27
Hersteltestprogramma
De 'Recovery Test' geeft aan hoe snel uw hart zich vanuit een trainingstoestand herstelt naar een meer rustige toestand. Een
hoger herstel is een indicator van toenemende conditie.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren (CHR)
of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
Kies bij een verhoogde hartslag het hersteltestprogramma. Op de console verschijnt 'STOP EXERCISING' (Stop met trainen),
waarbij de doelwaarde begint af te tellen. Stop met trainen, maar blijf de hartslagsensoren vasthouden. Na 5 seconden ver-
schijnt er 'RELAX' (Ontspan) op het display en wordt er afgeteld tot 00:00. Gedurende de hele minuut wordt ook uw hartslag
op de console weergegeven. U moet de hartslagsensoren gedurende de hele test vasthouden als u geen draadloze hartslag-
meter gebruikt.
Op het display blijft de boodschap 'RELAX' en uw hartslag te zien totdat het doel 00:00 bereikt. De console zal vervolgens uw
herstelscore berekenen.
Herstelscore = uw hartslag bij 1:00 (het begin van de test) minus uw hartslag bij 00:00 (het einde van de test).
Hoe hoger de 'Recovery Test'-score, des te sneller uw hartslag terugvalt naar een meer rustige toestand, wat een indicatie is
van een verbeterende conditie. Wanneer u deze waarden registreert over een langere periode, kunt u een tendens zien naar
een betere gezondheid.
Wanneer u het 'Recovery Test'-programma kiest en er geen hartslagsignaal of -weergave is, verschijnt er op de console
'NEED HEART RATE' (Hartslag nodig). Deze boodschap wordt gedurende 5 seconden weergegeven. Als er geen signaal
wordt gedetecteerd, wordt het programma beëindigd.
Praktische tip: Voor een meer relevante score probeert u gedurende 3 minuten een stabiele hartslag te verkrijgen voordat u
het herstelprogramma start. Dit is gemakkelijker in het handmatige programma, waar u de beste resultaten verkrijgt, omdat u
er het weerstandsniveau kunt regelen.
Trainingsprogramma's met hartslagcontrole (HRC)
In de programma's met hartslagcontrole (HRC) kunt u een hartslagdoel voor uw training instellen. Het programma bewaakt
uw hartslag in slagen per minuut (BPM) door middel van de CHR-sensoren op het toestel of een hartslagborstband, en past
de training zo aan dat uw hartslag in de geselecteerde zone blijft.
Opmerking: Voor een goede werking van het HRC-programma moet de console de hartslaggegevens van de CHR-
sensoren of de HRM-borstband kunnen aflezen.
De programma's met doelhartslag gebruiken uw leeftijd en andere gebruikersinformatie om de hartslagzonewaarden voor uw
training in te stellen. Op het consoledisplay verschijnen vervolgens boodschappen voor het instellen van uw training:
1. Kies het niveau van de Heart Rate Control-training: BEGINNER ('BEG') of ADVANCED ('ADV'), en druk op OK.
2. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om het percentage van de maximale hartslag te selecteren: 50–60 %, 60–70
%, 70–80 %, 80–90 %.
Vraag uw arts om advies voordat u in de hartslagzone van 80-90 % begint te trainen.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de doelwaarde voor de training in te stellen.
Opmerking: Voorzie bij het instellen van het doel tijd voor het bereiken van de gewenste hartslagzone.
5. Druk op OK om de training te starten.
Een gebruiker kan een hartslagzone instellen in plaats van een waarde door het 'Heart Rate Control - User'-programma te
kiezen. De console zal de training aanpassen om de gebruiker in de gewenste hartslagzone te houden.
1. Kies HEART RATE CONTROL - USER en druk op OK.
2. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de hartslagwaarde voor de training in te stellen, en druk op OK. Op de
console verschijnen links de hartslagzone (procent) en rechts het hartslagbereik voor de gebruiker.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op de
borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel opnieuw begint te gebrui-
ken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter informa-
tie.