuf,Geïntegreerd)
(de standaardwaarde is PCI-E 16X Slot).
UMA Frame Buffer Size (UMA-
framebuffergrootte)
Auto; 32 MB; 64 MB; 128 MB; 256 MB; 512 MB (de standaardwaarde is Auto).
OnboardAudioController(Geïntegreerde
audiocontroller)
Auto; Disabled; Enabled (Auto, Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
HD Audio
Disabled; Enabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
OnboardLANController(GeïntegreerdeLAN-
controller)
Disabled; Enabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
OnboardLANBootROM(GeïntegreerdeLAN-
opstart-ROM)
Enabled; Disabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Disabled).
SATA Mode (SATA-modus)
RAID, ATA (de standaardwaarde is ATA)
Module Bay (Modulecompartiment)
Toonthetapparaatdatgeïnstalleerdisinhetmodulecompartiment.
Boot Device Configuration (Configuratie opstartapparaten)
Boot Settings Configuration (Configuratie
opstartinstellingen)
l Fast Boot (Snel opstarten)Disabled; Enabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde
is Enabled).
l Numlock Key (Numlock-toets)OFF; ON (UIT, AAN) (ON by default).
l Keyboard Errors (Toetsenbordfouten)Report; Do Not Report (Melden, Niet melden) (Report by
default).
Hard Disk Boot Priority (Opstartprioriteit
vaste schijven)
l 1st Boot Device (Eerste opstartapparaat)Removable; CD/DVD; Hard Drive; Disabled (Verwijderbaar,
Cd/dvd, Harde schijf, Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Removable).
l 2nd Boot Device (Tweede opstartapparaat)Removable; CD/DVD; Hard Drive; Disabled
(Verwijderbaar, Cd/dvd, Harde schijf, Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is CD/DVD).
l 3rd Boot Device (Derde opstartapparaat)Removable; CD/DVD; Hard Drive; Disabled (Verwijderbaar,
Cd/dvd, Harde schijf, Uitgeschakeld) (de standaardwaarde is Hard Drive).
Boot Other Device (Ander opstartapparaat)
No; Yes (Nee, Ja) (de standaardwaarde is Yes).
Power Management Setup (Instellingen energiebeheer)
ACPI Suspend Type (Type ACPI-uitstel)
S1(POS); S3(STR) (de standaardwaarde is S3(STR)).
Opstartvolgorde eenmalig wijzigen
Met deze functie kunt u de computer bijvoorbeeld opdracht geven om op te starten vanaf het cd-station, zodat u de Dell Diagnostics kunt uitvoeren op de
Drivers and Utilities-media terwijl u de computer weer wilt laten opstarten vanaf de vaste schijf wanneer deze diagnostische tests eenmaal voltooid zijn. U
kunt deze functie gebruiken om bijvoorbeeld uw computer opnieuw op te starten vanaf een USB-apparaat, zoals een diskettestation, een geheugenstick of
een cd-rw-station.
1. Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan op een USB-poort.
2. Start de computer (opnieuw) op.
3. Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F2 = Setup, F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op F12.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft Windows
ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
Het menu Boot Device (Opstartapparaat) verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare opstartapparaten. Naast elk apparaat staat een nummer.
4. Onderaan het menu voert u het nummer in van het apparaat dat alleen voor de huidige opstartpoging moet worden gebruikt.
Wanneer u bijvoorbeeld start vanaf een USB-geheugenstick, selecteert u USB Flash Device (USB flash-apparaat) en drukt op <Enter>.
De opstartvolgorde permanent wijzigen voor toekomstige opstartprocedures
1. Open de systeeminstellingen (zie System Setup openen).
2. Gebruik de pijltoetsen om het menu Boot Device Configuration (Configuratie opstartapparaten) te markeren en druk vervolgens op <Enter> om het
menu te openen.
3. Druk op de pijl omhoog en pijl omlaag om door de lijst met apparaten te navigeren.
4. Druk op de toets plus (+) of minus (-) om de opstartprioriteit van het apparaat te wijzigen.
Vergeten wachtwoorden wissen
C1E Support (C1E-ondersteuning)
Disabled; Enabled (de standaardwaarde is Disabled).
Remote Wake Up (Activeren op afstand)
Disabled; Enabled (Uitgeschakeld, Ingeschakeld) (de standaardwaarde is Enabled).
AC Recovery (Voedingsherstel)
Off; On; Last (Uit, Aan, Laatste) (de standaardwaarde is Off).
Auto Power On (Automatisch inschakelen)
Disabled; Enabled (de standaardwaarde is Disabled).
Auto Power On Date (Automatisch
inschakelen op datum)
0
Auto Power On Time (Automatisch
inschakelen op tijd)
0:00:00
BIOS Security Features (BIOS-beveiligingsfuncties)
Supervisor Password (Supervisorwachtwoord)
Geeft de status van het supervisorwachtwoord.
User Password (Gebruikerswachtwoord)
Geeft de status van het gebruikerswachtwoord.
Set Supervisor Password
(Supervisorwachtwoord instellen)
Met dit menu kunt u het supervisorwachtwoord instellen.
OPMERKING: Als het supervisorwachtwoord is ingesteld, zijn de volgende opties beschikbaar.
User Access Level (Toegangsniveau
gebruiker)
Set User Password (Gebruikerswachtwoord
instellen)
Password Check (Wachtwoordcontrole)
OPMERKING: Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Raadpleeg de documentatie bij het
apparaat als u zeker wilt weten of een apparaat opstartbaar is.
OPMERKING: Noteer de huidige opstartvolgorde voor het geval u deze nadien wilt herstellen.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Zoek naar de 3-pins wachtwoordresetjumper op de systeemkaart.
Inspiron 535s/537s
Inspiron 545s
Inspiron 546s
OPMERKING: De locatie van de wachtwoordconnector verschilt per computer.
4. Verwijder de jumperstekker met 2 pinnen van pin 2 en 3 en plaats deze op pin 1 en 2.
5. Zet de computer aan, wacht ongeveer vijf seconden en zet de computer daarna weer uit. Houd zonodig de aan-uitknop ingedrukt om de computer uit te
zetten.
6. Verwijder de jumperstekker met 2 pinnen van pin 1 en pin 2 en plaats deze op pin 2 en pin 3 om de wachtwoordfunctie in te schakelen.
7. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
8. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
CMOS-instellingen wissen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. U kunt als volgt de huidige CMOS-instellingen wissen:
a. Zoek naar de 3-pins CMOS-resetjumper op de systeemkaart.
b. Verwijder de jumperstekker van pin 2 en 3 van de CMOS-resetjumper.
c. Plaats de jumperplug op pin 1 en 2 van de CMOS-resetjumper en wacht ongeveer vijf seconden.
d. Verwijder de jumperstekker en plaats deze op pin 2 en 3 van de CMOS-resetjumper.
Inspiron 535s/537s
OPMERKING: Om de CMOS-instellingen te wissen moet u de stekker van de computer uit het stopcontact verwijderen.
Inspiron 545s
Inspiron 546s
4. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
5. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Het BIOS flashen
Het kan nodig zijn om de BIOS te flashen indien een update beschikbaar is of wanneer u het moederbord vervangt.
1. Zet de computer aan.
2. Zoek naar het updatebestand voor de BIOS van uw computer op de Dell Support-website: support.dell.com.
3. Klik op Download Now (Nu downloaden) om het bestand te downloaden.
4. Als het venster Export Compliance Disclaimer (Afwijzing van aansprakelijkheid bij export) verschijnt, klikt u op Yes, I Accept this Agreement (Ja, ik
accepteer deze overeenkomst).
Het venster File Download (Bestand downloaden) wordt weergegeven.
5. Klik op Save this program to disk (Dit programma opslaan op schijf) en klik vervolgens op OK.
Het venster Save In (Opslaan in) wordt weergegeven.
6. Klik op de pijl omlaag om het menu Save In (Opslaan in) weer te geven. Selecteer Desktop (Bureaublad) en klik vervolgens op Save (Opslaan).
Het bestand wordt naar het bureaublad gedownload.
7. Klik op Sluiten wanneer het venster Downloaden voltooid verschijnt.
Het bestandspictogram zal op het bureaublad worden weergegeven en zal dezelfde naam hebben als het BIOS-updatebestand dat u hebt gedownload.
8. Dubbelklik op het bestandspictogram op het bureaublad en volg de instructies op het scherm.
Terug naar inhoudsopgave
Terug naar inhoudsopgave
Systeemkaart
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De systeemkaart verwijderen
De systeemkaart terugplaatsen
De systeemkaart verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder de computerkap (zie De computerkap verwijderen).
3. Verwijder de steunbeugel (zie De steunbeugel verwijderen).
4. Verwijder eventuele add-in-kaarten van de systeemkaart (zie PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen).
5. Verwijder de optische schijf (zie Een optische schijf verwijderen).
6. Verwijder de processorventilator en de warmteafleider (zie De processorventilator en warmteafleider verwijderen).
7. Verwijder de processor (zie De processor verwijderen).
8. Verwijder de geheugenmodules (zie Geheugen verwijderen) en noteer welke geheugenmodule uit elke geheugenmodulesleuf is verwijderd, zodat u de
geheugenmodules op dezelfde locatie kunt installeren nadat de systeemkaart is vervangen.
9. Verwijder de stekkers van alle kabels uit de systeemkaart. Maak een notitie van alle kabelverbindingen voordat u kabels verwijderd, zodat u deze op
eenvoudige wijze correct kunt aanbrengen wanneer u de nieuwe systeemkaart plaatst.
10. Verwijder de schroeven uit de systeemkaart.
11. Til de systeemkaart uit de computer.
Inspiron 535s/537s
Inspiron 545s/546s
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken, zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken
voor het voorpaneel, enzovoort.
schroeven (6)
systeemkaart
Vergelijk de systeemkaart die u hebt verwijderd met de vervangende systeemkaart om er zeker van te zijn dat ze identiek zijn.
De systeemkaart terugplaatsen
1. Plaats de systeemkaart voorzichtig in het chassis en schuif de systeemkaart naar de achterzijde van de computer.
Inspiron 535s/537s
Inspiron 545s/546s
schroeven (8)
systeemkaart
VOORZICHTIG: Let op dat de poortbevestigingsveren niet worden beschadigd tijdens het terugplaatsen van de systeemkaart.
achterzijde van de computer
poortbevestigingsveer
achterzijde van de computer
poortbevestigingsveren (3)
2. Plaats de schroeven terug waarmee de systeemkaart aan het chassis is bevestigd.
3. Sluit de kabels die u eerder uit de systeemkaart verwijderde opnieuw aan.
4. Plaats de processor terug (zie De processor terugplaatsen).
5. Plaats de processorventilator en de warmteafleider terug (zie De processorventilator en warmteafleider vervangen).
6. Installeer de geheugenmodules opnieuw in de sleuven waaruit u deze eerder verwijderde (zie Geheugen terugplaatsen).
7. Plaats de optische schijf opnieuw (zie Een optische schijf terugplaatsen).
8. Plaats eventuele add-in-kaarten van de systeemkaart terug (zie PCI- en PCI Express-kaarten vervangen).
9. Plaats de steunbeugel terug (zie De steunbeugel terugplaatsen).
10. Plaats de computerkap terug (zie De computerkap terugplaatsen).
11. Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Terug naar inhoudsopgave
VOORZICHTIG: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op de juiste wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
Terug naar inhoudsopgave
Technisch overzicht
OnderhoudshandleidingDell™Inspiron™535s/537s/545s/546s
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van de systeemkaart
De binnenkant van uw computer
Onderdelen van de systeemkaart
Inspiron 535s/537s
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
1
voedingseenheid
2
steunbeugel
3
systeemkaart
4
optisch station
5
geheugenkaartlezer (optioneel)
6
primaire harde schijf
1
12 V-voedingsconnector
(ATX12V1)
2
processorhouder
Inspiron 545s
Inspiron 546s
3
connector processorventilator
(FAN_CPU)
4
connector voor geheugenmodule
(DIMM1)
5
connector voor geheugenmodule
(DIMM2)
6
wachtwoordresetjumper
(CLR_PSW)
7
hoofdvoedingsconnector
(ATX1_POWER1)
8
SATA-connector (SATA_1)
9
SATA-connector (SATA_0)
10
connector voorpaneel
(FRONTPANEL)
11
CMOS-resetjumper (CLR_CMOS)
12
USB-connector voorpaneel
(F_USB2)
13
USB-connector voorpaneel
(F_USB1)
14
audioaansluiting voorpaneel
(FP_AUDIO)
15
sleuf voor PCI-kaart (PCI_2)
16
sleuf voor PCI-kaart (PCI_1)
17
batterijhouder (BATTERY)
18
sleuf voor PCI-Express x1-kaart
(PCIEX1)
19
sleuf voor PCI-Express x16-kaart
(PCIEX16)
20
connector chassisventilator
(FAN_SYS)
1
12 V-voedingsconnector (PWR2)
2
processorhouder
3
connector processorventilator
(CPU_FAN)
4
connector voor geheugenmodule
(DIMM1)
5
connector voor geheugenmodule
(DIMM2)
6
connector voor geheugenmodule
(DIMM3)
7
connector voor geheugenmodule
(DIMM4)
8
hoofdvoedingsconnector (PWR1)
9
batterijhouder (BAT)
10
CMOS-resetjumper (CLR_CMOS)
11
wachtwoordresetjumper
(PSWD)
12
SATA-connector (SATA_1)
13
SATA-connector (SATA_4)
14
connector voorpaneel (FP1)
15
USB-connector voorpaneel
(F_USB1)
16
SATA-connector (SATA_5)
17
USB-connector voorpaneel
(F_USB2)
18
USB-connector voorpaneel
(F_USB3)
19
audioaansluiting voorpaneel
(F_AUDIO)
20
sleuf voor PCI-kaart (PCI2)
21
sleuf voor PCI-kaart (PCI1)
22
SATA-connector (SATA_0)
23
sleuf voor PCI-Express x1-kaart
(PCI-E_1X)
24
sleuf voor PCI-Express x16-kaart
(PCI-E1_16X)
25
aansluiting chassisventilator
(SYS_FAN1)
Terug naar inhoudsopgave
1
12 V-voedingsconnector (PWR2)
2
processorhouder
3
connector processorventilator
(CPU_FAN1)
4
connector voor geheugenmodule
(DIMM4)
5
connector voor geheugenmodule
(DIMM3)
6
connector voor geheugenmodule
(DIMM2)
7
connector voor geheugenmodule
(DIMM1)
8
wachtwoordresetjumper
(PSWD1)
9
hoofdvoedingsconnector (PWR1)
10
batterijhouder (BAT1)
11
CMOS-resetjumper (CLR_CMOS1)
12
connector voorpaneel (FP1)
13
SATA-connector (SATA_2)
14
SATA-connector (SATA_1)
15
SATA-connector (SATA_0)
16
SATA-connector (SATA_3)
17
USB-connector voorpaneel
(F_USB1)
18
USB-connector voorpaneel
(F_USB2)
19
USB-connector voorpaneel
(F_USB3)
20
audioaansluiting voorpaneel
(F_AUDIO1)
21
sleuf voor PCI-kaart (PCI2)
22
sleuf voor PCI-kaart (PCI1)
23
sleuf voor PCI-Express x16-kaart
(PCI-E_16X_1)
24
sleuf voor PCI-Express x1-kaart
(PCI-E_1X_1)
25
aansluiting chassisventilator
(SYS_FAN1)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50

Dell Inspiron 535s de handleiding

Type
de handleiding