AEG FAV64570VI Handleiding

Type
Handleiding
FAVORIT 64570 Vi
De volledig integreerbare afwasautomaat
Informatie voor de gebruiker
2
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar het
boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende ei-
genaar van het apparaat door.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1 Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat
dienen.
3 Aanwijzingen en praktische tips
2 Milieu-informatie
3
Inhoud
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Apparaataanzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Voor de eerste ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Waterontharder instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Speciaal zout doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Glansmiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Signaaltoon in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
In het dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Bestek en servies in de machine plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Bovenste korf in hoogte verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Afwasmiddel doseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Gebruik van 3in1-afwasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Afwasprogramma kiezen (programmatabel). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Afwasprogramma starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Starttijdkeuze instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Afwasautomaat uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Onderhoud en reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Wat te doen als... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Kleine storingen zelf oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Als het afwasresultaat niet bevredigend is . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Afvalverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Aanwijzingen voor testinstituten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
4
Opstel- en aansluitaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Geldigheidsgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Waterinstallatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Inbouw en plaatsen van de draaideur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Draaideur plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Garantievoorwaarden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Adres service-afdeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
5
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid
Voor de eerste ingebruikname
Volg de ”Opstel- en aansluitaanwijzing” op.
Gebruik volgens de voorschriften
De afwasautomaat is alleen bestemd voor het afwassen van huis-
houdservies.
Constructieve wijzigingen of veranderingen aan de afwasautomaat
zijn niet toegestaan.
Alleen speciaal zout, afwasmiddel en glansmiddel gebruiken dat voor
afwasautomaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is.
Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doseren. Explosiegevaar!
Veiligheid voor kinderen
Verpakkingsonderdelen buiten het bereik van kinderen houden. Ver-
stikkingsgevaar!
Kinderen kunnen het gevaar dat aan het omgaan met elektrische ap-
paraten verbonden is, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder
toezicht bij de afwasautomaat.
Controleer of kinderen of huisdieren niet in de afwasautomaat kun-
nen klauteren. Levensgevaar!
Afwasmiddelen kunnen gevaar voor ogen, mond en keel veroorzaken.
Levensgevaar! De veiligheidsaanwijzingen van de afwasmiddelfabri-
kant opvolgen.
Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. Gevaarlijk voor de
gezondheid!
6
Algemene veiligheid
Reparaties aan de afwasautomaat mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd.
Als de afwasautomaat niet gebruikt wordt, het apparaat uitschakelen
en de waterkraan dichtdraaien.
De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar al-
tijd aan de stekker.
Ga nooit op de geopende deur staan of zitten.
Staat de afwasautomaat in een ruimte waar het kan gaan vriezen,
dan dient na ieder gebruik de aansluitslang van de waterkraan ge-
scheiden te worden.
Vorstgevaar
Wordt de aangesloten apparatuur op temperaturen onder het vries-
punt opgesteld, dan dient de apparatuur door de service-afdeling
vakkundig geleegd te worden.
Bij levering vanaf de fabriek bestaat er geen vorstgevaar!
7
Apparaataanzicht
Bedieningspaneel
Voor de bediening van het apparaat moet altijd eerst de deur van de af-
wasautomaat worden geopend.
Met de AAN/UIT-toets wordt de afwasautomaat in-/uitgeschakeld.
Bovensproeiarm
Bovenkorf-sproeiarm en
bodemsproeiarm
Zeven
V
akje voor
afwasmiddel
V
oorraadvakje
voor glansmiddel
Bedieningsveld
Voorraadvakje
voor zout
Typeplaatje
AAN/UIT-toets
8
Met de programmatoetsen wordt het gewenste afwasprogramma ge-
kozen.
Functietoetsen: Naast het aangegeven afwasprogramma kunnen met
behulp van deze toetsen de volgende functies worden ingesteld:
De multidisplay kan aangeven:
op welk hardheidsniveau de waterontharder is ingesteld.
of de glansmiddeltoevoer is in- of uitgeschakeld.
of de signaaltoon is in- of uitgeschakeld.
welke starttijd is ingesteld.
hoe lang een lopend afwasprogramma naar verwachting nog duurt.
van welke storing aan de afwasautomaat sprake is.
Controlelampjes hebben de volgende betekenis:
Functietoets 1 Waterontharder instellen
Functietoets 2 Glansmiddeltoevoer in- en uitschakelen
Functietoets 3 Signaaltoon in- en uitschakelen
a
1)
1) Deze controlelampjes branden niet tijdens het lopende afwasprogramma.
Zout bijvullen
b
1)
Glansmiddel bijvullen
Programmatoetsen
Functietoetsen
12 3
Multidisplay
Controle-
lampjes
Starttijdkeuze
instellen
3in1-functie
kiezen
9
Voor de eerste ingebruikname
1. Waterontharder instellen
2. Zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
3 Als u een 3in1-afwasmiddel wilt gebruiken, let dan op het volgende:
Lees eerst de paragraaf ”Gebruik van 3in1-afwasmiddelen”.
De afwasautomaat inschakelen, op de toets “3 in 1” drukken.
De indicatie van de toets brandt: de 3in1-functie is geselecteerd! U
hoeft daarom
geen zout of glansmiddel te doseren.
de waterontharder niet in te stellen.
de glansmiddeltoevoer niet in te stellen.
Voor de start van het afwasprogramma het 3in1-afwasmiddel in het
vakje voor het afwasmiddel doseren.
3 Als deze extra functie een keer bij het afwasprogramma werd geselec-
teerd, blijft deze voor alle volgende spoelgangen behouden tot de
functie door het opnieuw indrukken van de toets weer wordt uitge-
schakeld.
3 De in de programmatabel aangegeven looptijden kunnen als gevolg van
het gebruik van deze extra functies wijzigen.
3 Bij het omschakelen van 3in1-wasmiddeltabletten naar traditionele
wasmiddelen, let dan met name op de laatste 3 punten van het hoofd-
stuk ”Gebruik van 3in1-afwasmiddelen”.
Waterontharder instellen
3 Om kalkafzettingen op servies en in de afwasautomaat te voorkomen,
moet het servies met zacht d.w.z. kalkarm water worden afgewassen.
De waterontharder moet volgens de tabel op de waterhardheid binnen
uw woongebied worden ingesteld. Informatie over de plaatselijke wa-
terhardheid kunt u bij het betreffende waterleidingbedrijf verkrijgen.
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3 Als alleen de LED-indicatie van een programmatoets brandt, is dit af-
wasprogramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden gean-
nuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indruk-
ken.
10
De LED-indicaties van alle toetsen die u nu kunt kiezen branden.
Uitzondering: de 3in1-toets brandt alleen wanneer deze functie is ge-
activeerd.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 1 indrukken.
De LED-indicatie van de functietoets 1 knippert.
De multidisplay geeft het ingestelde hardheidsniveau aan.
4. Het drukken op de functietoets 1 verhoogt het hardheidsniveau
met 1.
(Uitzondering: na hardheidsniveau 10 volgt hardheidsniveau 1).
5. Als het hardheidsniveau correct is ingesteld, op de AAN/UIT-toets druk-
ken.
Het hardheidsniveau is dan opgeslagen.
Als de waterontharder elektronisch op “1“ wordt ingesteld, dan wordt
daarmee het controlelampje voor zout uitgeschakeld.
Waterhardheid
Instelling van de
hardheidsgraad
Indicatie op de
multidisplay
in °fh
1)
)
1) (°fh) Franse graden, maat voor de waterhardheid
in °dh
2)
)
2) (°dh) Duitse graden, maat voor de waterhardheid
90 - max. 125
76 - 89
65 - 75
51 - 64
40 - 50
33 - 39
26 - 32
19 - 25
07 - 18
51 - max. 70
43 - 50
37 - 42
29 - 36
23 - 28
19 - 22
15 - 18
11 - 14
4 - 10
10
3)
9
8
7
6
5
4*
3
2
3) Bij deze instelling kan de looptijd van het programma iets langer worden.
*) instelling vanaf de fabriek
10L .
9L
8L
7L
6L
5L
4L
3L
2L
onder 7 onder 4
1
geen zout nodig
1L
11
Speciaal zout doseren
Om de waterontharder te ontkalken dient speciaal zout gedoseerd te
worden. Alleen zout dat voor afwasautomaten voor huishoudelijk ge-
bruik bestemd is gebruiken.
Als u geen 3in1-afwasmiddel gebruikt, doseer dan zout:
Voor de eerste ingebruikname van de afwasautomaat.
Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor zout brandt.
1. Deur openen, onderste korf
uitnemen
2. Afsluitdop van het voorraadvakje
van het zout linksom opendraaien.
3. Alleen bij de eerste ingebruikna-
me:
Het zoutvoorraadvakje geheel met
water vullen.
4. Zout in het voorraadvakje doseren,
inhoud afhankelijk van de korrel-
grootte ca. 1,0-1,5 kg. Het voor-
raadvakje niet overmatig vullen.
3 Het kan geen kwaad als bij het do-
seren van het zout water overloopt.
5. De opening van het voorraadvakje van zoutresten ontdoen.
6. De afsluitdop rechtsom dichtdraaien.
7. Na het doseren van het zout een afwasprogramma starten. Daar-
door worden overgelopen zout water en zoutkorrels weggespoeld.
3 Afhankelijk van de korrelgrootte kan het enige uren duren voordat het
zout in het water is opgelost en het controlelampje voor zout weer
dooft.
12
Glansmiddel doseren
Omdat het glansmiddel het spoelwater beter laat aflopen krijgt u vlek-
vrij, glanzend servies en heldere glazen.
Als u geen 3in1-afwasmiddel gebruikt, doseer dan glansmiddel:
Voor de eerste ingebruikname van de afwasautomaat.
Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor glansmiddel
brandt.
Gebruik alleen speciaal glansmiddel
voor afwasautomaten en geen an-
dere vloeibare reinigingsmiddelen.
1. De deur openen.
Het vakje voor het glansmiddel be-
vindt zich op de binnenzijde van de
deur van de afwasautomaat.
2. Ontgrendelingsknop van het glans-
middelvak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. Glansmiddel langzaam en precies
tot de streepmarkering “max“ dose-
ren;
dat komt ongeveer overeen met een
doseerhoeveelheid van 140 ml
5. Deksel dichtdrukken tot deze vast-
klikt.
6. Als er glansmiddel naast is gelopen,
moet dit met een doek worden
weggeveegd. Anders vormt zich tij-
dens het afwassen te veel schuim.
13
Glansmiddeldosering instellen
3 De dosering alleen dan veranderen als op glazen en servies vegen, melk-
achtige vlekken (dosering lager instellen) of opgedroogde waterdrup-
pels (dosering hoger instellen) te zien zijn (zie hoofdstuk “Als het
afwasresultaat niet bevredigend is“). De dosering kan van 1-6 worden
ingesteld. Vanaf de fabriek is de dosering op “4“ ingesteld.
1. De deur van de afwasautomaat
openen.
2. Ontgrendelingsknop van het glans-
middelvak indrukken.
3. Deksel openklappen.
4. De dosering instellen.
5. Deksel dichtdrukken tot deze vast-
klikt.
6. Als er glansmiddel is uitgelopen,
moet dit met een doek worden
weggeveegd.
Glansmiddeltoevoer in- en uitschakelen
Als de 3 in 1-toets ingedrukt is hoeft u de glansmiddeltoevoer niet uit
te schakelen.
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3 Als alleen de LED-indicatie van een programmatoets brandt, is dit af-
wasprogramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden gean-
nuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indruk-
ken.
De LED-indicaties van alle toetsen die u nu kunt kiezen branden.
Uitzondering: de 3in1-toets brandt alleen wanneer deze functie is ge-
activeerd.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
14
3. Functietoets 2 indrukken.
De LED-indicatie van de functietoets 2 knippert.
De multidisplay geeft de huidige instelling aan:
4. Het drukken op de functietoets 2 schakelt de glansmiddeltoevoer in
of uit.
5. Als de multidisplay de gewenste instelling aangeeft, druk dan op de
AAN/UIT-toets. De instelling wordt dan opgeslagen.
Signaaltoon in- en uitschakelen
U kunt instellen of u, naast een zichtbare indicatie (bij bijvoorbeeld het
programma-einde of storingen) ook een signaaltoon wilt horen.
1. De toets AAN/UIT indrukken.
3 Als alleen de LED-indicatie van een programmatoets brandt, is dit af-
wasprogramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden gean-
nuleerd:
De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indruk-
ken.
De LED-indicaties van alle toetsen die u nu kunt kiezen branden.
Uitzondering: de 3in1-toets brandt alleen wanneer deze functie is ge-
activeerd.
2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Functietoets 3 indrukken.
De LED-indicatie van de functietoets 3 knippert.
Het multidisplay geeft de huidige instelling aan:
4. Door op de functietoets 3 te drukken verandert de instelling.
5. Als het multidisplay de gewenste instelling aangeeft, druk dan op de
AAN/UIT-toets. De instelling wordt dan opgeslagen.
0d Glansmiddeltoevoer uitgeschakeld
1d
Glansmiddeltoevoer ingeschakeld (voorinstelling vanaf de
fabriek)
0b Signaaltoon uitgeschakeld
1b Signaaltoon ingeschakeld (instelling vanaf de fabriek)
15
In het dagelijks gebruik
Bestek en servies in de machine plaatsen
1 Sponzen, huishouddoeken en alle voorwerpen die water opnemen mo-
gen niet in de afwasautomaat worden gereinigd. Servies voorzien van
een kunststof- en teflonlaag houdt waterdruppels sterk vast. Daarom
droogt dit type servies iets minder goed dan porselein en edelstaal.
Voordat u het servies in de machine plaatst, moet u:
grove etensresten verwijderen.
pannen met ingebrande etensresten inweken.
Bij het plaatsen van het servies en het bestek op het volgende letten:
Het servies en het bestek mogen de sproeiarmen niet in hun draai-
beweging hinderen.
Schoteltjes, kopjes, glazen, pannen, enz. met de opening naar onde-
ren plaatsen, opdat er geen water in kan achterblijven.
Servies en bestekdelen mogen niet in elkaar worden geplaatst of el-
kaar afdekken.
Om glasbeschadigingen te voorkomen mogen glazen elkaar niet
aanraken.
Kleine voorwerpen (bijv. deksels) niet in de servieskorven maar in de
bestekkorf plaatsen zodat ze niet door de korf naar beneden kun-
nen vallen.
Voor het afwassen in de afwasautomaat is het volgende bestek/servies
niet geschikt: wel geschikt:
Bestek voorzien van een houten,
hoornen, porseleinen of paarle-
moergreep
Niet hittebestendige
kunststofdelen
Ouder bestek waarvan de lijm
temperatuurgevoelig is
Gelijmd servies of bestekdelen
Voorwerpen van tin en koper
Kristal
Roestgevoelige staaldelen
Houten plankjes
Kunstvoorwerpen
Aardewerkservies alleen in de afwasautomaat
reinigen als dit door de fabrikant expliciet als
daarvoor geschikt is benoemd.
Op het glazuur aangebrachte versieringen
kunnen na zeer vaak machinaal afwassen ver-
bleken.
Zilveren en aluminiumonderdelen kunnen als
gevolg van het afwassen verkleuren. Etensres-
ten zoals eiwit, eigeel en mosterd veroorzaken
vaak verkleuringen of vlekken op zilver. Zilver
dient daarom, als het niet direct na het ge-
bruik wordt afgewassen, onmiddellijk van
etensresten ontdaan te worden.
Glaswerk kan na vele afwasbeurten troebel
worden.
16
Bestek in de machine plaatsen
1 Waarschuwing: Messen met een scherpe punt en scherpkantig bestek
dienen vanwege kans op verwondingen in de bovenste korf geplaatst te
worden.
Opdat alle bestekdelen in de bestek-
korf door het water worden bereikt,
moeten de meegeleverde bestekkor-
finzetstukken worden gebruikt en
moet het bestek, indien mogelijk,
met de greep naar onderen in de
bestekkorf worden geplaatst.
1 Met uitzondering van de bestekde-
len met zeer smalle grepen die door
de bestekkorf heen vallen, en de
sproeiarm kunnen blokkeren.
Voor grotere bestekdelen zoals bijv.
een garde, kan een helft van het be-
stekrooster weggelaten worden.
Opdat lepels niet in elkaar vallen,
moeten deze om en om met andere
bestekdelen worden geplaatst.
De bestekkorf bestaat uit twee de-
len, die uit elkaar kunnen worden
genomen. Zo kan in de onderste be-
stekkorf meer plaats worden
verkregen.
1. Voor het uit elkaar nemen, de be-
stekkorf horizontaal in tegengestel-
de richting schuiven en uit elkaar
trekken.
2. Voor het in elkaar zetten de omge-
keerde volgorde aanhouden.
17
Schalen, pannen, grote borden
Groter en sterk vervuild serviesgoed
in de onderste korf plaatsen.
Het dwarsgeplaatste bordenrek,
rechts voor, is uiterst geschikt voor
platte, kleine borden met een dia-
meter van 170–210 mm.
Voor de bestekkorf kan een serveer-
schaal worden geplaatst.
Om grotere serviesdelen gemakkelijk te kunnen neerzetten, zijn de ach-
terste bordenrekken van de onderste korf inklapbaar.
Door het inklappen van de rechter
bordenrekken wordt een tweede
bordenrek omhoog gedraaid, dat ui-
terst geschikt is voor diepe borden
of schalen.
1. De beide bordenrekken aan de ach-
terkant iets opheffen en tegelijker-
tijd kruisgewijs naar beneden
inklappen.
Het linker bordenrek is inklapbaar
en in de breedte instelbaar.
1. Voor het inklappen van de beide
bordenrekken, de achterkant iets
opheffen en kruisgewijs naar bene-
den inklappen.
2. Voor het verstellen van de breedte
het rechter bordenrek van de twee
bordenrekken iets aan de achterzij-
de opheffen, tot deze uit de ver-
grendeling loskomt, en vervolgens naar achteren schuiven om de
voorste vergrendeling los te maken.
3. De bordenrekken aan de voorkant in de andere vergrendeling insteken
en aan de achterzijde naar beneden drukken, totdat deze in de vergren-
deling vastklemt.
18
Kopjes, glazen
Klein, teer servies of lange, puntige
bestekdelen in de bovenste korf
plaatsen.
Verstelbare kopjesrekken
Serviesdelen op en onder het op-
klapbare kopjesrek om en om
plaatsen zodat het water de diver-
se delen kan bereiken.
Voor hoge serviesdelen kunnen de
kopjesrekken omhoog worden ge-
klapt.
De kopjesrekken kunnen ook in
een tussenstand worden vergren-
deld. Glazen met een dunne steel
in de kopjesrekken hangen of hiertegen laten steunen.
Glazenhouder
Voor glazen met een dunne steel en
voor zeer cilindrische glazen de
glashouder omhoogklappen (afbeel-
ding boven).
Voor het uitladen of het niet ge-
bruiken, de glashouder naar rechts
wegklappen (middelste afbeelding).
Glazen kunnen tevens over de hoge
“staven” heen worden geplaatst
(onderste afbeelding).
19
Bovenste korf in hoogte verstellen
3 De hoogteverstelling is ook bij beladen korven mogelijk.
Hoger/lager plaatsen van de bo-
venste korf
1. De bovenste korf geheel uittrekken.
2. De bovenste korf zo ver mogelijk
optillen en loodrecht laten zakken.
De bovenste korf klikt in de onder-
ste of bovenste positie vast.
3 Controleren voor het afwassen of de spoelarmen vrij kunnen draaien.
Maximale hoogte van het servies in
bovenste korf onderste korf
bij hoger geplaatste bovenste korf 19 cm 32 cm
bij lager geplaatste bovenste korf 21 cm 30 cm
Maximale bordengrootte,
bovenste servieskorf in bovenste
positie
Maximale bordengrootte,
bovenste servieskorf in onderste
positie
20
Afwasmiddel doseren
Afwasmiddelen lossen de vervuilin-
gen van servies en bestek op.
Het afwasmiddel moet vóór de start
van het programma worden gedo-
seerd.
1 Gebruik alleen afwasmiddel voor
huishoud-afwasautomaten.
Het vakje voor het afwasmiddel be-
vindt zich op de binnenzijde van de
deur.
1. Als de deksel gesloten is:
Ontgrendelingsknop indrukken.
Deksel springt open.
2. Afwasmiddel in het vakje voor af-
wasmiddel doseren. Als doseerhulp
voor afwasmiddel in poedervorm
dienen de markeringen: “20/30“ is
gelijk aan ca. 20/30 ml afwasmiddel.
Doseer- en bewaaradviezen van de
fabrikant opvolgen.
3. Deksel dichtklappen en aandrukken
tot deze vastklikt.
3 Bij zeer sterk vervuild servies moet
extra afwasmiddel in het zijvakje
worden gedoseerd (1). Dit afwas-
middel wordt reeds bij het voorspoelen werkzaam.
21
Compacte afwasmiddelen
Afwasmiddelen voor afwasautomaten zijn vandaag de dag bijna uit-
sluitend compacte afwasmiddelen, in tablet- of poedervorm, met een
laag alkalisch gehalte en natuurlijke enzymen.
2 50 °C-afwasprogramma’s in combinatie met deze compacte afwasmid-
delen ontlasten het milieu en sparen uw servies, omdat deze afwaspro-
gramma’s speciaal op de vuiloplossende eigenschappen van de
enzymen in compacte afwasmiddelen zijn afgestemd. Daarom bereiken
50 °C-afwasprogramma’s in combinatie met compacte afwasmiddelen
dezelfde afwasresultaten die anders alleen met 65 °C-programma’s be-
reikt kunnen worden.
Afwastabletten
3 Afwastabletten van verschillende fabrikanten hebben een andere op-
lostijd. Daarom kunnen sommige afwastabletten bij korte programma’s
niet tot hun volledige werking komen. Gebruik daarom afwastabletten
voor afwasprogramma’s met voorspoelen.
Gebruik van 3in1-afwasmiddelen
Bij deze producten betreft het een afwasmiddel met een gecombineer-
de afwasmiddel-, glansmiddel- en zoutfunctie.
1. Controleer of deze afwasmiddelen voor de waterhardheid in uw gebied
geschikt zijn.
Let op de aanwijzingen van de fabrikant.
2. Het afwasmiddel uitsluitend in het vakje voor afwasmiddel doseren.
Als u geen 3in1-producten meer wilt gebruiken, ga dan als volgt te
werk:
Vul de vakjes voor zout en glansmiddel.
Stel de waterontharder op de hoogste instelling in en voer max. drie
normale cycli zonder belading uit.
Stel vervolgens de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid
in.
22
Afwasprogramma kiezen (programmatabel)
Afwas-
programma
Geschikt
voor:
Soort
vervuiling
Programmaverloop
1)
met de maximale
temperaturen (°C)
1) Sommige onderdelen van het afwasprogramma klinken stiller dan andere omdat het vaat-
werk tijdens enkele onderdelen van het afwasprogramma gedurende een korte tijd sterker
wordt gespoeld voor een betere reiniging.
Verbruiks-
waarden
2)
2) De verbruikswaarden zijn onder normomstandigheden bepaald. Deze zijn van de belading
van de korven afhankelijk. In de praktijk zijn afwijkingen daarom mogelijk.
Voorspoelen
Reinigen
Tussenspoelen
Naspoelen
Drogen
Duur (minuten)
3)
3) De duur is afhankelijk van de belading en het type vaatwerk. De intelligente elektronika past
de aangegeven waarde van het reguliere afwasprogramma aan. Als de hardheid van het wa-
ter op stand 10 is ingesteld, kan de looptijd van het programma in geringe mate toenemen.
Energie (kWh)
Water (liter)
AUTOMATIC
Servies en
pannen
licht tot sterk vervuild,
opgedroogde etensres-
ten
koud
tot
68
koud
68
92–115
1,1–1,5
12–18
30 MIN.
Servies en
pannen, tem-
peratuur-
gevoelig servies
licht tot normaal ver-
vuild,
bijzonder geschikt
voor het gebruik van
compacte
afwasmiddelen
-
tot
65
4)
4) Afhankelijk van de temperatuur van de watertoevoer.
-
tot
69
4)
-
30
0,8
8
INTENSIVE
CARE 7
Servies en
pannen
sterk vervuild,
opgedroogde etensres-
ten, met name eiwit
en zetmeel
45 68
warm 2x
68
115
1,8
20
ECO 50°
5)
5) Testprogramma voor testinstituten. Dit programma heeft het nieuwe spoelsysteem
“IMPULSSPOELEN“. Om een betere reiniging van het servies te bereiken, worden bij dit spoel-
systeem tijdens een afwasprogramma het toerental van de motor en de sproeidruk geva-
rieerd. Daarom varieert tevens het geluidsniveau van het lopende afwasprogramma.
Servies en
pannen, tem-
peratuur-
gevoelig servies
normaal vervuild, bij-
zonder geschikt voor
het gebruik van com-
pacte afwasmiddelen
koud
49
koud
63
150
1,0
14
23
Afwasprogramma starten
1. Controleren of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. De kraan helemaal opendraaien.
3. De toets AAN/UIT indrukken.
4. Het gewenste programma kiezen.
De programma-indicatie brandt. In het multidisplay wordt de te ver-
wachten resterende looptijd van het programma aangegeven.
3 De resterende looptijd in het multidisplay wordt tijdens het afwassen
eventueel aangepast aan de belading, de mate van vervuiling, enzo-
voort.
5. De deur sluiten. Het afwasprogramma begint.
1 Open de deur na het starten van het programma niet, om verbranding
en schade aan meubels door uittredende stoom, te voorkomen! Open
de deur pas nadat het programma is afgelopen.
Starttijdkeuze instellen
3 Met de starttijdkeuze kunt u het begin van een afwasprogramma tus-
sen 1 tot 19 uur uitstellen.
1. De toets starttijdkeuze zo vaak indrukken tot de gewenste starttijduit-
stel in de multidisplay verschijnt, bijv. 12h, als het afwasprogramma
over 12 uur moet starten. De indicatie starttijdkeuze brandt.
2. Afwasprogramma kiezen.
3. De resterende tijd tot de start van het afwasprogramma doorlopend
wordt aangegeven, bijv. 12h, 11h, 10h,... 1h enz.).
4. De deur sluiten.
Starttijdkeuze wijzigen:
Als het afwasprogramma nog niet is gestart kunt u na het openen van
de deur, door het indrukken van de toets starttijdkeuze, de instelling
nog wijzigen:
Starttijdkeuze annuleren:
Druk zo vaak op de toets starttijdkeuze tot in de multidisplay de loop-
tijd van het gekozen programma verschijnt. Het gekozen programma
start direct.
Afwasprogramma wijzigen
Als het afwasprogramma nog niet is gestart kunt u het nog wijzigen:
eerst het afwasprogramma onderbreken, vervolgens een nieuwe start-
tijdkeuze instellen en als laatste een nieuw afwasprogramma kiezen.
24
Afwasautomaat uitschakelen
Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt aan het einde van het
afwasprogramma een ca. 15 seconde lange, aanhoudende toon.
1 De deur voorzichtig openen, er kan hete damp naar buiten komen.
Heet servies is gevoelig voor stoten. Daarom het servies voor het uitrui-
men eerst ca. 15 minuten laten afkoelen. Daardoor ontstaat er tevens
een beter droogresultaat.
1. De toets AAN/UIT indrukken. Alle indicaties doven.
2. De kraan dichtdraaien!
3 Als de afwasautomaat niet wordt uitgeschakeld, dan wordt het signaal
na 3 minuten en na 6 minuten herhaald.
Machine leeghalen
3 Het is normaal dat de binnendeur en het vakje voor afwasmiddel voch-
tig zijn.
Eerst de onderste korf, dan de bovenste korf uitruimen. Daardoor
voorkomt u dat restwater van de bovenste korf op servies in de on-
derste korf druppelt.
25
Onderhoud en reiniging
1
Geen meubelreinigingsmiddel of agressieve reinigingsmiddelen gebrui-
ken.
De bedieningselementen van de afwasautomaat met een zachte doek
en warm, schoon water reinigen.
De vakjes voor reinigingsmiddel, deurafdichting en watertoevoerslang
(indien aanwezig) af en toe op vervuiling controleren en eventueel
reinigen.
Buitenkant oppervlakken – geslepen chroomstaal
Lichte vervuilingen met een zachte, schone, vochtige doek verwijderen,
microvezeldoekjes zijn hiervoor bijzonder geschikt.
1 Bij het reinigen opletten dat de edelstalen afwerkinglaag (de fijne hori-
zontale beloop) niet tegen de structuur in wordt bewerkt.
Geen ronddraaiende bewegingen!
Buitenkant oppervlakken - Alulook
Lichte vervuilingen met een zachte, schone, vochtige doek verwijderen,
microvezeldoekjes zijn hiervoor bijzonder geschikt.
Krassende en schurende middelen zijn niet geschikt.
Indien gewenst een in de handel verkrijgbaar reinigingsmiddel voor
chroomstaal gebruiken. De instructies van de fabrikant bij het gebruik
van deze reinigings- of verzorgingsmiddelen opvolgen.
26
Reiniging van de zeven
3 De zeven moeten regelmatig worden
gecontroleerd en gereinigd. Vervuil-
de zeven beïnvloeden het afwasresul-
taat.
Grove zeef (1)
De grove zeef moet na ieder afwasprogramma worden gecontroleerd.
1. Deur openen, onderste korf uitnemen.
2. Grove zeef uitnemen.
3. Indien nodig, onder stromend water afspoelen en weer terugplaatsen.
Fijne zeef (2)
De fijne zeef dient van tijd tot tijd
gereinigd te worden.
1. Deur openen, onderste korf uitne-
men.
2. De fijne zeef door het naar rechts
draaien ontgrendelen en uitnemen.
3. De fijne zeef onder stromend water
afspoelen en met een borstel grondig
reinigen.
4. De fijne zeef in de houder plaatsen en
naar links draaien, tot deze voelbaar
vergrendeltd (pijl).
1 Handgreep niet naar beneden druk-
ken.
Als de zeef niet is vergrendeld, kan
dat tot het verstoppen van de
sproeiarmen leiden.
Zonder zeef mag de afwasautomaat
onder geen enkele voorwaarde wor-
den geactiveerd.
27
Reiniging van de sproeiers
van de sproeiarmen
Controleer de sproeiers van de drie
sproeiarmen regelmatig op verstop-
ping. Reinig de sproeiers, indien
noodzakelijk, met een fijne draad of
naald en een sterke waterstraal.
1 Sproeieropeningen niet beschadigen.
Bovenste sproeiarm
1. Bevestigingsschroef (A) linksom los-
draaien.
2. Sproeiarm van de as trekken.
3. Sproeiarm en bevestigingsschroef rei-
nigen.
4. Sproeiarm met bevestigingsschroef
(A) door het naar rechts draaien, weer vastzetten.
Middelste sproeiarm
1. De middelste sproeiarm door het zij-
delings afdraaien verwijderen.
De tweedelige lager van de sproeiarm
wordt met een spanveer (B) bijeenge-
houden.
2. Sproeiers van sproeiarmen reinigen.
3. Voor de montage de middelste
sproeiarm naar boven drukken, totdat deze voelbaar vastklikt.
Onderste sproeiarm
1. Bevestigingsschroef (C) linksom los-
draaien.
2. Sproeiarm van de as trekken.
3. Sproeiarm en bevestigingsschroef rei-
nigen.
4. Sproeiarm met bevestigingsschroef
(C) door het naar rechts draaien, weer vastzetten.
28
Wat te doen als...
Kleine storingen zelf oplossen
Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt bij een storing een
waarschuwingssignaal.
Als tijdens het gebruik een van de volgende foutcodes in de multidis-
play wordt aangegeven:
Foutcode Å10 (problemen met de watertoevoer),
Foutcode Å20 (problemen met de waterafvoer),
kijk dan in de onderstaande tabel.
Druk nadat de storing is opgelost op de toets van het begonnen af-
wasprogramma. Het afwasprogramma loopt verder.
Bij andere foutcodes (“Å “ gevolgd door een getal):
Afwasprogramma onderbreken.
Apparaat uit- en weer inschakelen.
Het afwasprogramma opnieuw instellen.
Als de storing nogmaals wordt aangegeven neem dan contact op met
de service-afdeling en noem de foutcode.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Er klinkt 1 kort waar-
schuwingssignaal, dat
voortdurend wordt her-
haald.
Programma-indicatie van
het gekozen afwaspro-
gramma knippert:
het multidisplay geeft de
foutcode
Å10 aan:
(problemen met de water-
toevoer)
De kraan is verkalkt of is
defect.
Controleer de kraan, indien
nodig laten repareren.
De kraan is gesloten. Open de kraan.
Zeef (indien aanwezig) in
de slangkoppeling aan de
kraan is verstopt.
Zeef in de slangkoppeling
reinigen.
De zeven in de kuipbodem
zijn verstopt.
Druk op de toets van het
gestarte afwasprogramma;
onderbreek vervolgens het
afwasprogramma (zie
hoofdstuk: Afwasprogram-
ma starten);
reinig de zeven (zie hoofd-
stuk: Reiniging van de ze-
ven).
Watertoevoerslang ligt niet
goed.
De ligging van de slang con-
troleren.
29
Als het afwasresultaat niet bevredigend is
Het servies wordt niet schoon.
Onjuiste keuze van het afwasprogramma.
Het servies was zo geplaatst dat het water niet alle delen heeft be-
reikt. De korven mogen niet overbeladen worden.
Er klinken 2 korte waar-
schuwingssignalen, die
voortdurend worden her-
haald.
Programma-indicatie van
het gekozen afwaspro-
gramma knippert,
het multidisplay geeft de
foutcode
Å20 aan.
(Problemen met de water-
afvoer.)
De sifon is verstopt. De sifon reinigen.
Waterafvoerslang ligt niet
goed.
De ligging van de slang con-
troleren.
Er klinken 3 korte waar-
schuwingssignalen, die
voortdurend worden her-
haald.
Het multidisplay geeft de
foutcode
Å30 aan.
Het beveiligingssysteem te-
gen wateroverlast is in wer-
king getreden.
Draai eerst de kraan dicht,
schakel vervolgens het ap-
paraat uit en neem contact
op met de klantenservice.
Het programma start niet.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De stekker in het stopcon-
tact steken.
De zekering in de huisin-
stallatie is niet in orde.
De zekering vervangen.
Bij modellen met starttijd-
keuze:
er is een starttijdkeuze in-
gesteld.
Als het servies direct moet
worden afgewassen, de
starttijdkeuze uitschakelen.
In de kuip zijn roestvlek-
ken zichtbaar.
De kuip is van roestvrij
staal. Roestvlekken in de
kuip zijn op vreemd roest
terug te voeren (roestdelen
afkomstig uit de waterlei-
ding, van pannen, bestek,
enzovoort). Verwijder vlek-
ken met gangbare reini-
gingsmiddelen voor
edelstaal.
Alleen daarvoor geschikt
bestek en servies in de af-
wasautomaat reinigen.
Fluitend geluid tijdens het
afwassen.
Het fluiten geeft geen re-
den tot zorgen.
Een ander merk afwasmid-
del gebruiken.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
30
De zeven in de kuipbodem zijn niet schoon of op onjuiste wijze ge-
plaatst.
Er is geen merkproduct afwasmiddel gebruikt of er is te weinig gedo-
seerd.
Bij kalkafzetting op het servies: het voorraadvakje voor het zout is
leeg of de wateronthardingsinstallatie is onjuist ingesteld.
De afvoerslang ligt niet goed.
Het servies is niet droog en glanst niet.
Er is geen merkproduct glansmiddel gebruikt.
Het voorraadvakje voor het glansmiddel is leeg.
Op glazen en servies zijn vegen, strepen, melkachtige vlekken of
een blauwachtige aanslag zichtbaar.
De dosering voor het glansmiddel lager instellen.
Op glazen en servies zijn opgedroogde waterdruppels zichtbaar.
De dosering voor het glansmiddel hoger instellen.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de servi-
ce-afdeling van de afwasmiddelfabrikant.
Glascorrosie
Neem contact op met de service-afdeling van de afwasmiddelfabri-
kant.
Afvalverwerking
2
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en her-
bruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstem-
ming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2 Oud apparaat verwijderen
Verwijder afgedankte apparatuur conform de in uw woonplaats gel-
dende richtlijnen.
1 Waarschuwing! Als u het apparaat afdankt dient de stekker uit het
stopcontact getrokken te worden. Het aansluitsnoer afsnijden en met
de stekker verwijderen.
Het slot van de deur onklaar maken zodat de deur niet meer gesloten
kan worden. Daardoor kunnen kinderen zich niet insluiten en zo in le-
vensgevaar komen.
31
Technische gegevens
5 Dit apparaat komt overeen met de volgende EEG-richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn inclusief herziening
90/683/EEG
89/336/EMC van 03.05.1989 Laagspanningsrichtlijn inclusief
herziening 92/31/EEG
93/68/EMC CE-markeringsrichtlijn
Capaciteit: 11 standaardcouverts inclusief dienbestek
Toegestane waterdruk: 1-10 bar (=10-100 N/cm
2
= 0,1-1,0 MPa)
Elektrische aansluiting:
Bedrijfsspanning 230 V
Frequentie 50 Hz
Totale vermogen 2250 W 10 A
Krachtontneming circulatiepomp 150 W
Krachtontneming verwarmingsele-
ment
2100 W
Geïntegreerde- en inbouwafwasautomaten
Afmetingen: 759 546 x 570 (H x B x D in mm)
max. gewicht:
max. 51,5 kg (zonder verpakking)
of 55,3 kg (met verpakking)
32
Aanwijzingen voor testinstituten
De test volgens EN 60704 moet bij een volle belading met het test-
programma (zie programmatabel) worden uitgevoerd.
De testen volgens EN 50242 moeten met een volledig gevuld zout-
vakje van de waterontharder, met een volledig gevuld vakje voor glans-
middel en met het testprogramma (zie programmatabel) worden
uitgevoerd.
Geluidsmeting
Bepaling van de geluidsmetingnormen volgens EN 60704-2-3
De meting dient direct in aansluiting op een doorlopend kort pro-
gramma plaats te vinden.
Voorbeelden voor het beladen van de afwasautomaat:
Volle belading:
11 standaardcouverts inclusief dienbestek
Dosering van het af-
wasmiddel:
27,5 g in het vakje voor het afwasmiddel doseren
Instelling van het
glansmiddel:
6
bovenste korf * onderste korf
* bovenste korf in de laagste (verlaagde)
stand
33
Bestekkorf
1 Theelepeltjes
2 Dessertlepeltjes
3 Messen
7 Dienbestek
4 Vorken
8 Dienbestek
5 Eetlepels
9 Dienbestek
6 Dienbestek
34
Opstel- en aansluitaanwijzing
Geldigheidsgebied
Afwasautomaat, type: 31 . . .
Algemeen
De afwasautomaat wordt aanslui-
tingsgereed, d.w.z. met aansluitka-
bel, gemonteerde afvoerslang en
toevoerslang met zeef, geleverd.
De afwasautomaat mag niet zonder
het uitvoeren van extra maatrege-
len, in de uitsparing of nis bestaan-
de uit brandbaar materiaal, worden
ingebouwd.
De aansluiting vindt bij voorkeur plaats in het nevenvak van de afwa-
sautomaat. De aansluiting mag niet direct achter het apparaat wor-
den geplaatst.
De voorschriften van de plaatselijke water- en elektriciteitswer-
ken dienen opgevolgd te worden!
1 Apparaat niet op de kant leggen! Het ingebouwde onthardingsapparaat
bevat water, dat uit kan lopen.
35
Waterinstallatie
1 De aansluiting van het apparaat dient door vakpersoneel te worden uit-
gevoerd.
Toevoer
Waterdruk: 1–10 bar (stromingdruk)
Het apparaat kan zowel aan koud water als aan warm water worden
aangesloten, de maximum temperatuur is 65 °C.
Op de fabriek is een afsluiter met uitgang G 3/4” voorzien.
Het apparaat moet via de meegeleverde kunststof drukslang worden
aangesloten (met zeef, overeenkomstig EN61770, 10 bar).
Het inbouwen van een IRG-filter wordt aanbevolen.
Na het openen van de afsluiter mag er geen water uit de aanslui-
tingarmaturen uittreden.
Bij het aansluiten aan warm water moeten de schroeven, een aantal
minuten na de ingebruikname, nogmaals op het goed vastzitten wor-
den gecontroleerd en eventueel aangedraaid worden (echter niet
doordraaien).
Afvoer
De flexibele afvoerslang met een binnendiameter van 22 mm moet
knikvrij worden aangelegd.
Het apparaat kan ook boven het niveau van de sifon worden inge-
bouwd. In de afvoer van de machine is tevens een retourpompblokke-
ring ingebouwd, waardoor aansluitinstallaties met terugslagkleppen
niet vereist zijn.
De aansluiting vindt bij voorkeur bij de sifon van de afvoer van de
spoelbak in het nevenvak van het apparaat plaats.
Het hoogste punt van de afvoerslang mag niet meer dan 600 mm bo-
ven de onderkant van het apparaat zijn geplaatst.
36
Inbouw en plaatsen van de draaideur
Als draaideur kan een in de handel
verkrijgbaar deurblad met de volgen-
de afmetingen worden gebruikt:
breedte max. 596 mm
hoogte max. 720 mm
dikte max. 20 mm
gewicht (inclusief greep) 3 kg tot
max. 8 kg
1 Maximale deurhoogte niet over-
schrijden, omdat de deur anders
niet volledig gesloten kan worden.
De draaideur dient van een greep
voorzien te worden.
De voor de inbouw benodigde scharnieren evenals de daarbij beho-
rende schroeven zijn standaard onderdelen en zijn niet bij de levering
gevoegd.
3 Tevens zijn er draaideuren met speciale grepen als accessoire, leverbaar.
Deze dienen apart besteld te worden:
Draaideurset in het ontwerp ”AEG Nexxt“:
Accessoirenummer 153 1295 00
Draaideurset in het ontwerp ”Century“:
Accessoirenummer 153 1296 00
3 De na het plaatsen van de draaideur,
zichtbare sokkel kan ofwel door een
passend paneel ofwel door het plaat-
sen van een paneel voor het onder de
sokkel aanwezig meubeldeel, worden
verborgen.
37
Draaideur plaatsen
1. De beide zijdelingse dekstrips A over-
eenkomstig de hiernaast aangegeven
afbeelding plaaten. Compensatie-
plaatjes B gebruiken.
2. Apparaat voor het inbouwvak opstel-
len. Kabel en slang naar het nevenvak
trekken.
Apparaat inschuiven, kabel en slang
meegaand mee trekken en controle-
ren dat er geen knik in komt!
3. Apparaat op de sokkel uitlijnen met
de hoek AN naar de zijkant gericht,
de schroef V iets aandraaien.
4. Scharniergedeelte op de scharnier-
schoor schroeven (Euro-schroeven
4.0x20 gebruiken).
38
5. Scharnierschoor gecentreerd op de
uitsparing plaatsen en uitlijnen, ver-
volgens met 6 houtschroeven (plat-
kop 4,5x16) vastschroeven.
6. Met behulp van het bijgeleverde
boorsjabloon twee boorgaten a (ø 35
mm, diepte 11 mm) voor de scharnie-
ren onder de draaideur tekenen en
boren. Het boorsjabloon daarvoor aan
de onderkant van de draaideur vast-
zetten.
7. Met behulp van het bijgeleverde
boorsjabloon 8 b voor de beide gelei-
dingen (ø 2 mm, diepte 12 mm) bo-
ven de draaideur tekenen en boren.
Het boorsjabloon daarvoor aan de
bovenkant van de draaideur vastzet-
ten.
a
b
39
8. De scharnieren (met 5 platkop-
houtschroeven, niet meegeleverd) en
de geleidingen (met 8 Spax-schroe-
ven 4.0x20, pozidrive) aan de draai-
deur vastschroeven.
9. De scharnieren aan de draaideur met
de scharniergedeelten inklikken. De
draaideur voorzichtig vasthouden om
de scharnieren niet te verbuigen.
10. De scharnieren met de schroeven A, B
en C ten opzichte van het keuken-
meubel plaatsen (spleetbreedte, enz.).
11. De glijder in de glijgeleidingen in-
schuiven.
40
12.De glijder met de schroeven rechts en
links aan de apparaatdeur bevestigen.
13.Apparaat in de nis plaatsen en de ap-
paraatdeur voorzichtig openen, zon-
der de gevonden stand te wijzigen.
Het aparaat aan de zijkant met
houtschroeven en de beide plaatjes D
bevestigen.
14.Het apparaat zijdelings door het vast-
draaien van de schroef V fixeren.
Daarvoor zijn in de scharnierschoor 2
langsgaten, aan de rechter- en lin-
kerkant, voor de doorgang van de
schroevendraaier, voorzien.
41
Elektrische aansluiting
1 De netaansluiting moet door geautoriseerde elektra-installateurs aan-
gebracht worden!
Het apparaat is van een aansluitkabel 3 x 1 mm
2
met geïntegreerde
stekker (“Schuko“) voorzien.
Het apparaat dient aan een stroomtoevoer voor nominale spanning
worden aangesloten.
De installatie moet via een toevoer met stekker worden uitgevoerd.
De stekker moet na de installatie toegankelijk zijn, of moet in een
vaste huisinstallatie van een afscheider met ten minste 3 mm contac-
topening zijn voorzien, omdat het apparaat gelijktijdig en alpolig van
het net is gescheiden.
Installatie op de standplaats:
zekering, toevoer en stopcontact volgens het aansluitschema installe-
ren.
Schakeling:
Spanning verwarmingselement 230 V
2.25 kW
42
Garantievoorwaarden
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan
het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebrui-
ker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12
maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garan-
tieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te wor-
den overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch)
glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoor-
delijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onder-
houd, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezon-
den naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of in-
gebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de beno-
digde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale
in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige ver-
vanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te
rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een
nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het pro-
duct, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet over-
treffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten.
Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het pro-
duct voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte
43
producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke
of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aange-
bracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vle-
han*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk bin-
nen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvin-
den. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoe-
delijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke,
gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en dia-
gnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit
is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen
het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de con-
sument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaal-
de.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het
toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de
technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht,
tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serie-
nummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderde-
len en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de
rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gega-
randeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledi-
ge garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoe-
ren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleg-
gen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishou-
delijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs
een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal
aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aange-
boden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uit-
zondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer
volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aange-
bracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten
terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door
de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
44
Adres service-afdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
tel. 0172-468 300
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
tel. 0172-468 172
www.aeg.nl
45
46
47
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de ge-
bruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem
zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met
onze service-afdeling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben
wij de volgende gegevens nodig:
Modelaanduiding
Productnummer (PNC)
Serienummer (S-No.)
(u vindt deze nummers op het
typeplaatje)
Soort storing
Eventuele foutmelding die het ap-
paraat aangeeft
Om ervoor te zorgen dat u de benodigde nummers van uw apparaat bij
de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren:
Modelaanduiding: .....................................
PNC: .....................................
S-No: .....................................
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
153 137 204-00-030504-01
Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG FAV64570VI Handleiding

Type
Handleiding