531035-001 531035-001
12 13
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Serie 290 NC 2/2 afsluiters voor GAS volgens norm EN 161
NL
ALGEMEEN
Afsluiters uit de serie 290 NC 2/2 voldoen aan de Europese
richtlijnen voor drukapparatuur 2014/68/EU en de bepalingen
van verordening EU 2016/426 "Gastoestel len".
In het kader van de verordening voor "Gastoestellen" voldoen
deze afsluiters aan de specifi caties van norm EN 161 voor
toepassingen met brandbare gassen en zijn zij gecertifi ceerd:
Standaard EU-inspectiecertifi caat uitgegeven door CERTIGAZ
No.: 1312CN5765
Alle afsluiters corresponderen met klasse A – groep 2 en zijn
geschikt voor gasgroepen 1, 2 en 3.
Het bereik van de omgevingstemperatuur ligt tussen -10° en
+60°C.
De fl uïdische prestaties van de afsluiters worden in de volgende
tabel weergegeven:
aansluiting
(ISO 6708)
stroom
(1)
stuurventiel
druk
(bar)
toelaatbaar
drukverschil
(bar)
Øaansluiting
DN
min. max.
G* NPT
(m
3
/h)(l/min)
min. max.
NC - Normaliter gesloten, toegang boven klep
1/2
1/2
15 19 320 5 9 0 10
3/4
3/4
20 39 650 5 9 0 10
1
1
25 54 900 5 9 0 10
1 1/4
1 1/4
32 102 1700 5 9 0 10
1 1/2
1 1/2
40 144 2400 5 9 0 10
2
-
50 180 3000 5 9 0 9
(1)
Voor 2,5 mbar drukval lucht 1,0 s.g. bij 1,013 mbar en 15°C.
Klepafsluiters van dit type hebben een zuigerveerbesturingskop
met een diameter van 63 mm.
Het afsluiterhuis is verkrijgbaar in brons of roestvrijstaal.
De afdichting is vervaardigd van PTFE.
WERKING (zie doorsnede)
De afsluiter is gesloten als het NC 3/2-stuurventiel niet is
bekrachtigd.
De afsluiter is open als het NC 3/2-stuurventiel is bekrachtigd.
Instroming boven de zitting via poort 1.
!
Verwijder nooit de kijkkoepel van de standmelder.
Het medium moet schone lucht zijn die door een fi lter
van 50 µm gaat
INSTALLATIE
Installeer bovenstrooms van de afsluiter en zo dicht
mogelijk erbij een inlaatrooster met openingen van minder
dan 1,5 mm waar een staaf met een diameter van 1 mm
niet doorheen kan.
De afsluiters mogen uitsluitend worden toegepast binnen de
op het typeplaatje aangegeven specifi caties. Wijzigingen zijn
alleen toegestaan na overleg met de fabrikant of diens ver-
tegenwoordiger. Voor het inbouwen dient het leidingsysteem
drukloos gemaakt te worden en inwendig gereinigd.
Lees en volg de aanwijzingen op het typeplaatje zorgvuldig.
Overschrijd nooit de toegelaten maximumdruk van de
afsluiter. Installatie en onderhoud dienen uitsluitend te worden
uitgevoerd door vakmensen.
Plaatsing
De afsluiters mogen in alle standen worden gemonteerd. Voor
optimale bereikbaarheid van de stuurpoort zijn de stuurkop-
pen draaibaar over 360°.
Keuze van stuurventiel
• De gebruikte stuurventielen moeten voldoen aan de
voorschriften van de Europese richtlijnen voor laagspanning
en elektromagnetische compatibiliteit
• Ze moeten van het niet-vergrendelbare NC 3/2-type zijn
(zonder handbediening).
• Ze moeten toelaten dat de hoofdafsluiter automatisch wordt
gesloten onder de voorwaarden van de norm EN 161.
• Ze moeten voldoen aan de technische specifi caties die in
de onderstaande tabel worden weergegeven, zodat het
openen en sluiten van de hoofdafsluiter binnen 1 seconde
wordt gewaarborgd.
Stuuraansluiting
• Verwijder het plastic afdekkapje van de stuurpoort.
• Sluit de magneetkop van het stuurventiel met behulp van
de meegeleverde nippel rechtstreeks aan op de operator.
!
De ontluchtingspoortdop die door de fabrikant is
geplaatst, mag nooit worden verwijderd.
afsluiter 290
diameter kop
min. magneetkop stuurventiel
Kv (m
3
/h) (3) tot
max. magneetkop stuurventiel
responstijd (ms) tot
aanbevolen magneetkop
stuurventiel (4)
(zonder handbediening)
sluit de afsluiter open de afsluiter sluit de afsluiter open de afsluiter type code
63 0,04
0,04
10 7
356 G1/8 Ø1,2
SCG356B061V
(3) Inclusief leiding tot hoofdafsluiter.
(4) Adapternippel, spoel en connector uitsluitend meegele
verd bij AC-versie.
ALGEMENE INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Serie 290 NC 2/2 afsluiters voor GAS volgens norm EN 161
NL
Aansluiting van afsluiter
Sluit de leidingen op de afsluiter aan volgens de aanwijzingen
die op het huis en in deze handleiding staan. Breng wat vet
aan op de uitwendige schroefdraad van de getapte leidin-
gen (afhankelijk van de toepassing). Smeer geen vet op de
inwendige schroefdraad van de afsluiter.
Zorg dat er geen vuil in het systeem komt.
De leidingen moeten correct worden ondersteund en uit-
gelijnd, om elke mechanische belasting van de afsluiter te
vermijden. Gebruik de afsluiter tijdens het vastschroeven niet
als hefboom. Plaats uw gereedschap zo dicht mogelijk bij de
te maken verbinding op het huis en de leidingen.
Gebruik een zodanig koppel voor leidingverbindingen dat het
product niet wordt beschadigd.
ONDERHOUD
!
Schakel voorafgaand aan alle onderhouds- en
inbedrijfstellingswerkzaamheden de stuurdruktoevoer
uit, maak de afsluiter drukloos en ontlucht de afsluiter
om elk risico op persoonlijk letsel of materiële schade
uit te sluiten.
!
Bij verwijdering van de pakkingbus om bij de klep te
kunnen komen moet het stuurventiel zijn ingeschakeld
en moet de klep omhoog staan.
- Telkens wanneer de afsluiter wordt verwijderd, moet de
klep worden vervangen.
Reiniging
Hoeveel onderhoud de afsluiters vereisen, hangt af van de ge-
bruiksomstandigheden. Zorg voor regelmatig onderhoud. Het
interval tussen twee reinigingsbeurten kan variëren, afhankelijk
van het medium, de gebruiksomstandigheden en de omgeving.
Controleer tijdens het onderhoud of onderdelen zijn versleten.
Een reinigingsbeurt is nodig wanneer het werkritme vertraagt
terwijl de stuurdruk correct is, of wanneer een abnormaal geluid
of lek wordt waargenomen.
Wanneer de onderhoudsinstructies niet worden gevolgd,
kunnen defecten in het systeem optreden.
Preventief onderhoud
• Bedien de afsluiter minstens één keer per maand om te
zien of hij nog correct opent en sluit.
• De klepafdichting is als reserveonderdeel leverbaar. In geval
van problemen of als er onduidelijkheden tijdens montage
of onderhoud optreden, dan dient men zich tot ASCO of
diens vertegenwoordiger te wenden.
Storingen verhelpen
• Onjuiste uitlaatdruk: Controleer de druk aan de inlaat-
zijde van de afsluiter, deze moet overeenstemmen met de
specifi caties op het ASCO-typeplaatje.
• Lekkage: Haal het afsluiterhuis uit elkaar en reinig alle
inwendige onderdelen. Vervang zo nodig de klepafdichting.
Klepafdichting verwijderen en opnieuw plaatsen
(raadpleeg de montagetekening bij de “reserveonderdelenset”)
U kunt de klepafdichting vervangen zonder het afsluiterhuis
uit de leiding te verwijderen.
1. Breng de kop onder druk om de klep omhoog te brengen.
2.
Schroef de stuurkop en de doorvoerpakking los met behulp
van een sleutel (a).
3. Draai de klepmoer los met een sleutel (b). Houd zo nodig
de klep vastgeklemd om meedraaien te voorkomen, nooit
de staaf.
4. Reinig alle onderdelen grondig.
5. Vervang de onderdelen 1, 2, 3 en 4 door de overeenkom-
stige onderdelen uit de reserveonderdelenset.
6.
Monteer alle onderdelen en draai ze met het juiste
aandraaimoment vast.
Zorg dat er tijdens het werk geen vuil in de afsluiter of leidin-
gen terechtkomt.
!
Controleer of de afsluiter correct werkt voordat u hem
opnieuw in bedrijf stelt, om zo elk risico op lichamelijk
letsel of materiële schade uit te sluiten.
!
De afsluiter is niet zodanig ontworpen dat hij de brand-
proef (ISO 10497 en API 607) succesvol kan doorstaan.