Miller S-74DX CE de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

S-74DX CE
Processen
Beschrijving
MIG/MAG lassen
Lassen met gevulde draad (met
of zonder gasbescherming)
Draadaanvoerkoffer
OM-1500-9/dut 207 749V
201101
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7...............................................................
2-1. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) 7....................................
2-2. Symbolen en definities 7................................................................
2-3. Waarschuwingslabel voor gevaar van elektrische schokke of afknellen van lichaamsdelen 7.......
HOOFDSTUK 3 INLEIDING 8................................................................
3-1. Technische gegevens 8.................................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATION 8............................................................
4-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 8.................
4-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens. 8.............................
4-3. Keuze van de locatie 9.................................................................
4-4. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermecanisme 10..........................
4-5. Informatie over 14-pin aansluiting 11.......................................................
4-6. Tabel met draadtype, diameter en draadsnelheid 11..........................................
4-7. Lasdraad installeren en doorvoeren 12.....................................................
4-8. Keuze van de passende lasbron 13........................................................
HOOFDSTUK 5 WERKING 14.................................................................
5-1. Bedieningsterminologie 14...............................................................
5-2. Aan/uit schakelaar 14...................................................................
5-3. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 14...................................................
5-4. Program Toets 15.......................................................................
5-5. Bovenste display 15.....................................................................
5-6. Onderste Display 16....................................................................
5-7. Setup Toets 16.........................................................................
5-8. Instelknop 17..........................................................................
5-9. Sequence Toets 17.....................................................................
5-10. Hulpmenu’s 18.........................................................................
5-11. Jog/Purge (manuele draad-/gasaanvoer) 20.................................................
HOOFDSTUK 6 SEQUENCE PARAMETERS INSTELLEN 21......................................
6-1. Sequence parameters in een programma 21................................................
HOOFDSTUK 7 PARAMETERS VOOR DUBBEL PROGRAMMA 22................................
7-1. Optionele diagrammen voor Dual Schedule schakelaar 22.....................................
HOOFDSTUK 8 ONDERHOUD 22.............................................................
8-1. Routineonderhoud 22...................................................................
8-2. Diagnostiek 23.........................................................................
HOOFDSTUK 9 ELECTRISCH SCHEMA 25.....................................................
HOOFDSTUK 10 ONDERDELENLIJST 26......................................................
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Stock Number
S74DX FEEDER 300618
S74DX FEEDER W/LOW SPEED MOTOR 300618001
S74DX FEEDER W/HIGH SPEED MOTOR 300618002
S74DX FEEDER W/CE,EURO 300618003
S74DX FEEDER W/CE,EURO,HIGH SPEED MOTOR 300618004
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
Standards:
IEC 609741:2005 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 609745:2007 Arc welding equipment – Part 5: Wire feeders
IEC 6097410:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
EN 50445:2008 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding,
arc welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic
fields (0 Hz – 300Hz)
Signatory:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
December 21, 2010
241322E
OM-15009 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201003
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automa-
tisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor ge-
bruikers en nationale of locale codes.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron.
OM-1500-9 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aanra-
ken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen wor-
den Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De
rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorza-
ken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij
ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie veiligheids-
voorschriften)
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draad-
borstels en slijpen kunnen vonken en rodvlie-
gende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrup-
sen afkoelen, kunnen er slakresten rondvlie-
gen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas
gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-15009 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden
met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden
of inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen nor-
maal gesproken een onderdeel uitmaken van het
van het lasproces moet u er voorzichtig mee
omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of an-
dere accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-1500-9 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing veroorza-
ken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten,
computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten
lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat
Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw han-
den na aanraking.
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
Benzinemotoren:
Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan
het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteaf-
wijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.
Dieselmotoren:
Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestand-
delen ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,
geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen
veroorzaken.
OM-15009 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,
Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West
Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:
www.cpsc.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan
elektromagnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te
beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-1500-9 Pagina 6
OM-1500-9 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)
Voer dit product niet af met het nor-
male afval.
Bezorg elektrisch en elektronisch
(WEEE) afval, bij een recycle de-
pot.
Neem contact op met een recycle-
bedrijf of distributeur voor meer in-
formatie
2-2. Symbolen en definities
A
Ampère
V
Volt Wisselstroom
X
Inschakelduur
IP
Beschermings-
graad
Hz
Hertz Programma
Toevoer van
elektrodedraad
Manuele
draadaanvoer
Uitgangsspanning Toortsschakelaar Lijnverbinding
Set Up Volgorde 4 Takt 2 Takt
Manuele
gasaanvoer
Druk om in te
stellen
Start Kratervulling
Tijd Gasvoorstroomtijd Gasnastroomtijd Lees de instructies
Verhogen
I
1
Primaire
stroomsterkte
I
2
Nominale stroom-
sterkte
U
2
Lasspanning
U
1
Primaire spanning
A
B
Dual Schedule
(2 programma’s)
2-3. Waarschuwingslabel voor gevaar van elektrische schokke of afknellen van
lichaamsdelen
1
23
1 Waarschuwing! Pas op! Kans
op gevaar (zie de symbolen).
2 Aandrijfrollen kunnen de
vingers verwonden.
3 De lasdraad en de onderdelen
van de aandrijving staan tijdens
het lassen op lasspanning
houd handen en metalen
objecten uit de buurt ervan.
OM-1500-9 Pagina 8
HOOFDSTUK 3 INLEIDING
3-1. Technische gegevens
Type in-
gangsver-
mogen
Type lasstroom-
bron
Draadaanvoersnelheid
Bereik draad-
diameter
Nominale las-
stroom
IP
graad
Algehele
afmetingen
Gewicht
24 V AC
1-fase 10 A
50/60 Hertz
Constante Voltage
(CV) DC met
14-pinstekker en
contactorbedie-
ning
Standaard: 1,2 tot 19,8 mpm
Optionele hoge snelheid: 2,3
tot 36,6 mpm
Optionele lage snelheid: 0,4
tot 5,4 mpm
Maximum
spoelgewicht:
27 kg
(zie Sectie 4-6)
Max. vermogen
draadspoel:
457 mm
100 V, 750 A,
100%
inschakelduur
IP 21S Lengte: 686 mm
Breedte: 318
mm
Hoogte: 356
mm
20,4 kg
HOOFDSTUK 4 INSTALLATION
4-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 609741 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
ce-emf 1 2010-10
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagne-
tische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
ce-emc 3 2010-10
4-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens.
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de achterzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
OM-1500-9 Pagina 9
! De draadaanvoerkast niet
plaatsen waar de lasdraad de
cilinder raakt.
! Zet het apparaat niet of gebruik
het niet op een plaats waar het
kan omslaan.
1 Draadaanvoerkast
2 Rubberpoten
Kies de gleuf waarbij alle rubberpoten
stevig boven op de lasstroombron
staan.
3 Draadspoel/haspel
4 Gasfles met slang en
gasontspanner (door de klant
geleverd)
Druk van het beschermgas moet lager
blijven dan 620 kPa (6,2 Bar).
5 Lasstroombron
6 Rollend Onderstel
. Fabrieksinstellingen voor voltage:
V-Min 10 en V-Max 38. Als u een
stroombron met een ander span-
ningsbereik gebruikt, zie dan Sec-
tie 4-8 voor aanpassingen voor V-
Min en V-Max.
4-3. Keuze van de locatie
Ref. 805 078-A / ST-152 468-A / ST-152 467-C
1
3
5
4
2
6
OM-1500-9 Pagina 10
1 14-pin bedieningskabel 3 m
2 Beschermgasaansluiting
Fitting met rechtsdraaiende 5/8-18
schroefdraad noodzakelijk. Sluit de
door de klant geleverde gasslang
aan.
Druk van het beschermgas moet la-
ger blijven dan 620 kPa (6,2 Bar).
3 Laskabelklem
4 Laskabel
5 Draadaanvoermecanisme
6 Klemschroef voor het
roterende
draadaanvoermecanisme
U draait het draadaanvoer- meca-
nisme door de schroef los te draai-
en, het mecanisme te draaien en de
schroef weer vast te draaien.
4-4. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermecanisme
9/16, 5/8 in
3/16 in
Benodigde gereedschappen:
2
3
4
6
1
7
5
Ref. 805 079-A
OM-1500-9 Pagina 11
4-5. Informatie over 14-pin aansluiting
OP AFSTAND 14
Pin* Pininformatie
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
A 24 V AC t.o.v. pin G.
B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V AC contactorstuurcircuit volledig en zorgt dat er
uitgangsspanning mogelijk is.
G Gemeenschappelijke voor het 24 V AC circuit.
C +10 V DC ingaand signaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D.
D Gemeenschappelijke van het afstandsbedieningscircuit.
E 0 to +10 V DC uitvoersignaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D.
H Spanningsterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 10 V boogspanning.
F Stroomterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 100 A lasstroom.
* De overige pinnen worden niet gebruikt.
4-6. Tabel met draadtype, diameter en draadsnelheid
Motortype Draadtype Draaddiameter Draadsnelheid (IEC 609745)
Standaard Alle 0,6 tot 2 mm 1,4 tot 19,5 mpm
Standaard Alle 2,4 tot 2,8 mm 1,4 tot 17,8 mpm
Standaard Alle 3,2 mm 1,4 tot 7,6 mpm
Optionele hoge
snelheidsmotor
Alle 0,6 tot 2 mm 2,3 tot 36,6 mpm
Optionale lage
snelheid
Alle 0,6 tot 3,2 mm 0,4 tot 5,4 mpm
OM-1500-9 Pagina 12
. Zorg ervoor dat de uitgangs-
draadgeleiding geschikt is voor de
draaddiameter. Plaats bij het
installeren van de toorts de draad-
geleiding zo dicht mogelijk bij de
aandrijfrollen zonder dat deze worden
geraakt.
Installeer de toorts. Leg de toortskabel zo
recht mogelijk. Knip einde van de draad af.
Duw de draad door de invoer naar de aandrij-
frollen; houd de draad vast. Druk op de Jog-
knop om de draad uit de toorts te voeren.
. Bij zachte draad of dunne roestvrij
staaldraad de druk van de achterste
aandrijfrollen instellen op de helft van de
druk van de voorste aandrijfrollen.
. U kunt de druk van de aandrijfrollen
aanpassen door het toortseind ongeveer
51 mm van een niet-geleidende
oppervlakte te houden en de toorts-
schakelaar in te drukken om de draad
tegen het oppervlak te voeren.
Aandraaien, zodat de rollen niet op de
draad glijden. Niet te strak vastdraaien.
Indien de draad volledig klem raakt,
moeten de aandrijfrollen op de draad
glijden (zie aanpassen van de druk,
hierboven). Knip de draad af. Sluit de
kap.
4-7. Lasdraad installeren en doorvoeren
Benodigde gereedschappen:
NIET-GELEIDEND
OPPERVLAK
NIET-GELEIDEND
OPPERVLAK
Draad glijdt niet
Draad glijdt
Stel de spanmoer zodanig in, dat de elektrode-
draad strak blijft als de draadaanvoer stopt.
Installeer de draadgeleiders
en de antislijtagegeleider.
Installeer aandrijfrollen.
3/16, 5/64”
15/16, 3/8”
Aanpas-
sen druk
voorste
rollen
Aanpas-
sen druk
achterste
rollen
Aandrijfrollen
Uiteinde van
de draadgeleider
Toortskabel
Druk-
indicatie
OM-1500-9 Pagina 13
* Voor een lasbron die niet voorkomt in het keuzemenu, kies een bron die dezelfde minimale
en maximale spanningswaarde heeft, of ga verder met Sectie 5-10 om zelf Vmin en Vmax in
te stellen.
4-8. Keuze van de passende lasbron
. Bij het aanzetten van de
draadafrolkast, het keuzeme-
nu laat de operator toe om de
bijhorende lasbron te kiezen.
De gemaakte keuze bepaalt
automatisch de minimum en
maximum spanningswaarde
die overeenkomt met de las-
bron en zodoende kan de
spanning op de juiste manier
van op afstand geregeld wor-
den.
De eerste keer dat de draadafrol-
kast wordt aangezet:
De draadafrolkast gaat automa-
tisch naar het keuzemenu van de
lasbronnen en geeft “dELT” aan op
de bovenste meter en “452” aan op
de onderste meter. Dit geeft de keu-
ze aan van Deltaweld 452 (602)
met Vmin=10V en Vmax=38V, en is
tevens de fabriekskeuze.
Bij het aanzetten heeft de gebruiker
drie seconden om een andere bron
te kiezen uit de lijst d.m.v. de in-
stelknop. Na het instellen van een
andere lasbron heeft de gebruiker
drie seconden om een andere te
kiezen of hij kan beginnen te las-
sen. Na het maken van de keuze in
het lasbronmenu kan de gebruiker
op de programmatoets drukken om
geen drie seconden te moeten
wachten. Bij het uitzetten, blijft de
lasbronkeuze in het geheugen.
Eén van keuzes is het menu is
“TRIM”. TRIM geeft een waarde
van 0 tot 100 en wordt gebruikt voor
het pulsMIGlassen.
Als er reeds Vmin en Vmax waar-
den zijn ingebracht d.m.v. het Hulp-
menu, dan worden deze automa-
tisch vervangen door de Vmin en
Vmax van de gekozen lasbron.
De volgende keer dat de draada-
frolkast wordt aangezet:
De meters geven de laatst gekozen
lasbron aan. De gebruiker heeft
drie seconden om de keuze te ver-
anderen of hij kan op de program-
matoets drukken om het keuzeme-
nu te verlaten.
Het Lasbronkeuzemenu inaktief
maken:
Eens een lasbronkeuze gemaakt
is, kan deze inaktief gemaakt wor-
den d.m.v. het Hulpmenu (zie Sec-
tie 5-10).
1 Bovenste meter
2 Onderste meter
*Lasbron
Bovenste meter Spanningsbereik
Onderste meter
2
1
Deltaweld 452 dELT 452 Vmin =10 Vmax =38
Deltaweld 302 dELT 302 Vmin =10 Vmax =32
Deltaweld 652 dELT 652 Vmin =10 Vmax =44
Dimension 302 dIM 302 Vmin =10 Vmax =32
Dimension 452 dIM 452 Vmin =10 Vmax =38
Dimension 652 dIM 652 Vmin =10 Vmax =65
Dimension 1000 dIM 1000 Vmin =10 Vmax =60
XMT 304 XMT 304 Vmin =10 Vmax =35
XMT 456 XMT 456 Vmin =10 Vmax =38
Invision 354MP I354 MP Vmin =10 Vmax =35
Invision 456MP I456 MP Vmin =10 Vmax =38
Invision 456P I456 P Vmin =10 Vmax =38
PHOENIX 456
PHX 456 Vmin =10 Vmax =38
SUMMIT ARC 1000 SUM 1000 Vmin =25 Vmax =44
Invision 350 MPa I350 MPa Vmin =10 Vmax =38
XMT 350 XMT 350 Vmin =10 Vmax =38
Dimension NT 450 dIM 450 Vmin =10 Vmax =38
OM-1500-9 Pagina 14
HOOFDSTUK 5 WERKING
5-1. Bedieningsterminologie
Hier volgt een lijst termen en definities met betrekking tot de draadtoevoer:
Algemene termen:
Doorvoeren van koude draad (Jog) Draad doorvoeren zonder dat de contactor of de gasklep wordt ingeschakeld.
Sequence Een Sequence van het lasprogramma, zoals gasvoorstroom, Run-in, starten, lassen, kratervulling,
Burnback en gasnastroom.
Lasprogramma Mmeerdere Sequences die samen een lascyclus vormen.
5-2. Aan/uit schakelaar
1 Aan/uit schakelaar
805 081-A
1
5-3. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
Zie Sectie 5-9
Zie Sectie 5-8
Zie Sectie 5-7
Zie Sectie 5-5
Zie Sectie 5-6
Zie Sectie 5-4
Naamplaat
OM-1500-9 Pagina 15
1 Programma-display
Het getal van het actieve program-
ma wordt weergegeven.
2 Program Toets
Druk op de toets om de programma-
keuze te activeren. U wijzigt het pro-
grammanummer door op de Pro-
gram toets te drukken en de instelk-
nop te draaien.
3 LED van de Program Toets
De LED licht op om aan te geven dat
de Program toets is geactiveerd.
5-4. Program Toets
1
2
3
. De fabriekinstellingen voor het voltage
zijn V-Min 10 en V-Max 38. Indien u een
stroombron met een ander voltage
gebruikt, lees dan de Sectie 5-10 voor het
aanpassen van V-Min en V-Max.
1 Bovenste display
Het bovenste display toont het voltage of de
tijd. Het apparaat geeft zowel de ingestelde
als het daadwerkelijke voltage van de boog
aan. Tijdens het lassen wordt het daadwerke-
lijke lasspanning weergegeven. Het boven-
ste display toont de tijd van de Sequence in-
dien de tijd-LED is ingeschakeld.
2 Bovenste Display Toets
De toets ingedrukt houden om de lastijd weer
te geven of te veranderen.
3 LED van de bovenste display toets
De LED van de bovenste display toets licht op
om aan te geven dat de getoonde informatie
kan worden gewijzigd door middel van de in-
stelknop.
4 Volt-LED
5 Tijd-LED
De LED’s onder de display lichten op om aan
te geven welke waarde wordt weergegeven.
Tijdens het lassen kan het voltage van de las-
sequence altijd worden aangepast; hierdoor
wordt het daadwerkelijke boogvoltage niet
meer weergegeven.
Indien de schakelaar van de functie
stroomdetectie uitschakelen zich in de
On-positie bevindt, toont het apparaat
tijdens lassen de presetwaarde in plaats
van het daadwerkelijk boogvoltage. De
preset voltage is de gewenste lasspanning
dat aan de lasbron wordt gevraagd.
Wanneer het apparaat een sequence
weergeeft waarvan de tijd kan worden
ingesteld, kunt u overschakelen naar de
weergave van de lastijd door een aantal
malen op de toets van het bovenste display
te drukken, totdat de lastijd in het bovenste
display wordt weergegeven. Wanneer het
apparaat niet wordt gebruikt, schakelt het
bovenste display tussen weergave van het
lasvoltage en de lastijd als op de toets van
het bovenste display gedrukt wordt.
Standaard geeft het apparaat bij invoeren
van een sequence het lasvoltage aan.
Als er een tijd is ingesteld voor een
sequence (zoals Puntlas) wordt de melding
ERR TRIG na het stoppen van de las
weergegeven. Hiermee wordt aangegeven
dat het lasprogramma is voltooid. Laat de
toortsschakelaar los, zodat de melding
verdwijnt.
5-5. Bovenste display
1
4
2
3
5
OM-1500-9 Pagina 16
1 Onderste Display
Het onderste display toont draadsnelheid of
stroomsterkte. Het apparaat toont en past
draadsnelheid alleen aan bij leegloop. Tij-
dens het lassen, wordt de daadwerkelijke
draad- snelheid van de actieve sequence
weer- gegeven. Als de A-display DIP-scha-
kelaar is ingeschakeld voor weergave van
de stroomsterkte, toont het onderste display
de stroomsterkte tijdens het lassen.
2 Toets van onderste display
Druk op de toets om te kiezen tussen draad-
snelheids- of stroomsterktefunctie.
3 LED van de onderste display toets
De LED van de onderste display toets licht
op om aan te geven dat de getoonde infor-
matie kan worden gewijzigd door middel van
de instelknop.
4 Draadsnelheid-LED
5 Ampère-LED
De LED’s onder het display lichten op om
aan te geven welke waarde wordt weerge-
geven.
Indien tijdens een bepaalde sesquence
geen draadtoevoer plaatsvindt, geeft het
apparaat de draadsnelheid van de
sequence aan. Tijdens het lassen kunt u
altijd de draadsnelheid van de sequence
aanpassen; hierdoor vervalt de
presetwaarde van de draadsnelheid. Met
andere woorden: als u tijdens het lassen
de instelknop gebruikt, toont het apparaat
de draadsnelheid van de sequence en kan
deze worden aangepast onafhankelijk van
de actieve sequence.
Wanneer het apparaat de stroomsterkte
toont, licht de Amp-LED op. De stroom-
sterkte wordt alleen weergegeven tijdens
het lassen en de stroomsterkte hoger is
dan de minimumwaarde van 25 Ampères.
Het display toont de waarde nul bij
stroomsterkten onder het minimumniveau
voordat de boog ontsteekt. Bovendien
wordt de stroomsterkteweergave
uitgeschakeld indien de functie
stroomdetectie uitschakelen zich in de
On-positie bevindt.
5-6. Onderste Display
1
4
2
3
5
CE modellen
1 Setup Toets
Druk op de toets om tussen de functies 4T en
dubbel programma (dual schedule).
2 LED Setup Toets
3 LED 4 takt
4 LED Dual Schedule (dubbel programma)
Als u op de Setup-toets drukt, licht de LED
op en gaat de 4T-LED knipperen.
De knipperende LED geeft aan dat het
apparaat zich in de 4T-mode bevindt. In
deze mode toont het bovenste display
HOLD en toont het onderste display de
status 4T On/Off (aan/uit). Gebruik de
instelknop om de status te wijzigen of druk
op de toets van het onderste display. Indien
de 4T-functie is ingeschakeld (On), licht de
LED op en blijft vervolgens branden.
Indien de 4T-functie is ingeschakeld (On),
moet de gebruiker de toortsschakelaar
indrukken en vasthouden gedurende een
vooraf ingestelde tijdsduur (de tijdsinstelling
van de functie 4T zie Sectie 5-10).
Vervolgens kan de toortsschakelaar los-
gelaten worden en is de functie
ingeschakeld. De toortsschakelaar
opnieuw indrukken en loslaten om te
stoppen met lassen.
Indien er een lastijd wordt
geprogrammeerd, wordt de 4T-functie
uitgeschakeld.
4-Takt en Dual Schedule kunnen niet tegelijk
gebruikt worden.
Wanneer u voor de tweede maal op de
Setup toets drukt, begint de LED van dual
schedule (dubbel programma) te
knipperen. In deze mode geeft het bovenste
display DUAL weer en toont het onderste
display de status van het dubbel
programma On/Off (aan/uit). Gebruik
desgewenst de instelknop om de status te
wijzigen.
Als u nogmaals op de Setup toets drukt,
wordt de Setup-mode afgesloten. De LED
dual schedule stopt met knipperen om aan
te geven dat de functie is uitgeschakeld
[status is Off (uit)].
In de Setup mode kan het actieve
programma worden aangepast zonder dat
de 4T-functie wordt uitgeschakeld.
Wanneer de toorts- schakelaar wordt
ingedrukt, wordt de Setup-mode
afgesloten.
5-7. Setup Toets
2
1
3
4
OM-1500-9 Pagina 17
1 Instelknop
Met de instelknop kunt u diverse
sequence parameters aanpassen
en diverse sequences selecteren.
Lees de sectie voor de desbetref-
fende functie voor informatie met
betrekking tot het gebruik van de
instelknop.
5-8. Instelknop
1
1 Sequence Toets
2 LED Sequence Toets
3 Sequence LED’s
. Meer informatie over het instellen van
de sequence parameters vindt u in
Sectie 6-1.
Met de Sequence toets kunt u de sequences
selecteren. Er zijn vijf sequences beschikbaar.
De standaard sequence is de lassequence.
Deze sequence wordt geactiveerd als u het
apparaat inschakelt. Boven de Sequence-
toets vindt u drie LED’s: Start, Kratervulling,
en Gasvoorstroom/Gasnastroom. De des-
betreffende LED licht op om aan te geven
welke lassequence actief is.
De LED licht op om aan te geven dat er een
sequence actief is die verschillend is van de
lassequence. Deze sequences moeten
ingesteld worden vooraleer een boog te
ontsteken. Wanneer de lassequence is
bereikt, wordt de weergave van de andere
sequences afgebroken en wordt de
lassequence weergegeven.
Als de tijd van een sequence op nul wordt
ingesteld (met uitzondering van de las-
sequence), is deze sequence niet actief.
Als de lassequence wordt weergegeven is
de LED van de Sequence-toets gedoofd.
Als u op de Sequence-toets drukt, knip-
peren de LED’s van de Sequence-toets en
van Start. In dit geval is het apparaat in de
Start-weergavemodus en worden de para-
meters van Start-sequence weergegeven
op de displays.
Als u opnieuw op de Sequence-toets drukt,
knippert de Kratervulling-LED. De LED van
de Sequence-toets blijft knipperen. In dit
geval bevindt het apparaat zich in de
Kratervulling-weergavemodus en worden
de parameters van de Kratervulling
weergegeven op de displays.
Als u voor de derde keer op de
Sequence-toets drukt, knippert de
Gasvoorstroom/Gasnastroom-LED. De LED
van de Sequence toets blijft knipperen. In de
Gasvoorstroommodus toont het bovenste
display de gasvoorstroomtijd en het
onderste display toont de afkorting “PRE”,
waardoor de gebruiker weet dat de
gasvoorstroomtijd wordt weergegeven. Als
u op de toets van het bovenste display
drukt, kunt u de instelknop gebruiken om de
gasvoorstroom aan te passen.
Druk op de toets van het onderste display om
met behulp van de instelknop te kiezen tussen
gasvoorstroom “PRE” en gasnastroom
“POST”. Indien “POST” is geselecteerd, kunt
u het bovenste display gebruiken om de gas-
nastroomtijd aan te geven.
Als u voor de vierde keer op de Sequence-
toets drukt, schakelt het apparaat weer over
op de lassequence.
5-9. Sequence Toets
1
2
3
Lascyclus
Gasvoor-
stroomtijd
Starttijd
Lastijd
Kratertijd
Gasnastroomtijd
OM-1500-9 Pagina 18
Terugkeren naar fabrieksinstellingen
Als u de volgende vier toetsen tegelijkertijd
indrukt, verschijnt het reset-menu: Pro-
gram, Sequence, bovenste display en
Setup. Het bovenste display toont “WIPE”
en het onderste display toont “OFF”. De
onderste toets is actief om aan te geven dat
de instelknop kan worden gebruikt om het
apparaat in te stellen op “WIPE ON”. Wan-
neer u in de stand “WIPE ON” nogmaals
tegelijkertijd op de vier toetsen drukt, scha-
kelt het apparaat volledig over naar de
fabrieksinstellingen, behalve boogtijd en de
telling van de boogcycli. Als dit niet gewenst
is, stelt u het display in op “WIPE OFF” en
drukt u tegelijkertijd op de toetsen Program,
Sequence, bovenste display en Setup om
het reset-menu te verlaten.
Hulpmenu
Als u tegelijkertijd op de toetsen
Sequence en Setup drukt, verschijnt er
een hulpmenu. Zodra dit menu wordt
weergegeven, knippert de LED van de
Setup toets.
. U kunt het hulpmenu altijd afsluiten door
tegelijkertijd de toetsen Sequence en
Setup in te drukken.
V-Min en V-Max
Als u de Setup toets drukt, kan de mini-
male en maximale voltage van de stroom-
bron ingesteld worden. Het minimumvol-
tage wordt in het bovenste display
getoond; het onderste display toont
“VMIN”. Als u op Setup drukt, toont het
apparaat de instelling van het maximum-
voltage van de stroombron. Het maximum-
voltage wordt in het bovenste display
getoond en het onderste display toont
“VMAX”.
In beide gevallen kunt u de instelknop gebrui-
ken om de minimale en maximale instellin-
gen van het voltage van de stroombron in te
stellen. De instellingen corresponderen met
het boogvoltage bij minimaal stuursignaal
en het boogvoltage bij maximaal stuursig-
naal.
Deze manier van “VMIN” en “VMAX” instel-
len kunt u toepassen als de stroombron die
u gebruikt niet voorkomt in het menu Power
Source Selection (Selecteren van stroom-
bron).
. Als in het menu Power Source Selection
al standaard een stroombron is geselec-
teerd, dan zal de instelling van “VMIN” en
“VMAX” de standaardinstelling van de
stroombron vervangen.
Menu Power Source Selection
Door op Setup te drukken kunt u het menu
Power Source Selection inschakelen of
uitschakelen.
Het bovenste display toontPSS”, het onder-
ste display toont “On” of “Off”. Met de
instelknop kunt u kiezen voor “On” of “Off”.
Boogtijd
Als u op Setup drukt, toont het apparaat
de boogtijd in uren.
De boogtijd wordt weergegeven als het Pro-
gramma-display “HR” toont. De boogtijd
wordt in het onderste display getoond.
Cycli
Als u op Setup drukt, toont het apparaat
het aantal cycli.
De boogcycli worden weergegeven als het
Programma-display “CL” toont. Het aantal
boogcycli wordt in het onderste display
weergegeven.
Aanloop
Met behulp van de Setup toets kunt u de
menuselecties kiezen. Het menu voor het
wijzigen van de aanloopdraadsnelheid
(run-in) wordt in het bovenste display
aangeduid met “RUNI”; het onderste dis-
play toont de run-in draadsnelheid van het
actieve programma. Gebruik de instelk-
nop om de gewenste run-in draadsnel-
heid in te stellen.
Het onderste display toont “AUTO” om aan
te geven dat de automatische run-in actief
is. U kunt de instelknop gebruiken om de
instelling te wijzigen van “AUTO” naar een
run-in waarde (1,319,8MPM). Het actieve
programma wordt in het Programma-dis-
play weergegeven. U kunt het actieve pro-
gramma wijzigen door op de Program toets
te drukken en vervolgens het gewenste pro-
gramma te selecteren met behulp van de
instelknop.
Run-in is programmaspecifiek. U kunt bij-
voorbeeld programma 1 instellen op een
run-in van 1,3 MPM, terwijl voor programma
2 de automatische instelling wordt gebruikt.
Wanneer de automatische instelling wordt
gebruikt is de run-in draadsnelheid inge-
steld op de helft van dedraadsnelheid van
de lassequence.
Burnback
Druk op de Setup toets om de Burnback-
tijd van het apparaat in te stellen.
U kunt de burnbacktijd en voltage instellen
wanneer op het onderste display “BURN”
wordt weergegeven; het bovenste display
toont de tijd of het voltage. Gebruik de
instelknop om de gewenste burnbacktijd of
-voltage in te stellen. Burnback is ook pro-
grammaspecifiek. Het actieve programma
wordt weergegeven in het Programma-dis-
play en kan worden aangepast (zie Sectie
5-4).
5-10. Hulpmenu’s
3
2
1
8
9
5
7
6
4
1 Programmadisplay
2 Program toets
3 Sequence Toets
4 Bovenste display
5 Toets van bovenste display
6 Onderste display
7 Toets van onderste display
8 Instelknop
9 Setup toets
OM-1500-9 Pagina 19
4T set-up
Als u op Setup drukt, kunt u de activerings-
tijd van de 4T-functie instellen.
De activeringstijd van de 4T-functie wordt in
het onderste display aangeduid met ”HOLD”;
in het bovenste display wordt de activerings-
tijd weergegeven. Gebruik de instelknop om
een nieuwe activeringstijd in te stellen. De
activeringstijd van 4T is de minimale tijd dat de
toortsschakelaar ingedrukt moet worden zodat
de 4T-functie in werking treedt zodra u de trek-
ker weer loslaat (de 4T-functie dient te zijn
ingeschakeld). Als u bijvoorbeeld een active-
ringstijd van 2,0 seconden hebt ingesteld,
moet u de toortsschakelaar minimaal 2 secon-
den vasthouden voordat de 4T-functie in wer-
king treedt. Zodra de functie in werking is, blijft
de draadtoevoer ingeschakeld totdat u de
schakelaar weer indrukt en loslaat.
Het apparaat beschikt bovendien over de
extra functie ”maximale 4T-tijd”. Dit is de
maximale tijd waarbij u de toortsschakelaar
kunt indrukken en de 4T-functie actief is op
het moment dat u de schakelaar weer los-
laat (de 4T-functie dient te zijn ingescha-
keld). De maximale tijd is ingesteld op 4,0
seconden na de activeringstijd. Als er bij-
voorbeeld een activeringstijd van 2,0
seconden is ingesteld en de gebruiker de
schakelaar meer dan 6,0 seconden heeft
ingedrukt, treedt de 4T-functie niet in wer-
king. De draadtoevoer stopt zodra de scha-
kelaar wordt losgelaten.
Als u nogmaals op Setup drukt, herhaalt het
menu de eerste menukeuze voor run-in.
Blokkeringsbereik
Het blokkeringsbereik wordt aangegeven
door “LOCK” in het bovenste display voor de
draadsnelheid of door “LOCK” in het onderste
display voor voltagebereik. In een MIG-pro-
gramma loopt het voltageblokkeringsbereik
van 0 tot 10 volt. In een pulsprogramma loopt
het trimblokkeringsbereik van 0 tot 100. Het
blokkeringsbereik van de draadtoevoersnel-
heid loopt van 0 tot 250 inch/m. De blokkering
verschilt per programma en de draadsnelheid is
afhankelijk van het voltage of de trim.
Het selecteren van een programma met de
schakelaar (Trigger Program Select)
Als de Setup-knop is ingedrukt kan Trigger
Program Select worden uit- of ingescha-
keld.
Het bovenste display toont “TSEL”, het onderste
display toont “OFF” ofPROG” ofDUAL”. Met
de instelknop kunt u “OFF” of “PROG” of Met
Trigger Program Select (PROG) kan de gebrui-
ker tijdens de gasvoorstroomtijd, programma’s
selecteren door de toorts schakelaar in te
drukken (schakelaar binnen max. 0,2 seconde
indrukken en loslaten). De draadaanvoerunit
schakelt tussen alle willekeurige programma’s
waarbij een gasvoorstroomtijd van minimaal 0,2
seconde is ingesteld. U kunt iedere willekeurige
combinatie van programma’s gebruiken. Trigger
Program Select kan niet tijdens het lassen of met
Dual Schedule gebruikt worden.
(Voorbeeld: als de programma’s 1 en 3 met
minimale gasvoorstroomtijd van 0,2 seconde
zijn ingesteld, dan wordt bij indrukken van de
toortsschakelaar geschakeld tussen pro-
gramma 1 en 3.)
Met Trigger Dual Schedule Select (DUAL) kan
de lasser met de toortsschakelaar schakelen
tussen programmaparen (programma’s 12,
34, 56 of 78), maar alleen tijdens het lassen.
Deze mogelijkheid is er niet bij Trigger Hold of
Dual Schedule. Om met lassen te stoppen moet
de schakelaar 0,4 seconden losgelaten worden.
(Voorbeeld: Stel u last met deze voorziening in-
geschakeld in programma 1. Als u nu binnen 0,4
seconde de toortsschakelaar loslaat, opnieuw
indrukt en weer vasthoudt, dan schakelt het ap-
paraat om naar programma 2. Doet u hetzelfde
nogmaals, dan wordt programma 1 weer actief.
Deze cyclus kunt u tijdens het lassen steeds op-
nieuw herhalen.)
Het selecteren van een proces (Process
Select)
De selectie van een proces wordt in het boven-
ste display aangeven metPROS en wordt
ingesteld opVOLT” ofTRIM” in het onderste
display. Ieder willekeurig programma kan wor-
den geselecteerd als MIG-programma (aan-
gegeven door ”VOLT”) of als pulsprogramma
(aangeven door ”TRIM”).
Instellen van draadtoevoersnelheid
De instelling van de draadtoevoersnelheid
wordt in het bovenste display aangegeven
door “WFS” en kan worden ingesteld op “IPM”
(inches per minuut) ofMPM” (meters per
minuut). De instelling is afhankelijk van het gese-
lecteerde programma.
OPT1
Als u op de Setup-toets drukt, kunt u OPT1
inschakelen of uitschakelen.
Het bovenste display toont “OPT1”, het onder-
ste display “On” of “Off”. Met de instelknop
kunt u “On” of “Off” selecteren.
“OPT1” wordt gebruikt door de uitschakelop-
tie van de waterstroom (Water Flow Shutdown
Option) om de lassequence te stoppen als de
watertoevoer naar een watergekoeld pistool
wordt onderbroken. D.m.v. een gesloten set
contacten tussen pinnen 1 en 2 van RC26 op
de printplaat (PC20) kan de toevoer normaal
verlopen. Door de contacten te openen zal de
lassequence stoppen en zal “ERR” op het
bovenste display en “OPT1” op het onderste
display te zien zijn.
OPT2
Als u op de Setup toets drukt, kunt u OPT2
in- of uitschakelen.
Het bovenste display toont “OPT2”, het onder-
ste display toont “On” of “Off”. Met de instelk-
nop kunt u “On” of “Off” selecteren.
“OPT2” is een tweede weergave die samen
met een extern apparaat, zoals een gas-
stroomschakelaar, gebruikt kan worden om
de lassequence te beëindigen. U kunt de gas-
stroomschakelaar gebruiken om de lasse-
quence te stoppen als de toevoer van
beschermgas naar het pistool is onderbroken.
D.m.v. een gesloten set contacten tussen pin-
nen 1 en 2 van RC24 op de printplaat (PC20)
kan de toevoer normaal verlopen. Door de
contacten te openen zal de lassequence stop-
pen en zal “ERR” in het bovenste display en
“OPT2” in het onderste display te zien zijn.
Display Schakelaar
De schakelaar die in het bovenste display
wordt gegeven met ”DISP” is ingesteld op
“OFF” of “HOLD” in het onderste display. Als
“HOLD” is geselecteerd, bewaart het appa-
raat de laatste lasinformatie 5 seconden na
het stoppen van de las. Als u op een willekeu-
rige knop op het frontpaneel drukt of de
instelknop gebruikt, wordt deze functie afge-
sloten.
Informatie softwareversie
Als u op de Setup toets drukt, laat het appa-
raat zien welke softwareversie momenteel
door de interfaceprintplaat (PC20) wordt
gebruikt.
Als u nogmaals op Setup drukt, herhaalt het
menu zich.
Code
Bij het verlaten van het hulpmenu kan de
gebruiker bepalen of er een cijfercode (aange-
geven door “CODE” in het bovenste display)
moet worden geactiveerd. Standaard is de
code uitgeschakeld, hetgeen wordt aangege-
ven door “OFF” in het onderste display. Door
aan de instelknop te draaien kan de gebruiker
een cijfercode ingeven die bestaat uit een
getal tussen 0 en 999. Als de gebruiker
opnieuw het hulpmenu wil bezoeken moet hij
of zij de code ingeven om toegang te krijgen
tot het menu. Na een mislukte poging keert de
gebruiker terug naar het lasscherm waarna 1
poging wordt bijgeteld op de teller in het pro-
grammadisplay dat het aantal onjuiste pogingen
bijhoudt. De gebruiker krijgt vijf kansen om de
juiste code in te geven voordat het hulpmenu
wordt geblokkeerd, hetgeen wordt aange-
geven door “LOCK” in het onderste display.
De stroom mag worden gereset om door te
gaan met lassen, maar het hulpmenu blijft
geblokkeerd. Door gelijktijdig op de toetsen
voor Program, Sequence, het bovenste dis-
play en Setup te drukken, kan de teller in het
lasscherm worden gereset. Het resetten van
de teller wordt aangegeven door “CODE” in
het bovenste display en “RSET” in het onder-
ste display.
5-10 Hulpmenu (Vervolg)
OM-1500-9 Pagina 20
Druk op de Jog/Purge-schakelaar om draad
door te voeren zonder de lasstroom of het
gasklepcircuit in te schakelen.
U kunt de draadtoevoer zowel met de
toortsschakelaar als met de Jog/Purge-
schakelaar bedienen. Indien de lasboog
niet ontsteekt binnen 3 sec. nadat de
toortsschakelaar is ingedrukt, zal het
apparaat maximaal twee minuten draad
doorvoeren. Indien de toortsschakelaar na
twee minuten nog steeds is ingedrukt, wordt
het doorvoeren gestopt om te voorkomen
dat de draadrol helemaal wordt afgewikkeld
(in het geval van een beschadigde toorts).
Deze functie is niet beschikbaar indien de
functie stroomdetectie uitschakelen is
ingeschakeld (DIP-schakelaar S1-6 staat
op de On-positie).
Het apparaat toont de melding “ERR TRIG”
om aan te geven dat de toortsschakelaar is
geactiveerd.
U kunt de Jog-draadsnelheid aanpassen
met behulp van de instelknop tijdens het
joggen. Het apparaat toont de Jog-
draadsnelheid tijdens het doorvoeren.
U kunt het doorvoeren eveneens laten
beginnen door op de knop Jog/Purge te
drukken.
Door op de Jog/Purge-knop te drukken kunt
u de gasleidingen purgeren voordat u gaat
lassen of het gasdebiet instellen.
1 Jog/Purge-drukknop
2 Instelknop
3 Aansluiting voor de toortsschakelaar
5-11. Jog/Purge (manuele draad-/gasaanvoer)
1
805 082-A
2
3
OM-1500-9 Pagina 21
HOOFDSTUK 6 SEQUENCE PARAMETERS INSTELLEN
6-1. Sequence parameters in een programma
. Voor meer informatie over de
Sequence toets, zie Sectie
5-9.
Als de tijd op nul wordt ingesteld in
de lassequence, gaat het lassen
door totdat de toortsschakelaar
wordt losgelaten.
Als de tijd van een sequence op nul
wordt ingesteld (uitgezonderd de
lassequence), wordt deze sequen-
ce overgeslagen.
Toortsschakelaar
ingedrukt
Toortsschakelaar
losgelaten
Volt IPM Seconden
4. Lassen
5. Krater
6. Burnback
7. Nagas
2. Aanloop
0-100,0
0-5,00
0-0,25
0-9,9
XX
X
X
X
X = Instelling beschikbaar.
3. Start
0,00-5,00XX
1. Gasvoorstroom 0-9,9
Sequence Parameters
X
Gas-
voorstroomtijd
Gasvoorstroom
Aanloop Start
Lassen Krater
Burnback
Nagas
Einde Sequence
Tijd
Kratertijd
Lastijd
Starttijd
Gas-
nastroomtijd
Burnbacktijd
OM-1500-9 Pagina 22
HOOFDSTUK 7 PARAMETERS VOOR DUBBEL PRO-
GRAMMA
1 Maint 2P (Maintained-Contact
2-polige schakelaar)
2 Maint 1P (Maintained-Contact
1-polige schakelaar)
7-1. Optionele diagrammen voor Dual Schedule schakelaar
1
2
3
4
B
A
TR
2
11
22
3A
4B
DSS-8DSS-9
1
HOOFDSTUK 8 ONDERHOUD
8-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint.
. Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt.
3 maanden
Vervang
onleesbare
labels.
Maak de
lasaansluit
klemmen
schoon en
draai ze
aan.
Repareer of
vervang een
kapotte
laskabel.
Controleer de
stuurkabel.
Controleer gasslang
en -aansluitingen.
Controleer de
toortskabel.
Vervang
onderdelen
waar
barstjes of
scheurtjes
inzitten.
6 maanden
Blaas de binnenzijde
schoon of gebruik
daarvoor een stofzuiger.
Reinig hem maandelijks
bij intensief gebruik.
Of
Reinig de
aandrijfrollen.
OM-1500-9 Pagina 23
8-2. Diagnostiek
LED3-foutmeldingen
Fouten worden aangegeven door LED3 op
PC1. Het apparaat uitschakelen, de be-
schermkap verwijderen en het apparaat aan-
zetten. U kunt LED3 het beste vanaf de linker-
zijde van het apparaat bekijken.
De LED knippert in een cyclus van 2,5 sec.
Het type fout wordt aangegeven door het aan-
tal keren dat de LED knippert.
De prioriteit van de foutmelding hheft betrek-
king tot aan het aantal keren dat de LED knip-
pert. Hoe vaker de LED knippert, hoe ernsti-
ger de fout (een motorfout is de ernstigste
fout). Een ernstigere fout heeft prioriteit over
een minder ernstige fout (bij een motorfout en
een communicatiefout, knippert de LED vier-
maal om de motorfout aan te geven).
Vanwege het feit dat de indicatie On en de indi-
catie Off gelijk zijn in een cyclus van vier knip-
perindicaties, komt deze over als een con-
stante knipperindicatie.
1 keer knipperen =communicatiefout
2 keer knipperen = trekkerfout
3 keer knipperen = tachometerfout
4 keer knipperen = motorfout
De communicatiefout ontstaat 2,5 sec.
nadat de communicatie tussen de motor en
het frontpaneel wegvalt. De gebruiker kan
doorgaan met lassen. De fout kan worden
opgeheven door het apparaat te resetten
(zie Sectie 5-10).
De toortsschakelaarfout treedt op als de
gebruiker de schakelaar meer dan twee
minuten vasthoudt zonder een boog te
maken (mits de functie “stroom
uitschakelen” niet is ingeschakeld), en
wanneer de gebruiker de schakelaar
ingedrukt houdt na de nastroomfase tijdens
een getimede las. Deze fout treedt
eveneens op wanneer de schakelaar
ingedrukt is op het moment dat de
draadaanvoerkast wordt ingeschakeld.
Laat de toortsschakelaar los.
De tachometerfout treedt 2 sec. na het
wegvallen van tachometerterugkoppeling
op. U kunt gewoon verder gaan met lassen.
De motorsnelheid wordt gereguleerd aan de
hand van het voltage en de stroom.
De motorfout geeft aan dat de motor te
lang te veel stroom heeft gebruikt. U kunt dit
oplossen door de draadsnelheid te verlagen
of door de belasting van de motor te
verminderen.
De OPTIE 1 foutmelding geeft aan dat er on-
voldoende druk is in het koelwatercircuit.
Het probleem verhelpen en vervolgens ge-
lijk welke toets van het frontpaneel indruk-
ken.
De OPTIE 2 foutmelding geeft aan dat er
een probleem is met het optionele apparaat
dat verbonden is met RC24 op de interface
kaart PC20. Het probleem verhelpen en
vervolgens gelijk welke toets van het front-
paneel indrukken.
ERR
COM1
ERR
TRG1
ERR
TCH1
ERR
MTR1
De volgende foutmeldingen worden in het bovenste
en het onderste display weergegeven om specifieke
fouten aan te duiden. De toelichting volgt hieronder:
ERR
OPT1
ERR
OPT2
Wijst op een
communicatie-
fout.
Wijst op een
toortsschakelaar-
fout.
Wijst op een
tachometer-
fout.
Wijst op een
motorfout.
Geen gasstroom
gedetecteerd.
Geen koelstroom
gedetecteerd.
. In de illustratie is voor de duidelijkheid het
frontpaneel verwijderd. Bij normaal gebruik is
het frontpaneel gewoon gemonteerd.
1 Beschermkap
2 Motorbedieningskaart PC1
3 LED3
4 DIP-schakelaar S1
. Op motorbedieningskaart
PC1 is een dubbele DIP -
schakelaar S1 gemonteerd.
Deze schakelaars staan
standaard in de Off-positie en
moeten in die positie blijven
om het apparaat correct te
laten functioneren.
Ref. 805 084-A
1
2
4
3
OM-1500-9 Pagina 24
Aantekeningen
OM-1500-9 Pagina 25
HOOFDSTUK 9 ELECTRISCH SCHEMA
Figuur 9-1. Stroomkringschema
235 601-B
OM-1500-9 Pagina 26
HOOFDSTUK 10 ONDERDELENLIJST
4 Afbeelding 103
22 Afbeelding 102
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
2
3
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
11
10
9
805 083-B
1
Afbeelding 10-1. Hoofdassemblage
OM-1500-9 Pagina 27
Item
No.
Part
No. Description Quantity
Afbeelding 10-1. Hoofdassemblage
1 159 647 Insulator, Motor Clamp 1... ............... .. ..........................................
2 159 646 Clamp, Motor Base 1... ............... .. .............................................
3 159 360 Insulator, Screw Machine 4... ............... .. .......................................
4 Afbeelding 10-3 Drive Assembly, Wire 1... ........ .. ...........................................
5 141 753 Hub & Spindle Assembly, (Consisting Of) 1... ............... .. .........................
6 058 427 Ring, Retaining Spool 1... ............... .... .........................................
7 180 571 Shaft, Support Spool 1... ............... .... .........................................
8 010 233 Spring, Cprsn .970 Od X .120 Wire X 1.250Pld 1... ............... .... ...................
9 057 971 Washer, Flat Stl Keyed 1.500Dia X .125Thk 2... ............... .... .....................
10 010 191 Washer, Fbr .656 Id X 1.500 Od X .125Thk 2... ............... .... ......................
11 058 628 Washer, Brake Stl 2... ............... .... ............................................
12 058 428 Hub, Spool 1... ............... .... ..................................................
13 248 974 Tubing, Stl .875 Od X12Ga Wall 1... ............... .... ...............................
14 135 205 Nut, Stl Slflkg Hex Reg .625-11 W/Nylon Insert 1... ............... .... ...................
15 200 556 Support, Spool 1... ............... .. ................................................
16 201 781 Knob, W/Extension Clamp 1... ............... .. ......................................
17 156 243 Clamp, Motor Top 1... ............... .. ..............................................
18 145 639 Strip, Buna N Compressed Sheet .062 X 4.000 X 4.000 1... ............... .. .............
19 200 552 Base 1... ............... .. .........................................................
20 134 306 Foot, Rubber 1.250 Dia X 1.375 High No 10 Screw 4... ............... .. .................
21 200 557 Stiffener, Base 1... ............... .. .................................................
22 Afbeelding 10-2 Control Box 1... ........ .. ...................................................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-1500-9 Pagina 28
805 084-A
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
2
3
23
1
8
10
9
6
13
9
10
11
12
16
17
18
5
19
20
22
21
4
7
15
14
Afbeelding 10-2. Control Box
Item
No.
Diagram
marking
Part
No. Description
Quantity
Afbeelding 10-2. Control Box (Afbeelding 10-1 Item 21)
1 238 514 Wrapper, Feeder W/Label 1... ............... .. .......................................
2 200 153 Overlay, Upper Front Panel 1... ............... .. .....................................
3 PC21 227 879 Circuit Card Assy, Switches 1... .... ..... .. .....................................
4 PC20 235 331 Circuit Card Assy, Display/Micro W/Program 1... .... ..... .. .......................
5 S1 111 997 Switch, Rocker Spst 10A 250 VAC On-Off 1... ..... ...... .. .........................
6 010 494 Bushing, Snap-In Nyl 1.375 Id X 1.750 Mtg Hole 2... ............... .. ...................
7 235 206 Enclosure, Control/Motor 1... ............... .. ........................................
8 232 880 Circuit Card Assy, 14 Pin Filter 1... ............... .. ...................................
204 910 Cable, Power (Consisting Of) 1..................... .. ....................................
9 139 041 Strain Relief 1... ............... .... .................................................
10 163 519 Cable, Port 15.5 Ft... ............... .... ................................................
11 079 739 Conn, Circ Cpc Clamp Str Rlf 1... ............... .... ..................................
12 PLG12 141 162 Housing Plug+Pins, (Service Kit) 1... ... .... .... ...............................
PLG30 115 091 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... .... .... ...............................
PLG32 202 592 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... .... .... ...............................
13 241 416 Blank, Snap-In Nyl 1.187 Mtg Hole Black 1... ............... .. ..........................
14 134 201 Stand-Off Support, PC Card 6... ............... .. .....................................
15 000 527 Blank, Snap-In Nyl .875 Mtg Hole Black 1... ............... .. ...........................
16 211 989 Fitting, W/Screen 1... ............... .. ..............................................
17 605 227 Nut, 750-14 Knurled1.68Dia .41H Nyl 1... ............... .. .............................
18 GS1 228 035 Valve, 34VDC 1Way .75014 Thd 2mm Orf 100PSI 1... .... ..... .. ................
19 PC1 238 469 Circuit Card Assy, Motor Control W/Program 1... .... ..... .. ......................
OM-1500-9 Pagina 29
Item
No.
Diagram
marking
Part
No. Description
Quantity
Afbeelding 10-2. Control Box (Afbeelding 10-1 Item 21) (vervolg)
20 S2 200 295 Switch, Rocker Spdt 15A 12V (On)-Off-(On) 1... ..... ...... .. .......................
21 213 134 Knob, Encoder 1.670 Dia X .250 Id Push On W/Spring 1... ............... .. ..............
22 RC13 237 667 Circuit Card Assy, Trigger Filter 1... .... ..... .. ..................................
23 235 209 Panel, Front 1... ............... .. ...................................................
Nameplate (Order By Model And Serial Number) 1................................ ...................
PLG6 115 094 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1.......... ..... .. .................................
PLG11,61 131 005 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1........ ... .. .................................
PLG1 202 592 Housing Plug Pins+Skts, (Service Kit) 1.......... ..... .. ............................
PLG4 136 810 Housing Plug Pins+Skts, (Service Kit) 1.......... ..... .. ............................
PLG7,27 115 091 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1........ ... .. .................................
PLG10 130 203 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... .... .. .................................
238 487 Label, Warning General Precautionary CE/Domestic 1..................... .. ................
OM-1500-9 Pagina 30
See Table 10-1 For
Drive Roll & Wire Guide Kits
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
803 790-A
2
11
37
36
35
34
33
32
31
30
29
28
27
26
25
24
23
1
2
3
4
5
6
22
21
19
18
17
16
15
14
19
13
12
11
9
10
8
7
6
5
4
3
2
1
Afbeelding 10-3. Drive Assembly, Wire
Item
No.
Diagram
marking
Part
No. Description
Quantity
Afbeelding 10-3. Drive Assembly, Wire (Afbeelding 10-1 Item 4)
1 010 668 Screw, Cap Stl Sch .250-20 X 1.500 4... ............... .. ...............................
2 172 075 Carrier, Drive Roll W/Components 4... ............... .. .................................
3 149 962 Spacer, Carrier Drive Roll 4... ............... .. ........................................
4 149 486 Pin, Rotation Arm Rocker 2... ............... .. ........................................
5 132 750 Arm, Pressure 2... ............... .. ..................................................
6 150 520 Spacer, Flat Stl .257 Id X .619 Od X .105 2... ............... .. ..........................
7 133 493 Ring, Retaining Ext .250 Shaft X .025Thk 2... ............... .. ..........................
8 133 350 Pin, Hinge 1... ............... .. .....................................................
9 M1 201 230 Motor, Gear 1/8HP 24VDC Standard Speed 1... .... ...... .. ........................
9 M1 201 231 Motor, Gear 1/8HP 24VDC High Speed (Optional) 1... .... ...... .. ...................
9 M1 209 131 Motor, Gear 1/8HP 24VDC Low Speed (Optional) 1... .... ...... .. ...................
153 491 Kit, Brush Replacement (Consisting Of) 1..................... .... ..........................
153 492 Cap, Brush 2..................... ..... .................................................
*153 493 Brush, Carbon 2.................... ..... ..............................................
184 136 Kit, Brush Holder Replacement 1..................... .... ..................................
10 155 098 Kit, Cover Motor Gearbox (Consisting Of) 1... ............... .. ..........................
153 550 Cover, Motor Gearbox (Consisting Of) 1..................... .... ...........................
155 099 Gasket, Cover 1..................... ..... ..............................................
155 100 Screw, Cover 5..................... ..... ...............................................
154 031 Spacer, Locating 2..................... .... ..............................................
133 493 Ring, Rtng Ext .250 Shaft Grv X .025Thk 1..................... .... .........................
203 631 Pressure Arm, S/L & Vert S/R 4 Roll (Consisting Of) 1..................... .. .................
11 203 641 Washer, Flat Indicator Spring Tension 2... ............... .... ............................
12 182 415 Pin, Cotter Hair 1... ............... .... ...............................................
13 203 640 Knob, W/Extension Short Pressure Arm 1... ............... .... ..........................
14 182 156 Spring, Cprsn 2... ............... .... .................................................
OM-1500-9 Pagina 31
Item
No.
Diagram
marking
Part
No. Description
Quantity
Afbeelding 10-3. Drive Assembly, Wire (Afbeelding 10-1 Item 4) (vervolg)
15 182 155 Spring 2... ............... .... .......................................................
16 132 746 Bushing, Spring 2... ............... .... ...............................................
17 203 633 Shaft, Spring 1... ............... .... .................................................
18 203 632 Carrier, Shaft Dual Knob 1... ............... .... .......................................
19 133 739 Washer, Flat Buna .375 Id X .625 Od X .062Thk 2... ............... .... ...................
20 203 637 Knob, W/Extension Long Pressure Arm 1... ............... .... ..........................
21 PC51 237 048 Circuit Card, Digital Tach (Consisting Of) 1... ... ..... .. ...........................
PLG5 131 204 Connector & Sockets 1......... ..... .... ..........................................
604 311 Grommet, Rbr .250 Id X .375Mtg Hole .062 Groove 1..................... .... ................
22 132 611 Optical Encoder Disc 1... ............... .. ............................................
603 115 Weather Stripping, Adh .125 X .375 1..................... .. ...............................
23 167 387 Spacer, Locating 2... ............... .. ................................................
24 168 825 Drive, Pinion 1... ............... .. ...................................................
25 133 308 Ring, Retaining Ext .375 Shaft X .025Thk 1... ............... .. ..........................
26 134 834 Hose, Sae .187 Id X .410 Od (Order By Ft) 2Ft... ............... .. ........................
27 149 959 Fitting, Brs Barbed M 3/16Tbg X .312-24 1... ............... .. ...........................
28 179 265 Adapter, Gun/Feeder 1... ............... .. ............................................
29 108 940 Screw, Cap Stl Hexhd .250-20 X .750 4... ............... .. ..............................
30 604 538 Washer, Flat Stl Sae .312 1... ............... .. ........................................
31 151 437 Knob, Plstc T 1.125 Lg X .312-18 X 1.500 1... ............... .. ..........................
32 151 290 Screw, Mach Stl Hexwhd 10-32 X .500 2... ............... .. .............................
33 179 277 Cover, Drive Roll (Consisting Of) 1... ............... .. ..................................
196 956 Label, Warning Electric Shock 1..................... .... ..................................
34 601 872 Nut, Stl Hex Full Fnsh .375-16 1... ............... .. ....................................
35 602 213 Washer, Lock Stl Split .375 1... ............... .. .......................................
36 602 243 Washer, Flat Stl Std .375 1... ............... .. .........................................
37 601 966 Screw, Cap Stl Hexhd .375-16 X 1.250 1... ............... .. ............................
*Recommended Spare Parts.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-1500-9 Pagina 32
”V” GROOVE FOR
HARD WIRE
”U” GROOVE FOR
SOFT
*
SHELLED
CORED WIRES
”V” KNURLED FOR
HARD
*
SHELLED
CORED WIRES
”U” COGGED FOR
EXTREMELY SOFT
WIRE OR SOFT*
SHELLED CORED
WIRES
”U” GROOVE FOR
ALUMINUM WIRES
CONTAINS NYLON
WIRE GUIDES
WIRE SIZE
.023/.025 in. (0.6 mm) 151024
.030 in. (0.8 mm) 151025
.035 in. (0.9 mm) 151026 151052 243233
.040 in. (1.0 mm) 161190
.045 in. (1.1/1.2 mm) 151027 151037* 151053 151070 243234*
.052 in. (1.3/1.4 mm) 151028 151038 151054 151071
1/16 in. (1.6 mm) 151029 151039 151055 151072 243235
.068/.072 in. (1.8 mm) 151056
5/64 in. (2.0 mm) 151040 151057 151073
3/32 in. (2.4 mm) 151041 151058 151074
7/64 in. (2.8 mm) 151042 151059 151075
1/8 in. (3.2 mm) 151043** 151060** 151076**
*Accommodates .045 and .047 (3/64 in) wire
**Requires a low
*speed wire feeder
Wire Guides Nylon Wire Guides for Feeding Aluminum Wire
Wire Sizes Inlet Guide Intermediate Guide Wire Size Inlet Guide Intermediate Guide
.023 to .040 in. (0.6 to 1.0mm) 221030 149518 .035 in. (0.9mm) 221912 242417
.045 to .052 in. (1.1 to 1.4mm) 221030 149519 .047 in. (1.2mm) 221912 205936
1/16 to 5/64 in. (1.6 to 2mm) 221030 149520 1/16 in. (1.6mm) 221912 205937
3/32 to 7/64 in. (2.4 to 2.8mm) 229919 149521
1/8 in. (3.2mm) 229919 149522
Aantekeningen
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2011
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MB” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristo-
ren (SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichter-
modules
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereen-
heden
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie
(geen arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBandventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Externe controleapparatuur en sensoren
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn
ingebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperi-
ode van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke
van de twee het langste duurt.)
* Flowregelaars en Flowmeters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCSRJ45)
* Rookgasafzuigers
* HF Units
* ICE plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en
elektronische regelapparatuur/recorders
* Elektrische belastingsbanken
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate laspistolen)
* PAPRventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings en regelapparatuur
* Rekken
* Laskarren/trailers
* Puntlasapparaten
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen (nietgeïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet- en handafstandsbedieningen met
ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*Mpistolen
* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 201101
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2011 Miller Electric Mfg. Co 2011-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Miller S-74DX CE de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor