Efco DS 2200 S de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Italiano 3
English 23
Français 42
Deutsch 62
Español 82
Nederlands 102
Português 122
Ελληνικα 142
Türkçe 162
Česky 182
Pуccкий 202
Polski 222
102
NL
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
INLEIDING
Om de machine correct te gebruiken en
ongelukken te voorkomen, niet beginnen te
werken zonder deze handleiding zorgvuldig te
hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de
werking van de verschillende onderdelen plus
aanwijzingen voor noodzakelijke controles en
het bijbehorende onderhoud.
OPMERKING De beschrijvingen en illustraties
in deze handleiding zijn niet strikt bindend.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor
eventuele wijzigingen aan te brengen.
Dergelijke wijzigingen verplichten het
bedrijf niet deze handleiding steeds
opnieuw bij te werken.
Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies
bevat deze handleiding enkele paragrafen die
uw speciale aandacht vragen. Dergelijke
paragrafen zijn aangegeven met de hieronder
beschreven symbolen:
LET OP: wanneer er risico bestaat op
ongelukken, persoonlijk (dodelijk) letsel of
ernstige schade.
VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op
schade aan de machine of onderdelen ervan.
LET OP
GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE
ONDER NORMALE
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN KAN DEZE
MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN AAN
EEN DAGELIJKS PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU
DAT GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN
85 dB (A)
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
(bevat de voorschriften voor een veilig
gebruik van de machine)
102
2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
(geeft informatie over de identificatie
van de machine en de betekenis van
de symbolen)
104
3. HOOFDONDERDELEN (illustreert de
plaats van de hoofdonderdelen van de
machine)
104
4. ASSEMBLAGE (beschrijft hoe de
verpakking moet worden verwijderd
en de losse onderdelen moeten
worden gemonteerd)
104
5. STARTEN 106
6. STOPPEN VAN DE MOTOR 109
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE 109
8. TRANSPORT 112
9. ONDERHOUD (bevat alle informatie
om de machine in een goede staat te
houden)
113
10. OPSLAG 116
11. MILIEUBESCHERMING (Geeft enkele
adviezen voor een milieuvriendelijk
gebruik van de machine)
116
12. TECHNISCHE GEGEVENS (Geeft een
overzicht van de belangrijkste
kenmerken van de machine)
117
13. VERKLARING VAN
OVEREENSTEMMING
120
14. GARANTIEBEWIJS (Samenvatting van
de garantievoorwaarden)
120
15. HULP BIJ HET OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN (Biedt hulp om eventue-
le problemen bij het gebruik snel op
te lossen)
121
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP
- Als de machine goed gebruikt wordt, is
het een snel, handig en effectief
werkinstrument; als het niet goed of
zonder de nodige voorzorgsmaatregelen
gebruikt wordt, zou het een gevaarlijk
werktuig kunnen worden. Neem daarom
altijd de hieronder en verderop in de
handleiding vermelde
veiligheidsvoorschriften in acht, om
plezierig en veilig te kunnen werken.
- De blootstelling aan trillingen
veroorzaakt door het langdurig gebruik
van instrumenten die door een interne
verbrandingsmotor worden aangedreven,
103
NL
kan letsels veroorzaken aan de
bloedvaten of de zenuwen van de vingers,
handen en polsen bij personen die lijden
aan bloedsomloopstoornissen of
abnormale zwellingen. Langdurig gebruik
bij koud weer is in verband gebracht met
schade aan de bloedvaten bij overigens
gezonde mensen. Als er symptomen
optreden als verstijving, pijn, verlies van
kracht, verandering in huidskleur of
-weefsel of verlies van gevoel in de
vingers, handen of polsen, stop dan het
gebruik van dit apparaat en ga naar een
arts.
- Het ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld
met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig
letsel of overlijden zo klein mogelijk te
houden moeten personen met een
pacemaker hun eigen arts en de fabrikant
van de pacemaker raadplegen voordat ze
deze machine gebruiken.
LET OP: Nationale voorschriften kunnen
het gebruik van de machine beperken.
1 - Gebruik de machine niet voordat u op
de hoogte bent van de specieke manier
waarop deze moet worden gebruikt. De
gebruiker dient eerst te oefenen met het
apparaat voordat hij of zij het in de praktijk
gaat gebruiken.
2 - De machine mag uitsluitend worden gebruikt
door volwassenen die in goede lichamelijke
conditie zijn en de gebruiksaanwijzingen
kennen.
3 - Gebruik de bosmaaier nooit als u vermoeid
bent of wanneer u alcohol, drugs of
medicijnen heeft gebruikt.
4 - Draag altijd gepaste stevige kleding en
veiligheidsuitrusting (schoenen, een lange
broek, handschoenen, oor-, oogbeschermig
en een helm). De kleding moet aangenaam
zitten, maar mag niet te los worden gedragen.
5 - Laat nooit een kind met de bosmaaier werken.
6 - De gebruiker moet erop letten, dat er zich
in een straal van 15 meter van de in werking
zijnde bosmaaier niemand anders bevindt.
7 - Voordat u de bosmaaier gebruikt dient u te
controleren of de schroef, die het maaiblad
bevestigt, stevig vast zit.
8 - Gebruik nooit een ander snijwerktuig of
-onderdeel, dat niet expliciet is aanbevolen
voor deze machine (zie pag. 118).
9 - De bosmaaier mag niet zonder
maaibladbeveiliging worden gebruikt.
10 - Voordat u de machine start, moet u ervoor
zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien.
11 - Tijdens het werk moet u regelmatig het
maaiblad controleren (als de motor uit staat).
Gebruik de bosmaaier nooit als het maaiblad
kapot is of breuken vertoont: u dient dan het
maaiblad onmiddellijk te vervangen.
12 - Gebruik de machine alleen op goed
geventileerde plaatsen, gebruik de machine
niet in explosieve of ontvlambare ruimtes of
in gesloten ruimtes.
13 - Raak nimmer het maaiblad als de motor
loopt en pleeg ook geen onderhoud met
draaieinde motor.
14 - Het is verboden een andere rotor op de
stroomaansluiting van de machine aan te
brengen dan degene die door de fabrikant
geleverd is.
15 - Werk niet met een beschadigde, slecht
gerepareerde, slecht gemonteerde
of eigenhandig gewijzigde machine.
Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen,
beschadig hen niet en stel hen niet buiten
werking. Gebruik alleen werktuigen die zijn
aangegeven in de tabel.
16 - Houd alle etiketten met gevaar- en
veiligheidssignaleringen in perfecte conditie.
Als ze beschadigd of onleesbaar worden,
moeten ze onmiddellijk worden vervangen
(Fig. 25).
17 - Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan die in de handleiding
worden aangegeven (zie pag. 109).
18 - Laat het apparaat niet achter met draaiende
motor.
19 - U mag de motor nooit starten zonder
transmissiesteel.
20 - Controleer de bosmaaier dagelijks om er
zeker van te zijn dat alles juist functioneert
en dat alle veiligheidsvoorzieningen juist
104
NL
werken.
21 - Probeer geen reparaties te verrichten die
buiten het normale onderhoud vallen. Laat
dit soort werkzaamheden over aan uw dealer.
22 - Als de machine uit gebruik wordt
genomen, mag deze niet in het milieu
worden achtergelaten, maar moet deze
worden teruggebracht naar de Dealer, die
voor de juiste verwerking zal zorgen.
23 - Geef of leen de bosmaaier uitsluitend aan
ervaren personen die op de hoogte zijn van
de werking en het juiste gebruik van de
machine. Geef ook de handleiding met de
gebruiksaanwijzingen, die moet worden
gelezen alvorens het werk te beginnen.
24 - Zich altijd tot uw verkoper wenden voor
iedere verdere uitleg of noodzakelijke
ingreep.
25 - Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en
raadplegen voor ieder gebruik van de
machine.
LET OP
- Gebruik nooit een machine met defecte
veiligheidsfuncties. De
veiligheidsuitrusting van de machine moet
gecontroleerd en onderhouden worden
zoals in dit deel beschreven is. Als uw
machine tekortschiet bij een van de
controles, neem dan contact op met een
erkend servicecentrum om hem te laten
repareren.
- Elk gebruik van de machine dat niet
uitdrukkelijk in deze handleiding is
beschreven moet beschouwd worden als
oneigenlijk en vormt dus een gevaar voor
mensen en voorwerpen.
2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN (Fig. 25)
1 - Lees de gebruikshandleiding alvorens u met
de machine gaat werken.
2 - Draag ogg, -oor-en hoofdbescherming.
3 - Draag beschermende schoenen en
handschoenen wanneer u metalen of
kunststof schijven gebruikt.
4 - Let op wegspringende voorwerpen.
5 - Zorg ervoor dat er zich geen mensen binnen
een straal van 15 m in uw werkgebied
bevinden.
6 - Het gebruik van de bosmaaier met de houten
maaischijf is verboden.
7 - Pas met name op voor het terugstooteect;
dit kan zeer gevaarlijk zijn.
8 - Op machines met gebogen aandrijfas is het
niet mogelijk willekeurig wat voor type schijf
te monteren; er kunnen uitsluitend koppen
met nylon draad gebruikt worden.
9 - Type machine: BOSMAAIER.
10 - Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau.
11 - EG-conformiteitsmerk.
12 - Serienummer.
13 - Jaar van fabricage.
14 - Max. snelheid uitgaande as, TPM.
15 - Zuiveringsbolletje.
3. HOOFDONDERDELEN (Fig.1)
4 - Draagriemen
5 - Conisch paar
6 - Veiligheidsbeschermkap
7 - Nylon draadkop
8 - Brandstoftankdop
9 - Zuiveringsbolletje
10 - Afstelschroeven carburador
11 - Uitlaatklep
12 - Bougie
13 - Luchtlter
14 - Starthendel
15 - Chokehendel
16 - Gashendelblokkering
17 - Stop-knop
18 - Gashendel
19 - Draagriem ophangbeugel
20 - Handgreep
21 - Steel
22 - Koppelverbinding hulpstukken DS 2400 D
4. ASSEMBLAGE
MONTAGE VAN DE NYLON DRAADKOP (Fig. 8)
Monteer de bovenring (F) op hun plaats op de
transmissie. Plaats de blokkeerpen (H) in het gat
(L) en schroef de draadkop (N) handvast tegen de
wijzers van de klok in.
MONTAGE VAN DE HANDGREEP (Fig. 2)
Plaats de handgreep op de steel en vergrendel
deze door schroeven (A). De handgreep positie
is berekend op normaal gebruiksgemak van de
105
NL
gebruiker.
MONTAGE VEILIGHEIDSBARRIERE (Fig. 9A)
Wanneer er een schijf wordt gebruikt in plaats
van de kop met nylondraden moet de
“veiligheidsbarrière” worden gemonteerd.
Bevestig de barrière (A) onder de aansluiting (C)
van de handgreep (20B, Fig. 1) met behlup van
de schroeven (B), waarbij u erop moet letten of
de “veiligheidsbarrière” wel aan de linkerzijde
van de bosmaaier zit.
Montage van het stuur
DS 2200 T (Fig.4)
- Zet het stuur (A) in de onderste klem (B1).
VOORZICHTIG: Het stuur (A) moet op de
klem (B) worden bevestigd binnen de twee
markeringen (C) op het stuur.
- Plaats de bovenste klem (B2) en haal de 4
schroeven (D) aan zonder ze volledig vast te
draaien.
- Lijn het stuur in een rechte hoek uit ten
opzichte van de steel.
- Haal de schroeven (D) stevig aan.
DS 2400 T (verstelbaar stuur) (Fig.5)
- Draai de vleugelschroef (E) los en blijf draaien
totdat het stuur (F) linksom kan worden
gedraaid.
- Draai het stuur (F) 90° en draai daarna de
handgrepen omhoog.
- Haal de vleugelschroef (E) stevig aan.
Opslag- of transportstand (DS 2400 T)
Voer bovenstaande beschrijvingen in
omgekeerde volgorde uit om de handgrepen
omhoog te draaien en het stuur rechtsom te
draaien.
Montage van de bedieningshandgrepen (DS
2200 T – DS 2400 T) (Fig.6)
- Draai de schroef (G) los. De moer (H) blijft in de
bedieningshandgreep (L).
- Duw de bedieningshandgreep (L) (de gashendel
M moet naar de haakse overbrenging gericht
zijn) zodanig op het stuur (N) dat de gaten (P)
zijn uitgelijnd.
- Plaats de schroef (G) en haal hem stevig aan.
MONTAGE VAN DE VEILIGHEIDSKAP (Fig. 7)
- Plaats de twee pinnen (E) van de bescherming
in de gaten (F).
- Monteer de kunststof of stalen beschermkap
(A) met de bouten op zodanige wijze aan de
steel dat deze een goede bescherming biedt
(B).
OPMERKING: Gebruik de extra beschermrand (C)
alleen in combinatie met de nylon draadkop. De
beschermkap (C) moet met de schroef (D) op de
beschermkap (A) bevestigd worden.
MONTAGE VAN HET MAAIBLAD (Fig. 9)
Draai de bout (linkse draad) (A) met de klok mee
los en verwijder ringen (B) deksel (D) en onderring
(E). Monteer het maaimes (R) op de borgring (F)
waarbij u er op let, dat de draairichting goed is en
dat deze goed gepositioneerd is t.o.v. de houder.
Monteer de onderring (E), deksel (D), ringen (B) en
schroefbout (A) tegen de wijzers van de klok in vast.
Steek de meegeleverde blokkeerpen in het
daarvoor bestemde gat (L) om het maaiblad te
blokkeren. Nnu kan men bout (A, Fig. 2) op moment
vastdraaien (2.5 kgm - 25 Nm).
LET OP – De buisklem (zie pijlen C, Fig.9)
moet in het montagegat van de maaischijf steken.
LET OP! - Deze machines mogen niet worden
gebruikt met een houtschijf (22-60-80 tanden) en
bijbehorende metalen bescherming.
LET OP: Controleer of alle componenten
goed gemonteerd zijn en dat alle schroeven
goed vastgedraaid zijn.
Montage en demontage hulpstukken
DS 2400 D (Fig.5A)
Montage:
- Draai de verbinding (E) los door de knop (C)
linksom te draaien;
- Lijn het lipje van het hulpstuk (B) uit met de
groef (A) van de verbinding (E);
- Plaats de buis van het hulpstuk (D) in de
verbinding (E) tot de stippellijn (F);
OPMERKING Om de handeling te
vergemakkelijken draait u het snijgereedschap
van het hulpstuk om de transmissieas op de
106
NL
lasverbinding in te laten grijpen. Controleer
of er geen vuil in de verbinding aanwezig is;
- Haal de knop (C) stevig aan door rechtsom te
draaien.
Demontage:
Draai de koppeling los door de knop (C) linksom
te draaien en neem het hulpstuk weg.
Goedgekeurde accessoires (Fig. 19)
De volgende accessoires van Emak kunnen op de
basismachine worden gemonteerd:
EH 24 Heggenschaar (verstelbaar) (1) (2)
EH 48 Heggenschaar (verstelbaar) (1) (2)
EP 100 Hoogsnoeier (2)
Hulpstuk hoogsnoeier: D-PP (3)
Hulpstuk heggenschaar: D-HC(3)
Hulpstuk bladblazer: D-BV (3)
Hulpstuk verlengstuk (3)
(1) De veiligheidsafscherming (A, Fig.9A) moet
onder de enkele handgreep (loop) worden
gemonteerd.
(2) Niet goedgekeurd om met de modellen met
stuur te worden gebruikt (DS 2200 T - DS 2400 T).
(3) Goedgekeurd om te worden gebruikt met het
model DS 2400 D.
5. STARTEN (Fig.10)
BRANDSTOF
WAARSCHUWING: benzine is een zeer
ontvlambare brandstof. Wees zeer
voorzichtig bij het hanteren van
benzine of een mengsel van
brandstoffen. Rook niet en breng geen
vuur of vlammen in de buurt van de
brandstof of van de machine.
· Ga zorgvuldig om met brandstof om het
risico op brand of brandwonden zo klein
mogelijk te houden. Deze is zeer
ontvlambaar.
· Schud de brandstof en doe deze in een
houder die goedgekeurd is voor de brandstof.
· Meng de brandstof in de open lucht, in een
omgeving waar geen vonken of vlammen
zijn.
· Leg het apparaat op de grond, stop de motor
en laat het apparaat afkoelen voordat u
brandstof bijvult.
· Draai de dop van de brandstof langzaam los
om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
· Draai de dop van de brandstoftank goed
dicht na het bijvullen. Trillingen kunnen
ervoor zorgen dat de dop losraakt en er
brandstof naar buiten komt.
· Veeg de brandstof die uit het apparaat is
gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter
van de plaats waarop u heeft bijgevuld
voordat u de motor start.
· Probeer onder geen beding brandstof te
verbranden die naar buiten is gekomen.
· Rook niet tijdens het hanteren van de
brandstof of tijdens het gebruik van de
machine.
· Bewaar de brandstof op een koele, droge en
goedgeventileerde plaats.
· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met
droge bladeren, hooi, papier etc.
· Bewaar het apparaat en de brandstof op
plaatsen waar de brandstofdampen niet in
contact kunnen komen met vonken of open
vlammen, geisers of boilers, elektrische
motoren of schakelaars, ovens etc.
· Haal de dop niet van de tank wanneer de
motor draait.
· Gebruik brandstof niet voor
schoonmaakwerkzaamheden.
· Let erop dat er geen brandstof op uw kleding
komt.
OLIE
2%-50 : 1
4%-25 : 1
1
5
10
15
20
25
BENZINE
l
0,04 (40)
0,20 (200)
0,40 (400)
0,60 (600)
0,80 (800)
1,00 (1000)
0,02 (20)
0,10 (100)
0,20 (200)
0,30 (300)
0,40 (400)
0,50 (500)
l (cm
3
) l (cm
3
)
A
107
NL
Dit product wordt aangedreven door een
tweetaktmotor waarbij er een voormenging
moet plaatsvinden van olie en benzine voor
tweetaktmotoren. Meng de loodvrije benzine en
de olie voor tweetaktmotoren voor in een schone
houder die goedgekeurd is voor benzine.
AANBEVOLEN BRANDSTOF: DEZE MOTOR IS
GECERTIFICEERD OM TE WERKEN MET LOODVRIJE
BENZINE VOOR AUTOGEBRUIK MET 89 OCTAAN
([R + M] / 2) OF MET EEN GROTER OCTAANGETAL.
Meng de olie voor tweetaktmotoren met benzine
volgens de instructies op de verpakking.
Wij adviseren om Efco olie voor tweetaktmotoren
op 2% (1:50) te gebruiken, die specifiek is
samengesteld voor alle luchtgekoelde Efco
tweetaktmotoren.
De juiste olie-/benzineverhoudingen die
aangegeven zijn in de tabel (Fig. A) zijn geschikt
als men Efco PROSINT 2- en EUROSINT 2-olie
gebruikt of een soortgelijke motorolie van hoge
kwaliteit (JASO FD- of ISO L-EGD-specificaties).
Als de specificaties van de olie NIET equivalent
of niet bekend zijn, gebruik dan een
mengverhouding olie/benzine van 4% (1:25).
LET OP: GEBRUIK GEEN OLIE VOOR
AUTO’S OF OLIE VOOR TWEETAKT-
BUITENBOORDMOTOREN.
VOORZICHTIG:
- Koop alleen de hoeveelheid brandstof die u
nodig heeft; koop niet meer dan dat u in
één of twee maanden gebruikt;
- Bewaar de benzine in een hermetisch
gesloten tank op een koele en droge plaats.
VOORZICHTIG - Gebruik voor het
brandstofmengsel nooit een brandstof met
een ethanolpercentage van meer dan 10%;
gasohol (ethanol-benzinemengsel) is
acceptabel met een ethanolpercentage tot
10% of E10-brandstof.
OPMERKING - Bereid slechts de benodigde
hoeveelheid van het mengsel voor; laat het niet
lange tijd in de tank of de jerrycan zitten. Het
wordt aanbevolen om de brandstofstabilisator
van Emak ADDITIX 2000 code 001000972 te
gebruiken om het mengsel voor een periode van
30 dagen te bewaren.
Alkylaatbenzine
VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft
niet dezelfde dichtheid als normale benzine.
Motoren die met normale benzine afgesteld
zijn vereisen mogelijk een andere afstelling
van de schroef H. Wend u voor deze afstelling
tot een erkend servicecentrum.
BIJVULLEN
Schud de jerrycan met het mengsel voordat u de
tank bijvult.
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN
DRAAGRIEM
Een juiste afstelling van de draagriem geeft uw
bosmaaier de juiste balans en werkhoogte vanaf
de grond (Fig. 10).
- Hang de draagriem enkel of dubbel om.
- Haak de bosmaaier aan de draagriem d.m.v.
de sluiting (A, Fig. 10).
- Stel het ophangoog (19A, Fig. 1) zodanig af dat
de bosmaaier in goede balans hangt.
- Stel de draagriem (C, Fig. 11) zodanig af, dat
de bosmaaier op de juiste hoogte hangt.
Modellen DS 220 S - DS 2200 S
Op deze modellen is de aansluiting van het
draagstel niet verstelbaar (19B, Fig. 1).
STARTEN
Voordat u de machine start, moet u ervoor
zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien.
Het werktuig mag niet draaien als de
motor op het stationair toerental
draait. Anders contact opnemen met
een Authorized Service Center voor het
uitvoeren van een controle en het
probleem op te lossen.
WAARSCHUWING: Houd de bosmaaier
stevig met beide handen vast. Houd de
steel altijd aan de rechterkant van uw
lichaam. Houd de bosmaaier nooit met
108
NL
gekruiste handen vast. Linkshandigen
dienen deze instructies ook op te vol-
gen. Sta in een goede houding om te
snoeien.
Blootstelling aan trillingen kan letsel
veroorzaken bij personen die lijden aan
bloedsomloopproblemen of
zenuwaandoeningen. Raadpleeg een
arts indien u fysieke symptomen heeft
zoals verstijving, gevoelloosheid,
vermindering van de normale kracht of
variaties in de kleur van de huid. Deze
symptomen doen zich doorgaans voor
in de vingers, handen of polsen.
Voordat u de machine start, dient u te controleren
of de gashendel vrij functioneert.
WAARSCHUWING: houd u aan de
veiligheidsinstructies voor het hanteren van
de brandstof. Zet altijd de motor uit voordat u
de tank bijvult. Vul nooit brandstof bij in een
apparaat met een draaiende of hete motor.
Ga minimaal 3 m van de plaats waar de
bijvulling heeft plaatsgevonden vandaan
voordat u de motor start. NIET ROKEN!
1. Maak het oppervlak rond de tankdop schoon
om verontreiniging te voorkomen.
2. Draai de tankdop langzaam los.
3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de
tank. Voorkom morsen.
4. Voordat u de tankdop weer vastdraait dient u
de pakking schoon te maken en te controleren.
5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai
hem met de hand vast. Verwijder eventueel
gemorste brandstof.
WAARSCHUWING: controleer of er
brandstoflekken zijn, en los deze op voordat
u het apparaat gebruikt. Neem zo nodig
contact op met de klantenservice van uw
leverancier.
Motor is verzopen
- Zet de on/off-schakelaar op STOP.
- Plaats een geschikt gereedschap in de dop
van de bougie.
- Wrik de dop van de bougie.
- Draai de bougie los en maak hem droog.
- Zet het gas helemaal open.
- Trek een paar keer aan het startkoord om de
verbrandingskamer leeg te maken.
- Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de
dop weer aan, druk hem stevig naar beneden.
- Zet de on/off-schakelaar op I, de startstand.
- Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als
de motor koud is.
- Start de motor.
Startprocedure
1) Duw de primer 6 keer zacht in (9, Fig.1).
2) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand
CLOSE (0) (A, Fig.13). Op deze manier wordt
automatisch ook de semi-versnelling
ingeschakeld.
3) Zet de bosmaaier in een stabiele stand op de
grond. Controleer of het snijgereedschap vrij
is. Houd de bosmaaier met één hand vast
(Fig.12), trek aan de startkabel (niet meer dan
3 keer) totdat u de eerste plof van de motor
hoort. Een nieuwe machine kan een aantal
extra pogingen vereisen.
4) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand
OPEN (I) (B, Fig.13).
5) Trek aan de startkabel om de motor te starten.
Laat de machine na de start enkele seconden
warmlopen zonder de gashendel aan te
raken. De machine kan er bij kou of op grote
hoogte wat langer over doen om op te
warmen. Druk ten slotte de gashendel (18,
Fig. 1) in om de automatische semi-versnelling
uit te schakelen.
VOORZICHTIG:
- Wikkel de startkabel nooit om uw hand.
- Gebruik bij het trekken nooit de hele lengte
van de startkabel; hierdoor kan hij breken.
- Laat de startkabel niet plotseling los; houd
de starthandgreep (14, Fig.1) vast en laat
de kabel langzaam oprollen.
LET OP: als de motor warm is geen choke
gebruiken om te starten.
109
NL
LET OP: Gebruik het semi-
versnellingsapparaatje uitsluitend bij de
startfase van de motor koud.
INLOPEN VAN DE MOTOR
De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8
bedrijfsuren.
Om overmatige belasting te vermijden mag de
motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast
worden gebruikt op het maximale toerental.
LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag
de carburatie niet worden veranderd om het
vermogen te vergroten; de motor zou hierdoor
beschadigd kunnen raken.
OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe
motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik.
6. STOPPEN VAN DE MOTOR
Laat de motor stationair lopen door gashendel (18,
Fig. 1) los te laten. Laat de motor even stationair
lopen om deze enigszins af te laten koelen. Zet
de motor uit door de aan/uit schakelaar (17) in de
STOP positie te zetten.
7. GEBRUIK VAN DE MACHINE
VERBODEN GEBRUIK
WAARSCHUWING: Vermijd kickout, dit
kan leiden tot ernstig letsel. Kickout is de
zijwaarste of plotselinge voorwaartse
beweging van de machine die ontstaat
wanneer het maaiblad in contact komt met
een voorwerp zoals een houtblok of een
steen, of wanneer het maaiblad vast komt te
zitten in het hout. Het in aanraking komen
met een voorwerp kan ook leiden tot verlies
van controle over de bosmaaier .
LET OP! - Altijd de
veiligheidsvoorsschriften volgen. De bosmaaier
moet siechts gebruikt worden voor het knippen
van gras en kleine heesters. Zaag hout alleen
met een geschikte zaagblad. Zaag geen metaal,
kunststof, metselwerk, of bouwmaterialen die
niet van hout zijn. Het is verboden ieder ander
materiaal te knippen. De bosmaaier niet
gebruiken om voorwerpen op te lichten, te
verplaatsen, te versplinteren. Niet blokkeren
op een vaste steun. Het is verboden om aan het
hoofdcontact van de bosmaaier andere
hulpstukken te verbinden als die door de
fabrikant aangegeven worden.
WAARSCHUWING: Vermijd, bij het
gebruik van onbuigzame maaibladen,
snijwerkzaamheden vlakbij hekken, kanten
van gebouwen, boomstronken, stenen of
andere soortgelijke voorwerpen die tot
kickout van de bosmaaier kunnen leiden en
schade aan het maaiblad kunnen veroorzaken.
Voor dit soort werkzaamheden adviseren wij
het gebruik van de nylon draden. Bovendien
dient u in dergelijke omstandigheden alert te
zijn op afketsen.
WAARSCHUWING: Gebruik een
bosmaaier nooit boven het grondoppervlak
of met het snijwerktuig in verticale stand.
Gebruik de bosmaaier nooit als heggenschaar.
WAARSCHUWING: Als het maaiblad,
nadat het goed vastgezet is, los gaat zitten,
onmiddellijk stoppen met werken. De
borgmoer kan versleten zijn of beschadigd en
moet dan vervangen worden. Gebruik nooit
niet-geautoriseerde onderdelen om het
maaiblad vast te zetten. Als het maaiblad los
blijft zitten, contact opnemen met uw dealer.
Gebruik een bosmaaier nooit met een
loszittend maaiblad.
Voorzorgsmaatregelen voor het werkgebied
Verricht snoeiwerkzaamheden altijd met
beide voeten op een stevige ondergrond om
verlies van evenwicht te voorkomen.
Zorg ervoor dat u kunt bewegen en veilig
staan. Controleer het gebied om u heen op
mogelijke obstakels (wortels, rotsen, takken,
sloten, enz.) voor het geval u plotseling moet
bewegen.
Snoei niet boven borsthoogte, een bosmaaier
is moeilijk onder controle tegen kickout te
110
NL
houden als u hem hoger houdt.
Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels.
Lat dat werk over aan deskundigen.
Snoei alleen als zicht en licht voldoende zijn
voor u om duidelijk te kunnen zien.
Snoei niet als u op een ladder staat, dit is
uiterst gevaarlijk.
Stop de bosmaaier als het maaiblad een
vreemd voorwerp raakt. Controleer het
maaiblad en de bosmaaier; herstel eventuele
beschadigde onderdelen.
Houd het maaiblad vrij van vuil en zand. Zelfs
een kleine hoeveelheid vuil kan het maaiblad
bot maken en de kans op kickout vergroten.
Stop de motor voordat u de bosmaaier neer
zet.
Wees bijzonder voorzichtig en alert tijdens het
dragen van gehoorbescherming want
dergelijke apparatuur kan uw vermogen om
waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen, enz.) belemmeren.
Wees uiterst voorzichtig bij het werken op
hellingen of ongelijkmatig terrein.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
onbuigzame maaibladen bij het snoeien in
gebieden met veel stenen. Weggeslingerde
voorwerpen of beschadigde maaibladen
kunnen leiden tot ernstig of dodelijk letsel bij
de operator of omstanders. Pas goed op voor
weggeslingerde voorwerpen. Draag altijd
goedgekeurde oogbescherming. Buig u nooit
over de beschermkap van het snijwerktuig.
Stenen, rommel, enz. kunnen naar boven
geslingerd worden en blindheid of ernstig
letsel veroorzaken. Houd onbevoegden op
afstand. Kinderen, dieren, nieuwsgierigen en
helpers moeten op 15 m afstand gehouden
worden. Zet de machine onmiddellijk uit als
iemand u benadert. Zwaai de machine nooit
rond voordat u gecontroleerd heeft wat er
achter u gebeurt om zeker te weten- dat er
niemand in de veiligheidszone staat.
Werktechnieken
Algemene werkinstructies
WAARSCHUWING:In dit deel worden de
fundamentele veiligheidsmaatregelen
beschreven voor het werken met kapzagen
en trimmers. Als u een situatie tegenkomt
waarin u niet zeker weet wat te doen dient u
een deskundige te raadplegen. Neem contact
op met uw dealer of onderhoudswerkplaats.
Vermijd alle gebruik waarvan u denkt dat het
buiten uw capaciteiten valt. U moet het
verschil begrijpen tussen bos uitdunnen, gras
opruimen en grasmaaien voordat u begint.
Fundamentele veiligheidsvoorschriften
1. Kijk om u heen:
Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren of
iets anders uw controle over de machine niet
kunnen beïnvloeden.
Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren, enz.,
niet in aanraking komen met het snijwerktuig
of losse voorwerpen die door het snijwerktuig
weggeslingerd kunnen worden.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine
niet tenzij u in staat bent om hulp te roepen in
geval van een ongeluk.
2. Gebruik de machine niet bij slecht weer, zoals
dichte mist, hevige regen, sterke wind, intense
koude, enz. Werken bij slecht weer is
vermoeiend en brengt vaak extra risicos met
zich mee, zoals bevroren grond, enz.
3. Zorg ervoor dat u kunt bewegen en veilig
staan. Controleer het gebied om u heen op
mogelijke obstakels (wortels, rotsen, takken,
sloten, enz.) voor het geval u plotseling moet
bewegen. Pas extra goed op als u op een
hellend terrein werkt.
4. Schakel de motor uit voordat u naar een ander
gebied loopt.
5. Zet de machine nooit op de grond met
lopende motor.
Gebruik altijd de juiste uitrusting.
Verzeker u ervan dat de uitrusting goed
afgesteld is.
Organiseer uw werk zorgvuldig.
Werk altijd vol gas wanneer u begint te snoeien
met het maaiblad.
Gebruik altijd scherpe maaibladen.
WAARSCHUWING: Noch de operator
van de machine noch iemand anders mag het
111
NL
gesnoeide materiaal verwijderen terwijl de
motor loopt of het snijwerktuig draait, dit kan
tot ernstig letsel leiden. Stop de motor en het
snijwerktuig voordat u materiaal verwijdert
dat zich rond het maaiblad heeft gewonden,
anders loopt u kans op letsel. Het kegelwiel
kan tijdens gebruik heet worden en nog een
tijd heet blijven. U kunt zich verbranden als u
het aanraakt.
WAARSCHUWING: Soms raken takken
of gras verstrikt tussen de beschermkap en
het snijwerktuig. Zet de motor altijd uit
voordat u dit schoonmaakt.
Controleer voordat u begint
Controleer het maaiblad op barsten aan de
onderkant van de tanden of in de buurt van
het gat in het midden. Gooi het maaiblad weg
als u barsten aantreft.
Controleer of de steunflens niet gebarsten is
door moeheid of doordat het te stevig is
vastgedraaid. Gooi de steunflens weg als hij
gebarsten is.
Verzeker u ervan dat de borgmoer goed werkt.
Het aanhaalkoppel van de borgmoer dient 25
Nm te zijn.
Controleer of de beschermkap van het
maaiblad niet beschadigd of gebarsten is.
Vervang de beschermkap als hij gebarsten is.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine
nooit zonder beschermkap of met een defecte
beschermkap. Gebruik de machine nooit
zonder de transmissie-as.
Verwijderen van struikgewas
Controleer, voordat u met maaien begint, het
gebied waar u wilt werken, het soort terrein,
de helling, of er stenen, gaten zijn, enz.
Begin daar waar het gebied het makkelijkst te
bewerken is, maak een open ruimte van
waaruit u kunt werken.
Werk systematisch van de ene kant naar de
andere, maak bij iedere stap een ruimte vrij
van ongeveer 4-5 m. Zodoende gebruikt u het
volledige bereik van de machine in beide
richtingen en zo krijgt de operator een
gunstige en gevarieerde werkpositie.
Maak een strook van ongeveer 75 m lengte
vrij. Beweeg de brandstoftank naar gelang het
werk vordert.
Op hellend terrein moet u langs de helling
werken. Het is makkelijker om langs een
helling te werken dan van beneden naar
boven.
U dient de strook te plannen om te voorkomen
dat u over sloten of andere obstakels op de
grond moet gaan. U dient ook de werkrichting
te bepalen om gebruik te kunnen maken van
de windrichting, zodat gesnoeide stengels op
het vrijgemaakte gebied vallen.
Grasmaaien met een grasmaaiblad
Gebruik grasmaaibladen en grassnijders niet
voor houtachtige stengels.
Een grasmaaiblad kan gebruikt worden voor
alle soorten lang of grof gras.
Het gras wordt met een zijdelingse, zwaaiende
beweging afgesneden, de beweging van
rechts-naar-links is de maaislag en de
beweging van links-naar-rechts is de
retourslag. Laat de linkerkant van het maaiblad
(tussen 8 en 12 uur) maaien.
Als het blad bij het grasmaaien naar links
gedraaid wordt, zal het gras op een rij
verzameld worden, dit maakt het verzamelen,
bijv. met een hark, makkelijker.
Probeer ritmisch te werk te gaan. Ga stevig
staan met uw voeten uit elkaar. Stap naar
voren na de retourslag en ga weer stevig
staan.
Laat het steundeksel lichtjes op de grond
rusten. Dit zorgt ervoor dat het blad de grond
niet raakt.
Verminder het risico van het omwikkelen van
materiaal rond de steel door de volgende
instructies op te volgen:
1. Werk altijd met vol gas.
2. Vermijd het eerder gemaaide materiaal
tijdens de retourslag.
Stop de motor, maak de machine los van het
draagstel los en leg hem op de grond voordat
u het gemaaide materiaal gaat verzamelen.
Grasmaaien met een snoeimes
VOORZICHTIG: Werk niet met een
112
NL
maaidraad die langer is dan goed is voor de
beoogde diameter. Als de beschermkap goed
is gemonteerd, zal het ingebouwde mes de
draad automatisch op de juiste lengte
afstellen. Te lange draden leiden tot
overbelasting van de motor, hetgeen schade
toebrengt aan het koppelingsmechanisme en
nabij gelegen onderdelen.
Maaien
Houd de maaikop vlak boven de grond op zijn
kant. Het einde van de draad doet het werk.
Laat de draad in zijn eigen tempo werken.
Duw de draad nooit in het gebied dat gemaaid
moet worden.
De draad kan makkelijk gras en onkruid
verwijderen langs muren, hekken, bomen en
bermen, het kan echter ook schade toebrengen
aan gevoelig schors van bomen en struiken,
en palen van hekken beschadigen.
Verminder het risico van beschadiging aan
planten door de draad tot 10-12 cm korter te
maken en het motortoerental te verlagen.
Opruimen
De opruimtechniek verwijdert alle ongewenste
vegetatie. Houd de maaikop vlak boven de
grond op zijn kant. Laat het eind van de draad
de grond rond bomen, palen, beelden en
dergelijke raken.
VOORZICHTIG: Deze techniek versnelt
de slijtage van de draad.
De draad slijt sneller en moet vaker verlengd
worden als u tegen stenen, bakstenen, beton,
metalen hekken, enz., werkt, dan wanneer de
draad in contact komt met bomen en houten
hekken.
Bij het maaien en opruimen dient u met
minder ver geopend gas te werken zodat de
draad langer meegaat en slijtage van de
maaikop verminderd wordt.
Maaien
De trimmer is ideaal om gras te maaien dat
moeilijk bereikbaar is met een gewone
grasmaaier. Houd het koord tijdens het maaien
parallel met de grond. Duw de maaikop niet
tegen de grond want dit kan het gazon
vernielen en het gereedschap beschadigen.
(Fig. 15).
Laat de maaikop niet steeds in contact komen
met de grond tijdens het normale maaien.
Dergelijk continu contact kan schade en
slijtage toebrengen aan de maaikop.
Vegen
Het ventilatie-effect van de draaiende draad
kan gebruikt worden om snel en makkelijk
rommel op te ruimen. Houd de draad parallel
aan en boven het gebied dat geveegd moet
worden en beweeg het gereedschap heen en
weer (Fig. 16).
Bij het maaien en vegen dient u met volledig
geopend gas te werken om de beste resultaten
te behalen.
WAARSCHUWING: Maai nooit wanneer
er slecht zicht is of bij erg hoge of lage
temperaturen of wanneer het vriest.
8. TRANSPORT
TRANSPORT
Als u de bosmaaier vervoert, dan moet de motor
zijn uitgeschakeld en het blad zijn bedekt met de
maaibladbeveiliging (Fig. 3).
LET OP: Monteer bij transport of opslag de
beschermkap p.n. 4196086 van de maaischijf op
de bosmaaier zoals op de Fig. 3 is weergegeven.
9. ONDERHOUD
Let er alstublieft op dat de volgende onderhoudsintervals alleen van toepassing zijn op normale werkomstandigheden.
Als uw dagelijks werk meer tijd vergt dan normaal of als er sprake is van moeilijke maai-omstandigheden, dan moeten
de voorgestelde intervals dienovereenkomstig verkort worden
Complete Machine
Inspecteren (Lekkages, barsten, en slijtage)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
Schoonmaken na afloop dagelijkse werkzaamhe
den
Werking controleren
Inspecteren (Lekkages, barsten, en slijtage)
Slijpen
Inspecteren (Schade, Slijtage en Smeerniveau)
Schoonmaken
Bedieningselementen (Stop-knop, Chokehendel, Gashendel,
Interlockstarter)
Brandstoftank
Brandstoffilter en leidingen
Snijwerktuigen
Kegelwiel
Beschermkap snijwerktuigen
Alle toegankelijke schroeven en moeren (Niet de afstelschroeven)
Luchtfilter
Vóór elk gebruik
Elke maand
Indien beschadigd of
defect
Zoals vereist
6 maanden of om de
50 uur
jaarlijks of elke
100 uur
Cilinderribben
Startsysteem ventilatiegaten
Bougie
Moeren en schroeven snijwerktuig
Koppelverbinding hulpstukken DS 2400 D
Spanning controleren
Vervangen
Inspecteren
Opnieuw aanhalen
Schoonmaken
Schoonmaken
Schoonmaken na afloop dagelijkse werkzaamheden
Inspecteren (Schade en Slijtage)
Vervangen
Controleer de opening van de elektrode
Controleer of de blokkeermoer van het
snijwerktuig goed vastzit
Smeren
Vervangen
Controleer stationair toerental (snijwerktuig
mag niet draaien bij stationair toerental)
Vervangen
x
Startkoord
Carburateur
Trillingstandaards
Inspecteren
Schoonmaken, Filterelement vervangen
Inspecteren (Schade en Slijtage)
Inspecteren (Schade en Slijtage)
Inspecteren (Schade en Slijtage)
Door dealer laten vervangen
x
x
x
x
x
x x
x
x
Onderhoudstabel
113
NL
114
NL
SLIJPEN VAN MAAIMESSEN 234 TANDEN
1. De maaimessen kunnen worden omgekeerd:
wanneer een kant niet scherp meer is, kan het
mes worden omgekeerd om de andere kant
te gebruiken (Fig. 17).
2. De maaimessen worden geslepen met een
platte vijl met enkelvoudige snede (Fig. 17).
3. Om de uitbalancering te handhaven moeten
alle snijkanten gelijkmatig worden gevijld.
4. Als de messen niet goed geslepen zijn, kunnen
ze abnormale trillingen veroorzaken in de
machine, waardoor de messen zelf kapot
zouden kunnen gaan.
SLIJPEN VAN DE SCHIJF 8 TANDEN
Controleer altijd de algehele conditie van het
maaiblad. Een juiste scherpte van het blad geeft
maximale maaiprestaties van de bosmaaier. Om
het blad te slijpen dient men een vijl of slijpsteen
te gebruiken. Het blad dient met beleid te worden
geslepen waarbij u de hoeken en rondingen
aanhoudt zoals is aangegeven in Fig. 11A.
LET OP!Verkeerd snijgereedschap of een
verkeerd geslepen mes verhogen het gevaar voor
een terugslag. Controleer de maaimessen op
beschadigingen of barsten; als ze beschadigd zijn,
moeten ze worden vervangen.
WAARSCHUWING: Repareer
beschadigde snijwerktuigen nooit door ze te
lassen, recht te buigen of de vorm ervan te
veranderen. Hierdoor kunnen delen van het
snijwerktuig losraken en dit kan ernstig of
dodelijk letsel veroorzaken.
NYLON DRAADKOP
Gebruik alleen draad met dezelfde diameter om
overbelasting van de machine te voorkomen
(Fig. 18).
Om het nylonsnoer te verlengen het uiteinde op
de grond slaan, terwijl men werkt.
N.B.: Het uiteinde niet op cement of plaveisel slaan:
dat kan gevaarlijk zijn.
Vervanging van de nylondraad van de
LOAD&GO draadkop (Fig.20)
DS 220 S – DS 220 T - DS 2200 S - DS 2200 T (Ø
110 mm): snijd 4 m nylondraad Ø 2.4 mm.
DS 240 S – DS 240 T - DS 2400 S - DS 2400 T (Ø
130 mm): snijd 8.5 m nylondraad Ø 2.4 mm.
1. Lijn de pijlen uit en steek de draad in de
draadkop (Fig. 20.1) totdat hij aan de andere
kant naar buiten komt (Fig. 20.2).
2. Verdeel de draad in twee gelijke delen (Fig.
20.3) en wind de draadkop op door aan de
knop te draaien (Fig. 20.4).
LET OP! – Draag altijd veiligheidshand-
schoenen tijdens het plegen van onderhoud.
Verricht nooit onderhoud bij warme motor.
FILTER
Elke 8-10 werkuren dient u de kap te verwijderen
(A, Fig. 23). Reinig het lter (C).
DS 220 - 2200: Reinigen met ontvetter van Emak
codenr. 001101009, wassen met water, en met
perslucht van een afstand blazen.
DS 240 - 2400: Reinigen met ontvetter van Emak
codenr. 001101009, wassen met water, en met
perslucht van een afstand van binnen naar buiten
blazen. Vervangen indien vervuild of beschadigd.
De motor loopt onregelmatig als het lter is
vervuild. De machine verbruikt dan meer brandstof
en levert minder vermogen.
BENZINEFILTER
Controleer het benzinefilter regelmatig op
vervuiling. Een vuil lter veroorzaakt slecht starten
en minder vermogen. Om het lter te reinigen
dient u als volgt te werk te gaan. Verwijder het
lter via de vulopening. Vervang het indien het
vuil is (Fig. 22).
MOTOR
Reinig de koelribben van de cilinder indien nodig
met een borstel op perslucht. Oververhitting kan
veroorzaakt worden door het niet tijdig reinigen
van de cilinder.
BOUGIE
Reinig de bougie indien nodig (Fig. 24) en
controleer de elektrode-afstand. Gebruik een NGK
CMR7H bougie of een bougie van een ander merk
met een equivalent thermisch bereik.
115
NL
TANDWIELHUIS
Na elke 30 werkuren, de schroef (D, Fig. 8)
verwijderen en de hoeveelheid vet controleren.
Gebruik niet meer dan 10 gram. Gebruik een hoge
kwaliteit molybdeen disulde vet.
Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het
schoonmaken.
Koppelverbinding hulpstukken DS 2400 D
Om een constante en normale werking van de
machine te garanderen moet het hulpstuk (D, Fig.
5A) elke 30 bedrijfsuren worden gedemonteerd en
moeten de transmissieas in de verbinding (E, Fig.
5A) en de transmissieas bij het uiteinde van het
hulpstuk (D, Fig. 5A) worden gesmeerd. Gebruik
molybdeenbisulfidevet. Controleer telkens
wanneer het hulpstuk wordt gewisseld de smering
van de verbinding.
CARBURATEUR
Voor het eventueel afstellen van de carburateur
moet het luchtfilter schoon zijn (C, Fig. 23)
en de motor moet op bedrijfstemperatuur
zijn. Deze motor is ontworpen en gebouwd
in overeenstemming met de voorschriften
van de richtlijnen 97/68/EG, 2002/88/EG en
2004/26/EG. De carburateur (Fig. 21) is zodaning
ontworpen dat er alleen regelingen zijn
toegstaan op de schroeven L en H, van niet meer
dan een kwartslag. Het beperkte instellingsveld
van de schroeven L en H van een ± 1/8 is bij
voorbaat door de fabrikant bepaald, en kan niet
worden gewijzigd.
LET OP: Forceer de schroeven niet voorbij
het toegestane instellingsveld!
Schroef T (stationairschroef ) is dusdanig afgesteld
dat er een goede veiligheidsmarge is tussen het
stationair toerental en het aangrijptoerental van
de centrifugaalkoppeling.
Schroef L moet zo zijn afgesteld dat de motor goed
accelereert en ook goed stationair blijft draaien.
Schroef H moet zo zijn afgesteld dat de motor vol
vermogen geeft tijdens het maaien.
LET OP: Wanneer de motor stationair
draait (2800-3000 omwentelingen/min) mag
het maaiblad meedraaien. We raden u aan alle
brandstofafstellingen te laten uitvoeren door
uw dealer of erkende onderhoudswerkplaats.
LET OP: Weersomstandigheden kunnen
invloed hebben op de carburateurafstelling.
UITLAAT (DS 2200 - DS 2400)
WAARSCHUWING! - Deze knalpot is uitgerust
met een katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de katalysator
nooit wijzigen of verwijderen: indien u dat wel doet,
bent u wettelijk strafbaar.
WAARSCHUWING! - Knalpotten uitgerust
met een katalysator worden bij het gebruik zeer
heet en blijven dat ook lang nadat de motor is
stilgelegd. Dit is ook het geval wanneer de motor
stationair loopt. Bij aanraking kan de huid
brandwonden oplopen. Vergeet ook het
brandgevaar niet!
VOORZICHTIG! -
Een beschadigde uitlaat
moet worden vervangen. Als de uitlaat vaak verstopt
is, kan dit betekenen dat de katalysator een beperkt
rendement heeft.
WAARSCHUWING: Werk niet met uw
bosmaaier als de demper beschadigd, afwezig
of gewijzigd is. Een onvoldoende onderhouden
demper verhoogt het risico op brand en
gehoorverlies.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het
einde van elk seizoen, moet een algemene
controle op het apparaat worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd technicus van het
assistentienetwerk.
LET OP: Alle niet in deze handleiding
beschreven onderhoudshandelingen moeten
door een geautoriseerde werkplaats uitgevoerd
worden.
116
NL
Om een constant en regelmatig functioneren
van de grasmaaier te garanderen, denk eraan,
dat eventuele vervanging van onderdelen alleen
moet gebeuren met ORIGINELE RESERVE-
ONDERDELEN.
Eventuele niet-geautoriseerde
wijzigingen en/of niet-originele
wisselstukken kunnen tot ernstig letsel
leiden en zelfs tot de dood van de operator of
anderen.
10. OPSLAG
Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt
zal worden:
- Ledig de brandstoftank en maak hem schoon
in een goed geventileerde ruimte. Om de
carburateur te ledigen moet de motor
worden gestart en moet u wachten tot de
motor stopt (als u het mengsel in de
carburateur laat, zouden de membranen
beschadigd kunnen worden).
- Na de winterstalling zijn de startprocedures
dezelfde als bij de normale start van de
machine (pag. 108).
- Volg alle onderhoudswerkzaamheden op
zoals hiervoor vermeld bij Onderhoud.
- Maak de bosmaaier geheel schoon en vet
alle metalen delen in met een dunne olie.
- Verwijder het maaiblad en maak het schoon.
Vet het licht in om roesten te voorkomen.
- Verwijder de bladmontageringen, maak het
tandwielhuis schoon en vet deze licht in.
- Maak de brandstoftank leeg en draai de dop er
weer op.
- Maak de koelsleuven en de luchtlter zorgvuldig
schoon (Fig. 23).
- Berg de maaier op op een droge plaats, vrij van
de vloer en niet in de buurt van hittebronnen.
11. MILIEUBESCHERMING
Tijdens het gebruik van de machine moet de
bescherming van het milieu een belangrijk
aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben
ten gunste van de samenleving en van de
natuur waarin we leven.
- Zorg ervoor dat u geen storende factor in de
buurt bent.
- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van het maaiafval nauwgezet op.
- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van verpakkingsmateriaal, olie,
benzine, accus, filters, versleten delen of elk
onderdeel dat een slechte invloed heeft op
het milieu nauwgezet op; dit afval mag niet
bij het huisvuil worden geworpen, maar
moet worden gescheiden en naar speciale
verzamelcentra worden gebracht, die de
materialen zullen recyclen.
Slopen en afdanken
Laat de machine na de buitenwerkingstelling
niet in het milieu achter, maar wend u tot een
afvalinzamelcentrum.
Een groot deel van de materialen die bij de
bouw van de machine gebruikt zijn, zijn
recyclebaar: alle metalen (staal, aluminium,
messing) kunnen aan een normale
ijzerhandelaar worden gegeven. Neem voor
meer informatie contact op met de normale
afvalverwerkingsdienst in uw streek. Het afval
dat afkomstig is van de sloop van de machine
moet met respect voor het milieu worden
verwerkt zonder de bodem, de lucht en het
water te vervuilen.
In elk geval moeten de plaatselijk geldende
wetten op dit gebied in acht worden
genomen.
117
NL
DS 220 S
DS 2200 S
0.8 0.9
4.2
DS 220 T
DS 2200 T
DS 240 S
DS 2400 S
DS 240 T
DS 2400 T
DS 2400 D
4.8 4.5 5.2 4.7
12. TECHNISCHE GEGEVENS
Cylindrerinhoud
Vermogen
Maaibreedte
Motor
Minimum toerental/min.
Inhoud brandstoftank
Primer carburateur
Schwingungsdämpfung
Gewicht zonder snijwerktuig
en bescherming
cm
3
2 takt EMAK
21.7
3000
11.900
Ja
39
kW
min
-1
cm
3
cm
kg
min
-1
Toerental van de motor bij het
maximale toerental van de
uitgangsas
Maximaal toerental van de
uitgagsans
8.500
min
-1
Ja
400 (0.40 l)
EURO 2
EURO 1
118
NL
Aanbevolen snijwerktuigen
Model Snijwerktuigen Beschermkappen
DS 220 - DS 2200
DS 240 - DS 2400
P.N. 63109001
P.N. 63129001
P.N. 61370264
DS 220 - DS 2200
DS 240 - DS 2400
P.N. 4095673BR P.N. 61370264
*
DS 220 - DS 2200
DS 240 - DS 2400
P.N. 4095681R P.N. 61370264
*
DS 220 - DS 2200
DS 240 - DS 2400
P.N. 4095563AR P.N. 61370264
*
DS 220 - DS 2200
DS 240 - DS 2400
P.N. 4095565AR
P.N. 4095065AR
P.N. 61370264
*
* bescherming onderdeelnr. 61372033 niet nodig
WAARSCHUWING!!!
Het risico op ongevallen neemt toe wanneer verkeerde snijapparaten worden gebruikt!
Gebruik uitsluitend de aanbevolen snijapparaten en beschermingen, en respecteer de
instructies voor het slijpen.
119
NL
Geluidsdruck
Onnauwkeurigheid
Het geluidsniveau
werd gemeten
Onnauwkeurigheid
Gegarangeerd
acoustisch
vermogensniveau
De
Trillingsintensiteit
Onnauwkeurigheid
*
- Gewogen gemiddelde waarden: 1/2 minimum, 1/2 volle lading (draad) of 1/2 max. snelheid leeg (maaiblad).
DS 220 S
DS 2200 S
DS 220 T
DS 2200 T
DS 240 S
DS 2400 S
DS 240 T
DS 2400 T
DS 2400 D
dB (A)
dB (A)
dB (A)
dB (A)
dB (A)
m/s
2
m/s
2
L
pA
av
EN 11806
EN 22868
2000/14/EC
EN 22868
EN ISO 3744
L
WA
2000/14/EC
EN 22868
EN ISO 3744
EN 11806
EN 22867
EN 12096
EN 12096
96.5 91.5 96.5 96.5 96.5 96.591.5 91.5 91.5 91.5
*
*
3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 3.03.0 3.0 3.0 3.0
110.0 106.0 110.0 110.0 110.0 110.0106.0 106.0 106.0 106.0
2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 2.02.0 2.0 2.0 2.0
112.0 108.0 112.0 108.0 112.0 112.0108.0 112.0 108.0 108.0
7.2 (sx)
4.6 (dx)
2.5 1.9 1.8 2.5 1.71.5 1.9 1.5
4.8 (sx)
4.6 (dx)
2.7 (sx)
2.7 (dx)
7.2 (sx)
4.6 (dx)
1.7 (sx)
3.1 (dx)
1.5 (sx)
2.5 (dx)
4.8 (sx)
4.6 (dx)
1.5 (sx)
2.5 (dx)
9.0 (sx)
7.3 (dx)
5.4 (sx)
5.4 (dx)
1.6 (sx)
3.2 (dx)
3.1 (sx)
3.1 (dx)
120
NL
Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met de modernste
productietechnieken. De fabrikant geeft een garantie van 24
maanden vanaf de aankoopdatum op de eigen producten
voor privé-/hobbygebruik. De garantie is beperkt tot 12
maanden bij professioneel gebruik.
Algemene garantievoorwaarden
1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum. De fabrikant
vervangt gratis de onderdelen met defecten in
materiaal, afwerking en productie via het
verkoopnetwerk en de technische servicedienst. De
garantie ontneemt de gebruiker niet de wettelijke
rechten van het burgerlijk wetboek tegen de
consequenties van de defecten of fouten veroorzaakt
door het verkochte voorwerp.
2) Het technische personeel zal de defecte onderdelen zo
snel als organisatorisch mogelijk is repareren.
3) Om een aanvraag tot technische assistentie onder
garantie in te dienen, dient u aan het bevoegde
personeel het onderstaande garantiecertificaat te
tonen, voorzien van het stempel van de leverancier,
volledig ingevuld en met de aankoopfactuur of bon
met de aankoopdatum aangehecht.
4) De garantie vervalt in de volgende gevallen:
- Duidelijk gebrek aan onderhoud,
- Onjuist gebruik van het product of geknoei aan het
product,
- Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of brandstoffen,
- Gebruik van niet-originele reserveonderdelen of
accessoires,
- Reparaties die uitgevoerd zijn door onbevoegd personeel.
5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en onderdelen
die aan normale werkingsslijtage onderhevig zijn, uit
van de garantie.
6) Onder de garantie vallen geen aanpassingen en
verbeteringen van het product.
7) Onder de garantie vallen geen afstellingen en
onderhoudswerkzaamheden die nodig zouden kunnen
zijn tijdens de garantieperiode.
8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens het
transport moet onmiddellijk gemeld worden aan de
transporteur, anders vervalt de garantie.
9) Voor motoren van andere merken (Briggs & Stratton,
Subaru, Honda, Lombardini, Kohler, enz.) die
gemonteerd zijn op onze machines, geldt de garantie
die gegeven wordt door de fabrikant van de motor.
10) De garantie dekt geen eventuele directe of indirecte
schade, die veroorzaakt is bij personen of voorwerpen
door storingen in het apparaat of die voortvloeit uit het
langdurig niet gebruiken van het apparaat.
14. GARANTIEBEWIJS
13. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
De ondergetekende, Emak spa via Fermi, 4 - 42011
Bagnolo in Piano (RE) ITALY verklaart onder eigen
verantwoordelijkheid dat de machine:
1. Type: bosmaaier
2. Merk Efco, Type DS 220 S (Model enkel conform de Euro
1-fase) - DS 220 T (Model enkel conform de Euro 1-fase) - DS
240 S (Model enkel conform de Euro 1-fase) - DS 240 T (Model
enkel conform de Euro 1-fase) - DS 2200 S - DS 2200 T - DS
2400 S - DS 2400 T - DS 2400 D
3. Serienummer 918 XXX 0001 ÷ 918 XXX 9999 (DS 220) - 919
XXX 0001 ÷ 919 XXX 9999 (DS 240) - 920 XXX 0001 ÷ 920 XXX
9999 (DS 2200) - 921 XXX 0001 ÷ 921 XXX 9999 (DS 2400)
-
933 XXX 0001 ÷ 933 XXX 9999 (DS 2400 D)
voldoet aan de voorschriften van de richtlijnen:
2006/42/CE - 2000/14/CE - 2004/108/CE - 97/68/CE (Model
enkel conform de Euro 1-fase) - 2002/88/CE (Model enkel
conform de Euro 1-fase) - 2004/26/CE, è voldoet aan de
voorschriften van de volgende geharmoniseerde normen:
EN 55012 - EN ISO 11806
Gevolgde procedures voor de conformiteitsbeoordeling:
Annex V - 2000/14/CE
Gemeten geluidsvermogensniveau: 110.0 dB (A)
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau:112.0 dB (A)
De technische documentatie staat ter beschikking in het
hoofdkantoor: Technisch bestuur
Geproduceerd in Bagnolo in Piano (RE) Italy - via Fermi, 4
Datum: 30/11/2013
Fausto Bellamico - President
s.p.a.
MODELL
KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR.
SERIENUMMER
DATUM
LEVERANCIER
Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie
aanhechten.
15. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u
de aanbevolen corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert,
behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten.
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, neem
dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet in deze
tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSING
De motor start niet of
gaat na enkele seconden
na het starten weer uit.
De motor start, maar
versnelt niet voldoende
of werkt niet goed bij
hoge snelheid.
De motor bereikt de
volledige snelheid niet
en/of geeft zeer veel rook
af.
De motor start, draait en
versnelt, maar wil niet
stationair lopen.
1. Er is geen vonk
2. Motor is verzopen
De carburateur moet
worden afgesteld.
1. Controleer het olie-/
benzinemengsel.
2. Luchtlter is vuil.
3. De carburateur moet
worden afgesteld.
De carburateur moet
worden afgesteld
1. Koppeling, kegelwiel of
transmissiestang
beschadigd
2. Het hulpstuk is niet
correct gemonteerd
1. Controleer de vonk van de
bougie. Als er geen vonk is,
herhaal de test dan met een
nieuwe bougie (CMR7H).
2. Volg de procedure op pag. 108
Als de motor nog niet start,
herhaal de procedure dan met
een nieuwe bougie.
Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de
carburateur te laten afstellen.
1. Gebruik verse benzine en een
olie die geschikt is voor
tweetaktmotoren.
2. Schoonmaken; zie de instructies in
het hoofdstuk Onderhoud van het
luchtfilter.
3. Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur
te laten afstellen.
Stel de stationairstelschroef "T"
(Fig.21) naar links bij om de
snelheid te verhogen; zie het
hoofdstuk Onderhoud
carburateur.
1. Vervang ze indien nodig; neem
contact op met een Erkende
Hesteller
2. Monteer het hulpstuk
op correcte wijze (zie de
aanwijzingen in het hoofdstuk
ASSEMBLAGE)
De motor start en werkt,
maar het werktuig draait
niet
WAARSCHUWING:
Raak het
snijwerktuig
nooit aan als de
motor loopt.
121
NL
LET OP: Probeer nooit reparaties uit te voeren als u niet over de middelen en de nodige
technische kennis beschikt. Slecht uitgevoerde werkzaamheden doet de garantie automatisch
vervallen en ontheft de fabrikant van e ontheft de fabrikant van elke aansprakelijkheid.
Mod. 61370193A rev.2 - Apr/2015
I
ATTENZIONE! – Questo manuale deve accompagnare la macchina durante tutta la sua vita.
GB
WARNING!This owner’s manual must stay with the machine for all its life.
F
ATTENTION! – Le manuel doit accompagner la machine pour toute sa vie.
D
ACHTUNG! - Dieses Anweisungsheft muß das Gerät während seiner gesamten Lebensdauer begleiten.
E
¡ATENCIÓN! - Este manual debe acompañar a la máquina durante toda su vida útil.
NL
LET OP! - Dit handboek moet voor de gehele levensduur bij de machine blijven.
P
ATENÇÃO! - Este manual deve acompanhar a máquina durante toda a sua vida útil.
GR
ΠΡΟΣΟΧΗ! - Το παρόν εγχειρίδιο πρέπει να συνοδεύει το μηχάνημα σε όλη τη διάρκεια ζωής του.
TR
DİKKAT! - Bu kılavuz, daima makinanın yanında bulundurulmalıdır.
CZ
UPOZORNĚNÍ! - Tento návod byste měli používat po celou dobu životnosti přístroje.
RUS UK
ВНИМAНИЕ! – Нaстoящaя инструкция дoлжнa сoпрoвoждaть издeлиe вo врeмя всeгo срoкa eгo службы.
PL
UWAGA! - Niniejsza instrukcja powinna towarzyszyć urządzeniu przez cały okres jego eksploatacji.
EFCO it’s an EMAK S.p.A. trademark
42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy
Tel. +39 0522 956611 • Fax +39 0522 951555
service@emak.it • www.efco.it

Documenttranscriptie

Italiano 3 English 23 Français 42 Deutsch 62 Español 82 Nederlands 102 Português 122 Ελληνικα 142 Türkçe 162 Česky 182 Pуccкий 202 Polski 222 VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES INLEIDING Om de machine correct te gebruiken en ongelukken te voorkomen, niet beginnen te werken zonder deze handleiding zorgvuldig te hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de werking van de verschillende onderdelen plus aanwijzingen voor noodzakelijke controles en het bijbehorende onderhoud. OPMERKING De beschrijvingen en illustraties in deze handleiding zijn niet strikt bindend. Het bedrijf behoudt zich het recht voor NL eventuele wijzigingen aan te brengen. Dergelijke wijzigingen verplichten het bedrijf niet deze handleiding steeds opnieuw bij te werken. Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies bevat deze handleiding enkele paragrafen die uw speciale aandacht vragen. Dergelijke paragrafen zijn aangegeven met de hieronder beschreven symbolen: LET OP: w a n n e e r e r r i s i c o b e s t a a t o p ongelukken, persoonlijk (dodelijk) letsel of ernstige schade. VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op schade aan de machine of onderdelen ervan. LET OP GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE ONDER NORMALE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN KAN DEZE MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN AAN EEN DAGELIJKS PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU DAT GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN 85 dB (A) 3. HOOFDONDERDELEN (illustreert de plaats van de hoofdonderdelen van de machine) 4. ASSEMBLAGE (beschrijft hoe de verpakking moet worden verwijderd en de losse onderdelen moeten worden gemonteerd) 5. STARTEN 6. STOPPEN VAN DE MOTOR 7. GEBRUIK VAN DE MACHINE 8. TRANSPORT 9. ONDERHOUD (bevat alle informatie om de machine in een goede staat te houden) 10. OPSLAG 11. MILIEUBESCHERMING (Geeft enkele adviezen voor een milieuvriendelijk gebruik van de machine) 12. TECHNISCHE GEGEVENS (Geeft een ove r z i c ht va n d e b e l a n gr i j k s te kenmerken van de machine) 13. V E R K L A R I N G V A N OVEREENSTEMMING 14. GARANTIEBEWIJS (Samenvatting van de garantievoorwaarden) 15. HULP BIJ HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN (Biedt hulp om eventuele problemen bij het gebruik snel op te lossen) 104 104 106 109 109 112 113 116 116 117 120 120 121 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP -- Als de machine goed gebruikt wordt, is het een snel, handig en effectief werkinstrument; als het niet goed of zonder de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt wordt, zou het een gevaarlijk werktuig kunnen worden. Neem daarom INHOUD altijd de hieronder en verderop in de 1. V E I L I G H E I D S V O O R S C H R I F T E N h a n d l e i d i n g v e r m e l d e (bevat de voorschriften voor een veilig veiligheidsvoorschriften in acht, om 102 gebruik van de machine) plezierig en veilig te kunnen werken. 2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN -- D e b l o o t s t e l l i n g a a n t r i l l i n g e n VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN veroorzaakt door het langdurig gebruik (geeft informatie over de identificatie van instrumenten die door een interne van de machine en de betekenis van verbrandingsmotor worden aangedreven, 104 de symbolen) 102 kan letsels veroorzaken aan de bloedvaten of de zenuwen van de vingers, handen en polsen bij personen die lijden aan bloedsomloopstoornissen of abnormale zwellingen. Langdurig gebruik bij koud weer is in verband gebracht met schade aan de bloedvaten bij overigens gezonde mensen. Als er symptomen optreden als verstijving, pijn, verlies van kracht, verandering in huidskleur of -weefsel of verlies van gevoel in de vingers, handen of polsen, stop dan het gebruik van dit apparaat en ga naar een arts. -- Het ontstekingssysteem van uw apparaat produceert een elektromagnetisch veld met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan interferentie veroorzaken met bepaalde pacemakers. Om het risico op ernstig letsel of overlijden zo klein mogelijk te houden moeten personen met een pacemaker hun eigen arts en de fabrikant van de pacemaker raadplegen voordat ze deze machine gebruiken. LET OP: Nationale voorschriften kunnen het gebruik van de machine beperken. 1 - Gebruik de machine niet voordat u op de hoogte bent van de specifieke manier waarop deze moet worden gebruikt. De gebruiker dient eerst te oefenen met het apparaat voordat hij of zij het in de praktijk gaat gebruiken. 2 - De machine mag uitsluitend worden gebruikt door volwassenen die in goede lichamelijke conditie zijn en de gebruiksaanwijzingen kennen. 3 - Gebruik de bosmaaier nooit als u vermoeid bent of wanneer u alcohol, drugs of medicijnen heeft gebruikt. 4 - Draag altijd gepaste stevige kleding en veiligheidsuitrusting (schoenen, een lange broek, handschoenen, oor-, oogbeschermig en een helm). De kleding moet aangenaam zitten, maar mag niet te los worden gedragen. 5 - Laat nooit een kind met de bosmaaier werken. 6 - De gebruiker moet erop letten, dat er zich in een straal van 15 meter van de in werking zijnde bosmaaier niemand anders bevindt. 7 - Voordat u de bosmaaier gebruikt dient u te controleren of de schroef, die het maaiblad bevestigt, stevig vast zit. 8 - Gebruik nooit een ander snijwerktuig of -onderdeel, dat niet expliciet is aanbevolen voor deze machine (zie pag. 118). 9 - D e b o s m a a i e r m a g n i e t z o n d e r maaibladbeveiliging worden gebruikt. 10 - Voordat u de machine start, moet u ervoor zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien. 11 - Tijdens het werk moet u regelmatig het maaiblad controleren (als de motor uit staat). Gebruik de bosmaaier nooit als het maaiblad kapot is of breuken vertoont: u dient dan het maaiblad onmiddellijk te vervangen. 12 - Gebruik de machine alleen op goed geventileerde plaatsen, gebruik de machine niet in explosieve of ontvlambare ruimtes of in gesloten ruimtes. 13 - Raak nimmer het maaiblad als de motor loopt en pleeg ook geen onderhoud met draaieinde motor. 14 - Het is verboden een andere rotor op de stroomaansluiting van de machine aan te brengen dan degene die door de fabrikant geleverd is. 15 - Werk niet met een beschadigde, slecht gerepareerde, slecht gemonteerde of eigenhandig gewijzigde machine. Verwijder geen veiligheidsvoorzieningen, beschadig hen niet en stel hen niet buiten werking. Gebruik alleen werktuigen die zijn aangegeven in de tabel. 16 - Houd alle etiketten met gevaar- en veiligheidssignaleringen in perfecte conditie. Als ze beschadigd of onleesbaar worden, moeten ze onmiddellijk worden vervangen (Fig. 25). 17 - Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan die in de handleiding worden aangegeven (zie pag. 109). 18 - Laat het apparaat niet achter met draaiende motor. 19 - U mag de motor nooit starten zonder transmissiesteel. 20 - Controleer de bosmaaier dagelijks om er zeker van te zijn dat alles juist functioneert en dat alle veiligheidsvoorzieningen juist 103 NL werken. 21 - Probeer geen reparaties te verrichten die buiten het normale onderhoud vallen. Laat dit soort werkzaamheden over aan uw dealer. 22 - Als de machine uit gebruik wordt genomen, mag deze niet in het milieu worden achtergelaten, maar moet deze worden teruggebracht naar de Dealer, die voor de juiste verwerking zal zorgen. 23 - Geef of leen de bosmaaier uitsluitend aan ervaren personen die op de hoogte zijn van de werking en het juiste gebruik van de machine. Geef ook de handleiding met de NL gebruiksaanwijzingen, die moet worden gelezen alvorens het werk te beginnen. 24 - Zich altijd tot uw verkoper wenden voor iedere verdere uitleg of noodzakelijke ingreep. 25 - Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en raadplegen voor ieder gebruik van de machine. LET OP -- Gebruik nooit een machine met defecte veiligheidsfuncties. De veiligheidsuitrusting van de machine moet gecontroleerd en onderhouden worden zoals in dit deel beschreven is. Als uw machine tekortschiet bij een van de controles, neem dan contact op met een erkend servicecentrum om hem te laten repareren. -- Elk gebruik van de machine dat niet uitdrukkelijk in deze handleiding is beschreven moet beschouwd worden als oneigenlijk en vormt dus een gevaar voor mensen en voorwerpen. 2. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN EN VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN (Fig. 25) 1 - Lees de gebruikshandleiding alvorens u met de machine gaat werken. 2 - Draag ogg, -oor-en hoofdbescherming. 3 - D raag beschermende schoenen en handschoenen wanneer u metalen of kunststof schijven gebruikt. 4 - Let op wegspringende voorwerpen. 5 - Zorg ervoor dat er zich geen mensen binnen een straal van 15 m in uw werkgebied 104 bevinden. 6 - Het gebruik van de bosmaaier met de houten maaischijf is verboden. 7 - Pas met name op voor het terugstooteffect; dit kan zeer gevaarlijk zijn. 8 - Op machines met gebogen aandrijfas is het niet mogelijk willekeurig wat voor type schijf te monteren; er kunnen uitsluitend koppen met nylon draad gebruikt worden. 9 - Type machine: BOSMAAIER. 10 - Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau. 11 - EG-conformiteitsmerk. 12 - Serienummer. 13 - Jaar van fabricage. 14 - Max. snelheid uitgaande as, TPM. 15 - Zuiveringsbolletje. 3. HOOFDONDERDELEN (Fig.1) 4 - Draagriemen 5 - Conisch paar 6 - Veiligheidsbeschermkap 7 - Nylon draadkop 8 - Brandstoftankdop 9 - Zuiveringsbolletje 10 - Afstelschroeven carburador 11 - Uitlaatklep 12 - Bougie 13 - Luchtfilter 14 - Starthendel 15 - Chokehendel 16 - Gashendelblokkering 17 - Stop-knop 18 - Gashendel 19 - Draagriem ophangbeugel 20 - Handgreep 21 - Steel 22 - Koppelverbinding hulpstukken DS 2400 D 4. ASSEMBLAGE MONTAGE VAN DE NYLON DRAADKOP (Fig. 8) Monteer de bovenring (F) op hun plaats op de transmissie. Plaats de blokkeerpen (H) in het gat (L) en schroef de draadkop (N) handvast tegen de wijzers van de klok in. MONTAGE VAN DE HANDGREEP (Fig. 2) Plaats de handgreep op de steel en vergrendel deze door schroeven (A). De handgreep positie is berekend op normaal gebruiksgemak van de gebruiker. MONTAGE VEILIGHEIDSBARRIERE (Fig. 9A) Wanneer er een schijf wordt gebruikt in plaats van de kop met nylondraden moet de “veiligheidsbarrière” worden gemonteerd. Bevestig de barrière (A) onder de aansluiting (C) van de handgreep (20B, Fig. 1) met behlup van de schroeven (B), waarbij u erop moet letten of de “veiligheidsbarrière” wel aan de linkerzijde van de bosmaaier zit. Montage van het stuur DS 2200 T (Fig.4) - Zet het stuur (A) in de onderste klem (B1). VOORZICHTIG: Het stuur (A) moet op de klem (B) worden bevestigd binnen de twee markeringen (C) op het stuur. - Plaats de bovenste klem (B2) en haal de 4 schroeven (D) aan zonder ze volledig vast te draaien. - Lijn het stuur in een rechte hoek uit ten opzichte van de steel. - Haal de schroeven (D) stevig aan. MONTAGE VAN DE VEILIGHEIDSKAP (Fig. 7) - Plaats de twee pinnen (E) van de bescherming in de gaten (F). - Monteer de kunststof of stalen beschermkap (A) met de bouten op zodanige wijze aan de steel dat deze een goede bescherming biedt (B). OPMERKING: Gebruik de extra beschermrand (C) alleen in combinatie met de nylon draadkop. De beschermkap (C) moet met de schroef (D) op de beschermkap (A) bevestigd worden. MONTAGE VAN HET MAAIBLAD (Fig. 9) Draai de bout (linkse draad) (A) met de klok mee los en verwijder ringen (B) deksel (D) en onderring (E). Monteer het maaimes (R) op de borgring (F) waarbij u er op let, dat de draairichting goed is en dat deze goed gepositioneerd is t.o.v. de houder. Monteer de onderring (E), deksel (D), ringen (B) en schroefbout (A) tegen de wijzers van de klok in vast. Steek de meegeleverde blokkeerpen in het daarvoor bestemde gat (L) om het maaiblad te blokkeren. Nnu kan men bout (A, Fig. 2) op moment vastdraaien (2.5 kgm - 25 Nm). LET OP – De buisklem (zie pijlen C, Fig.9) DS 2400 T (verstelbaar stuur) (Fig.5) - Draai de vleugelschroef (E) los en blijf draaien moet in het montagegat van de maaischijf steken. totdat het stuur (F) linksom kan worden LET OP! - Deze machines mogen niet worden gedraaid. - Draai het stuur (F) 90° en draai daarna de gebruikt met een houtschijf (22-60-80 tanden) en bijbehorende metalen bescherming. handgrepen omhoog. - Haal de vleugelschroef (E) stevig aan. LET OP: Controleer of alle componenten goed gemonteerd zijn en dat alle schroeven Opslag- of transportstand (DS 2400 T) Voer bovenstaande beschrijvingen in goed vastgedraaid zijn. omgekeerde volgorde uit om de handgrepen omhoog te draaien en het stuur rechtsom te Montage en demontage hulpstukken DS 2400 D (Fig.5A) draaien. Montage: Montage van de bedieningshandgrepen (DS - Draai de verbinding (E) los door de knop (C) linksom te draaien; 2200 T – DS 2400 T) (Fig.6) - Draai de schroef (G) los. De moer (H) blijft in de - Lijn het lipje van het hulpstuk (B) uit met de groef (A) van de verbinding (E); bedieningshandgreep (L). - Duw de bedieningshandgreep (L) (de gashendel - Plaats de buis van het hulpstuk (D) in de verbinding (E) tot de stippellijn (F); M moet naar de haakse overbrenging gericht Om de handeling te zijn) zodanig op het stuur (N) dat de gaten (P) OPMERKING vergemakkelijken draait u het snijgereedschap zijn uitgelijnd. van het hulpstuk om de transmissieas op de - Plaats de schroef (G) en haal hem stevig aan. 105 NL lasverbinding in te laten grijpen. Controleer houder die goedgekeurd is voor de brandstof. of er geen vuil in de verbinding aanwezig is; ·· Meng de brandstof in de open lucht, in een - Haal de knop (C) stevig aan door rechtsom te omgeving waar geen vonken of vlammen draaien. zijn. ·· Leg het apparaat op de grond, stop de motor Demontage: en laat het apparaat afkoelen voordat u Draai de koppeling los door de knop (C) linksom brandstof bijvult. te draaien en neem het hulpstuk weg. ·· Draai de dop van de brandstof langzaam los om de druk vrij te geven en te voorkomen dat Goedgekeurde accessoires (Fig. 19) er brandstof naar buiten komt. De volgende accessoires van Emak kunnen op de ·· Draai de dop van de brandstoftank goed basismachine worden gemonteerd: dicht na het bijvullen. Trillingen kunnen EH 24 Heggenschaar (verstelbaar) (1) (2) ervoor zorgen dat de dop losraakt en er NL EH 48 Heggenschaar (verstelbaar) (1) (2) brandstof naar buiten komt. EP 100 Hoogsnoeier (2) ·· Veeg de brandstof die uit het apparaat is Hulpstuk hoogsnoeier: D-PP (3) gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter Hulpstuk heggenschaar: D-HC(3) van de plaats waarop u heeft bijgevuld Hulpstuk bladblazer: D-BV (3) voordat u de motor start. Hulpstuk verlengstuk (3) ·· Probeer onder geen beding brandstof te verbranden die naar buiten is gekomen. (1) De veiligheidsafscherming (A, Fig.9A) moet ·· Rook niet tijdens het hanteren van de onder de enkele handgreep (loop) worden brandstof of tijdens het gebruik van de gemonteerd. machine. (2) Niet goedgekeurd om met de modellen met ·· Bewaar de brandstof op een koele, droge en stuur te worden gebruikt (DS 2200 T - DS 2400 T). goedgeventileerde plaats. (3) Goedgekeurd om te worden gebruikt met het ·· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met model DS 2400 D. droge bladeren, hooi, papier etc. ·· Bewaar het apparaat en de brandstof op 5. STARTEN (Fig.10) plaatsen waar de brandstofdampen niet in contact kunnen komen met vonken of open vlammen, geisers of boilers, elektrische motoren of schakelaars, ovens etc. ·· Haal de dop niet van de tank wanneer de motor draait. BRANDSTOF ·· Gebruik brandstof niet voor schoonmaakwerkzaamheden. WAARSCHUWING: benzine is een zeer ontvlambare brandstof. Wees zeer ·· Let erop dat er geen brandstof op uw kleding komt. voorzichtig bij het hanteren van benzine of een mengsel van brandstoffen. Rook niet en breng geen vuur of vlammen in de buurt van de brandstof of van de machine. ·· Ga zorgvuldig om met brandstof om het risico op brand of brandwonden zo klein mogelijk te houden. Deze is zeer ontvlambaar. ·· Schud de brandstof en doe deze in een 106 BENZINE l 1 5 10 15 20 25 OLIE 2%-50 : 1 l (cm3) 0,02 (20) 0,10 (100) 0,20 (200) 0,30 (300) 0,40 (400) 0,50 (500) A 4%-25 : 1 l (cm3) 0,04 (40) 0,20 (200) 0,40 (400) 0,60 (600) 0,80 (800) 1,00 (1000) Dit product wordt aangedreven door een tweetaktmotor waarbij er een voormenging moet plaatsvinden van olie en benzine voor tweetaktmotoren. Meng de loodvrije benzine en de olie voor tweetaktmotoren voor in een schone houder die goedgekeurd is voor benzine. AANBEVOLEN BRANDSTOF: DEZE MOTOR IS GECERTIFICEERD OM TE WERKEN MET LOODVRIJE BENZINE VOOR AUTOGEBRUIK MET 89 OCTAAN ([R + M] / 2) OF MET EEN GROTER OCTAANGETAL. Meng de olie voor tweetaktmotoren met benzine volgens de instructies op de verpakking. Wij adviseren om Efco olie voor tweetaktmotoren op 2% (1:50) te gebruiken, die specifiek is samengesteld voor alle luchtgekoelde Efco tweetaktmotoren. De juiste olie-/benzineverhoudingen die aangegeven zijn in de tabel (Fig. A) zijn geschikt als men Efco PROSINT 2- en EUROSINT 2-olie gebruikt of een soortgelijke motorolie van hoge kwaliteit (JASO FD- of ISO L-EGD-specificaties). Als de specificaties van de olie NIET equivalent of niet bekend zijn, gebruik dan een mengverhouding olie/benzine van 4% (1:25). 30 dagen te bewaren. Alkylaatbenzine VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft niet dezelfde dichtheid als normale benzine. Motoren die met normale benzine afgesteld zijn vereisen mogelijk een andere afstelling van de schroef H. Wend u voor deze afstelling tot een erkend servicecentrum. BIJVULLEN Schud de jerrycan met het mengsel voordat u de tank bijvult. VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN DRAAGRIEM Een juiste afstelling van de draagriem geeft uw bosmaaier de juiste balans en werkhoogte vanaf de grond (Fig. 10). - Hang de draagriem enkel of dubbel om. - Haak de bosmaaier aan de draagriem d.m.v. de sluiting (A, Fig. 10). - Stel het ophangoog (19A, Fig. 1) zodanig af dat de bosmaaier in goede balans hangt. LET OP: GEBRUIK GEEN OLIE VOOR AUTO’S OF OLIE VOOR TWEETAKT- - Stel de draagriem (C, Fig. 11) zodanig af, dat de bosmaaier op de juiste hoogte hangt. BUITENBOORDMOTOREN. VOORZICHTIG: - Koop alleen de hoeveelheid brandstof die u nodig heeft; koop niet meer dan dat u in één of twee maanden gebruikt; - Bewaar de benzine in een hermetisch gesloten tank op een koele en droge plaats. VOORZICHTIG - Gebruik voor het brandstofmengsel nooit een brandstof met een ethanolpercentage van meer dan 10%; gasohol (ethanol-benzinemengsel) is acceptabel met een ethanolpercentage tot 10% of E10-brandstof. OPMERKING - Bereid slechts de benodigde hoeveelheid van het mengsel voor; laat het niet lange tijd in de tank of de jerrycan zitten. Het wordt aanbevolen om de brandstofstabilisator van Emak ADDITIX 2000 code 001000972 te gebruiken om het mengsel voor een periode van Modellen DS 220 S - DS 2200 S Op deze modellen is de aansluiting van het draagstel niet verstelbaar (19B, Fig. 1). STARTEN Voordat u de machine start, moet u ervoor zorgen dat het maaiblad vrij kan draaien. Het werktuig mag niet draaien als de motor op het stationair toerental draait. Anders contact opnemen met een Authorized Service Center voor het uitvoeren van een controle en het probleem op te lossen. WAARSCHUWING: Houd de bosmaaier stevig met beide handen vast. Houd de steel altijd aan de rechterkant van uw lichaam. Houd de bosmaaier nooit met 107 NL gekruiste handen vast. Linkshandigen dienen deze instructies ook op te volgen. Sta in een goede houding om te snoeien. NL Blootstelling aan trillingen kan letsel veroorzaken bij personen die lijden aan bloedsomloopproblemen of zenuwaandoeningen. Raadpleeg een arts indien u fysieke symptomen heeft zoals verstijving, gevoelloosheid, vermindering van de normale kracht of variaties in de kleur van de huid. Deze symptomen doen zich doorgaans voor in de vingers, handen of polsen. - - - - - - - - van de bougie. Wrik de dop van de bougie. Draai de bougie los en maak hem droog. Zet het gas helemaal open. Trek een paar keer aan het startkoord om de verbrandingskamer leeg te maken. Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de dop weer aan, druk hem stevig naar beneden. Zet de on/off-schakelaar op I, de startstand. Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als de motor koud is. Start de motor. Startprocedure 1) Duw de primer 6 keer zacht in (9, Fig.1). 2) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand Voordat u de machine start, dient u te controleren CLOSE (0) (A, Fig.13). Op deze manier wordt of de gashendel vrij functioneert. automatisch ook de semi-versnelling ingeschakeld. WAARSCHUWING: houd u aan de 3) Zet de bosmaaier in een stabiele stand op de veiligheidsinstructies voor het hanteren van grond. Controleer of het snijgereedschap vrij de brandstof. Zet altijd de motor uit voordat u is. Houd de bosmaaier met één hand vast de tank bijvult. Vul nooit brandstof bij in een (Fig.12), trek aan de startkabel (niet meer dan apparaat met een draaiende of hete motor. 3 keer) totdat u de eerste plof van de motor Ga minimaal 3 m van de plaats waar de hoort. Een nieuwe machine kan een aantal bijvulling heeft plaatsgevonden vandaan extra pogingen vereisen. voordat u de motor start. NIET ROKEN! 4) Zet de starthendel (15, Fig.1) in de stand OPEN (I) (B, Fig.13). 1. Maak het oppervlak rond de tankdop schoon 5) Trek aan de startkabel om de motor te starten. om verontreiniging te voorkomen. Laat de machine na de start enkele seconden 2. Draai de tankdop langzaam los. warmlopen zonder de gashendel aan te 3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de raken. De machine kan er bij kou of op grote tank. Voorkom morsen. hoogte wat langer over doen om op te 4. Voordat u de tankdop weer vastdraait dient u warmen. Druk ten slotte de gashendel (18, de pakking schoon te maken en te controleren. Fig. 1) in om de automatische semi-versnelling 5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai uit te schakelen. hem met de hand vast. Verwijder eventueel gemorste brandstof. VOORZICHTIG: - Wikkel de startkabel nooit om uw hand. WAARSCHUWING: controleer of er - Gebruik bij het trekken nooit de hele lengte brandstoflekken zijn, en los deze op voordat van de startkabel; hierdoor kan hij breken. u het apparaat gebruikt. Neem zo nodig - Laat de startkabel niet plotseling los; houd contact op met de klantenservice van uw de starthandgreep (14, Fig.1) vast en laat leverancier. de kabel langzaam oprollen. Motor is verzopen LET OP: als de motor warm is geen choke - Zet de on/off-schakelaar op STOP. gebruiken om te starten. - Plaats een geschikt gereedschap in de dop 108 materiaal te knippen. De bosmaaier niet L E T O P : G e b r u i k h e t s e m i - gebruiken om voorwerpen op te lichten, te versnellingsapparaatje uitsluitend bij de verplaatsen, te versplinteren. Niet blokkeren startfase van de motor koud. op een vaste steun. Het is verboden om aan het hoofdcontact van de bosmaaier andere hulpstukken te verbinden als die door de INLOPEN VAN DE MOTOR De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8 fabrikant aangegeven worden. bedrijfsuren. WAARSCHUWING: Vermijd, bij het Om overmatige belasting te vermijden mag de motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast gebruik van onbuigzame maaibladen, worden gebruikt op het maximale toerental. snijwerkzaamheden vlakbij hekken, kanten van gebouwen, boomstronken, stenen of LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag andere soortgelijke voorwerpen die tot de carburatie niet worden veranderd om het kickout van de bosmaaier kunnen leiden en vermogen te vergroten; de motor zou hierdoor schade aan het maaiblad kunnen veroorzaken. beschadigd kunnen raken. Voor dit soort werkzaamheden adviseren wij het gebruik van de nylon draden. Bovendien OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe dient u in dergelijke omstandigheden alert te motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik. zijn op afketsen. 6. STOPPEN VAN DE MOTOR WAARSCHUWING: Gebruik een Laat de motor stationair lopen door gashendel (18, bosmaaier nooit boven het grondoppervlak Fig. 1) los te laten. Laat de motor even stationair of met het snijwerktuig in verticale stand. lopen om deze enigszins af te laten koelen. Zet Gebruik de bosmaaier nooit als heggenschaar. de motor uit door de aan/uit schakelaar (17) in de STOP positie te zetten. WAARSCHUWING: Als het maaiblad, nadat het goed vastgezet is, los gaat zitten, 7. GEBRUIK VAN DE MACHINE onmiddellijk stoppen met werken. De borgmoer kan versleten zijn of beschadigd en VERBODEN GEBRUIK moet dan vervangen worden. Gebruik nooit niet-geautoriseerde onderdelen om het WAARSCHUWING: Vermijd kickout, dit kan leiden tot ernstig letsel. Kickout is de maaiblad vast te zetten. Als het maaiblad los zijwaarste of plotselinge voorwaartse blijft zitten, contact opnemen met uw dealer. beweging van de machine die ontstaat Gebruik een bosmaaier nooit met een wanneer het maaiblad in contact komt met loszittend maaiblad. een voorwerp zoals een houtblok of een steen, of wanneer het maaiblad vast komt te Voorzorgsmaatregelen voor het werkgebied zitten in het hout. Het in aanraking komen met een voorwerp kan ook leiden tot verlies • Verricht snoeiwerkzaamheden altijd met beide voeten op een stevige ondergrond om van controle over de bosmaaier . verlies van evenwicht te voorkomen. LET OP! Altijd d e • Zorg ervoor dat u kunt bewegen en veilig staan. Controleer het gebied om u heen op veiligheidsvoorsschriften volgen. De bosmaaier mogelijke obstakels (wortels, rotsen, takken, moet siechts gebruikt worden voor het knippen sloten, enz.) voor het geval u plotseling moet van gras en kleine heesters. Zaag hout alleen bewegen. met een geschikte zaagblad. Zaag geen metaal, kunststof, metselwerk, of bouwmaterialen die • Snoei niet boven borsthoogte, een bosmaaier niet van hout zijn. Het is verboden ieder ander is moeilijk onder controle tegen kickout te 109 NL houden als u hem hoger houdt. • Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels. Lat dat werk over aan deskundigen. • Snoei alleen als zicht en licht voldoende zijn voor u om duidelijk te kunnen zien. • Snoei niet als u op een ladder staat, dit is uiterst gevaarlijk. • Stop de bosmaaier als het maaiblad een vreemd voorwerp raakt. Controleer het maaiblad en de bosmaaier; herstel eventuele beschadigde onderdelen. • Houd het maaiblad vrij van vuil en zand. Zelfs een kleine hoeveelheid vuil kan het maaiblad NL bot maken en de kans op kickout vergroten. • Stop de motor voordat u de bosmaaier neer zet. • Wees bijzonder voorzichtig en alert tijdens het dragen van gehoorbescherming want dergelijke apparatuur kan uw vermogen om waarschuwende geluiden (roepen, signalen, waarschuwingen, enz.) belemmeren. • Wees uiterst voorzichtig bij het werken op hellingen of ongelijkmatig terrein. WAARSCHUWING: Gebruik nooit onbuigzame maaibladen bij het snoeien in gebieden met veel stenen. Weggeslingerde voorwerpen of beschadigde maaibladen kunnen leiden tot ernstig of dodelijk letsel bij de operator of omstanders. Pas goed op voor weggeslingerde voorwerpen. Draag altijd goedgekeurde oogbescherming. Buig u nooit over de beschermkap van het snijwerktuig. Stenen, rommel, enz. kunnen naar boven geslingerd worden en blindheid of ernstig letsel veroorzaken. Houd onbevoegden op afstand. Kinderen, dieren, nieuwsgierigen en helpers moeten op 15 m afstand gehouden worden. Zet de machine onmiddellijk uit als iemand u benadert. Zwaai de machine nooit rond voordat u gecontroleerd heeft wat er achter u gebeurt om zeker te weten- dat er niemand in de veiligheidszone staat. Werktechnieken Algemene werkinstructies beschreven voor het werken met kapzagen en trimmers. Als u een situatie tegenkomt waarin u niet zeker weet wat te doen dient u een deskundige te raadplegen. Neem contact op met uw dealer of onderhoudswerkplaats. Vermijd alle gebruik waarvan u denkt dat het buiten uw capaciteiten valt. U moet het verschil begrijpen tussen bos uitdunnen, gras opruimen en grasmaaien voordat u begint. Fundamentele veiligheidsvoorschriften 1. Kijk om u heen: • Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren of iets anders uw controle over de machine niet kunnen beïnvloeden. • Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren, enz., niet in aanraking komen met het snijwerktuig of losse voorwerpen die door het snijwerktuig weggeslingerd kunnen worden. WAARSCHUWING: Gebruik de machine niet tenzij u in staat bent om hulp te roepen in geval van een ongeluk. 2. Gebruik de machine niet bij slecht weer, zoals dichte mist, hevige regen, sterke wind, intense koude, enz. Werken bij slecht weer is vermoeiend en brengt vaak extra risico’s met zich mee, zoals bevroren grond, enz. 3. Zorg ervoor dat u kunt bewegen en veilig staan. Controleer het gebied om u heen op mogelijke obstakels (wortels, rotsen, takken, sloten, enz.) voor het geval u plotseling moet bewegen. Pas extra goed op als u op een hellend terrein werkt. 4. Schakel de motor uit voordat u naar een ander gebied loopt. 5. Zet de machine nooit op de grond met lopende motor. • Gebruik altijd de juiste uitrusting. • Verzeker u ervan dat de uitrusting goed afgesteld is. • Organiseer uw werk zorgvuldig. • Werk altijd vol gas wanneer u begint te snoeien met het maaiblad. • Gebruik altijd scherpe maaibladen. WAARSCHUWING:In dit deel worden de WAARSCHUWING: Noch de operator fundamentele veiligheidsmaatregelen van de machine noch iemand anders mag het 110 gesnoeide materiaal verwijderen terwijl de • Maak een strook van ongeveer 75 m lengte vrij. Beweeg de brandstoftank naar gelang het motor loopt of het snijwerktuig draait, dit kan werk vordert. tot ernstig letsel leiden. Stop de motor en het snijwerktuig voordat u materiaal verwijdert • Op hellend terrein moet u langs de helling werken. Het is makkelijker om langs een dat zich rond het maaiblad heeft gewonden, helling te werken dan van beneden naar anders loopt u kans op letsel. Het kegelwiel boven. kan tijdens gebruik heet worden en nog een tijd heet blijven. U kunt zich verbranden als u • U dient de strook te plannen om te voorkomen dat u over sloten of andere obstakels op de het aanraakt. grond moet gaan. U dient ook de werkrichting te bepalen om gebruik te kunnen maken van WAARSCHUWING: Soms raken takken de windrichting, zodat gesnoeide stengels op of gras verstrikt tussen de beschermkap en het vrijgemaakte gebied vallen. het snijwerktuig. Zet de motor altijd uit voordat u dit schoonmaakt. Grasmaaien met een grasmaaiblad • Gebruik grasmaaibladen en grassnijders niet Controleer voordat u begint voor houtachtige stengels. • Controleer het maaiblad op barsten aan de onderkant van de tanden of in de buurt van • Een grasmaaiblad kan gebruikt worden voor alle soorten lang of grof gras. het gat in het midden. Gooi het maaiblad weg • Het gras wordt met een zijdelingse, zwaaiende als u barsten aantreft. beweging afgesneden, de beweging van • Controleer of de steunflens niet gebarsten is rechts-naar-links is de maaislag en de door moeheid of doordat het te stevig is beweging van links-naar-rechts is de vastgedraaid. Gooi de steunflens weg als hij retourslag. Laat de linkerkant van het maaiblad gebarsten is. (tussen 8 en 12 uur) maaien. • Verzeker u ervan dat de borgmoer goed werkt. • Als het blad bij het grasmaaien naar links Het aanhaalkoppel van de borgmoer dient 25 gedraaid wordt, zal het gras op een rij Nm te zijn. verzameld worden, dit maakt het verzamelen, • Controleer of de beschermkap van het bijv. met een hark, makkelijker. maaiblad niet beschadigd of gebarsten is. Vervang de beschermkap als hij gebarsten is. • Probeer ritmisch te werk te gaan. Ga stevig staan met uw voeten uit elkaar. Stap naar voren na de retourslag en ga weer stevig WAARSCHUWING: Gebruik de machine staan. nooit zonder beschermkap of met een defecte beschermkap. Gebruik de machine nooit • Laat het steundeksel lichtjes op de grond rusten. Dit zorgt ervoor dat het blad de grond zonder de transmissie-as. niet raakt. • Verminder het risico van het omwikkelen van Verwijderen van struikgewas materiaal rond de steel door de volgende • Controleer, voordat u met maaien begint, het instructies op te volgen: gebied waar u wilt werken, het soort terrein, 1. Werk altijd met vol gas. de helling, of er stenen, gaten zijn, enz. • Begin daar waar het gebied het makkelijkst te 2. Vermijd het eerder gemaaide materiaal tijdens de retourslag. bewerken is, maak een open ruimte van • Stop de motor, maak de machine los van het waaruit u kunt werken. draagstel los en leg hem op de grond voordat • Werk systematisch van de ene kant naar de u het gemaaide materiaal gaat verzamelen. andere, maak bij iedere stap een ruimte vrij van ongeveer 4-5 m. Zodoende gebruikt u het volledige bereik van de machine in beide Grasmaaien met een snoeimes richtingen en zo krijgt de operator een VOORZICHTIG: Werk niet met een gunstige en gevarieerde werkpositie. 111 NL maaidraad die langer is dan goed is voor de beoogde diameter. Als de beschermkap goed is gemonteerd, zal het ingebouwde mes de draad automatisch op de juiste lengte afstellen. Te lange draden leiden tot overbelasting van de motor, hetgeen schade toebrengt aan het koppelingsmechanisme en nabij gelegen onderdelen. Maaien • Houd de maaikop vlak boven de grond op zijn kant. Het einde van de draad doet het werk. Laat de draad in zijn eigen tempo werken. Duw de draad nooit in het gebied dat gemaaid NL moet worden. • De draad kan makkelijk gras en onkruid verwijderen langs muren, hekken, bomen en bermen, het kan echter ook schade toebrengen aan gevoelig schors van bomen en struiken, en palen van hekken beschadigen. • Verminder het risico van beschadiging aan planten door de draad tot 10-12 cm korter te maken en het motortoerental te verlagen. Opruimen • De opruimtechniek verwijdert alle ongewenste vegetatie. Houd de maaikop vlak boven de grond op zijn kant. Laat het eind van de draad de grond rond bomen, palen, beelden en dergelijke raken. tegen de grond want dit kan het gazon vernielen en het gereedschap beschadigen. (Fig. 15). • Laat de maaikop niet steeds in contact komen met de grond tijdens het normale maaien. Dergelijk continu contact kan schade en slijtage toebrengen aan de maaikop. Vegen • Het ventilatie-effect van de draaiende draad kan gebruikt worden om snel en makkelijk rommel op te ruimen. Houd de draad parallel aan en boven het gebied dat geveegd moet worden en beweeg het gereedschap heen en weer (Fig. 16). • Bij het maaien en vegen dient u met volledig geopend gas te werken om de beste resultaten te behalen. WAARSCHUWING: Maai nooit wanneer er slecht zicht is of bij erg hoge of lage temperaturen of wanneer het vriest. 8. TRANSPORT TRANSPORT Als u de bosmaaier vervoert, dan moet de motor zijn uitgeschakeld en het blad zijn bedekt met de maaibladbeveiliging (Fig. 3). VOORZICHTIG: Deze techniek versnelt LET OP: Monteer bij transport of opslag de de slijtage van de draad. beschermkap p.n. 4196086 van de maaischijf op de bosmaaier zoals op de Fig. 3 is weergegeven. • De draad slijt sneller en moet vaker verlengd worden als u tegen stenen, bakstenen, beton, metalen hekken, enz., werkt, dan wanneer de draad in contact komt met bomen en houten hekken. • Bij het maaien en opruimen dient u met minder ver geopend gas te werken zodat de draad langer meegaat en slijtage van de maaikop verminderd wordt. Maaien • De trimmer is ideaal om gras te maaien dat moeilijk bereikbaar is met een gewone grasmaaier. Houd het koord tijdens het maaien parallel met de grond. Duw de maaikop niet 112 9. ONDERHOUD Complete Machine Inspecteren (Lekkages, barsten, en slijtage) x Schoonmaken na afloop dagelijkse werkzaamheden x Bedieningselementen (Stop-knop, Chokehendel, Gashendel, Werking controleren Interlockstarter) Brandstoftank Inspecteren (Lekkages, barsten, en slijtage) Brandstoffilter en leidingen Inspecteren x x x Spanning controleren x Beschermkap snijwerktuigen Inspecteren (Schade en Slijtage) Vervangen Alle toegankelijke schroeven en moeren (Niet de afstelschroeven) Inspecteren Opnieuw aanhalen Schoonmaken Luchtfilter x x Startkoord Controleer stationair toerental (snijwerktuig mag niet draaien bij stationair toerental) Bougie Controleer de opening van de elektrode x x x x x x x x x Koppelverbinding hulpstukken DS 2400 D Smeren x x Door dealer laten vervangen Controleer of de blokkeermoer van het snijwerktuig goed vastzit x x Inspecteren (Schade en Slijtage) Moeren en schroeven snijwerktuig x x x Vervangen Trillingstandaards x x Vervangen Carburateur x x Vervangen Schoonmaken Schoonmaken na afloop dagelijkse werkzaamheden Inspecteren (Schade en Slijtage) x x Inspecteren (Schade en Slijtage) Inspecteren (Schade, Slijtage en Smeerniveau) jaarlijks of elke 100 uur x Schoonmaken Kegelwiel 6 maanden of om de 50 uur x Slijpen Cilinderribben Startsysteem ventilatiegaten Zoals vereist NL Schoonmaken, Filterelement vervangen Snijwerktuigen Indien beschadigd of defect Elke maand Let er alstublieft op dat de volgende onderhoudsintervals alleen van toepassing zijn op normale werkomstandigheden. Als uw dagelijks werk meer tijd vergt dan normaal of als er sprake is van moeilijke maai-omstandigheden, dan moeten de voorgestelde intervals dienovereenkomstig verkort worden Vóór elk gebruik Onderhoudstabel x x x x x 113 NL SLIJPEN VAN MAAIMESSEN (2-3-4 TANDEN) 1. De maaimessen kunnen worden omgekeerd: wanneer een kant niet scherp meer is, kan het mes worden omgekeerd om de andere kant te gebruiken (Fig. 17). 2. De maaimessen worden geslepen met een platte vijl met enkelvoudige snede (Fig. 17). 3. Om de uitbalancering te handhaven moeten alle snijkanten gelijkmatig worden gevijld. 4. Als de messen niet goed geslepen zijn, kunnen ze abnormale trillingen veroorzaken in de machine, waardoor de messen zelf kapot zouden kunnen gaan. 110 mm): snijd 4 m nylondraad Ø 2.4 mm. DS 240 S – DS 240 T - DS 2400 S - DS 2400 T (Ø 130 mm): snijd 8.5 m nylondraad Ø 2.4 mm. 1. Lijn de pijlen uit en steek de draad in de draadkop (Fig. 20.1) totdat hij aan de andere kant naar buiten komt (Fig. 20.2). 2. Verdeel de draad in twee gelijke delen (Fig. 20.3) en wind de draadkop op door aan de knop te draaien (Fig. 20.4). LET OP! – Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het plegen van onderhoud. Verricht nooit onderhoud bij warme motor. SLIJPEN VAN DE SCHIJF (8 TANDEN) Controleer altijd de algehele conditie van het maaiblad. Een juiste scherpte van het blad geeft maximale maaiprestaties van de bosmaaier. Om het blad te slijpen dient men een vijl of slijpsteen te gebruiken. Het blad dient met beleid te worden geslepen waarbij u de hoeken en rondingen aanhoudt zoals is aangegeven in Fig. 11A. FILTER Elke 8-10 werkuren dient u de kap te verwijderen (A, Fig. 23). Reinig het filter (C). DS 220 - 2200: Reinigen met ontvetter van Emak codenr. 001101009, wassen met water, en met perslucht van een afstand blazen. DS 240 - 2400: Reinigen met ontvetter van Emak codenr. 001101009, wassen met water, en met perslucht van een afstand van binnen naar buiten LET OP! – Verkeerd snijgereedschap of een blazen. Vervangen indien vervuild of beschadigd. verkeerd geslepen mes verhogen het gevaar voor De motor loopt onregelmatig als het filter is een terugslag. Controleer de maaimessen op vervuild. De machine verbruikt dan meer brandstof beschadigingen of barsten; als ze beschadigd zijn, en levert minder vermogen. moeten ze worden vervangen. BENZINEFILTER WAARSCHUWING: Repareer Controleer het benzinefilter regelmatig op beschadigde snijwerktuigen nooit door ze te vervuiling. Een vuil filter veroorzaakt slecht starten lassen, recht te buigen of de vorm ervan te en minder vermogen. Om het filter te reinigen veranderen. Hierdoor kunnen delen van het dient u als volgt te werk te gaan. Verwijder het snijwerktuig losraken en dit kan ernstig of filter via de vulopening. Vervang het indien het dodelijk letsel veroorzaken. vuil is (Fig. 22). NYLON DRAADKOP Gebruik alleen draad met dezelfde diameter om overbelasting van de machine te voorkomen (Fig. 18). Om het nylonsnoer te verlengen het uiteinde op de grond slaan, terwijl men werkt. N.B.: Het uiteinde niet op cement of plaveisel slaan: dat kan gevaarlijk zijn. Vervanging van de nylondraad van de LOAD&GO draadkop (Fig.20) DS 220 S – DS 220 T - DS 2200 S - DS 2200 T (Ø 114 MOTOR Reinig de koelribben van de cilinder indien nodig met een borstel op perslucht. Oververhitting kan veroorzaakt worden door het niet tijdig reinigen van de cilinder. BOUGIE Reinig de bougie indien nodig (Fig. 24) en controleer de elektrode-afstand. Gebruik een NGK CMR7H bougie of een bougie van een ander merk met een equivalent thermisch bereik. TANDWIELHUIS LET OP: Wanneer de motor stationair Na elke 30 werkuren, de schroef (D, Fig. 8) draait (2800-3000 omwentelingen/min) mag verwijderen en de hoeveelheid vet controleren. het maaiblad meedraaien. We raden u aan alle Gebruik niet meer dan 10 gram. Gebruik een hoge brandstofafstellingen te laten uitvoeren door kwaliteit molybdeen disulfide vet. uw dealer of erkende onderhoudswerkplaats. Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het schoonmaken. Koppelverbinding hulpstukken DS 2400 D Om een constante en normale werking van de machine te garanderen moet het hulpstuk (D, Fig. 5A) elke 30 bedrijfsuren worden gedemonteerd en moeten de transmissieas in de verbinding (E, Fig. 5A) en de transmissieas bij het uiteinde van het hulpstuk (D, Fig. 5A) worden gesmeerd. Gebruik molybdeenbisulfidevet. Controleer telkens wanneer het hulpstuk wordt gewisseld de smering van de verbinding. LET OP: Weersomstandigheden kunnen invloed hebben op de carburateurafstelling. UITLAAT (DS 2200 - DS 2400) WAARSCHUWING! - Deze knalpot is uitgerust met een katalysator, die ervoor zorgt dat de motor voldoet aan de emissievereisten. U mag de katalysator nooit wijzigen of verwijderen: indien u dat wel doet, bent u wettelijk strafbaar. WAARSCHUWING! - Knalpotten uitgerust met een katalysator worden bij het gebruik zeer heet en blijven dat ook lang nadat de motor is CARBURATEUR stilgelegd. Dit is ook het geval wanneer de motor Voor het eventueel afstellen van de carburateur stationair loopt. Bij aanraking kan de huid moet het luchtfilter schoon zijn (C, Fig. 23) brandwonden oplopen. Vergeet ook het en de motor moet op bedrijfstemperatuur brandgevaar niet! zijn. Deze motor is ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de voorschriften VOORZICHTIG! - Een beschadigde uitlaat van de richtlijnen 97/68/EG, 2002/88/EG en moet worden vervangen. Als de uitlaat vaak verstopt 2004/26/EG. De carburateur (Fig. 21) is zodaning is, kan dit betekenen dat de katalysator een beperkt ontworpen dat er alleen regelingen zijn rendement heeft. toegstaan op de schroeven L en H, van niet meer dan een kwartslag. Het beperkte instellingsveld WAARSCHUWING: Werk niet met uw van de schroeven L en H van een ± 1/8 is bij bosmaaier als de demper beschadigd, afwezig voorbaat door de fabrikant bepaald, en kan niet of gewijzigd is. Een onvoldoende onderhouden worden gewijzigd. demper verhoogt het risico op brand en gehoorverlies. LET OP: Forceer de schroeven niet voorbij het toegestane instellingsveld! BUITENGEWOON ONDERHOUD Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het Schroef T (stationairschroef ) is dusdanig afgesteld einde van elk seizoen, moet een algemene dat er een goede veiligheidsmarge is tussen het controle op het apparaat worden uitgevoerd stationair toerental en het aangrijptoerental van door een gespecialiseerd technicus van het de centrifugaalkoppeling. assistentienetwerk. Schroef L moet zo zijn afgesteld dat de motor goed accelereert en ook goed stationair blijft draaien. LET OP: Alle niet in deze handleiding Schroef H moet zo zijn afgesteld dat de motor vol beschreven onderhoudshandelingen moeten vermogen geeft tijdens het maaien. door een geautoriseerde werkplaats uitgevoerd worden. 115 NL Om een constant en regelmatig functioneren -- Volg de plaatselijke voorschriften voor de van de grasmaaier te garanderen, denk eraan, verwerking van het maaiafval nauwgezet op. dat eventuele vervanging van onderdelen alleen -- Volg de plaatselijke voorschriften voor de moet gebeuren met ORIGINELE RESERVEverwerking van verpakkingsmateriaal, olie, ONDERDELEN. benzine, accu’s, filters, versleten delen of elk onderdeel dat een slechte invloed heeft op Eventuele niet-geautoriseerde het milieu nauwgezet op; dit afval mag niet wijzigingen en/of niet-originele bij het huisvuil worden geworpen, maar wisselstukken kunnen tot ernstig letsel moet worden gescheiden en naar speciale leiden en zelfs tot de dood van de operator of verzamelcentra worden gebracht, die de anderen. materialen zullen recyclen. 10. OPSLAG Slopen en afdanken zal worden: - Ledig de brandstoftank en maak hem schoon in een goed geventileerde ruimte. Om de carburateur te ledigen moet de motor worden gestart en moet u wachten tot de motor stopt (als u het mengsel in de carburateur laat, zouden de membranen beschadigd kunnen worden). - Na de winterstalling zijn de startprocedures dezelfde als bij de normale start van de machine (pag. 108). - Volg alle onderhoudswerkzaamheden op zoals hiervoor vermeld bij Onderhoud. - Maak de bosmaaier geheel schoon en vet alle metalen delen in met een dunne olie. - Verwijder het maaiblad en maak het schoon. Vet het licht in om roesten te voorkomen. - Verwijder de bladmontageringen, maak het tandwielhuis schoon en vet deze licht in. - Maak de brandstoftank leeg en draai de dop er weer op. - Maak de koelsleuven en de luchtfilter zorgvuldig schoon (Fig. 23). - Berg de maaier op op een droge plaats, vrij van de vloer en niet in de buurt van hittebronnen. niet in het milieu achter, maar wend u tot een afvalinzamelcentrum. Een groot deel van de materialen die bij de bouw van de machine gebruikt zijn, zijn recyclebaar: alle metalen (staal, aluminium, messing) kunnen aan een normale ijzerhandelaar worden gegeven. Neem voor meer informatie contact op met de normale afvalverwerkingsdienst in uw streek. Het afval dat afkomstig is van de sloop van de machine moet met respect voor het milieu worden verwerkt zonder de bodem, de lucht en het water te vervuilen. In elk geval moeten de plaatselijk geldende wetten op dit gebied in acht worden genomen. NL Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt Laat de machine na de buitenwerkingstelling 11. MILIEUBESCHERMING Tijdens het gebruik van de machine moet de bescherming van het milieu een belangrijk aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben ten gunste van de samenleving en van de natuur waarin we leven. -- Zorg ervoor dat u geen storende factor in de buurt bent. 116 12. TECHNISCHE GEGEVENS EURO 1 EURO 2 Cylindrerinhoud DS 220 S DS 220 T DS 240 S DS 240 T DS 2200 S DS 2200 T DS 2400 S DS 2400 T 21.7 cm3 NL 2 takt EMAK Motor Vermogen DS 2400 D kW 0.8 0.9 Minimum toerental/min. min-1 3000 Maximaal toerental van de uitgagsans min-1 8.500 Toerental van de motor bij het maximale toerental van de uitgangsas min-1 11.900 Inhoud brandstoftank cm3 400 (0.40 l) Primer carburateur Ja Schwingungsdämpfung Ja Maaibreedte cm Gewicht zonder snijwerktuig en bescherming kg 39 4.2 4.8 4.5 5.2 4.7 117 Aanbevolen snijwerktuigen NL Model Snijwerktuigen Beschermkappen DS 220 - DS 2200 DS 240 - DS 2400 P.N. 63109001 P.N. 63129001 P.N. 61370264 DS 220 - DS 2200 DS 240 - DS 2400 P.N. 4095673BR P.N. 61370264 * DS 220 - DS 2200 DS 240 - DS 2400 P.N. 4095681R P.N. 61370264 * DS 220 - DS 2200 DS 240 - DS 2400 P.N. 4095563AR P.N. 61370264 * DS 220 - DS 2200 DS 240 - DS 2400 P.N. 4095565AR P.N. 4095065AR P.N. 61370264 * * bescherming onderdeelnr. 61372033 niet nodig WAARSCHUWING!!! Het risico op ongevallen neemt toe wanneer verkeerde snijapparaten worden gebruikt! Gebruik uitsluitend de aanbevolen snijapparaten en beschermingen, en respecteer de instructies voor het slijpen. 118 DS 220 S DS 2200 S DS 220 T DS 2200 T DS 240 S DS 2400 S DS 240 T DS 2400 T DS 2400 D 96.5 91.5 96.5 91.5 96.5 91.5 96.5 91.5 96.5 91.5 3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 3.0 110.0 106.0 110.0 106.0 110.0 106.0 110.0 106.0 110.0 106.0 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 2.0 LWA 2000/14/EC EN 22868 EN ISO 3744 112.0 108.0 112.0 108.0 112.0 108.0 112.0 108.0 112.0 108.0 De m/s2 Trillingsintensiteit EN 11806 EN 22867 EN 12096 7.2 (sx) 4.6 (dx) 4.8 (sx) 4.6 (dx) 2.7 (sx) 2.7 (dx) 1.5 (sx) 2.5 (dx) 7.2 (sx) 4.6 (dx) 4.8 (sx) 4.6 (dx) 1.7 (sx) 3.1 (dx) 1.5 (sx) 2.5 (dx) 9.0 (sx) 7.3 (dx) 5.4 (sx) 5.4 (dx) Onnauwkeurigheid m/s2 EN 12096 2.5 1.9 1.8 1.5 2.5 1.9 1.7 1.5 1.6 (sx) 3.2 (dx) 3.1 (sx) 3.1 (dx) Geluidsdruck dB (A) LpA av EN 11806 EN 22868 Onnauwkeurigheid dB (A) 2000/14/EC Het geluidsniveau dB (A) EN 22868 werd gemeten EN ISO 3744 Onnauwkeurigheid dB (A) Gegarangeerd acoustisch vermogensniveau * - dB (A) * NL * Gewogen gemiddelde waarden: 1/2 minimum, 1/2 volle lading (draad) of 1/2 max. snelheid leeg (maaiblad). 119 13. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING De ondergetekende, Emak spa via Fermi, 4 - 42011 Bagnolo in Piano (RE) ITALY verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat de machine: 1. Type: bosmaaier 2. Merk Efco, Type DS 220 S (Model enkel conform de Euro 1-fase) - DS 220 T (Model enkel conform de Euro 1-fase) - DS 240 S (Model enkel conform de Euro 1-fase) - DS 240 T (Model enkel conform de Euro 1-fase) - DS 2200 S - DS 2200 T - DS 2400 S - DS 2400 T - DS 2400 D 3. Serienummer 918 XXX 0001 ÷ 918 XXX 9999 (DS 220) - 919 XXX 0001 ÷ 919 XXX 9999 (DS 240) - 920 XXX 0001 ÷ 920 XXX 9999 (DS 2200) - 921 XXX 0001 ÷ 921 XXX 9999 (DS 2400) 933 XXX 0001 ÷ 933 XXX 9999 (DS 2400 D) voldoet aan de voorschriften van de richtlijnen: 2006/42/CE - 2000/14/CE - 2004/108/CE - 97/68/CE (Model enkel conform de Euro 1-fase) - 2002/88/CE (Model enkel conform de Euro 1-fase) - 2004/26/CE, è voldoet aan de voorschriften van de volgende geharmoniseerde normen: EN 55012 - EN ISO 11806 Gevolgde procedures voor de conformiteitsbeoordeling: Annex V - 2000/14/CE Gemeten geluidsvermogensniveau: 110.0 dB (A) Gegarandeerd geluidsvermogensniveau:112.0 dB (A) De technische documentatie staat ter beschikking in het hoofdkantoor: Technisch bestuur Geproduceerd in Bagnolo in Piano (RE) Italy - via Fermi, 4 Datum: 30/11/2013 s.p.a. Fausto Bellamico - President NL 14. GARANTIEBEWIJS Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met de modernste productietechnieken. De fabrikant geeft een garantie van 24 maanden vanaf de aankoopdatum op de eigen producten voor privé-/hobbygebruik. De garantie is beperkt tot 12 maanden bij professioneel gebruik. Algemene garantievoorwaarden 1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum. De fabrikant vervangt gratis de onderdelen met defecten in materiaal, afwerking en productie via het verkoopnetwerk en de technische servicedienst. De garantie ontneemt de gebruiker niet de wettelijke rechten van het burgerlijk wetboek tegen de consequenties van de defecten of fouten veroorzaakt door het verkochte voorwerp. 2) Het technische personeel zal de defecte onderdelen zo snel als organisatorisch mogelijk is repareren. 3) Om een aanvraag tot technische assistentie onder garantie in te dienen, dient u aan het bevoegde personeel het onderstaande garantiecertificaat te tonen, voorzien van het stempel van de leverancier, volledig ingevuld en met de aankoopfactuur of bon met de aankoopdatum aangehecht. 4) De garantie vervalt in de volgende gevallen: -- Duidelijk gebrek aan onderhoud, Onjuist gebruik van het product of geknoei aan het product, Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of brandstoffen, Gebruik van niet-originele reserveonderdelen of accessoires, -- Reparaties die uitgevoerd zijn door onbevoegd personeel. 5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en onderdelen die aan normale werkingsslijtage onderhevig zijn, uit van de garantie. 6) Onder de garantie vallen geen aanpassingen en verbeteringen van het product. 7) Onder de garantie vallen geen afstellingen en onderhoudswerkzaamheden die nodig zouden kunnen zijn tijdens de garantieperiode. 8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens het transport moet onmiddellijk gemeld worden aan de transporteur, anders vervalt de garantie. 9) Voor motoren van andere merken (Briggs & Stratton, Subaru, Honda, Lombardini, Kohler, enz.) die gemonteerd zijn op onze machines, geldt de garantie die gegeven wordt door de fabrikant van de motor. 10) De garantie dekt geen eventuele directe of indirecte schade, die veroorzaakt is bij personen of voorwerpen door storingen in het apparaat of die voortvloeit uit het langdurig niet gebruiken van het apparaat. --- MODELL DATUM SERIENUMMER LEVERANCIER KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR. Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie aanhechten. 120 -- 15. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u de aanbevolen corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert, behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten. Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet in deze tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum. PROBLEEM De motor start niet of gaat na enkele seconden na het starten weer uit. MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING 1. Controleer de vonk van de bougie. Als er geen vonk is, herhaal de test dan met een nieuwe bougie (CMR7H). 2. Volg de procedure op pag. 108 Als de motor nog niet start, herhaal de procedure dan met 1. Er is geen vonk 2. Motor is verzopen een nieuwe bougie. De motor start, maar versnelt niet voldoende of werkt niet goed bij hoge snelheid. De motor bereikt de volledige snelheid niet en/of geeft zeer veel rook af. De carburateur worden afgesteld. moet 1. Controleer het olie-/ benzinemengsel. 2. Luchtfilter is vuil. 3. De carburateur moet worden afgesteld. De motor start, draait en versnelt, maar wil niet stationair lopen. De carburateur worden afgesteld De motor start en werkt, maar het werktuig draait niet 1. Koppeling, kegelwiel of transmissiestang beschadigd 2. Het hulpstuk is niet correct gemonteerd WAARSCHUWING: R aak het snijwerktuig nooit aan als de motor loopt. moet Neem contact op met een erkend reparatiecentrum om de carburateur te laten afstellen. 1. Gebruik verse benzine en een olie die geschikt is voor tweetaktmotoren. 2. Schoonmaken; zie de instructies in het hoofdstuk Onderhoud van het luchtfilter. 3. Neem contact op met een erkend reparatiecentrum om de carburateur te laten afstellen. Stel de stationairstelschroef "T" (Fig.21) naar links bij om de snelheid te verhogen; zie het hoofdstuk Onderhoud carburateur. 1. Vervang ze indien nodig; neem contact op met een Erkende Hesteller 2. Monteer het hulpstuk op correcte wijze (zie de aanwijzingen in het hoofdstuk ASSEMBLAGE) LET OP: Probeer nooit reparaties uit te voeren als u niet over de middelen en de nodige technische kennis beschikt. Slecht uitgevoerde werkzaamheden doet de garantie automatisch vervallen en ontheft de fabrikant van e ontheft de fabrikant van elke aansprakelijkheid. 121 NL I ATTENZIONE! – Questo manuale deve accompagnare la macchina durante tutta la sua vita. GB WARNING! – This owner’s manual must stay with the machine for all its life. F ATTENTION! – Le manuel doit accompagner la machine pour toute sa vie. D ACHTUNG! - Dieses Anweisungsheft muß das Gerät während seiner gesamten Lebensdauer begleiten. E ¡ATENCIÓN! - Este manual debe acompañar a la máquina durante toda su vida útil. NL LET OP! - Dit handboek moet voor de gehele levensduur bij de machine blijven. P ATENÇÃO! - Este manual deve acompanhar a máquina durante toda a sua vida útil. GR ΠΡΟΣΟΧΗ! - Το παρόν εγχειρίδιο πρέπει να συνοδεύει το μηχάνημα σε όλη τη διάρκεια ζωής του. TR DİKKAT! - Bu kılavuz, daima makinanın yanında bulundurulmalıdır. CZ UPOZORNĚNÍ! - Tento návod byste měli používat po celou dobu životnosti přístroje. RUS UK ВНИМAНИЕ! – Нaстoящaя инструкция дoлжнa сoпрoвoждaть издeлиe вo врeмя всeгo срoкa eгo службы. Mod. 61370193A rev.2 - Apr/2015 PL UWAGA! - Niniejsza instrukcja powinna towarzyszyć urządzeniu przez cały okres jego eksploatacji. EFCO it’s an EMAK S.p.A. trademark 42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy Tel. +39 0522 956611 • Fax +39 0522 951555 [email protected] • www.efco.it
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248

Efco DS 2200 S de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Andere documenten