Een aantal modellen zijn voorzien van 2 luchtafvoeren, één bovenaan (Afb. 2B) en één achteraan (Afb. 2A), die gebruikt
kunnen worden naargelang de behoefte; monteer de flens (C) op de gebruikte opening en sluit de andere afvoer af met
de dop (E).
Bij de filterversie hoeft geen enkele opening afgesloten te worden maar wordt de hendel correct geplaatst (zie punt 7).
3) Muurbevestiging: Boor 4 gaten in de muur volgens de maten die worden aangegeven op afb. 3 en steek de pluggen
erin; neem 2 van de bijgeleverde schroeven (afb. 4G) en steek deze in de bovenste pluggen, maar zonder hen helemaal
vast te draaien. Haak de wasemkap aan de 2 schroeven en span deze helemaal, vanaf de binnenkant van het apparaat.
Bevestig de wasemkap definitief door nog 2 schroeven H in de gaten te steken (afb.4).
4) Bevestiging onder een bovenkast : Als de wasemkap geïnstalleerd wordt in de afzuigversie met afvoer van de
lucht door de opening aan de bovenkant (afb. 2B), moet eerst een gat met een diameter van 133 mm in de bovenkast worden
gemaakt (afb. 5). Boor 4 gaten in de bovenkast, volgens de maten die worden aangegeven op afb. 6. Bevestig de wasemkap
met 4 schroeven; ga hierbij te werk vanuit de binnenkant van het bovenkastje.
5) Voor de afzuigversie: bevestig een buigzame leiding aan de flens van de wasemkap, met behulp van een metalen
bandje. Leiding en bandjes worden niet meegeleverd.
6) Maak de elektrische aansluiting.
7) TE CONTROLEREN OF DE HENDEL AFZUIGEN-FILTEREN IN DE JUISTE STAND STAAT: de hendel bevindt zich op
de motorgroep, en moet op het symbool (P) staan voor installatie in de afzuigversie, of op het symbool (Q) in het geval van
installatie in de filterversie (afb. 7).
8) LET OP MET KOOLFILTER(S) (A) - Afb. 8-9-10-11: In de filterversie moet(en) koolfilters gebruikt worden. Daarom
moet(en) deze, mits zij nog niet geinstalleerd zijn zoals volgt en afhankelijk van het model gemonteerd worden:
- als de kap van ronde koolfilters voorzien ist (Afb. 11R) de koolfilter door een draaiende beweging tegen de wijzers van
de klok in inbrengen.
- als de kap van een paneel-koolfilter voorzien is (Afb. 8A of 9A of 10A) de koolfilter binnen positioneren en de 2 stopfilters
(M) aanbrengen om de koolfilter te blokeren. In de zuiger-versie zijn de koolfilter(s) niet nodig en worden daarom, mits
reeds geïnstalleerd verwijderd.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningen:
Bedieningen van Afb. 12: A = schakelaar voor de verlichting. B = schakelaar AAN/UIT motor I ste snelheid.
C = schakelaar 2 de snelheid. D = schakelaar 3 de snelheid. E = lampje motor in functie.
Bedieningen van Afb. 13: A = schakelaar voor de verlichting: positie 0: licht uit; positie 1: licht aanbestoken.
B = schakelaar voor de motor: positie 0: motor gestopt; positie 1-2-3: motor draait in eerste, tweede of derde snelheid. C
= getuigc lampje voor de werking van de motor.
Vetfilter(s): Afhankelijk van het model wordt de wasemkap met verschillende vetfilters geleverd:
Modulaire metalen filters (van het type dat aangegeven wordt op afb. 14): deze filters zijn van metaal en moeten geregeld
worden schoongemaakt, (de frequentie hangt af van de intensiteit waarmee u de kap gebruikt), minstens eenmaal per twee
maanden. Was de filters met een neutraal reinigingsmiddel af.
Metalen paneelfilter (van het type dat aangegeven wordt op afb. 15N): dit filter is van metaal en zit al in het metalen rooster;
het filter moet regelmatig schoongemaakt worden (de frequentie hangt af van de intensiteit waarmee de kap wordt gebruikt),
minstens één keer in de twee maanden. Was het filter met een neutraal reinigingsmiddel af. Verwijder de 2 filterbevestigingen
(M) en verwijder het metalen paneelfilter.
Synthetisch paneelfilter (van het type aangegeven op afb. 16P): dit filter is van witte synthetische vezel en zit in het metalen
rooster; het filter mag niet afgewassen worden maar moet regelmatig vervangen worden, (de frequentie hangt af van de intensiteit
waarmee de kap wordt gebruikt), minstens één keer in de twee maanden. Verwijder de 2 filterbevestigingen (M) en verwijder
het synthetische paneelfilter.
Koolstoffilters : de koolfilters worden afhankelijk van het gebruik regelmatig vernieuwd, meestal na telkens 6 maanden.
De koolfilters zoals volgt en afhankelijk van het model verwijderen: - als de kap van ronde koolfilters is voorzien (Afb.
17R) de koolfilter door een draaibeweging met de wijzers van de klok verwijderen. - als de kap van een paneel-koolfilter
is voorzien (Afb. 8A of 9A of 10A), de koolfilter verwijderen, waarbij eerst de 2 stopfilters M verwijderd worden.
Belichting: - Om de gloeilamp te vernieuwen, het plafondlampje verwijderen nadat de stelschroef „A” uitgeschakeld is
(Afb.18). Door lampen van hetzelfde type vervangen.
- Om de halogeenlampen te verwijderen de fixatie tegen de wijzers van de klok in losschroeven (Afb. 19). Door
lalmpen van hetzelfde type vervangen. LET OP: De nieuwe lampen niet met blote handen aanraken. Als de
lampen na de vervanging niet funktioneren, het apparaat voor enkele seconden van de voeding scheiden.
MONTAGE VAN DE DECORATIEVE SCHOORSTEEN (Afb. 20)
Neem de onderste beugel (A) en breng aan beide kanten de bijgeleverde plaatjes (P) aan, zoals aangegeven op Fig. Doe hetzelfde
voor de bovenste beugel (B). Bevestig de onderste steunbeugel A aan het apparaat (zie figuur). Bevestig de bovenste
steunbeugel B aan het plafond; om de beugel in rechte lijn met uw apparaat te plaatsen, oriënteer u met behulp van driehoek
C die zich op de centrale as bevindt. Neem de 2 telescoopschouwen, en zorg ervoor dat u de bovenschouw zacht uitschuift.
Buig de 2 schouwen lichtjes uit met de handen, zodat ze achter de twee steunbeugels kunnen gehaakt worden. Bevestig
de telescoopschouwen aan de beugels door middel van de schroeven D en E.