Hanseatic WDC 1200 Handleiding

Type
Handleiding
WASCH-TROCKENAUTOMAT
WAS- EN DROOGAUTOMAAT
LAVANTE-SECHANTE
WDC 1200
650
GEBRAUCHSANWEISUNG
GEBRUIKSAANWIJZING
NOTICE D’UTILISATION
124974670
26
Enkele paragrafen in deze handleiding zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Dit symbool vindt u bij belangrijke informatie vóór de gebruiksveiligheid van uw machine. Het niet
in acht nemen van deze informatie kan schade veroorzaken.
Dit symbool geeft informatie over een juist gebruik van de machine en vertelt u hoe u de beste
prestaties van de machine kunt verkrijgen.
Dit symbool geeft belangrijke informatie over milieubescherming.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu: wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte Klant,
lees s.v.p. de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Let vooral op de veiligheidsaanwijzingen op de eerste
bladzijden van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de
gebruiksaanwijzing goed om er later nog dingen in na
te kunnen slaan. Geef hem door aan de eventuele
volgende eigenaar van het apparaat.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat
vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw
leverancier.
27
NEDERLANDS
Waarschuwingen 28-29
Afdanken 29
Tips voor zuinig wassen en
drogen 29
Technische gegevens 30
Installatie 31
Transportbeveiliging 31
Plaatsen 32
Watertoevoer 32
Waterafvoer 33
Elektrische aansluiting 33
Uw nieuwe was- en
droogautomaat 34
Beschrijving van de machine 34
Controlelampje “deur vergrendeld” 34
Wasmiddellade 34
Gebruik 35
Bedieningspaneel 35
Beschrijving van de bedieningselementen 35
Programma instellen 36
Adviezen en tips voor het wassen en drogen 37
Was niet te lang opsparen 37
Sorteren 37
Temperaturen 37
Hoeveel wasgoed in de trommel? 37
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 38
Welke wasmiddelen gebruiken? 38
Traditionele poeder-wasmiddelen 39
Vloeibare wasmiddelen 39
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 39
Wasverzachter 39
Waterontharder 39
Tips voor het drogen 40
Volgorde van handelingen
(Wassen en aansluitend drogen) 41-42
Textielbehandelingssymbolen 43
Programmatabel 44-46
Onderhoud 47
De buitenkant 47
De wasmiddellade 47
Het toevoerfilter 47
Het afvoerfilter 48
Waterafvoer in noodgevallen 48
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 48
Eenvoudige storingen 49-50
Inhoud
28
Waarschuwingen
Algemene veiligheids-
aanwijzingen
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact
trekken, maar aan de steker.
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was en droog geen artikelen in de was- en
droogautomaat die hier niet voor geschikt zijn.
Raadpleeg het textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel
volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-, roest- en grasvlekken. Was bh’s met
beugels niet in de wasautomaat.
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, naalden, spijkers, schroeven en andere
harde of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
Indien in uw apparaat aansluitend ook gedroogd
wordt, zorgt u er dan voor dat zich in de trommel
geen plastic artikel, zoals wasmiddelbol en
dergelijke bevindt, de hete drooglucht kan het
plastic doen smelten.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
steker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
29
NEDERLANDS
Afdanken
Tips voor zuinig wassen
en drogen
Bescherming voor kinderen
Kinderen zien de gevaren in verband met
elektrische apparaten vaak niet. Zorg daarom voor
toezicht als het apparaat draait en laat kinderen
niet met het apparaat spelen.
Verpakkingsonderdelen (bijv. folie, piepschuim)
kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn.
Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen
weghouden van kinderen.
De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet
worden. Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat zolang het in werking is.
Let erop dat er geen kinderen of kleine dieren in
de trommel van het apparaat klimmen. Houd
daarom de deur van het apparaat gesloten als het
niet gebruikt wordt.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting.
Afdanken van de verpakking
Alle met dit symbool gemerkte materialen zijn
“milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder bezwaar bij
het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< vóór polyethyleen
>PS< vóór polystyreen
>PP< vóór polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container voor
oud papier te deponeren.
Afdanken van het apparaat
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat
ophaalt of waar u het moet bezorgen, teneinde er
zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig
verschrot of gerecycled wordt.
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld
voor normaal vuil wasgoed. Ze besparen
wasmiddel en water in vergelijking met een
programma met voorwas.
U wast het zuinigst met een volle trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Kies voor licht vuile was het kortprogramma.
De machine werkt bijzonder economisch, als het
wasgoed vóór het drogen zo goed mogelijk
gecentrifugeerd wordt.
30
Technische gegevens
Afmetingen: Hoogte 85 cm
Breedte 60 cm
Diepte 60 cm
Maximum vulgewicht: Wassen Drogen
Katoen 5 kg 2,5 kg
Synthetica 2 kg 2 kg
Fijne was 2 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental (maximum): Katoen 1200/min.
Synthetica 0900/min.
}
in het programma P
Fijne was 0900/min.
Wol 1000/min.
Netspanning/-Frequentie: 220-230 V/50 Hz
Aansluitwaarde: 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen: Minimum 5 N/cm
2
Maximum 80 N/cm
2
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
31
NEDERLANDS
Transportbeveiliging
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert vóór u de
machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht
worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de rechter schroef aan de
achterkant van de machine los.
2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
3. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant van
de machine en het plakband waarmee de 2 plastic
zakken aan de voorkant van het apparaat bevestigd
zijn.
4. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de
machine getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine.
5. Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
6. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de
gaten waar de schroeven in zaten.
7. Dicht de vrijgekomen gaten af met de, bij de
gebruiksaanwijzing verpakte, stopsels.
Installatie
P0255
P0234
P0233
2
1
P0256
P0020
32
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat
versterken, over tenminste twee draagbalken. De
verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele
centimeters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping
eronder kan lekken. Raadpleeg uw
leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich
binnen het bereik van de machineslangen en het
aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel
van het in- of uitdraaien van de verstelbare voetjes.
Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan
zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor
dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de
vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
Watertoevoer
Draai, nadat u eerst het filter (A) in de wartel hebt
gelegd, de wartel van de toevoerslang stevig op de
3/4" schroefdraad van de kraan.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de
slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is.
A
P0003
P1051
P0021
33
NEDERLANDS
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
1. Over de rand van een wasbak.
U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het
snel uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
2. In een aftakking van de wasbakafvoer.
Die aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter)
zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
3. In een afvoerpijp.
Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder
geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp
groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en steker met randaarde.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan
bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door ELGROEP
FABRIEKSSERVICE vervangen worden.
P0022
P0023
34
Beschrijving van de machine
Deze nieuwe machine voldoet aan alle eisen voor
een moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop
gewassen want de verbruikswaarden worden
automatisch aan de hoeveelheid en het type
wasgoed aangepast.
Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds
zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd
langer geworden. U zult echter merken dat het
wasresultaat optimaal is.
De mogelijkheid om temperatuur en de andere
opties afzonderlijk in te stellen, zorgt ervoor dat u
de was “persoonlijk” kunt behandelen.
De automatische sopafkoeling op 60°C in het
witte was-programma vóór het afpompen
voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen.
Het speciale wolprogramma wast uw wolwas,
dankzij de heel voorzichtige trommelbeweging,
veilig en zonder krimpen.
Met de droogprogramma’s hebt u altijd lekker
zacht wasgoed.
De onbalans beveiliging zorgt voor een goede
stabiliteit van de machine tijdens het
centrifugeren.
650
12
3
4
5
6
C0026
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Controlelampje “deurvergrendeling”
4 Deurhandgreep
5 Afvoerfilter
6 Verstelbare voetjes
Controlelampje “deur
vergrendeld”
Het lampje brandt zolang de deur vergrendeld
is. U kunt de deur pas openen nadat het lampje
is uitgegaan.
Wasmiddellade
Vorwaschmittel
Hauptwaschmittel
Wasverzachter
Uw nieuwe was- en
droogautomaat
35
NEDERLANDS
Gebruik
Bedieningspaneel
1 Programmakaart
Op deze kaart vindt u richtlijnen voor de in te stellen
programma’s.
2 Controlelampje “drogen”
Het lampje brandt als het droogprogramma G of K
in werking is.
3 Droogtijdenklok
Met deze knop kiest u, rechtsom draaiend, de
gewenste droogtijd.
De klok is in twee sectoren opgedeeld, een grauwe
sector met hoge droogtemperatuur voor katoen en
linnen, een gele sector met een lagere temperatuur
voor synthetica.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
- centrifugetoerental
- gewenste droogtegraad
- soort wasgoed
- vulgewicht
Afkoelfase
Opdat het goed kan afkoelen, wordt 10 minuten
vóór beëindiging van het programma automatisch
de afkoelfase ingeschakeld.
De afkoelfase mag in geen geval verkort of
onderbroken of zelfs geheel overgeslagen
worden. Verbrandingsgevaar!
4 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
5 Toets “verlaagd
centrifugeertoerental” 650
Door deze toets in te drukken verlaagt u het
centrifugeertoerental tot 650/min.
6 Toets “verkorte wastijd”
Voor weinig vuil wasgoed kunt u, bij het programma
B voor katoen, voor een verkorte wastijd kiezen.
U drukt dan voortijds deze toets in. Kies een
temperatuur van 30° tot 40°C max.
7 Draaiknop voor
temperatuurkeuze
Met de knop voor de temperatuurregeling kiest u
de gewenste wastemperatuur.
Knop links- of rechtsom instellen.U kunt ook met de
temperatuur van het ingekomen leidingwater
wassen, door de knop op in te stellen.
8 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van het
programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit
door nogmaals indrukken van deze toets.
9 Draaiknop voor
programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom draaiend,
het gewenste programma.
Belangrijk!
De draaiknop moet alleen bij uitgeschakelde
apparaat gedraaid worden.
650
1 2 3 4 5 6 7 8 9
WDC 1200
60°- 95°
60°- 95°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
A
B
B
B
C
D
F
G
H
J
L
M
N
P
Q
K
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
2.5 Kg 70-80 min
2,5 Kg 50-60 min
2 Kg 90-100 min
2 Kg 70-80 min
36
Programma instellen
Alleen wassen
Vulgewichten:
Witte en bonte was: max. 5 kg
Synthetica en fijne was: max. 2 kg
Wol: max. 1 kg
- Programmakiezer op het gewenste programma
draaien.
- Wastemperatuur instellen
- Toets 650 en/of eventueel indrukken.
- Wasmiddel en wasverzachter in de vakjes van de
wasmiddellade gieten.
- AAN/UIT- toets indrukken.
Alleen drogen
Vulgewichten:
Witte en bonte was: max. 2,5 kg
Synthetica: max. 2 kg
- Programmakiezer op G of K draaien.
- Droogtijdsduur instellen (gele of grauwe sector).
- AAN/UIT- toets indrukken.
Wassen en drogen (NON-STOP gebruik)
Wassen met automatisch aansluitend drogen kan
voor:
de programma’s witte of bonte was
synthetica
Voor deze automatische bewerking mag, dus ook
vóór het wassen, de hoeveelheid wasgoed niet meer
bedragen dan:
2,5 kg voor witte en bonte was en
2 kg voor synthetica.
- Wasprogramma instellen.
- Wastemperatuur kiezen.
- Toets eventueel indrukken.
- Wasmiddel en wasverzachter gieten.
- Droogtijdsduur instellen.
- AAN-UIT toets indrukken.
37
NEDERLANDS
Adviezen en tips voor
het wassen en drogen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al
te lang op te sparen, in ieder geval niet als het
vochtig is want het gaat dan schimmelen en
veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder «fijne was».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en
linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile witte was, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is
dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
Hoeveel wasgoed in de
trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren
wij u, naast het kiezen van het juiste programma,
ook de maximaal toegestane belading van de
trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen vóór u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen” vallen onder
synthetica.
Eenderde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans
een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk
bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
38
Vóór u het wasgoed in de
trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine
voorwerpen uit borst- en broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de was- en
droogautomaat moeilijk of in het geheel niet uit
zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot
mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint. Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater of
chloorbleekmiddel.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel
gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep
of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta.
Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser
behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen,
met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk
eerst uitdampen vóór u het in de was- en
droogautomaat of de droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door
het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de
moeite waard om daarna uit te proberen of bij
minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende
schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein
wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de was- en
droogautomaat; zij kunnen aanzienlijke
schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de was- en
droogautomaat.
39
NEDERLANDS
Traditionele poeder-
wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen voorwas doet, direct in het vakje
voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen
daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-
wasmiddelen (ULTRAs, MICRO’s
en dergelijke)
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren.
Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van
deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatie-
systeem voorzien, waardoor het wasmiddel
uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt
dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of
de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op
de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie
globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet
doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de
hardheid hoger is.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddel-fabrikant
een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen
was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten.
Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts
om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te
voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die
andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door
minder wasmiddel te doseren en het verschil op te
vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon,
mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Waterhardheid
Duitse Franse
Bereik Eigenschap schaal schaal
1 zacht 0- 7 0-15
2 gemiddeld 8-14 16-25
3 hard 15-21 26-37
4 zeer hard meer dan 21meer dan 37
40
Tips voor het drogen
Speciaal voor gelegenheden waarbij u de
machine alleen voor het drogen gebruikt.
De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe
hoger het centrifugeertoerental, hoe korter de
benodigde droogtijd en hoe lager het
energieverbruik. Uw nieuwe machine centrifugeert in
de witte- en bontwasprogramma’s met 1200 toeren
per minuut en in de syntheticaprogramma’s met 900
toeren per minuut. Daarmee worden zeer goede
centrifugeerresultaten bereikt. De machine kan
automatisch achtereenvolgens centrifugeren &
drogen.
Let op het textielbehandelingsetiket. Daarop vindt u
ook de aanwijzingen voor het drogen van wasgoed
in de trommeldroger. In deze gebruiksaanwijzing
vindt u een kaart afgedrukt waarop de symbolen
verklaard worden.
Alleen in water gewassen textiel mag in de machine
gedroogd worden. Met ontvlambare of giftige
middelen gereinigde textiel mag niet in de machine
gedroogd worden.
Verder mogen niet in de machine gedroogd worden:
- Wol en met wol gemengde textiel. Wol kan
krimpen en/of vervilten.
- Erg tere weefsels, zoals acryl, zijde en
synthetische vitrages.
- Schuimrubber en textiel waarin schuimrubber
verwerkt is.
- Glasvezel en textiel waarin glasvezel verwerkt is.
- Textiel dat erg pluist of waarvan de kanten
gemakkelijk rafelen.
Belangrijk. De waterkraan moet ook tijdens het
droogprogramma open blijven, omdat de machine
enig koelwater voor het condenseren gebruikt. Het
koelwater en het tot water gecondenseerde
verdampte vocht vloeien via de normale afvoerslang
in de afvoer.
Pluizen
Na het drogen van sterk pluizend wasgoed, bijv.
nieuwe badhanddoeken, is het aan te raden, het
wasprogramma «Voorzichtig spoelen» (N) in te
stellen, om er zeker van te zijn dat eventueel in de
kuip verzamelde pluizen weggespoeld worden en
zich niet bij een volgend wasprogramma op het
wasgoed kunnen vastzetten.
Ook het afvoerfilter moet na ieder droogprogramma
gecontroleerd en eventueel gereinigd worden.
41
NEDERLANDS
Volgorde van
handelingen (Wassen en
aansluitend drogen)
Belading:
Witte en bonte was max. 2,5 kg
Synthetica max. 2 kg
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de
wastrommel en de kuip worden verwijderd.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
1.Doe het wasgoed in de
trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
2.Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot hij
stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
3.Doe, eventueel, wasverzachter
in het vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4.Kies, indien gewenst, extra
functie
Wij adviseren u de toets 650 bij NON-STOP gebruik
(wassen en aansluitend drogen) niet in te drukken, om
energie en tijd te sparen.
P0004
C0025
C0024
650
42
5.Stel de temperatuur in
Draai de knop voor temperatuurregeling op de
gewenste temperatuur.
6.Kies de gewenste droogtijd
Voor het automatisch aansluitend drogen stelt u het
gewenste aantal minuten in de gewenste sector in.
7.Kies het gewenste programma
en start de machine
Draai de programmaknop rechtsom op het gewenste
programma.
Druk op de AAN/UIT-toets: de lichtnet- en
deurvergrendelingslampjes lichten op en de machine
start na ongeveer 10 seconden.
8.De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te
openen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling
nodig om te ontgrendelen.
Nadat het deurvergrendelingslampje uitgegaan is,
kunt u de deur openen.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te
drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat uit.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het
stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar op
UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de
machine uit kan dampen.
P0975
60
40
60
80
20
P0811S
P0977
B
T0003
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
i
40
40
40
60
60
95
95
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's:voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt;machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/
3
tot
1
/
4
van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan.Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent:lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral:geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
AA
PP
FF
PP
FF
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 16,25 op gironummer 666402 van VTWS, Delft.Telefoon (015) 261 12 05
44
Programmatabel
Wasprogramma’s voor katoen en linnen
Het programma B “Bonte was 60°C” is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket,
volgens EEGnorm 92/75.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van
de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waardan hebben
betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
Wasprogramma
B
Soort textiel
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
60°-95°
WITTE WAS
ZONDER VOORWAS
Normaal vervuild
wasgoed, bijv.
bedde-, tafel- en
ondergoed,
handdoeken
650
5 kg 1,8 55 135
5 kg 1,05 52 130
5 kg 0,1 40 45
5 kg - - 10
5 kg 2,1 65 155
B
40°-60°
BONTE WAS
Normaal gekleurd
wasgoed, van linnen of
katoen, overhemden,
ondergoed, badstof
650
5 kg 0,6 75 50
B +
30°-40°
KORT PROGRAMMA
Gering vervuild
wasgoed, zoals één
maal gebruikte
badhanddoeken,
sportkleding, enz.
650
5 kg 0,1 40 45
D
Spoelen
KOUD
Op de hand
gewassen goed kan
met dit programma
uitgespoeld worden
650
C
30°-40°
BONTE WAS
Normaal gekleurd
wasgoed, van linnen of
katoen, overhemden,
ondergoed, blouses
650
Aparte
centrifugegang voor
katoen en linnen
F
Lang
centrifugeren
650
A
60°-95°
WITTE WAS MET
VOORWAS. Witgoed,
bijvoorbeeld
werkkleding die sterk
verontreinigd is,
bedde, tafel- en
ondergoed,
handdoeken
650
Temperatuur
45
NEDERLANDS
J
40°-60°
2 kg 0,8 60 75
2 kg 0,6 54 50
2 kg - - 5
2 kg 1 67 95
1 kg 0,55 57 55
L
30°-40°
WOL
Wolwasprogramma
voor textiel met het
wolmerk en de
aanduiding
“krimpvrij” of
“wasmachine veilig”
2 kg 0,02 40 20
N
Voorzichtig
spoelen
KOUD
Voor het spoelen van
op de hand
gewassen goed
M
30°-40°
FIJNE WAS
Voor alle fijne textiel,
bijvoorbeeld gordijnen
Aparte
centrifugegang voor
synthetica, fijne was
en wol
650
2 kg - - 1
Waterafvoer van de
laatste spoelgang
voor de
wasprogramma’s die
eindigen met water in
de trommel
(spoelstop)
Q
Afpompen
H
40°-60°
SYNTHETICA MET
VOORWAS
Synthetica,
ondergoed,
gekleurde textiel,
no-iron overhemden
die sterk
verontreinigd zijn
P
Kort
centrifugeren
SYNTHETICA
ZONDER VOORWAS
Normaal vervuild
wasgoed (no-iron
overhemden,
ondergoed, blouses)
Programmatabel
Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen.
Om het water af te pompen kiest u het programma “P” of “Q”.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van
de temperatuur van het waterleidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waardan hebben
betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
Wasprogramma Temperatuur Soort textiel
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
Wasprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol
46
Programmatabel
Droogprogramma’s
(*) Overeenkomstig de EEG standaard 92/75, hebben de gegevens op het energie-etiket betrekking op het
programma KASTDROOG voor katoen.
Droog-
programma
K
Soort wasgoed
Max.
belading
Centrifuge-
toerental
Duur
in minuten
Kastdroog
Kreukherstellend
textiel dat geen
nabehandeling (bijv.
strijken) meer
behoeft, bijv.
overhemden,
tafellakens,
babygoed, sokken,
ondergoed
2 kg
1 kg
900
900
90-100
55-65
1200
1200
50-60
30-40
1200
1200
70-80
40-50
G
Strijkdroog
Katoen die nog moet
worden gestreken,
bijv. beddegoed,
tafellakens
2,5 kg
1 kg
900
900
70-80
40-50
K
Strijkdroog
Kreukherstellend
goed, synthetische
weefsels,
mengweefsels die
nog gestreken
moeten worden
2 kg
1 kg
G
Katoenen textiel van
gelijkmatige dikte dat
door en door droog
moet worden, bijv.
badstof, tricot,
handdoeken
2,5 kg
1 kg
Droogheidsgraad
Kastdroog (*)
47
NEDERLANDS
1.De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2.De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit de
machine nemen door op de pal, links achterin, in te
drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich
op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
3.Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Trek nu het filter uit z’n behuizing.
Reinig het met een borsteltje en plaats het weer terug.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
Onderhoud
P0041
C0023
C0027
P0038
48
4.Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van
grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal
onherroepelijk programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het
filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
5.Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als volgt
te werk gaan om het water uit de machine te lozen:
Haal de steker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld is.
Plaats een bakje onder het filter om het water op te
vangen.
Draai het filter voorzichtig los zodat het water rustig
uit de machine kan stromen.
6.Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de was- en droogautomaat wordt blootgesteld
aan temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een bak.
Stel het programma “afpompen” in en laat de
machine tot aan het einde draaien.
Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig op
de kraan en breng ook de afvoerslang weer op zijn
plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt
op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine
kan beschadigen.
Controleer, wanneer u het apparaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
P0011
P0860
P0859
P0040
49
NEDERLANDS
Eenvoudige storingen
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het servicecentrum.
Storingen Mogelijke oorzaaken
De machine start niet:
De machine neemt geen
water op:
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfilter verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich
op een te laag punt, ten opzichte van de vloer
waarop de machine staat. Raadpleeg het
betreffende hoofdstuk.
De machine neemt wel water
op, maar dat stroomt er door
de afvoer weer uit:
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Programma met spoelstop gekozen?
Afvoerfilter verstopt?
De machine pompt niet af
en/of centrifugeert niet:
Er ligt water op de vloer:
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel
schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt
u dus even of de slang nat is.
Is de wasmiddellade schoon?
Is de vuldeur goed gesloten?
Is de betreffende groepzekering heel?
Is de AAN/UIT-toets ingedrukt?
De deur kan niet geopend
worden:
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld? Het deur-
controlelampje brandt nog.
De machine maakt een
ongewoon geluid:
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
50
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
Na beëindiging van het
programma zijn op het
wasgoed witte
wasmiddelresten te zien:
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen.
Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende
spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
Na de laatste spoelgang is
nog schuim zichtbaar:
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste
spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter
geen invloed op het spoelresultaat heeft.
Het centrifugeren begint
traag of helemaal niet:
In de trommel is geen water
te zien:
Moderne wasmachines werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
Storingen Mogelijke oorzaaken
De machine droogt niet:
Droogtijdenklok ingesteld?
Waterkraan open? (moet open staan)
Afvoerfilter verstopt?
Teveel wasgoed in de machine? (max 2,5 kg
katoen of 2 kg synthetica)
Juiste droogtijd ingesteld?
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de machine overbeladen?
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in
werking getreden.
Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de
trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter
verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren
begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat
de onbalans opgeheven is en het centrifugeren
definitief afgewerkt kan worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt
is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet u
zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen en
opnieuw het centrifugeerprogramma kiezen.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, vóór u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de
servicedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod.
..........
Ser.
P0042
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Hanseatic WDC 1200 Handleiding

Type
Handleiding