Zanussi ZQA12430DA Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de 3
en 8 jaar oud en personen met zware en complexe
beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
• Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
• Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt
zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
2
• Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze
door de fabrikant worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder de verpakking en de transportbouten.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
• Bij de eerste installatie of na het omdraaien van
de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat
u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor
kan de olie terug in de compressor stromen.
• Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het
omdraaien van de deur).
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
• Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te
vochtig of te koud zijn.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
3
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a),
aardgas met een hoge ecologische
compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
• De soort lamp die in dit apparaat gebruikt wordt,
is uitsluitend geschikt voor huishoudelijke
apparaten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
SERVICEDIENST
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
BEDIENING
INSCHAKELEN
1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een
gemiddelde stand.
UITSCHAKELEN
Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het
apparaat uit te schakelen.
4
TEMPERATUURREGELAAR
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
1. Draai de thermostaatknop op een lagere stand
om de minimale koude te verkrijgen.
2. Draai de thermostaatknop op een hogere stand
om de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter
worden gekozen rekening houdend
met het feit dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die wordt
bewaard
• de plaats van het apparaat
LET OP! Als de
omgevingstemperatuur hoog is of als
het apparaat volledig gevuld is en de
thermostaatknop op de koudste
instelling staat, kan het apparaat
continu werken, waardoor er ijs op de
achterwand gevormd wordt. In dat
geval moet de knop op een hogere
temperatuur gezet worden om
automatische ontdooiing mogelijk te
maken en zodoende het
energieverbruik te beperken.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INVRIEZEN VAN VERS VOEDSEL
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te
bewaren.
Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde
instelling veranderd worden.
Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u
de thermostaatknop echter op een hogere stand
instellen om de maximale kou te verkrijgen.
LET OP! In deze conditie komt de
temperatuur in het koelkastgedeelte
mogelijk onder de 0°C. Als dit het
geval is, stelt u de thermostaatknop
weer in op een warmere instelling.
HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het
apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te
laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische kenmerken
onder "maximale bewaartijd bij
stroomuitval" is vermeld, moet het
ontdooide voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk bereid worden
en dan weer worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).
ONTDOOIEN
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat
het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van
de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de
vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in
dat geval zal de bereiding iets langer duren.
HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN
Om het bewaren van voedselverpakkingen van
verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes worden
geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het
loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
5
Het model is voorzien van een variabel
bewaarvak dat naar de zijkant kan worden
geschoven.
VERPLAATSBARE LEGREKKEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de
werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant
van het apparaat veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als
de compressor aan of uit gaat.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• De deur niet vaker openen of open laten staan
dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
thermostaatknop op een lage temperatuur staat
en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan waardoor er ijs
op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u
de thermostaatknop naar een warmere instelling
om de koelkast automatisch te laten ontdooien
en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder
als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er
vrijelijk omheen kan circuleren
TIPS VOOR HET KOELEN
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken
en op het glazen schap leggen, boven de
groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude gerechten:
bedekken en op een schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in een
speciale lade leggen. Bananen, aardappelen,
uien en knoflook moeten als deze niet verpakt
zijn niet in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes
leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes
wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het
flessenrek.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te
vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze
periode moet er geen ander in te vriezen
voedsel worden toegevoegd;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan
het snel en volledig worden ingevroren en zo
6
kunt u later alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en
zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen
het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat
dit laatste warm wordt;
• mager voedsel kan beter worden ingevroren dan
vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de
vriezer minder lang goed blijft;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo
snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten
staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in
de koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te worden.
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
PERIODIEKE REINIGING
LET OP! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van het
apparaat en verplaats of beschadig ze
niet.
LET OP! Let op dat u het koelsysteem
niet beschadigt.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van resten zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor en de
compressor aan de achterkant van het
apparaat schoon met een borstel.
Dit zal de prestatie van het apparaat verbeteren
en het elektriciteitsverbruik reduceren.
HET REINIGEN VAN DE LUCHTKANALEN
1. Verwijder de plint (A) en daarna het
ventilatierooster (B).
7
C AB
2. Reinig het ventilatierooster.
3. Trek het luchtplaatje (C) er voorzichtig uit,
controleer of er geen dooiwater is
achtergebleven.
4. Maak het onderste deel van het apparaat
schoon met een stofzuiger.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt elke keer als de compressormotor
tijdens normale werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd. Het
dooiwater loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater (F) onder de groentela regelmatig
schoon te maken, om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger
(P), die al in het afvoergaatje zit.
PF
DE VRIEZER ONTDOOIEN
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp van
de verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken. Gebruik
geen mechanische of andere middelen
om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat
ontdooien een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve op te
bouwen voor de onderbreking tijdens
de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op
de schappen van de vriezer en rond het bovenste
vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte
van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel
het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het
in een paar lagen krantenpapier en leg het op
een koele plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met natte
handen aan. Uw handen kunnen
dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een
bak warm water in het vriesvak zetten.
Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant
grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel
terug in het vriesvak.
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien
nodig) en maak alles schoon.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
8
5. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING! Als u uw
apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag
dan iemand om het zo nu en dan te
controleren, om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft, als de
stroom uitvalt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap-
paraat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een ge-
kwalificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand
stand-by.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt continu. De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
Er zijn grote hoeveelheden
voedsel tegelijk in de vriezer
geplaatst.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempera-
tuur.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct geslo-
ten of de deurpakking is ver-
vormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
9
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De dop van de waterafvoer be-
vindt zich niet op de juiste
plaats.
Plaats de dop voor de wateraf-
voer op de juiste manier.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
Er loopt water over de achter-
kant van de koelkast.
Tijdens het automatische ont-
dooiproces, ontdooit de rijp te-
gen de achterwand.
Dit is juist.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat het
water in de wateropvangbak
loopt.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aan-
gesloten op de verdamperbak
boven de compressor.
Maak de dooiwaterafvoer vast
op de verdamperbak.
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempe-
ratuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het voed-
sel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten te-
gelijk bewaard.
Conserveer minder producten
tegelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Er bevindt zich teveel condens-
water op de achterwand van
de koelkast.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De deur is niet volledig geslo-
ten.
Zorg ervoor dat de deur volle-
dig gesloten is.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikte
materiaal voordat u het in het
apparaat plaatst.
10
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te openen.
Wacht een paar seconden tus-
sen het sluiten en weer ope-
nen van de deur.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
HET LAMPJE VERVANGEN
Het apparaat is uitgerust met een
LED-binnenlampje dat een lange
levensduur heeft.
Het wordt ten zeerste aanbevolen
uitsluitend originele reserveonderdelen
te gebruiken.
Gebruik uitsluitend ledlampen (E14-
basis). Het maximale vermogen wordt
getoond op de lampunit.
LET OP! Trek de stekker uit het
stopcontact.
1. Verwijder de schroef met een schroevendraaier
van de afdekking van het lampje.
2. Maak de afdekking van het lampje los door
deze in de richting van de pijl te bewegen.
3. Vervang het kapotte lampje door een nieuw
lampje met dezelfde kenmerken dat specifiek
bedoeld is voor huishoudelijke apparaten.
4. Plaats de afdekking van het lampje terug.
5. Draai de schroef van de afdekking van het
lampje vast.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
7. Open de deur.
Controleer of het lampje gaat branden.
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de
montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
LOCATIE
Raadpleeg de montage-instructies
voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het
apparaat van hittebronnen vandaan, zoals
radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor
11
dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat
kan circuleren.
PLAATSING
Installeer het apparaat op een droge, goed
geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van
het apparaat.
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes kunnen er
functionele problemen ontstaan als
deze temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste werking van
het apparaat kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels hebt over
waar het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper, de
klantenservice of de dichstsbijzijnde
erkende servicedienst.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels,
raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
In hoogte mm 815
Breedte mm 596
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 13
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en
op het energielabel.
12
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
13

Documenttranscriptie

VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. ALGEMENE VEILIGHEID • • 2 Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: – Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. • • • • • • • Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN INSTALLATIE WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • • • • • • Verwijder de verpakking en de transportbouten. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. • Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. 3 • • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. GEBRUIK WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • • • • • • • • • • • • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. BINNENVERLICHTING • De soort lamp die in dit apparaat gebruikt wordt, is uitsluitend geschikt voor huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • • • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. SERVICEDIENST • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. VERWIJDERING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. BEDIENING INSCHAKELEN 1. Steek dan de stekker in het stopcontact. 2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een gemiddelde stand. 4 UITSCHAKELEN Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen. TEMPERATUURREGELAAR De temperatuur wordt automatisch geregeld. 1. Draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen. 2. Draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. De exacte instelling moet echter worden gekozen rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: • de kamertemperatuur • hoe vaak de deur geopend wordt • de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard • de plaats van het apparaat LET OP! Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de thermostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken, waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere temperatuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. INVRIEZEN VAN VERS VOEDSEL Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde instelling veranderd worden. Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale kou te verkrijgen. LET OP! In deze conditie komt de temperatuur in het koelkastgedeelte mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de thermostaatknop weer in op een warmere instelling. HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst. In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is). ONTDOOIEN Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren. HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. 1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het loskomt. 2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst. 5 VERPLAATSBARE LEGREKKEN De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden. Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen. Het model is voorzien van een variabel bewaarvak dat naar de zijkant kan worden geschoven. AANWIJZINGEN EN TIPS NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN: De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking: • Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt. • Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt. • Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen). • Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat. TIPS VOOR ENERGIEBESPARING • De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk. • Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen. TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS VOEDSEL Om de beste prestatie te verkrijgen: • zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast • dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft 6 • plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren TIPS VOOR HET KOELEN Nuttige tips: • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen. • Gekookte etenswaren, koude gerechten: bedekken en op een schap leggen. • Fruit en groeten: goed wassen en in een speciale lade leggen. Bananen, aardappelen, uien en knoflook moeten als deze niet verpakt zijn niet in de koelkast worden bewaard. • Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten. • Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek. TIPS VOOR HET INVRIEZEN Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips: • de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje; • het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze periode moet er geen ander in te vriezen voedsel worden toegevoegd; • vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in; • bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo • • • • • kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft; wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn; leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt; mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de vriezer minder lang goed blijft; water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen; het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. • • • • • verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen; zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden; de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk; als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren; bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. TIPS VOOR HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN LET OP! Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. DE BINNENKANT SCHOONMAKEN Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. PERIODIEKE REINIGING LET OP! Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van het apparaat en verplaats of beschadig ze niet. LET OP! Let op dat u het koelsysteem niet beschadigt. Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. 3. Spoel ze af en maak ze grondig droog. 4. Maak indien toegankelijk de condensor en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Dit zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik reduceren. HET REINIGEN VAN DE LUCHTKANALEN 1. Verwijder de plint (A) en daarna het ventilatierooster (B). 7 DE VRIEZER ONTDOOIEN C B A 2. Reinig het ventilatierooster. 3. Trek het luchtplaatje (C) er voorzichtig uit, controleer of er geen dooiwater is achtergebleven. 4. Maak het onderste deel van het apparaat schoon met een stofzuiger. HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater (F) onder de groentela regelmatig schoon te maken, om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger (P), die al in het afvoergaatje zit. F P LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking. Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. 1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. WAARSCHUWING! Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen. 3. Laat de deur open staan. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. 4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken. 5. Zet het apparaat aan. Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak. PERIODES DAT HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder al het voedsel. 3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien nodig) en maak alles schoon. 4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 8 5. Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. WAARSCHUWING! Als u uw apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Het apparaat werkt niet. Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand stand-by. Sluit en open de deur. Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'. De temperatuur is niet goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Er zijn grote hoeveelheden voedsel tegelijk in de vriezer geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De omgevingstemperatuur is te hoog. Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. De compressor werkt continu. Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De deur is niet correct gesloten of de deurpakking is vervormd/vies. Zie 'De deur sluiten'. 9 Probleem Oplossing De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste plaats. Plaats de dop voor de waterafvoer op de juiste manier. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is niet goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Er loopt water over de achterkant van de koelkast. Tijdens het automatische ontdooiproces, ontdooit de rijp tegen de achterwand. Dit is juist. Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Producten verhinderen dat het water in de wateropvangbak loopt. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdamperbak boven de compressor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Conserveer minder producten tegelijk. De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De deur is niet volledig gesloten. Zorg ervoor dat de deur volledig gesloten is. Het bewaarde voedsel was niet ingepakt. Verpak voedsel in geschikte materiaal voordat u het in het apparaat plaatst. Er bevindt zich teveel condenswater op de achterwand van de koelkast. 10 Mogelijke oorzaak Probleem Deur gaat niet makkelijk open. Mogelijke oorzaak Oplossing U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te openen. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. HET LAMPJE VERVANGEN Het apparaat is uitgerust met een LED-binnenlampje dat een lange levensduur heeft. Het wordt ten zeerste aanbevolen uitsluitend originele reserveonderdelen te gebruiken. Gebruik uitsluitend ledlampen (E14basis). Het maximale vermogen wordt getoond op de lampunit. Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur. 3. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met dezelfde kenmerken dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. 4. Plaats de afdekking van het lampje terug. 5. Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast. 6. Steek de stekker in het stopcontact. 7. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden. DE DEUR SLUITEN 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de montageaanwijzingen. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de erkende servicedienst. LET OP! Trek de stekker uit het stopcontact. 1. Verwijder de schroef met een schroevendraaier van de afdekking van het lampje. 2. Maak de afdekking van het lampje los door deze in de richting van de pijl te bewegen. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. LOCATIE Raadpleeg de montage-instructies voor de installatie. Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het apparaat van hittebronnen vandaan, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor 11 AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen. dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat kan circuleren. PLAATSING Installeer het apparaat op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat. Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C Bij bepaalde modeltypes kunnen er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS In hoogte mm 815 Breedte mm 596 Diepte mm 550 Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 13 Spanning Volt 230 - 240 Frequentie Hz 50 De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel. 12 MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Zanussi ZQA12430DA Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding