Bosch WAXH2E41FG de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Register your
new device on
MyBosch now and
get free benefits:
bosch-home.com/
welcome
Wasmachine
WAXH2E41FG
[nl] Gebruikershandleiding en
installatie-instructies
nl
2
Inhoudsopgave
1 Veiligheid......................................4
1.1 Algemene aanwijzingen .............4
1.2 Bestemming van het appa-
raat .............................................4
1.3 Inperking van de gebruikers ......4
1.4 Veilige installatie.........................5
1.5 Veiliger gebruik ..........................7
1.6 Veilige reiniging en onder-
houd ...........................................9
2 Materiële schade vermijden ......11
3 Milieubescherming en bespa-
ring..............................................12
3.1 Afvoeren van de verpakking ....12
3.2 Zuinig met energie en hulp-
bronnen ....................................12
3.3 Energiebesparingsmodus ........13
4 Opstellen en aansluiten .............13
4.1 Apparaat uitpakken ..................13
4.2 Inhoud van de verpakking........14
4.3 Vereisten ten aanzien van de
opstelplaats ..............................14
4.4 Transportbeveiligingen ver-
wijderen ....................................15
4.5 Transportverstevigingen ver-
wijderen ....................................16
4.6 Apparaat aansluiten .................17
4.7 Stellen van het apparaat ..........18
4.8 Apparaat elektrisch aanslui-
ten.............................................19
5 Uw apparaat leren kennen.........20
5.1 Apparaat...................................20
5.2 Wasmiddellade.........................21
5.3 Bedieningselementen...............21
5.4 Bedieningslogica......................21
6 Display ........................................23
7 Toetsen .......................................27
8 Programma's ..............................31
9 Accessoires................................44
10 Voor het eerste gebruik ...........44
10.1 Wascyclus zonder was-
goed starten ...........................44
11 Wasgoed...................................45
11.1 Wasgoed voorbereiden..........45
11.2 Wasgoed sorteren ..................46
11.3 Mate van verontreiniging ........46
11.4 Verzorgingsaanwijzingen
op verzorgingslabels ..............46
12 Wasmiddel en wasverzor-
gingsmiddel..............................47
12.1 Wasmiddelaanbeveling ..........47
12.2 Wasmiddeldosering ...............48
13 De Bediening in essentie.........49
13.1 Apparaat inschakelen ............49
13.2 Programma instellen ..............49
13.3 Programma-instellingen
aanpassen..............................49
13.4 Programma-instellingen op-
slaan .......................................50
13.5 Trommel vullen met was-
goed .......................................50
13.6 Wasmiddel en wasverzor-
gingsmiddel doseren .............51
13.7 Starten van het programma ...51
13.8 Wasgoed inweken ..................51
13.9 Wasgoed bijvullen ..................51
13.10 Progr. annuleren...................52
13.11 Programma bij spoelstop
hervatten...............................52
13.12 Wasgoed uitnemen ..............52
13.13 Apparaat uitschakelen .........52
14 Kinderslot .................................53
14.1 Kinderslot inschakelen ...........53
14.2 Kinderslot deactiveren............53
15 Intelligent doseersysteem .......53
15.1 Doseerbakje vullen.................53
nl
3
15.2 Inhoud van het doseerre-
servoir.....................................54
15.3 Basisdoseerhoeveelheid ........54
16 HomeConnect .........................54
16.1 HomeConnect instellingen ....55
16.2 Apparaat met WLAN-thuis-
netwerk (WiFi) met WPS-
functie verbinden....................55
16.3 Apparaat met WLAN-thuis-
netwerk (WiFi) zonder WPS-
functie verbinden....................55
16.4 Apparaat met de Home
Connect app verbinden..........56
16.5 Apparaat met de ener-
giemanager verbinden ...........56
16.6 WiFi op het apparaat acti-
veren.......................................57
16.7 WiFi op het apparaat deac-
tiveren.....................................58
16.8 Software update .....................58
16.9 Netwerkinstellingen van het
apparaat resetten ...................58
16.10 Afstandsdiagnose.................58
16.11 Bescherming persoonsge-
gevens ..................................58
17 Basisinstellingen .....................59
17.1 Overzicht over de basisin-
stellingen ................................59
17.2 Basisinstellingen wijzigen.......60
18 Reiniging en onderhoud ..........61
18.1 Tips voor onderhoud van
het toestel...............................61
18.2 Trommel reinigen ...................61
18.3 Schoonmaken van de was-
middellade..............................61
18.4 Ontkalken ...............................63
18.5 Afvoerpomp reinigen..............63
18.6 Inlaatopening in de rubber-
manchet reinigen....................66
18.7 Waterafvoerslang op de si-
fon reinigen ............................66
18.8 Zeef in de watertoevoer rei-
nigen.......................................67
19 Storingen verhelpen ................69
20 Transporteren, opslaan en
afvoeren....................................79
20.1 Apparaat demonteren ............79
20.2 Transportbeveiligingen
plaatsen..................................79
20.3 Apparaat opnieuw in ge-
bruik nemen ...........................80
20.4 Afvoeren van uw oude ap-
paraat .....................................80
21 Servicedienst............................81
21.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD) ...........81
21.2 AQUA-STOP-garantie .............81
22 Verbruikswaarden....................83
23 Technische gegevens..............84
24 Conformiteitsverklaring...........84
nl Veiligheid
4
1 Veiligheid
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht.
1.1 Algemene aanwijzingen
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Sluit het apparaat in geval van transportschade niet aan.
1.2 Bestemming van het apparaat
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ om wasmachinebestendig textiel en wol voor de handwas vol-
gens het onderhoudsetiket te wassen.
¡ met leidingwater en gangbare, voor de wasmachine geschikte
wasmiddelen en onderhoudsmiddelen.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡ tot een hoogte van 4000m boven zeeniveau.
1.3 Inperking van de gebruikers
Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin-
gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toe-
zicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het appa-
raat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd
door kinderen indien deze niet onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen tot 3jaar en huisdieren niet bij het appa-
raat kunnen komen.
Veiligheid nl
5
1.4 Veilige installatie
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het installeren van het
apparaat.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de ge-
gevens op het typeplaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften geïn-
stalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wis-
selstroom aansluiten.
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie moet
conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïnstalleerd.
De installatie moet zijn voorzien van een afdoende grote aderdi-
ameter.
Bij het gebruik van een aardlekschakelaar alleen een type met
het teken gebruiken.
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voeden, bij-
voorbeeld een tijdschakelaar of besturing op afstand.
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker van de
netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer vrije toegang
niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische installatie
een alpolige scheidingsinrichting volgens de installatievoor-
schriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het netsnoer
niet wordt afgeklemd of beschadigd.
Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of warm-
tebronnen in contact brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in con-
tact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane adap-
ters is gevaarlijk.
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebruiken.
nl Veiligheid
6
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de service-
dienst.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels ver-
oorzaken.
Het apparaat niet alleen optillen.
Als dit apparaat op ondeskundige wijze in een was-droogzuil
wordt opgesteld, kan het opgestelde apparaat naar beneden val-
len.
De droger uitsluitend met de verbindingset van de drogerfabri-
kant op een wasmachine stapelen Een andere plaatsingsmetho-
de is niet toegestaan.
Het apparaat niet in een was-droogzuil opstellen als de droger-
fabrikant geen passende verbindingsset aanbiedt.
Geen apparaten van verschillende fabrikanten en met verschil-
lende diepte en breedte in een was-droogzuil opstellen.
Geen was-droogzuil op een platform opstellen, de apparaten
kunnen kantelen.
WAARSCHUWING‒Kans op verstikking!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken en
hierin verstrikt raken en stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
VOORZICHTIG‒Kans op letsel!
Het apparaat kan tijdens het bedrijf trillen of bewegen.
Het apparaat op een schone, vlakke en stevige ondergrond op-
stellen.
Het apparaat middels de apparaatvoeten en een waterpas hori-
zontaal stellen.
Bij ondeskundig gelegde slangen en netaansluitleidingen bestaat
er struikelgevaar.
De slangen en aansluitkabels zodanig leggen dat men er niet
over kan struikelen.
Veiligheid nl
7
Wanneer het apparaat aan uitstekende onderdelen wordt ver-
plaatst, zoals bijvoorbeeld de vuldeur, dan kunnen de onderdelen
afbreken.
Het apparaat niet aan uitstekende onderdelen verplaatsen.
VOORZICHTIG‒Kans op snijden!
Scherpe randen aan het apparaat kunnen bij aanrakingen tot snij-
wonden leiden.
Het apparaat niet aan scherpe randen aanraken.
Veiligheidshandschoenen gebruiken bij installatie en transport
van het apparaat.
1.5 Veiliger gebruik
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is gevaar-
lijk.
Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het elektri-
citeitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het netsnoer
trekken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan direct
de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen of de ze-
kering in de meterkast uitschakelen en de kraan sluiten.
Neem contact op met de servicedienst. →Pagina81
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers ge-
bruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Kans op gevaar voor de gezondheid!
Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levensge-
vaar geraken.
Het apparaat niet opstellen achter een deur die het openen van
de apparaatdeur blokkeert of verhindert.
nl Veiligheid
8
Bij afgedankte apparaten de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact halen, daarna het netsnoer doorknippen en het slot
van de apparaatdeur dusdanig beschadigen, dat de apparaat-
deur niet langer sluit.
WAARSCHUWING‒Kans op verstikking!
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en hier-
door stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Kans op vergiftiging!
Was- en verzorgingsmiddelen kunnen bij inname tot vergiftigingen
leiden.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewa-
ren.
WAARSCHUWING‒Kans op explosie!
Wanneer wasgoed met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen
werd voorbehandeld, kan dit in het apparaat tot een explosie lei-
den.
Voorbehandeld wasgoed voor het wassen grondig met water
spoelen.
VOORZICHTIG‒Kans op letsel!
Bij het op het apparaat klimmen of klauteren kan de afdekplaat
breken.
Niet op het apparaat klimmen of klauteren.
Bij het zitten of leunen op de geopende deur kan het apparaat
kantelen.
Niet op de apparaatdeur zitten of leunen.
Geen voorwerpen op de apparaatdeur plaatsen.
Grijpen in de draaiende trommel kan tot letsel aan de handen lei-
den.
Wacht tot de trommel volledig stil staat voordat u met uw hand
in de trommel grijpt.
Veiligheid nl
9
VOORZICHTIG‒Kans op brandwonden!
Het glas van de apparaat deur wordt heet bij het wassen met ho-
ge temperaturen.
Raak de hete apparaatdeur niet aan.
Houd kinderen uit de buurt van de hete apparaatdeur.
VOORZICHTIG‒Kans op brandwonden!
Het sop wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
Raak het hete sop niet aan.
VOORZICHTIG‒Kans op chemische brandwonden!
Bij het openen van de wasmiddellade kunnen wasmiddel en ver-
zorgingsmiddel uit het apparaat spatten. Contact met ogen of huid
kan tot irritaties leiden.
Bij contact met wasmiddelen of verzorgingsmiddelen de ogen
of de huid grondig spoelen met schoon water.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewa-
ren.
1.6 Veilige reiniging en onderhoud
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het reinigen en onder-
houden van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden ge-
bruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het
ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant,
de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon.
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers ge-
bruiken om het apparaat te reinigen.
nl Veiligheid
10
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Het gebruiken van niet originele reserveonderdelen en niet origi-
nele accessoires is gevaarlijk.
Gebruik uitsluitend originele reserve-onderdelen en originele ac-
cessoires van de fabrikant.
WAARSCHUWING‒Kans op vergiftiging!
Bij het gebruik van oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen kun-
nen giftige dampen ontstaan.
Geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
Materiële schade vermijden nl
11
Materiële schade vermijden
2 Materiële schade ver-
mijden
Materiële schade vermijden
Houd deze aanwijzing aan om materi-
ële schade en schade aan het appa-
raat te vermijden.
LET OP!
Een verkeerde dosering van wasver-
zachters, wasmiddelen, verzorgings-
middelen en reinigingsmiddelen kan
de werking van het apparaat beïn-
vloeden.
De doseeraanbevelingen van de
fabrikant aanhouden.
Het overschrijden van de maximale
beladingshoeveelheid heeft invloed
op de werking van het apparaat.
De maximale beladingshoeveel-
heid →Pagina31 voor elk pro-
gramma aanhouden en niet over-
schrijden.
Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet
verwijderde transportbeveiligingen
kunnen leiden tot materiële schade
en schade aan het apparaat.
Voor inbedrijfstelling alle transport-
beveiligingen volledig verwijderen
en bewaren.
Voor elk transport alle transportbe-
veiligingen volledig inbouwen, om
transportschade te vermijden.
De ondeskundige aansluiting van de
watertoevoerslang kan tot materiële
schade leiden.
De schroefverbindingen aan de
watertoevoer handvast aantrekken.
De watertoevoerslang het best di-
rect zonder bijkomende verbin-
dingselementen, zoals adapter,
verlengstuk, ventiel of dergelijke
op de waterkraan aansluiten.
Erop letten dat de ventielbehuizing
van de watertoevoerslang contact-
vrij met de omgeving is ingebouwd
en niet aan externe krachtinwer-
king is blootgesteld.
Erop letten dat de binnendiameter
van de waterkraan minstens 17
mm bedraagt.
Erop letten dat de lengte van de
schroefdraad aan de aansluiting
naar de waterkraan minstens 10
mm bedraagt.
Een te lage of te hoge waterdruk kan
de apparaatfunctie hinderen.
Zorg ervoor dat de waterdruk aan
de watervoorzieningsinstallatie mi-
nimaal 100kPa (1 bar) en maxi-
maal 1000kPa (10bar) bedraagt.
Wanneer de waterdruk de aange-
geven maximale waarde over-
schrijdt, dan moet een reduceer-
ventiel tussen de drinkwateraan-
sluiting en de slangenset van het
apparaat worden geïnstalleerd.
Het apparaat niet op de meng-
kraan van een drukloze geiser of
boiler aansluiten.
Veranderde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële schade
en schade aan het apparaat leiden.
Nooit waterslangen knikken, knel-
len, veranderen of doorsnijden.
Alleen meegeleverde waterslangen
of originele reserveslangen gebrui-
ken.
Nooit gebruikte waterslangen her-
gebruiken.
Het gebruik van het apparaat met
vervuild of te heet water kan materië-
le schade veroorzaken.
Het apparat uitsluitend met koud
leidingwater gebruiken.
Ongeschikte reinigingsmiddelen kun-
nen de oppervlakken van het appa-
raat beschadigen.
Geen scherpe of schurende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
Geen harde schuur- of afwas-
sponsjes gebruiken.
nl Milieubescherming en besparing
12
Het apparaat uitsluitend reinigen
met water en een zachte, vochtige
doek.
Bij contact met het apparaat direct
alle wasmiddelresten, sproeinevel-
resten of restanten verwijderen.
Milieubescherming en besparing
3 Milieubescherming en
besparing
Milieubescherming en besparing
3.1 Afvoeren van de verpak-
king
De verpakkingsmaterialen zijn milieu-
vriendelijk en kunnen worden herge-
bruikt.
De afzonderlijke componenten op
soort gescheiden afvoeren.
3.2 Zuinig met energie en
hulpbronnen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver-
bruikt uw apparaat minder stroom en
water.
Programma's met lage temperaturen
en langere wastijden gebruiken en
de maximale beladingscapaciteit
→Pagina31 gebruiken.
a
Het energieverbruik en het water-
verbruik zijn het efficiëntst.
Zuinige programma-instelling gebrui-
ken.
a
Wanneer u de programma-instel-
lingen voor een programma aan-
past, dan toont het display het te
verwachten verbruik.
Wasmiddel overeenkomstig de mate
van verontreiniging van het wasgoed
doseren →Pagina48.
a
Voor een lichte tot normale mate
van verontreiniging is een geringe
hoeveelheid wasmiddel voldoen-
de. Houd het doseeradvies van de
fabrikant van het wasmiddel aan.
Wastemperatuur bij licht en normaal
verontreinigd wasgoed reduceren.
a
Bij lage temperaturen verbruikt het
apparaat weinig energie. Voor een
lichte tot normale verontreiniging
zijn ook lagere temperaturen dan
op het verzorgingslabel vermeld
afdoende.
Maximaal toerental instellen, wan-
neer het wasgoed aansluitend in de
wasdroger gedroogd moet worden.
a
Droger wasgoed verkort de pro-
grammaduur bij het drogen en ver-
laagt het energieverbruik. Met een
hoger centrifugetoerental vermin-
dert de restvochtigheid in de was
en het volume van het centrifuge-
ren verhoogt.
Wasgoed zonder voorwas wassen.
a
Het wassen met voorwas verlengt
de programmaduur en verhoogt
het energie- en waterverbruik.
Het apparaat beschikt over een bela-
dingsautomaat.
a
De beladingsautomaat past het
waterverbruik en de programma-
duur optimaal aan de textielsoort
en de beladingscapaciteit aan.
Opstellen en aansluiten nl
13
Het apparaat beschikt over een
aquasensor.
a
De aquasensor controleert tijdens
het spoelen de troebelheid van het
spoelwater en past de duur en het
aantal spoelcycli overeenkomstig
aan.
3.3 Energiebesparingsmodus
Wanneer u het apparaat langere tijd
niet bediend, dan schakelt het appa-
raat automatisch naar de energiebe-
spaarstand. Alle aanwijzingen ver-
dwijnen en Start/Bijvullen knip-
pert.
De energiebespaarmodus wordt af-
gesloten, wanneer u het apparaat op-
nieuw bedient, bijv. de deur opent of
sluit.
Wanneer u het apparaat in de ener-
giebespaarmodus langere tijd niet
bediend, dan schakelt het apparaat
automatisch uit.
Opmerking:Het apparaat schakelt
niet automatisch uit, wanneer WiFi is
geactiveerd.
Opstellen en aansluiten
4 Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
4.1 Apparaat uitpakken
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
LET OP!
Voorwerpen die in de trommel ach-
terblijven, en die niet voor het gebruik
van het apparaat bedoeld zijn, kun-
nen tot materiële- en apparaatschade
leiden.
Voor gebruik alle deze voorwerpen
en de meegeleverde accessoires
uit de trommel verwijderen.
1. Verpakkingsmateriaal en bescher-
ming volledig van het apparaat
verwijderen.
Voor de milieuvriendelijke afvoer
van het verpakkingsmateriaal dient
u de informatie over het onderwerp
→"Afvoeren van de verpakking",
Pagina12 in acht te nemen.
2. Controleer het apparaat op zicht-
bare beschadigingen.
3. De deur openen.
→"De Bediening in essentie",
Pagina49
4. De accessoires uit de trommel ver-
wijderen.
5. De deur sluiten.
nl Opstellen en aansluiten
14
4.2 Inhoud van de verpakking
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledig-
heid van de levering.
1 2 3 4
1
Wasmachine
2
Begeleidende documenten
3
Bochtstuk voor het bevesti-
gen van de waterafvoerslang
4
Afdekkapjes
4.3 Vereisten ten aanzien van
de opstelplaats
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
WAARSCHUWING
Kans op elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoeren-
de delen. Het aanraken van span-
ningsvoerende delen is gevaarlijk.
Gebruik het apparaat niet zonder
afdekplaat.
WAARSCHUWING
Kans op letsel!
Bij gebruik op een sokkel kan het ap-
paraat kantelen.
De apparaatvoeten voor inbedrijf-
stelling op een sokkel absoluut
met de bevestigingen
→Pagina44 van de fabrikant be-
vestigen.
Opstellen en aansluiten nl
15
LET OP!
Wanneer het apparaat in vorstgevaar-
lijke zones of buiten wordt opgesteld,
dan kan bevroren restwater het appa-
raat beschadigen en bevroren slan-
gen kunnen scheuren of barsten.
Het apparaat niet op vorstgevoeli-
ge plaatsen of buiten plaatsen en
gebruiken.
Het apparaat werd voor het verlaten
van de fabriek aan een functietest on-
derworpen en kan restwater bevatten.
Dit restwater kan lekken als het ap-
paraat meer dan 40° wordt gekan-
teld.
Het apparaat voorzichtig kantelen.
Opstelplaats Eisen
Op een sokkel Het apparaat met
borglippen
→Pagina44
bevestigen.
Op een vloer met
houten balken
Het apparaat op
een waterbesten-
dige houten plaat
plaatsen, welke
vast met vloer is
geschroefd. De
houten plaat
moet minimaal
30 mm dik zijn.
In een keuken ¡ Een nisbreedte
van 60cm is
noodzakelijk.
¡ Het apparaat
alleen onder
een doorlo-
pend werkblad
plaats, welke
vast met de
naastliggende
kast is verbon-
den.
Opstelplaats Eisen
Aan een wand Geen slangen
tussen wand en
apparaat inklem-
men.
4.4 Transportbeveiligingen
verwijderen
Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen aan de achter-
zijde van het apparaat geborgd.
Opmerkingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp veiligheid →Pagina4 en
materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw appa-
raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Bewaar de transportbeveiligingen,
de bouten en hulzen voor een toe-
komstig transport →Pagina79.
1. De slangen uit de houders trekken.
nl Opstellen en aansluiten
16
2. Alle bouten van de 4 transportbe-
veiligingen met een steeksleutel
SW13 losmaken en verwijderen
⁠.
3. De netaansluitkabel uit de houder
trekken.
4. De 4 hulzen verwijderen.
5. De 4 afdekkappen plaatsen.
6. De 4 afdekkappen naar beneden
duwen.
4.5 Transportverstevigingen
verwijderen
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
Opstellen en aansluiten nl
17
1. De schroeven van de verticale
transportverstevigingen met een
schroevendraaier T20 losdraaien
en verwijderen.
2. De transportverstevigingen verwij-
deren.
3. De schroeven van de horizontale
transportversteviging met een
schroevendraaier T20 losdraaien
en verwijderen.
4. De transportversteviging verwijde-
ren.
4.6 Apparaat aansluiten
Watertoevoerslang aansluiten
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
WAARSCHUWING
Kans op elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoeren-
de delen. Het aanraken van span-
ningsvoerende delen is gevaarlijk.
De elektrische Aquastop afsluiter
niet in water onderdompelen.
1. De watertoevoerslang op de kraan
(26,4 mm = 3/4") aansluiten.
¾˝
min.
min.
10 mm
17 mm
¾˝
min.
10 mm
nl Opstellen en aansluiten
18
2. De kraan voorzichtig openen en
controleren of de aansluitingen
dicht zijn.
Aansluitsoorten waterafvoer
De informatie helpt u dit apparaat op
de waterafvoer aan te sluiten.
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
LET OP!
Bij het afpompen staat de wateraf-
voerslang onder druk en kan van de
geïnstalleerde aansluitpositie losra-
ken.
De waterafvoerslang tegen onbe-
doeld losraken borgen.
Opmerking:Neem de afpomphoog-
tes in acht.
De maximale afpomphoogte be-
draagt 100cm.
Afvoer in een si-
fon
De aansluitposi-
tie met een
slangklem
(24-40 mm) bor-
gen.
Afvoer in een
wastafel
De wateraf-
voerslang met
een bochtstuk
bevestigen en
borgen.
Afvoer in en
kunststof stand-
pijp met rubbe-
ren mof of in een
afvoerputje.
De wateraf-
voerslang met
een bochtstuk
bevestigen en
borgen.
4.7 Stellen van het apparaat
Om geluiden en trillingen te reduce-
ren en het wandelen van het appa-
raat te vermijden, stelt u het apparaat
horizontaal.
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 losdraaien.
Opstellen en aansluiten nl
19
2. Om het apparaat te stellen, aan de
apparaatvoetjes draaien. De hori-
zontale afstelling van het apparaat
met waterpas controleren.
Alle apparaatvoeten moeten stevig
op de grond staan.
3. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 handvast tegen de
behuizing aantrekken.
Het apparaatvoetje daarbij vast-
houden en niet in de hoogte ver-
stellen.
4.8 Apparaat elektrisch aan-
sluiten
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een
stopcontact in de omgeving van
het apparaat steken.
De aansluitgegevens van het ap-
paraat vindt u in de technische ge-
gevens →Pagina84.
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.
nl Uw apparaat leren kennen
20
Uw apparaat leren kennen
5 Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren kennen
5.1 Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat.
1
2
4 73
5
9
8
8
6
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de afbeelding verschillen,
bijv. de kleur en de vorm.
1
Serviceklep en pomp
→Pagina63
2
Deur
3
Wasmiddellade →Pagina21
4
Bedieningselementen
→Pagina21
5
Waterafvoerslang
→Pagina18
6
Transportverstevigingen
→Pagina16
7
Netaansluitkabel →Pagina19
8
Transportbeveiligingen
→Pagina15
9
Watertoevoerslang
→Pagina17
Uw apparaat leren kennen nl
21
5.2 Wasmiddellade
2 31
1
Compartiment voor handmati-
ge dosering
2
/ : Doseerreservoir voor
wasverzachter of wasmiddel
3
: Doseerreservoir voor was-
middel
5.3 Bedieningselementen
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en infor-
matie krijgen over de gebruikstoestand.
2
4
3
1 1
3
1
Programma's →Pagina31
2
Programmakiezer
→Pagina49
3
Toetsen →Pagina27
4
Display →Pagina23
5.4 Bedieningslogica
Behalve de eigenlijke functies van de
buttons op het display kunt u met be-
hulp van deze buttons ook program-
ma-instellingen in het hoofdmenu en
nl Uw apparaat leren kennen
22
instellingen in de submenu's selecte-
ren. De buttons zijn dan door symbo-
len op het display aangegeven.
Hoofdmenu
Om programma-instellingen te kie-
zen, drukt u op de buttons boven of
onder de symbolen.
De geselecteerde programma-instel-
ling wordt in het midden van het dis-
play weergegeven.
Submenu
Om instellingen te selecteren, drukt u
op de buttons onder de symbolen,
tot de gewenste instelling op het dis-
play is geselecteerd.
Om instellingen te selecteren, drukt u
op de buttons onder de symbolen,
tot de gewenste instelling op het dis-
play is geselecteerd.
Wanneer een instelling is geacti-
veerd, toont het display . De selec-
tie hoeft niet opnieuw te worden be-
vestigd.
Het submenu sluit automatisch na
enkele seconden.
Display nl
23
Display
6 Display
Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden, keuzemogelijkheden of aanwij-
zingsteksten.
Voorbeeld display-indicatie
Indicatie Benaming Beschrijving
0:40 h
1
Programmaduur /
resterende tijd van
het programma
Ongevere verwachte programmaduur of
resterende tijd van het programma.
10 h
1
Klaar in tijd Het programma-einde werd vastgelegd en
de resterende uren worden aangegeven.
→"Toetsen", Pagina28
10 kg
1
Aanbevolen lading Maximale beladingshoeveelheid voor het
ingestelde programma in kg.
0 - 1600 Centrifugetoeren-
tal
Ingestelde centrifugetoerental in omw/min.
→"Toetsen", Pagina28
0: zonder centrifugeren, alleen afpompen
- 90 °C Temperatuur Ingestelde temperatuur in °C.
→"Toetsen", Pagina28
(koud)
Navigatie Instellingen kiezen.
→"Bedieningslogica", Pagina21
Overige program-
ma-instellingen
Overige programma-instellingen activeren,
deactiveren of aanpassen.
→"Toetsen", Pagina29
1
Voorbeeld
nl Display
24
Indicatie Benaming Beschrijving
Programma op-
slaan
overige program-
ma’s
Een programma opslaan →Pagina50.
Overige programma's →Pagina49 in-
stellen.
Kinderslot ¡ brandt: het kinderslot is geactiveerd.
¡ knippert: het kinderslot is geactiveerd
en de programmakiezer werd ver-
draaid.
→"Kinderslot deactiveren", Pagina53
Licht strijken / an-
tikreuk
De anti-kreuk-functie is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina30
Extra spoelen Extra spoelcycli zijn geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina29
Voorwas De voorwas is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina29
Extra water Wassen met meer water is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina30
Spoelstop Spoelstop is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina29
Stille was Stiller wassen is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina30
Babyvoeding De vlekkensoort is geactiveerd.
Bloed De vlekkensoort is geactiveerd.
ei De vlekkensoort is geactiveerd.
Aardbeien De vlekkensoort is geactiveerd.
Aarde en zand De vlekkensoort is geactiveerd.
Gras De vlekkensoort is geactiveerd.
Koffie De vlekkensoort is geactiveerd.
Cosmetica De vlekkensoort is geactiveerd.
Sinaasappel De vlekkensoort is geactiveerd.
Rode wijn De vlekkensoort is geactiveerd.
Chocolade De vlekkensoort is geactiveerd.
Zweet De vlekkensoort is geactiveerd.
Sokkenvuil De vlekkensoort is geactiveerd.
Boter/slaolie De vlekkensoort is geactiveerd.
Thee De vlekkensoort is geactiveerd.
Tomaten De vlekkensoort is geactiveerd.
1
Voorbeeld
Display nl
25
Indicatie Benaming Beschrijving
Energieverbruik Energieverbruik voor het ingestelde pro-
gramma.
¡ : lager energieverbruik
¡ : hoger energieverbruik
Waterverbruik Waterverbruik voor het ingestelde pro-
gramma.
¡ : lager waterverbruik
¡ : hoger waterverbruik
Star op afstand De start op afstand is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina28
Wi-Fi ¡ brandt: het apparaat is met het thuisnet-
werk verbonden.
¡ knippert: het apparaat probeert verbin-
ding te maken met het thuisnetwerk.
→"HomeConnect ", Pagina54
Wi-Fi Het apparaat is niet verbonden met het
thuisnetwerk.
→"HomeConnect ", Pagina54
Energiemanager Het apparaat is met het Smart Energy Sy-
stem (energiemanager) verbonden.
→"Apparaat met de energiemanager ver-
binden", Pagina56
Doseerbakje voor
vloeibaar wasmid-
del
¡ brandt: het intelligente doseersysteem
voor vloeibaar wasmiddel is geacti-
veerd.
¡ knippert: het minimale vulpeil van het
doseerbakje is onderschreden.
→"Intelligent doseersysteem",
Pagina53
(Vloeibaar wasmiddel)
Doseerbakje voor
vloeibaar wasmid-
del of wasverzach-
ter.
¡ brandt: het intelligente doseersysteem
voor vloeibaar wasmiddel of wasver-
zachter is geactiveerd.
¡ knippert: het minimale vulpeil van het
doseerbakje is onderschreden.
→"Intelligent doseersysteem",
Pagina53
(Vloeibaar wasmiddel)
( Wasverzachter)
1
Voorbeeld
nl Display
26
Indicatie Benaming Beschrijving
Dosering:_ 50
%
1
Doseeradvies Doseeraanbeveling voor wasmiddel, wan-
neer de intelligente dosering is gedeacti-
veerd.
→"Wasmiddeldosering", Pagina48
Opmerking:Het doseeradvies geeft aan,
welke beladingshoeveelheid voor de was-
middeldosering moet worden aangeno-
men. De procentuele waarde is geba-
seerd op de maximale beladingshoeveel-
heid van het programma.
1
Voorbeeld
Toetsen nl
27
Toetsen
7 Toetsen
Toetsen
Met de button Opties opent u het submenu voor verdere programma-instellin-
gen. De overige programma-instellingen zijn in het overzicht voor de buttons
vermeld.
De selectie van de programma-instellingen is afhankelijk van het ingestelde
programma. De selectiemogelijkheden voor elk programma ziet u in het over-
zicht voor
→"Programma's", Pagina31.
Toets Keuze Beschrijving
Start/Bijvullen ¡ starten
¡ annuleren
¡ pauzeren
Programma starten, annuleren of pau-
zeren.
SpeedPerfect ¡ activeren
¡ Deactiveren
Wassen met verkorte tijdsduur active-
ren of deactiveren.
Opmerking:Het energieverbruik
wordt hoger.
Het wasresultaat wordt daardoor niet
beïnvloed.
Intensief plus ¡ activeren
¡ deactiveren
Wassen met verlengde tijdsduur acti-
veren of deactiveren.
De programmaduur wordt tot wel 30
minuten verlengd.
Geschikt voor sterk verontreinigd was-
goed.
⁠Vlekken Meervoudige se-
lectie
De vlekkensoort kiezen.
De temperatuur, de trommelbeweging
en de inweektijd worden aan de vlek-
kensoort aangepast.
⁠i-DOS ¡ activeren
¡ deactiveren
¡ Inhoud van het
doseerreservoir
¡ Basisdoseer-
hoeveelheid
Wanneer u de button kort indrukt, acti-
veert of deactiveert u het intelligente
doseersysteem voor wasverzachter
of vloeibaar wasmiddel .
Wanneer u de button ca. 3 s indrukt,
opent u de basisinstellingen en kunt u
de inhoud of de basisdoseerhoeveel-
heid instellen.
→"Overzicht over de basisinstellin-
gen", Pagina59
→"Intelligent doseersysteem",
Pagina53
nl Toetsen
28
Toets Keuze Beschrijving
Klaar in 1 - 24 uur Het programma-einde vastleggen.
De programmaduur is reeds in het in-
gestelde aantal uren inbegrepen.
Na de start van het programma wordt
de programmaduur weergegeven.
Temp. °C (Tempe-
ratuur selectie)
- 90 °C De temperatuur in °C aanpassen.
Centrifugeren 0 - 1600 omw/
min
Het centrifugetoerental aanpassen of
het centrifugeren deactiveren.
Met de selectie 0 wordt het water af-
gepompt en het centrifugeren aan het
einde van de wascyclus gedeacti-
veerd. Het wasgoed blijft nat in de
trommel liggen.
(netschakelaar) ¡ Inschakelen
¡ Uitschakelen
Het apparaat in- of uitschakelen.
⁠Starten op af-
stand
¡ activeren
¡ deactiveren
¡ HomeConnect
Menu openen
Wanneer u op de button druk, wordt
het apparaat voor het starten op af-
stand via de HomeConnect app vrij-
gegeven
Wanneer u de button ca. 3s indrukt,
opent het HomeConnect menu.
Opmerkingen
¡ De start op afstand kan vanwege
veiligheidsredenen onder de vol-
gende condities niet worden geacti-
veerd:
De deur is open.
De wasmiddellade is niet volledig
dichtgeschoven.
¡ De start op afstand wordt vanwege
veiligheidsredenen onder de vol-
gende omstandigheden gedeacti-
veerd:
De deur openen.
Start/Bijvullen indrukken.
⁠Starten op afstand indrukken.
Het apparaat uitschakelen.
Na een stroomonderbreking.
Toetsen nl
29
Toets Keuze Beschrijving
Kinderbeveiliging
3 sec.
¡ activeren
¡ deactiveren
Het kinderslot activeren of deactive-
ren.
De bedieningspanelen tegen per on-
geluk bedienen beveiligen.
Werd het kinderslot geactiveerd en
het apparaat uitgeschakeld, dan blijft
het kinderslot geactiveerd.
→"Kinderslot", Pagina53
Instellingen 3 sec. Basisinstellingen
→Pagina59
Basisinstellingen van het apparaat wij-
zigen.
→"Basisinstellingen wijzigen",
Pagina60
Opties Meervoudige se-
lectie
Overige programma-instellingen acti-
veren.
→"Overige programma-instellingen
aanpassen", Pagina50
Overige programma-instellingen vindt
u in dit overzicht.
Voorwas ¡ activeren
¡ deactiveren
Voorwas activeren of deactiveren, bijv.
voor het wassen van sterk verontrei-
nigd wasgoed.
Opmerking:Wanneer het intelligente
doseersysteem is geactiveerd, dan
wordt het wasmiddel automatisch voor
de voorwas en de hoofdwas gedo-
seerd.
Wanneer het intelligente doseersys-
teem is gedeactiveerd, doe dan het
wasmiddel voor de voorwas direct in
de trommel.
Extra spoelen ¡ activeren
¡ deactiveren
Tot drie extra spoelcycli activeren of
deactiveren.
Aanbevolen bij bijzonder gevoelige
huid of in gebieden met heel zacht
water.
Spoelstop ¡ activeren
¡ deactiveren
Centrifugeren en afpompen aan het
einde van de wascyclus activeren of
deactiveren.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel-
cyclus in het water liggen.
→"Programma bij spoelstop hervat-
ten", Pagina52
nl Toetsen
30
Toets Keuze Beschrijving
Stille was ¡ activeren
¡ deactiveren
Stil wassen activeren of deactiveren,
bijv. voor 's nachts wassen.
Het signaal aan het einde van het pro-
gramma is gedeactiveerd en het eind-
centrifugetoerental wordt geredu-
ceerd.
Extra water ¡ activeren
¡ deactiveren
Wassen met meer water.
Aanbevolen bij bijzonder gevoelige
huid en voor de voorzichtigere behan-
deling van het wasgoed.
Anti-kreuk ¡ activeren
¡ deactiveren
Wassen met minder kreuk activeren of
deactiveren.
Om kreukvorming in het wasgoed te
reduceren, wordt het centrifugeproces
en het centrifugetoerental aangepast.
Het wasgoed is na het wassen zo
vochtig, dat deze aan de waslijn goed
uithangt.
Programma's nl
31
Programma's
8 Programma's
Programma's
Hier vindt u een overzicht van de programma's. U krijgt informatie over de belading en de instelbare program-
mamogelijkheden.
Tip:De verzorgingslabels van het wasgoed geven u extra aanwijzingen voor de programmakeuze.
→"Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels", Pagina46
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Katoen Stevig textiel van katoen,
linnen of gemengde
weefsels wassen.
Ook geschikt als verkort
programma voor nor-
maal vervuild wasgoed
als u SpeedPerfect acti-
veert. Is SpeedPerfect
geactiveerd, dan wordt
de maximale beladings-
hoeveelheid geredu-
ceerd tot 5kg.
10
90
1600
1
Programma-instellingen
nl Programma's
32
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Katoen kleur Stevig textiel van katoen,
linnen of gemengde
weefsels wassen.
Energiebesparend pro-
gramma.
Opmerking:Om energie
te besparen kan de
daadwerkelijke wastem-
peratuur afwijken van de
ingestelde temperatuur.
De wasresultaat is con-
form de wettelijke vereis-
ten.
10
90
1600
Eco40-60 Textiel van katoen, linnen
en gemengde weefsels
wassen.
Opmerking:Textiel dat
volgens het onderhouds-
symbool met 40 °C
10
1600
1
Programma-instellingen
Programma's nl
33
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
tot 60 °C wasbaar is,
kan samen worden ge-
wassen.
Het wasresultaat komt
overeen met de best mo-
gelijke wasresultaatklas-
se en is conform de wet-
telijke voorschriften.
Voor dit programma
wordt de wastempera-
tuur automatisch afhan-
kelijk van de beladings-
capaciteit aangepast om
een optimale energie-effi-
ciëntie bij een zo goed
mogelijk wasresultaat te
bereiken. De wastempe-
ratuur kan niet worden
gewijzigd.
1
Programma-instellingen
nl Programma's
34
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Kreukher-
stellend
Textiel van synthetisch
en gemengd weefsels
wassen.
4
60
1200
Snel/Mix Textiel van katoen, lin-
nen, synthetisch materi-
aal en gemengde weef-
sels wassen.
Geschikt voor licht ver-
ontreinigd wasgoed.
4
60
1600
Delicaat/Zij-
de
Gevoelig, wasbaar textiel
van zijde, viscose en
synthetische stof was-
sen.
Gebruik een wasmiddel
voor fijne was of zijde.
Opmerking:Was bijzon-
der gevoelig textiel of
textiel met haken, ogen
of beugels in een wasne-
tje.
2
40
800
1
Programma-instellingen
Programma's nl
35
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Wol Met de hand of in de ma-
chine wasbaar textiel van
wol of met en groot wol-
aandeel wassen.
Om krimp van het was-
goed te vermijden, be-
weegt de trommel met
textiel bijzonder voorzich-
tig met lange pauzes.
Gebruik een wasmiddel
voor wol.
2
40
800
...overige Overige programma's in-
stellen.
De overige programma's
vindt u in dit programma-
overzicht.
1
Programma-instellingen
nl Programma's
36
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Welke programma-instel-
lingen geselecteerd kun-
nen worden is afhankelijk
van het ingestelde pro-
gramma.
Afpompen Water afpompen, bijv. na
het afbreken van een
programma.
Gebruik geen wasver-
zachter.
1600
Spoelen Spoelen met aansluitend
centrifugeren en afpom-
pen van het water.
1600
Centrifuge-
ren
Centrifugeren en water
afpompen.
Gebruik geen wasver-
zachter.
1600
1
Programma-instellingen
Programma's nl
37
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Auto Stevig textiel van katoen,
synthetische en gemeng-
de weefsels wassen.
Mate van verontreiniging
en soort textiel worden
automatisch herkend.
Het wasproces wordt
aangepast.
6
1400
Auto deli-
caat
Gevoelig textiel van ka-
toen, synthetisch materi-
aal en gemengde weef-
sels wassen.
Voorzichtige wasbehan-
deling.
Mate van verontreiniging
en soort textiel worden
automatisch herkend.
Het wasproces wordt
aangepast.
3,5
1000
1
Programma-instellingen
nl Programma's
38
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Jeans/Don-
kere was
Donker en kleurintensief
textiel van katoen en
kreukherstellend textiel,
bijv. jeans wassen.
Was het wasgoed bin-
nenste buiten.
Gebruik een vloeibaar
wasmiddel.
4
40
1200
Trommel rei-
nigen
Reiniging en onderhoud
van de trommel.
Gebruik het programma
in de volgende gevallen:
¡ voor het eerste ge-
bruik
¡ bij frequent wassen
met een wastempera-
tuur van 40°C en la-
ger,
¡ na lange afwezigheid
1200
1
Programma-instellingen
Programma's nl
39
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Gebruik een poederwas-
middel of een bleekmid-
delhoudend wasmiddel.
Halveer de hoeveelheid
wasmiddel om schuim-
vorming te vermijden.
Gebruik geen wasver-
zachter.
Gebruik geen wol-, fijn-
of vloeibaar wasmiddel.
Opmerking:Wanneer u
langere tijd geen pro-
gramma met 60 °C of
hogere temperatuur heeft
gebruikt, knippert de in-
dicatie voor de trommel-
reiniging ter herinnering.
1
Programma-instellingen
nl Programma's
40
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Memory Sla een gewenst pro-
gramma en de individue-
le programma-instellin-
gen op.
Welke programma-instel-
lingen geselecteerd kun-
nen worden is afhankelijk
van het ingestelde pro-
gramma.
Allergie plus Stevig textiel van katoen,
linnen of gemengde
weefsels wassen.
Geschikt voor mensen
met allergieën en bij ho-
ge hygiënische eisen.
Opmerking:Wanneer de
ingestelde temperatuur is
bereikt, dan blijft deze tij-
dens het gehele waspro-
ces constant.
60
1600
1
Programma-instellingen
Programma's nl
41
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Overhem-
den
Strijkvrije overhemden en
blouses van katoen, lin-
nen, synthetische en ge-
mengde stoffen wassen.
Tip:Om kreukvorming
van het wasgoed te ver-
mijden, activeert u Anti-
kreuk. Het wasgoed
wordt slechts kort gecen-
trifugeerd en kan druip-
nat worden uitgenomen.
Hang de shirts en blou-
ses druipnat op, zodat ze
kunnen uithangen.
Opmerking:Was over-
hemden en blouses van
zijde of gevoelige materi-
alen met programma De-
licaat/Zijde.
2
60
800
1
Programma-instellingen
nl Programma's
42
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
Sport Sporttextiel en vrijetijds-
textiel van synthetisch,
microvezel en fleece
wassen.
Gebruik een wasmiddel
voor sporttextiel.
Gebruik geen wasver-
zachter.
Tip:Was sterk verontrei-
nigd wasgoed met pro-
gramma Kreukherstel-
lend.
2
40
800
Extra Snel
15'/30'
Textiel van katoen, syn-
thetisch materiaal en ge-
mengde weefsels was-
sen.
Kort programma voor
licht verontreinigde klei-
ne stukken wasgoed.
4
40
1200
1
Programma-instellingen
Programma's nl
43
Programma Beschrijving
max. belading (kg)
Programma-instellingen
max. temperatuur (°C)
max. centrifugetoe-
rental (omw/min)
1
SpeedPerfect
⁠Vlekken
Extra spoelen
Spoelstop
Voorwas
Stille was
Extra water
Anti-kreuk
⁠i-DOS
⁠i-DOS
Intensief plus
De programmaduur be-
draagt ca. 30 minuten.
Wilt u de programma-
duur tot 15 minuten in-
korten, activeer dan
SpeedPerfect. De maxi-
male beladingshoeveel-
heid wordt tot 2 kg ver-
laagd.
1
Programma-instellingen
nl Accessoires
44
Accessoires
9 Accessoires
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het apparaat afgestemd.
Gebruik Bestelnummer
Verlenging watertoe-
voerslang
Koudwater- of Aquastop-
watertoevoerslang ver-
lengen (2,50 m).
WMZ2381
Bevestigingsbeugels Stevige stand van het
apparaat verbeteren.
WMZ2200
Voor het eerste gebruik
10 Voor het eerste
gebruik
Voor het eerste gebruik
Bereid het apparaat voor voor het ge-
bruik.
10.1 Wascyclus zonder was-
goed starten
Uw apparaat werd voor het verlaten
van de fabriek grondig gecontro-
leerd. Om eventueel restwater te ver-
wijderen, wast u de eerste keer zon-
der wasgoed.
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op .
Het inschakelen van het apparaat
kan enkele seconden duren.
2. Het programma Trommel reinigen
instellen.
3. De deur sluiten.
4. De wasmiddellade uittrekken.
Wasgoed nl
45
5. Het poederwasmiddel in het com-
partiment voor de handmatige do-
sering doen.
Gebruik om schuimvorming te ver-
mijden, slechts de helft van de
door de wasmiddelfabrikant aan-
bevolen hoeveelheid voor lichte
verontreiniging. Gebruik geen wol-
of fijnwasmiddel.
6. De wasmiddellade erin schuiven.
7. Druk op Start/Bijvullen om het
programma te starten.
a Het display toont de resterende
programmaduur.
8. De eerste wascyclus starten of op
drukken om het apparaat uit te
schakelen.
→"De Bediening in essentie",
Pagina49
Wasgoed
11 Wasgoed
Wasgoed
11.1 Wasgoed voorbereiden
LET OP!
In het wasgoed achtergebleven voor-
werpen kunnen het wasgoed en de
trommel beschadigen.
Voor gebruik alle voorwerpen uit
de zakken van het wasgoed verwij-
deren.
Om uw apparaat en het wasgoed
te beschermen, bereidt u het was-
goed voor.
alle zakken legen
Zand uit alle omslagen en zak-
ken borstelen
Dekbedhoezen en kussenover-
trekken sluiten
alle ritssluitingen, klittenbandslui-
tingen, haken en ogen sluiten
Stoffen riemen of banden bij el-
kaar binden of een wasnetje ge-
bruiken.
Gordijnrollers en loodveters ver-
wijderen of een wasnetje gebrui-
ken
voor kleine stukken wasgoed,
bijv. kindersokken een wasnetje
gebruiken
Was uit elkaar vouwen en los
maken
grote en kleine stukken was-
goed door elkaar wassen
verse vlekken met zeepsop af-
deppen (niet wrijven)
sommige hardnekkige, inge-
droogde vlekken kunnen door
meerdere malen wassen worden
verwijderd
nl Wasgoed
46
11.2 Wasgoed sorteren
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
Om het wasresultaat te verbeteren
en verkleuringen te vermijden, sor-
teert u het wasgoed voor het was-
sen overeenkomstig de volgende
criteria.
Soort weefsel en soort vezel
witte was
bonte was
Was nieuwe bonte was de
eerste keer gescheiden van
ander wasgoed.
Verontreiniging →Pagina46
Verzorgingsaanwijzingen op ver-
zorgingslabels →Pagina46
11.3 Mate van verontreiniging
Mate van vervuiling Verontreiniging Voorbeelden
licht ¡ geen verontreinigingen
of vlekken zichtbaar
¡ Wasgoed heeft geuren
aangenomen
lichte zomerkleding of
sportkelding, die slechts
enkele uren is gedragen
normaal Verontreinigingen of lichte
vlekken zijn zichtbaar
¡ T-shirts, overhemden of
blouses zijn doorzweet,
of werden meerdere ma-
len gedragen
¡ Handdoeken of bedden-
goed, welke tot één
week is gebruikt
sterk Verontreinigingen of vlek-
ken zijn duidelijk zichtbaar
Theedoeken, babywas of
werkkleding
11.4 Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels
De symbolen verwijzen naar het aanbevolen programma en de getalen in de
symbolen naar de maximaal aanbevolen wastemperatuur.
Symbool Wasproces Aanbevolen programma
normaal Katoen
voorzichtig Kreukherst.
zeer voorzichtig Fijn/ zijde voor handwas
Handwas Wol
niet in de wasmachine wasbaar
Tip:Op www.ginetex.ch vindt u meer
informatie over verzorgingssymbolen.
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel nl
47
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
12 Wasmiddel en wasver-
zorgingsmiddel
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Met de juiste selectie en het gebruik
van wasmiddelen en verzorgingsmid-
delen beschermt u uw apparaat en
uw wasgoed. U kunt alle wasmidde-
len en verzorgingsmiddelen gebrui-
ken, die voor huishoudelijke wasma-
chines geschikt zijn.
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
Informatie van de fabrikant over ge-
bruik en dosering vindt u op de ver-
pakking.
Opmerkingen
¡ bij vloeibare wasmiddelen uitslui-
tend zelf stromende vloeibare was-
middelen gebruiken
¡ verschillende vloeibare wasmidde-
len niet mengen
¡ wasmiddel en wasverzachter niet
mengen
¡ Geen te lang bewaarde en sterk in-
gedikte producten gebruiken.
¡ geen oplosmiddelhoudende, bijten-
de of desinfecterende middelen,
bijv. bleekwater, gebruiken
¡ Verfstoffen met mate gebruiken,
zout kan RVS aantasten
¡ geen ontkleuringsmiddel in het ap-
paraat gebruiken
12.1 Wasmiddelaanbeveling
Wasmiddel Textiel Program-
ma
Temperatuur
Compleet wasmiddel
met optische witma-
kers
kookbestendig wit
textiel van linnen of
katoen
Katoen van koud tot 90°C
Bontwasmiddel zon-
der bleekmiddel en
optische witmakers
Bont wasgoed van
linnen of katoen
Katoen van koud tot 60°C
Bont/fijnwasmiddel
zonder optisch wit-
middel
Bont wasgoed van
kreukherstellende ve-
zels of synthetische
vezels
Kreukher-
stellend
van koud tot 60°C
Fijnwasmiddel Gevoelig fijn textiel
van zijde of viscose
Fijne was/
zijde
van koud tot 40°C
Wolwasmiddel Wol Wol van koud tot 40°C
Tip:Op www.cleanright.eu vindt u
een veelvoud aan verdere informatie
omtrent wasmiddelen, verzorgings-
middelen en reinigingsmiddelen voor
huishoudelijk gebruik.
nl Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
48
12.2 Wasmiddeldosering
De dosering van het wasmiddel is
gebaseerd op:
¡ De hoeveelheid wasgoed
¡ Mate van vervuiling
¡ Waterhardheid
U kunt de waterhardheid opvragen
bij uw plaatselijke waterbedrijf of
vaststellen met een waterhardheid-
tester.
Waterhardheid
Hardheidbereik Totale hardheid in
mmol/l
Duitse hardheid in °dH
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14
hard (III) hoger dan 2,5 hoger dan 14
Voorbeeld van fabrikantinformatie
voor wasmiddel
Deze voorbeeldwaarden hebben be-
trekking op een standaardbelading
van 4-5 kg.
Verontreiniging licht normaal sterk
Waterhardheid: zacht/ gemid-
deld
40ml 55ml 80ml
Waterhardheid: hard/ zeer
hard
55ml 80ml 105ml
De doseerhoeveelheden vindt u op
de verpakking van de fabrikant.
¡ Wanneer u handmatig doseert,
past u de doseerhoeveelheid aan
de daadwerkelijke beladingshoe-
veelheid aan.
¡ Wanneer de intelligente dosering
is geactiveerd, past u de doseer-
hoeveelheid niet aan de daadwer-
kelijke beladingshoeveelheid aan.
De hoeveelheid wasmiddel en
wasverzachter wordt automatisch
via de basisdoseerhoeveelheid
→Pagina54 en de bekende hoe-
veelheid wasgoed berekend. De
ingestelde basisdoseerhoeveelheid
moet altijd zijn afgestemd op de
doseerhoeveelheid voor een bela-
ding van 4,5 kg.
De Bediening in essentie nl
49
De Bediening in essentie
13 De Bediening in es-
sentie
De Bediening in essentie
13.1 Apparaat inschakelen
Druk op .
Het inschakelen van het apparaat
kan enkele seconden duren.
a Het apparaat voert een hoorbare
functietest in de wasmiddellade uit.
Opmerking:De trommel wordt ver-
licht na het openen, sluiten en starten
van het programma. De verlichting
dooft automatisch.
13.2 Programma instellen
1. Zet de programmakiezer op het
gewenste programma
→Pagina31.
2. Indien nodig, de programma-instel-
lingen aanpassen →Pagina49.
Overige programma's instellen
1. Het programma ...overige instel-
len.
2. Druk op om het submenu voor
overige programma's op te roe-
pen.
3. Selecteer een programma.
4. Druk op Hoofdmenu om het
hoofdmenu op te roepen.
5. Indien gewenst de programma-in-
stellingen aanpassen.
6. Het programma starten.
13.3 Programma-instellingen
aanpassen
Afhankelijk van het programma en de
programmavoortgang kunt u de be-
schikbare instellingen aanpassen of
activeren/deactiveren.
Opmerking:Overzicht van alle pro-
gramma-instellingen:
→"Toetsen", Pagina27
Vereiste:Een programma is inge-
steld.
De programma-instellingen aan-
passen.
→"Bedieningslogica", Pagina21
De programma-instellingen worden
niet permanent voor het program-
ma opgeslagen.
nl De Bediening in essentie
50
Opmerking:Wanneer u het intelligen-
te doseersysteem activeert of deacti-
veert, wordt de instelling opgeslagen.
Overige programma-instellingen
aanpassen
1. Om het submenu voor de overige
programma-instellingen aan te
passen op Opties drukken.
2. De programma-instellingen selec-
teren.
De programma-instellingen worden
niet permanent voor het program-
ma opgeslagen.
3. Druk op Opties om het hoofdmenu
op te roepen.
13.4 Programma-instellingen
opslaan
1. Het programma Memory instellen.
2. Druk op om het submenu voor
de geheugenprogramma's op te
roepen.
3. Selecteer een programma.
4. Druk op Hoofdmenu om het
hoofdmenu op te roepen.
5. Indien gewenst de programma-in-
stellingen aanpassen.
a Het programma is opgeslagen.
13.5 Trommel vullen met was-
goed
Opmerkingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp veiligheid →Pagina4 en
materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw appa-
raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Houd om kreukvorming te voorko-
men de maximale belading van het
programma →Pagina31 aan.
Vereiste:Het wasgoed voorbereiden
en sorteren.
→"Wasgoed", Pagina45
1. De deur openen.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg
is.
3. Het wasgoed uit elkaar gevouwen
in de trommel doen.
4. Opmerking:Zorg ervoor dat er
geen kleine stukken wasgoed tus-
sen de deur klem zitten.
De deur sluiten.
De Bediening in essentie nl
51
13.6 Wasmiddel en wasver-
zorgingsmiddel doseren
Bij programma's waarbij de intelligen-
te dosering niet mogelijk of gewenst
is, kunt u het wasmiddel in het com-
patiment voor handmatige dosering
doen.
Opmerkingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp veiligheid →Pagina4 en
materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw appa-
raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ De doseeraanbeveling is geba-
seerd op de maximale belading
van het programma.
Tip:In aanvulling op de intelligente
dosering kunt u in het compartiment
voor handmatige dosering ook ande-
re wasverzorgingsmiddelen toevoe-
gen, zoals vlekkenzout, stijfsel of
bleek. Doe geen aanvullend wasmid-
del toevoegen in het compartiment
voor handmatige dosering om over-
dosering of schuimvorming te voor-
komen.
Vereiste:Informeer uzelf over de op-
timale dosering voor wasmiddelen en
verzorgingsmiddelen. →Pagina47
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Vullen met wasmiddel.
→"Wasmiddellade", Pagina21
3. Indien gewenst vullen met een ver-
zorgingsmiddel.
4. De wasmiddellade erin schuiven.
13.7 Starten van het program-
ma
Opmerking:Wanneer u de tijd tot het
programma-einde wilt wijzigen, stel
dan eerst de klaar-in tijd in.
Op Start/Bijvullen drukken.
a De trommel draait en er vindt een
beladingsherkenning plaats, welke
tot wel 2 minuten kan duren en
daarna stroomt het water in het ap-
paraat.
a In het display wordt of de program-
maduur of de klaar-in tijd weerge-
geven.
13.8 Wasgoed inweken
U kunt het wasgoed voor het wassen
in het apparaat inweken, door het
programma te pauzeren.
Opmerking:Er is geen extra wasmid-
del nodig. Het zeepsop wordt aan-
sluitend voor het wassen gebruikt.
1. Het programma starten.
2. Druk om het programma te pauze-
ren, na ca. 10 minuten op Start/
Bijvullen .
3. Druk om het programma te hervat-
ten na de gewenste inweektijd op
Start/Bijvullen .
13.9 Wasgoed bijvullen
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start/Bijvullen .
Het apparaat pauzeert en contro-
leert of u wasgoed kunt bijvullen of
uitnemen.
2. Wasgoed uitnemen of bijvullen.
3. De deur sluiten.
4. Druk op Start/Bijvullen .
nl De Bediening in essentie
52
13.10 Progr. annuleren
Na het starten van het programma
kunt u het programma te allen tijde
afbreken.
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start/Bijvullen .
2. De deur openen.
Bij hoge temperatuur en hoog wa-
terniveau blijft de deur van het ap-
paraat om veiligheidsredenen ver-
grendeld.
Start bij hoge temperatuur het
programma Spoelen.
Start bij een hoog waterniveau
het programma Centrifugeren
of Afpompen.
3. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
13.11 Programma bij spoel-
stop hervatten
1. Stel het programma Centrifugeren
of Afpompen in.
2. Druk op Start/Bijvullen .
13.12 Wasgoed uitnemen
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. De deur openen.
2. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
13.13 Apparaat uitschakelen
1. Druk op .
2. De rubbermanchet droog vegen
en vreemde voorwerpen verwijde-
ren.
3. De deur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan op-
drogen.
Kinderslot nl
53
Kinderslot
14 Kinderslot
Kinderslot
Beveilig uw apparaat tegen onge-
wenst bedienen via de bedieningsele-
menten.
14.1 Kinderslot inschakelen
Beide toetsen Kinderbeveiliging 3
sec.ca. 3 seconden indrukken.
a Op het display wordt weerge-
geven.
a De bedieningselementen zijn ge-
blokkeerd.
a Het kinderslot blijft ook na het uit-
schakelen van het apparaat geacti-
veerd.
14.2 Kinderslot deactiveren
Vereiste:Om het kinderslot te deacti-
veren, moet het apparaat zijn inge-
schakeld.
Druk ca. 3 seconden op beide but-
tons Kinderbeveiliging 3 sec..
Om het lopende programma niet
te annuleren, moet de programma-
kiezer op het uitgangsprogramma
staan.
a In het display dooft .
Intelligent doseersysteem
15 Intelligent doseersys-
teem
Intelligent doseersysteem
Afhankelijk van het programma en de
instellingen worden de optimale hoe-
veelheden vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter automatisch gedo-
seerd.
15.1 Doseerbakje vullen
Opmerking
Om de intelligente dosering te
gebruiken, vult u het doseerreservoir.
¡ Vul de doseerreservoirs uitsluitend
met geschikt wasmiddel en verzor-
gingsmiddel →Pagina47.
¡ Wanneer u van vloeibare wasmid-
del of de wasverzachter wisselt,
leeg en reinig dan eerst het do-
seerreservoir.
→"Schoonmaken van de wasmid-
dellade", Pagina61
¡ Wanneer u beide doseerreservoirs
voor vloeibaar wasmiddel wilt ge-
bruiken, stel dan de Inhoud van de
doseerreservoirs →Pagina54 in.
Vereiste: / knippert.
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Het vuldeksel openen.
nl HomeConnect
54
3. Vloeibaar wasmiddel en wasver-
zachter in de betreffende do-
seerreservoirs doen.
→"Wasmiddellade", Pagina21
4. Het vuldeksel sluiten.
Opmerking:Laat het vuldeksel niet
langere tijd geopend om te voorko-
men dat wasmiddel opdroogt of
uitdroogt.
5. De wasmiddellade erin schuiven.
6. De basisdoseerhoeveelheid
→Pagina54 aanpassen.
15.2 Inhoud van het doseerre-
servoir
Opmerkingen
¡ Wanneer u de inhoud van het do-
seerreservoir wijzigt, dan wordt de
basisdoseerhoeveelheid voor dit
doseerreservoir gereset.
¡ Wanneer u beide doseerreservoirs
voor vloeibaar wasmiddelen ge-
bruikt, moet u een doseerreservoir
kiezen dat tijdens het wassen moet
worden gebruikt.
De inhoud voor het doseerreservoir
kunt u wijzigen in de basisinstellin-
gen.
→"Basisinstellingen wijzigen",
Pagina60
15.3 Basisdoseerhoeveelheid
De basisdoseerhoeveelheid is geba-
seerd op de informatie van de fabri-
kant van het wasmiddel, de water-
hardheid en de mate van verontreini-
ging van het wasgoed.
Stel altijd een basisdoseerhoeveel-
heid in, die is afgestemd op een
standaard belading van 4,5 kg.
→"Wasmiddeldosering", Pagina48
U kunt de basisdoseerhoeveelheid
voor beide doseerreservoirs separaat
aanpassen.
→"Basisinstellingen wijzigen",
Pagina60
HomeConnect
16 HomeConnect
HomeConnect
Dit apparaat is geschikt voor netwer-
ken. Verbind uw apparaat met een
mobiel eindapparaat om functies te
kunnen bedienen via de HomeCon-
nect app, basisinstellingen aan te
passen of de actuele gebruikstoe-
stand te bewaken.
De HomeConnect diensten zijn niet
in elk land beschikbaar. De beschik-
baarheid van de functie HomeCon-
nect is afhankelijk van de beschik-
baarheid van de HomeConnect dien-
sten in uw land. Informatie hierover
vindt u op: www.home-connect.com.
¡ →"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) met WPS-functie ver-
binden", Pagina55
¡ →"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) zonder WPS-functie
verbinden", Pagina55
De HomeConnect app leidt u door
het gehele aanmeldingsproces. Volg
de aanwijzingen in de HomeConnect
app om de instellingen aan te bren-
gen.
Tips
¡ Neem de meegeleverde documen-
ten vanHomeConnect in acht.
HomeConnect  nl
55
¡ Neem ook de aanwijzingen in
deHomeConnectapp in acht.
Opmerkingen
¡ Houd u aan de veiligheidsinstruc-
ties in deze gebruiksaanwijzing en
zorg ervoor dat deze ook worden
nageleefd wanneer u het apparaat
via de HomeConnect app bedient.
→"Veiligheid", Pagina4
¡ De bediening aan het apparaat
heeft altijd voorrang. Gedurende
deze tijd is de bediening via de
HomeConnectapp niet mogelijk.
16.1 HomeConnect instellin-
gen
Pas HomeConnect aan uw behoef-
ten aan.
U vindt de HomeConnect instellin-
gen in de basisinstellingen van uw
apparaat. Welke instellingen het dis-
play toont, hangt ervan af of Ho-
meConnect geïnstalleerd is en of het
apparaat met het thuisnetwerk is ver-
bonden.
16.2 Apparaat met WLAN-
thuisnetwerk (WiFi) met
WPS-functie verbinden
Gebruik de WPS-functie van uw rou-
ter om het apparaat te verbinden met
het thuisnetwerk.
Vereiste:Heeft uw router een WPS-
functie, dan kunt u het apparaat auto-
matisch met uw WLAN (WiFi) thuis-
netwerk verbinden.
1. Ca. 3 s op ⁠Starten op afstand
drukken.
a U bevindt zich nu in het Home
Connect-menu.
2. verbinden selecteren.
3. De aanwijzing op het display be-
vestigen.
4. Binnen 2minuten op de WPS-toets
van de router drukken.
Houd de informatie aan in de do-
cumentatie van uw router.
a Op het display knippert ⁠.
a Het apparaat probeert verbinding
te maken met het WiFi thuisnet-
werk.
a Wanneer op het display verbon-
den wordt weergegeven en per-
manent brandt, dan is het appa-
raat met het thuisnetwerk verbon-
den.
5. Het apparaat met de Home Con-
nect app verbinden. →Pagina56
16.3 Apparaat met WLAN-
thuisnetwerk (WiFi) zon-
der WPS-functie verbin-
den
Heeft uw router geen WPS-functie,
dan kunt u het apparaat handmatig
met uw WLAN (WiFi) thuisnetwerk
verbinden. Het apparaat zet kortston-
dig een eigen WiFi-netwerk op. U
kunt met een mobiel eindapparaat
verbinding maken met het WiFi-net-
werk en de netwerkinformatie van het
WLAN-thuisnetwerk (WiFi) aan uw ap-
paraat overdragen.
Vereiste:De HomeConnect app is
geopend en u heeft zich aangemeld.
nl HomeConnect
56
1. Tenminste 3 seconden op
⁠Starten op afstand drukken.
a U bevindt zich nu in het Home
Connect-menu.
2. Handm. log-in netw. selecteren.
3. verbinden selecteren
4. De aanwijzing op het display be-
vestigen.
a Op het display knippert ⁠.
a Het apparaat maakt een eigen Wi-
Fi-netwerk met de netwerknaam
(SSID) HomeConnect.
5. In het mobiele eindapparaat
WLAN-instellingen oproepen.
Het mobiele eindapparaat met het
WiFi-netwerk HomeConnect verbin-
den en het WiFi-wachtwoord (Key)
HomeConnect invoeren.
a Uw mobiele eindapparaat verbindt
zich met het apparaat. De verbin-
dingsprocedure kan tot wel 60 se-
conden duren.
6. De HomeConnect app op het mo-
biele eindapparaat openen en de
stappen in de app volgen.
7. In de HomeConnect app de net-
werknaam (SSID) en het wacht-
woord (Key) van uw thuisnetwerk
invoeren.
8. De stappen in de HomeConnect
app volgen, om het apparaat te
verbinden.
a Wanneer op het display verbon-
den wordt weergegeven en per-
manent brandt, dan is het appa-
raat met het thuisnetwerk verbon-
den.
9. Het apparaat met de Home Con-
nect app verbinden →Pagina56.
16.4 Apparaat met de Home
Connect app verbinden
Vereisten
¡ Het apparaat is verbonden met het
WiFi thuisnetwerk.
¡ De HomeConnect app is geopend
en u heeft zich aangemeld.
1. App verbinden selecteren.
2. Verbinden met app selecteren.
3. De aanwijzing op het display be-
vestigen.
a Het apparaat maakt verbinding
met de HomeConnect app.
4. Zodra het apparaat in de Ho-
meConnect app wordt weergege-
ven, de laatste stappen in de Ho-
meConnect app volgen.
a Wanneer het display verbonden
weergeeft, is het apparaat met de
HomeConnect app verbonden.
16.5 Apparaat met de ener-
giemanager verbinden
Wanneer u het apparaat met het
Smart Energy systeem (energiemana-
ger) verbindt, dan optimaliseert u het
HomeConnect  nl
57
energieverbruik. Het apparaat start
pas, wanneer uw eigen PV-installatie
voldoende energie opwekt of wan-
neer het elektriciteitstarief gunstig is.
Vereisten
¡ Het Smart Energy-systeem (Ener-
giemanager) maakt gebruik van de
communicatiestandaard van het
EEBus initiatief.
¡ U heeft in de gebruiksaanwijzing
van het Smart Energy-systeem
(energiemanager) gelezen, hoe het
Smart Energy-systeem (de ener-
giemanager) verbinding maakt met
uw apparaat.
1. Ca. 3 s op ⁠Starten op afstand
drukken.
2. Energiemngnt. selecteren.
3. verbinden selecteren.
4. De aanwijzing op het display be-
vestigen.
a Het apparaat maakt verbinding
met het Smart Energy systeem
(energiemanager)
a Wanneer op het display wordt
weergegeven, dan is het apparaat
succesvol met de energiemanager
verbonden.
5. Wanneer het apparaat door het
Smart Energy systeem (energiema-
nager) moet worden gestart, dan
Flexstart activeren.
→"Flexstart activeren", Pagina57
Flexstart activeren
Activeer de Flexstart, zodat uw Smart
Energy-systeem (energiemanager)
uw apparaat mag starten, wanneer
uw eigen PV-installatie voldoende
energie opwekt of het elektriciteitsta-
rief laag is.
Vereiste:Het Smart Energy system
(energiemanager) kan het apparaat
alleen starten wanneer Smart Energy
systeem (energiemanager) en appa-
raat met elkaar verbonden zijn.
1. Het gewenste programma instel-
len.
2. Druk op Klaar in en stel de ge-
wenste tijdsperiode in.
3. Druk op Start/Bijvullen .
a Op het display wordt Uitgestelde
start weergegeven.
4. Druk op ⁠Starten op afstand.
a Wanneer het display Flex Start
weergeeft, is de Flexstart geacti-
veerd en wacht het apparaat op de
start via het Smart Energy-systeem
(energiemanager).
a Wisselt de weergave op het dis-
play naar : Klaar in ca., dan heeft
het Smart Energy-systeem (ener-
giemanager) een tijdstip vastge-
legd, waarop het apparaat start.
a Wanneer het Smart Energy-sys-
teem (energiemanager) het appa-
raat niet binnen de ingestelde tijd
start, dan start het apparaat het
programma zelfstandig, voor het
verstrijken van de ingestelde tijds-
periode. Het programma eindigt
wanneer dit tijdsbestek afgelopen
is.
Opmerking
De Flex Start wordt vanwege
veiligheidsredenen onder de
volgende omstandigheden
gedeactiveerd:
¡ Druk op Start/Bijvullen .
¡ De deur openen.
¡ Het apparaat uitschakelen.
¡ Stroomonderbreking.
16.6 WiFi op het apparaat ac-
tiveren
Opmerking:Het energieverbruik
wordt hoger ten opzichte van de in
de verbruikswaardetabellen aangege-
ven waarden, wanneer Wi-Fi is geacti-
veerd.
nl HomeConnect
58
1. Ca. 3 s op ⁠Starten op afstand
drukken.
2. Wi-fi aan/uit selecteren.
3. Aan selecteren.
a WiFi is geactiveerd.
Opmerkingen
¡ Het apparaat schakelt niet automa-
tisch uit, wanneer WiFi is geacti-
veerd.
¡ Het apparaat schakelt niet automa-
tisch uit, wanneer WiFi is geacti-
veerd.
16.7 WiFi op het apparaat de-
activeren
1. Tenminste 3 s op ⁠Starten op af-
stand drukken.
2. Wi-fi aan/uit selecteren.
3. Uit selecteren.
a WiFi is gedeactiveerd
Opmerking:Wordt de WiFi gedeacti-
veerd en uw apparaat was eerder
met uw thuisnetwerk verbonden, dan
wordt de verbinding bij het opnieuw
inschakelen van de WiFi automatisch
weer hersteld.
16.8 Software update
Vereiste:Op het display wordt Er is
een nieuwe software-versie be-
schikbaar. Wilt u nu een software
update uitvoeren? Dit kan meerdere
minuten duren. weergegeven.
1. Ca. 3 s op ⁠Starten op afstand
drukken.
2. Software update selecteren.
3. nu installeren selecteren.
a De software-update start.
Opmerking:De software-update kan
meerdere minuten duren. Schakel het
apparaat tijdens de software-updates
niet uit.
16.9 Netwerkinstellingen van
het apparaat resetten
1. Tenminste 3 s op ⁠Starten op af-
stand drukken.
2. Netwerkinstelling selecteren.
3. terugzetten selecteren.
a De netwerkinstellingen zijn gereset.
Tip:Wilt u uw apparaat weer via de
HomeConnect app bedienen, dan
moet u het opnieuw met het thuisnet-
werk en de HomeConnect app ver-
binden.
16.10 Afstandsdiagnose
De klantenservice kan via de diagno-
se op afstand toegang verkrijgen tot
uw apparaat als u zich met de des-
betreffende wens tot de klantenservi-
ce richt, uw apparaat met de Ho-
meConnect server verbonden is en
de diagnose op afstand in het land
waarin u het apparaat gebruikt, be-
schikbaar is.
Tip:Meer informatie alsook aanwij-
zingen over de beschikbaarheid van
de diagnose op afstand in uw land
vindt u in het gedeelte service/sup-
port van de lokale website: www.ho-
me-connect.com
16.11 Bescherming per-
soonsgegevens
Neem de aanwijzingen m.b.t. de be-
scherming van de persoonsgegevens
in acht.
Wanneer uw apparaat voor de eerste
keer wordt verbonden met een
thuisnetwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
Basisinstellingen nl
59
gegevenscategorieën door aan de
HomeConnect server(eerste
registratie):
¡ Eenduidige identificatie van het ap-
paraat (bestaande uit apparaat-
sleutels en het MAC-adres van de
ingebouwde
Wi-Ficommunicatiemodule).
¡ Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de in-
formatietechnische beveiliging van
de verbinding).
¡ De actuele software- en hardware-
versie van uw huishoudapparaat.
¡ Status van een eventuele eerdere
reset naar de fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het ge-
bruik van de HomeConnect functio-
naliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op
het moment dat u voor het eerst van
de HomeConnect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Opmerking:Let erop dat de Ho-
meConnect functionaliteiten alleen
kunnen worden gebruikt in combina-
tie met de HomeConnect app. Infor-
matie over gegevensbescherming
kan worden opgeroepen in de Ho-
meConnect app.
Basisinstellingen
17 Basisinstellingen
Basisinstellingen
U kunt uw apparaat instellen volgens
uw behoeften.
17.1 Overzicht over de basis-
instellingen
Hier vindt u een overzicht van de ba-
sisinstellingen van het apparaat.
Basisinstelling Beschrijving
Signaal Het volume van
het signaal na
het programma-
einde instellen.
Toetssignaal Het volume van
het signaal bij
het bedienen van
de buttons instel-
len.
Auto uitschake-
ling
Het automatisch
uitschakelen van
het apparaat de-
activeren of de
tijdsperiode in-
stellen, waarna
het apparaat au-
tomatisch uit-
schakelt.
→"Zuinig met
energie en hulp-
bronnen",
Pagina12
Opmerking:Het
apparaat scha-
kelt niet automa-
tisch uit, wanneer
WiFi is geacti-
veerd.
Info Trommelrei-
nig.
De herinnering
voor de trommel-
reiniging active-
ren of deactive-
ren.
Taal De taal instellen.
nl Basisinstellingen
60
Basisinstelling Beschrijving
Inhoud De inhoud van
het reservoir
vastleggen.
→"Inhoud van
het doseerreser-
voir", Pagina54
Basis De basisdoseer-
hoeveelheid in-
stellen.
→"Wasmiddeldo-
sering",
Pagina48
Basis De basisdoseer-
hoeveelheid in-
stellen.
→"Wasmiddeldo-
sering",
Pagina48
Autom. log-in
netw.
Het apparaat met
het WLAN-thuis-
netwerk (WiFi)
met WPS-functie
verbinden
→Pagina55
Handm. log-in
netw.
Het apparaat met
het WLAN-thuis-
netwerk (WiFi)
zonder WPS-
functie verbin-
den. →Pagina55
App verbinden Het apparaat met
de Home Con-
nect app verbin-
den. →Pagina56
Wi-fi aan/uit WiFi activeren of
deactiveren.
→"WiFi op het
apparaat active-
ren", Pagina57
→"WiFi op het
apparaat deacti-
veren",
Pagina58
Basisinstelling Beschrijving
Software update De software-up-
date installeren.
→Pagina58
Netwerkinstelling De netwerkinstel-
lingen resetten.
→Pagina58
Energiemngnt. Het apparaat met
de energiemana-
ger verbinden.
→Pagina56
17.2 Basisinstellingen wijzi-
gen
1. Om het submenu voor de basisin-
stellingen op te vragen, gedurende
ca. 3 seconden op de beide but-
tons Instellingen 3 sec. drukken.
2. De gewenste basisinstelling selec-
teren.
→"Overzicht over de basisinstellin-
gen", Pagina59
3. Basisinstelling aanpassen.
4. Druk op Instellingen 3 sec. om het
hoofdmenu op te roepen.
Reiniging en onderhoud nl
61
Reiniging en onderhoud
18 Reiniging en onder-
houd
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
18.1 Tips voor onderhoud
van het toestel
Houd om de werking van uw appa-
raat langdurig te garanderen de tips
voor het onderhoud van het apparaat
aan.
De behuizing en
het bedienings-
paneel uitsluitend
met water en een
vochtige doek af-
nemen.
De apparaatde-
len blijven
schoon en hygië-
nisch.
Verwijder direct
alle wasmiddel-
resten, sproeine-
velresten of ach-
tergebleven res-
tanten.
Recente afzettin-
gen kunnen mak-
kelijker en zon-
der resten wor-
den verwijderd.
De deur van het
apparaat en de
wasmiddellade
na gebruik open
laten.
Restwater kan
dan verdampen,
hetgeen de geur-
vorming in het
apparaat vermin-
dert.
18.2 Trommel reinigen
Wanneer u vaak met een wastempe-
ratuur van 40°C en lager wast of het
apparaat langere tijd niet heeft ge-
bruikt, reinig dan de trommel.
VOORZICHTIG
Kans op letsel!
Het permanent wassen op lage tem-
peraturen en een ontbrekende be-
luchting van het apparaat kunnen de
trommel beschadigen en kunnen let-
sels veroorzaken.
Regelmatig een programma voor
de reiniging van de trommel uit-
voeren of met temperaturen van
minstens 60°C wassen.
Het apparaat na elk gebruik bij
een geopende deur en wasmiddel-
lade laten drogen.
Draai het programma Trommel
reinigen zonder wasgoed.
Gebruik een poederwasmiddel.
18.3 Schoonmaken van de
wasmiddellade
Wanneer u van wasmiddel wisselt of
de wasmiddellade vuil is, reinig dan
de wasmiddellade en de pompeen-
heid van het intelligente doseersys-
teem.
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. De wasmiddellade uittrekken.
nl Reiniging en onderhoud
62
3. Inzetstuk naar beneden drukken
en de wasmiddellade er uit nemen.
4. De pompunit verwijderen.
5. Het deksel van de wasmiddellade
ontgrendelen en verwijderen.
6. De wasmiddellade legen.
7. LET OP! De pompeenheid bevat
elektrische componenten.
De pompunit niet in de vaatwasser
reinigen of in water dompelen.
De elektrische aansluitingen aan
de achterkant tegen vocht, was-
middel- en wasverzachterresten
beschermen.
De pompunit met een vochtige
doek reinigen.
Reiniging en onderhoud nl
63
8. De wasmiddellade en het deksel
met een zachte, vochtige doek of
handdouche reinigen.
9. De wasmiddellade plaatsen, het
deksel en de pompeenheid afdro-
gen en plaatsen.
10.De behuizing van de wasmiddella-
de in het apparaat reinigen.
11.De wasmiddellade erin schuiven.
18.4 Ontkalken
Wanneer u wasmiddel correct do-
seert, hoeft u uw apparaat niet te ont-
kalken. Als u toch ontkalkingsmiddel
wilt gebruiken, neem dan de gebruik-
sinstructies van de fabrikant in acht.
LET OP!
Door het gebruik van ongeschikte
ontkalkingsmiddelen, zoals bijv. voor
koffiezetapparaten, kan het apparaat
beschadigen.
Gebruik voor dit apparaat slechts
een ontkalkingsmiddel dat via de
internetsite of de klantenservice
van de fabrikant verkrijgbaar is.
18.5 Afvoerpomp reinigen
Reinig de afvoerpomp in geval van
storingen, bijv. bij verstoppingen of
geklapper.
Afvoerpomp legen
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
1. De kraan sluiten.
2. Het apparaat uitschakelen.
nl Reiniging en onderhoud
64
3. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
4. Open de serviceklep.
5. Verwijder de serviceklep.
6. Plaats een voldoende grote op-
vangbak onder de opening.
7. Neem de aftapslang uit de houder.
8.
VOORZICHTIG-Kans op
brandwonden! Het sop wordt heet
bij het wassen met hoge tempera-
turen.
Raak het hete sop niet aan.
Trek het afsluitstopje los, om het
wassop in de opvangbak te laten
stromen.
9. Druk het stopje er weer op.
Reiniging en onderhoud nl
65
10.De aftapslang in de houder klem-
men.
Afvoerpomp reinigen
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
Vereiste:De afvoerpomp is leeg.
→Pagina63
1. Omdat er nog restwater in de
pomp kan zitten, het deksel er
voorzichtig uit draaien.
Door grote verontreinigingen
kan het filterelement in het
pomphuis vastzitten. Verontreini-
gingen losmaken en filterele-
ment verwijderen.
2. Binnenruimte, schroefdraad van
het pompdeksel en pomphuis rei-
nigen.
Het pompdeksel bestaat uit twee
componenten die voor de reiniging
kunnen worden gedemonteerd.
3. Ervoor zorgen dat de beide vleu-
gelwielen kunnen worden ge-
draaid.
nl Reiniging en onderhoud
66
4. Breng het pompdeksel aan.
Controleer of de componenten
van het pompdeksel correct ge-
monteerd zijn.
5. Het pompdeksel plaatsen en tot
aan de aanslag aandraaien.
90°
De greep van het pompdeksel
moet verticaal staan.
6. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
1
2
7. De serviceklep sluiten.
18.6 Inlaatopening in de rub-
bermanchet reinigen
Controleer regelmatig de inlaatope-
ning in de rubbermanchet op ver-
stoppingen en reinig de inlaatope-
ning.
1. Deur openen.
2. De inlaatopening op verstoppingen
controleren en verstoppingen ver-
wijderen.
Opmerking:Gebruik geen puntige of
scherpe voorwerpen.
18.7 Waterafvoerslang op de
sifon reinigen
Wanneer de waterafvoerslang op de
sifon is verontreinigd of het sop niet
wordt afgepompt, dan moet u deze
reinigen.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
Reiniging en onderhoud nl
67
3. De slangklem losmaken en de wa-
terafvoerslang er voorzichtig aftrek-
ken.
Er kan resterend water uitlopen.
4. De waterafvoerslang en de sifon-
aansluiting reinigen.
5. De waterafvoerslang opsteken en
de aansluitklem met de slangklem
borgen.
18.8 Zeef in de watertoevoer
reinigen
Watertoevoerslang legen
Om de zeef te kunnen reinigen, leegt
u eerst de watertoevoerslang.
1. De waterkraan sluiten.
2. Stel het programma Katoen in.
3. Het programma starten en ca. 70
seconden laten lopen.
4. Het apparaat uitschakelen.
5. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
Zeef van de waterkraan reinigen
Opmerking:Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid →Pagina4
en materiële schade vermijden
→Pagina11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
Vereiste:De watertoevoerslang is
leeg.
1. De watertoevoerslang van de wa-
terkraan verwijderen.
nl Reiniging en onderhoud
68
2. De zeef met een kleine borstel rei-
nigen.
3. De watertoevoerslang aansluiten
en op lekdichtheid controleren.
Storingen verhelpen nl
69
Storingen verhelpen
19 Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING
Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat
uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor repa-
ratie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding
van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een an-
dere gekwalificeerde persoon.
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Het display is gedoofd
en Start/Bijvullen
knippert.
De energiebesparingsmodus is actief.
Druk op een willekeurige button.
a Het display brandt weer.
"E:36 / -25 / -26" Afvoerpomp is verstopt.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina63
"E:38 / -25 / -26" Afvoerpomp is verstopt.
→"Trommel reinigen", Pagina61
als de storing opnieuw wordt weergegeven,
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina63
Inlaatopening van de rubbermanchet is verstopt.
→"Inlaatopening in de rubbermanchet reinigen",
Pagina66
Alle andere foutcodes. Storing
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina81
Sopafkoeling Om afvoerleidingen te beschermen wordt heet was-
sop voor het afpompen afgekoeld.
Wacht tot het sop is afgekoeld.
Apparaat werkt niet. Netstekker van de stroomkabel is niet ingestoken.
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
Zekering is defect.
Controleer de zekering in de meterkast.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
nl Storingen verhelpen
70
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat werkt niet.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of
andere apparaten functioneren.
Programma start niet. Start/Bijvullen werd niet ingedrukt.
Druk op Start/Bijvullen .
Deur is niet gesloten.
1. Sluit de deur.
2. Om het programma te starten, drukt u op Start/Bij-
vullen .
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
→"Kinderslot deactiveren", Pagina53
Klaar in is geactiveerd.
Controleer of Klaar in is geactiveerd.
→"Toetsen", Pagina28
Wasgoed is ingeklemd tussen de deur.
1. Open de deur opnieuw.
2. Verwijder ingeklemd wasgoed.
3. Sluit de deur.
4. Om het programma te starten, drukt u op Start/Bij-
vullen .
De wasmiddellade is niet tot aan de aanslag dichtge-
schoven.
Schuif de wasmiddellade tot de aanslag in het ap-
paraat.
Pomp van het intelligente doseersysteem is geblok-
keerd.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Reinig de pompeenheid.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade",
Pagina61
3. Als de indicatie opnieuw verschijnt, schakel dan de
service in.
→"Servicedienst", Pagina81
Opmerking:U kunt het wasprogramma starten als u
het intelligente doseersysteem deactiveert en hand-
matig doseert.
→"Toetsen", Pagina27
Deur kan niet worden
geopend.
Spoelstop is geactiveerd.
Hervat het programma door Centrifugeren of Af-
pompen te kiezen en op Start/Bijvullen te druk-
ken.
→"Programma bij spoelstop hervatten", Pagina52
Storingen verhelpen nl
71
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Deur kan niet worden
geopend.
Temperatuur is te hoog.
Wacht tot de temperatuur is gedaald.
→"Progr. annuleren", Pagina52
Waterniveau is te hoog.
Start het programma Afpompen.
Stroomonderbreking.
Open de deur met de noodontgrendeling.
→"Noodontgrendeling", Pagina79
Waswater wordt niet
weggepompt.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is verstopt.
Reinig de afvoerbuis en de waterafvoerslang.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is geknikt of inge-
klemd.
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de wateraf-
voerslang niet geknikt of ingeklemd zijn.
Afvoerpomp is verstopt.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina63
Spoelstop is geactiveerd.
Hervat het programma door Centrifugeren of Af-
pompen te kiezen en op Start/Bijvullen te druk-
ken.
→"Programma bij spoelstop hervatten", Pagina52
Waterafvoerslang is te hoog aangesloten.
Monteer de waterafvoerslang op maximaal 1 meter
hoogte.
Pompdeksel is niet correct in elkaar gezet.
Zet het pompdeksel correct in elkaar.
Wasmiddeldosering is te hoog.
Directe maatregel: meng een eetlepel wasverzach-
ter met 0,5 l water en giet dit mengsel in het com-
partiment voor handmatige dosering (niet bij out-
door-, sportswear- en donstextiel).
Wanneer de intelligente dosering geactiveerd is, re-
duceer dan de basisdoseerhoeveelheid
→Pagina54.
Reduceer, wanneer u handmatig doseert, bij de vol-
gende wasbeurt met gelijke belading de hoeveel-
heid wasmiddel.
Niet-toegestane verlenging aan de waterafvoerslang
gemonteerd.
nl Storingen verhelpen
72
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Waswater wordt niet
weggepompt.
Verwijder niet-toegestane verlengingen aan de wa-
terafvoerslang. Apparaat aansluiten
Er stroom geen water
in het apparaat. Het
wasmiddel werd niet
ingespoeld.
Start/Bijvullen werd niet ingedrukt.
Druk op Start/Bijvullen .
Zeef in de watertoevoer is verstopt.
Reinig de zeef in de watertoevoer →Pagina67.
Waterkraan is gesloten.
Open de waterkraan.
Watertoevoerslang is geknikt of ingeklemd.
Zorg ervoor dat de watertoevoerslang niet is ge-
knikt of ingeklemd.
Meermaals beginnen
met centrifugeren.
Het onbalanscontrolesysteem heft de onbalans op
door het wasgoed meermaals te verdelen.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Opmerking:Leg bij het beladen zo mogelijk grote en
kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Was-
goed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij
het centrifugeren.
De programmaduur
wijzigt tijdens de was-
cyclus.
Het programmaverloop wordt elektronisch geoptimali-
seerd. Dat kan leiden tot wijzigingen in de program-
maduur.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Het onbalanscontrolesysteem heft de onbalans op
door het wasgoed meermaals te verdelen.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Opmerking:Leg bij het beladen zo mogelijk grote en
kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Was-
goed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij
het centrifugeren.
Schuimcontrolesysteem voert bij te hoge schuimvor-
ming een extra spoelbeurt toe.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Het water is in de
trommel niet zicht-
baar.
Het water is onder het zichtbare bereik.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Vul tijdens het bedrijf geen extra water in het appa-
raat.
Trommel schokt na
programmastart.
Oorzaak is een interne motortest.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Storingen verhelpen nl
73
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Trillingen en beweging
van het apparaat tij-
dens het centrifuge-
ren.
Het apparaat is niet goed horizontaal gesteld.
Stellen van het apparaat
Apparaatvoeten zijn niet gefixeerd.
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen van het appa-
raat
Transportbeveiligingen zijn niet verwijderd.
Transportbeveiligingen verwijderen
Trommel draait, er
stroomt geen water in
het apparaat.
Beladingsherkenning is actief.
Geen fout, geen handeling noodzakelijk.
Opmerking:De beladingsherkenning kan tot wel 2 mi-
nuten duren.
Sterke schuimvor-
ming.
Wasmiddeldosering is te hoog.
Directe maatregel: meng een eetlepel wasverzach-
ter met 0,5 l water en giet dit mengsel in het com-
partiment voor handmatige dosering (niet bij out-
door-, sportswear- en donstextiel).
Wanneer de intelligente dosering geactiveerd is, re-
duceer dan de basisdoseerhoeveelheid
→Pagina54.
Reduceer, wanneer u handmatig doseert, bij de vol-
gende wasbeurt met gelijke belading de hoeveel-
heid wasmiddel.
⁠i-DOS kan niet wor-
den ingedrukt
Intelligent doseren voor dit programma niet mogelijk.
Geen fout - geen handeling noodzakelijk.
Programmavoortgang laat intelligent doseren niet toe.
Geen oplossing mogelijk.
Hoog centrifugetoe-
rental wordt niet be-
reikt.
Laag centrifugetoerental is ingesteld.
Stel bij de volgende wasbeurt een hoger centrifuge-
toerental in.
Anti-kreuk is geactiveerd.
Kies een geschikt programma voor de textielsoort.
→"Programma's", Pagina31
Onbalanscontrolesysteem compenseert onbalans
door gereduceerd centrifugetoerental.
Verdeel het wasgoed opnieuw in de trommel.
Opmerking:Leg zo mogelijk grote en kleine stukken
wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met ver-
schillende grootte verdeelt zich beter bij het centrifu-
geren.
Start het programma Centrifugeren.
nl Storingen verhelpen
74
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Programma centrifu-
geren start niet.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is verstopt.
Reinig de afvoerbuis en de waterafvoerslang.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is geknikt of inge-
klemd.
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de wateraf-
voerslang niet geknikt of ingeklemd zijn.
Het onbalansherkenningssysteem heeft het centrifuge-
ren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van
het wasgoed.
Verdeel het wasgoed opnieuw in de trommel.
Opmerking:Leg zo mogelijk grote en kleine stukken
wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met ver-
schillende grootte verdeelt zich beter bij het centrifu-
geren.
Start het programma Centrifugeren.
Bruisend, sissend ge-
luid.
Water wordt onder druk in de wasmiddellade ge-
spoeld.
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Lang, brommend ge-
luid voor aanvang van
de was- of wasver-
zachtingscyclus.
Intelligent doseersysteem doseert wasmiddel of ver-
zorgingsmiddel.
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Kort, zoemend geluid
na het inschakelen
van het apparaat.
Intelligent doseersysteem voert een functietest uit.
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Luid geluid tijdens het
centrifugeren.
Het apparaat is niet goed horizontaal gesteld.
Stellen van het apparaat
Apparaatvoeten zijn niet gefixeerd.
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen van het appa-
raat
Transportbeveiligingen zijn niet verwijderd.
Transportbeveiligingen verwijderen
Geklapper, gerammel
in de pomp.
Er is een vreemd voorwerp in de pomp gekomen.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina63
Slurpend, ritmisch
zuiggeluid.
Pomp is actief, het sop wordt afgepompt.
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Kreukvorming. Centrifugetoerental is te hoog.
Stel bij de volgende wasbeurt een lager centrifuge-
toerental in.
De beladingshoeveelheid is te hoog.
Storingen verhelpen nl
75
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Kreukvorming.
Reduceer bij de volgende wasbeurt de beladings-
hoeveelheid.
Voor de textielsoort is het verkeerde programma ge-
kozen.
Kies een geschikt programma voor de textielsoort.
→"Programma's", Pagina31
Centrifugeresultaat is
niet naar tevreden-
heid. Het wasgoed is
te nat / te vochtig.
Laag centrifugetoerental is ingesteld.
Stel bij de volgende wasbeurt een hoger centrifuge-
toerental in.
Start het programma Centrifugeren.
Anti-kreuk is geactiveerd.
Kies een geschikt programma voor de textielsoort.
→"Programma's", Pagina31
Afvoerbuis of waterafvoerslang is verstopt.
Reinig de afvoerbuis en de waterafvoerslang.
Afvoerbuis of waterafvoerslang is geknikt of inge-
klemd.
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de wateraf-
voerslang niet geknikt of ingeklemd zijn.
Het onbalansherkenningssysteem heeft het centrifuge-
ren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van
het wasgoed.
Verdeel het wasgoed opnieuw in de trommel.
Opmerking:Leg zo mogelijk grote en kleine stukken
wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met ver-
schillende grootte verdeelt zich beter bij het centrifu-
geren.
Start het programma Centrifugeren.
Onbalanscontrolesysteem compenseert onbalans
door gereduceerd centrifugetoerental.
Verdeel het wasgoed opnieuw in de trommel.
Opmerking:Leg zo mogelijk grote en kleine stukken
wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met ver-
schillende grootte verdeelt zich beter bij het centrifu-
geren.
Start het programma Centrifugeren.
Resten wasmiddel op
het vochtige wasgoed.
Wasmiddelen kunnen in water onoplosbare stoffen
bevatten, welke zich op het wasgoed afzetten.
Start het programma Spoelen.
nl Storingen verhelpen
76
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Resten wasmiddel op
het vochtige wasgoed.
Ongeschikt wasmiddel in het doseerreservoir van het
intelligente doseersysteem gedaan.
1. Controleer of het gebruikte wasmiddel geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel",
Pagina47
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade",
Pagina61
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina53
Basisdoseerhoeveelheid niet correct ingesteld.
Wanneer de intelligente dosering geactiveerd is, re-
duceer dan de basisdoseerhoeveelheid
→Pagina54.
Wasmiddelresten op
het droge wasgoed.
Wasmiddelen kunnen in water onoplosbare stoffen
bevatten, welke zich op het wasgoed afzetten.
Borstel het wasgoed na het wassen en drogen uit.
Ongeschikt wasmiddel in het doseerreservoir van het
intelligente doseersysteem gedaan.
1. Controleer of het gebruikte wasmiddel geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel",
Pagina47
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade",
Pagina61
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina53
Basisdoseerhoeveelheid niet correct ingesteld.
Wanneer de intelligente dosering geactiveerd is, re-
duceer dan de basisdoseerhoeveelheid
→Pagina54.
Onvoldoende reini-
gende werking.
Basisdoseerhoeveelheid niet correct ingesteld.
Als de intelligente dosering geactiveerd is, stelt u
de basisdoseerhoeveelheid →Pagina54correct in.
Wasmiddel of verzorgingsmiddel in doseerreservoirs
van het intelligente doseersysteem is ingedikt.
1. Controleer of het gebruikte wasmiddel geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel",
Pagina47
Storingen verhelpen nl
77
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Onvoldoende reini-
gende werking.
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade",
Pagina61
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina53
Ongeschikt wasmiddel in het doseerreservoir van het
intelligente doseersysteem gedaan.
1. Controleer of het gebruikte wasmiddel geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel",
Pagina47
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmiddellade",
Pagina61
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina53
Home Connect functi-
oneert niet correct.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Ga naar www.home-connect.com.
Geen verbinding met
het thuisnetwerk.
Wi-Fi is uitgeschakeld.
→"WiFi op het apparaat activeren", Pagina57
Wi-Fi is geactiveerd, maar de verbinding met het thuis-
netwerk kan niet gerealiseerd worden.
1. Verifieer dat het thuisnetwerk beschikbaar is.
2. Verbindt het apparaat opnieuw met het thuisnet-
werk.
→"Apparaat met WLAN-thuisnetwerk (WiFi) met
WPS-functie verbinden", Pagina55
→"Apparaat met WLAN-thuisnetwerk (WiFi) zonder
WPS-functie verbinden", Pagina55
Bij de watertoe-
voerslang lekt water.
De watertoevoerslang is niet correct / vast aangeslo-
ten.
1. Sluit de watertoevoerslang correct aan. Watertoe-
voerslang aansluiten
2. Draai de koppeling goed aan.
Er lekt water bij de
waterafvoerslang.
Waterafvoerslang is beschadigd.
Vervang de beschadigde waterafvoerslang.
Waterafvoerslang is niet correct aangesloten.
Sluit de waterafvoerslang correct aan. Aansluitsoor-
ten waterafvoer
nl Storingen verhelpen
78
Storing Oorzaak en probleemoplossing
In het apparaat is
geurvorming opgetre-
den.
Vochtigheid en wasmiddelresten kunnen de bacterie-
groei stimuleren.
→"Trommel reinigen", Pagina61
Als u het apparaat niet gebruikt, laat dan de deur
en wasmiddellade open zodat het restwater kan op-
drogen.
Transporteren, opslaan en afvoeren nl
79
19.1 Noodontgrendeling
Deur ontgrendelen
Vereiste:De afvoerpomp is leeg.
→Pagina63
1. LET OP! Wegstromend water kan
tot materiële schade leiden.
Open de deur niet als er water
achter het glas te zien is.
De noodontgrendeling met behulp
van gereedschap naar onderen
trekken en loslaten.
a Het deurslot is ontgrendeld.
2. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
3. De serviceklep sluiten.
Transporteren, opslaan en afvoeren
20 Transporteren, op-
slaan en afvoeren
Transporteren, opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier
waarop u het apparaat voorbereidt
voor transport en opslag. Daarnaast
leggen we u uit hoe u oude appara-
ten dient af te voeren.
20.1 Apparaat demonteren
1. De waterkraan sluiten.
2. De
→"Watertoevoerslang legen",
Pagina67.
3. Het apparaat uitschakelen.
4. De stekker van het apparaat uit het
stopcontact halen.
5. Resterend sop laten weglopen.
→"Afvoerpomp reinigen",
Pagina63
6. De slangen demonteren.
7. De doseerreservoirs legen.
20.2 Transportbeveiligingen
plaatsen
Zeker het apparaat voor transport
met de transportbeveiligingen om
schade te vermijden.
1. Verwijder de 4 afdekkapjes.
Gebruik indien nodig een
schroevendraaier voor het ver-
wijderen van de afdekkapjes.
Bewaar de afdekkapjes.
2. Plaats de 4 hulzen.
nl Transporteren, opslaan en afvoeren
80
3. Plaats alle bouten van de 4 trans-
portborgingen en draai deze iets
aan.
4. Plaats de stroomkabel in de hou-
der en draai alle 4 de bouten
van de transportborgingen met
een steeksleutel SW13 vast ⁠.
5. Plaats de slang in de houder.
20.3 Apparaat opnieuw in ge-
bruik nemen
De transportbeveiligingen verwijde-
ren.
20.4 Afvoeren van uw oude
apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen op-
nieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Kans op gevaar voor de gezond-
heid!
Kinderen kunnen zich in het apparaat
opsluiten en in levensgevaar gera-
ken.
Het apparaat niet opstellen achter
een deur die het openen van de
apparaatdeur blokkeert of verhin-
dert.
Bij afgedankte apparaten de stek-
ker van het netsnoer uit het stop-
contact halen, daarna het netsnoer
doorknippen en het slot van de ap-
paraatdeur dusdanig beschadigen,
dat de apparaatdeur niet langer
sluit.
1. De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Het apparaat milieuvriendelijk af-
voeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of
deelraadskantoor kunt u informatie
verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
Dit apparaat is geken-
merkt in overeenstem-
ming met de Europese
richtlijn 2012/19/EU be-
treffende afgedankte
elektrische en elektroni-
Servicedienst nl
81
sche apparatuur (waste
electrical and electronic
equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het ka-
der aan voor de in de
EU geldige terugneming
en verwerking van oude
apparaten.
Servicedienst
21 Servicedienst
Servicedienst
Als u vragen hebt over het gebruik,
een storing aan het apparaat niet zelf
kunt verhelpen of als het apparaat
moet worden gerepareerd, neem dan
contact op met onze servicedienst.
Veel problemen kunt u via de infor-
matie voor het verhelpen van storin-
gen in deze gebruiksaanwijzing of op
onze website zelf verhelpen. Als dit
niet het geval is, neem dan contact
op met onze servicedienst.
We zorgen ervoor dat het apparaat
zowel binnen de garantieperiode als
na het verstrijken van de fabrieksga-
rantie met originele reserveonderde-
len door geschoolde servicetechnici
wordt gerepareerd.
Originele vervangende onderdelen
die relevant zijn voor de werking in
overeenstemming met de desbetref-
fende Ecodesign-verordening kunt u
voor de duur van ten minste 10 jaar
vanaf het moment van in de handel
brengen van het apparaat binnen de
Europese Economische Ruimte bij
onze servicedienst verkrijgen.
Opmerking:Het inschakelen van de
servicedienst in het kader van de fa-
brieksgarantievoorwaarden is gratis.
Gedetailleerde informatie over de ga-
rantieperiode en garantievoorwaar-
den in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op
onze website.
Als u contact opneemt met de servi-
cedienst, hebt u het productnummer
(E-Nr.) en het productienummer (FD)
van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de service-
dienst vindt u in de meegeleverde
servicedienstlijst of op onze website.
21.1 Productnummer (E-nr.)
en productienummer
(FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het
productienummer (FD) vindt u op het
typeplaatje van het apparaat.
Het typeplaatje bevindt zich
afhankelijk van het model:
¡ aan de binnenkant van de deur.
¡ aan de binnenkant van de onder-
houdsklep.
¡ aan de achterkant van het appa-
raat.
Om uw apparaatgegevens en de ser-
vicedienst-telefoonnummers snel te-
rug te kunnen vinden, kunt u de ge-
gevens noteren.
21.2 AQUA-STOP-garantie
In aanvulling op de garantieaanspra-
ken tegen de verkoper op basis van
de koopovereenkomst en op onze fa-
brieksgarantie wordt u schadeloos
gesteld indien aan onderstaande
voorwaarden wordt voldaan.
¡ Als door een fout in het AquaStop-
systeem waterschade wordt ver-
oorzaakt, dan vergoeden wij de
schade van particuliere gebruikers.
Om het waterbeveiligingssysteem
te garanderen moet het apparaat
op het elektriciteitsnet zijn aange-
sloten.
¡ De aansprakelijkheidsgarantie
geldt voor de levensduur van het
apparaat.
nl Servicedienst
82
¡ Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met
AquaStop vakkundig en overeen-
komstig ons installatievoorschrift is
opgesteld en aangesloten; hiertoe
behoort ook de vakkundig gemon-
teerde verlenging van de
AquaStop (origineel toebehoren).
Onze garantie heeft geen betrek-
king op defecte toevoerleidingen
of armaturen tot aan de AquaStop-
aansluiting op de kraan.
¡ Tijdens het gebruik van een appa-
raat met AquaStop hoeft u er in
principe niet bij te blijven resp. na
het gebruik om veiligheidsredenen
de kraan dicht te draaien. Alleen
bij langere afwezigheid, bijvoor-
beeld als u een paar weken op va-
kantie gaat, moet de kraan worden
dichtgedraaid.
Verbruikswaarden nl
83
Verbruikswaarden
22 Verbruikswaarden
Verbruikswaarden
De volgende informatie wordt conform deEU-Ecodesign-verordening gegeven.
De opgegeven waarden voor andere programma's als Eco40-60 zijn slechts
richtwaarden en werden in aansluiting op de geldende norm EN60456 be-
paald. De automatische doseringsfunctie werd voor dit doeleinde gedeacti-
veerd.
Aanwijzingen m.b.t. de vergelijkende test: deactiveer de automatische doseer-
functie, tenzij deze functie het voorwerp is van de test.
Programma Bela-
ding
(kg)
Pro-
gram-
maduur
(h:min)
1
Ener-
giever-
bruik
(kWh/
cyclus)
1
Water-
ver-
bruik (l/
cyclus)
1
Maxi-
male
tempe-
ratuur
(°C) 5
min
1
Centri-
fuge-
toeren-
tal (t/
min)
1
Rest-
vocht-
gehal-
te (%)
1
Eco40-60
2
10,0 3:55 1,200 70,0 40 1600 44
Eco40-60
2
5,0 2:55 0,650 48,0 33 1600 44
Eco40-60
2
2,5 2:45 0,330 36,0 25 1600 44
Katoen20°C 10,0 3:15 0,500 95,0 24 1600 46
Katoen40°C 10,0 3:36 1,400 95,0 42 1600 46
Katoen60°C 10,0 3:32 2,150 95,0 60 1600 46
Katoen40°C
+ Voorwas
10,0 4:14 1,450 105,0 42 1600 46
Kreukherstel-
lend40°C
4,0 2:29 0,780 58,0 43 1200 30
Snel/
Mix40°C
4,0 1:00 0,650 44,0 41 1600 52
Wol 30°C 2,0 0:41 0,200 40,0 25 800 25
1
De werkelijke waarden kunnen door de invloed van waterdruk, hardheid en
inlaattemperatuur, omgevingstemperatuur, soort, hoeveelheid en vervuiling
van het wasgoed, gebruikt reinigingsmiddel, schommelingen van de stroom-
voorziening en geselecteerde bijkomende functies van de opgegeven waar-
den afwijken.
2
Testprogramma conform de EU-Ecodesignverordening en de EU-energiela-
belverordening met koud water (15°C).
nl Technische gegevens
84
Technische gegevens
23 Technische gegevens
Technische gegevens
Cijfers en feiten over het apparaat
vindt u hier.
Apparaathoogte 85,0cm
Apparaatbreedte 60,0cm
Apparaatdiepte 64,0cm
Gewicht 73kg
1
Maximale bela-
ding
10kg
netspanning 220 - 240V,
50Hz
Minimale in-
stallatiezekering
10A
Nominaal vermo-
gen
2300W
Opgenomen ver-
mogen
¡ Uit-toestand:
0,10W
¡ Niet-uitgescha-
kelde toe-
stand: 0,50W
¡ Tijd tot de net-
werkgebonden
stand-by wordt
ingesteld (Wi-
Fi): 5 min
¡ Netwerkge-
bonden stand-
by (WiFi):
1,50W
Waterdruk ¡ Minimaal:
100kPa
(1bar)
¡ Maximaal:
1000kPa
(10bar)
Lengte van de
watertoe-
voerslang
150cm
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoe-
ring
Lengte van de
waterafvoerslang
150cm
Lengte van de
netaansluitkabel
160cm
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoe-
ring
Dit product bevat lichtbronnen van de
energieklasse F De lichtbronnen zijn
leverbaar als reserveonderdeel en
mogen uitsluitend door een hiervoor
getrainde monteur worden vervan-
gen.
Overige informatie over uw model
vindt u op het internet onder https://
energylabel.bsh-group.com
1
. Dit we-
badres bevat een link naar de officië-
le EU-productdatabase EPREL, waar-
van de URL ten tijde van het drukken
nog niet was gepubliceerd. Volg dan
de aanwijzingen bij het zoeken naar
het model op. De modelidentificatie
bestaat uit het teken voor de slash
van het E-nummer (E-Nr.) op het ty-
peplaatje. Alternatief vindt u de mo-
delidentificatie ook in de eerste regel
van het EU-energielabel.
Conformiteitsverklaring
24 Conformiteitsverkla-
ring
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Robert Bosch Haus-
geräte GmbH dat het apparaat met
Home Connect functionaliteit voldoet
aan de fundamentele vereisten en de
overige toepasselijke bepalingen van
de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsver-
klaring vindt u op het internet onder
www.bosch-home.com op de pro-
ductpagina van uw apparaat bij de
aanvullende documenten.
1
Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte
Conformiteitsverklaring nl
85
2,4 GHz band: 100 mW max.
5 GHz band: 100 mW max.
BE BG CZ DK DE EE IE el
ES FR HR IT CY LV LT LU
HU MT NL AT PL PT RO SI
SK FI SE UK NO CH TR
5GHz WLAN (WiFi): alleen voor het gebruik binnenshuis.
Thank you for buying a
Bosch Home Appliance!
Register your new device on MyBosch now and profit directly from:
Expert tips & tricks for your appliance
Warranty extension options
Discounts for accessories & spare-parts
Digital manual and all appliance data at hand
Easy access to Bosch Home Appliances Service
Free and easy registration – also on mobile phones:
www.bosch-home.com/welcome
Looking for help?
You'll find it here.
Expert advice for your Bosch home appliances, help with problems
or a repair from Bosch experts.
Find out everything about the many ways Bosch can support you:
www.bosch-home.com/service
Contact data of all countries are listed in the attached service direc-
tory.
*9001555776*
9001555776 (001130)
nl
Robert Bosch Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
GERMANY
www.bosch-home.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Bosch WAXH2E41FG de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor