Samsung NP540U3C Handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
1
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Inhoud
Hoofdstuk 1. Aan de slag
3 Voor u begint
6 Veiligheidsinstructies
23 Juiste houding tijdens computergebruik
26 Overzicht
31 De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 2. Windows 8 gebruiken
34 Wat is Microsoft Windows 8?
35 Overzicht van het scherm
37 Het menu Charms gebruiken
39 Apps gebruiken
42 Windows-sneltoetsfuncties
43 Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Hoofdstuk 3. Werken met de computer
51 Toetsenbord
54 Aanraakvlak
58 Cd-station (ODD, optioneel)
60 Multicardsleuf (optioneel)
63 Een extern weergaveapparaat aansluiten
69 Het volume instellen
71 Helderheidsinstelling LCD-scherm
72 Bedraad netwerk
76 Draadloos netwerk (optioneel)
78 Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
88 De multimedia-app gebruiken (optioneel)
92 Samsung Software Update
93 Een diagnose van de status van de computer
maken en problemen oplossen
Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade
95 BIOS-instellingen
98 Een opstartwachtwoord instellen
101 De opstartprioriteit wijzigen
102 Het geheugen uitbreiden
105 Oplaadbare batterij
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
110 Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
117 Windows opnieuw installeren (optioneel)
121 V&A
Hoofdstuk 6. Aanhangsel
127 Belangrijke veiligheidsinformatie
129 Vervangende onderdelen en accessoires
131 Verklaringen betreende de naleving van
voorschriften
143 Informatie Over Het WEEE-Merk
144 Gecerticeerd voor TCO
145 Productspecicaties
147 Woordenlijst
151 Index
Voor u begint 3
Veiligheidsinstructies 6
Juiste houding tijdens computergebruik 23
Overzicht 26
De computer aan- en uitzetten 31
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
3
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Voor u begint
Voordat u de handleiding gaat lezen, moet u de volgende
informatie doornemen.
Optionele items, bepaalde apparaten en software waarnaar
in deze handleiding wordt verwezen, worden mogelijk niet
of in een bijgewerkte versie meegeleverd.
Houd er rekening mee dat de computeromgeving
waarnaar in deze handleiding wordt verwezen kan
afwijken van uw eigen omgeving.
De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een
representatief model voor een bepaalde serie. Dit model
kan enigszins afwijken van het uiterlijk van het product dat
u hebt aangeschaft.
In deze handleiding worden de procedures beschreven
voor zowel de muis als het aanraakvlak.
Deze handleiding is geschreven voor Windows 8.
De beschrijvingen en afbeeldingen kunnen verschillen,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
De handleiding die bij de computer wordt geleverd kan
per model verschillen.
Werken met de software
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op
een willekeurig gebied en kies Alle Apps
in de
rechter benedenhoek. Klik vervolgens op het gewenste
programma. U kunt hetzelfde ook doen door Quick
Starter te starten.
U kunt Quick Starter installeren vanaf SW Update.
4
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Voor u begint
Aanduidingen met betrekking tot de veiligheid
Pictogram
Aanduiding Beschrijving
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
symbool resulteren in persoonlijk
letsel en zelfs fatale gevolgen
hebben.
Attentie
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte
verwondingen of schade aan uw
eigendommen.
Tekstaanduidingen
Pictogram
Aanduiding Beschrijving
Attentie
In dit gedeelte vindt u informatie
die u nodig hebt voor een functie.
Opmerking
In dit gedeelte vindt u nuttige
informatie over het gebruik van een
functie.
Copyright
© 2013 Samsung Electronics Co., Ltd.
Samsung Electronics Co., Ltd. is eigenaar van het auteursrecht met
betrekking tot deze handleiding.
Geen enkel gedeelte van deze handleiding mag worden
gereproduceerd of uitgezonden in welke vorm of op welke wijze,
elektronisch of mechanisch, dan ook, zonder de toestemming van
Samsung Electronics Co., Ltd.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd in het kader van de verbetering
van de prestaties van het product.
Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies
van gegevens. Ga zorgvuldig te werk om te voorkomen dat
u belangrijke gegevens verliest en maak een back-up van uw
gegevens om dergelijk gegevensverlies te voorkomen.
Besturingssysteem en softwareondersteuning
Als u het besturingssysteem dat af fabriek wordt meegeleverd,
vervangt door een ander besturingssysteem of als u software
installeert die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem
wordt ondersteund, hebt u geen recht op technische
ondersteuning, een vervangend product of een vergoeding. In
dat geval worden er servicekosten in rekening gebracht.
Gebruik uw computer met het oorspronkelijke besturingssysteem
dat af fabriek wordt meegeleverd. Als u een ander
besturingssysteem installeert, is het mogelijk dat er gegevens
worden verwijderd of dat de computer niet start.
4
5
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Over de standaard voor de weergave van de
capaciteit van het product
Informatie over de capaciteitsweergave van de opslag
Bij de berekening van de capaciteit van een opslagapparaat (HDD,
SSD) door de fabrikant wordt uitgegaan van de aanname dan 1 KB
gelijk is aan 1000 bytes.
Het besturingssysteem (Windows) berekent de opslagcapaciteit
echter op basis van de aanname dat 1 KB gelijk is aan 1024 bytes.
Als gevolg van dit verschil in berekening wordt voor de capaciteit
van de vaste schijf in Windows een lagere waarde vermeld dan
door de fabrikant is opgegeven.
(Bijvoorbeeld, in het geval van een vaste schijf van 80 GB vermeldt
Windows de capaciteit als 74,5 GB, 80 x 1000 x 1000 x 1000 byte/
(1024 x 1024 x 1024) byte = 74,505 GB)
De capaciteit die in Windows wordt vermeld kan zelfs nog lager
uitvallen doordat bepaalde programmas, zoals Recovery, zich op
een verborgen gedeelte van de vaste schijf bevinden.
De weergave van de geheugencapaciteit
De geheugencapaciteit die is vermeld in Windows is lager dan de
werkelijke geheugencapaciteit.
Dit wordt veroorzaakt doordat het BIOS of de videokaart een
gedeelte van het geheugen gebruikt of reserveert voor eigen
gebruik.
(Bijvoorbeeld, als 1 GB (=1024 MB) aan geheugen is geïnstalleerd,
wordt in Windows mogelijk een capaciteit van 1022 MB of minder
vermeld.)
Voor u begint
6
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot de
installatie
Installeer het product niet op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan een hoge
vochtigheidsgraad, zoals in een badkamer.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik het product uitsluitend in de
bedrijfsomstandigheden die worden vermeld
in deze handleiding van de fabrikant.
Veiligheidsinstructies
Houd de plastic zakken buiten het bereik
van kinderen.
Er bestaat verstikkingsgevaar.
Bewaar een afstand van tenminste 15 cm
tussen de computer en de wand en plaats
geen objecten tussen de computer en de
wand.
Dit kan leiden tot een hogere temperatuur
in de computer en kan verwondingen
veroorzaken.
Plaats de computer niet op een schuin
aopende plaats of een plaats waar deze
wordt blootgesteld aan trillingen, of
vermijd tenminste de computer langere tijd
op een dergelijke plaats te gebruiken.
Dit verhoogt het risico op storingen of schade
aan het product.
Lees de volgende veiligheidsinstructies zorgvuldig door om uw
veiligheid te waarborgen en schade te voorkomen.
Dit gedeelte wordt gebruikt door diverse Samsung-
computers. Als gevolg hiervan kunnen de afbeeldingen
afwijken van wat u in werkelijkheid te zien krijgt.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Ver 3.3
6
7
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot de voeding
De afbeeldingen van de stekker en het stopcontact
kunnen afwijken, afhankelijk van het in het land gebruikte
systeem en het model van het product.
Raak de stekker en de voedingskabel niet
met natte handen aan.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Overschrijd niet de standaardcapaciteit
(spanning/stroom) van een verdeeldoos
of een verlengkabel die u eventueel in
combinatie met het product gebruikt.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
G
Als de voedingskabel of het stopcontact
geluid maakt, moet u de stekker uit het
stopcontact halen en contact opnemen met
het servicecentrum.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
Let erop dat mensen niet te lang worden
blootgesteld aan de ventilator, adapter
enz. van de computer, aangezien lange
tijd deze warmte genereren als uw pc is
ingeschakeld.
Het gedurende langere tijd blootstellen
van een lichaamsdeel aan de warme lucht
uit de luchtopening of de warmte van de
netspanningsadapter kan brandwonden
veroorzaken.
Voorkom dat de luchtinlaat aan de
onderkant van de computer wordt
geblokkeerd, wanneer u de computer op
een bed of kussen plaatst.
Als de luchtinlaat wordt geblokkeerd, bestaat
gevaar voor beschadiging van de computer
of oververhitting van het binnenwerk van de
computer.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
8
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Gebruik geen beschadigde voedingskabels
of beschadigde of loszittende stekkers of
stopcontacten.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
Sluit de voedingskabel stevig aan op het
stopcontact en de AC-adapter.
Anders kan er brandgevaar ontstaan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact
door aan de kabel te trekken.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken.
Buig de voedingskabel niet overmatig
en plaats geen zware objecten op de
voedingskabel. Het is uiterst belangrijk de
voedingskabel buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren te houden.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken of brand.
Sluit de voedingskabel aan op een
stopcontact of op een verlengsnoer met een
geaarde terminal.
Wanneer u dit niet doet, kan dit elektrische
schokken veroorzaken.
Als de voeding niet geaard is, kan er lekstroom
ontstaan die leidt tot elektrische schokken.
Als water of een andere substantie
binnendringt in de voedingsingang,
AC-adapter of de computer, moet u
de voedingskabel loshalen en contact
opnemen met het servicecentrum.
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
Schade aan het binnenwerk van de computer
kan elektrische schokken en brandgevaar
opleveren.
Houd de voedingskabel en het stopcontact
schoon, zodat deze niet met stof bedekt
raken.
Wanneer u dit niet doet, kan dit brand
veroorzaken.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
8
9
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Let op bij het gebruik van de
wisselstroomadapter
Sluit het netsnoer stevig aan op de
wisselstroomadapter.
Als het contact niet goed wordt gemaakt,
bestaat gevaar voor brand.
Gebruik uitsluitend de wisselstroomadapter
die bij het product is geleverd.
Als u een andere adapter gebruikt, kan het
scherm gaan ikkeren.
Plaats geen zware objecten en stap niet op
het netsnoer of de wisselstroomadapter,
om beschadiging van het netsnoer of de
wisselstroomadapter te vermijden.
Als het snoer is beschadigd, bestaat gevaar
voor elektrische schokken en brand.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
Trek de netvoedingsadapter voor
wandmontage (adapter met ingebouwde
stekker) aan de stekker uit het stopcontact
en trek deze in de richting van de pijl.
Als u de adapter loskoppelt door de kabel beet
te pakken en hieraan te trekken, kan de adapter
beschadigd raken en kunt u een elektrische
schok krijgen, klinkt er mogelijk een explosief
geluid of kan er vonkvorming optreden.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Laad de accu volledig op voordat u de computer voor
de eerste keer gebruikt.
Houd de oplaadbare accu buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren, zodat ze
deze niet in de mond kunnen nemen.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken en
verstikking.
10
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Gebruik de computer niet op een vochtige
plaats, zoals in een badkamer of sauna.
Anders werkt de computer mogelijk niet goed
en bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik de computer altijd binnen
het aanbevolen temperatuur- en
luchtvochtigheidbereik (10-32ºC, 20-80% RV).
Sluit het LCD-scherm niet en doe de
computer niet in de tas wanneer deze nog
aan staat.
Als u de computer in de tas doet zonder deze
uit te schakelen, kan de computer oververhit
raken en is er gevaar voor brand. Sluit de
computer naar behoren af voordat u deze
verplaatst.
U mag dit product (of de batterij) nooit
verhitten of in het vuur werpen. Bewaar
of gebruik het product (of de batterij) niet
op een hete plaats, zoals in een sauna,
in een voertuig blootgesteld aan de zon,
enzovoort.
Er is gevaar voor ontplong of brand.
Gebruik uitsluitend een goedgekeurde accu
en wisselstroomadapter.
Gebruik uitsluitend accu’s en adapters
die zijn goedgekeurd door Samsung
Electronics.
Niet goedgekeurde accu’s en adapters voldoen
mogelijk niet aan de juiste veiligheidsvereisten
en kunnen problemen en storingen
veroorzaken die resulteren in ontplong of
brand.
Gebruik de computer niet op een plaats die
onvoldoende ventilatie biedt, zoals op een
bed of een kussen, en gebruik de computer
niet op een vloer met vloerverwarming. De
computer zou dan oververhit kunnen raken.
Zorg er met name in deze omgevingen voor
dat de ventilatieopeningen (aan de zijkant) niet
zijn geblokkeerd. Als de ventilatieopeningen
zijn geblokkeerd, kan de computer oververhit
raken, hetgeen kan leiden tot problemen met
de computer of zelfs ontplong.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
10
11
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
De stroomtoevoer naar de interne batterij onderbreken
(uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Klanten kunnen de batterij niet verwijderen bij producten met
ingebouwde batterijen.
In het geval van overstroming, blikseminslag of explosies
kunt u de batterijstroom onderbreken door een voorwerp,
bijvoorbeeld een paperclip, in de [noodopening] aan de
onderkant van de computer steken.
Koppel de netvoedingsadapter los en steek een voorwerp,
bijvoorbeeld een paperclip, in de opening aan de onderkant
van de computer om de batterijstroom te onderbreken.
In het geval van overstroming, blikseminslag of
explosies onderbreekt u de batterijstroom, sluit u
de netvoedingsadapter niet opnieuw aan en neemt
u onmiddellijk contact op met Samsung Electronics
zodat gepaste tegenmaatregelen kunnen worden
genomen.
Zorg ervoor dat metalen voorwerpen, zoals
een sleutel of paperclip, de aansluitpunten
van de accu (metalen onderdelen) niet
kunnen raken.
Als een metalen voorwerp de aansluitpunten
van de accu raakt, kan kortsluiting ontstaan
die de accu kan beschadigen of brand kan
veroorzaken.
Als vloeistof uit het product (of de batterij)
lekt of een vreemde geur uit het product (of
de batterij) komt, verwijdert u het product
(of de batterij) en neemt u contact op met
het servicecentrum.
Er is gevaar voor ontplong of brand.
Vervang een kapotte of versleten accu om
veiligheidsredenen altijd door een nieuw
goedgekeurd exemplaar.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
12
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
Daarna werkt de batterijvoeding weer als u de
netvoedingsadapter aansluit.
Onderbreek de batterijstroom niet onder normale
omstandigheden.
Dit kan leiden tot een gegevensverlies of
productstoringen.
De positie van de noodopening kan afhankelijk van het
model afwijken.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Haal alle op de computer aangesloten
kabels los voordat u deze reinigt. Als
uw notebook over een externe en
verwijderbare batterij beschikt, verwijdert
u de externe batterij.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
beschadiging van het product.
Sluit op het modem geen telefoonlijn aan
die is verbonden met een digitale telefoon.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken,
brand of beschadiging van het product.
Plaats geen voorwerpen gevuld met water
of chemicaliën boven of in de buurt van de
computer.
Als water of chemicaliën in de computer
binnendringen, kan dit brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Als de computer is gebarsten of gevallen,
moet u de voedingskabel loshalen en
contact opnemen met het servicecentrum
om een veiligheidscontrole uit te voeren.
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
Het gebruik van een kapotte computer kan
leiden tot elektrische schokken en brandgevaar.
Vermijd direct zonlicht wanneer de
computer zich bevindt in een ruimte zonder
ventilatie, zoals in een voertuig.
Er bestaat gevaar voor brand. De computer kan
oververhit raken of ten prooi vallen aan dieven.
12
13
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Zorg ervoor dat u alleen een upgrade
uitvoert van de onderdelen die zijn
opgegeven in de gebruikershandleiding
volgens de procedures die zijn beschreven
in de gebruikershandleiding.
Demonteer de andere onderdelen of
apparaten niet zelf. Er bestaat gevaar voor
elektrische schokken, brand of beschadiging
van het product.
Haal de voedingseenheid of de AC-adapter
in geen geval uit elkaar.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Als u de accu van de ingebouwde klok
verwijdert, houd deze dan buiten het
bereik van kinderen zodat ze deze niet
kunnen aanraken en/of inslikken.
Er bestaat verstikkingsgevaar. Als een kind de accu
inslikt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Gebruik uw notebook-pc niet lang wanneer
een lichaamsdeel in contact met de
notebook-pc staat. De temperatuur van het
product kan tijdens normaal functioneren
stijgen.
Dit kan leiden tot het beschadigen of het
verbranden van uw huid.
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Voer alleen zelf een upgrade van de
computer uit als u over voldoende kennis
en vaardigheden hiertoe beschikt.
Als dat niet het geval is, vraagt u het
servicecentrum of een geautoriseerde
technicus om de upgrade uit te voeren.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
14
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Sluit, voordat u een upgrade van de
computer gaat uitvoeren, de computer af
en ontkoppel alle aangesloten kabels. Als
de notebookcomputer is voorzien van een
externe (verwijderbare) batterij, verwijdert
u ook deze batterij.
Anders kan er gevaar voor elektrische
schokken ontstaan.
Aanwijzingen met betrekking tot beheer en
verplaatsing
Volg de aanwijzingen voor de locatie waar
u zich bevindt (bijvoorbeeld vliegtuig,
ziekenhuis, enzovoort) op als u gebruik
maakt van draadloze communicatie (Wi,
Bluetooth, enzovoort).
Vermijd om een station bloot te stellen aan
magnetische velden. Beveiligingsapparaten
met magnetische velden zijn onder
andere detectiepoorten op luchthavens en
draagbare detectoren.
Bij beveiligingsapparaten op luchthavens
waarmee handbagage wordt gecontroleerd
zoals transportbanden, wordt gebruik
gemaakt van röntgenstraling in plaats van
magnetisme. Hierdoor wordt een station
niet beschadigd.
Als u de notebookcomputer meedraagt
met andere voorwerpen, zoals de
adapter, muis, boeken, enzovoort, moet
u ervoor zorgen dat niets tegen de
notebookcomputer aandrukt.
Als een zwaar object tegen de
notebookcomputer wordt gedrukt, kan een
witte plek of een vlek op het lcd-scherm
verschijnen. Let daarom goed op dat u geen
druk uitoefent op de notebook.
Plaats de notebookcomputer in dat geval in
een afzonderlijk compartiment, apart van
andere objecten.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
14
15
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Veiligheidsinstructies
Aanwijzingen met betrekking tot de
installatie
Zorg ervoor dat u de ventilatie- en andere openingen in het
product niet blokkeert, en steek geen voorwerpen in de
openingen.
Schade aan een onderdeel in de computer kan elektrische
schokken en brand veroorzaken.
Als u de computer gebruikt terwijl deze op zijn zijde ligt,
moet u deze dusdanig plaatsen dat de ventilatieopeningen
zich aan de bovenzijde bevinden.
Als u dat niet doet, kan de temperatuur binnen in de computer
stijgen, hetgeen tot storingen en uitvallen van de computer kan
leiden.
Plaats geen zware voorwerpen op het product.
Dit kan problemen met de computer veroorzaken. Bovendien
kan het voorwerp vallen en verwondingen of schade aan de
computer veroorzaken.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Voer verbruikte oplaadbare batterijen op verantwoorde
wijze af.
Er is gevaar voor brand en ontplong.
De wijze waarop verbruikte oplaadbare batterijen worden
verwerkt kan verschillen per land of regio. Voer de verbruikte
oplaadbare accu op een verantwoorde wijze af.
Smijt niet met de oplaadbare accu, haal hem niet uit elkaar
en gooi hem niet in water.
Dit kan leiden tot verwondingen, brand of ontplong.
Gebruik alleen oplaadbare batterijen die zijn goedgekeurd
door Samsung Electronics.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot ontplong.
Vermijd contact met metalen voorwerpen, zoals autosleutels
en clips, tijdens het vasthouden of dragen van een
oplaadbare accu.
Contact met metaal kan leiden tot kortsluiting en een hoge
temperatuur en kan leiden tot schade aan de oplaadbare accu of
kan brand veroorzaken.
16
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Vervang de oplaadbare accu in overeenstemming met de
instructies in deze handleiding.
Als u dat niet doet, kan dit leiden tot ontplong of brand als
gevolg van schade aan het product.
U mag het product (of de batterij) niet verwarmen of
blootstellen aan hitte (bijvoorbeeld in een voertuig tijdens
de zomer).
Er is gevaar voor ontplong of brand.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Plaats geen kaars, brandende sigaret, enzovoort boven of
op het product.
Er bestaat gevaar voor brand.
Gebruik een stopcontact of verdeeldoos met randaarde.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken ontstaan.
Laat het product na reparatie testen door een
veiligheidstechnicus.
Geautoriseerde Samsung-servicecentra voeren na de reparatie
een veiligheidscontrole uit. Als u een gerepareerd product
gebruikt zonder het op veiligheid te testen, kan dit leiden tot
elektrische schokken of brand.
Schakel bij bliksem het systeem onmiddellijk uit, haal de
stekker uit het stopcontact en gebruik geen modem of
telefoon.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand.
Gebruik de computer en de AC-adapter niet op schoot of op
een zacht oppervlak.
Als de temperatuur van de computer oploopt, zou u zich kunnen
branden.
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Veiligheidsinstructies
16
17
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Sluit alleen toegestane apparaten aan op de aansluitingen
of poorten van de computer.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand
ontstaan.
Sluit het LCD-scherm pas nadat u hebt gecontroleerd dat de
notebookcomputer is uitgeschakeld.
De temperatuur kan oplopen, waardoor het product oververhit
en vervormd kan worden.
Druk niet op de uitwerptoets op het moment dat het cd-rom-
station in bedrijf is.
U kunt gegevens kwijtraken of de schijf kan plotseling worden
uitgeworpen, hetgeen letsel kan veroorzaken.
Laat het product niet vallen en stoot het niet om.
U zou letsel kunnen oplopen of de gegevens zouden beschadigd
kunnen raken.
Breng de antenne niet in contact met een voedingsbron,
zoals een stopcontact.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Volg bij het omgaan met computeronderdelen de aanwijzigen
uit de handleiding de bij de onderdelen werd geleverd op.
Anders kan schade aan het product ontstaan.
Als er rook uit de computer komt of u een brandlucht
ruikt, trekt u de stekker uit het stopcontact en neemt u
onmiddellijk contact op met een servicecentrum.
Als uw notebook over een externe en verwijderbare batterij
beschikt, verwijdert u de externe batterij.
Er bestaat gevaar voor brand.
Gebruik geen beschadigde of aangepaste cd.
Dit zou kunnen leiden tot schade aan het product of persoonlijk
letsel.
Steek uw vingers niet in de PC Card-sleuf.
Dit zou kunnen leiden tot letsel of elektrische schokken.
Gebruik altijd een aanbevolen computerreinigingsmiddel
voor het reinigen van het product en gebruik de computer
pas wanneer deze weer helemaal droog is.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan.
De noodmethode voor het uitwerpen van een schijf met
behulp van een paperclip mag niet worden gebruikt
op het moment dat de schijf in beweging is. Gebruik de
noodvoorziening voor het uitwerpen van schijven alleen als
de optische schijf tot stilstand is gekomen.
Er is gevaar voor verwondingen.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
18
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Houd uw gezicht uit de buurt van de lade van de optische
schijf op het moment dat deze in bedrijf is.
U zou gewond kunnen raken als de schijf onverhoopt plotseling
wordt uitgeworpen.
Controleer cd’s voor gebruik op barsten en andere
beschadigingen.
Het station zou beschadigd kunnen worden en de gebruiker zou
gewond kunnen raken.
Laat het product niet achter op een plaats die is blootgesteld
aan magneetvelden.
Een magneetveld kan ervoor zorgen dat het product niet
normaal werkt of dat de batterij wordt ontladen.
De informatie die is opgeslagen op de magneetband van een
creditcard, telefoonkaart, bankpas, vervoerticket, enz. kan
beschadigd raken door het elektromagnetische veld van een
computer.
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Wees voorzichtig bij het aanraken van een onderdeel of
apparaat van het product.
Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het
product of letsel.
Smijt niet met de computer of onderdelen ervan en pas op
dat u deze niet laat vallen.
Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het
product of letsel.
Sluit na de demontage de klep en sluit vervolgens het
netsnoer weer aan.
Wanneer u dit niet doet, kunnen er elektrische schokken ontstaan
door het blootliggende circuit.
Gebruik alleen onderdelen die zijn goedgekeurd door
Samsung Electronics.
Dit zou tot schade aan het product kunnen leiden of brand
veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
18
19
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Haal het product nooit uit elkaar en probeer het product
niet zelf te repareren.
Als het product is gemodiceerd, gedemonteerd of gerepareerd
door de gebruiker, vervalt de garantie, wordt er een servicetarief
in rekening gebracht en bestaat het gevaar van een ongeluk.
Gebruik een geautoriseerd servicecentrum van Samsung
Electronics.
Als u een apparaat wilt aansluiten dat niet is gemaakt of
goedgekeurd door Samsung Electronics, moet u vooraf
contact opnemen met het servicecentrum.
Het product zou beschadigd kunnen raken.
Aanwijzingen met betrekking tot beheer en
verplaatsing
Schakel voordat u het product verplaatst de stroomtoevoer
uit en haal alle aangesloten kabels los.
Het product zou beschadigd kunnen raken en gebruikers zouden
over de kabels kunnen vallen.
Als u de notebookcomputer langere tijd niet gebruikt, moet
u de oplaadbare accu ontladen en los van de computer
bewaren. (Voor typen met een externe en verwijderbare
batterij)
De oplaadbare accu blijft dan in zo goed mogelijke conditie.
Bedien of bekijk de computer niet tijdens het besturen van
een voertuig.
U zou betrokken kunnen raken bij een verkeersongeval. Houd uw
aandacht op het verkeer.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
20
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Adviezen ter voorkoming van
gegevensverlies (vasteschijfbeheer)
Ga met zorg te werk om beschadiging van de gegevens op
de vaste schijf te voorkomen.
Een vasteschijfstation is dermate gevoelig dat stoten van
buiten kunnen leiden tot verlies van gegevens op het
schijfoppervlak.
Wees uiterst voorzichtig, want verplaatsing van de computer
of aanstoten van de computer terwijl deze aan staat kan leiden
tot beschadiging van de gegevens op het vasteschijfstation.
Het bedrijf is niet aansprakelijk voor het verlies van gegevens
op de vaste schijf.
Oorzaken die schade aan de gegevens op de vaste schijf of
aan de vaste schijf zelf zouden kunnen veroorzaken.
De gegevens kunnen verloren gaan wanneer stoten van buiten
worden aangebracht op de schijf tijdens het uit elkaar halen of
in elkaar zetten van de computer.
De gegevens kunnen verloren gaan als de computer wordt
uitgeschakeld of gereset als gevolg van een stroomstoring
terwijl de vaste schijf in bedrijf is.
Gegevens kunnen onherstelbaar verloren gaan als gevolg van
een virusinfectie.
Gegevens kunnen verloren gaan als de stroomtoevoer wordt
uitgeschakeld terwijl een programma wordt uitgevoerd.
Als u de computer verplaatst of aanstoot terwijl de vaste
schijf in bedrijf is, kunnen bestanden beschadigd worden of
beschadigde sectoren ontstaan op de vaste schijf.
Maak regelmatig back-ups van uw gegevens om
gegevensverlies als gevolg van beschadiging van de vaste
schijf te voorkomen.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
20
21
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Veiligheidsinstructies
Het gebruik van de voeding in een vliegtuig
Aangezien het type stopcontact kan verschillen afhankelijk van
het type vliegtuig, sluit u het stroomsnoer op de vereiste wijze
aan.
Aangezien er voor de voedingskabel en autoadapter
representatieve afbeeldingen worden gebruikt, kunnen
deze afwijken van de daadwerkelijke onderdelen.
Wanneer u een AC-stekker gebruikt
Plaats de pinnen van de stekker recht in het midden van het
stopcontact.
Als de pinnen van de stekker niet in het midden van de
gaten worden geplaatst, kan de stekker slechts half in het
stopcontact worden gedrukt. In dat geval steekt u de stekker
opnieuw in het stopcontact.
U moet de stekker in het stopcontact steken wanneer de
stroomindicator (LED) van het stopcontact groen brandt.
Wanneer de stekker op de juiste manier is aangesloten, blijft
de stroomindicator (LED) groen branden.
Anders wordt de stroomindicator (LED) uitgeschakeld. In dat
geval trekt u de stekker uit het stopcontact en controleert u of
de stroomindicator (LED) groen brandt. Vervolgens steekt u de
stekker weer in het stopcontact.
Fout
Goed
Center
Holes
Stroomindicator (LED)
Stopcontact van
220 V
Stopcontact van
110 V
22
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Veiligheidsinstructies
Wanneer u de autoadapter gebruikt
In het geval van een aanstekercontact moet u de autoadapter
gebruiken (optioneel). Steek stekker van de autoadapter in de
aanstekerhouder en sluit de DC-stekker van de autoadapter aan
op de voedingsaansluiting op de computer.
Autoadapter
AanstekerhouderAanstekeraansluitingDC-stekker
Wanneer u de oplaadconverter in het vliegtuig
gebruikt
Mogelijk moet u, afhankelijk van het vliegtuig, de autoadapter
en oplaadconverter gebruiken. Sluit de oplaadconverter in het
vliegtuig (optioneel) aan op de autoadapter (optioneel) en steek
de vliegtuigstekker in het stopcontact.
Oplaadconverter
1
Sluit dit eind aan op
de autoadapter.
Steek de vliegtuigaansluiting in
het stopcontact van het vliegtuig.
2
22
23
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Juiste houding tijdens computergebruik
Het bewaren van de juiste houding tijdens computergebruik is
uiterst belangrijk om fysieke schade te voorkomen.
De volgende instructies gaan over het aannemen van een goede
houding tijdens het werken met de computer, zoals bepaald door
middel van human engineering. Lees de instructies goed door en
volg deze op tijdens het werken met de computer.
Anders loopt u een verhoogd risico op blessures (RSI: Repetitive
Strain Injury) als gevolg van herhaalde handelingen, en kunt u te
maken krijgen met ernstig lichamelijk letsel.
De instructies in deze handleiding zijn zodanig
geformuleerd dat ze van toepassing zijn op de gemiddelde
gebruiker.
Als de instructies niet van toepassing zijn op een
gebruiker, moeten de aanbevelingen worden toegepast in
overeenstemming met de behoeften van de gebruiker.
Juiste houding
De hoogte van uw bureau en stoel instellen in
overeenstemming met uw lengte.
De hoogte moet zodanig worden ingesteld dat uw armen een
rechte hoek vormen wanneer u op uw stoel zit en uw handen op
het toetsenbord plaatst.
Stel de hoogte van de stoel zodanig in dat uw hielen comfortabel
op de grond staan.
Gebruik de computer niet in een liggende houding, maar
alleen in een zittende houding.
Gebruik de computer niet op uw schoot. Als de temperatuur
van de computer oploopt, zou u zich kunnen branden.
Houd uw polsen tijdens het werken recht.
Gebruik een stoel met een comfortabele rug.
Laat uw zwaartepunt tijdens het zitten op de stoel niet rusten
op de stoel maar op uw voeten.
Gebruik een hoofdtelefoon als u de computer wilt gebruiken
terwijl u een telefoongesprek voert. Werken met de computer
met de telefoon op uw schouder is slecht voor uw houding.
Houd artikelen die u vaak gebruikt binnen handbereik.
24
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Juiste houding tijdens computergebruik
Oogpositie
Bewaar een afstand van tenminste 50 cm tussen uw ogen en
het beeldscherm.
Stel de hoogte van het beeldscherm zodanig in dat de
bovenkant van het scherm op gelijke hoogte met of lager dan
uw ogen licht.
Stel de helderheid van het beeldscherm niet te hoog in.
Houd het beeldscherm schoon.
Als u een bril draagt, maak deze dan schoon voordat u de
computer gebruikt.
Als u gegevens van een vel papier invoert op de computer,
gebruik dan een vaste documenthouder die het papier op
vrijwel gelijke hoogte met het beeldscherm houdt.
Handpositie
Houd uw arm onder een rechte hoek, zoals aangegeven in de
afbeelding.
Houd de lijn van uw elleboog naar uw hand recht.
Plaats uw handpalm niet op het toetsenbord tijdens het typen.
Houd de muis niet krampachtig vast.
Druk niet krampachtig op het toetsenbord, aanraakvlak of de
muis.
Het is raadzaam een extern toetsenbord en een muis aan te
sluiten als u de computer langere tijd gebruikt.
24
25
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Juiste houding tijdens computergebruik
Volumeregeling (hoofdtelefoon en luidsprekers)
Controleer het volume voordat u naar muziek gaat luisteren.
Controleer
het volume!
Controleer of het volume niet te luid is voordat u een
hoofdtelefoon gebruikt.
Het is niet raadzaam langdurig een hoofdtelefoon te
gebruiken.
Afwijkingen van de standaardinstelling van de equalizer
kunnen leiden tot gehoorschade.
De standaardinstellingen kunnen zonder uw tussenkomst
worden gewijzigd door updates van software en
stuurprogrammas. Controleer de standaardinstellingen van de
equalizer voor het eerste gebruik.
Luister niet gedurende langere tijd op hoog volume om mogelijke
gehoorschade te voorkomen.
Werktijd (pauzes)
Als u langer dan een uur achter elkaar werkt, neem dan telkens
na 50 minuten een pauze van tenminste 10 minuten.
Verlichting
Gebruik de computer niet op een donkere plaats. De
verlichting bij het werken met de computer moet net zo sterk
zijn als bij het lezen van een boek.
Indirecte verlichting is het beste. Gebruik een gordijn om
weerspiegelingen in het LCD-scherm te voorkomen.
Werkomstandigheden
Gebruik de computer niet op een warme en vochtige plaats.
Gebruik de computer binnen de toegestane temperatuur-
en luchtvochtigheidswaarden die zijn vermeld in deze
handleiding.
26
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Vooraanzicht
De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van
een representatief model voor een bepaalde serie. De
vormgeving en kleur in de afbeeldingen kan enigszins
afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het
model.
De kleur en het uiterlijk van uw computer kunnen afwijken
van de afbeelding in deze handleiding.
2
1
4
3
5
6
7
8
9
1
Cameralens
(optioneel)
Met deze lens kunt u fotos maken en
bewegende beelden opnemen.
U kunt een foto maken of een lm
opnemen met Charms > Start > Camera.
2
Bedrijfsindicator
camera (optioneel)
Geeft de bedrijfsstatus van de camera
aan.
3
LCD- of
aanraakscherm
(optioneel)
Hier wordt het beeld weergegeven.
Het werkt als een aanraakscherm bij
modellen die de aanraakschermfunctie
ondersteunen. (Optioneel)
4
Luidspreker
(optioneel)
Hiermee wordt het geluid gegenereerd.
5 Aan/Uit-knop
Hiermee zet u de computer aan en uit.
6 Toetsenbord
Door het indrukken van de toetsen kunt
u gegevens invoeren.
7
Aanraakvlak en
knoppen
Het aanraakvlak en de knoppen bij het
aanraakvlak vervullen dezelfde functie als
een muis en de knoppen die zich daarop
bevinden.
8 Statusindicatoren
Hier kunt u de bedrijfsstatus van de
computer zien.
Een brandend lampje geeft aan dat de
corresponderende functie actief is.
9 Microfoon
U kunt de ingebouwde microfoon
gebruiken.
26
27
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Statusindicatoren
1 2 3 4
1
Vaste schijf/
ODD
Dit wordt ingeschakeld wanneer de vaste schijf
of ODD (Optical Disk Drive) wordt geopend.
2
Draadloos
netwerk
Wordt ingeschakeld wanneer het draadloos
netwerk actief is.
3
Oplaadstatus
Geeft de voedingsbron en de status van de
oplaadbare batterij aan.
Groen: de oplaadbare batterij is volledig
opgeladen of is niet aanwezig.
/ Rood of oranje: de oplaadbare batterij
wordt opgeladen.
Uit: de computer draait op de oplaadbare
batterij en is niet aangesloten op het
lichtnet.
4 Aan/Uit
Geeft de bedrijfsstatus van de computer aan.
Aan: de computer is in bedrijf.
Knippert: de computer staat in de slaapstand.
28
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Rechter aanzicht
21
1
USB 2.0-poort
(optioneel)
Op de USB-poort kunt u USB-apparaten
aansluiten, zoals een toetsenbord/muis,
digitale camera, enzovoort.
2
Multicardsleuf
(optioneel)
Een kaartsleuf ondersteunt meerdere
kaarten.
28
29
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Linker aanzicht
41 2 3 5 6
Wat is een USB-oplaadpoort?
De functies voor toegang tot en het opladen van USB-
apparaten worden ondersteund.
De USB-laadfunctie wordt altijd ondersteund, ongeacht of
de computer is in- of uitgeschakeld.
Het opladen van een apparaat via een USB-oplaadpoort
duurt niet langer dan met een gewone oplader.
Als u de USB-oplaadfunctie gebruikt wanneer de computer
op de oplaadbare batterij werkt, wordt de gebruiksduur
van de batterij verkort.
De gebruiker kan de oplaadstatus van het USB-apparaat
niet controleren vanaf de computer.
Deze functie wordt mogelijk niet voor alle USB-apparaten
ondersteund.
U kunt de functie voor het opladen via USB in- en
uitschakelen (ON/OFF) door achtereenvolgens Settings
> Energiebeheer > Opladen via USB e selecteren.
(Optioneel)
1
Voedingsaansluiting
Aansluiting voor de
wisselstroomadapter voor de
stroomvoorziening van de computer.
2 Netwerkpoort
Poort voor het aansluiten van een
Ethernet-kabel.
3
USB 3.0-poort
of
oplaadbare USB 3.0-
poort
(optioneel)
De pc beschikt zowel over
USB-poorten waarop u USB-
apparaten kunt aansluiten als USB-
oplaadpoorten.
Via de USB-oplaadpoort hebt u niet
alleen toegang tot een USB-apparaat,
u kunt het apparaat ook opladen.
U kunt de poort herkennen door
de afbeelding (
of ) die
op de poort van het product is
gedrukt.
Voor Windows XP kan USB 3.0
beperkt zijn.
4
Digitale audio-/
videopoort Port (HDMI)
(optioneel)
Poort voor het aansluiten van een
HDMI-kabel. Met behulp van deze
poort kunt u genieten van digitaal
beeld en geluid op het scherm.
5
Hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
Hier kunt een oor- of hoofdtelefoon
aansluiten.
6 Mini-Monitor-poort
Poort voor het aansluiten van een
monitor, tv of projector door middel
van een 15-pins D-SUB-aansluiting.
U kunt een VGA-adapter
aansluiten (optioneel).
30
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Onderaanzicht
2
3
1
1
Deksel van het
geheugencompartiment
Onder het deksel bevinden zich de
geheugenmodules.
2 Noodopening accu
Deze opening is bedoeld om de
stroomtoevoer naar de accu te
onderbreken. Steek het uiteinde van
een uitgevouwen paperclip in de
opening om de stroomtoevoer naar
de accu te onderbreken.
Raadpleeg Over de functie voor het
onderbreken van de stroomtoevoer
naar de interne accu in de
Veiligheidsinstructies voor meer
informatie.
De positie van de noodopening
kan afhankelijk van het model
afwijken.
3 Luidspreker
Hiermee wordt het geluid
gegenereerd.
30
31
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
De computer aan- en uitzetten
De computer aanzetten
1
Sluit de AC-adapter aan.
2
Klap het LCD-scherm omhoog.
3
Druk op de Aan/Uit-knop om de computer aan te zetten.
4
Als de stroom wordt ingeschakeld, gaat het LED-lampje
Power branden.
Over het activeren van Windows
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
activeringsvenster van Windows.
Volg de instructies op het scherm voor de procedures om de
computer te gebruiken.
De helderheid van het scherm aanpassen
Wanneer de computer op batterijvoeding werkt, wordt
automatisch de helderheid van het LCD-scherm gereduceerd.
Druk op de toetsencombinatie
+ om de helderheid van
het scherm te verhogen.
1
Het menu Charms wordt weergegeven wanneer u de
muisaanwijzer aan de rand aan de bovenkant van het scherm
of rechts onderin plaatst. U kunt in plaats daarvan ook uw
vinger aan de rechterrand van het aanraakvlak plaatsen en
uw vinger naar het midden slepen. Ook dan wordt het menu
Charms weergegeven.
2
U maakt de balk groter door te drukken op Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Helderheid
.
32
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
De computer uitzetten
Aangezien de procedures voor het uitschakelen van de
computer per besturingssysteem kunnen verschillen, dient
u de computer uit te schakelen volgens de procedures van
uw besturingssysteem.
Sla al uw gegevens op alvorens op Afsluiten te klikken.
1
Het menu Charms wordt weergegeven wanneer u de
muisaanwijzer aan de rand aan de bovenkant van het scherm
of rechts onderin plaatst.
2
Klik op Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Aan/Uit
> Afsluiten.
Als u uw computer wilt uitschakelen wanneer u bent
afgemeld, ontgrendelt u het scherm en klikt u op Aan/Uit
> Afsluiten.
De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 2.
Windows 8 gebruiken
Wat is Microsoft Windows 8? 34
Overzicht van het scherm 35
Het menu Charms gebruiken 37
Apps gebruiken 39
Windows-sneltoetsfuncties 42
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm) 43
34
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Wat is Microsoft Windows 8?
Microsoft Windows 8 (hierna Windows genoemd) is een
besturingssysteem dat nodig is voor de besturing van een
computer.
Om optimaal gebruik te kunnen maken van uw computer, moet
u weten hoe u het besturingssysteem goed gebruikt. Meer
informatie over het gebruik van Windows vindt u in de Help en
ondersteuningsprogramma's van Windows.
Het scherm kan enigszins afwijken, afhankelijk van het
computermodel en het besturingssysteem.
Aangezien deze handleiding is gebaseerd op Windows
8, kunnen bepaalde instructies, afhankelijk van de versie,
enigszins afwijken. De handleiding kan ook worden
gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
De beschrijvingen hier zijn voor het gebruiken van een
muis. Voor de beschrijvingen bij het gebruiken van
een aanraakscherm raadpleegt u het gedeelte Het
aanraakscherm gebruiken.
De Help weergeven
Druk tegelijkertijd op de toetsen F1 van het toetsenbord om de
Help weer te geven.
U kunt ook de muisaanwijzer in de rechterboven- of
rechterbenedenhoek van het scherm plaatsen om het menu
Charms weer te geven.
Klik op het menu Charms > Instellingen > Help.
Als u verbinding met internet hebt, kunt u de meest recente
online Help weergeven.
In de Help
zoeken
Aan de slag
U kunt eenvoudige instructies bekijken voor
het gebruik van uw computer, inclusief nieuwe
functies van het Windows-besturingssysteem.
Internet en netwerken
Nadat u verbinding met het netwerk hebt
gemaakt, kunt u het Help-gedeelte voor het
gebruik van internet raadplegen.
Beveiliging, privacy en
accounts
U kunt de Help raadplegen voor de
bescherming van uw computer en
persoonlijke gegevens.
34
35
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Overzicht van het scherm
Windows 8 bevat zowel de nieuwe startschermmodus als de
bureaubladmodusvan het bestaande besturingssysteem.
Startscherm Bureaublad
Startscherm
Wanneer u de computer inschakelt, wordt het Startscherm
weergegeven. In dit scherm kunt u de applicaties (toepassing, app,
hierna App) op dezelfde locatie gebruiken.
5
6
7
4
3
3
2
1
1 Startscherm
Verwijst naar het standaard Startscherm
van Windows 8.
2 App
Verwijst naar de apps die momenteel zijn
geïnstalleerd.
3
Het menu Charms
weergeven
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
aan de rechterzijde van het scherm. Plaats
uw muisaanwijzer in de rechterboven- of
rechterbenedenhoek van het scherm om
het menu Charms weer te geven.
4 Gebruikersaccount
Deze term verwijst naar de
gebruikersaccount die momenteel wordt
gebruikt.
5 Charms
Verwijst naar het menu waarmee u functies
als Zoeken, Delen, Start, Apparaten en
Instellingen kunt uitvoeren.
6 Bureaublad
Hiermee schakelt u naar de
bureaubladmodus.
7 Camera Hiermee kunt u foto's of een lm maken.
36
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Overzicht van het scherm
Bureaublad
Hier vindt u soortgelijke functies als op het bureaublad van
eerdere versies van Windows.
3
4
2
2
1
1 Bureaublad Verwijst naar het bureaublad.
2
Het menu
Charms
weergeven
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
aan de rechterzijde van het scherm. Plaats
uw muisaanwijzer in de rechterboven- of
rechterbenedenhoek van het scherm om het
menu Charms weer te geven.
3 Charms
Verwijst naar het menu waarmee u functies als
Zoeken, Delen, Start, Apparaten en Instellingen
kunt uitvoeren.
4
Naar het
Startscherm
schakelen
Klik in de linkerbenedenhoek van het scherm
om het Startscherm weer te geven.
Documenten en bestanden weergeven
Klik in de taakbalk van het bureaublad op Windows Verkenner
om documenten en bestanden te zoeken.
36
37
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Het menu Charms is een nieuw soort. Het is een combinatie
van het menu Start en het Conguratiescherm van bestaande
Windows-systemen.
Met het menu Charms kunt u snel apparaten instellen die op
uw computer zijn aangesloten, naar apps/bestanden zoeken, de
functies voor delen gebruiken, enz.
De charms activeren
Als u de muisaanwijzer in de rechterbeneden- of
rechterbovenhoek van het scherm plaatst, wordt het menu
Charms weergegeven.
Charms
Het menu
Charms
weergeven
Het menu
Charms
weergeven
Search
Share
Star t
Device
Settings
Zoeken
Als u een programma of bestand wilt zoeken in de
apps/instellingen/bestanden, geeft u een zoekwoord
in de charm Zoeken op en klikt u op Zoeken.
U kunt ook in een app of op internet zoeken.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Delen
U kunt dit menu gebruiken om een afbeelding of
bestand naar een andere gebruiker te sturen. U kunt
eenvoudig afbeeldingen of bestanden met anderen
delen door meerdere apps aan de charm Delen te
koppelen.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Start
U kunt naar het Startscherm gaan.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Apparaten
Zodoende kunt u rechtstreeks naar het gewenste
apparaat gaan, taken uitvoeren, zoals het importeren
van afbeeldingen van een digitale camera, een video
naar uw tv streamen of bestanden overdragen naar
een apparaat op het huidige scherm.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Instellingen
Met de charm Instellingen kunt u standaardtaken
uitvoeren, zoals het aanpassen van het volume,
het uitschakelen van de pc, enz. Als u de charm
Instellingen selecteert terwijl er een bepaalde app
wordt uitgevoerd, worden de instellingen voor de
desbetreende app weergegeven.
Het menu Charms gebruiken
38
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Het menu Charms gebruiken
De instellingen wijzigen
Veelgebruikte Windows-menu's worden verzameld.
Klik op Charms > Instellingen.
Pictogram Naam Functiebeschrijving
Draadloos
netwerk
U kunt verbinding maken
met een draadloos netwerk.
Selecteer het draadloze netwerk
waarmee u verbinding wilt
maken.
Het volume
instellen
U kunt het volume instellen of
het geluid dempen.
Schermhelderheid
U kunt de helderheid van het
scherm aanpassen.
Opmerking
U kunt een interval instellen
waarmee de app meldingen
verzendt.
Aan/uit
U kunt de computer
uitschakelen of de Power
Options (Energiebeheer)
selecteren.
ENG
Toetsenbord
U kunt de taal instellen of het
schermtoetsenbord openen.
Pc-instellingen wijzigen
U kunt meer instellingen wijzigen.
38
39
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Apps gebruiken
De term app verwijst naar een programma (hierna app genoemd).
In bredere zin verwijst de term naar alle softwareprogramma's die
op het besturingssysteem zijn geïnstalleerd.
Windows 8 bevat eenvoudige apps voor veelgebruikte taken.
Een app starten/afsluiten
Klik op een app in het Startscherm om de desbetreende app te
activeren.
De app afsluiten:
1
Plaats uw muisaanwijzer boven aan het scherm.
Uw muisaanwijzer verandert in een handje.
2
Klik en houd de muisknop ingedrukt en sleep het handje
naar de onderkant van het scherm. De app wordt omlaag
verplaatst en verdwijnt. De app is nu afgesloten.
1
2
Apps gebruiken
De apps weergeven die momenteel worden uitgevoerd
1
Plaats de muisaanwijzer in de linkerbovenhoek van het
scherm om laatst uitgevoerde app weer te geven.
2
Beweeg uw muisaanwijzer vervolgens omlaag om een lijst
weer te geven met de apps (op volgorde) die momenteel
worden uitgevoerd.
3
Klik op een app in de lijst of sleep de app naar het midden
van het scherm. Nu kunt u de app die momenteel wordt
uitgevoerd, controleren.
Klik met de rechtermuisknop op de app n de lijst en klik op
Sluiten om de app af te sluiten.
1
2
40
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Apps gebruiken
Twee apps tegelijkertijd uitvoeren
1
Selecteer de apps in het Startscherm.
2
Verplaats uw muisaanwijzer naar de bovenkant van het
scherm. Uw muisaanwijzer verandert in een handje.
3
Als u met de muisknop klikt en deze ingedrukt houdt en
de muisaanwijzer naar links of rechts beweegt, kunt u het
scherm splitsen en meerdere apps weergeven.
4
Verplaats de splitsbalk om de splitsverhouding van het
scherm te wijzigen.
Ondersteunde schermsplitsverhoudingen zijn 3:7 of 7:3.
Voorbeeld) Als u de app Weather en Store tegelijkertijd
uitvoert
Schermsplitsbalk
App
Weather
App Store
Een app aan het Startscherm toevoegen of verwijderen
Klik op Startscherm > klik met de rechtermuisknop.
Klik onder aan het scherm op Alle Apps
om alle apps weer te
geven die momenteel zijn geïnstalleerd.
1
Als u met de rechtermuisknop op de app klikt die u wilt
toevoegen, wordt onder aan het scherm het bijbehorende
menu geactiveerd.
2
Klik op Aan Start vastmaken of Van Start losmaken
.
Voorbeeld) Wanneer u een app uit het Startscherm
verwijdert
1
2
40
41
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
De Windows Store gebruiken
Als u de App Store uitvoert in het Startscherm, worden de apps in
de Windows Store weergegeven.
U hebt echter een Microsoft-account nodig om apps in de
Windows Store te kunnen kopen.
Ga door nadat u uw Microsoft-account in de Charms hebt
geregistreerd.
Uw Microsoft-account congureren
Met een Microsoft-account kunt u online uw instellingen
synchroniseren met andere apparaten waarop Windows 8 wordt
uitgevoerd, zodat u bestanden of instellingen kunt delen.
U moet een Microsoft-account registreren om apps via de Store te
kunnen downloaden of kopen.
1
Open het menu Charms en klik op Instellingen > Pc-
instellingen wijzigen.
2
Klik op Gebruiker > Uw account > Overschakelen naar een
Microsoft-account.
3
Registreer uw account via de volgende relevante procedures.
1
2
Apps gebruiken
42
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Windows-sneltoetsfuncties
U kunt de volgende handige sneltoetsen in Windows 8 gebruiken.
Functie Sneltoetsen Functiebeschrijving
Het Startscherm
weergeven
Windows-toets
Hiermee schakelt u
naar de startmodus.
Het bureaublad
weergeven
Windows-toets
+ D
Hiermee schakelt
u naar de
bureaubladmodus.
Het menu Charms
openen
Windows-toets
+ C
Hiermee activeert u
de charms.
Het scherm
vergrendelen
Windows-toets
+ L
Hiermee vergrendelt
u het scherm.
Het Ease of Access Center
(Toegankelijkheidscentrum)
openen
Windows-toets
+ U
Hiermee opent
u de configuratie-
instellingen voor het
Ease of Access Center
(Toegankelijkheidscentrum).
De instellingen voor
het tweede scherm
openen
Windows-toets
+ P
Hiermee opent u
het menu External
Monitor Settings
(Instellingen externe
monitor).
Functie Sneltoetsen Functiebeschrijving
Het hulpprogramma
Advanced
Management
(Geavanceerd beheer)
openen
Windows-toets
+ X
Hiemee opent u het
hulpprogramma
Advanced
Management
(Geavanceerd
beheer).
App afsluiten Alt + F4
Hiermee sluit u de
app die momenteel
wordt uitgevoerd, af.
42
43
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Met een aanraakscherm kunt u uw computer bedienen zonder een toetsenbord of muis nodig te hebben.
In de instructies voor het aanraakscherm worden tevens de functies beschreven die kunnen worden geactiveerd via het aanraakscherm.
Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u beter een toetsenbord en muis gebruiken.
Zorg ervoor dat u het aanraakscherm bedient met uw vinger. Als u uw aanraakscherm met een hard voorwerp bedient, werkt het
niet.
Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoen, zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren.
Een aanraakscherm gebruiken
Deze functie wordt ondersteund door aanraakschermmodellen met Windows 8 en werkt voor bepaalde toepassingen.
Houd er bovendien rekening mee dat het van de toepassing afhankelijk is welke functies worden ondersteund.
Elementair gebruik van het aanraakscherm
De interface van het aanraakscherm wordt ondersteund in Windows 8.
U kunt op eenvoudige wijze ontdekken hoe u probleemloos het aanraakscherm kunt gebruiken.
44
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Aanraking Functiebeschrijving
Slepen vanaf de rechterrand naar het
midden
Hiermee wordt het menu Charms weergegeven dat verborgen is aan
de rechterkant van het scherm.
Slepen vanaf de linkerrand naar het
midden
Hiermee wordt de als laatste uitgevoerde app weergegeven.
Slepen vanaf de benedenrand
omhoog of vanaf de bovenrand
omlaag
Hiermee worden de opties voor de huidige actieve toepassing
weergegeven.
Licht aanraken
(klikken)
Druk zachtjes met uw vinger om een optie te selecteren.
(Als u zachtjes een speciek menu of toepassingspictogram of een
specieke optie aanraakt op het scherm, wordt de bijbehorende
functie geactiveerd.)
Tweemaal aanraken
(dubbelklikken)
Druk zachtjes tweemaal met uw vinger om een optie te selecteren.
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
44
45
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Aanraking Functiebeschrijving
Aanraken en slepen
Hiermee wordt het geselecteerde doel verplaatst of gaat u naar de
volgende pagina.
U kunt een afbeelding tekenen of enkele letters schrijven met deze
bewerking.
Draaien met meer dan 2 vingers Hiermee draait u het geselecteerde doel.
2 vingers uitspreiden of naar elkaar
toe bewegen
Hiermee zoomt u in of uit op het doel.
Aanraken en enige tijd vasthouden
(met de rechtermuisknop klikken)
Hiermee beschikt u over dezelfde functie als bij met de
rechtermuisknop klikken.
Hiermee worden de extra opties weergegeven die kunnen worden
ingesteld voor het geselecteerd doel of wordt meer gedetailleerde
informatie verstrekt.
Met 2 vingers aanraken en omhoog/
omlaag of naar links/rechts slepen
(bladeren)
Hiermee gaat u omhoog/omlaag of naar links/rechts. Biedt dezelfde
functie als scrollen met de muis.
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
46
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Het scherm kalibreren
Als u het aanraakscherm voor het eerst gebruikt of als de
aanwijzer niet precies overeenkomt met het aangeraakte punt en
de nauwkeurigheid is verminderd, kalibreert u het scherm.
De schermkalibratie kan afwijken, afhankelijk van het
besturingssysteem. Mogelijk wordt het niet ondersteund door
sommige besturingssystemen.
1
Druk op het bureaublad op menu Charms > Instellingen
> Conguratiescherm > Instellingen voor Tablet PC >
Kalibratie. Druk vervolgens op OK.
2
Wanneer het venster Kalibreren wordt weergegeven, drukt
u op het plusteken (+) door de instructies op het scherm te
volgen.
3
De invoerlocatie van uw aanraakscherm wordt gekalibreerd.
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
46
47
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Tekens invoeren
U kunt tekens invoeren via het toetsenbord en het invoerscherm
van de Tablet PC.
Het invoeren van tekens kan variëren, afhankelijk van het
besturingssysteem, en wordt door bepaalde besturingssystemen
mogelijk niet ondersteund.
Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u
beter het toetsenbord gebruiken.
Het invoeren van tekens wordt uitgelegd aan de hand van een
voorbeeld met Kladblok.
Het invoerscherm van de Tablet PC gebruiken
Het invoerscherm van de Tablet PC is een schermtoetsenbord
dat beschikbaar wordt gesteld door Windows.
Volg de beschrijvingen en afbeeldingen over het gebruik van het
Schermtoetsenbord en de handschriftmodus.
1
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
willekeurig gebied en kies Alle Apps
in de rechter
benedenhoek. Klik vervolgens op Kladblok.
2
Plaats uw hand op het scherm van Kladblok om de cursor
weer te geven.
3
Druk op het bureaublad op de aan de rechterkant van
de taakbalk om het invoerscherm van de Tablet PC weer te
geven.
Schermtoetsenbord
Schermtoetsenbord
(geeft het numerieke toetsenblok
in het midden weer.)
Handschriftmodus
[Invoermodus]
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
48
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Tekens invoeren via het schermtoetsenbord
Het schermtoetsenbord heeft de standaardtoetsenbordindeling
die u in staat stelt om toetsen te selecteren om tekens in te
voeren.
1
Druk op het pictogram van het schermtoetsenbord op
het invoerscherm van de Tablet PC.
2
Druk op de toetsen om uw tekens in te voeren.
Tekens invoeren in de handschriftmodus
U kunt tekens invoeren door deze te schrijven op het
invoerscherm voor de handschriftmodus op het aanraakscherm.
1
Druk op het pictogram van de handschriftmodus op
het invoerscherm van de Tablet PC.
2
Schrijf tekens in het invoervak van het invoerscherm voor
de handschriftmodus op het aanraakscherm.
3
Druk op de knop Invoegen om tekens in te voeren.
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
48
49
Hoofdstuk 2
Windows 8 gebruiken
Opmerking bij het gebruik van het aanraakscherm
Als u het aanraakscherm gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
uw handen schoon en droog blijven.
In vochtige omgevingen droogt u uw handen en het oppervlak
van het aanraakscherm af voordat u het aanraakscherm
gebruikt.
Spuit niet rechtstreeks reiniger voor LCD-schermen op het
aanraakscherm. De reiniger kan door de onderkant van
het aanraakscherm sijpelen. Als u een reiniger voor LCD-
schermen gebruikt, spuit u deze op een doek waarmee u het
aanraakscherm vervolgens reinigt.
(Als u een schurende reiniger of doek gebruikt, kan uw
aanraakscherm beschadigd raken.)
Stel het scherm niet bloot aan zware schokken of trillingen
en druk niet een scherp voorwerp, zoals een balpen, op het
scherm.
Dit kan ertoe leiden dat het aanraakscherm beschadigd raakt.
Als uw vinger het scherm slechts licht aanraakt, wordt de
aanraking mogelijk niet herkend.
Als u het aanraakscherm aanraakt, moet u precies op het
gewenste item drukken met uw vinger en ervoor zorgen dat u
geen andere items aanraakt.
De sensoren van het aanraakscherm zijn gnstalleerd langs de
randen van het aanraakscherm.
Als u beschermingsmateriaal of accessoires installeert, moet u
voorzichtig zijn dat u de randen van het aanraakscherm niet
afdekt.
Zorg ervoor dat u de randen van het aanraakscherm niet
beschadigt.
Als de randen van het aanraakscherm worden beschadigd,
werkt het aanraakscherm mogelijk niet goed meer.
Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoen,
zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren. Gebruik
uw aanraakscherm pas nadat u alle vuil of vloeistoen hebt
verwijderd.
Als u uw aanraakscherm bedient met een hard voorwerp, zoals
een spijker of pen, werkt het niet.
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Toetsenbord 51
Aanraakvlak 54
Cd-station (ODD, optioneel) 58
Multicardsleuf (optioneel) 60
Een extern weergaveapparaat aansluiten 63
Het volume instellen 69
Helderheidsinstelling LCD-scherm 71
Bedraad netwerk 72
Draadloos netwerk (optioneel) 76
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel) 78
De multimedia-app gebruiken (optioneel) 88
Samsung Software Update 92
Een diagnose van de status van de computer
maken en problemen oplossen 93
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
51
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Toetsenbord
Sneltoetsfuncties en -procedures worden in de volgende gedeelten behandeld.
Het toetsenbord in de afbeelding kan afwijken van het werkelijke toetsenbord.
Het toetsenbord kan afwijken, afhankelijk van uw land. Hieronder worden voornamelijk de sneltoetsen beschreven.
Sneltoetsen
Druk de Fn-toets en de sneltoets gelijktijdig in.
U kunt ook op de toets Fn Lock drukken en op een sneltoets om de functies van de sneltoetsen gemakkelijker te kunnen gebruiken.
Methode 1
+
Sneltoetsen
Methode 2
1
2
Sneltoetsen
52
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Toetsenbord
Sneltoetsen Naam Functie
Settings Het Samsung-programma voor het beheren van de software, Settings, wordt gestart.
Helderheid instellen Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
CRT/LCD
Schakelen tussen weergave van het beeld op het LCD-scherm of het externe
beeldscherm, als een externe monitor (of TV) is aangesloten op de computer.
Aanraakvlak
De werking van het aanraakvlak in- en uitschakelen.
Als u een externe muis gebruikt, kunt u de werking van het aanraakvlak uitschakelen.
Dempen Druk op deze knop om het geluid in of uit te schakelen.
Volumeregeling Het volume instellen.
Stille modus
Reduceert het geluid van de ventilator, zodat de gebruiker de computer kan
gebruiken zonder hinderlijke geluiden.
Vliegtuigmodus
Hiermee worden alle draadloze netwerkapparaten in- of uitgeschakeld.
(Alleen voor modellen met een draadloos netwerkapparaat.)
52
53
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Toetsenbord
Overige functietoetsen (optioneel)
Functie van de rechtermuisknop (aanraakvlak).
+
Wanneer de functie Fn Lock is ingeschakeld, kunt u de
sneltoetsfuncties gebruiken zonder dat u de toets Fn hoeft in
te drukken.
Als de functie Fn Lock is ingeschakeld (On) : U kunt
de sneltoetsfuncties gebruiken zonder op de toets Fn te
drukken.
Als de functie Fn Lock is uitgeschakeld (O) : U kunt een
sneltoetsfunctie gebruiken door tegelijkertijd op de toets
Fn + de sneltoets te drukken.
Als de sneltoetsen niet naar behoren werken, moet u
Settings installeren.
54
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Aanraakvlak
Her aanraakvlak biedt dezelfde functionaliteit als de muis.
De linker- en rechterknop van het aanraakvlak vervullen dezelfde
rol als de linker- en rechtermuisknop.
Raak het aanraakvlak alleen met uw vingers aan. Andere
voorwerpen dan uw vingers, zoals een balpen, worden
niet door het aanraakvlak herkend.
Als u het aanraakvlak aanraakt of de knoppen van het
aanraakvlak indrukt tijdens het opstarten van de computer,
kan het opstarten van Windows meer tijd in beslag nemen.
Basisfuncties van het aanraakvlak
De cursor over het scherm verplaatsen
Wrijf uw vinger lichtjes over het aanraakvlak.
De muisaanwijzer volgt de beweging van uw vinger. Schuif uw
vinger in de richting waarin u de cursor wilt verplaatsen.
Klikken
Plaats uw vinger op het aanraakvlak en klik één keer op een item.
U kunt ook één keer snel op de linkerknop drukken.
Tik
Klik
of
Dubbelklikken
Plaats uw vinger op het aanraakvlak en tik tweemaal kort achter
elkaar op het vlak terwijl de cursor op het gewenste object staat.
U kunt ook tweemaal kort achter elkaar op de linkerknop van het
aanraakvlak drukken.
KlikKlik
TikTik
of
54
55
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Rechtsklikken
De rechterknop van het aanraakvlak correspondeert met de
rechtermuisknop. Druk eenmaal op de rechterknop van het
aanraakvlak. Het corresponderende pop-upmenu wordt geopend.
Klik
Slepen
Slepen is het verplaatsen van een object nadat u het hebt
geselecteerd.
Zet de cursor op het object dat u wilt verslepen en druk de
linkerknop van het aanraakvlak in. Houd de rechterknop ingedrukt
en sleep het object naar de gewenste plaats door uw vinger over
het aanraakvlak te schuiven.
De linkerknop van het
aanraakvlak ingedrukt
houden
Verplaatsen
De speciale functies van het aanraakvlak (optioneel)
De speciale aanraakfuncties zijn mogelijk niet beschikbaar
en de versie of functies kunnen afwijken afhankelijk van
het model. Sommige gebruiksprocedures kunnen afwijken,
afhankelijk van de versie.
Raadpleeg voor gedetailleerde instructies de
beschrijvingen in het venster met instellingen voor het
aanraakvlak.
De speciale functies van het aanraakvlak congureren
Sommige gebarenfuncties zijn mogelijk niet gecongureerd.
In dat geval kunt u deze congureren via het volgende pad.
1
Op het bureaublad klikt u op het menu Charms >
Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm >
Hardware en
geluiden > Touchpad
.
2
Wanneer de instellingen voor het aanraakvlak worden
weergegeven, klikt u op het bijbehorende items in de
instelling Selecteer een item om te congureren om het
selectievakje te selecteren voor het desbetreende item.
Als u de gebarenfunctie ongedaan door het selectievakje
voor het desbetreende item uit te schakelen in het venster
voor de aanraakvlakinstellingen.
Aanraakvlak
56
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Scrollen
Deze functie werkt hetzelfde als de scrollstrook van het
aanraakvlak.
Plaats twee vingers op het aanraakvlak en beweeg ze omhoog,
omlaag, naar links of naar rechts om omhoog, omlaag, naar links
of naar rechts te scrollen.
of
In- en uitzoomen van beeld en tekst
Als u twee vingers op het aanraakvlak zet en deze naar elkaar of
van elkaar weg schuift, wordt in- of uitgezoomd op het beeld of
de tekst.
Uitzoomen
Inzoomen
of
Functie voor het activeren van het menu Charms
Als u uw vinger op de rechterrand van uw touchpad plaatst
en uw vinger naar het midden sleept, wordt het menu Charms
weergegeven.
Aanvullende Menu’s van een momenteel actieve
applicatie weergeven
Als u uw vinger op de bovenrand van uw touchpad plaatst en de
vinger naar het midden sleept, wordt er een menu weergegeven
met de apps die op dat moment worden uitgevoerd.
Aanraakvlak
56
57
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Functie Laatst uitgevoerde venster openen
Plaats uw vinger op de linkerrand van uw touchpad en sleep uw
vinger naar het midden om een eerder gebruikt programma te
openen.
Aanraakvlak aan/uit
Vergrendelen met sneltoetsen
Als u een muis gebruikt, kunt u desgewenst het aanraakvlak
uitschakelen.
U kunt het aanraakvlak vergrendelen met de toetsencombinatie
+ .
U kunt het touchpad en de knoppen van het touchpad
instellen op de tabbladen die verschijnen wanneer u
achtereenvolgens op het menu Charms > Instellingen >
Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Touchpad
klikt.
Automatisch vergrendelen wanneer er een USB-muis
wordt aangesloten
Als een externe USB-aanwijsapparaat wordt aangesloten
in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm > Hardware en Geluiden > Muis >
Aanraakvlak, schakelt u Uitgeschakeld in de aanraakvlakfunctie
uit te schakelen wanneer de USB-muis wordt aangesloten.
Niet alle modellen zijn voorzien van deze automatische
vergrendelfunctie.
Aanraakvlak
58
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als uw computer geen cd-station heeft, kunt u een extern cd-
station kopen.
Plaats geen disc met barsten of krassen in het station.
De disc zou kunnen breken en het optische station
beschadigen wanneer dat deze op hoge snelheid wordt
rondgedraaid.
Reinig een cd of dvd door deze met een zachte doek van
binnen naar buiten schoon te wrijven.
Plaats een mini-cd in het midden van het cd-station.
De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
Het gebruik van een cd die niet rond van vorm is wordt
niet aanbevolen.
met extern cd-station (afzonderlijk verkrijgbaar)
Sluit het cd-rom-station aan op de USB-poort.
USB-poort
Cd-station
(ODD, optioneel)
58
59
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
1
Druk op de uitwerptoets van het cd-rom-station.
Statusindicator
Uitwerptoets
Noodopening
2
Druk de cd of dvd op de geopende lade totdat deze vastklikt.
3
Duw de lade dicht totdat deze vastklikt.
Het statuslampje van het schijfstation gaat branden.
De lees- en schijfsnelheid van het cd-station kan variëren,
afhankelijk van de conditie en het type van de media.
Als het schijfstation niet werkt of de computer is
uitgeschakeld, kunt u een disc uitnemen door het uiteinde
van een paperclip (
) in de noodopening te steken
totdat de lade wordt uitgeworpen.
Cd-station
(ODD, optioneel)
60
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Multicardsleuf
(optioneel)
U kunt de multicardsleuf gebruiken om gegevens te lezen van of
te schrijven naar verschillende typen geheugenkaarten.
Als u een geheugenkaart plaatst, moet u ervoor zorgen dat u deze
in de juiste richting plaatst. Als u tegen een onjuist geplaatste
geheugenkaart drukt, kan de kaart zelf of de sleuf beschadigd
raken.
U kunt geheugenkaarten gebruiken als verwisselbare schijf
voor gegevensuitwisseling met digitale apparaten, zoals
een digitale fotocamera, enzovoort.
Schaf geheugenkaart met de gewenste capaciteit apart
aan.
De kleur van de multicardsleuf kan afwijken van de kleur in
de afbeelding in deze handleiding.
Voordat u de sleuf gebruikt, moet u de dummykaart
uit de sleuf verwijderen. (Alleen voor modellen waarbij
dummykaarten worden verstrekt.)
Plaats de geheugenkaart in de op de sleuf afgedrukte
richting in de multicardsleuf.
Bij geheugenkaarten die zijn gemarkeerd met ‘*’ moet u
eerst een opgegeven adapter installeren en daarna de
adapter in de multicardsleuf plaatsen.
Als u dergelijke geheugenkaarten rechtstreeks in de
multicardsleuf steekt zonder gebruik te maken van een
opgegeven adapter kan de computer beschadigd raken.
De computer herkent het apparaat mogelijk niet
afhankelijk van de status van de opgegeven adapter.
De kaart gebruiken
1
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting in de
multicardsleuf.
Sleuf voor Micro SD / SD,
*micro SD (T-Flash), *micro SDHC,
*micro SDXC, *micro SDXC UHS-I,
SD, *mini SD, SDHC, *mini SDHC,
SDHC UHS-I, SDXC, SDXC UHS-I
60
61
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Multicardsleuf
(optioneel)
Naamgeving geheugenkaart
In de volgende tabel worden de volledige namen van
geheugenkaarten weergegeven voor elke afkorting.
Afkorting Naam geheugenkaart
SD Secure Digital
*mini SD mini Secure Digital
*micro SD micro Secure Digital
SDHC Secure Digital High Capacity
*mini SDHC mini Secure Digital High Capacity
*micro SDHC micro Secure Digital High Capacity
SDHC UHS-I Secure Digital High Capacity Ultra High
Speed Phase I
SDXC Secure Digital eXtended Capacity
*micro SDXC micro Secure Digital eXtended Capacity
SDXC UHS-I Secure Digital eXtended Capacity Ultra
High Speed Phase I
*micro SDXC UHS-I micro Secure Digital eXtended Capacity
Ultra High Speed Phase I
2
Het volgende bericht wordt rechts bovenin weergegeven:
Klik om de map te openen en klik op Bestanden weergeven.
Als een venster wordt weergegeven waarin u op een
probleem wordt gewezen, klikt u op het bijbehorende
venster > Doorgaan zonder scannen. U kunt het volgende
proces uitvoeren dat in nr. 3 wordt beschreven.
3
Windows Verkenner wordt op het bureaublad uitgevoerd.
U kunt gegevens opslaan, verplaatsen en verwijderen op het
corresponderende station.
Een geheugenkaart verwijderen
Verwijder de kaart als volgt, afhankelijk van het model.
Druk de kaart naar binnen om deze uit te werpen. Pak vervolgens
het uiteinde van de kaart beet en trek deze naar buiten.
U kunt ook simpelweg het uiteinde van de kaart vastpakken en de
kaart verwijderen.
62
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Multicardsleuf
(optioneel)
Een geheugenkaart formatteren
Voordat u de geheugenkaart voor het eerst gebruikt, moet u deze
formatteren.
Tijdens het formatteren worden alle op de kaart aanwezige
gegevens gewist. Als de kaart gegevens bevat, maak dan
hiervan een back-up voordat u de kaart formatteert.
1
Klik op het pictogram Windows Verkenner in de
taakbalk op het bureaublad.
2
Rechtsklik op het kaartstation met het aanraakvlak en kies
Formatteren.
3
Klik op Start om het formatteren te starten.
Als u een geheugenkaart wilt delen met een digitaal
apparaat, zoals een digitale camera, wordt aanbevolen
de geheugenkaart te formatteren in het digitale
apparaat voordat u de kaart gaat gebruiken. Als u een
geheugenkaart formatteert op de computer en vervolgens
in het digitale apparaat plaatst, moet u de geheugenkaart
mogelijk opnieuw formatteren in het digitale apparaat.
Als er een apparaat voor schrijfbeveiliging is opgenomen
op de geheugenkaart en het apparaat is vergrendeld, kunt
u de kaart niet formatteren, er geen gegevens naartoe
schrijven en er geen gegevens van verwijderen.
Herhaaldelijk insteken en verwijderen van een
geheugenkaart kan leiden tot beschadiging van de
geheugenkaart.
De SD-sleuf biedt geen ondersteuning voor (Secure Digital
Input Output).
U kunt geen gegevens met copyrightbeveiliging lezen of
wegschrijven.
62
63
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een extern weergaveapparaat aansluiten
Als u een extern weergaveapparaat aansluit, zoals een monitor, tv,
projector, enzovoort, kunt u de afbeelding op het bredere scherm
van het externe apparaat weergeven wanneer u een presentatie
geeft of video bekijkt.
De computer beschikt voer een analoge monitorpoort (D-SUB) en
een digitale video/audio-poort (HDMI).
De visuele kwaliteit is scherper wanneer een weergaveapparaat
wordt verbonden via een HDMI-poort in plaats van een analoge
monitorpoort (D-SUB). Wanneer er meerdere poorten worden
ondersteund, kunt u daarom het beste de poort gebruiken die de
beste visuele kwaliteit levert.
Voordat u start, controleert u de poort en kabel van het
externe weergaveapparaat en sluit u het apparaat aan op de
computer.
.
Over de verbindingskabel
Gebruikers moeten zelf de benodigde verbindingskabels
aanschaen.
D-SUB-kabel
HDMI-kabel
Aansluiten op de monitorpoort (optioneel)
U kunt op de monitorpoort een monitor, tv of projector op de
computer aansluiten en de beelden weergeven op een breder
scherm.
U kunt betere presentaties geven door de computer aan te sluiten
op een projector.
De VGA-adapter is optioneel en moet afzonderlijk worden
aangeschaft.
64
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
1
Sluit de VGA-adapter aan op de monitorpoort van de
computer. Gebruik de monitorkabel (15-pins) om de RGB-
poort van de computer aan te sluiten op de monitor of tv.
Externe
monitor
Tv:
Projector
x
z
VGA-
adapter
2
Steek de voedingskabel van de aangesloten monitor, tv of
projector in het stopcontact en schakel het apparaat in.
Wijzig uw tv naar de modus voor extern apparaat wanneer u
verbinding maakt met de tv.
3
Druk eenmaal op de toets + om een venster weer te
geven waarin u de monitormodus kunt selecteren. Selecteer
een modus.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Alleen
De inhoud wordt alleen weergegeven op de pc-
monitor (huidig apparaat).
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Dupliceren
De inhoud van het huidig apparaat wordt ook
weergegeven op het externe apparaat.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Uitbreiden
Het scherm van het huidige apparaat wordt
uitgebreid naar het externe apparaat.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Alleen tweede scherm
De inhoud wordt alleen weergegeven op het
scherm van het externe apparaat.
Twee monitoren instellen:
Open in het Conguratiescherm de Weergave-instellingen,
selecteer Monitor 2 en schakel vervolgens het selectievakje
Het bureaublad naar dit beeldscherm uitbreiden in voor
twee monitoren. Zie de online Help van Windows voor meer
informatie.
Een extern weergaveapparaat aansluiten
64
65
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Aansluiten via de HDMI-poort (optioneel)
Door de computer via een HDMI-poort aan te sluiten op een
computer, geniet u van zowel een hoge beeldkwaliteit als een
hoge geluidskwaliteit.
Nadat u de tv via HDMI hebt aangesloten, moet u het beeld en
het geluid congureren.
1
Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de tv.
Externe
monitor
Tv:
Projector
Een tv-scherm wordt alleen ondersteund op modellen met
een tv-uitgang (HDMI).
Als de tv is voorzien van meer dan één HDMI-poort, sluit u
de computer aan op de poort DVI IN.
Als u de computer aansluit op een tv, moet u de externe
ingang van de tv in de modus HDMI zetten.
2
Druk eenmaal op de toets + om een venster weer te
geven waarin u de monitormodus kunt selecteren. Selecteer
een modus.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Alleen
De inhoud wordt alleen weergegeven op de pc-
monitor (huidig apparaat).
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Dupliceren
De inhoud van het huidig apparaat wordt ook
weergegeven op het externe apparaat.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Uitbreiden
Het scherm van het huidige apparaat wordt
uitgebreid naar het externe apparaat.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Alleen tweede scherm
De inhoud wordt alleen weergegeven op het
scherm van het externe apparaat.
Weergave van het DOS-opdrachtpromptvenster op de
externe monitor/ tv wordt niet ondersteund.
Gelijktijdige weergave op alle drie (LCD + CRT + HDMI)
wordt niet ondersteund.
Een extern weergaveapparaat aansluiten
66
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Eectief gebruikmaken van AMD Graphics
(optioneel)
PowerXpress is een switchable graphics-technologie waarmee
u of de interne of de externe grasche chipset inschakelt om
de levensduur van de accu te verlengen zonder afname van de
grasche prestaties.
Deze technologie maakt standaard gebruik van de interne
grasche chipset om de consumptie van het accuvermogen
te verminderen, en schakelt naar de externe grasche chipset
wanneer de gebruiker bepaalde functies van een programma
gebruikt die hogere grasche prestaties vereisen, zoals een game
of het afspelen van een video.
Deze beschrijving is uitsluitend voor Windows 8 en de
modellen waarop AMD PowerXpress-technologie is
toegepast.
Als Windows XP is geïnstalleerd, kunt u alleen de interne
grasche chipset gebruiken.
Programmas voor grasche PowerXpress-technologie
Als u bepaalde functies van een programma met de externe
grasche chipset wilt uitvoeren, moet u het programma
registreren.
Bepaalde programmas zijn al geregistreerd. Als u meer
programmas wilt registreren, voert u de volgende stappen uit.
Niet-geregistreerde programmas worden uitgevoerd met
gebruik van de interne grasche chipset.
U kunt alleen uitvoerbare bestanden (EXE) registreren.
1
Klik met de rechtermuisknop op het Bureaublad en selecteer
in het pop-upmenu Verwisselbare afbeeldingen congureren.
2
Klik op de knop Bladeren, registreer de software en klik op
de knop Toepassen.
z
x
3
Van nu af aan worden sommige van de functies van het
geregistreerde programma die hoge grasche prestaties
vereisen, zonder aanvullende conguratie uitgevoerd met de
externe grasche chipset.
Een extern weergaveapparaat aansluiten
66
67
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Grasche kaart van NVIDIA eciënter gebruiken
(optioneel)
NVIDIA Optimus is een functie waarmee u automatisch
de interne en externe grasche chipsets kunt selecteren en
gebruiken, afhankelijk van de software die op dat moment wordt
uitgevoerd.
De interne grasche chipset kan bijvoorbeeld worden gebruikt als
u op internet surft of als u tekst verwerkt om het energieverbruik
van de batterij te minimaliseren en de high-performance externe
grasche chipset kan worden gebruikt voor het spelen van games
of het afspelen van video voor een levensechtere ervaring.
Het model NVIDIA Optimus ondersteunt uitsluitend
Windows 8.
Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen die de
NVIDIA Optimus-technologie ondersteunen.
Programmas registreren die moeten worden
uitgevoerd door de externe grasche chipset
Als u een programma wilt uitvoeren met de externe grasche
chipset, moet u het programma registreren in het NVIDIA-
conguratiescherm.
Bepaalde programmas zijn al geregistreerd. Als u meer
programmas wilt registreren (bijvoorbeeld 3D-games, enz.), voert
u de volgende stappen uit.
1
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer
NVIDIA-conguratiescherm.
2
Selecteer in het linkerdeelvenster 3D-instellingen > 3D-
instellingen beheren en selecteer het tabblad Programma-
instellingen.
3
In het veld Selecteer een aan te passen programma (S)
klikt u op de knop Toevoegen om de software te registreren.
U kunt alleen uitvoerbare bestanden (EXE) registreren.
Een extern weergaveapparaat aansluiten
68
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een extern weergaveapparaat aansluiten
4
In het veld Selecteer de voorkeur grasche processor voor
dit programma (O) selecteert u select High-performance
NVIDIA processor en klikt u op de knop Toevoegen.
x
x
c
v
v
5
Het programma is geregistreerd.
Wanneer u het geregistreerde programma uitvoert, wordt
het uitgevoerd door middel van de externe grasche chipset,
zonder dat aanvullende conguratie nodig is.
68
69
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt het volume instellen met behulp van het toetsenbord en
met het programma Volumeregeling.
Het volume instellen met behulp van het
toetsenbord
+ of
+
Druk op de toetsencombinatie + om het volume
in of uit te schakelen.
Het volume regelen met het programma
Volumeregeling
Klik op het menu Charms > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
>
om de
controlebalk bij te stellen.
Dempen
Werken met de geluidsrecorder
De procedures voor het opnemen van geluid met Geluidsrecorder
worden hieronder beschreven.
1
Sluit een microfoon aan op de microfoonaansluiting.
U kunt ook de interne MIC gebruiken.
2
Rechtsklik op het pictogram Volume op de taakbalk en
kies Opnameapparaat.
3
Controleer of de microfoon is ingesteld als het standaard
opnameapparaat.
Als dit het geval is, is het al ingesteld als standaardapparaat.
Zo niet, rechtsklik op de microfoon en selecteer Als
standaard instellen.
4
Klik rechts op het menu Charms > Start
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
om te klikken
op Alle Apps
> Geluidsrecorder. Druk dan op Opname
starten om op te nemen.
Het volume instellen
70
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
SoundAlive gebruiken (optioneel)
Met de functie SoundAlive kunt u genieten van een rijker
stereogeluid via uw stereoluidsprekers.
SoundAlive wordt alleen ondersteund in Windows 8.
De leverancier van de software kan afhankelijk van het
model computer variëren.
Daarnaast kunnen sommige afbeeldingen afwijken van het
werkelijke product, afhankelijk van het computermodel en
de softwareversie.
1
Klik rechts op Volume op de taakbalk op het bureaublad
en klik op Afspeelapparaten.
(U kunt ook op het menu Charms klikken op het
bureaublad > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm >
Hardware en Geluid > Geluid.)
2
Klik met de rechtermuisknop op Speakers en selecteer
Eigenschappen.
3
Selecteer het tabblad SoundAlive en selecteer een van de
modi.
Het volume instellen
70
71
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Helderheidsinstelling LCD-scherm
De helderheid van het scherm wordt automatisch ingesteld
op het hoogste niveau wanneer de computer op netstroom
is aangesloten en de helderheid wordt automatisch gedimd
wanneer de computer op de accu loopt, zodat deze minder
snel leeg raakt.
De helderheid instellen met het toetsenbord
1
Klik op het menu Charms > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Helderheid
.
2
Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid.
Batterijverbruik besparen
Vermindert de helderheid van de LCD wanneer
de computer op de oplaadbare batterij draait om
batterijverbruik te besparen.
Principe slechte LCD-pixels van laptop
Beschrijving: Samsung houdt zich aan de specicaties
van strikte kwaliteit en betrouwbaarheid van LCD. Het is
desondanks onvermijdelijk dat er een kans op een klein
aantal slechte pixels is. Een groot aantal slechte pixels kan
weergaveproblemen veroorzaken, maar een klein aantal
slechte pixels heeft geen invloed op de prestaties van de
computer.
Daarom gelden bij Samsung de volgende principes:
- Heldere dot: 2 of minder
- Zwarte dot: 4 of minder
- Combinatie van helder en donker: 4 of minder
Aanwijzingen voor het reinigen van de LCD
Reinig het LCD-scherm met een zachte doek, licht bevochtigd
met een reinigingsmiddel voor computer, bewegend in één
richting.
Overmatige druk op het LCD-scherm tijdens het reinigen
ervan kan het LCD-scherm beschadigen.
72
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Bedraad netwerk
Een bedraad netwerk (LAN) is een netwerkomgeving zoals wordt
gebruikt voor een bedrijfsnetwerk en voor een breedband
internetverbinding thuis.
Deze beschrijvingen zijn geschreven op basis van het
nieuwste besturingssysteem, Windows 8, en daardoor
kunnen bepaalde zaken en afbeeldingen verschillen van
het besturingssysteem dat u gebruikt. Aangezien de
procedures voor andere Windows-besturingssystemen
overeenkomen, gebruikt u de computer volgens deze
beschrijvingen.
De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
Verbinding met bedraad LAN
1
Sluit de LAN-kabel aan op de bedrade LAN-poort.
2
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm > Netwerk en internet >
Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
3
Selecteer Ethernet en klik op de rechterknop van het
touchpad en selecteer Eigenschappen.
72
73
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De naam van het LAN-apparaat kan afwijken, afhankelijk van
het netwerkapparaat van uw computer.
4
Selecteer Internet Protocol versie 4(TCP/IPv4) in de lijst
met netwerkcomponenten en klik op Eigenschappen.
De naam van de netwerkcomponent kan afwijken,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
Als u een netwerkcomponent wilt toevoegen, klikt u in
het scherm in de bovenstaande afbeelding op Install
(Installeren). U kunt clients, services en protocollen
toevoegen.
5
Congureer de IP-instellingen.
Wanneer u DHCP gebruikt, selecteert u Automatisch een
IP-adres laten toewijzen. Als u een statisch IP-adres wilt
gebruiken, selecteert u Het volgende IP-adres gebruiken
en stelt u het IP-adres handmatig in.
Als DHCP niet wordt gebruikt, moet u contact opnemen met
de netwerkbeheerder voor het IP-adres.
6
Wanneer u de instellingen hebt voltooid, klikt u op de knop
OK. Uw netwerkinstellingen zijn voltooid.
Bedraad netwerk
74
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Bedraad netwerk
De WOL-functie (Wake On LAN) gebruiken
<Wake On LAN> is een functie die het systeem uit de slaapstand
haalt wanneer een signaal (bijvoorbeeld een ping of magic packet
opdracht) aankomt via het bekabelde netwerk (LAN).
1
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm > Netwerk en internet >
Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
2
Klik met de rechtermuisknop op de lokale netwerkverbinding
en klik op Eigenschappen.
3
Klik op Congureren > Energiebeheer. Dit apparaat mag
de computer uit slaapstand halen en klik op OK. Start het
systeem opnieuw op.
- Als het systeem uit de slaapstand wordt gehaald terwijl
geen signaal wordt ontvangen, moet u de functie <Wake
On LAN> uitschakelen.
- Het LAN LED (LAN-lampje) gaat mogelijk niet uit als het
systeem wordt afgesloten zonder de WOL-optie <Wake On
LAN> uit te schakelen.
-
Als u een bekabeld netwerk aansluit terwijl u een draadloos
netwerk gebruikt, kan het zijn dat de functie <Wake On
LAN> niet wordt geactiveerd. Stel het draadloze netwerk
in op Uitgeschakeld als u de functie <Wake On LAN> wilt
gebruiken.
- De functie <Wake On LAN> (Wake On LAN) werkt mogelijk
niet wanneer u de hybride energiebesparingsfunctie
gebruikt. De hybride slaapstand kan worden
uitgeschakeld Power Options (Energiebeheer) in het
Conguratiescherm.
In Windows 8 wordt Wake On LAN niet ondersteund door
Ping.
74
75
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Bedraad netwerk
Als de computer is aangesloten op een 100Mbps/1Gbps
bekabeld netwerk en uit de slaapstand/sluimerstand komt,
meldt deze echter een verbinding met een 10Mbps/100Mbps
bekabeld netwerk. Dit gebeurt omdat het ongeveer 3
seconden duurt voordat de netwerkfunctionaliteit is hersteld
wanneer de computer terugkeert uit de stand stand-by- of
slaapstand. Zodra de netwerkfunctionaliteit is hersteld, werkt
deze met 100Mbps/1Gbps.
Wanneer de batterijvoeding wordt gebruikt en er een LAN-
kabel wordt aangesloten, duurt het soms een paar seconden
voordat er verbinding met internet is. Dit symptoom is gevolg
van de energiebesparingsfunctie om het energieverbruik van
de batterij te reduceren.
Wanneer het systeem op batterijvoeding werkt, wordt de
snelheid van het bekabelde LAN automatisch verlaagd om
het energieverbruik van de batterij te reduceren.
In dat geval werkt een 1Gbps /100Mbps LAN met een
snelheid van 100Mbps/10Mbps.
76
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een draadloze netwerkomgeving (WLAN) is een
netwerkomgeving, thuis of in een klein kantoor, waarbinnen
meerdere computers onderling kunnen communiceren door
middel van draadloze netwerkapparatuur.
De schermafbeelding en terminologie kan afhankelijk van
het model enigszins afwijken.
Het is afhankelijk van het model mogelijk dat bepaalde
functies niet beschikbaar zijn of dat er andere functies
beschikbaar zijn.
De onderstaande beschrijvingen zijn van toepassing op
computermodellen met een draadloze netwerkkaart of
-module. Een draadloze netwerkmodule is optioneel.
De afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van
wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van
uw draadloze netwerkmodule.
Wat is een toegangspunt?
Een toegangspunt, ook wel Access Point of AP genoemd,
is een netwerkapparaat dat een brug vormt tussen het
bekabelde netwerk en het draadloze netwerk en fungeert als
een draadloos schakelpunt binnen een netwerk met kabels.
U kunt meerdere draadloze netwerkapparaten een
verbinding laten maken via één toegangspunt.
Draadloos netwerk
(optioneel)
76
77
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Draadloos netwerk
(optioneel)
Een verbinding maken met een draadloos netwerk
Als er een toegangspunt aanwezig is, kunt u via dat toegangspunt
een verbinding met internet maken via de draadloze
netwerkverbindingsmethode die wordt geboden door Windows.
1
Als u op het menu Charms > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
Netwerkverbindingen
klikt, verschijnt er een lijst met
beschikbare toegangspunten. Als u een toegangspunt
selecteert, wordt de knop Verbinding maken weergegeven.
Lijst met
toegangspunten
2
Klik op Verbinding maken.
Als er een netwerksleutel voor het toegangspunt is ingesteld,
voert u de netwerksleutel in en klikt u op OK.
Vraag uw netwerkbeheerder om de netwerksleutel.
3
Wanneer een AP-aansluiting is voltooid, wordt naast het
bijbehorende AP ‘Verbonden’ weergegeven. U kunt nu het
draadloze netwerk nu gebruiken.
78
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
Een TPM-beveiligingsapparaat (Trusted Platform Module) is een
beveiligingsapparaat dat de persoonlijke informatie en gegevens
van gebruikers beschermt door de gebruikersvericatiegegevens
op te slaan op de TPM-chip die op de computer is geïnstalleerd.
Als u het TPM-beveiligingsapparaat wilt gebruiken, moet u
de TPM-chip via de BIOS-instellingen initialiseren, het TPM-
programma initialiseren en de gebruiker registreren.
Deze functie wordt alleen ondersteund door modellen die
zijn voorzien van TPM (beveiligingschip).
Raadpleeg de online Help van het programma voor meer
informatie.
De programmaversie die in deze handleiding
wordt beschreven, kan worden gewijzigd en de
schermafbeeldingen en termen in de handleiding kunnen
afwijken van de schermafbeeldingen en termen die in uw
versie worden gebruikt.
De TPM instellen
Als u de TPM-functie wilt gebruiken, moet u de volgende
stappen uitvoeren.
1
De TPM-chip initialiseren
De vericatiegegevens die op de TPM-chip zijn opgeslagen,
initialiseren.
2
Het TPM-programma installeren
Hiermee installeert u het TPM-programma.
3
Het TPM-programma registreren
Met deze stap registreert u het TPM-programma registreren.
Zodra u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, kunt u de
TPM-functie gebruiken.
78
79
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
De TPM-chip initialiseren
Wanneer u de TPM-functie voor de eerste keer gebruikt of als
u de gebruiker opnieuw wilt registreren, moet u de TPM-chip
initialiseren.
Wanneer de TPM-chip wordt geïnitialiseerd, worden alle
vericatiegegevens op de TPM-chip gewist. Denk dus goed
na voordat u besluit om te initialiseren.
Als u de TPM-chip opnieuw wilt initialiseren terwijl de
TPM-functie wordt gebruikt, moet u eerst de bestaande
bestanden en mappen die met de TPM-functie zijn
gecodeerd, decoderen. Anders kunt u de bestanden
en mappen niet openen nadat deze opnieuw zijn
geïnitialiseerd.
1
Start de computer opnieuw op. Wanneer het Samsung-logo
verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de toets F2.
2
Als het BIOS-scherm verschijnt, selecteert u Security > TPM
Conguration en drukt u op Enter.
Aptio Setup Utility
SysInfo
Supervisor Password
User Password
HDD Password
Set Supervisor Password
Set User Password
Set HDD Password
Password on Boot
Advanced Security Boot
Clear
Clear
Clear
[Enter]
[Enter]
[Enter]
[Enabled]
TPM Conguration
Exit
3
Selecteer voor TPM Support de optie Enabled en selecteer
voor Change TPM Status de optie Clear.
Aptio Setup Utility
TPM Conguration
TPM Support
Change TPM Status
Security Chip State
Security
[Enabled]
[No Change]
Disabled and Deactivated
No Change
Clear
Enable and Activate
Disable and Deactivate
80
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
4
Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
5
Als het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de
overeenkomstige toets(en) door de instructies op het scherm
te volgen.
6
Wanneer de computer automatisch opnieuw is opgestart
en het Samsung-logo verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de
toets F2.
7
Selecteer Security > TPM Conguration > Change TPM
Status en stel de optie Enable and Activate in.
Aptio Setup Utility
TPM Conguration
TPM Support
Change TPM Status
Security Chip State
Security
[Enabled]
[No Change]
Disabled and Deactivated
No Change
Clear
Enable and Activate
Disable and Deactivate
8
Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
9
Als het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de
overeenkomstige toets(en) door de instructies op het scherm
te volgen.
10
Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
De computer wordt automatisch opnieuw opgestart.
Initialisatie van de TPM-chip is voltooid. Installeer nu het
TPMprogramma en registreer het.
80
81
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-programma installeren
U kunt het TPM-programma als volgt installeren. Installeer het
programma overeenkomstig de onderstaande procedures.
Dit programma wordt alleen geleverd bij modellen met
Recovery en de TPM-functie.
1
Voer Recovery uit en klik op System Software
(Systeemsoftware).
2
Klik op System Software Installation (Systeemsoftware
installeren).
3
Het programma SW Update wordt nu gestart.
Selecteer TPM Host SW (TMP-hostprogramma) en klik op
Install Now (Nu installeren).
Als de systeemsoftwaremedia bij het product is geleverd, kunt
u het programma installeren via de systeemsoftwaremedia
(alleen wanneer deze bij het product is geleverd).
4
Als u na de installatie op OK klikt, wordt de computer
opnieuw opgestart.
Het TPM-programma registreren
1
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
willekeurig gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op Inneon Security Platform Solution
> Security Platform Management > User Settings
(Gebruikersinstellingen). (met beheerdersrechten)
U kunt eventueel ook op het pictogram
op de taakbalk
klikken en de initialisatie met beheerdersrechten uitvoeren.
2
De vericatie-instellingen voor de beveiliging beginnen met
de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie). Zodra de
initialisatiewizard verschijnt, klikt u op Next (Volgende).
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
82
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
Als het bericht status not initialized (status niet
geïnitialiseerd) verschijnt, klikt u op Yes (Ja).
Als u de instructies in de initialisatiewizard volgt om een
back-up van het noodherstelbestand op te slaan naar een
extern apparaat, kunt u het TPM-beveiligingsapparaat veiliger
gebruiken.
3
Selecteer een Security Platform Feature
(Beveiligingsplatformfunctie) en geef het Basic user
password (Basisgebruikerswachtwoord) op.
4
Voltooi de registratie aan de hand van de instructies.
5
De registratie van de gebruiker van het TPM-programma
is voltooid. U kunt bestanden en mappen coderen via het
bestandssysteem voor decoderen en de bestanden en
mappen gebruiken die moeten worden gecodeerd door op
het virtuele station te maken of ze hier naartoe te kopren.
THet virtuele station wordt gemaakt op de volgende locatie.
82
83
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
Het TPM-programma gebruiken
Raadpleeg de online Help van het TPM-programma voor
meer informatie over het gebruik van het programma.
Een bestand (map) coderen
Deze functie stelt u in staat om bestanden en mappen te coderen.
U kunt documenten beveiligen via EFS (Encrypt File System).
De EFS-functie (Encrypt File System) wordt ondersteund door
de volgende besturingssystemen.
Windows XP Professional
Windows Vista Business / Enterprise / Ultimate
Windows 7 Professional / Enterprise / Ultimate
Windows 8 Pro / Enterprise
1
Klik met de rechtermuisknop op de map (bestand) die u
wilt coderen en selecteer in het pop-upmenu Encrypt
(Versleutelen).
2
Als het venster Conrm Attribute Changes window
(Wijzigingen van kenmerken bevestigen) wordt
weergegeven, selecteert u het bereik waarop u de codering
wilt toepassen. Klik vervolgens op OK. (Dit dialoogvenster
wordt alleen weergegeven wanneer de map is gecodeerd.)
Als u Windows 8/7/Vista gebruikt, wordt het venster voor
gebruikersaccountbeheer weergegeven. Klik in dat geval op
Continue (Doorgaan).
3
Als het venster User authentication (Gebruikersvericatie)
wordt weergegeven geeft u het Basic user password
(Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij
het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK.
84
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
4
U zult zien dat de kleur van de naam van de map (het
bestand) in de gecodeerde map is gewijzigd in groen.
Een gecodeerde map (bestand) openen
1
Dubbelklik op de gecodeerde map (bestand).
2
Als het gebruikersvericatievenster wordt weergegeven, geeft
u het Basic user password (Basisgebruikerswachtwoord)
op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker.
Klik vervolgens op OK.
3
De map (bestand) wordt geopend.
Een gecodeerde map (bestand) decoderen
1
Klik met de rechtermuisknop op een gecodeerde map
(bestand) en selecteer in het pop-upmenu de optie Decrypt
(Decoderen).
2
Als het gebruikersvericatievenster wordt weergegeven, geeft
u het Basic user password (Basisgebruikerswachtwoord)
op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker.
Klik vervolgens op OK.
3
De map (bestand) is gedecodeerd.
Het virtuele station
(Personal Secure Drive: PSD) gebruiken
Het virtuele station (PSD) is een virtuele ruimte voor het opslaan
en beheren van vertrouwelijke gegevens. U kunt op het virtuele
station (PSD) dat u hebt gemaakt, net als op een normaal station
(bijvoorbeeld station C:) gewoon bestanden en mappen maken.
Daarnaast kun u de vertrouwelijke gegevens gebruiken die u op
een ander station hebt opgeslagen, door de gegevens naar het
virtuele station (PSD) te kopiëren.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
84
85
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als het virtuele station (PSD) niet wordt weergegeven
U kunt het virtuele station (PSD) alleen gebruiken wanneer u
tijdens de registratie van het programma de optie Personal Secure
Drive (Persoonlijke beveiligd station) (PSD) hebt geselecteerd. Als
u bij het registreren deze optie niet hebt geselecteerd, voltooit u
de volgende stappen.
1
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
willekeurig gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek.
Klik vervolgens op Inneon Security Platform Solution
> Security Platform Management > User Settings
(Gebruikersinstellingen) > Congure Security Platform
Features (Security Platform-functies congureren).
2
Wanneer de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
wordt weergegeven, selecteert u Personal Secure Drive
(PSD) (Persoonlijk beveililgd station) en geeft u het
gebruikerswachtwoord op.
3
Klik een paar maal op Next (Volgende), overeenkomstig de
instructies in de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
om de wizard te voltooien.
Als het virtuele station (PSD) niet wordt geladen
Als u het virtuele station (PSD) wilt gebruiken, moet het virtuele
station (PSD) eerst worden geladen. Als het station niet wordt
geladen, kunt u de onderstaande procedure gebruiken om het
station te laden.
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Security
Platform (Beveiligingsplatform) in het systeemvak
van de taakbalk en selecteer in het pop-upmenu Personal
Secure Drive (Persoonlijk beveiligd station) > Load
(Laden).
2
Geef in het laadvenster het basisgebruikerswachtwoord op
en klik op OK.
3
Als u op Start > Computer klikt, zult u zien dat het
persoonlijk beveiligd station wordt gemaakt.
Houd er rekening mee dat wanneer u vertrouwelijke
gegevens naar de PSD hebt gekopieerd, de oorspronkelijke
gegevensbestanden niet worden gecodeerd.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
86
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als u nogmaals moet registeren (om de
vericatiegegevens op de TPM-chip te wissen)
Als u opnieuw wilt registreren, moet u de bestaande
vericatiegegevens die op TPM-chip zijn opgeslagen, wissen en
moet u de TPM-chip initialiseren.
Registreer de gebruiker volgens de onderstaande stappen.
1
Verwijder het virtuele station.
2
Verwijder de bestaande vericatiegegevens die zijn
opgeslagen op de TPM-chip.
Het virtuele station verwijderen
Als er een virtueel station is gemaakt, moet u dit verwijderen
voordat u de bestaande vericatiegegevens verwijdert die zijn
opgeslagen op de -chip.
1
Klik met de rechtermuisknop op > en klik op
Persoonlijk beveiligd station > Maken/beheren.
2
Klik op Volgende.
3
Voer het wachtwoord in dat u hebt ingevoerd bij registratie
van het TPM-programma en klik op Volgende.
4
Selecteer ‘Geselecteerde PSD verwijderen’ en klik op
Volgende.
5
Selecteer ‘Ik wil mijn PSD verwijderen zonder een niet-
versleutelde kopie van de inhoud op te slaan’ en klik op
Volgende.
6
Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien.
7
Het virtuele station is nu verwijderd.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
86
87
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De bestaande vericatiegegevens verwijderen die zijn
opgeslagen op de TPM-chip.
1
Selecteer op het bureaublad het menu Charms >
Instellingen > Control Panel (Conguratiescherm)
> Programs (Programmas) > Uninstall a program
(Programma verwijderen) > Inneon TPM Professional
Package. Klik vervolgens op Uninstall (Verwijderen).
2
Als er een berichtvenster verschijnt, klikt u op Yes (Ja) om het
programma te verwijderen.
3
Als het bericht Inneon Security Platform verschijnt, klikt u
op No (Nee).
4
Klik op het pictogram Windows Verkenner in de
taakbalk op het bureaublad.
5
Selecteer in View (Beeld) > Options (Opties) > Folder
Options (Mapopties) > View (Weergave) > Hidden les
and folders (Verborgen bestanden en mappen) de
optie Show hidden les, folders, and drives (Verborgen
bestanden, mappen en stations weergeven) en klik op OK.
6
Klik op Start > Computer >Drive C: (Station C:) >
ProgramData en verwijder de map Inneon.
7
Het TPM-programma is nu verwijderd.
Als u de TPM-functie wilt gebruiken, herhaalt u de procedures
van het TPM-initialisatieproces.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
88
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De multimedia-app gebruiken
(optioneel)
U kunt genieten van foto-, video- en muziekbestanden met de
apps S Camera, S Gallery en S Player.
S Camera
U kunt fotos maken en videos opnemen met de app
S Camera en deze direct in deze app bekijken.
S Gallery
Alleen fotos of videos die zijn opgenomen met de
app S Camera kunnen worden bekeken met de app S
Camera.
S Player
U kunt de foto-, video- en muziekbestanden bekijken
die zijn opgeslagen op de computer.
Afhankelijk van de versie van het programma is het mogelijk
dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn of dat er andere
functies beschikbaar zijn.
Services de zijn gerelateerd aan software van derden
Voor een beschrijving van en voor serviceverzoeken
voor software van derden, neemt u contact op met de
desbetreende producent.
Sommige probleemopsporingsacties als reactie op
serviceaanvragen werken mogelijk niet, afhankelijk van de
softwareproducent.
U kunt een app starten op het startscherm.
88
89
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt genieten van foto-, video- en muziekbestanden met de
apps S Camera, S Gallery en S Player.
S Camera
U kunt fotos maken en videos opnemen met de app
S Camera en deze direct in deze app bekijken.
S Gallery
Alleen fotos of videos die zijn opgenomen met de
app S Camera kunnen worden bekeken met de app S
Camera.
S Player
U kunt de foto-, video- en muziekbestanden bekijken
die zijn opgeslagen op de computer.
Afhankelijk van de versie van het programma is het mogelijk
dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn of dat er andere
functies beschikbaar zijn.
Services de zijn gerelateerd aan software van derden
Voor een beschrijving van en voor serviceverzoeken
voor software van derden, neemt u contact op met de
desbetreende producent.
Sommige probleemopsporingsacties als reactie op
serviceaanvragen werken mogelijk niet, afhankelijk van de
softwareproducent.
U kunt een app starten op het startscherm.
De app S Camera gebruiken
1
Tik op menu Charm > Start
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> S Camera.
In-/uitzoomen
Cameramodus (Foto,
, Video )
Fotovoorbeeld
Een foto maken/
Een video opnemen
Foto-instellingen
2
Maak een foto door de balk voor de cameramodus in de
stand Foto
te schuiven.
Maak een video-opname door de balk voor de cameramodus
in de stand Video
te schuiven.
3
Tik op Foto maken/Video opnemen om een foto te
maken of een video op te nemen.
4
U kunt de foto of video bekijken met de app Fotovoorbeeld
of S Gallery.
De app S Camera is niet beschikbaar in de bureaubladmodus.
Voorzorgsmaatregelen bij het maken van een foto of het
opnemen van een video
Maak geen foto en neem geen video op van anderen
zonder hun toestemming.
Maak geen foto en neem geen video op op plaatsen waar
dit niet is toegestaan.
Maak geen foto en neem geen video op op plaatsen waar
u mogelijk inbreuk maakt op de privacy van anderen of
waar vertrouwelijke informatie openbaar kan worden
gemaakt.
De multimedia-app gebruiken
(optioneel)
90
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De app S Gallery gebruiken
1
Tik op menu Charm > Start
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> S Gallery.
2
U kunt de foto’s en videos weergeven die zijn gemaakt met
de app S Camera.
Bovendien kunt u speciale eecten toepassen op de fotos
met behulp van de fotobewerkingsfunctie.
U kunt een foto maken in de app S Gallery door op het
pictogram Camera te tikken.
Een foto bewerken
1
Select Fotovoorbeeld.
Sleep het enigszins omhoog vanuit het midden onderaan.
Als het optiemenu wordt weergegeven, selecteert u
Bewerken
.
De multimedia-app gebruiken
(optioneel)
90
91
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De app S Gallery gebruiken
1
Tik op menu Charm > Start
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> S Gallery.
2
U kunt de foto’s en videos weergeven die zijn gemaakt met
de app S Camera.
Bovendien kunt u speciale eecten toepassen op de fotos
met behulp van de fotobewerkingsfunctie.
U kunt een foto maken in de app S Gallery door op het
pictogram Camera te tikken.
Een foto bewerken
1
Select Fotovoorbeeld.
Sleep het enigszins omhoog vanuit het midden onderaan.
Als het optiemenu wordt weergegeven, selecteert u
Bewerken .
2
Selecteer een eect dat u wilt toepassen op de foto.
Als u bijv. Tekenen selecteert
Sluiten
Ongedaan makenLijnvoorbeeld
Lijndikte Opslaan
Kleur
Wissen/Tekenen
Frame
Tekenen
Stempel
De app S Player gebruiken
1
Tik op menu Charm > Start
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> S Player.
Mijn foto's
Mijn muziek
Mijn video's
Mij fotolijst
Afspeellijst muziek Diashow
2
Selecteer een menu om met foto-, video- en
muziekbestanden te werken.
Sommige bestanden worden mogelijk niet afgespeeld,
afhankelijk van hun indeling.
De multimedia-app gebruiken
(optioneel)
92
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Samsung Software Update
SW Update is een softwareprogramma dat naar de software en
stuurprogramma's van Samsung zoekt die al bij aankoop van uw
computer waren gnstalleerd, om deze stuurprogramma's of
programma's bij te werken.
U kunt de updatebestanden alleen controleren voordat u
bijwerkt, wanneer u verbinding met internet hebt.
SW Update levert geen updates voor
apparaatstuurprogramma's of softwareprogramma's die
achteraf door de gebruiker zijn gnstalleerd.
1
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
willekeurig gebied en kies Alle Apps
in de rechter
benedenhoek. Klik vervolgens op SW Update.
2
Als het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd,
wordt de gebruikersovereenkomst voor het gebruik van
persoonlijke gegevens weergegeven.
Klik op Agree (Akkoord).
3
Het programma SW Update wordt uitgevoerd.
Selecteer de items die u wilt bijwerken voordat u doorgaat
met het updateproces.
Software-
update
Softwarelijst
92 93
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een diagnose van de status van de computer maken
en problemen oplossen
Met programma Support Center, oftewel de handleiding van
Samsung voor het oplossen van problemen, kunt u een diagnose
maken van het systeem en beschikt u over een FAQ voor
veelvoorkomende problemen.
Het is mogelijk dat Support Center niet beschikbaar is of
dat er een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk
van het model.
1
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
willekeurig gebied en kies Alle Apps
in de rechter
benedenhoek. Klik vervolgens op Support Center.
2
Support Center wordt geactiveerd en maakt een diagnose
van uw computer.
Nadat de diagnose is voltooid, wordt in het menu System
Status (Systeemstatus) een lijst met huidige problemen
weergegeven die moeten worden opgelost overeenkomstig
de instructies.
FAQ voor de
belangrijkste
problemen met
de computer
Een diagnose van
de computer maken
en problemen
oplossen
Problemen met de
computer zoeken
3
U kunt een probleem oplossingen door op de knop
Troubleshoot (Oplossen) voor het probleem te klikken.
BIOS-instellingen 95
Een opstartwachtwoord instellen 98
De opstartprioriteit wijzigen 101
Het geheugen uitbreiden 102
Oplaadbare batterij 105
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
95
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
BIOS-instellingen
In de BIOS-instellingen kunt u de hardware van de computer
instellen in overeenstemming met uw behoeften.
U kunt de BIOS-instellingen gebruiken om een wachtwoord
voor het opstarten in te stellen, de opstartvolgorde te
wijzigen of een nieuw apparaat toe te voegen.
Aangezien onjuiste instellingen kunnen leiden tot
storingen en het vastlopen van het systeem, moet u
zorgvuldig te werk gaan bij het congureren van het BIOS.
De functies van de BIOS-instellingen kunnen worden
gewijzigd in het kader van productverbetering.
De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
Turbo Control (uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Met deze technologie worden automatisch de
processorprestaties bepaalt om de warmtegeneratie te
minimaliseren wanneer de processortemperatuur een
vooraf ingestelde niveau overschrijdt. Door de automatische
controle van de processorprestaties kunnen de verwachte
prestaties minder zijn.
Als u Turbo Control-technologie niet wilt gebruiken, opent u
de BIOS-setup en u selecteert Advanced > Turbo Control in
het menu en stelt deze in op Disabled.
In dit geval kan de temperatuur van de buitenkant van
product oplopen. (Als u het menuonderdeel in het BIOS-
setupmenu niet kunt vinden, downloadt u de nieuwste
versie van de BIOS van het downloadcentrum waarna u deze
installeert.)
De BIOS-instellingen openen
1
Schakel de computer in.
Druk meteen enkele malen op toets F2.
2
Na enige tijd verschijnt het BIOS-instellingenscherm.
De items in het BIOS-instellingenscherm kunnen afwijken,
afhankelijk van het product.
96
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Het BIOS-instellingenscherm
De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
Instellingenmenu
Instellingsopties
Help
Help-informatie voor
de geselecteerde
optie verschijnt
automatisch.
Instellingenmenu Beschrijving
SysInfo
Dit is een beschrijving van de
basisspecicaties van de computer.
Advanced
Met dit menu kunt u de belangrijkste
chipsets en aanvullende functies instellen.
Security
Instellen van beveiligingsfunctionaliteit, met
inbegrip van wachtwoorden.
Boot
In dit menu kunt u instellingen voor
randapparaten en het opstarten opgeven,
zoals de opstartprioriteit.
Exit
Afsluiten van de BIOS-instellingen, al dan
niet met behoud van de wijzigingen.
BIOS-instellingen
96
97
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Toetsen in het BIOS-instellingenscherm
In het BIOS-instellingenscherm moet u het toetsenbord gebruiken.
F1 De Help-informatie weergeven.
Omhoog en
omlaag
Naar boven en naar beneden gaan.
F5/F6
De waarde van een optie wijzigen.
F9
De standaardinstellingen herstellen.
ESC
Terugkeren naar het vorige menu of
naar het afsluitmenu.
Links en
rechts
Naar een ander menu stappen.
Enter
Een menuoptie selecteren of een
submenu openen.
F10
De wijzigingen opslaan en de BIOS-
instellingen afsluiten.
Het toetsenbord in de afbeelding kan afwijken van het
werkelijke toetsenbord.
BIOS-instellingen
98
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Een opstartwachtwoord instellen
Als u een wachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord invoeren als
u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen wilt openen.
Door een wachtwoord in te stellen kunt u de toegang tot het
systeem beperken tot bevoegde gebruikers en de gegevens en
bestanden die op de computer zijn opgeslagen beschermen.
De wachtwoordinstelling biedt de volgende 3 submenu’s.
(Supervisor Password (Supervisorwachtwoord), Use
Password (Gebruikerswachtwoord) en HDD Password
(HDD-wachtwoord))
Vergeet of verlies uw wachtwoord niet.
Zorg dat anderen niet achter uw wachtwoord komen.
Als u het supervisorwachtwoord of HDD-wachtwoord
vergeet, moet u om assistentie vragen bij het
servicecentrum. In dat geval zullen kosten in rekening
worden gebracht.
Als u het gebruikerswachtwoord vergeet, kunt
u het supervisorwachtwoord uitschakelen. Het
gebruikerswachtwoord wordt dan automatisch
uitgeschakeld.
De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
Een Supervisor-wachtwoord instellen
Als u een supervisorwachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord
invoeren als u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen
wilt openen.
Het is niet erg veilig om alleen het supervisorwachtwoord en het
gebruikerswachtwoord in te stellen.
U kunt het HDD-wachtwoord eveneens gebruiken om de
beveiliging te versterken.
1
Selecteer het menu Security in de BIOS-instellingen.
2
Zet de cursor op de optie Set Supervisor Password en druk
op <Enter>.
XXXXXXXX
98
99
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Een opstartwachtwoord instellen
3
Voer een wachtwoord in, druk op <Enter>, voer het
wachtwoord ter bevestiging nogmaals in, en druk nogmaals
op <Enter>.
Het wachtwoord mag maximaal 8 alfanumerieke tekens lang
zijn. Speciale tekens zijn niet toegestaan.
4
Het Supervisor-wachtwoord is ingesteld.
Het Supervisor-wachtwoord is vereist voor het inschakelen
van de computer en het openen van de BIOS-instellingen.
voor sommige modellen geldt dat als in het venster Setup
Notice een bericht wordt weergegeven dat een wachtwoord
is opgegeven, de instellingen niet zijn voltooid totdat u op
Enter drukt.
Een gebruikerswachtwoord instellen
Met behulp van het gebruikerswachtwoord kunt u de computer
inschakelen, maar kunt u geen belangrijke opties in de BIOS-
instellingen wijzigen omdat u geen toegang hebt tot de BIOS-
instellingen.
Dit helpt onbevoegde toegang tot de belangrijkste instellingen
van het menu BIOS Setup (BIOS-instellingen) te voorkomen.
Voordat u een gebruikerswachtwoord congureert moet u
een Supervisor-wachtwoord congureren. Op het moment
dat u het Supervisor-wachtwoord uitschakelt, wordt ook het
gebruikerswachtwoord uitgeschakeld.
Zet de cursor op Set User Password, druk op <Enter> en voer
dezelfde procedure uit als bij het instellen van het Supervisor-
wachtwoord, vanaf stap 3.
Een opstartwachtwoord instellen
Voordat u een opstartwachtwoord kunt instellen, moet u een
beheerderswachtwoord (Supervisor-wachtwoord) instellen.
Stel de optie Password on boot in op Enabled. Als u een
opstartwachtwoord instelt, moet een wachtwoord worden
ingevoerd om de computer te kunnen opstarten.
Onthoud het wachtwoord voor later gebruik.
100
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Een opstartwachtwoord instellen
Een wachtwoord instellen voor een vaste schijf
(optioneel)
Als u een wachtwoord instelt voor een vaste schijf, kan deze niet
worden geraadpleegd vanaf een andere computer. Zet de cursor
op Set HDD Password, druk op <Enter> en stel een wachtwoord
in op dezelfde wijze als bij het instellen van het Supervisor-
wachtwoord, vanaf stap 3.
De functie voor het instellen van een wachtwoord voor de
vaste schijf is mogelijk niet op alle modellen aanwezig.
Het wachtwoord voor de vaste schijf wijzigen
Om veiligheidsredenen kunt u het wachtwoord voor
de vaste schijf uitsluitend wijzigen nadat de computer
opnieuw is gestart door middel van het indrukken van de
knop Aan/Uit op de computer.
Als u het wachtwoord voor de vaste schijn niet kunt
wijzigen, of de melding HDD Password Frozen verschijnt
nadat u in de BIOS-instellingen Security > HDD Password
hebt geselecteerd, moet u de knop Aan/Uit op de
computer indrukken om de computer opnieuw in te
schakelen.
Het wachtwoord opheen
1
Zet de cursor op het wachtwoord dat moet worden
opgeheven en druk op <Enter>. Als u bijvoorbeeld het
Supervisor-wachtwoord wilt opheen, zet u de cursor op de
optie Set Supervisor Password en drukt u op <Enter>.
2
Voer in het vak Enter Current Password het huidig
ingestelde wachtwoord in en druk op <Enter>.
3
Laat het veld Enter New Password leeg en druk op <Enter>.
4
Laat het veld Conrm New Password leeg en druk op
<Enter>.
Het wachtwoord is opgeheven.
voor sommige modellen wordt het wachtwoord alleen
geannuleerd wanneer u op Enter drukt in het venster Setup
Notice.
100
101
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
De opstartprioriteit wijzigen
Bij wijze van voorbeeld wordt hieronder de procedure beschreven
om het opstartapparaat met de hoogste prioriteit te wijzigen in
de vaste schijf.
De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
1
Selecteer het menu Boot in de BIOS-instellingen.
2
Druk op <Enter> nadat u de cursor hebt gezet op de optie
Boot Device Priority.
XXXXXXXX
0WO.QEM =1HH?
'PCDNG-G[RCF =$[0WO.QEM?
6QWEJ2CF/QWUG ='PCDNGF?
+PVGTPCN.#0 ='PCDNGF?
2:'1241/ =&KUCDNGF?
5OCTV$CVVGT[%CNKDTCVKQP
3
Druk op de toets omlaag (
) om de optie SATA HDD te
selecteren en druk op de toets F6 om deze naar boven te
verplaatsen.
Boot Menu
[Boot Priority Order]
1. SATA CD : XXXXXXXXXXXX
2. SATA HDD : XXXXXXXXXXXX
3. USB CD : N/A
4. USB FDD : N/A
5. USB HDD : N/A
6. NETWORK : N/A
4
Druk op de toets F10 om de instellingen op te slaan en de
BIOS-instellingen af te sluiten.
De vaste schijf heeft nu de hoogste opstartprioriteit.
Als u moet opstarten naar DOS met een USB-apparaat, opent
u de BIOS-setup en u selecteert het menu Advanced en stelt
het onderdeel Fast BIOS Mode in op Disabled.
102
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Het geheugen uitbreiden
In de computer zijn een of meer geheugenmodules geïnstalleerd.
De gebruiker kan het bestaande geheugen vervangen of nieuw
geheugen toevoegen.
Vervang of installeer een geheugenmodule alleen nadat
de computer volledig is afgesloten en de AC-adapter is
losgekoppeld van de computer.
Het wordt aanbevolen geheugen toe te voegen met
dezelfde specicaties (dezelfde fabrikant en capaciteit) als
van het geïnstalleerde geheugen.
De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen
1
Haal de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
2
Steek een voorwerp, bijvoorbeeld een paperclip, in de
noodopening aan de onderkant van de computer om de
batterijstroom te onderbreken. Als de aan/uit-knop niet meer
werkt, betekent dit dat u de stroomtoevoer met succes hebt
onderbroken.
Als u doorgaat zonder op de noodopening te drukken,
kunnen het moederbord en de geheugenmodule beschadigd
raken.
Noodopening
De locatie van de Noodopening accu kan per model
verschillen.
102
103
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Het geheugen uitbreiden
3
Verwijder de schroef in het afdekplaatje van het
geheugencompartiment aan de onderkan van de computer
met een schroevendraaier.
Bevestigingsschroef
4
Steek de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van
ongeveer 30 graden in de modulesleuf, gelijk aan de hoek
van de modulesleuf.
Geheugensleuf
5
Duw de geheugenmodule omlaag totdat deze volledig vast
zit. Als de geheugenmodule niet gemakkelijk past, moet u
de vergrendelingspalletjes naar buiten trekken terwijl u de
module omlaag duwt.
Klepjes
geheugenmodule
6
Sluit het afsluitplaatje van het geheugencompartiment draai
de schroef vast.
104
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Het geheugen uitbreiden
7
Sluit de netvoedingsadapter aan en druk op de aan/uit-knop
om de computer in te schakelen.
Als u de netvoedingsadapter niet aansluit, wordt de computer
niet ingeschakeld, ook al drukt u op de aan/uitknop.
Een geheugenmodule verwijderen
Trek de vergrendelingspalletjes van de geheugenmodule
naar buiten. De geheugenmodule springt omhoog.
Verwijder de geheugenmodule onder een hoek van 30 graden.
Voor sommige modellen is een speciaal folielaagje
op de geheugenmodule geplakt om de draadloze
netwerkfunctionaliteit te optimaliseren.
Wanneer u de geheugenmodule vervangt, dient u het
folielaagje niet te verwijderen.
104
105
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Oplaadbare batterij
Volg de onderstaande aanwijzingen op wanneer u de computer
gebruikt op de oplaadbare batterij, zonder te zijn aangesloten op
het lichtnet.
Deze computer is uitgerust met een interne accu.
Voorzorgsmaatregelen
Gebruikers kunnen de interne batterij niet verwijderen
of vervangen.
Maak gebruik van een geautoriseerd servicecentrum
om de batterij te laten verwijderen of vervangen zodat
het product en de gebruikers hiervan geen gevaar
lopen. U betaalt voor deze dienst.
Gebruik alleen de opladers die in deze handleiding worden
gespeciceerd.
De oplaadbare batterij nooit verhitten, in of bij vuur
leggen, of gebruiken bij een temperatuur van meer dan
60°C. Er zou brand kunnen ontstaan.
Sluit de aansluitingen op de batterij nooit kort en haal de
batterij niet uit elkaar.
De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
Zorg ervoor dat u de AC-adapter aansluit en de accu
volledig oplaadt voordat u de computer voor het eerst
gebruikt.
De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een
representatief model en kunnen daarom afwijken van het
werkelijke product.
De locatie van de
interne accu
De batterij opladen
1
Er is een interne accu ingebouwd. Sluit de AC-adapter aan op
de aansluiting voor stroominvoer op de computer.
De accu begint met opladen.
2
Het oplaadlampje wordt groen zodra het opladen is voltooid.
Status Oplaadlampje
Bezig met opladen
Rood of oranje
Opladen voltooid
Groen
Wisselstroomadapter
niet aangesloten
Uit
106
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Oplaadbare batterij
De resterende capaciteit van de batterij meten
U kunt de resterende capaciteit van de batterij als volgt bekijken.
Het laadniveau van de batterij controleren op de
taakbalk
Koppel de netvoedingsadapter los en beweeg de muisaanwijzer
over het batterijpictogram in het systeemvak van de taakbalk om
de resterende batterijlading te bekijken.
Informatie over de gebruiksduur van de oplaadbare
batterijen
Een oplaadbare batterij is een verbruiksartikel. Na verloop van tijd
loop de capaciteit en gebruiksduur van de batterij terug. Wanneer
de gebruiksduur van de batterij is teruggelopen tot minder dan
de helft van de oorspronkelijke gebruiksduur, raden we aan een
nieuwe batterij te kopen.
Als u de batterij gedurende langere tijd niet wilt gebruiken, slaat
u de batterij op nadat u deze hebt opgeladen tot 30-40% van de
capaciteit. Dit verlengt de levensduur van de batterij.
De gebruiksduur van de batterij verlengen
De helderheid van het LCD-scherm verlagen
1
Klik op het menu Charms > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Helderheid
.
2
Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid
De levensduur van de batterij wordt verlengd.
106
107
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Oplaadbare batterij
Het programma voor energiebeheer gebruiken
Dit programma helpt u eciënter gebruik te maken van de accu
en ondersteunt de energiemodus die is geoptimaliseerd voor de
bedrijfsomgeving.
1
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm > Hardware en geluiden >
Energiebeheer.
U kunt ook met de rechtermuisknop op het energiepictogram
in het systeemvak op de taakbalk klikken en Energiebeheer
selecteren.
2
Als het volgende scherm verschijnt, selecteert u een van de
modi.
108
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Oplaadbare batterij
De batterij kalibreren
Nadat de batterij een aantal keren achter elkaar kort wordt
gebruikt en weer opgeladen, kan een verschil ontstaan tussen de
werkelijke en weergegeven resterende capaciteit.
In dat geval kunt u het verschil wegwerken door de batterij
volledig te ontladen met de kalibratiefunctie en vervolgens weer
op te laden.
De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
1
Haal de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
2
Schakel de computer opnieuw in en druk op de toets F2 om
het instellingenscherm te openen.
3
Loop met behulp van de pijltoetsen naar de optie Boot >
Smart Battery Calibration en druk op <Enter>.
XXXXXXXX
0WO.QEM =1HH?
'PCDNG-G[RCF =$[0WO.QEM?
6QWEJ2CF/QWUG ='PCDNGF?
+PVGTPCN.#0 ='PCDNGF?
2:'1241/ =&KUCDNGF?
5OCTV$CVVGT[%CNKDTCVKQP
4
Selecteer Yes in het venster Battery Calibration
Conrmation en druk op <Enter>.
De batterijkalibratiefunctie wordt geactiveerd en de batterij
wordt volledig ontladen. U kunt de bewerking afbreken door
op de toets <Esc> te drukken.
De bewerking duurt 3 tot 5 uur, afhankelijk van de totale
capaciteit van de batterij en de resterende capaciteit.
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer (optioneel) 110
Windows opnieuw installeren (optioneel) 117
V&A 121
110
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, kunt u met
Recovery (herstelprogramma) de computer eenvoudig herstellen
naar de standaard (fabrieks)instellingen. U kunt eventueel ook een
back-up van uw computer maken, zodat u de computer op elk
moment naar de gewenst status kunt herstellen.
Inleiding tot Recovery
Help
Herstellen
Back-up
Functie Beschrijving
Recover
(Herstellen)
Hiermee herstelt u het volledige Windows-
station.
Back Up
(Back-up)
U kunt een back-up van het volledige Windows-
station maken.
Het is mogelijk dat Recovery niet beschikbaar is of dat er
een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk van het
model.
Voor modellen met een capaciteit van de harde schijf
of SSD van minder dan 64 GB, is het herstelprogramma
Recovery niet beschikbaar.
De instructies worden geleverd op basis van Recovery
versie 1.0. Afhankelijk van de versie kunnen bepaalde
functies enigszins afwijken of niet beschikbaar zijn.
Raadpleeg de Help van het programma voor meer
informatie.
Een ODD (cd-/dvd-station enz.) wordt niet door Recovery
ondersteund.
110
111
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen
Wanneer uw computer niet opstart, kunt u deze herstellen naar
de standaard (fabrieks)status.
1
- Als Windows niet kan worden gestart
Zet uw computer aan en druk op toets F4.
Voer de herstelmodus uit.
- Als Windows wordt uitgevoerd
Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een
willekeurig gebied en kies Alle apps
in de rechter
benedenhoek. Klik vervolgens op Recovery.
2
Als het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd,
moet u akkoord gaan met de User Agreement
(Gebruikersovereenkomst).
3
Als het beginscherm wordt weergegeven, klikt u op Recover
(Herstellen).
Selecteer een herstelpunt en klik op Recover (Herstellen).
Als u de optie User Data Maintenance (Gebruikersgegevens
behouden) instelt op ON (AAN), wordt de computer hersteld
en blijven de huidige gebruikersgegevens behouden.
4
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
instructies op het scherm.
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gewoon gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
112
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen na een back-up
U kunt uw computer herstellen nadat u een back-up naar een
afzonderlijk station of een extern opslagapparaat hebt gemaakt.
Een back-up maken
1
Als u een back-up van uw computer naar een extern
opslagapparaat wilt maken, sluit u het externe
opslagapparaat aan en selecteert u het desbetreende
station.
2
Klik op Backup (Back-up) in het startscherm van Recovery.
Selecteer het station en klik op Backup (Back-up).
U kunt geen dvd-station selecteren.
Selecteer het
station waarnaar
u wilt opslaan.
3
Het back-upproces moet worden uitgevoerd op basis van de
instructies.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
112
113
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen
U kunt uw computer herstellen middels de bovenstaande back-
upprocedure.
1
Als de back-upimage is opgeslagen naar een extern
opslagapparaat, sluit u het desbetreende apparaat aan.
2
Start Recovery en klik op Recover (Herstellen).
3
Selecteer een herstellenoptieen klik op Recover
(Herstellen).
Selecteer het punt dat u wilt herstellen.
4
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
instructies op het scherm.
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
114
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
De schijf voor externe opslag kopiëren
Wanneer u een in uw computer ingebouwd opslagapparaat
als een HDD, SSD, enz. (hierna de vaste schijf genoemd) wilt
vervangen, kunt u uw bestaande gegevens eenvoudig en snel
overzetten naar het nieuwe opslagapparaat.
Het nieuwe opslagapparaat moet over voldoende capaciteit
voor de opslag van uw gegevens beschikken.
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
aanschaen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
1
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
aanschaen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
2
Start Recovery en klik op Disk copy (Schijfkopie).
3
Selecteer een optie in Disk recovery Point (Herstelpunt
van schijf) en klik op Disk copy (Schijfkopie).
4
De gegevens op de huidige vaste schijf worden opgeslagen
naar de nieuwe vaste schijf.
5
Zodra alle gegevens zijn opgeslagen, opent u de klep voor de
vaste schijf aan de onderkant van uw computer en vervangt
u de bestaande vaste schijf door de nieuwe schijf.
Als u de klep aan de onderkant van de computer niet kunt
openen, neemt u contact op met het servicecentrum van
Samsung voor ondersteuning.
In dit geval worden er mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de relevante service.
6
Uw computer is nu voorzien van een nieuwe vaste schijf.
U kunt voor de grotere vaste schijf dezelfde conguratie
gebruiken als voor de oude schijf.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
114
115
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Functie Export Disk Image (Schijmage exporteren)
Als u uw computer regelmatig herstelt naar de standaard (fabrieks)
instellingen, kunt u de computer eenvoudig herstellen door een
schijmage van de standaard (fabrieks)status te exporteren naar
een extern opslagapparaat.
1
Sluit het externe opslagapparaat aan en selecteer het station
waarnaar u de image wilt opslaan.
2
Klik op Run (Uitvoeren).
3
Voer de procedure uit door de instructies op te volgen voor
het opslaan van een schijmage van de standaard (fabrieks)
status naar het externe opslagapparaat.
Koppel het externe opslagapparaat met de schijmage nu los
en bewaar het apparaat.
4
Als uw computer moet worden hersteld naar de standaard
(fabrieks)instellingen, sluit u het externe opslagapparaat met
de opgeslagen image aan.
5
Start Recovery en klik op Recover (Herstellen). Selecteer
Factory Default Point (Standaard fabrieksinstellingen) en
klik op Recover (Herstellen). Het herstellenproces wordt
gestart.
Wanneer het herstellenproces is voltooid, kunt u de computer
gebruiken met de standaard (fabrieks)instellingen.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
116
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
Functie Computerherstel in Windows 8
Wanneer er een probleem optreedt met uw computer, kunt u de
computer met behulp van het herstelprogramma terugzetten op
de standaardinstellingen.
Voor modellen met een SSD van minder dan 64 GB gebruikt
u de Windows-functie Systeem herstellen in plaats van het
programma Recovery (Herstel).
1
Klik op het menu Charms > Instellingen > Pc-instellingen
wijzigen > Algemeen.
2
Klik op de knop Start voor Pc vernieuwen. of Alles…..
Pc vernieuwen.
Als uw pc niet naar behoren werkt, kunt
u deze herstellen met behoud van uw
mediabestanden zoals foto-, video-
en muziekbestanden, enz. en van uw
persoonlijke documenten.
Alles….
U kunt alle items in uw pc verwijderen en
Windows opnieuw installeren.S
Maak een back-up van de bestanden in de volgende
mappen voordat u de functie Pc-herstel gebruikt omdat
deze bestanden niet bewaard blijven.
\Windows, \Program les, \Program les(x86), \ProgramData,
OEM-map (bijv. c:\samsung), \User\<gebruikersnaam>\
AppData
3
Volg de instructies op het scherm om het herstelproces uit te
voeren.
Wanneer het herstel is voltooid, kunt u uw computer weer
normaal gebruiken.
U kunt vereiste Samsung-softwareprogramma's herstellen via
Alle apps
> SW Update.
116
117
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
U kunt Windows opnieuw installeren met behulp van de SYSTEM
RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR SYSTEEMHERSTEL) voor
Windows als Windows niet meer naar behoren werkt.
(Voor modellen geleverd met SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA
VOOR SYSTEEMHERSTEL).)
Op computermodellen die worden geleverd met de Samsung
Recovery Solution, kunt u Windows opnieuw installeren met de
Samsung Recovery Solution.
Deze beschrijvingen gelden alleen voor Windows 7/8 en Windows
Vista en voor ondersteunde modellen.
Afhankelijk van uw model computer is het mogelijk dat
er geen SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL) beschikbaar is.
Als u Windows niet kunt starten of alle bestaande
gegevens wilt verwijderen en Windows opnieuw wilt
installeren, kunt u Windows installeren volgens de
aanwijzingen in [Opnieuw installeren als Windows niet
kan worden gestart].
Bepaalde afbeeldingen kunnen afwijken van het
daadwerkelijke product.
Deze beschrijvingen kunnen afwijken, afhankelijk van het
besturingssysteem.
Wanneer u Windows opnieuw installeert, worden de
gegevens (bestanden en programma's) op de vaste schijf
mogelijk verwijderd.
Maak een back-up van alle belangrijke gegevens. Samsung
Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies van
gegevens.
Opnieuw installeren binnen Windows
1
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL) in het dvd-station.
2
Als het venster Select Windows Installation (Windows-
installatie selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren). Wanneer het venster Select Update (Update
selecteren) verschijnt, klikt u op het gewenste item.
Als u in het venster Select Update (Update selecteren) de
optie Go online to get the latest updates for installation
(Online gaan om de nieuwste updates te installeren)
selecteert, worden de nieuwste updates geïnstalleerd en
volgt stap 4. Tijdens deze bewerking moet de computer
verbonden zijn met internet.
Bij Windows 7/8 verschijnt mogelijk het scherm waarin
gevraagd wordt om het te installeren besturingssysteem.
Dit is afhankelijk van de versie. Als u op Next (Volgende)
klikt, verschijnt het scherm uit stap 3.
3
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
verschijnt, selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Next (Volgende).
Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven.
Dit is afhankelijk van de versie.
118
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
4
Het volgende venster verschijnt. Selecteer een installatieoptie.
Als u op Custom (Aangepast) klikt, worden de procedures
uit stap 5 achtereenvolgens weergegeven.
Als u op Upgrade (Upgrade) klikt, worden de procedures uit
stap 6 achtereenvolgens weergegeven.
Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet
weergegeven. Dit is afhankelijk van de versie.
Custom (Aangepast)
Selecteer deze optie om Windows opnieuw te
installeren. U moet alle benodigde stuurprogramma's en
programma's na de installatie opnieuw installeren. Het kan
zijn dat na de installatie onnodige mappen en bestanden
achterblijven op de vaste schijf (bijvoorbeeld C:\Windows.
old, enzovoort).
Upgrade (Upgrade)
Selecteer deze optie als u een Upgrade van Windows wilt
uitvoeren maar de huidige bestanden, conguraties en
programma's wilt behouden. Hoewel het niet nodig is alle
stuurprogramma's en programma's opnieuw te installeren,
werken sommige programma's misschien niet goed meer
na de upgrade.
5
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
selecteren van de locatie van het besturingssysteem,
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de back-
up die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht waarin met de tekst dat de mappen en bestanden
naar de map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop
OK.
6
De installatie van Windows wordt voortgezet.
De computer wordt tijdens de installatie 3 keer opnieuw
opgestart. Druk niet op een toets als het bericht Press any
key to boot from CD or DVD... (Druk op een toets om op
te starten vanaf cd of dvd...) wordt weergegeven nadat de
computer opnieuw is opgestart.
7
Registreer een gebruiker aan de hand van de instructies in
het Windows-scherm.
8
Wanneer de registratie is voltooid, verschijnt het Windows-
bureaublad.
Voor een goede werking van de computer verdient het
aanbeveling om de noodzakelijke software te installeren.
118
119
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
Opnieuw installeren als Windows niet kan
worden gestart
Wanneer Windows niet kan worden gestart, start u de computer
op vanaf de media voor systeemherstel. U kunt Windows opnieuw
installeren vanaf deze media.
1
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL in het dvd-station en start de computer
opnieuw op.
2
Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord als het
bericht Press any key to boot from CD or DVD... (Druk op
een toets om op te starten vanaf cd of dvd...) tijdens het
opstarten wordt weergegeven.
3
Na enige tijd wordt het venster weergegeven met de opties
voor de taal, de tijd, het toetsenbord, enz. Bevestig de
instellingen en klik op Volgende.
4
Als het venster Select Windows Installation (Windows-
installatie selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren).
Bij Windows 7/8 verschijnt mogelijk het scherm waarin
gevraagd wordt om het te installeren besturingssysteem. Dit
is afhankelijk van de versie. Als u op de knop Next (Volgende)
klikt, verschijnt het scherm uit stap 5.
5
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
verschijnt, selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Volgende.
Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven.
Dit is afhankelijk van de versie.
6
Wanneer er gevraagd wordt om het type installatie, klikt u op
Custom (Aangepast).
Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven.
Dit is afhankelijk van de versie.
7
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
selecteren van de locatie van het besturingssysteem,
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de back-
up die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
120
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
Als u op Drive Options (Advanced) (Stationsopties
(geavanceerd)) klikt, kunt een partitie verwijderen,
formatteren, maken of uitbreiden. Klik op een functie en
volg verder de instructies op het scherm.
Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht met de tekst dat de mappen en bestanden naar de
map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop OK.
8
De volgende stappen zijn hetzelfde als die in stap 7 voor het
opnieuw installeren in Windows.
120
121
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
U kunt zoeken naar potentiële problemen met het systeem en
de relevante oplossingen voor het probleem bekijken. U kunt
ook de benodigde referenties zoeken voor de bediening van de
computer.
Met betrekking tot het herstel
V1
Wat is een herstelgebied?
A
Een computer van Samsung beschikt over een extra partitie
voor het herstellen van computers of het opslaan van back-
upbestanden. (Alleen voor modellen met Recovery.)
Deze partitie wordt een herstelgebied genoemd en
bevat een herstelimage met het besturingssysteem en
toepassingen.
V2
De weergegeven capaciteit van het
vasteschijfstation (HDD) in Windows verschilt van de
productspecicaties.
A
Bij de berekening van de capaciteit van het opslagapparaat
(HDD) door de fabrikant wordt aangenomen dat 1 kB gelijk is
aan 1000 bytes. Het besturingssysteem (Windows) berekent
de opslagcapaciteit echter op basis van de aanname dat 1
kB gelijk is aan 1024 bytes. Als gevolg hiervan wordt voor de
capaciteit van het vasteschijfstation in Windows een lagere
waarde weergegeven dan de werkelijke capaciteit.
De weergegeven capaciteit in Windows is mogelijk kleiner
dan de werkelijke capaciteit omdat sommige programma's
een bepaald gedeelte van het vasteschijfstation buiten
Windows beslaan.
Voor modellen met Recovery wordt de capaciteit van
het vasteschijfstation in Windows mogelijk weergegeven
als kleiner dan de werkelijke capaciteit omdat Recovery
gebruikmaakt van een verborgen gebied van ongeveer
5-20 GB op het vasteschijfstation voor het opslaan van het
imagebestand voor herstel. Dit verborgen gebied wordt
niet meegerekend in de totale beschikbare capaciteit voor
Windows.
De grootte van Recovery verschilt per model, afhankelijk van
de grootte van de toegepaste programma's.
V&A
122
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V3
Wat is een herstelimage?
A
Dit verwijst naar de status van de computer (inclusief
het besturingssysteem, bepaalde stuurprogramma's,
software, enz.). Deze status wordt geconverteerd naar een
gegevensimage. De image is nodig om uw computer te
herstellen en wordt opgeslagen op de vaste schijf van de
computer. Een dergelijke image is echter niet beschikbaar
wanneer de capaciteit van de vaste schijf kleiner is dan 64
GB.
V4
Hoe kan ik een computer herstellen dat het Recovery-
programma niet heeft?
A
U kunt de computer herstellen met de systeemherstelfunctie
van Windows.
Raadpleeg het onderdeel Functie herstellen in het Help-
gedeelte voor meer informatie.
Met betrekking tot Windows 8
V1
Ik kan de knop Start niet vinden op het bureaublad.
A
De knop Start is niet beschikbaar in Windows 8.
U kunt het Conguratiescherm, de computermenu's , enz.
gebruiken door het menu Charms te activeren.
V2
Ik kan de knop voor het afsluiten van de computer
niet vinden.
A
Klik op het menu Charms > Instellingen > Aan/uit om het
menu Energiebeheer weer te geven.
Klik op Afsluiten.
V3
De app op het Startscherm is verdwenen.
A
Klik op het menu Charms > Zoeken om de geïnstalleerd
apps weer te geven. Klik met de rechtermuisknop op
de desbetreende app om tegels in het Startscherm te
selecteren.
V&A
122
123
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V&A
V4
Ik ben vertrouwd met Windows 7 en wil daarom dat
het bureaublad net zo wordt weergegeven als in
Windows 7.
A
Momenteel is er nog geen manier om het bureaublad
standaard weer te geven.
Druk gelijktijdig de toetsen Windows + D om het
bureaublad tevoorschijn te halen als het startscherm
verschijnt. Dit is op het moment de enige manier.
V5
Hoe kan ik een printerstuurprogramma installeren?
A
Voer het installatiebestand van het stuurprogramma uit en
volg de bijbehorende instructies. U kunt het op dezelfde
manier installeren als het bestaande besturingssysteem.
Raadpleeg uw printerhandleiding voor gedetailleerde
instructies voor ieder model.
V6
Hoe kan ik het stuurprogramma verwijderen?
A
Op het bureaublad klikt u op het menu Charms >
Instellingen > Conguratiescherm > Programmas en
Onderdelen.
Klik op het programma. Klik dan op Verwijderen.
V7
Hoe kan ik de scherminstellingen,
omgevingsinstellingen, type, kleur enzovoort
wijzigen?
A
Klik op het menu Charms > Instellingen > Pc-
instellingen > Persoonlijke instellingen. U kunt de
besturingssysteeminstellingen zoals schermontwerp enz.
instellen.
Tom uw computer gedetailleerd te congureren klikt
in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm.
U kunt uw computer op dezelfde manier congureren als
bestaande Windowssystemen.
V8
Active X wordt niet uitgevoerd in Internet Explorer op
het startscherm.
A
Aangezien Internet Explorer op het startscherm de
HTML5 web-standaarden aanhoudt, wordt Active X
niet ondersteund. Internet Explorer op het bureaublad
ondersteunt Active X echter wel.
►
Active X activeren:
Klik rechts op Internet Explorer en het volgende venster
wordt weergegeven. Druk op de knop
en klik op Op het
bureaublad weergeven. Active X is nu ingeschakeld.
124
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V&A
V9
Ik wil het vooraf geïnstalleerde Windows
8-besturingssysteem verwijderen en een ander
besturingssysteem installeren.
A
Als u een ander besturingssysteem op uw pc wilt installeren,
moet u eerst de BIOS-instellingen wijzigen.
Breng voor meer informatie een bezoek aan
http://www.samsung.com en ga naar Customer Support
(Klantondersteuning) > Troubleshooting (Problemen
oplossen). Zoek naar Windows 8 en neem de lijst met
zoekresultaten door voor het relevante probleem.
Met betrekking tot het scherm
V1
Het bureaublad dat op de tv wordt weergegeven
nadat er via de HDMI-poort verbinding is gemaakt,
past niet op het scherm.
A
Ga naar het conguratievenster voor de grasche weergave
om de scherminstellingen aan te passen.
►
Voor grasche kaarten van Intel
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en ga naar
Graphics Properties (Grasche eigenschappen > Display
(Beeldscherm) > General (Algemeen). Pas de instellingen
voor de Horizontal Ratio (Horizontale verhouding) en
Vertical Ratio (Verticale verhouding) aan op uw scherm
en klik op OK.
►
Voor grasche kaarten van AMD
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad
en selecteer Graphics Properties (Grasche
eigenschappen) > Desktop and Display (Bureaublad
en beeldscherm) > My Digital Flat Panel (Mijn digitale
atpanel) > Expansion Options (Digital Flat Panel)
(Uitbreidingsopties (digitale atpanel)).
2. Pas de regelaar zodanig aan dat het beeld overeenkomt
met de grootte van uw tv en klik op Apply (Toepassen).
124
125
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V&A
Met betrekking tot het geluid
V1
De tv geeft geen geluid weer nadat ik de computer via
de HDMI-poort heb aangesloten.
A
1. Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk op het
bureaublad en klik op Play Device (Afspeelapparaat).
2. Wijzig de optie in Digital Audio (HDMI) (Digitale audio
(HDMI)), HDMI device (HDMI-apparaat), HDMI Output
(HDMI-uitvoer) of een andere optie en klik op Set as
Default (Als standaard instellen). Klik vervolgens op OK.
Overige
V1
Ik kan mijn computer niet in DOS opstarten via een
USB-apparaat.
A
Als u uw computer in DOS wilt starten via een USB-apparaat,
stelt u Snelle BIOS modus in het menu Geavanceerd
in BIOS Setup op Uitgeschakeld voordat u deze functie
gebruikt.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Belangrijke veiligheidsinformatie 127
Vervangende onderdelen en accessoires 129
Verklaringen betreende de naleving
van voorschriften 131
Informatie Over Het WEEE-Merk 143
Gecerticeerd voor TCO 144
Productspecicaties 145
Woordenlijst 147
Index 151
127
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Veiligheidsvoorschriften
Dit systeem is ontworpen en getest in overeenstemming met
de meest recente veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur.
Om veilig gebruik van het product te waarborgen is het echter
belangrijk dat de veiligheidsinstructies die op het product en in de
documentatie zijn aangegeven worden nagevolgd.
Volg deze instructies altijd op om persoonlijk letsel en schade
aan het systeem te voorkomen.
Het systeem installeren
Lees alle instructies die zijn opgenomen op het product
en in de documentatie en volg deze op voordat u het
systeem in gebruik neemt. Bewaar alle veiligheids- en
bedieningsinstructies voor toekomstig gebruik.
Gebruik dit product niet in de buurt van water of een
warmtebron, zoals een radiator.
Installeer het systeem op een stabiel werkoppervlak.
Het product mag uitsluitend worden gebruikt met het type
voedingsbron dat op het classicatielabel is aangegeven.
Zorg ervoor dat het stopcontact dat wordt gebruikt voor het
voeden van de apparatuur vrij toegankelijk is, mocht zich
brand of kortsluiting voordoen.
Als de computer is voorzien van een voltageschakelaar, moet
u controleren of deze schakelaar op de juiste stand staat, in
overeenstemming met het voltage dat op de betreende
locatie in gebruik is.
In de computer zijn openingen aangebracht ten behoeve
van de ventilatie. Let op dat u deze openingen niet blokkeert
of afdekt. Zorg tijdens de installatie van het systeem voor
voldoende ruimte rond het systeem (tenminste 15 cm) ten
behoeve van de ventilatie. Steek nooit voorwerpen, van welke
aard dan ook, in de ventilatieopeningen van de computer.
Zie erop toe dat de ventilatieopeningen aan de onderkant van
de behuizing te allen tijde vrij zijn. Plaats de computer niet op
een zacht oppervlak. Anders zouden de ventilatieopeningen
aan de onderkant kunnen worden geblokkeerd.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor het systeem, moet u
erop toezien dat het totale opgenomen vermogen van de
apparaten die op het verlengsnoer worden aangesloten niet
de opgegeven capaciteit van het verlengsnoer overschrijdt.
Bij notebooks met glanzend oppervlak kan de gebruiker de
notebook zo plaatsen dat deze geen hinderlijke weerspiegeling
van omgevend licht en heldere oppervlakken veroorzaakt.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Ver 3.3
128
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Voorzichtigheid tijdens gebruik
Stap niet op de voedingskabel en laat er geen voorwerpen op
rusten.
Mors niets op het systeem. De beste manier om morsen te
voorkomen is niet te eten en drinken in de buurt van het
systeem.
Sommige producten zijn voorzien van een vervangbare
CMOS-accu op het moederbord. Onjuiste plaatsing van de
CMOS-accu kan leiden tot ontplong. Vervang de accu door
hetzelfde of een gelijkwaardig type volgens de aanbevelingen
van de fabrikant.
Voer de gebruikte accu af volgens de aanwijzingen van de
fabrikant. Als de CMOS-accu moet worden vervangen, moet
u deze handeling laten uitvoeren door een gekwaliceerde
technicus.
Ook wanneer de computer is uitgeschakeld, stroomt nog een
kleine hoeveelheid elektriciteit door de computer.
Voorkom elektrische schokken door altijd alle kabels los te
halen, de oplaadbare accu te verwijderen en de modemkabels
uit het wandcontact te halen voordat u het systeem reinigt.
Haal de stekker van het systeem uit het stopcontact en laat het
onderhoud over aan gekwaliceerd personeel indien:
De voedingskabel of stekker is beschadigd.
Vloeistof is terechtgekomen in het systeem.
Het systeem niet goed werkt, ondanks dat de aanwijzingen
voor gebruik worden nagevolgd.
Het systeem is gevallen of de behuizing is beschadigd.
De prestaties van het systeem plotseling veranderen.
Instructies voor het veilig werken met een
notebookcomputer
1. Raadpleeg voor de installatie en het gebruik van apparaten de
veiligheidsvoorschriften in deze handleiding.
2. Een apparaat mag alleen worden gebruikt in combinatie met
de apparatuur die wordt gespeciceerd in de technische
specicaties van het apparaat.
3. Als een brandlucht of rook vanuit de computer wordt
waargenomen, moet het product onmiddellijk worden
uitgeschakeld en moet de oplaadbare accu worden verwijderd.
Laat het product nakijken door een gekwaliceerde technicus
voordat u het weer in gebruik neemt.
4. Onderhoud en reparatie aan apparaten dient te worden
uitgevoerd door een geautoriseerd service center.
5. Laat de draagbare computer tijdens het werken niet voor
langere tijd op uw blote huid rusten. De temperatuur van
de bodem loopt tijdens normaal gebruik op (met name bij
voeding vanaf het lichtnet). Langdurig contact met de huid
kan leiden tot een onprettig gevoel en uiteindelijk zelfs tot
brandwonden..
Belangrijke veiligheidsinformatie
128
129
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Vervangende onderdelen en accessoires
Gebruik uitsluitend vervangende onderdelen en accessoires die
worden aanbevolen door de fabrikant.
Gebruik uitsluitend telefoonkabel van het type No. 26 AWG
of groter om het risico op brand te verlagen.
Gebruik dit product niet op plaatsen die als gevaarlijk
worden beschouwd. Hierbij kunt u denken aan plaatsen
waar patiënten worden behandeld in medische of
tandheelkundige faciliteiten, omgevingen met een hoog
zuurstofgehalte en industriële werkterreinen.
Afvoeren van verbruikte batterijen
Doe oplaadbare batterijen of producten die worden gevoed
door niet-verwijderbare oplaadbare batterijen niet bij het
huishoudelijk afval.
Neem contact op met de Samsung Helplijn voor meer informatie
over het afvoeren van batterijen en oplaadbare batterijen die u
niet meer kunt gebruiken of opladen.
Houd u bij het afvoeren van oude batterijen en oplaadbare
batterijen aan alle plaatselijke voorschriften.
ER BESTAAT KANS OP ONTPLOFFING ALS EEN ACCU WORDT
VERVANGEN DOOR EEN ACCU VAN EEN VERKEERD TYPE.
VOER VERBRUIKTE BATTERIJEN EN OPLAADBARE BATTERIJEN
AF VOLGENS DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN.
Veiligheid van de laser
Alle systemen die zijn voorzien van een cd- of dvd-station
voldoen aan de toepasselijke veiligheidsstandaards, met inbegrip
van IEC 60825-1. De lasercomponenten in deze apparaten zijn
geclassiceerd als “Class 1 Laser Products” volgens de Radiation
Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health
and Human Services (DHHS). Mocht ooit onderhoud aan het
apparaat nodig zijn, neem dan contact op met een geautoriseerde
servicevestiging.
Opmerking betreende de veiligheid van de laser:
Gebruik van andere besturingselementen, aanpassingen
of procedures dan welke in deze handleiding worden
uiteengezet kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling. Maak de behuizing van het cd- of dvd-station niet
open, om blootstelling aan laserstralen te voorkomen.
130
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Vervangende onderdelen en accessoires
Laserstraling van Class 1M indien de bedrijfsmodule is
geopend.
Niet rechtstreeks bekijken met optische instrumenten.
Onzichtbare laserstraling van Class 3B indien geopend.
Vermijd blootstelling aan de straal.
De wisselstroomadapter aan- en afsluiten
Gebruik een stopcontact dat zich in de buurt van de apparatuur
bevindt en eenvoudig toegankelijk is.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te
trekken.
Vereisten voor de voedingskabel
De voedingskabel (stekker, kabel en connector naar de AC-
adapter) die u bij de computer hebt ontvangen voldoet aan de
vereisten voor gebruik in het land waar u de apparatuur hebt
aangeschaft.
Wanneer u de computer in een ander land gebruikt, moet u een
voedingskabel gebruiken die voldoet aan de vereisten van het
betreende land. Voor meer informatie over de vereisten voor
voedingskabels kunt u terecht bij uw geautoriseerde dealer,
wederverkoper of serviceprovider.
Algemene vereisten
De hieronder vermelde vereisten gelden voor alle landen:
Alle voedingskabels moeten zijn goedgekeurd door
een hiertoe bevoegde organisatie in het land waar de
voedingskabel wordt gebruikt.
De voedingskabel moet een vermogenscapaciteit hebben
van minimaal 7 A en een nominale spanningscapaciteit van
125 of 250 Volt AC, afhankelijk van het in het betreende land
gebruikte elektriciteitssysteem. (ONLY USA)
De koppeling aan de apparaatzijde moet voldoen aan
de mechanische conguratie van een EN 60 320/IEC 320
Standard Sheet C7(of C5)-connector, voor koppeling aan de
apparaatingang op de computer.
130
131
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
Richtlijn voor draadloze communicatie
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band.
Het volgende gedeelte is een algemeen overzicht van de
overwegingen die gelden bij het gebruik van een draadloos
apparaat.
Aanvullende beperkingen en zaken waarmee u rekening dient
te houden in specieke landen worden vermeld in de gedeelten
die aan deze specieke landen (of groepen landen) zijn gewijd.
De draadloze componenten in uw systeem zijn uitsluitend
goedgekeurd voor de landen waarop het radiokeurmerk op het
systeemclassicatielabel van toepassing is. Als het land waarin
u de draadloze component gaat gebruiken niet wordt vermeld,
moet u contact opnemen met de betreende instantie in uw
verblijfplaats om kennis te nemen van de vereisten. Het gebruik
van draadloze componenten is onderworpen aan strenge regels
en het gebruik ervan is mogelijk niet toegestaan.
De RF-veldsterkte van de draadloze component(en) die in uw
notebook zijn geïntegreerd valt ruim beneden alle internationale
limieten voor blootstelling aan RF-straling die op dit moment
bekend zijn. Aangezien de draadloze componenten (die mogelijk
in uw notebook zijn geïntegreerd) veel minder energie uitstralen
dan is toegestaan op grond van standaards en aanbevelingen op
het gebied van de veiligheid van radiostraling, gaat de fabrikant
ervan uit dat deze componenten veilig kunnen worden gebruikt.
Ongeacht het vermogensniveau dient u op te passen dat u de
componenten niet aanraakt tijdens normaal gebruik.
In bepaalde omstandigheden gelden beperkingen op het
gebruik van draadloze apparaten. Hier onder worden enkele veel
voorkomen beperkingen vermeld:
Draadloze RF-communicatie kan bepaalde apparatuur in •
vliegtuigen beïnvloeden. Veiligheidsvoorschriften in de
luchtvaart vereisen op dit moment dat draadloze apparaten
worden uitgeschakeld tijdens het reizen in een vliegtuig.
Communicatieapparaten met 802.11ABGN- (ook bekend
als draadloze Ethernet of Wi) en Bluetooth-connectiviteit
zijn voorbeelden van apparaten die gebruik maken van
draadloze communicatie.
In omgevingen waar het risico op interferentie met andere •
apparaten of diensten schadelijk is of als schadelijk wordt
beschouwd, kan het gebruik van draadloze apparaten aan
beperkingen onderworpen of verboden zijn. Luchthavens,
ziekenhuizen en ruimten waar met een hoog niveau van
zuurstof of ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden
van plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten
beperkt of verboden kan zijn. Wanneer u zich ergens
bevindt waar u niet zeker bent of het gebruik van
draadloze apparaten is toegestaan, moet u de betrokken
autoriteit om toestemming vragen voordat u het
draadloze apparaat inschakelt of gebruikt.
132
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
De beperkingen op het gebruik van draadloze apparaten •
verschillen per land. Aangezien uw systeem is voorzien
van een draadloze component, dient u als u het systeem
meeneemt op reis naar een ander land voorafgaande aan
uw reis bij de betreende autoriteiten te informeren naar
eventuele beperkingen op het gebruik van een draadloos
apparaat in het land van bestemming.
Indien uw systeem is geleverd met een ingebouwd •
geïntegreerde draadloze component, mag u de draadloze
component alleen gebruiken als alle afdekkingen en
afschermingen zijn aangebracht en het systeem volledig is
geassembleerd.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker •
worden gerepareerd. Breng geen modicaties aan.
Modicaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem
contact op met de fabrikant voor reparaties.
Gebruik uitsluitend stuurprogrammas die zijn •
goedgekeurd voor het land waarin het apparaat zal
worden gebruikt. Raadpleeg de System Restoration Kit
van de fabrikant of neem contact op met de technische
ondersteuning van de fabrikant voor meer informatie.
Verenigde Staten
Veiligheidsvoorschriften en kennisgevingen voor de VS
en Canada
Raak de antenne niet aan en beweeg de antenne niet tijdens het
uitzenden en ontvangen.
Houd componenten waarin de zender zich bevindt tijdens het
uitzenden niet zodanig vast dat de antenne zich zeer dichtbij het
lichaam bevindt of in contact komt met delen van het lichaam,
met name het gezicht en de ogen.
Gebruik de zender niet en probeer geen gegevens te verzenden
wanneer de antenne niet is aangesloten. Anders zou de zender
beschadigd kunnen raken.
Gebruik in specieke omstandigheden:
Het gebruik van draadloze apparaten op locaties met een hoog
risico is onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door de
veiligheidsautoriteiten van de betreende locaties.
Voor het gebruik van draadloze apparaten in vliegtuigen gelden
de voorschriften van de Federal Aviation Administration (FAA).
Het gebruik van draadloze apparaten in ziekenhuizen is
onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door het
betreende ziekenhuis.
132
133
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Waarschuwing voor gebruik in de nabijheid van
explosieve materialen
Gebruik heen draagbare zenders (zoals een draadloos
netwerkapparaat) in de nabijheid van niet afgeschermde
ontstekingsmechanismen of in een explosieve omgeving,
tenzij het apparaat is aangepast en goedgekeurd voor
dergelijk gebruik.
Gebruik in vliegtuigen
De voorschriften van de FCC en FAA verbieden het gebruik
van draadloze RF-apparaten tijdens het vliegen omdat de
signalen invloed zouden kunnen uitoefenen op essentle
vlieginstrumenten.
Overige draadloze apparaten
Veiligheidsinformatie betreende andere apparaten in een
draadloos netwerk: Raadpleeg de documentatie die wordt
geleverd bij de draadloze Ethernet-adapters en andere apparaten
die binnen het draadloze netwerk worden gebruikt.
Het Part 15-zendapparaat werkt op een non-
interferentiebasis met andere apparaten die werken op deze
frequentie. Wijzigingen of modicaties aan het product die
niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Intel kunnen de
toestemming aan de gebruiker om het apparaat te gebruiken
laten vervallen.
Onbedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Voor het gebruik
gelden de volgende twee voorwaarden:(1) het apparaat mag geen
schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet
ontvangen interferentie tolereren, met inbegrip van interferentie die
de werking van het apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
limieten voor een digitaal apparaat van Class B ingevolge Part
15 van de FCC Rules. Deze limieten zijn ontworpen om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij
installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert
en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen.
Indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming
met de instructies kan de apparatuur schadelijke interferentie
veroorzaken die zich niet in alle installaties zal voordoen. Indien
de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt met radio-
en televisieontvangst, hetgeen kan worden vatgesteld door
de apparatuur uit en weer aan te zetten, wordt de gebruiker
aangeraden de interferentie te verhelpen door een of meer
van de volgende maatregelen te nemen:
De ontvangstantenne verdraaien of verplaatsen.
De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.
De apparatuur aansluiten op een stopcontact dat behoort
tot een andere groep dat het stopcontact waarop de
ontvanger is aangesloten.
Contact opnemen met de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus voor assistentie.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
134
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Zonodig dient de gebruiker de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus te raadplegen voor aanvullende suggesties. Het
volgende boekje bevat nuttige informatie: “Something About
Interference.
Dit boekje is verkrijgbaar bij de regionale kantoren van de FCC.
Ons bedrijf is niet aansprakelijk voor interferentie met radio
of televisie die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde
aanpassingen aan deze apparatuur of de vervanging of aansluiting
van andere verbindingskabels en apparatuur dan welke door ons
bedrijf worden gespeciceerd. Het verhelpen van het probleem
zal in dat geval de verantwoordelijkheid van de gebruiker zijn.
Gebruik uitsluitend afgeschermde datakabels voor dit systeem.
Bedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in
de Verenigde Staten als een ID-nummer van de FCC op het
systeemlabel wordt vermeld.
Dit apparaat kan alleen binnenshuis worden gebruikt omdat het
in het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door FCC
wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt omdat
het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op schadelijke
storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal
vermindert. Krachtige radars zijn als primaire gebruikers van de
5.25 tot 5.35 GHz band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen.
Deze radarstations kunnen storen op dit apparaat en/of het
beschadigen.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modicaties aan.
Modicaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
134
135
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Informatie voor de gezondheid en veiligheid
Blootstelling aan radiofrequente straling
Informatie SAR-certicering
Dit product bevat een radiozender en -ontvanger. Het is ontworpen
en geproduceerd om de blootstellingslimieten voor radiofrequente
energie die door de Amerikaanse overheidsinstantie FCC (Federal
Communications Commission) is ingesteld, niet te overschrijden. Deze
FCC-blootstellingslimieten zijn afgeleid van de aanbevelingen van
twee deskundige instanties: het NRCP (National Council on Radiation
Protection and Measurement) en het IEEE (Institute of Electrical
and Electronics Engineers). In beide gevallen zijn de aanbevelingen
ontwikkeld door wetenschappelijke en technische experts uit de
branche, de overheid en de academische wereld na uitvoerige
lezing van de wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de
biologische eecten van radiofrequente energie.
De blootstellingslimiet voor draadloze apparaten die is ingesteld
door de FCC, maakt gebruik van de meeteenheid SAR (Specic
Absorption Rate). De SAR is een meting van de absorptiesnelheid van
radiofrequente energie door het menselijk lichaam in eenheden van
watt per kilo (W/kg). De FCC vereist dat draadloze apparaten voldoen
aan een veiligheidslimiet van 1,6 watt per kilogram. In de FCC-
blootstellingslimiet is een aanzienlijke veiligheidsmarge opgenomen
voor aanvullende bescherming van personen en om eventuele
variaties in metingen op te vangen.
SAR-tests worden uitgevoerd met standaardposities die zijn
geaccepteerd door de FCC. Draadloze verzending wordt uitgevoerd
met het hoogst toegestane vermogensniveau bij alle geteste
frequentiebanden. De SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane
vermogensniveau, maar het werkelijke SAR-niveau van het apparaat
bij bediening is mogelijk ruim onder de maximumwaarde. Dit is
omdat het apparaat is ontworpen voor werking op verschillende
vermogensniveaus, zodat alleen het vermogen wordt verbruikt dat
vereist is om het netwerk te bereiken. Over het algemeen geldt dat
hoe dichter u zich bij de antenne van een draadloos basisstation
bevindt, hoe lager de vermogensuitvoer is.
Voordat een nieuw model beschikbaar wordt gemaakt voor algemene
verkoop, moet het worden getest en moet de FCC garanderen dat het
de blootstellingslimiet van de FCC niet overschrijdt. Voor elk model
worden tests uitgevoerd in posities en op locaties (bijvoorbeeld onder
aan het lichaam) zoals vereist door de FCC.
Dit model is getest voor gebruik op het lichaam en voldoet aan de
FCC-richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequente straling wanneer
het wordt gebruikt met een Samsung-accessoire dat is bestemd
voor dit product. Wanneer niet wordt voldaan aan de bovenstaande
beperkingen, kan dit een overtreding van de FCC-richtlijnen voor
blootstelling aan frequente straling veroorzaken.
SAR-gegevens op dit model en andere modellen vindt u online
op http://www.fcc.gov/oet/ea/fccid/. Op deze site wordt het FCC-
identicatienummer aan de buitenkant van het product gebruikt.
Soms kan het nodig zijn om de batterij te verwijderen om het
nummer te vinden. Zodra u het FCC-identicatienummer voor een
bepaald product hebt gevonden, volgt u de instructies op de website
om de minimale of maximale SAR-waarde van het product te vinden.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
136
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Canada
Onbedoelde uitzendingen, volgens ICES-003
Dit digitale apparaat blijft binnen de limieten van Class B voor
afgifte van radiosignalen vanuit een digitaal apparaat zoals
bepaald in de voorschriften voor radio-interferentie van Industry
Canada.
Le psent appareil numérique német pas de bruits
radioélectriques dépassant les limitesapplicables aux appareils
nuriques de Classe B prescrites dans le règlement sur le
brouillage radioélectrique édicté par Industrie Canada.
Bedoelde uitzendingen, volgens RSS 210
Dit apparaat voldoet aan de RSS 210-norm van Industry Canada.
Er moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan:
(1) dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken en (2) dit
apparaat moet alle ontvangen interferentie tolereren, inclusief de
interferentie die kan leiden tot ongewenste werking.
L‘ utilisation de ce dispositif est autorisée seulement aux
conditions suivantes : (1) il ne doit pas produire de brouillage et (2)
l’ utilisateur du dispositif doit étre prêt à accepter tout brouillage
radioélectrique reçu, même si ce brouillage est susceptible de
compromettre le fonctionnement du dispositif.
De term ‘IC, dat voor het certiceringsnummer van het
apparaat staat, geeft alleen aan dat het apparaat voldoet aan
de technische specicaties van Industry Canada. Om eventuele
radio-interferentie voor andere gebruikers te reduceren, moet er
een type antenne en gain worden gekozen waarbij de eectief
uitgestraald vermogen van de zendinrichting ten opzichte van
een isotrope straler (EIRP; Equivalent Isotropically Radiated Power)
niet meer is dan het vereiste vermogen voor een succesvolle
communicatie. Om interferentie met radiosignalen van
gelicentieerde zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat
bestemd om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van
het raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
Pour empecher que cet appareil cause du brouillage au service
faisant l’objet d’une licence, il doit etre utilize a l’interieur et devrait
etre place loin des fenetres an de Fournier un ecram de blindage
maximal. Si le matriel (ou son antenne d’emission) est installe a
l’exterieur, il doit faire l’objet d’une licence.
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
136
137
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in Canada
als een ID-nummer van Industry Canada op het systeemlabel
wordt vermeld.
Bij gebruik van het draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11a is dit
product alleen geschikt voor gebruik binnenshuis omdat het in
het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door Industry
Canada wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt
omdat het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op
schadelijke storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde
kanaal vermindert.
Krachtige radar is als primaire gebruiker van de 5.25 tot 5.35 GHz
band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen. Deze radarstations
kunnen storen op dit apparaat en/of het beschadigen.
De maximale toegestane antenneversterking voor gebruik van
dit apparaat is 6 Db(i) om te voldoen aan de EIRP-limiet voor het
frequentiebereik tussen 5.25 tot 5.35 en tussen 5.725 tot 5.85 GHz
tijdens werken met een point-to-pointverbinding.
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder
de limieten voor blootstelling aan RF-straling die door Industry
Canada zijn gesteld.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Om interferentie met radiosignalen van gelicentieerde
zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat bestemd
om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van het
raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modicaties aan.
Modicaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Brazilië
Este produto esta homologado pela ANATEL, de acordo com
os procedimentos regulamentados pela Resolucao 242/2000, e
atende aos requisitos tecnicos aplicados.
Este equipamento opera em cater secundário, isto é, não
tem direito a proteção contra interferência prejudicial, mesmo
de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a
sistemas operando em caráter primário.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
138
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Europese Unie
CE-merk van de Europese Unie en kennisgevingen met
betrekking tot naleving
Producten die bestemd zijn voor verkoop in de Europese Unie zijn
voorzien van een CE-merk (Conformité Européenne), dat aangeeft
dat de apparatuur voldoet aan de toepasselijke richtlijnen en
Europese standaards en amendementen die hieronder worden
vermeld. Daarnaast draagt deze apparatuur de aanduiding Class 2.
De volgende informatie is uitsluitend van toepassing op systemen
die zijn voorzien van het CE-merk
.
Europese richtlijnen
Deze IT-apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
volgende Europese richtlijnen:
EMC-richtlijn 2004/108/EC
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC
R&TTE-richtlijn 1999/5/EC
Informatie over Europese goedkeuring voor
zendapparatuur (voor producten die zijn uitgerust met
zendapparatuur die is goedgekeurd door de EU)
Dit product is een notebookcomputer; in dit notebooksysteem,
dat bestemd is voor gebruik thuis of op kantoor, kunnen draadloze
netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een
laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen
de 2.4GHz/5GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing als
deze componenten aanwezig zijn. Kijk op het systeemlabel om te
controleren of draadloze componenten aanwezig zijn.
Eventuele draadloze componenten die zich in uw systeem
bevinden mogen alleen in de Europese Unie en aanverwante
gebieden worden gebruikt indien een CE-merk
met het
registratienummer van een aangemelde instantie en een
waarschuwingssymbool op het etiket zijn aangebracht.
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder de
limieten voor blootstelling aan RF-straling die door de Europese
Commissie in de R&TTE-richtlijn zijn gesteld.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
Zie de beperkingen voor 802.11b en 802.11g die gelden in
specieke landen of regios binnen landen in het gedeelte
“Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte”
hieronder.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
138
139
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Verklaringen betreende de naleving van de R&TT-richtlijn
van de EU
Česky
[Czech]
Samsung tímto prohlašuje, že tento Notebook
PC je ve shodě se základními požadavky a
dalšími příslušnými ustanoveními směrnice
1999/5/ES.
Dansk
[Danish]
Undertegnede Samsung erklærer herved, at
følgende udstyr Notebook PC overholder de
væsentlige krav og øvrige relevante krav i
direktiv 1999/5/EF.
Deutsch
[German]
Hiermit erklärt Samsung, dass sich das Gerät
Notebook PC in Übereinstimmung mit den
grundlegenden Anforderungen und den
übrigen einschlägigen Bestimmungen der
Richtlinie 1999/5/EG bendet.
Eesti
[Estonian]
Käesolevaga kinnitab Samsung seadme
Notebook PC vastavust direktiivi 1999/5/
EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist
tulenevatele teistele asjakohastele sätetele.
English
Hereby, Samsung, declares that this Notebook
PC is in compliance with the essential
requirements and other relevant provisions of
Directive 1999/5/EC.
Español
[Spanish]
Por medio de la presente Samsung declara
que el Notebook PC cumple con los requisitos
esenciales y cualesquiera otras disposiciones
aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE.
Ελληνική
[Greek]
ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Samsung ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ
Notebook PC ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ
ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ
ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5/ΕΚ.
Français
[French]
Par la présente Samsung déclare que l’appareil
Notebook PC est conforme aux exigences
essentielles et aux autres dispositions
pertinentes de la directive 1999/5/CE.
Italiano
[Italian]
Con la presente Samsung dichiara che questo
Notebook PC è conforme ai requisiti essenziali
ed alle altre disposizioni pertinenti stabilite
dalla direttiva 1999/5/CE.
Latviski
[Latvian]
Ar šo Samsung deklarē, ka Notebook PC atbilst
Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un
citiem ar to saistītajiem noteikumiem.
Lietuvių
[Lithuanian]
Šiuo Samsung deklaruoja, kad šis Notebook PC
atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/
EB Direktyvos nuostatas.
Nederlands
[Dutch]
Hierbij verklaart Samsung dat het toestel
Notebook PC in overeenstemming is met
de essentle eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
140
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Malti
[Maltese]
Hawnhekk, Samsung, jiddikjara li dan
Notebook PC jikkonforma mal-ħtiāijiet
essenzjali u ma provvedimenti oħrajn relevanti
li hemm d-Dirrettiva 1999/5/EC.
Magyar
[Hungarian]
Alulírott, Samsung nyilatkozom, hogy a
Notebook PC megfelel a vonatkozó alapvetõ
követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv
egyéb elõírásainak.
Polski
[Polish]
Niniejszym Samsung oświadcza, Ŝe Notebook
PC jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz
pozostałymi stosownymi postanowieniami
Dyrektywy 1999/5/EC.
Português
[Portuguese]
Samsung declara que este Notebook PC está
conforme com os requisitos essenciais e outras
disposões da Directiva 1999/5/CE.
Slovensko
[Slovenian]
Samsung izjavlja, da je ta Notebook PC v skladu
z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi
določili direktive 1999/5/ES.
Slovensky
[Slovak]
Samsung týmto vyhlasuje, že Notebook PC
spĺňa základné požiadavky a všetky prísluš
ustanovenia Smernice 1999/5/ES.
Suomi
[Finnish]
Samsung vakuuttaa täten että Notebook
PC tyyppinen laite on direktiivin 1999/5/
EY oleellisten vaatimusten ja sitä koskevien
direktiivin muiden ehtojen mukainen.
Svenska
[Swedish]
Härmed intygar Samsung att denna Notebook
PC står I överensstämmelse med de väsentliga
egenskapskrav och övriga relevanta
bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/
EG.
Íslenska
[Icelandic]
Hér með lýsir Samsung yr því að Notebook PC
er í samræmi við grunnkröfur og aðrar kröfur,
sem gerðar eru í tilskipun 1999/5/EC.
Norsk
[Norwegian]
Samsung erklærer herved at utstyret Notebook
PC er i samsvar med de grunnleggende krav og
øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
rkiye
[re]
Bu belge ile, Samsung bu Notebook PCnin
1999/5/EC Yönetmelinin temel gerekliliklerine
ve ilgili hükümlerine uygun oldunu beyan
eder.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
140
141
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Voor de EU-conformiteitsverklaring voor dit product (alleen in het
Engels) gaat u naar: http://www.samsung.com/uk/support/main/
supportMain.do
http://www.samsung.com/uk/support en kunt u naar het
modelnummer van het product zoeken.
Indien de conformiteitsverklaring voor het model waarin u bent
geïnteresseerd niet beschikbaar is op onze website, kunt u contact
opnemen met uw leverancier of het onderstaande adres.
doc.eu@samsung.com
Informatie over de fabrikant
Samsung Electronics Co., Ltd.
416, Maetan-3Dong, Yeongtong-Gu, Suwon-City, Gyeonggi-Do,
443-742, Korea
Samsung Electronics Suzhou Computer Co., Ltd.
No. 198, Fangzhou Road, Suzhou Industrial Park, Jiangsu Province,
215021, China
Tel.: +86-512-6253-8988
Zie de garantie of neem contact op met de verkoper van het
product voor het internetadres of telefoonnummer van het
Samsung Service Centre.
Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte
Plaatselijke beperkingen op het gebruik van 802.11b/802.11g
zendapparatuur
[Opmerking aan de integrator: De volgende verklaringen
met betrekking tot plaatselijke beperkingen moeten worden
gepubliceerd in alle documentatie voor eindgebruikers die bij het
systeem of product wordt geleverd waarin het draadloze product
is opgenomen.]
In verband met het feit dat de frequenties die worden
gebruikt door draadloze netwerkapparatuur volgens de
standaard 802.11b/802.11g mogelijk nog niet voor alle landen
is geharmoniseerd, worden producten die werken volgens
de standaard 802.11b/802.11g ontworpen voor gebruik in
specieke landen of regios en mogen deze niet worden
gebruikt in landen of regio’s buiten de landen/regios
waarvoor de producten bestemd zijn.
Als gebruiker van deze producten bent u ervoor
verantwoordelijk erop toe te zien dat de producten
uitsluitend worden gebruikt in de landen of regio’s waarvoor
ze bestemd zijn en te controleren dat ze zijn gecongureerd
met de juiste frequenties en kanalen voor het land en
de regio waarin ze worden gebruikt. Afwijkingen van de
toegestane instellingen en beperkingen in het land of de
regio van gebruik kunnen een overtreding vormen van de
plaatselijke wetten en als zodanig worden bestraft.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
142
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
De Europese variant is bestemd voor gebruik binnen de volledige
Europese Economische Ruimte. De toetstemming voor het
gebruik in bepaalde landen of regio’s binnen landen is echter als
volgt verder beperkt:
Algemeen
Europese standaards schrijven een maximaal zendvermogen voor
van 100 mW eectief isotropisch uitgestraald vermogen, en een
frequentiebereik tussen 2400 en 2483,5 MHz.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
België
Het product mag buitenshuis worden gebruikt, maar voor
gegevensoverdracht over een afstand van 300 m of meer is een
vergunning van de BIPT vereist.
Deze beperking dient als volgt in deze handleiding te worden
vermeld:
Dans le cas dune utilisation privée, à l’extérieur d’un bâtiment, au-
dessus d’un espace public, aucun enregistrement nest nécessaire
pour une distance de moins de 300m. Pour une distance
supérieure à 300m un enregistrement auprès de l’IBPT est requise.
Pour une utilisation publique à l’exrieur de bâtiments, une
licence de l’IBPT est requise. Pour les enregistrements et licences,
veuillez contacter l’IBPT.
Frankrijk
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
RTC CAUTION
CAUTION : Danger of explosion if battery is incorrectly replaced.
Replace only with the same or equivalent type recommended
by the manufacturer. Discard used batteries according to the
Manufacturer’s instruction.
Attention: Danger d’explosion si les piles sont mal palcées.
Remplacez les piles usagées uniquement par des piles de type
identique ou équivalent recommandees par is fabriquant. Otez les
piles usagées selon les instructions du fabriquant.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
142
143
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Informatie Over Het WEEE-Merk
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het
informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische
accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander
huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke
gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen,
moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een
verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van
materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de
winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier
en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen.
Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander
bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Pb
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit
dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet
samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid.
De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het
kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de
referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte
accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoen
schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering
van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte
accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor
recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accus
en batterijen in uw omgeving.
144
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Gecerticeerd voor TCO
(uitsluitend voor overeenkomende modellen)
Gefeliciteerd!
Dit product is voorzien van een TCO-certicaat voor
gebruiksgemak en milieu
Félicitations !
Het product dat u zojuist hebt gekocht, is
voorzien van de aanduiding TCO Certied. Dit
betekent dat uw computer is ontworpen,
geproduceerd en getest volgens een aantal van
de strengste prestatie- en milieu-eisen ter wereld. Dit topproduct
is ontworpen met het oog op de gebruiker en heeft een minimale
uitwerking op het klimaat en het milieu.
TCO Certied is een geverieerd programma van een derde partij,
waarbij elk productmodel door onpartijdig, bevoegd personeel
wordt getest in een testlaboratorium. Alle criteria zijn ontwikkeld
door TCO Development in samenwerking met een internationaal
team van wetenschappers, productexperts, gebruikers en
fabrikanten.
Hier volgen een aantal van de eigenschappen die bij dit product
worden aangeboden:
Gebruiksgemak – Op maat gemaakt
Goede visuele ergonomie en beeldkwaliteit: gegarandeerde
topkwaliteit en lager risico op vermoeide ogen. Verschillende
vereisten op het gebied van belichting, contrast, resolutie en
kleur
Ingebouwde optie om een extern beeldscherm en toetsenbord
en een externe muis aan te sluiten (aanbevolen wanneer u
langere tijd met een notebook of netbook werkt)
Ergonomisch toetsenbordontwerp – voor verhoogd
gebruiksgemak en goede leesbaarheid
Volledig getest volgens zeer strenge veiligheidsnormen
Lage emissie van elektrische en magnetische velden. Lage
akoestische ruisniveaus
Milieu – Ontworpen voor de planeet
Het bedrijf dat het merk produceert, geeft blijk van sociale
verantwoordelijkheid en beschikt over een gewaarmerkt
milieubeheersysteem (EMAS of ISO 14001)
Zeer laag energieverbruik in inactieve modus en stand-by:
beperkte uitwerking op het klimaat
Beperkingen van schadelijke materialen: vlamvertragers met
chloor en broom, weekmakers, plastic en zware metalen als
cadmium, kwik, lood en hexavalent chroom (een verbod op
kwik en beperkingen op schadelijke vlamvertragers ligt buiten
het bereik van compliantie met RoHS)
Zowel het product als de verpakking is ontworpen voor
recycling
Het bedrijf dat het merk produceert, biedt retouropties aan
Ga voor meer informatie naar
www.tcodevelopment.com
TCO Certied – Technologie voor u en voor de planeet
TCOF1190 TCO-document versie 2.0
144
145
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
De systeemspecicaties kunnen per modelvariant verschillen.
Raadpleeg de productcatalogus voor gedetailleerde
systeemspecicaties.
Processor (optioneel)
Intel Dual-Core i3/i5/i7 Processor
AMD Quad-Core A10/A8 Processor
AMD Dual-Core A6/A4 Processor
Werkgeheugen Geheugentype: DDR3 SODIMM
Hoofdchipset
(optioneel)
Intel HM65
Intel HM76
AMD A70M
Opslagapparaat
(optioneel)
7mmH /9.5 mmH SATA HDD
SSD
HDD + 16GB iSSD
HDD + 24GB iSSD
Grasche kaart
(optioneel)
Intel HD Graphics (intern)
AMD HD 7620G (intern)
AMD HD 7500G (intern)
AMD HD 7400G (intern)
AMD HD 7600G (intern)
AMD HD 7550M (PowerXpress)
NVIDIA GT 620M (Optimus)
Gebruiksomgeving
Temperatuur:
-5~40°C voor opslag, 10~32°C in bedrijf
Luchtvochtigheid:
5~90% voor opslag, 20~80% in bedrijf
Classicatie wisselstroom/
gelijkstroom (optioneel)
Invoer) 100-240VAC, 50/60Hz,
Uitvoer) 19VDC 2.1A, 19VDC 3.16A
Classicatie pc
(optioneel)
19VDC 2.1A (40W) /
19VDC 3.16A (60W)
Optionele componenten worden mogelijk niet
meegeleverd, of mogelijk worden andere componenten
geleverd, afhankelijk van het computermodel.
De systeemspecicaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
De capaciteit van de vaste schijf van een computer waarop
de Recovery is geïnstalleerd wordt als lager vermeld dan is
aangegeven in de productspecicatie.
De geheugencapaciteit die Windows kan gebruiken,
kan lager zijn dan de daadwerkelijk beschikbare
geheugencapaciteit.
Productspecicaties
146
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Productspecicaties
Gedeponeerde handelsmerken
Samsung is een gedeponeerd handelsmerk van Samsung Co., Ltd.
Intel, Pentium/Dual-Core/Quad-Core zijn gedeponeerde
handelsmerken van Intel Corporation.
AMD, Dual-Core/Quad-Core zijn gedeponeerde handelsmerken
van AMD Corporation.
Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
The terms HDMI and HDMI High-Denition Multimedia Interface,
and the HDMI Logo are trademarks or registered trademarks of
HDMI Licensing LLC in the United States and other countries.
Alle andere product- of bedrijfsnamen die hierin worden
genoemd zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaren.
ENERGY STAR®-partner
Als ENERGY STAR®-partner heeft SAMSUNG bepaald dat
dit product voldoet aan de ENERGY STAR®-richtlijnen
voor eciënt energieverbruik.
HDMI
146
147
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Woordenlijst
In de woordenlijst wordt de terminologie die in deze handleiding wordt gebruikt verklaard. Raadpleeg de online Help van Windows voor
andere termen
Apparaatbeheer
Hulpprogramma voor het beheren van computerapparatuur. Met
Apparaatbeheer kunt u hardware toevoegen en verwijderen en
stuurprogrammas bijwerken.
Back-up
Methode voor het opslaan van actuele gegevens zodat deze later
zonodig kunnen worden teruggehaald. Met behulp van een back-
up kunnen computergegevens worden hersteld in geval van
beschadiging van de gegevens of de computer.
Client
Een computer die gebruik maakt van gedeelde netwerkbronnen
die toegankelijk worden gemaakt door een server.
DDR SDRAM (Double Data Rate Synchronous Dynamic Random
Access Memory)
DRAM is een geheugentype waarvan de cellen bestaan uit een
condensator en transistor en dat tegen lage kosten kan worden
gefabriceerd. SDRAM is een geheugentype waarvan de prestaties
zijn verbeterd door de interne klok ervan te synchroniseren met de
externe processorklok. DDR SDRAM is een geheugentype waarvan
de prestaties zijn verbeterd door de bedrijfssnelheid van SDRAM
te verdubbelen en dan momenteel alom wordt gebruikt. Deze
computer gebruikt DDR SDRAM.
Delen
Het toegankelijk maken van een systeembron, zoals een map of
printer, zodat andere gebruikers er ook toegang toe hebben.
DHCP (Dynamic Host Conguration Protocol)
Dit verwijst naar het automatisch toewijzen van IP-adressen aan
gebruikers op het netwerk door netwerkbeheerders.
Direct X
Een toepassingsinterface die het voor Windows-toepassingen
mogelijk moet maken toegang te verkrijgen tot hardwareapparaten
op zeer hoge snelheid. Om spellen met beeld en geluid van
hoge kwaliteit te kunnen realiseren moeten grasche kaarten,
geluidskaarten en het geheugen op zeer grote snelheid
werken. DirectX maakt snellere communicatie mogelijk tussen
toepassingen en hardwareapparaten. Door toepassing van DirectX
zijn de multimediaprestaties van Windows enorm verbeterd.
D-sub (D-subminiature)
Dit is een kabel voor verbinding met een algemene CRT-monitor
en de computer. Via deze kabel worden analoge videosignalen
uitgevoerd.
148
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Dvd (Digital Versatile Disk)
Dvd werd ontwikkeld ter vervanging van de compact disc (cd).
Hoewel de disc even groot is en dezelfde vorm heeft als een cd, is
de capaciteit van een dvd tenminste 4,7 GB, terwijl de capaciteit
van een cd 600 MB is. Dvd-video is digitaal, in tegenstelling tot VHS
(analoog), en ondersteunt MPEG2-compressie en digitaal geluid.
Voor het afspelen van een dvd is een dvd-station vereist.
Firewall
Beveiligingssysteem dat wordt gebruikt voor het beschermen van
een intern netwerk of intranet tegen aanvallen van buitenaf door
middel van een vericatieprocedure.
Gedeelde map
Een map die kan worden gebruikt door andere gebruikers binnen
het netwerk.
HDMI
Dit is een digitale video/audio-interfacespecicatie waarmee video-
en audiosignalen via één kabel worden verzonden.
IEEE802.XX
Dit is een set specicaties die is ontwikkeld door het 802-
commité van de IEEE voor de LAN-verbindingsmethode met de
naam XX.
LAN (Local Area Network)
Een communicatienetwerk dat de verbinding vormt tussen
computers, printers en andere apparaten binnen een lokaal gebied,
bijvoorbeeld binnen een gebouw. Het LAN stelt alle aangesloten
apparaten in staat te communiceren met andere apparaten
binnen het netwerk. In een hedendaags LAN wordt de Ethernet-
technologie gebruikt die is ontwikkeld aan het begin van de jaren
tachtig. Voor aansluiting op een Ethernet is een netwerkkaart, ook
wel LAN-kaart, Ethernet-kaart of netwerkinterfacekaart genoemd,
noodzakelijk. Voor uitwisseling van gegevens tussen computers
is naast de hardwareapparatuur een protocol vereist. In Windows
Vista wordt TCP/IP gebruikt als het standaardprotocol.
LCD (Liquid Crystal Display)
Er zijn LCD-typen met een passieve matrix en een actieve matrix.
Deze computer gebruikt een LCD met een actieve matrix,
aangeduid als een TFT LCD. Aangezien een LCD wordt gevormd
door transistors in plaats van een beeldbuis, kan het scherm heel
plat worden gemaakt. En omdat het scherm niet knippert, heeft de
gebruiker minder snel last van vermoeide ogen.
Netwerk
Een groep computers en apparaten, zoals printers en scanners,
verbonden door een communicatielijn. Een netwerk kan groot
en klein zijn, en kan permanent zijn verbonden door middel
van kabels, of tijdelijk door middel van een telefoonlijn of een
draadloze verbinding. Het grootste netwerk is het internet, een
wereldwijd netwerk.
Woordenlijst
148
149
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Netwerkbeheerder
Gebruiker die het netwerk plant, congureert en beheert. De
netwerkbeheerder wordt soms ook wel de systeembeheerder
genoemd.
Oplaadbare USB
Dit programma levert stroom aan een specieke USB-poort
wanneer dit systeem zich in de energiebesparingsstand of
slaapstand bevindt of uitstaat.
Partitie
Dit verwijst naar het opdelen van de opslagruimte van een vaste
schijf in verschillende gebieden, partities genaamd. Als een vaste
schijf van 100 GB wordt gepartitioneerd in twee partities van
50 GB, kan de vaste schijf worden gebruikt alsof er twee vaste
schijven aanwezig zijn.
PCMCIA-kaart (Personal Computer Memory Card International
Association)
Dit is een uitgebreide kaartsleufspecicatie voor mobiele
computers, zoals notebooks. Niet alleen het geheugen, maar
ook de meeste randapparaten, zoals vaste schijven, LAN-kaarten,
enzovoort kunnen worden aangesloten op deze kaartsleuf.
Pictogram
Een kleine afbeelding die een bestand of ander object
vertegenwoordigt dat de gebruiker kan gebruiken.
Protocol
Een protocol is een set regels die door computers worden
gebruikt om met elkaar over een netwerk te communiceren.
Een protocol is een conventie of standaard die de communicatie
en gegevensoverdracht tussen twee computereindpunten
beheert of mogelijk maakt. Het denieert de procedures
voor gegevensoverdracht en het overdrachtsmedium voor
eectievere netwerkfuncties.
SDHC-kaart (Secure Digital High Capacity)
Dit is een uitbreiding van de SD-kaart met ondersteuning voor
meer dan 2 GB.
Server
Een server is in het algemeen een computer die gedeelde bronnen
toegankelijk maakt voor netwerkgebruikers.
Slaapstand
Energiemodus waarin energie wordt bespaard wanneer de
computer niet wordt gebruikt. Wanneer de computer in de
slaapstand wordt gezet, worden de gegevens in het geheugen
van de computer niet opgeslagen op de vaste schijf. Als de
stroomtoevoer wordt uitgeschakeld, gaan de gegevens in het
geheugen verloren.
Woordenlijst
150
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Sluimerstand
Energiemodus waarbij alle gegevens in het geheugen op de
vaste schijf worden opgeslagen en de processor en vaste schijf
worden uitgeschakeld. Op het moment dat de sluimerstand
wordt beëindigd, worden alle toepassingen die waren geopend
teruggebracht in hun laatste toestand.
Snel starten
Een werkbalk die zodanig kan worden gecongureerd dat u
met één muisklik een programma als Internet Explorer kunt
starten of het bureaublad van Windows kunt vrijmaken. U kunt
zelf pictogrammen toevoegen aan de werkbalk Snel starten en
programmas die u veel gebruikt starten door op dat pictogram te
klikken.
Stuurprogramma
Software die zorgt voor de communicatie tussen de hardware
en het besturingssysteem. het besturingssysteem kent de
hardwaregegevens en bestuurt de hardware. Het stuurprogramma
wordt in het algemeen bij de corresponderende hardware.
Systeembestand
Een bestand dat wordt gelezen en gebruikt door het Windows-
besturingssysteem. Systeembestanden mogen in het algemeen
niet worden verwijderd of verplaatst.
Systeemvak
Het gebied aan de rechterkant van de taakbalk, met onder andere
pictogrammen voor volumeregeling en energiebeheer en een klokje.
TCP/IPv4
Dit is een adressysteem van 4 bytes (32 bits) waarbij elke byte (8
bits) wordt gescheiden door een punt en elke byte staat voor een
decimaal nummer.
USB (Universal Serial Bus)
Standaard voor een seriële interface, ontworpen ter vervanging
van traditionele interfacestandaards als RS232 en PS/2.
De specicaties voor gegevensoverdracht vormen een onderdeel
van de interfacestandaarden voor het aansluiten van randapparaten
op een computer. Deze specicaties zijn USB 1.0, 1.1, 2.0 en 3.0.
Het wordt aanbevolen randapparaten te kunnen ondersteunen
die hoge gegevenssnelheden vereisen, zoals een AV-apparaat,
secundaire HDD of CD-RW. Hoe hoger de versie (bijvoorbeeld USB
3.0), hoe hoger de beschikbare gegevenssnelheid.
Windows Media Player
Multimediaprogramma dat deel uitmaakt van Windows. Met
dit programma kunt u mediabestanden afspelen, een audio-
cd maken, luisteren naar een radio-uitzending, mediabestanden
opzoeken en beheren, bestanden kopiëren naar een draagbaar
apparaat, enzovoort.
Woordenlijst
150
151
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Index
A
Aanraakvlak 54
AP 76
B
Batterij 105
Bedraad netwerk 72
BBIOS-instellingen 95
C
Cd-station 59
D
Draadloos netwerk 76
DualView 63
Dubbelklikken 54
G
Gebruikerswachtwoord 99
Geheugen 102
K
Klikken 54
L
LCD helderheid 71
M
Monitoraansluiting / uitvoer 63
Multicardsleuf 60
O
Opladen 105
Opstartprioriteit 101
Overzicht 26
P
Productspecicaties 145
R
Recorder 69
Recovery 110
S
Support Center 93
Scrollen 56
Slepen 55
Sneltoets 51
SoundAlive 70
Statusindicatoren 27
Supervisorwachtwoord 98
SW Update 92
V
Veiligheidsinstructies 6
Volumeregeling 69
W
Wachtwoord 98

Documenttranscriptie

Handleiding Inhoud Voor u begint Veiligheidsinstructies Juiste houding tijdens computergebruik Overzicht De computer aan- en uitzetten Wat is Microsoft Windows 8? Overzicht van het scherm Het menu Charms gebruiken Apps gebruiken Windows-sneltoetsfuncties Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Hoofdstuk 3. Werken met de computer 51 54 58 60 63 69 71 72 76 78 Toetsenbord Aanraakvlak Cd-station (ODD, optioneel) Multicardsleuf (optioneel) Een extern weergaveapparaat aansluiten Het volume instellen Helderheidsinstelling LCD-scherm Bedraad netwerk Draadloos netwerk (optioneel) Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) De multimedia-app gebruiken (optioneel) Samsung Software Update Een diagnose van de status van de computer maken en problemen oplossen BIOS-instellingen Een opstartwachtwoord instellen De opstartprioriteit wijzigen Het geheugen uitbreiden Oplaadbare batterij Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 110 117 121 1 Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 95 98 101 102 105 Hoofdstuk 2. Windows 8 gebruiken 34 35 37 39 42 43 88 92 93 Hoofdstuk 1. Aan de slag 3 6 23 26 31 Hoofdstuk 1. Aan de slag Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Windows opnieuw installeren (optioneel) V&A Hoofdstuk 6. Aanhangsel 127 129 131 143 144 145 147 151 Belangrijke veiligheidsinformatie Vervangende onderdelen en accessoires Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Informatie Over Het WEEE-Merk Gecertificeerd voor TCO Productspecificaties Woordenlijst Index Hoofdstuk 1. Aan de slag Voor u begint 3 Veiligheidsinstructies 6 Juiste houding tijdens computergebruik 23 Overzicht 26 De computer aan- en uitzetten 31 Voor u begint Voordat u de handleiding gaat lezen, moet u de volgende informatie doornemen. •• Optionele items, bepaalde apparaten en software waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, worden mogelijk niet of in een bijgewerkte versie meegeleverd. Houd er rekening mee dat de computeromgeving waarnaar in deze handleiding wordt verwezen kan afwijken van uw eigen omgeving. •• De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een representatief model voor een bepaalde serie. Dit model kan enigszins afwijken van het uiterlijk van het product dat u hebt aangeschaft. •• In deze handleiding worden de procedures beschreven voor zowel de muis als het aanraakvlak. •• Deze handleiding is geschreven voor Windows 8. De beschrijvingen en afbeeldingen kunnen verschillen, afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem. •• De handleiding die bij de computer wordt geleverd kan per model verschillen. Hoofdstuk 1. Aan de slag Werken met de software •• Klik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een willekeurig gebied en kies Alle Apps in de rechter benedenhoek. Klik vervolgens op het gewenste programma. U kunt hetzelfde ook doen door Quick Starter te starten. •• U kunt Quick Starter installeren vanaf SW Update. 3 Voor u begint Hoofdstuk 1. Aan de slag Aanduidingen met betrekking tot de veiligheid 4 Copyright © 2013 Samsung Electronics Co., Ltd. Pictogram Aanduiding Beschrijving Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit Waarschuwing symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Attentie Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan uw eigendommen. Samsung Electronics Co., Ltd. is eigenaar van het auteursrecht met betrekking tot deze handleiding. Geen enkel gedeelte van deze handleiding mag worden gereproduceerd of uitgezonden in welke vorm of op welke wijze, elektronisch of mechanisch, dan ook, zonder de toestemming van Samsung Electronics Co., Ltd. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd in het kader van de verbetering van de prestaties van het product. Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies van gegevens. Ga zorgvuldig te werk om te voorkomen dat u belangrijke gegevens verliest en maak een back-up van uw gegevens om dergelijk gegevensverlies te voorkomen. Besturingssysteem en softwareondersteuning Tekstaanduidingen Pictogram Aanduiding Attentie Opmerking Beschrijving In dit gedeelte vindt u informatie die u nodig hebt voor een functie. In dit gedeelte vindt u nuttige informatie over het gebruik van een functie. Als u het besturingssysteem dat af fabriek wordt meegeleverd, vervangt door een ander besturingssysteem of als u software installeert die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem wordt ondersteund, hebt u geen recht op technische ondersteuning, een vervangend product of een vergoeding. In dat geval worden er servicekosten in rekening gebracht. Gebruik uw computer met het oorspronkelijke besturingssysteem dat af fabriek wordt meegeleverd. Als u een ander besturingssysteem installeert, is het mogelijk dat er gegevens worden verwijderd of dat de computer niet start. Voor u begint Over de standaard voor de weergave van de capaciteit van het product Informatie over de capaciteitsweergave van de opslag Bij de berekening van de capaciteit van een opslagapparaat (HDD, SSD) door de fabrikant wordt uitgegaan van de aanname dan 1 KB gelijk is aan 1000 bytes. Het besturingssysteem (Windows) berekent de opslagcapaciteit echter op basis van de aanname dat 1 KB gelijk is aan 1024 bytes. Als gevolg van dit verschil in berekening wordt voor de capaciteit van de vaste schijf in Windows een lagere waarde vermeld dan door de fabrikant is opgegeven. (Bijvoorbeeld, in het geval van een vaste schijf van 80 GB vermeldt Windows de capaciteit als 74,5 GB, 80 x 1000 x 1000 x 1000 byte/ (1024 x 1024 x 1024) byte = 74,505 GB) De capaciteit die in Windows wordt vermeld kan zelfs nog lager uitvallen doordat bepaalde programma’s, zoals Recovery, zich op een verborgen gedeelte van de vaste schijf bevinden. Hoofdstuk 1. Aan de slag 5 De weergave van de geheugencapaciteit De geheugencapaciteit die is vermeld in Windows is lager dan de werkelijke geheugencapaciteit. Dit wordt veroorzaakt doordat het BIOS of de videokaart een gedeelte van het geheugen gebruikt of reserveert voor eigen gebruik. (Bijvoorbeeld, als 1 GB (=1024 MB) aan geheugen is geïnstalleerd, wordt in Windows mogelijk een capaciteit van 1022 MB of minder vermeld.) Veiligheidsinstructies Lees de volgende veiligheidsinstructies zorgvuldig door om uw veiligheid te waarborgen en schade te voorkomen. Dit gedeelte wordt gebruikt door diverse Samsungcomputers. Als gevolg hiervan kunnen de afbeeldingen afwijken van wat u in werkelijkheid te zien krijgt. Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Aanwijzingen met betrekking tot de installatie Installeer het product niet op een plaats waar het wordt blootgesteld aan een hoge vochtigheidsgraad, zoals in een badkamer. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken. Gebruik het product uitsluitend in de bedrijfsomstandigheden die worden vermeld in deze handleiding van de fabrikant. Hoofdstuk 1. Aan de slag 6 Houd de plastic zakken buiten het bereik van kinderen. Er bestaat verstikkingsgevaar. Bewaar een afstand van tenminste 15 cm tussen de computer en de wand en plaats geen objecten tussen de computer en de wand. Dit kan leiden tot een hogere temperatuur in de computer en kan verwondingen veroorzaken. Plaats de computer niet op een schuin aflopende plaats of een plaats waar deze wordt blootgesteld aan trillingen, of vermijd tenminste de computer langere tijd op een dergelijke plaats te gebruiken. Dit verhoogt het risico op storingen of schade aan het product. Ver 3.3 Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Let erop dat mensen niet te lang worden blootgesteld aan de ventilator, adapter enz. van de computer, aangezien lange tijd deze warmte genereren als uw pc is ingeschakeld. Hoofdstuk 1. Aan de slag Aanwijzingen met betrekking tot de voeding De afbeeldingen van de stekker en het stopcontact kunnen afwijken, afhankelijk van het in het land gebruikte systeem en het model van het product. Raak de stekker en de voedingskabel niet met natte handen aan. Het gedurende langere tijd blootstellen van een lichaamsdeel aan de warme lucht uit de luchtopening of de warmte van de netspanningsadapter kan brandwonden veroorzaken. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken. Voorkom dat de luchtinlaat aan de onderkant van de computer wordt geblokkeerd, wanneer u de computer op een bed of kussen plaatst. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand. Als de luchtinlaat wordt geblokkeerd, bestaat gevaar voor beschadiging van de computer of oververhitting van het binnenwerk van de computer. Overschrijd niet de standaardcapaciteit (spanning/stroom) van een verdeeldoos of een verlengkabel die u eventueel in combinatie met het product gebruikt. G Als de voedingskabel of het stopcontact geluid maakt, moet u de stekker uit het stopcontact halen en contact opnemen met het servicecentrum. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand. 7 Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Gebruik geen beschadigde voedingskabels of beschadigde of loszittende stekkers of stopcontacten. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand. Sluit de voedingskabel stevig aan op het stopcontact en de AC-adapter. Anders kan er brandgevaar ontstaan. Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te trekken. Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar voor elektrische schokken. Buig de voedingskabel niet overmatig en plaats geen zware objecten op de voedingskabel. Het is uiterst belangrijk de voedingskabel buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren te houden. Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar voor elektrische schokken of brand. Hoofdstuk 1. Aan de slag 8 Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact of op een verlengsnoer met een geaarde terminal. Wanneer u dit niet doet, kan dit elektrische schokken veroorzaken. Als de voeding niet geaard is, kan er lekstroom ontstaan die leidt tot elektrische schokken. Als water of een andere substantie binnendringt in de voedingsingang, AC-adapter of de computer, moet u de voedingskabel loshalen en contact opnemen met het servicecentrum. Als de notebookcomputer over een externe (verwijderbare ) batterij beschikt, verwijdert u ook deze batterij. Schade aan het binnenwerk van de computer kan elektrische schokken en brandgevaar opleveren. Houd de voedingskabel en het stopcontact schoon, zodat deze niet met stof bedekt raken. Wanneer u dit niet doet, kan dit brand veroorzaken. Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Let op bij het gebruik van de wisselstroomadapter Sluit het netsnoer stevig aan op de wisselstroomadapter. Als het contact niet goed wordt gemaakt, bestaat gevaar voor brand. Gebruik uitsluitend de wisselstroomadapter die bij het product is geleverd. Als u een andere adapter gebruikt, kan het scherm gaan flikkeren. Plaats geen zware objecten en stap niet op het netsnoer of de wisselstroomadapter, om beschadiging van het netsnoer of de wisselstroomadapter te vermijden. Als het snoer is beschadigd, bestaat gevaar voor elektrische schokken en brand. Hoofdstuk 1. Aan de slag 9 Trek de netvoedingsadapter voor wandmontage (adapter met ingebouwde stekker) aan de stekker uit het stopcontact en trek deze in de richting van de pijl. Als u de adapter loskoppelt door de kabel beet te pakken en hieraan te trekken, kan de adapter beschadigd raken en kunt u een elektrische schok krijgen, klinkt er mogelijk een explosief geluid of kan er vonkvorming optreden. Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de oplaadbare accu Laad de accu volledig op voordat u de computer voor de eerste keer gebruikt. Houd de oplaadbare accu buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren, zodat ze deze niet in de mond kunnen nemen. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken en verstikking. Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Gebruik uitsluitend een goedgekeurde accu en wisselstroomadapter. Gebruik uitsluitend accu’s en adapters die zijn goedgekeurd door Samsung Electronics. Niet goedgekeurde accu’s en adapters voldoen mogelijk niet aan de juiste veiligheidsvereisten en kunnen problemen en storingen veroorzaken die resulteren in ontploffing of brand. Gebruik de computer niet op een plaats die onvoldoende ventilatie biedt, zoals op een bed of een kussen, en gebruik de computer niet op een vloer met vloerverwarming. De computer zou dan oververhit kunnen raken. Zorg er met name in deze omgevingen voor dat de ventilatieopeningen (aan de zijkant) niet zijn geblokkeerd. Als de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd, kan de computer oververhit raken, hetgeen kan leiden tot problemen met de computer of zelfs ontploffing. Hoofdstuk 1. Aan de slag 10 Gebruik de computer niet op een vochtige plaats, zoals in een badkamer of sauna. Anders werkt de computer mogelijk niet goed en bestaat gevaar voor elektrische schokken. Gebruik de computer altijd binnen het aanbevolen temperatuur- en luchtvochtigheidbereik (10-32ºC, 20-80% RV). Sluit het LCD-scherm niet en doe de computer niet in de tas wanneer deze nog aan staat. Als u de computer in de tas doet zonder deze uit te schakelen, kan de computer oververhit raken en is er gevaar voor brand. Sluit de computer naar behoren af voordat u deze verplaatst. U mag dit product (of de batterij) nooit verhitten of in het vuur werpen. Bewaar of gebruik het product (of de batterij) niet op een hete plaats, zoals in een sauna, in een voertuig blootgesteld aan de zon, enzovoort. Er is gevaar voor ontploffing of brand. Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Hoofdstuk 1. Aan de slag 11 De stroomtoevoer naar de interne batterij onderbreken (uitsluitend voor overeenkomende modellen) Zorg ervoor dat metalen voorwerpen, zoals een sleutel of paperclip, de aansluitpunten van de accu (metalen onderdelen) niet kunnen raken. Als een metalen voorwerp de aansluitpunten van de accu raakt, kan kortsluiting ontstaan die de accu kan beschadigen of brand kan veroorzaken. Als vloeistof uit het product (of de batterij) lekt of een vreemde geur uit het product (of de batterij) komt, verwijdert u het product (of de batterij) en neemt u contact op met het servicecentrum. Er is gevaar voor ontploffing of brand. Vervang een kapotte of versleten accu om veiligheidsredenen altijd door een nieuw goedgekeurd exemplaar. •• Klanten kunnen de batterij niet verwijderen bij producten met ingebouwde batterijen. •• In het geval van overstroming, blikseminslag of explosies kunt u de batterijstroom onderbreken door een voorwerp, bijvoorbeeld een paperclip, in de [noodopening] aan de onderkant van de computer steken. •• Koppel de netvoedingsadapter los en steek een voorwerp, bijvoorbeeld een paperclip, in de opening aan de onderkant van de computer om de batterijstroom te onderbreken. In het geval van overstroming, blikseminslag of explosies onderbreekt u de batterijstroom, sluit u de netvoedingsadapter niet opnieuw aan en neemt u onmiddellijk contact op met Samsung Electronics zodat gepaste tegenmaatregelen kunnen worden genomen. Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. •• Daarna werkt de batterijvoeding weer als u de netvoedingsadapter aansluit. •• Onderbreek de batterijstroom niet onder normale omstandigheden. •• Dit kan leiden tot een gegevensverlies of productstoringen. De positie van de noodopening kan afhankelijk van het model afwijken. Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik Haal alle op de computer aangesloten kabels los voordat u deze reinigt. Als uw notebook over een externe en verwijderbare batterij beschikt, verwijdert u de externe batterij. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of beschadiging van het product. Hoofdstuk 1. Aan de slag 12 Sluit op het modem geen telefoonlijn aan die is verbonden met een digitale telefoon. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken, brand of beschadiging van het product. Plaats geen voorwerpen gevuld met water of chemicaliën boven of in de buurt van de computer. Als water of chemicaliën in de computer binnendringen, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken. Als de computer is gebarsten of gevallen, moet u de voedingskabel loshalen en contact opnemen met het servicecentrum om een veiligheidscontrole uit te voeren. Als de notebookcomputer over een externe (verwijderbare ) batterij beschikt, verwijdert u ook deze batterij. Het gebruik van een kapotte computer kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Vermijd direct zonlicht wanneer de computer zich bevindt in een ruimte zonder ventilatie, zoals in een voertuig. Er bestaat gevaar voor brand. De computer kan oververhit raken of ten prooi vallen aan dieven. Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Hoofdstuk 1. Aan de slag  13 Zorg ervoor dat u alleen een upgrade uitvoert van de onderdelen die zijn opgegeven in de gebruikershandleiding volgens de procedures die zijn beschreven in de gebruikershandleiding. Gebruik uw notebook-pc niet lang wanneer een lichaamsdeel in contact met de notebook-pc staat. De temperatuur van het product kan tijdens normaal functioneren stijgen. Demonteer de andere onderdelen of apparaten niet zelf. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken, brand of beschadiging van het product. Dit kan leiden tot het beschadigen of het verbranden van uw huid. Haal de voedingseenheid of de AC-adapter in geen geval uit elkaar. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken. Aanwijzingen met betrekking tot upgrades Voer alleen zelf een upgrade van de computer uit als u over voldoende kennis en vaardigheden hiertoe beschikt. Als dat niet het geval is, vraagt u het servicecentrum of een geautoriseerde technicus om de upgrade uit te voeren. Als u de accu van de ingebouwde klok verwijdert, houd deze dan buiten het bereik van kinderen zodat ze deze niet kunnen aanraken en/of inslikken. Er bestaat verstikkingsgevaar. Als een kind de accu inslikt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen. Veiligheidsinstructies Waarschuwing Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale gevolgen hebben. Sluit, voordat u een upgrade van de computer gaat uitvoeren, de computer af en ontkoppel alle aangesloten kabels. Als de notebookcomputer is voorzien van een externe (verwijderbare) batterij, verwijdert u ook deze batterij. Anders kan er gevaar voor elektrische schokken ontstaan. Aanwijzingen met betrekking tot beheer en verplaatsing Volg de aanwijzingen voor de locatie waar u zich bevindt (bijvoorbeeld vliegtuig, ziekenhuis, enzovoort) op als u gebruik maakt van draadloze communicatie (Wifi, Bluetooth, enzovoort). Hoofdstuk 1. Aan de slag 14 Vermijd om een station bloot te stellen aan magnetische velden. Beveiligingsapparaten met magnetische velden zijn onder andere detectiepoorten op luchthavens en draagbare detectoren. Bij beveiligingsapparaten op luchthavens waarmee handbagage wordt gecontroleerd zoals transportbanden, wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling in plaats van magnetisme. Hierdoor wordt een station niet beschadigd. Als u de notebookcomputer meedraagt met andere voorwerpen, zoals de adapter, muis, boeken, enzovoort, moet u ervoor zorgen dat niets tegen de notebookcomputer aandrukt. Als een zwaar object tegen de notebookcomputer wordt gedrukt, kan een witte plek of een vlek op het lcd-scherm verschijnen. Let daarom goed op dat u geen druk uitoefent op de notebook. Plaats de notebookcomputer in dat geval in een afzonderlijk compartiment, apart van andere objecten. Veiligheidsinstructies Attentie Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan het product. Aanwijzingen met betrekking tot de installatie Zorg ervoor dat u de ventilatie- en andere openingen in het product niet blokkeert, en steek geen voorwerpen in de openingen. Schade aan een onderdeel in de computer kan elektrische schokken en brand veroorzaken. Als u de computer gebruikt terwijl deze op zijn zijde ligt, moet u deze dusdanig plaatsen dat de ventilatieopeningen zich aan de bovenzijde bevinden. Als u dat niet doet, kan de temperatuur binnen in de computer stijgen, hetgeen tot storingen en uitvallen van de computer kan leiden. Plaats geen zware voorwerpen op het product. Dit kan problemen met de computer veroorzaken. Bovendien kan het voorwerp vallen en verwondingen of schade aan de computer veroorzaken. Hoofdstuk 1. Aan de slag 15 Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de oplaadbare accu Voer verbruikte oplaadbare batterijen op verantwoorde wijze af. •• Er is gevaar voor brand en ontploffing. •• De wijze waarop verbruikte oplaadbare batterijen worden verwerkt kan verschillen per land of regio. Voer de verbruikte oplaadbare accu op een verantwoorde wijze af. Smijt niet met de oplaadbare accu, haal hem niet uit elkaar en gooi hem niet in water. Dit kan leiden tot verwondingen, brand of ontploffing. Gebruik alleen oplaadbare batterijen die zijn goedgekeurd door Samsung Electronics. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot ontploffing. Vermijd contact met metalen voorwerpen, zoals autosleutels en clips, tijdens het vasthouden of dragen van een oplaadbare accu. Contact met metaal kan leiden tot kortsluiting en een hoge temperatuur en kan leiden tot schade aan de oplaadbare accu of kan brand veroorzaken. Veiligheidsinstructies Attentie Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan het product. Vervang de oplaadbare accu in overeenstemming met de instructies in deze handleiding. Als u dat niet doet, kan dit leiden tot ontploffing of brand als gevolg van schade aan het product. U mag het product (of de batterij) niet verwarmen of blootstellen aan hitte (bijvoorbeeld in een voertuig tijdens de zomer). Er is gevaar voor ontploffing of brand. Hoofdstuk 1. Aan de slag 16 Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik Plaats geen kaars, brandende sigaret, enzovoort boven of op het product. Er bestaat gevaar voor brand. Gebruik een stopcontact of verdeeldoos met randaarde. Anders kan er gevaar voor elektrische schokken ontstaan. Laat het product na reparatie testen door een veiligheidstechnicus. Geautoriseerde Samsung-servicecentra voeren na de reparatie een veiligheidscontrole uit. Als u een gerepareerd product gebruikt zonder het op veiligheid te testen, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand. Schakel bij bliksem het systeem onmiddellijk uit, haal de stekker uit het stopcontact en gebruik geen modem of telefoon. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand. Gebruik de computer en de AC-adapter niet op schoot of op een zacht oppervlak. Als de temperatuur van de computer oploopt, zou u zich kunnen branden. Veiligheidsinstructies Attentie Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan het product. Hoofdstuk 1. Aan de slag 17 Volg bij het omgaan met computeronderdelen de aanwijzigen uit de handleiding de bij de onderdelen werd geleverd op. Anders kan schade aan het product ontstaan. Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan. Als er rook uit de computer komt of u een brandlucht ruikt, trekt u de stekker uit het stopcontact en neemt u onmiddellijk contact op met een servicecentrum. Als uw notebook over een externe en verwijderbare batterij beschikt, verwijdert u de externe batterij. Sluit het LCD-scherm pas nadat u hebt gecontroleerd dat de notebookcomputer is uitgeschakeld. Gebruik geen beschadigde of aangepaste cd. Sluit alleen toegestane apparaten aan op de aansluitingen of poorten van de computer. Er bestaat gevaar voor brand. De temperatuur kan oplopen, waardoor het product oververhit en vervormd kan worden. Dit zou kunnen leiden tot schade aan het product of persoonlijk letsel. Druk niet op de uitwerptoets op het moment dat het cd-romstation in bedrijf is. Steek uw vingers niet in de PC Card-sleuf. U kunt gegevens kwijtraken of de schijf kan plotseling worden uitgeworpen, hetgeen letsel kan veroorzaken. Laat het product niet vallen en stoot het niet om. U zou letsel kunnen oplopen of de gegevens zouden beschadigd kunnen raken. Breng de antenne niet in contact met een voedingsbron, zoals een stopcontact. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken. Dit zou kunnen leiden tot letsel of elektrische schokken. Gebruik altijd een aanbevolen computerreinigingsmiddel voor het reinigen van het product en gebruik de computer pas wanneer deze weer helemaal droog is. Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan. De noodmethode voor het uitwerpen van een schijf met behulp van een paperclip mag niet worden gebruikt op het moment dat de schijf in beweging is. Gebruik de noodvoorziening voor het uitwerpen van schijven alleen als de optische schijf tot stilstand is gekomen. Er is gevaar voor verwondingen. Veiligheidsinstructies Attentie Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan het product. Hoofdstuk 1. Aan de slag 18 Aanwijzingen met betrekking tot upgrades Wees voorzichtig bij het aanraken van een onderdeel of apparaat van het product. Houd uw gezicht uit de buurt van de lade van de optische schijf op het moment dat deze in bedrijf is. Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het product of letsel. U zou gewond kunnen raken als de schijf onverhoopt plotseling wordt uitgeworpen. Smijt niet met de computer of onderdelen ervan en pas op dat u deze niet laat vallen. Controleer cd’s voor gebruik op barsten en andere beschadigingen. Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het product of letsel. Het station zou beschadigd kunnen worden en de gebruiker zou gewond kunnen raken. Sluit na de demontage de klep en sluit vervolgens het netsnoer weer aan. Laat het product niet achter op een plaats die is blootgesteld aan magneetvelden. Wanneer u dit niet doet, kunnen er elektrische schokken ontstaan door het blootliggende circuit. •• Een magneetveld kan ervoor zorgen dat het product niet normaal werkt of dat de batterij wordt ontladen. Gebruik alleen onderdelen die zijn goedgekeurd door Samsung Electronics. •• De informatie die is opgeslagen op de magneetband van een creditcard, telefoonkaart, bankpas, vervoerticket, enz. kan beschadigd raken door het elektromagnetische veld van een computer. Dit zou tot schade aan het product kunnen leiden of brand veroorzaken. Veiligheidsinstructies Attentie Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan het product. Haal het product nooit uit elkaar en probeer het product niet zelf te repareren. Als het product is gemodificeerd, gedemonteerd of gerepareerd door de gebruiker, vervalt de garantie, wordt er een servicetarief in rekening gebracht en bestaat het gevaar van een ongeluk. Gebruik een geautoriseerd servicecentrum van Samsung Electronics. Hoofdstuk 1. Aan de slag 19 Aanwijzingen met betrekking tot beheer en verplaatsing Schakel voordat u het product verplaatst de stroomtoevoer uit en haal alle aangesloten kabels los. Het product zou beschadigd kunnen raken en gebruikers zouden over de kabels kunnen vallen. Als u de notebookcomputer langere tijd niet gebruikt, moet u de oplaadbare accu ontladen en los van de computer bewaren. (Voor typen met een externe en verwijderbare batterij) Als u een apparaat wilt aansluiten dat niet is gemaakt of goedgekeurd door Samsung Electronics, moet u vooraf contact opnemen met het servicecentrum. De oplaadbare accu blijft dan in zo goed mogelijke conditie. Het product zou beschadigd kunnen raken. U zou betrokken kunnen raken bij een verkeersongeval. Houd uw aandacht op het verkeer. Bedien of bekijk de computer niet tijdens het besturen van een voertuig. Veiligheidsinstructies Attentie Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan het product. Adviezen ter voorkoming van gegevensverlies (vasteschijfbeheer) Ga met zorg te werk om beschadiging van de gegevens op de vaste schijf te voorkomen. •• Een vasteschijfstation is dermate gevoelig dat stoten van buiten kunnen leiden tot verlies van gegevens op het schijfoppervlak. •• Wees uiterst voorzichtig, want verplaatsing van de computer of aanstoten van de computer terwijl deze aan staat kan leiden tot beschadiging van de gegevens op het vasteschijfstation. •• Het bedrijf is niet aansprakelijk voor het verlies van gegevens op de vaste schijf. Hoofdstuk 1. Aan de slag 20 Oorzaken die schade aan de gegevens op de vaste schijf of aan de vaste schijf zelf zouden kunnen veroorzaken. •• De gegevens kunnen verloren gaan wanneer stoten van buiten worden aangebracht op de schijf tijdens het uit elkaar halen of in elkaar zetten van de computer. •• De gegevens kunnen verloren gaan als de computer wordt uitgeschakeld of gereset als gevolg van een stroomstoring terwijl de vaste schijf in bedrijf is. •• Gegevens kunnen onherstelbaar verloren gaan als gevolg van een virusinfectie. •• Gegevens kunnen verloren gaan als de stroomtoevoer wordt uitgeschakeld terwijl een programma wordt uitgevoerd. •• Als u de computer verplaatst of aanstoot terwijl de vaste schijf in bedrijf is, kunnen bestanden beschadigd worden of beschadigde sectoren ontstaan op de vaste schijf. Maak regelmatig back-ups van uw gegevens om gegevensverlies als gevolg van beschadiging van de vaste schijf te voorkomen. Veiligheidsinstructies Het gebruik van de voeding in een vliegtuig Aangezien het type stopcontact kan verschillen afhankelijk van het type vliegtuig, sluit u het stroomsnoer op de vereiste wijze aan. Aangezien er voor de voedingskabel en autoadapter representatieve afbeeldingen worden gebruikt, kunnen deze afwijken van de daadwerkelijke onderdelen. Hoofdstuk 1. Aan de slag 21 Wanneer u een AC-stekker gebruikt Plaats de pinnen van de stekker recht in het midden van het stopcontact. •• Als de pinnen van de stekker niet in het midden van de gaten worden geplaatst, kan de stekker slechts half in het stopcontact worden gedrukt. In dat geval steekt u de stekker opnieuw in het stopcontact. •• U moet de stekker in het stopcontact steken wanneer de stroomindicator (LED) van het stopcontact groen brandt. Wanneer de stekker op de juiste manier is aangesloten, blijft de stroomindicator (LED) groen branden. Anders wordt de stroomindicator (LED) uitgeschakeld. In dat geval trekt u de stekker uit het stopcontact en controleert u of de stroomindicator (LED) groen brandt. Vervolgens steekt u de stekker weer in het stopcontact. Stroomindicator (LED) Center Holes Stopcontact van 220 V Goed Stopcontact van 110 V Fout Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 1. Aan de slag Wanneer u de autoadapter gebruikt In het geval van een aanstekercontact moet u de autoadapter gebruiken (optioneel). Steek stekker van de autoadapter in de aanstekerhouder en sluit de DC-stekker van de autoadapter aan op de voedingsaansluiting op de computer. Wanneer u de oplaadconverter in het vliegtuig gebruikt Mogelijk moet u, afhankelijk van het vliegtuig, de autoadapter en oplaadconverter gebruiken. Sluit de oplaadconverter in het vliegtuig (optioneel) aan op de autoadapter (optioneel) en steek de vliegtuigstekker in het stopcontact. Oplaadconverter dit eind aan op 1 Sluit de autoadapter. Autoadapter DC-stekker Aanstekeraansluiting Aanstekerhouder 22 Steek de vliegtuigaansluiting in het stopcontact van het vliegtuig. 2 Juiste houding tijdens computergebruik Hoofdstuk 1. Aan de slag 23 Het bewaren van de juiste houding tijdens computergebruik is uiterst belangrijk om fysieke schade te voorkomen. •• Gebruik de computer niet in een liggende houding, maar alleen in een zittende houding. De volgende instructies gaan over het aannemen van een goede houding tijdens het werken met de computer, zoals bepaald door middel van human engineering. Lees de instructies goed door en volg deze op tijdens het werken met de computer. •• Gebruik de computer niet op uw schoot. Als de temperatuur van de computer oploopt, zou u zich kunnen branden. Anders loopt u een verhoogd risico op blessures (RSI: Repetitive Strain Injury) als gevolg van herhaalde handelingen, en kunt u te maken krijgen met ernstig lichamelijk letsel. •• De instructies in deze handleiding zijn zodanig geformuleerd dat ze van toepassing zijn op de gemiddelde gebruiker. •• Als de instructies niet van toepassing zijn op een gebruiker, moeten de aanbevelingen worden toegepast in overeenstemming met de behoeften van de gebruiker. Juiste houding De hoogte van uw bureau en stoel instellen in overeenstemming met uw lengte. De hoogte moet zodanig worden ingesteld dat uw armen een rechte hoek vormen wanneer u op uw stoel zit en uw handen op het toetsenbord plaatst. Stel de hoogte van de stoel zodanig in dat uw hielen comfortabel op de grond staan. •• Houd uw polsen tijdens het werken recht. •• Gebruik een stoel met een comfortabele rug. •• Laat uw zwaartepunt tijdens het zitten op de stoel niet rusten op de stoel maar op uw voeten. •• Gebruik een hoofdtelefoon als u de computer wilt gebruiken terwijl u een telefoongesprek voert. Werken met de computer met de telefoon op uw schouder is slecht voor uw houding. •• Houd artikelen die u vaak gebruikt binnen handbereik. Juiste houding tijdens computergebruik Hoofdstuk 1. Aan de slag 24 Oogpositie Handpositie Bewaar een afstand van tenminste 50 cm tussen uw ogen en het beeldscherm. Houd uw arm onder een rechte hoek, zoals aangegeven in de afbeelding. •• Stel de hoogte van het beeldscherm zodanig in dat de bovenkant van het scherm op gelijke hoogte met of lager dan uw ogen licht. •• Houd de lijn van uw elleboog naar uw hand recht. •• Stel de helderheid van het beeldscherm niet te hoog in. •• Houd het beeldscherm schoon. •• Als u een bril draagt, maak deze dan schoon voordat u de computer gebruikt. •• Als u gegevens van een vel papier invoert op de computer, gebruik dan een vaste documenthouder die het papier op vrijwel gelijke hoogte met het beeldscherm houdt. •• Plaats uw handpalm niet op het toetsenbord tijdens het typen. •• Houd de muis niet krampachtig vast. •• Druk niet krampachtig op het toetsenbord, aanraakvlak of de muis. •• Het is raadzaam een extern toetsenbord en een muis aan te sluiten als u de computer langere tijd gebruikt. Juiste houding tijdens computergebruik Volumeregeling (hoofdtelefoon en luidsprekers) Controleer het volume voordat u naar muziek gaat luisteren. Controleer het volume! •• Controleer of het volume niet te luid is voordat u een hoofdtelefoon gebruikt. •• Het is niet raadzaam langdurig een hoofdtelefoon te gebruiken. •• Afwijkingen van de standaardinstelling van de equalizer kunnen leiden tot gehoorschade. •• De standaardinstellingen kunnen zonder uw tussenkomst worden gewijzigd door updates van software en stuurprogramma’s. Controleer de standaardinstellingen van de equalizer voor het eerste gebruik. Hoofdstuk 1. Aan de slag 25 Luister niet gedurende langere tijd op hoog volume om mogelijke gehoorschade te voorkomen. Werktijd (pauzes) •• Als u langer dan een uur achter elkaar werkt, neem dan telkens na 50 minuten een pauze van tenminste 10 minuten. Verlichting •• Gebruik de computer niet op een donkere plaats. De verlichting bij het werken met de computer moet net zo sterk zijn als bij het lezen van een boek. •• Indirecte verlichting is het beste. Gebruik een gordijn om weerspiegelingen in het LCD-scherm te voorkomen. Werkomstandigheden •• Gebruik de computer niet op een warme en vochtige plaats. •• Gebruik de computer binnen de toegestane temperatuuren luchtvochtigheidswaarden die zijn vermeld in deze handleiding. Overzicht Hoofdstuk 1. Aan de slag 26 Vooraanzicht •• De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een representatief model voor een bepaalde serie. De vormgeving en kleur in de afbeeldingen kan enigszins afwijken van het werkelijke product, afhankelijk van het model. •• De kleur en het uiterlijk van uw computer kunnen afwijken van de afbeelding in deze handleiding. 1 2 1 Cameralens (optioneel) 2 Bedrijfsindicator Geeft de bedrijfsstatus van de camera camera (optioneel) aan. LCD- of 3 aanraakscherm (optioneel) Hier wordt het beeld weergegeven. Het werkt als een aanraakscherm bij modellen die de aanraakschermfunctie ondersteunen. (Optioneel) Luidspreker (optioneel) Hiermee wordt het geluid gegenereerd. 4 5 Aan/Uit-knop Hiermee zet u de computer aan en uit. 3 6 Toetsenbord Door het indrukken van de toetsen kunt u gegevens invoeren. 4 Aanraakvlak en 7 knoppen Het aanraakvlak en de knoppen bij het aanraakvlak vervullen dezelfde functie als een muis en de knoppen die zich daarop bevinden. 8 Statusindicatoren Hier kunt u de bedrijfsstatus van de computer zien. Een brandend lampje geeft aan dat de corresponderende functie actief is. 9 Microfoon U kunt de ingebouwde microfoon gebruiken. 5 6 7 9 8 Met deze lens kunt u foto’s maken en bewegende beelden opnemen. U kunt een foto maken of een film opnemen met Charms > Start > Camera. Overzicht Hoofdstuk 1. Aan de slag 27 Statusindicatoren 1 Vaste schijf/ ODD Dit wordt ingeschakeld wanneer de vaste schijf of ODD (Optical Disk Drive) wordt geopend. 2 Draadloos netwerk Wordt ingeschakeld wanneer het draadloos netwerk actief is. 3 1 2 3 Oplaadstatus 4 4 Aan/Uit Geeft de voedingsbron en de status van de oplaadbare batterij aan. Groen: de oplaadbare batterij is volledig opgeladen of is niet aanwezig. / Rood of oranje: de oplaadbare batterij wordt opgeladen. Uit: de computer draait op de oplaadbare batterij en is niet aangesloten op het lichtnet. Geeft de bedrijfsstatus van de computer aan. Aan: de computer is in bedrijf. Knippert: de computer staat in de slaapstand. Overzicht Hoofdstuk 1. Aan de slag 28 Rechter aanzicht 1 2 USB 2.0-poort 1 (optioneel) Op de USB-poort kunt u USB-apparaten aansluiten, zoals een toetsenbord/muis, digitale camera, enzovoort. Multicardsleuf 2 (optioneel) Een kaartsleuf ondersteunt meerdere kaarten. Overzicht Hoofdstuk 1. Aan de slag Linker aanzicht 1 2 1 2 3 4 5 6 Wat is een USB-oplaadpoort? •• De functies voor toegang tot en het opladen van USBapparaten worden ondersteund. •• De USB-laadfunctie wordt altijd ondersteund, ongeacht of de computer is in- of uitgeschakeld. •• Het opladen van een apparaat via een USB-oplaadpoort duurt niet langer dan met een gewone oplader. •• Als u de USB-oplaadfunctie gebruikt wanneer de computer op de oplaadbare batterij werkt, wordt de gebruiksduur van de batterij verkort. •• De gebruiker kan de oplaadstatus van het USB-apparaat niet controleren vanaf de computer. •• Deze functie wordt mogelijk niet voor alle USB-apparaten ondersteund. •• U kunt de functie voor het opladen via USB in- en uitschakelen (ON/OFF) door achtereenvolgens Settings > Energiebeheer > Opladen via USB e selecteren. (Optioneel) 3 4 5 29 Aansluiting voor de wisselstroomadapter voor de stroomvoorziening van de computer. Poort voor het aansluiten van een Netwerkpoort Ethernet-kabel. De pc beschikt zowel over USB-poorten waarop u USBapparaten kunt aansluiten als USBoplaadpoorten. Via de USB-oplaadpoort hebt u niet USB 3.0-poort alleen toegang tot een USB-apparaat, of u kunt het apparaat ook opladen. oplaadbare USB 3.0poort U kunt de poort herkennen door (optioneel) de afbeelding ( of ) die op de poort van het product is gedrukt. Voor Windows XP kan USB 3.0 beperkt zijn. Poort voor het aansluiten van een Digitale audio-/ HDMI-kabel. Met behulp van deze videopoort Port (HDMI) poort kunt u genieten van digitaal (optioneel) beeld en geluid op het scherm. Hoofdtelefoon-/ Hier kunt een oor- of hoofdtelefoon microfoonaansluiting aansluiten. Voedingsaansluiting 6 Mini-Monitor-poort Poort voor het aansluiten van een monitor, tv of projector door middel van een 15-pins D-SUB-aansluiting. U kunt een VGA-adapter aansluiten (optioneel). Overzicht Hoofdstuk 1. Aan de slag 30 Onderaanzicht 1 Deksel van het Onder het deksel bevinden zich de geheugencompartiment geheugenmodules. Deze opening is bedoeld om de stroomtoevoer naar de accu te onderbreken. Steek het uiteinde van een uitgevouwen paperclip in de opening om de stroomtoevoer naar de accu te onderbreken. 1 2 2 Noodopening accu 3 Raadpleeg Over de functie voor het onderbreken van de stroomtoevoer naar de interne accu in de Veiligheidsinstructies voor meer informatie.  e positie van de noodopening D kan afhankelijk van het model afwijken. 3 Luidspreker Hiermee wordt het geluid gegenereerd. De computer aan- en uitzetten Hoofdstuk 1. Aan de slag 31 De computer aanzetten 1 2 Klap het LCD-scherm omhoog. 3 Druk op de Aan/Uit-knop om de computer aan te zetten. Sluit de AC-adapter aan. Over het activeren van Windows Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het activeringsvenster van Windows. Volg de instructies op het scherm voor de procedures om de computer te gebruiken. De helderheid van het scherm aanpassen Wanneer de computer op batterijvoeding werkt, wordt automatisch de helderheid van het LCD-scherm gereduceerd. Druk op de toetsencombinatie + om de helderheid van het scherm te verhogen. de stroom wordt ingeschakeld, gaat het LED-lampje 4 Als Power branden. áᔪ menu Charms wordt weergegeven wanneer u de 1 Het muisaanwijzer aan de rand aan de bovenkant van het scherm Ŗᮁ of rechts onderin plaatst. U kunt in plaats daarvan ook uw ᜽᯲ vinger aan de rechterrand van het aanraakvlak plaatsen en uw vinger naar het midden slepen. Ook dan wordt het menu Charms weergegeven. ᰆ⊹ 2 U maakt de balk groter door te drukken op Instellingen > Helderheid . ᖅᱶ De computer aan- en uitzetten De computer uitzetten •• Aangezien de procedures voor het uitschakelen van de computer per besturingssysteem kunnen verschillen, dient u de computer uit te schakelen volgens de procedures van uw besturingssysteem. •• Sla al uw gegevens op alvorens op Afsluiten te klikken. Hoofdstuk 1. Aan de slag áᔪ 32 Ŗᮁ menu Charms wordt weergegeven wanneer u de 1 Het muisaanwijzer aan de rand aan de bovenkant van het scherm ᜽᯲ of rechts onderin plaatst. ᰆ⊹ 2 Klik op Instellingen > Aan/Uit ᖅᱶ > Afsluiten. ⦽ Als u uw computer wilt uitschakelen wanneer u bent afgemeld, ontgrendelt u het scherm en klikt u op Aan/Uit > Afsluiten. ⦽ Hoofdstuk 2. Windows 8 gebruiken Wat is Microsoft Windows 8? 34 Overzicht van het scherm 35 Het menu Charms gebruiken 37 Apps gebruiken 39 Windows-sneltoetsfuncties 42 Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) 43 Wat is Microsoft Windows 8? Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken Microsoft Windows 8 (hierna Windows genoemd) is een besturingssysteem dat nodig is voor de besturing van een computer. Om optimaal gebruik te kunnen maken van uw computer, moet u weten hoe u het besturingssysteem goed gebruikt. Meer informatie over het gebruik van Windows vindt u in de Help en ondersteuningsprogramma's van Windows. 34 In de Help zoeken •• Het scherm kan enigszins afwijken, afhankelijk van het computermodel en het besturingssysteem. •• Aangezien deze handleiding is gebaseerd op Windows 8, kunnen bepaalde instructies, afhankelijk van de versie, enigszins afwijken. De handleiding kan ook worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. •• De beschrijvingen hier zijn voor het gebruiken van een muis. Voor de beschrijvingen bij het gebruiken van een aanraakscherm raadpleegt u het gedeelte Het aanraakscherm gebruiken. De Help weergeven Druk tegelijkertijd op de toetsen F1 van het toetsenbord om de Help weer te geven. U kunt ook de muisaanwijzer in de rechterboven- of rechterbenedenhoek van het scherm plaatsen om het menu Charms weer te geven.  Klik op het menu Charms > Instellingen > Help. Als u verbinding met internet hebt, kunt u de meest recente online Help weergeven.  Aan de slag U kunt eenvoudige instructies bekijken voor het gebruik van uw computer, inclusief nieuwe functies van het Windows-besturingssysteem. Nadat u verbinding met het netwerk hebt Internet en netwerken gemaakt, kunt u het Help-gedeelte voor het gebruik van internet raadplegen. Beveiliging, privacy en U kunt de Help raadplegen voor de bescherming van uw computer en accounts persoonlijke gegevens. Overzicht van het scherm Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken Windows 8 bevat zowel de nieuwe startschermmodus als de bureaubladmodusvan het bestaande besturingssysteem.  Startscherm 1 Startscherm Verwijst naar het standaard Startscherm van Windows 8. 2 App Verwijst naar de apps die momenteel zijn geïnstalleerd. Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar aan de rechterzijde van het scherm. Plaats Het menu Charms 3 uw muisaanwijzer in de rechterboven- of weergeven rechterbenedenhoek van het scherm om het menu Charms weer te geven. Bureaublad Startscherm Wanneer u de computer inschakelt, wordt het Startscherm weergegeven. In dit scherm kunt u de applicaties (toepassing, app, hierna App) op dezelfde locatie gebruiken.  1 2 3 4 5 6 7 35 3 Deze term verwijst naar de 4 Gebruikersaccount gebruikersaccount die momenteel wordt gebruikt. 5 Charms Verwijst naar het menu waarmee u functies als Zoeken, Delen, Start, Apparaten en Instellingen kunt uitvoeren. 6 Bureaublad Hiermee schakelt u naar de bureaubladmodus. 7 Camera Hiermee kunt u foto's of een film maken. Overzicht van het scherm Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken Bureaublad Documenten en bestanden weergeven Hier vindt u soortgelijke functies als op het bureaublad van eerdere versies van Windows. 1 2 3 2 4  1 Bureaublad Verwijst naar het bureaublad. 2 Het menu Charms weergeven Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar aan de rechterzijde van het scherm. Plaats uw muisaanwijzer in de rechterboven- of rechterbenedenhoek van het scherm om het menu Charms weer te geven. 3 Charms 4 Naar het Startscherm schakelen Verwijst naar het menu waarmee u functies als Zoeken, Delen, Start, Apparaten en Instellingen kunt uitvoeren. Klik in de linkerbenedenhoek van het scherm om het Startscherm weer te geven. Klik in de taakbalk van het bureaublad op Windows Verkenner om documenten en bestanden te zoeken. 36 Het menu Charms gebruiken Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken Het menu Charms is een nieuw soort. Het is een combinatie van het menu Start en het Configuratiescherm van bestaande Windows-systemen. Met het menu Charms kunt u snel apparaten instellen die op uw computer zijn aangesloten, naar apps/bestanden zoeken, de functies voor delen gebruiken, enz. Search Zoeken Search Search Search Search Share Share Delen Share Share De charms activeren Als u de muisaanwijzer in de rechterbeneden- of rechterbovenhoek van het scherm plaatst, wordt het menu Charms weergegeven.  Het menu Charms weergeven Charms Het menu Charms weergeven Share Start Start Start Start Start Start Device Device Device Device Apparaten Device Settings Settings Settings Settings 37 Als u een programma of bestand wilt zoeken in de apps/instellingen/bestanden, geeft u een zoekwoord in de charm Zoeken op en klikt u op Zoeken. U kunt ook in een app of op internet zoeken. U kunt dit menu gebruiken om een afbeelding of bestand naar een andere gebruiker te sturen. U kunt eenvoudig afbeeldingen of bestanden met anderen delen door meerdere apps aan de charm Delen te koppelen. U kunt naar het Startscherm gaan. Zodoende kunt u rechtstreeks naar het gewenste apparaat gaan, taken uitvoeren, zoals het importeren van afbeeldingen van een digitale camera, een video naar uw tv streamen of bestanden overdragen naar een apparaat op het huidige scherm. Met de charm Instellingen kunt u standaardtaken uitvoeren, zoals het aanpassen van het volume, het uitschakelen van de pc, enz. Als u de charm Instellingen selecteert terwijl er een bepaalde app Settings Instellingen wordt uitgevoerd, worden de instellingen voor de desbetreffende app weergegeven. Het menu Charms gebruiken Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 38 De instellingen wijzigen Veelgebruikte Windows-menu's worden verzameld. Pictogram Naam Functiebeschrijving Draadloos netwerk U kunt verbinding maken met een draadloos netwerk. Selecteer het draadloze netwerk waarmee u verbinding wilt maken. Het volume instellen U kunt het volume instellen of het geluid dempen. Schermhelderheid U kunt de helderheid van het scherm aanpassen. Opmerking U kunt een interval instellen waarmee de app meldingen verzendt. Klik op Charms > Instellingen. ⦽ ⦽ ⦽ Aan/uit ⦽ ⦽ ENG Toetsenbord Pc-instellingen wijzigen U kunt meer instellingen wijzigen. U kunt de computer uitschakelen of de Power Options (Energiebeheer) selecteren. U kunt de taal instellen of het schermtoetsenbord openen. Apps gebruiken Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken De term app verwijst naar een programma (hierna app genoemd). In bredere zin verwijst de term naar alle softwareprogramma's die op het besturingssysteem zijn geïnstalleerd. Windows 8 bevat eenvoudige apps voor veelgebruikte taken. Een app starten/afsluiten Klik op een app in het Startscherm om de desbetreffende app te activeren. De app afsluiten: Plaats uw muisaanwijzer boven aan het scherm. 1 Uw muisaanwijzer verandert in een handje. en houd de muisknop ingedrukt en sleep het handje 2 Klik naar de onderkant van het scherm. De app wordt omlaag Apps gebruiken De apps weergeven die momenteel worden uitgevoerd de muisaanwijzer in de linkerbovenhoek van het 1 Plaats scherm om laatst uitgevoerde app weer te geven. uw muisaanwijzer vervolgens omlaag om een lijst 2 Beweeg weer te geven met de apps (op volgorde) die momenteel worden uitgevoerd. op een app in de lijst of sleep de app naar het midden 3 Klik van het scherm. Nu kunt u de app die momenteel wordt uitgevoerd, controleren. Klik met de rechtermuisknop op de app n de lijst en klik op Sluiten om de app af te sluiten. verplaatst en verdwijnt. De app is nu afgesloten. 1 1 2  2 39  Apps gebruiken Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 40 Twee apps tegelijkertijd uitvoeren Een app aan het Startscherm toevoegen of verwijderen 1 Verplaats uw muisaanwijzer naar de bovenkant van het 2 scherm. Uw muisaanwijzer verandert in een handje. u met de muisknop klikt en deze ingedrukt houdt en 3 Als de muisaanwijzer naar links of rechts beweegt, kunt u het Klik op Startscherm > klik met de rechtermuisknop. Klik onder aan het scherm op Alle Apps om alle apps weer te geven die momenteel zijn geïnstalleerd. Selecteer de apps in het Startscherm. u met de rechtermuisknop op de app klikt die u wilt 1 Als toevoegen, wordt onder aan het scherm het bijbehorende menu geactiveerd. scherm splitsen en meerdere apps weergeven. Verplaats de splitsbalk om de splitsverhouding van het 4 scherm te wijzigen. Ondersteunde schermsplitsverhoudingen zijn 3:7 of 7:3.  App Schermsplitsbalk Weather App Store 2 Klik op Aan Start vastmaken of Van Start losmaken . 1 Voorbeeld) Als u de app Weather en Store tegelijkertijd uitvoert  2 Voorbeeld) Wanneer u een app uit het Startscherm verwijdert Apps gebruiken De Windows Store gebruiken Als u de App Store uitvoert in het Startscherm, worden de apps in de Windows Store weergegeven. U hebt echter een Microsoft-account nodig om apps in de Windows Store te kunnen kopen. Ga door nadat u uw Microsoft-account in de Charms hebt geregistreerd. Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 41 Uw Microsoft-account configureren Met een Microsoft-account kunt u online uw instellingen synchroniseren met andere apparaten waarop Windows 8 wordt uitgevoerd, zodat u bestanden of instellingen kunt delen. U moet een Microsoft-account registreren om apps via de Store te kunnen downloaden of kopen. het menu Charms en klik op Instellingen > Pc1 Open instellingen wijzigen. op Gebruiker > Uw account > Overschakelen naar een 2 Klik Microsoft-account. 3 Registreer uw account via de volgende relevante procedures. 1  2 Windows-sneltoetsfuncties U kunt de volgende handige sneltoetsen in Windows 8 gebruiken. Functie Sneltoetsen Functiebeschrijving Het Startscherm weergeven Windows-toets Hiermee schakelt u naar de startmodus. Het bureaublad weergeven Hiermee schakelt Windows-toets u naar de +D bureaubladmodus. Het menu Charms openen Windows-toets Hiermee activeert u +C de charms. Het scherm vergrendelen Windows-toets Hiermee vergrendelt +L u het scherm. Hiermeeopent HetEaseofAccessCenter udeconfiguratieWindows-toets instellingenvoorhet (Toegankelijkheidscentrum) +U EaseofAccessCenter openen (Toegankelijkheidscentrum). De instellingen voor het tweede scherm openen Hiermee opent u het menu External Windows-toets Monitor Settings +P (Instellingen externe monitor). Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken Functie Het hulpprogramma Advanced Management (Geavanceerd beheer) openen App afsluiten Sneltoetsen 42 Functiebeschrijving Hiemee opent u het hulpprogramma Windows-toets Advanced +X Management (Geavanceerd beheer). Alt + F4 Hiermee sluit u de app die momenteel wordt uitgevoerd, af. Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 43 Met een aanraakscherm kunt u uw computer bedienen zonder een toetsenbord of muis nodig te hebben. In de instructies voor het aanraakscherm worden tevens de functies beschreven die kunnen worden geactiveerd via het aanraakscherm. •• Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u beter een toetsenbord en muis gebruiken. •• Zorg ervoor dat u het aanraakscherm bedient met uw vinger. Als u uw aanraakscherm met een hard voorwerp bedient, werkt het niet. •• Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoffen, zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren. Een aanraakscherm gebruiken •• Deze functie wordt ondersteund door aanraakschermmodellen met Windows 8 en werkt voor bepaalde toepassingen. •• Houd er bovendien rekening mee dat het van de toepassing afhankelijk is welke functies worden ondersteund. Elementair gebruik van het aanraakscherm De interface van het aanraakscherm wordt ondersteund in Windows 8. U kunt op eenvoudige wijze ontdekken hoe u probleemloos het aanraakscherm kunt gebruiken. Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Aanraking Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 44 Functiebeschrijving Slepen vanaf de rechterrand naar het Hiermee wordt het menu Charms weergegeven dat verborgen is aan midden de rechterkant van het scherm. Slepen vanaf de linkerrand naar het Hiermee wordt de als laatste uitgevoerde app weergegeven. midden Slepen vanaf de benedenrand omhoog of vanaf de bovenrand omlaag Hiermee worden de opties voor de huidige actieve toepassing weergegeven. Druk zachtjes met uw vinger om een optie te selecteren. Licht aanraken (klikken) Tweemaal aanraken (dubbelklikken) (Als u zachtjes een specifiek menu of toepassingspictogram of een specifieke optie aanraakt op het scherm, wordt de bijbehorende functie geactiveerd.) Druk zachtjes tweemaal met uw vinger om een optie te selecteren. Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Aanraking Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 45 Functiebeschrijving Aanraken en slepen Draaien met meer dan 2 vingers Hiermee wordt het geselecteerde doel verplaatst of gaat u naar de volgende pagina. U kunt een afbeelding tekenen of enkele letters schrijven met deze bewerking. Hiermee draait u het geselecteerde doel. 2 vingers uitspreiden of naar elkaar Hiermee zoomt u in of uit op het doel. toe bewegen Aanraken en enige tijd vasthouden (met de rechtermuisknop klikken) Hiermee beschikt u over dezelfde functie als bij met de rechtermuisknop klikken. Hiermee worden de extra opties weergegeven die kunnen worden ingesteld voor het geselecteerd doel of wordt meer gedetailleerde informatie verstrekt. Met 2 vingers aanraken en omhoog/ Hiermee gaat u omhoog/omlaag of naar links/rechts. Biedt dezelfde omlaag of naar links/rechts slepen functie als scrollen met de muis. (bladeren) Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Het scherm kalibreren Als u het aanraakscherm voor het eerst gebruikt of als de aanwijzer niet precies overeenkomt met het aangeraakte punt en de nauwkeurigheid is verminderd, kalibreert u het scherm. Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 46 het venster Kalibreren wordt weergegeven, drukt 2 Wanneer u op het plusteken (+) door de instructies op het scherm te volgen. De schermkalibratie kan afwijken, afhankelijk van het besturingssysteem. Mogelijk wordt het niet ondersteund door sommige besturingssystemen. op het bureaublad op menu Charms > Instellingen 1 Druk > Configuratiescherm > Instellingen voor Tablet PC > Kalibratie. Druk vervolgens op OK. 3 De invoerlocatie van uw aanraakscherm wordt gekalibreerd. Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Tekens invoeren U kunt tekens invoeren via het toetsenbord en het invoerscherm van de Tablet PC. Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken op het bureaublad op de aan de rechterkant van 3 deDruktaakbalk om het invoerscherm van de Tablet PC weer te geven. Het invoeren van tekens kan variëren, afhankelijk van het besturingssysteem, en wordt door bepaalde besturingssystemen mogelijk niet ondersteund. Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u beter het toetsenbord gebruiken. Het invoeren van tekens wordt uitgelegd aan de hand van een voorbeeld met Kladblok. Schermtoetsenbord (geeft het numerieke toetsenblok in het midden weer.) Het invoerscherm van de Tablet PC gebruiken Het invoerscherm van de Tablet PC is een schermtoetsenbord dat beschikbaar wordt gesteld door Windows. Schermtoetsenbord Handschriftmodus Volg de beschrijvingen en afbeeldingen over het gebruik van het Schermtoetsenbord en de handschriftmodus. op het Startscherm met de rechtermuisknop op een 1 Klik in de rechter willekeurig gebied en kies Alle Apps benedenhoek. Klik vervolgens op Kladblok. uw hand op het scherm van Kladblok om de cursor 2 Plaats weer te geven. 47 [Invoermodus] Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 48 Tekens invoeren via het schermtoetsenbord Tekens invoeren in de handschriftmodus Het schermtoetsenbord heeft de standaardtoetsenbordindeling die u in staat stelt om toetsen te selecteren om tekens in te voeren. U kunt tekens invoeren door deze te schrijven op het invoerscherm voor de handschriftmodus op het aanraakscherm. op het pictogram van het schermtoetsenbord 1 Druk het invoerscherm van de Tablet PC. 2 Druk op de toetsen om uw tekens in te voeren. op Druk op het pictogram van de handschriftmodus 1 het invoerscherm van de Tablet PC. op tekens in het invoervak van het invoerscherm voor 2 Schrijf de handschriftmodus op het aanraakscherm. 3 Druk op de knop Invoegen om tekens in te voeren. Een aanraakscherm gebruiken (Alleen voor modellen met aanraakscherm) Opmerking bij het gebruik van het aanraakscherm •• Als u het aanraakscherm gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw handen schoon en droog blijven. In vochtige omgevingen droogt u uw handen en het oppervlak van het aanraakscherm af voordat u het aanraakscherm gebruikt. •• Spuit niet rechtstreeks reiniger voor LCD-schermen op het aanraakscherm. De reiniger kan door de onderkant van het aanraakscherm sijpelen. Als u een reiniger voor LCDschermen gebruikt, spuit u deze op een doek waarmee u het aanraakscherm vervolgens reinigt. (Als u een schurende reiniger of doek gebruikt, kan uw aanraakscherm beschadigd raken.) •• Stel het scherm niet bloot aan zware schokken of trillingen en druk niet een scherp voorwerp, zoals een balpen, op het scherm. Dit kan ertoe leiden dat het aanraakscherm beschadigd raakt. •• Als uw vinger het scherm slechts licht aanraakt, wordt de aanraking mogelijk niet herkend. •• Als u het aanraakscherm aanraakt, moet u precies op het gewenste item drukken met uw vinger en ervoor zorgen dat u geen andere items aanraakt. Hoofdstuk 2 Windows 8 gebruiken 49 •• De sensoren van het aanraakscherm zijn geïnstalleerd langs de randen van het aanraakscherm. Als u beschermingsmateriaal of accessoires installeert, moet u voorzichtig zijn dat u de randen van het aanraakscherm niet afdekt. •• Zorg ervoor dat u de randen van het aanraakscherm niet beschadigt. Als de randen van het aanraakscherm worden beschadigd, werkt het aanraakscherm mogelijk niet goed meer. •• Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoffen, zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren. Gebruik uw aanraakscherm pas nadat u alle vuil of vloeistoffen hebt verwijderd. •• Als u uw aanraakscherm bedient met een hard voorwerp, zoals een spijker of pen, werkt het niet. Hoofdstuk 3. Werken met de computer Toetsenbord 51 Aanraakvlak 54 Cd-station (ODD, optioneel) 58 Multicardsleuf (optioneel) 60 Een extern weergaveapparaat aansluiten 63 Het volume instellen 69 Helderheidsinstelling LCD-scherm 71 Bedraad netwerk 72 Draadloos netwerk (optioneel) 76 Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) 78 De multimedia-app gebruiken (optioneel) 88 Samsung Software Update 92 Een diagnose van de status van de computer maken en problemen oplossen 93 Toetsenbord Hoofdstuk 3. Werken met de computer Sneltoetsfuncties en -procedures worden in de volgende gedeelten behandeld. •• Het toetsenbord in de afbeelding kan afwijken van het werkelijke toetsenbord. •• Het toetsenbord kan afwijken, afhankelijk van uw land. Hieronder worden voornamelijk de sneltoetsen beschreven. Sneltoetsen Druk de Fn-toets en de sneltoets gelijktijdig in. U kunt ook op de toets Fn Lock drukken en op een sneltoets om de functies van de sneltoetsen gemakkelijker te kunnen gebruiken. ► Methode 1 + Sneltoetsen ► Methode 2 1 2 Sneltoetsen 51 Toetsenbord Sneltoetsen Hoofdstuk 3. Werken met de computer 52 Naam Functie Settings Het Samsung-programma voor het beheren van de software, Settings, wordt gestart. Helderheid instellen CRT/LCD Aanraakvlak Dempen Volumeregeling Stille modus Vliegtuigmodus Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. Schakelen tussen weergave van het beeld op het LCD-scherm of het externe beeldscherm, als een externe monitor (of TV) is aangesloten op de computer. De werking van het aanraakvlak in- en uitschakelen. Als u een externe muis gebruikt, kunt u de werking van het aanraakvlak uitschakelen. Druk op deze knop om het geluid in of uit te schakelen. Het volume instellen. Reduceert het geluid van de ventilator, zodat de gebruiker de computer kan gebruiken zonder hinderlijke geluiden. Hiermee worden alle draadloze netwerkapparaten in- of uitgeschakeld. (Alleen voor modellen met een draadloos netwerkapparaat.) Toetsenbord Hoofdstuk 3. Werken met de computer Overige functietoetsen (optioneel) Functie van de rechtermuisknop (aanraakvlak). + •• Wanneer de functie Fn Lock is ingeschakeld, kunt u de sneltoetsfuncties gebruiken zonder dat u de toets Fn hoeft in te drukken. •• Als de functie Fn Lock is ingeschakeld (On): U kunt de sneltoetsfuncties gebruiken zonder op de toets Fn te drukken. •• Als de functie Fn Lock is uitgeschakeld (Off): U kunt een sneltoetsfunctie gebruiken door tegelijkertijd op de toets Fn + de sneltoets te drukken. Als de sneltoetsen niet naar behoren werken, moet u Settings installeren. 53 Aanraakvlak Her aanraakvlak biedt dezelfde functionaliteit als de muis. De linker- en rechterknop van het aanraakvlak vervullen dezelfde rol als de linker- en rechtermuisknop. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 54 Klikken Plaats uw vinger op het aanraakvlak en klik één keer op een item. U kunt ook één keer snel op de linkerknop drukken. •• Raak het aanraakvlak alleen met uw vingers aan. Andere voorwerpen dan uw vingers, zoals een balpen, worden niet door het aanraakvlak herkend. Tik of Klik •• Als u het aanraakvlak aanraakt of de knoppen van het aanraakvlak indrukt tijdens het opstarten van de computer, kan het opstarten van Windows meer tijd in beslag nemen. Basisfuncties van het aanraakvlak De cursor over het scherm verplaatsen Wrijf uw vinger lichtjes over het aanraakvlak. De muisaanwijzer volgt de beweging van uw vinger. Schuif uw vinger in de richting waarin u de cursor wilt verplaatsen. Dubbelklikken Plaats uw vinger op het aanraakvlak en tik tweemaal kort achter elkaar op het vlak terwijl de cursor op het gewenste object staat. U kunt ook tweemaal kort achter elkaar op de linkerknop van het aanraakvlak drukken. TikTik of KlikKlik Aanraakvlak Hoofdstuk 3. Werken met de computer Rechtsklikken 55 De speciale functies van het aanraakvlak (optioneel) De rechterknop van het aanraakvlak correspondeert met de rechtermuisknop. Druk eenmaal op de rechterknop van het aanraakvlak. Het corresponderende pop-upmenu wordt geopend. •• De speciale aanraakfuncties zijn mogelijk niet beschikbaar en de versie of functies kunnen afwijken afhankelijk van het model. Sommige gebruiksprocedures kunnen afwijken, afhankelijk van de versie. •• Raadpleeg voor gedetailleerde instructies de áᔪ in het venster met instellingen voor het beschrijvingen aanraakvlak. Klik Ŗᮁ De speciale functies van het aanraakvlak configureren Sommige gebarenfuncties zijn mogelijk niet geconfigureerd. ᜽᯲ Slepen Slepen is het verplaatsen van een object nadat u het hebt geselecteerd. Zet de cursor op het object dat u wilt verslepen en druk de linkerknop van het aanraakvlak in. Houd de rechterknop ingedrukt en sleep het object naar de gewenste plaats door uw vinger over het aanraakvlak te schuiven. De linkerknop van het aanraakvlak ingedrukt houden Verplaatsen In dat geval kunt u deze configureren via het volgende pad. 1 ᰆ⊹ Op het bureaublad klikt u op het menu Charms > Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en ᖅᱶ geluiden > Touchpad . de instellingen voor het aanraakvlak worden 2 Wanneer weergegeven, klikt u op het bijbehorende items in de instelling Selecteer een item om te configureren om het selectievakje te selecteren voor het desbetreffende item. Als u de gebarenfunctie ongedaan door het selectievakje voor het desbetreffende item uit te schakelen in het venster voor de aanraakvlakinstellingen. Aanraakvlak Hoofdstuk 3. Werken met de computer Scrollen Functie voor het activeren van het menu Charms Deze functie werkt hetzelfde als de scrollstrook van het aanraakvlak. Als u uw vinger op de rechterrand van uw touchpad plaatst en uw vinger naar het midden sleept, wordt het menu Charms weergegeven. Plaats twee vingers op het aanraakvlak en beweeg ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om omhoog, omlaag, naar links of naar rechts te scrollen. 56 of In- en uitzoomen van beeld en tekst Als u twee vingers op het aanraakvlak zet en deze naar elkaar of van elkaar weg schuift, wordt in- of uitgezoomd op het beeld of de tekst. Inzoomen Uitzoomen of Aanvullende Menu’s van een momenteel actieve applicatie weergeven Als u uw vinger op de bovenrand van uw touchpad plaatst en de vinger naar het midden sleept, wordt er een menu weergegeven met de apps die op dat moment worden uitgevoerd. Aanraakvlak Functie Laatst uitgevoerde venster openen Plaats uw vinger op de linkerrand van uw touchpad en sleep uw vinger naar het midden om een eerder gebruikt programma te openen. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 57 Aanraakvlak aan/uit Vergrendelen met sneltoetsen Als u een muis gebruikt, kunt u desgewenst het aanraakvlak uitschakelen. U kunt het aanraakvlak vergrendelen met de toetsencombinatie + . U kunt het touchpad en de knoppen van het touchpad instellen op de tabbladen die verschijnen wanneer u achtereenvolgens op het menu Charms > Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Touchpad klikt. Automatisch vergrendelen wanneer er een USB-muis wordt aangesloten Als een externe USB-aanwijsapparaat wordt aangesloten in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en Geluiden > Muis > Aanraakvlak, schakelt u Uitgeschakeld in de aanraakvlakfunctie uit te schakelen wanneer de USB-muis wordt aangesloten. Niet alle modellen zijn voorzien van deze automatische vergrendelfunctie. Cd-station (ODD, optioneel) Als uw computer geen cd-station heeft, kunt u een extern cdstation kopen. •• Plaats geen disc met barsten of krassen in het station. De disc zou kunnen breken en het optische station beschadigen wanneer dat deze op hoge snelheid wordt rondgedraaid. Hoofdstuk 3. Werken met de computer met extern cd-station (afzonderlijk verkrijgbaar) Sluit het cd-rom-station aan op de USB-poort. •• Reinig een cd of dvd door deze met een zachte doek van binnen naar buiten schoon te wrijven. •• Plaats een mini-cd in het midden van het cd-station. •• De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een representatief model en kunnen van het werkelijke model afwijken. •• Het gebruik van een cd die niet rond van vorm is wordt niet aanbevolen. USB-poort 58 Cd-station (ODD, optioneel) 1 Druk op de uitwerptoets van het cd-rom-station. Statusindicator Noodopening Uitwerptoets 2 Druk de cd of dvd op de geopende lade totdat deze vastklikt. de lade dicht totdat deze vastklikt. 3 Duw Het statuslampje van het schijfstation gaat branden. •• De lees- en schijfsnelheid van het cd-station kan variëren, afhankelijk van de conditie en het type van de media. •• Als het schijfstation niet werkt of de computer is uitgeschakeld, kunt u een disc uitnemen door het uiteinde ) in de noodopening te steken van een paperclip ( totdat de lade wordt uitgeworpen. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 59 Multicardsleuf (optioneel) U kunt de multicardsleuf gebruiken om gegevens te lezen van of te schrijven naar verschillende typen geheugenkaarten. Als u een geheugenkaart plaatst, moet u ervoor zorgen dat u deze in de juiste richting plaatst. Als u tegen een onjuist geplaatste geheugenkaart drukt, kan de kaart zelf of de sleuf beschadigd raken. Hoofdstuk 3. Werken met de computer De kaart gebruiken een geheugenkaart in de juiste richting in de 1 Plaats multicardsleuf. •• U kunt geheugenkaarten gebruiken als verwisselbare schijf voor gegevensuitwisseling met digitale apparaten, zoals een digitale fotocamera, enzovoort. •• Schaf geheugenkaart met de gewenste capaciteit apart aan. •• De kleur van de multicardsleuf kan afwijken van de kleur in de afbeelding in deze handleiding. •• Voordat u de sleuf gebruikt, moet u de dummykaart uit de sleuf verwijderen. (Alleen voor modellen waarbij dummykaarten worden verstrekt.) •• Plaats de geheugenkaart in de op de sleuf afgedrukte richting in de multicardsleuf. •• Bij geheugenkaarten die zijn gemarkeerd met ‘*’ moet u eerst een opgegeven adapter installeren en daarna de adapter in de multicardsleuf plaatsen. Als u dergelijke geheugenkaarten rechtstreeks in de multicardsleuf steekt zonder gebruik te maken van een opgegeven adapter kan de computer beschadigd raken. •• De computer herkent het apparaat mogelijk niet afhankelijk van de status van de opgegeven adapter. Sleuf voor Micro SD / SD, *micro SD (T-Flash), *micro SDHC, *micro SDXC, *micro SDXC UHS-I, SD, *mini SD, SDHC, *mini SDHC, SDHC UHS-I, SDXC, SDXC UHS-I 60 Multicardsleuf (optioneel) Naamgeving geheugenkaart In de volgende tabel worden de volledige namen van geheugenkaarten weergegeven voor elke afkorting. Afkorting SD volgende bericht wordt rechts bovenin weergegeven: 2 Het Klik om de map te openen en klik op Bestanden weergeven. Secure Digital mini Secure Digital *micro SD micro Secure Digital Secure Digital High Capacity *mini SDHC mini Secure Digital High Capacity *micro SDHC micro Secure Digital High Capacity SDHC UHS-I Secure Digital High Capacity Ultra High Speed Phase I SDXC Secure Digital eXtended Capacity *micro SDXC micro Secure Digital eXtended Capacity SDXC UHS-I Secure Digital eXtended Capacity Ultra High Speed Phase I *micro SDXC UHS-I 61 Naam geheugenkaart *mini SD SDHC Hoofdstuk 3. Werken met de computer micro Secure Digital eXtended Capacity Ultra High Speed Phase I Als een venster wordt weergegeven waarin u op een probleem wordt gewezen, klikt u op het bijbehorende venster > Doorgaan zonder scannen. U kunt het volgende proces uitvoeren dat in nr. 3 wordt beschreven. Verkenner wordt op het bureaublad uitgevoerd. 3 Windows U kunt gegevens opslaan, verplaatsen en verwijderen op het corresponderende station. Een geheugenkaart verwijderen Verwijder de kaart als volgt, afhankelijk van het model. Druk de kaart naar binnen om deze uit te werpen. Pak vervolgens het uiteinde van de kaart beet en trek deze naar buiten. U kunt ook simpelweg het uiteinde van de kaart vastpakken en de kaart verwijderen. Multicardsleuf (optioneel) Hoofdstuk 3. Werken met de computer Een geheugenkaart formatteren Voordat u de geheugenkaart voor het eerst gebruikt, moet u deze formatteren. Tijdens het formatteren worden alle op de kaart aanwezige gegevens gewist. Als de kaart gegevens bevat, maak dan hiervan een back-up voordat u de kaart formatteert. op het pictogram Windows Verkenner 1 Klik taakbalk op het bureaublad. in de op het kaartstation met het aanraakvlak en kies 2 Rechtsklik Formatteren. 3 Klik op Start om het formatteren te starten. 62 •• Als u een geheugenkaart wilt delen met een digitaal apparaat, zoals een digitale camera, wordt aanbevolen de geheugenkaart te formatteren in het digitale apparaat voordat u de kaart gaat gebruiken. Als u een geheugenkaart formatteert op de computer en vervolgens in het digitale apparaat plaatst, moet u de geheugenkaart mogelijk opnieuw formatteren in het digitale apparaat. •• Als er een apparaat voor schrijfbeveiliging is opgenomen op de geheugenkaart en het apparaat is vergrendeld, kunt u de kaart niet formatteren, er geen gegevens naartoe schrijven en er geen gegevens van verwijderen. •• Herhaaldelijk insteken en verwijderen van een geheugenkaart kan leiden tot beschadiging van de geheugenkaart. •• De SD-sleuf biedt geen ondersteuning voor (Secure Digital Input Output). •• U kunt geen gegevens met copyrightbeveiliging lezen of wegschrijven. Een extern weergaveapparaat aansluiten Als u een extern weergaveapparaat aansluit, zoals een monitor, tv, projector, enzovoort, kunt u de afbeelding op het bredere scherm van het externe apparaat weergeven wanneer u een presentatie geeft of video bekijkt. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 63 . Over de verbindingskabel Gebruikers moeten zelf de benodigde verbindingskabels aanschaffen. De computer beschikt voer een analoge monitorpoort (D-SUB) en een digitale video/audio-poort (HDMI). De visuele kwaliteit is scherper wanneer een weergaveapparaat wordt verbonden via een HDMI-poort in plaats van een analoge monitorpoort (D-SUB). Wanneer er meerdere poorten worden ondersteund, kunt u daarom het beste de poort gebruiken die de beste visuele kwaliteit levert. Voordat u start, controleert u de poort en kabel van het externe weergaveapparaat en sluit u het apparaat aan op de computer. D-SUB-kabel HDMI-kabel Aansluiten op de monitorpoort (optioneel) U kunt op de monitorpoort een monitor, tv of projector op de computer aansluiten en de beelden weergeven op een breder scherm. U kunt betere presentaties geven door de computer aan te sluiten op een projector. De VGA-adapter is optioneel en moet afzonderlijk worden aangeschaft. Een extern weergaveapparaat aansluiten Sluit de VGA-adapter aan op de monitorpoort van de 1 computer. Gebruik de monitorkabel (15-pins) om de RGB- poort van de computer aan te sluiten op de monitor of tv. Externe monitor Tv: Projector z Hoofdstuk 3. Werken met de computer 3 Druk eenmaal op de toets + 64 om een venster weer te geven waarin u 3&୘ִփ de monitormodus kunt selecteren. Selecteer een modus. 3&୘ִփ 3&୘ִփ Alleen De3&୘ִփ inhoud wordt alleen weergegeven op de pc‫ࢿـ‬ monitor (huidig apparaat). ‫ࢿـ‬ Dupliceren VGAadapter x De‫ࢿـ‬ inhoud van het huidig apparaat wordt ook weergegeven op het externe apparaat. ‫ࢿـ‬ ୙ࢠ Uitbreiden de voedingskabel van de aangesloten monitor, tv of 2 Steek projector in het stopcontact en schakel het apparaat in. Wijzig uw tv naar de modus voor extern apparaat wanneer u verbinding maakt met de tv. ୙ࢠ Het scherm van het huidige apparaat wordt uitgebreid naar het externe apparaat. ୙ࢠ Alleen ୙ࢠ tweede scherm Deѿ‫ء‬ध୘ִփ inhoud wordt alleen weergegeven op het scherm van het externe apparaat. ѿ‫ء‬ध୘ִփ ѿ‫ء‬ध୘ִփ Twee monitoren instellen: ѿ‫ء‬ध୘ִփ Open in het Configuratiescherm de Weergave-instellingen, selecteer Monitor 2 en schakel vervolgens het selectievakje Het bureaublad naar dit beeldscherm uitbreiden in voor twee monitoren. Zie de online Help van Windows voor meer informatie. Een extern weergaveapparaat aansluiten Hoofdstuk 3. Werken met de computer 65 Aansluiten via de HDMI-poort (optioneel) Door de computer via een HDMI-poort aan te sluiten op een computer, geniet u van zowel een hoge beeldkwaliteit als een hoge geluidskwaliteit. Nadat u de tv via HDMI hebt aangesloten, moet u het beeld en het geluid configureren. 1 Sluit de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de tv. Externe monitor 2 Druk eenmaal op de toets + om een venster weer te geven waarin u 3&୘ִփ de monitormodus kunt selecteren. Selecteer een modus. 3&୘ִփ 3&୘ִփ Alleen De3&୘ִփ inhoud wordt alleen weergegeven op de pc‫ࢿـ‬ monitor (huidig apparaat). ‫ࢿـ‬ Tv: Projector Dupliceren De‫ࢿـ‬ inhoud van het huidig apparaat wordt ook weergegeven op het externe apparaat. ‫ࢿـ‬ ୙ࢠ Uitbreiden ୙ࢠ Het scherm van het huidige apparaat wordt uitgebreid naar het externe apparaat. ୙ࢠ Alleen ୙ࢠ tweede scherm Deѿ‫ء‬ध୘ִփ inhoud wordt alleen weergegeven op het scherm van het externe apparaat. ѿ‫ء‬ध୘ִփ •• Een tv-scherm wordt alleen ondersteund op modellen met een tv-uitgang (HDMI). •• Als de tv is voorzien van meer dan één HDMI-poort, sluit u de computer aan op de poort DVI IN. •• Als u de computer aansluit op een tv, moet u de externe ingang van de tv in de modus HDMI zetten. ѿ‫ء‬ध୘ִփ •• Weergave van het DOS-opdrachtpromptvenster op de ѿ‫ء‬ध୘ִփ externe monitor/ tv wordt niet ondersteund. •• Gelijktijdige weergave op alle drie (LCD + CRT + HDMI) wordt niet ondersteund. Een extern weergaveapparaat aansluiten Effectief gebruikmaken van AMD Graphics (optioneel) PowerXpress is een switchable graphics-technologie waarmee u of de interne of de externe grafische chipset inschakelt om de levensduur van de accu te verlengen zonder afname van de grafische prestaties. Deze technologie maakt standaard gebruik van de interne grafische chipset om de consumptie van het accuvermogen te verminderen, en schakelt naar de externe grafische chipset wanneer de gebruiker bepaalde functies van een programma gebruikt die hogere grafische prestaties vereisen, zoals een game of het afspelen van een video. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 66 •• Niet-geregistreerde programma’s worden uitgevoerd met gebruik van de interne grafische chipset. •• U kunt alleen uitvoerbare bestanden (EXE) registreren. met de rechtermuisknop op het Bureaublad en selecteer 1 Klik in het pop-upmenu Verwisselbare afbeeldingen configureren. op de knop Bladeren, registreer de software en klik op 2 Klik de knop Toepassen. •• Deze beschrijving is uitsluitend voor Windows 8 en de modellen waarop AMD PowerXpress-technologie is toegepast. •• Als Windows XP is geïnstalleerd, kunt u alleen de interne grafische chipset gebruiken. z ► Programma’s voor grafische PowerXpress-technologie Als u bepaalde functies van een programma met de externe grafische chipset wilt uitvoeren, moet u het programma registreren. Bepaalde programma’s zijn al geregistreerd. Als u meer programma’s wilt registreren, voert u de volgende stappen uit. x nu af aan worden sommige van de functies van het 3 Van geregistreerde programma die hoge grafische prestaties vereisen, zonder aanvullende configuratie uitgevoerd met de externe grafische chipset. Een extern weergaveapparaat aansluiten Grafische kaart van NVIDIA efficiënter gebruiken (optioneel) NVIDIA Optimus is een functie waarmee u automatisch de interne en externe grafische chipsets kunt selecteren en gebruiken, afhankelijk van de software die op dat moment wordt uitgevoerd. De interne grafische chipset kan bijvoorbeeld worden gebruikt als u op internet surft of als u tekst verwerkt om het energieverbruik van de batterij te minimaliseren en de high-performance externe grafische chipset kan worden gebruikt voor het spelen van games of het afspelen van video voor een levensechtere ervaring. •• Het model NVIDIA Optimus ondersteunt uitsluitend Windows 8. •• Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen die de NVIDIA Optimus-technologie ondersteunen. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 67 Programma’s registreren die moeten worden uitgevoerd door de externe grafische chipset Als u een programma wilt uitvoeren met de externe grafische chipset, moet u het programma registreren in het NVIDIAconfiguratiescherm. Bepaalde programma’s zijn al geregistreerd. Als u meer programma’s wilt registreren (bijvoorbeeld 3D-games, enz.), voert u de volgende stappen uit. met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer 1 Klik NVIDIA-configuratiescherm. in het linkerdeelvenster 3D-instellingen > 3D2 Selecteer instellingen beheren en selecteer het tabblad Programmainstellingen. Selecteer een aan te passen programma (S) 3 Inklikthetu veld op de knop Toevoegen om de software te registreren. U kunt alleen uitvoerbare bestanden (EXE) registreren. Een extern weergaveapparaat aansluiten veld Selecteer de voorkeur grafische processor voor 4 Indithetprogramma (O) selecteert u select High-performance NVIDIA processor en klikt u op de knop Toevoegen. x x c v v programma is geregistreerd. 5 Het Wanneer u het geregistreerde programma uitvoert, wordt het uitgevoerd door middel van de externe grafische chipset, zonder dat aanvullende configuratie nodig is. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 68 Het volume instellen Hoofdstuk 3. Werken met de computer U kunt het volume instellen met behulp van het toetsenbord en met het programma Volumeregeling. Het volume instellen met behulp van het toetsenbord + of +áᔪ Druk op de toetsencombinatie + Ŗᮁ Werken met de geluidsrecorder De procedures voor het opnemen van geluid met Geluidsrecorder worden hieronder beschreven. een microfoon aan op de microfoonaansluiting. 1 Sluit U kunt ook de interne MIC gebruiken. om het volume in of uit te schakelen. ᜽᯲ Het volume regelen met het programma Volumeregeling ᰆ⊹ Klik op het menu Charms > Instellingen controlebalk bij te stellen. 69 > om de Rechtsklik op het pictogram Volume 2 kies Opnameapparaat. op de taakbalk en of de microfoon is ingesteld als het standaard 3 Controleer opnameapparaat. áᔪ Als dit het geval is, is het al ingesteld als standaardapparaat. Zo niet, rechtsklik op de microfoon en selecteer Als standaard instellen. Ŗᮁ ᖅᱶ rechts op het menu Charms > Start om te klikken 4 opKlikAlle > Geluidsrecorder. Druk dan op Opname Apps Dempen ᜽᯲ starten om op te nemen. ᰆ⊹ ⦽ ᖅᱶ Het volume instellen SoundAlive gebruiken (optioneel) Met de functie SoundAlive kunt u genieten van een rijker stereogeluid via uw stereoluidsprekers. •• SoundAlive wordt alleen ondersteund in Windows 8. áᔪ •• De leverancier van de software kan afhankelijk van het model computer variëren. •• Daarnaast kunnen sommige afbeeldingen afwijken van het Ŗᮁ werkelijke product, afhankelijk van het computermodel en de softwareversie. ᜽᯲ op Volume op de taakbalk op het bureaublad 1 enKlikklikrechts op Afspeelapparaten. ᰆ⊹ (U kunt ook op het menu Charms klikken op het > Configuratiescherm > bureaublad > Instellingen ᖅᱶ Hardware en Geluid > Geluid.) met de rechtermuisknop op Speakers en selecteer 2 Klik Eigenschappen. Selecteer het tabblad SoundAlive en selecteer een van de 3 modi. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 70 Helderheidsinstelling LCD-scherm De helderheid van het scherm wordt automatisch ingesteld áᔪ op het hoogste niveau wanneer de computer op netstroom is aangesloten en de helderheid wordt automatisch gedimd wanneer de computer op de accu loopt, zodat deze minder Ŗᮁ snel leeg raakt. ᜽᯲ De helderheid instellen met het toetsenbord ᰆ⊹ 1 Klik op. het menu Charms > Instellingen > Helderheid ᖅᱶ 2 Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid. ⦽ Hoofdstuk 3. Werken met de computer 71 •• Batterijverbruik besparen Vermindert de helderheid van de LCD wanneer de computer op de oplaadbare batterij draait om batterijverbruik te besparen. •• Principe slechte LCD-pixels van laptop Beschrijving: Samsung houdt zich aan de specificaties van strikte kwaliteit en betrouwbaarheid van LCD. Het is desondanks onvermijdelijk dat er een kans op een klein aantal slechte pixels is. Een groot aantal slechte pixels kan weergaveproblemen veroorzaken, maar een klein aantal slechte pixels heeft geen invloed op de prestaties van de computer. Daarom gelden bij Samsung de volgende principes: - Heldere dot: 2 of minder - Zwarte dot: 4 of minder - Combinatie van helder en donker: 4 of minder Aanwijzingen voor het reinigen van de LCD Reinig het LCD-scherm met een zachte doek, licht bevochtigd met een reinigingsmiddel voor computer, bewegend in één richting. Overmatige druk op het LCD-scherm tijdens het reinigen ervan kan het LCD-scherm beschadigen. Bedraad netwerk Een bedraad netwerk (LAN) is een netwerkomgeving zoals wordt gebruikt voor een bedrijfsnetwerk en voor een breedband internetverbinding thuis. •• Deze beschrijvingen zijn geschreven op basis van het nieuwste besturingssysteem, Windows 8, en daardoor kunnen bepaalde zaken en afbeeldingen verschillen van het besturingssysteem dat u gebruikt. Aangezien de procedures voor andere Windows-besturingssystemen overeenkomen, gebruikt u de computer volgens deze beschrijvingen. ᜽᯲ 2 Hoofdstuk 3. Werken met de computer ᰆ⊹ Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Netwerk en internet > ᖅᱶ Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op Adapterinstellingen wijzigen. •• De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een representatief model en kunnen van het werkelijke model afwijken. Verbinding met bedraad LAN 1 Sluit de LAN-kabel aan op de bedrade LAN-poort. 72 Ethernet en klik op de rechterknop van het 3 Selecteer touchpad en selecteer Eigenschappen. Bedraad netwerk De naam van het LAN-apparaat kan afwijken, afhankelijk van het netwerkapparaat van uw computer. Internet Protocol versie 4(TCP/IPv4) in de lijst 4 Selecteer met netwerkcomponenten en klik op Eigenschappen. •• De naam van de netwerkcomponent kan afwijken, afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem. •• Als u een netwerkcomponent wilt toevoegen, klikt u in het scherm in de bovenstaande afbeelding op Install (Installeren). U kunt clients, services en protocollen toevoegen. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 73 de IP-instellingen. 5 Configureer Wanneer u DHCP gebruikt, selecteert u Automatisch een IP-adres laten toewijzen. Als u een statisch IP-adres wilt gebruiken, selecteert u Het volgende IP-adres gebruiken en stelt u het IP-adres handmatig in. Als DHCP niet wordt gebruikt, moet u contact opnemen met de netwerkbeheerder voor het IP-adres. u de instellingen hebt voltooid, klikt u op de knop 6 Wanneer OK. Uw netwerkinstellingen zijn voltooid. Bedraad netwerk Hoofdstuk 3. Werken met de computer áᔪ Ŗᮁ De WOL-functie (Wake On LAN) gebruiken <Wake On LAN> is een functie die het systeem uit de slaapstand haalt ᜽᯲ wanneer een signaal (bijvoorbeeld een ping of magic packet opdracht) aankomt via het bekabelde netwerk (LAN). 1 ᰆ⊹ Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Netwerk en internet > ᖅᱶ Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op Adapterinstellingen wijzigen. met de rechtermuisknop op de lokale netwerkverbinding 2 Klik en klik op Eigenschappen. 74 op Configureren > Energiebeheer. Dit apparaat mag 3 Klik de computer uit slaapstand halen en klik op OK. Start het systeem opnieuw op. - Als het systeem uit de slaapstand wordt gehaald terwijl geen signaal wordt ontvangen, moet u de functie <Wake On LAN> uitschakelen. - Het LAN LED (LAN-lampje) gaat mogelijk niet uit als het systeem wordt afgesloten zonder de WOL-optie <Wake On LAN> uit te schakelen. - A  ls u een bekabeld netwerk aansluit terwijl u een draadloos netwerk gebruikt, kan het zijn dat de functie <Wake On LAN> niet wordt geactiveerd. Stel het draadloze netwerk in op Uitgeschakeld als u de functie <Wake On LAN> wilt gebruiken. - De functie <Wake On LAN> (Wake On LAN) werkt mogelijk niet wanneer u de hybride energiebesparingsfunctie gebruikt. De hybride slaapstand kan worden uitgeschakeld Power Options (Energiebeheer) in het Configuratiescherm. In Windows 8 wordt Wake On LAN niet ondersteund door Ping. Bedraad netwerk Als de computer is aangesloten op een 100Mbps/1Gbps bekabeld netwerk en uit de slaapstand/sluimerstand komt, meldt deze echter een verbinding met een 10Mbps/100Mbps bekabeld netwerk. Dit gebeurt omdat het ongeveer 3 seconden duurt voordat de netwerkfunctionaliteit is hersteld wanneer de computer terugkeert uit de stand stand-by- of slaapstand. Zodra de netwerkfunctionaliteit is hersteld, werkt deze met 100Mbps/1Gbps. Wanneer de batterijvoeding wordt gebruikt en er een LANkabel wordt aangesloten, duurt het soms een paar seconden voordat er verbinding met internet is. Dit symptoom is gevolg van de energiebesparingsfunctie om het energieverbruik van de batterij te reduceren. Wanneer het systeem op batterijvoeding werkt, wordt de snelheid van het bekabelde LAN automatisch verlaagd om het energieverbruik van de batterij te reduceren. In dat geval werkt een 1Gbps /100Mbps LAN met een snelheid van 100Mbps/10Mbps. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 75 Draadloos netwerk (optioneel) Een draadloze netwerkomgeving (WLAN) is een netwerkomgeving, thuis of in een klein kantoor, waarbinnen meerdere computers onderling kunnen communiceren door middel van draadloze netwerkapparatuur. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 76 •• De schermafbeelding en terminologie kan afhankelijk van het model enigszins afwijken. •• Het is afhankelijk van het model mogelijk dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn of dat er andere functies beschikbaar zijn. •• De onderstaande beschrijvingen zijn van toepassing op computermodellen met een draadloze netwerkkaart of -module. Een draadloze netwerkmodule is optioneel. De afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van uw draadloze netwerkmodule. Wat is een toegangspunt? Een toegangspunt, ook wel Access Point of AP genoemd, is een netwerkapparaat dat een brug vormt tussen het bekabelde netwerk en het draadloze netwerk en fungeert als een draadloos schakelpunt binnen een netwerk met kabels. U kunt meerdere draadloze netwerkapparaten een verbinding laten maken via één toegangspunt. Draadloos netwerk (optioneel) Hoofdstuk 3. Werken met de computer áᔪ Ŗᮁ Een verbinding maken met een draadloos netwerk Als er een toegangspunt aanwezig is, kunt u via dat ᜽᯲ toegangspunt een verbinding met internet maken via de draadloze netwerkverbindingsmethode die wordt geboden door Windows. ᰆ⊹ 77 op Verbinding maken. 2 Klik Als er een netwerksleutel voor het toegangspunt is ingesteld, voert u de netwerksleutel in en klikt u op OK. Vraag uw netwerkbeheerder om de netwerksleutel. 1 Als u op het menu Charms > Instellingen ᖅᱶ Netwerkverbindingen klikt, verschijnt er een lijst met beschikbare toegangspunten. Als u een toegangspunt selecteert, wordt de knop Verbinding maken weergegeven. Lijst met toegangspunten   een AP-aansluiting is voltooid, wordt naast het 3 Wanneer bijbehorende AP ‘Verbonden’ weergegeven. U kunt nu het draadloze netwerk nu gebruiken. Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) Een TPM-beveiligingsapparaat (Trusted Platform Module) is een beveiligingsapparaat dat de persoonlijke informatie en gegevens van gebruikers beschermt door de gebruikersverificatiegegevens op te slaan op de TPM-chip die op de computer is geïnstalleerd. Als u het TPM-beveiligingsapparaat wilt gebruiken, moet u de TPM-chip via de BIOS-instellingen initialiseren, het TPMprogramma initialiseren en de gebruiker registreren. •• Deze functie wordt alleen ondersteund door modellen die zijn voorzien van TPM (beveiligingschip). •• Raadpleeg de online Help van het programma voor meer informatie. •• De programmaversie die in deze handleiding wordt beschreven, kan worden gewijzigd en de schermafbeeldingen en termen in de handleiding kunnen afwijken van de schermafbeeldingen en termen die in uw versie worden gebruikt. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 78 De TPM instellen Als u de TPM-functie wilt gebruiken, moet u de volgende stappen uitvoeren. TPM-chip initialiseren 1 De De verificatiegegevens die op de TPM-chip zijn opgeslagen, initialiseren. TPM-programma installeren 2 Het Hiermee installeert u het TPM-programma. TPM-programma registreren 3 Het Met deze stap registreert u het TPM-programma registreren. Zodra u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, kunt u de TPM-functie gebruiken. Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) De TPM-chip initialiseren Wanneer u de TPM-functie voor de eerste keer gebruikt of als u de gebruiker opnieuw wilt registreren, moet u de TPM-chip initialiseren. •• Wanneer de TPM-chip wordt geïnitialiseerd, worden alle verificatiegegevens op de TPM-chip gewist. Denk dus goed na voordat u besluit om te initialiseren. •• Als u de TPM-chip opnieuw wilt initialiseren terwijl de TPM-functie wordt gebruikt, moet u eerst de bestaande bestanden en mappen die met de TPM-functie zijn gecodeerd, decoderen. Anders kunt u de bestanden en mappen niet openen nadat deze opnieuw zijn geïnitialiseerd. de computer opnieuw op. Wanneer het Samsung-logo 1 Start verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de toets F2. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 79 het BIOS-scherm verschijnt, selecteert u Security > TPM 2 Als Configuration en drukt u op Enter. SysInfo Aptio Setup Utility Advanced Security Supervisor Password User Password HDD Password Clear Clear Clear Set Supervisor Password Set User Password Set HDD Password [Enter] [Enter] [Enter] Password on Boot [Enabled] Boot Exit ▶ TPM Configuration voor TPM Support de optie Enabled en selecteer 3 Selecteer voor Change TPM Status de optie Clear. Aptio Setup Utility Security TPM Configuration TPM Support Change TPM Status Security Chip State [Enabled] [No Change] Disabled and Deactivated No Change Clear Enable and Activate Disable and Deactivate Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) Hoofdstuk 3. Werken met de computer op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan. 4 Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan. 10 Druk De computer wordt automatisch opnieuw opgestart. Initialisatie van de TPM-chip is voltooid. Installeer nu het Als het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de TPMprogramma en registreer het. 5 overeenkomstige toets(en) door de instructies op het scherm te volgen. de computer automatisch opnieuw is opgestart 6 Wanneer en het Samsung-logo verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de toets F2. Security > TPM Configuration > Change TPM 7 Selecteer Status en stel de optie Enable and Activate in. Aptio Setup Utility Security TPM Configuration TPM Support Change TPM Status Security Chip State [Enabled] [No Change] Disabled and Deactivated No Change Clear Enable and Activate Disable and Deactivate 8 Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan. het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de 9 Als overeenkomstige toets(en) door de instructies op het scherm te volgen. 80 Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) Het TPM-programma installeren U kunt het TPM-programma als volgt installeren. Installeer het programma overeenkomstig de onderstaande procedures. Dit programma wordt alleen geleverd bij modellen met Recovery en de TPM-functie. Recovery uit en klik op System Software 1 Voer (Systeemsoftware). op System Software Installation (Systeemsoftware 2 Klik installeren). programma SW Update wordt nu gestart. 3 Het Selecteer TPM Host SW (TMP-hostprogramma) en klik op Install Now (Nu installeren). Als de systeemsoftwaremedia bij het product is geleverd, kunt u het programma installeren via de systeemsoftwaremedia (alleen wanneer deze bij het product is geleverd). Als u na de installatie op OK klikt, wordt de computer 4 opnieuw opgestart. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 81 Het TPM-programma registreren op het Startscherm met de rechtermuisknop op een 1 Klik in de rechter willekeurig gebied en kies Alle apps benedenhoek. Klik vervolgens op Infineon Security Platform Solution > Security Platform Management > User Settings (Gebruikersinstellingen). (met beheerdersrechten) U kunt eventueel ook op het pictogram op de taakbalk klikken en de initialisatie met beheerdersrechten uitvoeren. verificatie-instellingen voor de beveiliging beginnen met 2 De de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie). Zodra de initialisatiewizard verschijnt, klikt u op Next (Volgende). Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) Als het bericht status not initialized (status niet geïnitialiseerd) verschijnt, klikt u op Yes (Ja). Als u de instructies in de initialisatiewizard volgt om een back-up van het noodherstelbestand op te slaan naar een extern apparaat, kunt u het TPM-beveiligingsapparaat veiliger gebruiken. een Security Platform Feature 3 Selecteer (Beveiligingsplatformfunctie) en geef het Basic user password (Basisgebruikerswachtwoord) op. 4 Voltooi de registratie aan de hand van de instructies. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 82 registratie van de gebruiker van het TPM-programma 5 De is voltooid. U kunt bestanden en mappen coderen via het bestandssysteem voor decoderen en de bestanden en mappen gebruiken die moeten worden gecodeerd door op het virtuele station te maken of ze hier naartoe te kopiëren. THet virtuele station wordt gemaakt op de volgende locatie. Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) Het TPM-programma gebruiken Raadpleeg de online Help van het TPM-programma voor meer informatie over het gebruik van het programma. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 83 het venster Confirm Attribute Changes window 2 Als (Wijzigingen van kenmerken bevestigen) wordt weergegeven, selecteert u het bereik waarop u de codering wilt toepassen. Klik vervolgens op OK. (Dit dialoogvenster wordt alleen weergegeven wanneer de map is gecodeerd.) Een bestand (map) coderen Deze functie stelt u in staat om bestanden en mappen te coderen. U kunt documenten beveiligen via EFS (Encrypt File System). De EFS-functie (Encrypt File System) wordt ondersteund door de volgende besturingssystemen. •• Windows XP Professional •• Windows Vista Business / Enterprise / Ultimate •• Windows 7 Professional / Enterprise / Ultimate •• Windows 8 Pro / Enterprise met de rechtermuisknop op de map (bestand) die u 1 Klik wilt coderen en selecteer in het pop-upmenu Encrypt (Versleutelen). Als u Windows 8/7/Vista gebruikt, wordt het venster voor gebruikersaccountbeheer weergegeven. Klik in dat geval op Continue (Doorgaan). het venster User authentication (Gebruikersverificatie) 3 Als wordt weergegeven geeft u het Basic user password (Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK. Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) zult zien dat de kleur van de naam van de map (het 4 Ubestand) in de gecodeerde map is gewijzigd in groen. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 84 Een gecodeerde map (bestand) decoderen met de rechtermuisknop op een gecodeerde map 1 Klik (bestand) en selecteer in het pop-upmenu de optie Decrypt (Decoderen). het gebruikersverificatievenster wordt weergegeven, geeft 2 Als u het Basic user password (Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK. 3 De map (bestand) is gedecodeerd. Een gecodeerde map (bestand) openen 1 Dubbelklik op de gecodeerde map (bestand). het gebruikersverificatievenster wordt weergegeven, geeft 2 Als u het Basic user password (Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK. 3 De map (bestand) wordt geopend. Het virtuele station (Personal Secure Drive: PSD) gebruiken Het virtuele station (PSD) is een virtuele ruimte voor het opslaan en beheren van vertrouwelijke gegevens. U kunt op het virtuele station (PSD) dat u hebt gemaakt, net als op een normaal station (bijvoorbeeld station C:) gewoon bestanden en mappen maken. Daarnaast kun u de vertrouwelijke gegevens gebruiken die u op een ander station hebt opgeslagen, door de gegevens naar het virtuele station (PSD) te kopiëren. Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) Hoofdstuk 3. Werken met de computer 85 Als het virtuele station (PSD) niet wordt weergegeven Als het virtuele station (PSD) niet wordt geladen U kunt het virtuele station (PSD) alleen gebruiken wanneer u tijdens de registratie van het programma de optie Personal Secure Drive (Persoonlijke beveiligd station) (PSD) hebt geselecteerd. Als u bij het registreren deze optie niet hebt geselecteerd, voltooit u de volgende stappen. Als u het virtuele station (PSD) wilt gebruiken, moet het virtuele station (PSD) eerst worden geladen. Als het station niet wordt geladen, kunt u de onderstaande procedure gebruiken om het station te laden. op het Startscherm met de rechtermuisknop op een 1 Klik in de rechter willekeurig gebied en kies Alle apps benedenhoek. Klik vervolgens op Infineon Security Platform Solution > Security Platform Management > User Settings (Gebruikersinstellingen) > Configure Security Platform Features (Security Platform-functies configureren). 2 Wanneer de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie) wordt weergegeven, selecteert u Personal Secure Drive (PSD) (Persoonlijk beveililgd station) en geeft u het gebruikerswachtwoord op. een paar maal op Next (Volgende), overeenkomstig de 3 Klik instructies in de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie) om de wizard te voltooien. met de rechtermuisknop op het pictogram Security 1 Klik Platform (Beveiligingsplatform) in het systeemvak van de taakbalk en selecteer in het pop-upmenu Personal Secure Drive (Persoonlijk beveiligd station) > Load (Laden). in het laadvenster het basisgebruikerswachtwoord op 2 Geef en klik op OK. u op Start > Computer klikt, zult u zien dat het 3 Als persoonlijk beveiligd station wordt gemaakt. Houd er rekening mee dat wanneer u vertrouwelijke gegevens naar de PSD hebt gekopieerd, de oorspronkelijke gegevensbestanden niet worden gecodeerd. Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) Als u nogmaals moet registeren (om de verificatiegegevens op de TPM-chip te wissen) Als u opnieuw wilt registreren, moet u de bestaande verificatiegegevens die op TPM-chip zijn opgeslagen, wissen en moet u de TPM-chip initialiseren. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 86 Het virtuele station verwijderen Als er een virtueel station is gemaakt, moet u dit verwijderen voordat u de bestaande verificatiegegevens verwijdert die zijn opgeslagen op de -chip. Registreer de gebruiker volgens de onderstaande stappen. Klik met de rechtermuisknop op > en klik op 1 Persoonlijk beveiligd station > Maken/beheren. 1 Verwijder het virtuele station. de bestaande verificatiegegevens die zijn 2 Verwijder opgeslagen op de TPM-chip. 2 Klik op Volgende. het wachtwoord in dat u hebt ingevoerd bij registratie 3 Voer van het TPM-programma en klik op Volgende. ‘Geselecteerde PSD verwijderen’ en klik op 4 Selecteer Volgende. ‘Ik wil mijn PSD verwijderen zonder een niet5 Selecteer versleutelde kopie van de inhoud op te slaan’ en klik op Volgende. 6 Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien. 7 Het virtuele station is nu verwijderd. Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) De bestaande verificatiegegevens verwijderen die zijn opgeslagen op de TPM-chip. op het bureaublad het menu Charms > 1 Selecteer Instellingen > Control Panel (Configuratiescherm) > Programs (Programma’s) > Uninstall a program (Programma verwijderen) > Infineon TPM Professional Package. Klik vervolgens op Uninstall (Verwijderen). er een berichtvenster verschijnt, klikt u op Yes (Ja) om het 2 Als programma te verwijderen. het bericht Infineon Security Platform verschijnt, klikt u 3 Als op No (Nee). op het pictogram Windows Verkenner 4 Klik taakbalk op het bureaublad. in de in View (Beeld) > Options (Opties) > Folder 5 Selecteer Options (Mapopties) > View (Weergave) > Hidden files and folders (Verborgen bestanden en mappen) de optie Show hidden files, folders, and drives (Verborgen bestanden, mappen en stations weergeven) en klik op OK. op Start > Computer >Drive C: (Station C:) > 6 Klik ProgramData en verwijder de map Infineon. Hoofdstuk 3. Werken met de computer 87 TPM-programma is nu verwijderd. 7 Het Als u de TPM-functie wilt gebruiken, herhaalt u de procedures van het TPM-initialisatieproces. De multimedia-app gebruiken (optioneel) U kunt genieten van foto-, video- en muziekbestanden met de apps S Camera, S Gallery en S Player. S Camera U kunt foto’s maken en video’s opnemen met de app S Camera en deze direct in deze app bekijken. S Gallery Alleen foto’s of video’s die zijn opgenomen met de app S Camera kunnen worden bekeken met de app S Camera. S Player U kunt de foto-, video- en muziekbestanden bekijken die zijn opgeslagen op de computer. Afhankelijk van de versie van het programma is het mogelijk dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn of dat er andere functies beschikbaar zijn. Services de zijn gerelateerd aan software van derden •• Voor een beschrijving van en voor serviceverzoeken voor software van derden, neemt u contact op met de desbetreffende producent. •• Sommige probleemopsporingsacties als reactie op serviceaanvragen werken mogelijk niet, afhankelijk van de softwareproducent. Hoofdstuk 3. Werken met de computer U kunt een app starten op het startscherm. 88 De multimedia-app gebruiken (optioneel) Hoofdstuk 3. Werken met de computer 89 áᔪ een foto door de balk voor de cameramodus in de 2 Maak stand Foto te schuiven. De app S Camera gebruiken Ŗᮁ 1 Tik op menu Charm > Start Maak een video-opname door de balk voor de cameramodus in de stand Video te schuiven. > S Camera. ᜽᯲ Cameramodus (Foto, , Video ) ᰆ⊹ 3 Tik op Foto maken/Video opnemen om een foto te maken of een video op te nemen. foto of video bekijken met de app Fotovoorbeeld 4 U kuntof SdeGallery. ᖅᱶ De app S Camera is niet beschikbaar in de bureaubladmodus. Voorzorgsmaatregelen bij het maken van een foto of het opnemen van een video In-/uitzoomen Foto-instellingen Een foto maken/ Een video opnemen Fotovoorbeeld •• Maak geen foto en neem geen video op van anderen zonder hun toestemming. •• Maak geen foto en neem geen video op op plaatsen waar dit niet is toegestaan. •• Maak geen foto en neem geen video op op plaatsen waar u mogelijk inbreuk maakt op de privacy van anderen of waar vertrouwelijke informatie openbaar kan worden gemaakt. De multimedia-app gebruiken (optioneel) Hoofdstuk 3. Werken met de computer áᔪ Een foto bewerken De app S Gallery gebruiken Ŗᮁ 1 de foto’s en video’s weergeven die zijn gemaakt met 2 Udekunt app S Camera. Tik op menu Charm > Start > S Gallery. ᜽᯲ ᰆ⊹ Bovendien kunt u speciale effecten toepassen op de foto’s met behulp van de fotobewerkingsfunctie. ᖅᱶ U kunt een foto maken in de app S Gallery door op het pictogram Camera te tikken. Fotovoorbeeld. 1 Select Sleep het enigszins omhoog vanuit het midden onderaan. Als het optiemenu wordt weergegeven, selecteert u Bewerken . 90 De multimedia-app gebruiken (optioneel) Hoofdstuk 3. Werken met de computer áᔪ 2 Selecteer een effect dat u wilt toepassen op de foto. De app S Player gebruiken Ŗᮁ Als u bijv. Tekenen selecteert Lijnvoorbeeld Kleur Ongedaan maken 1 Tik op menu Charm > Start > S Player. ᜽᯲ Mijn muziek ᰆ⊹ Mijn video's Mijn foto's ᖅᱶ Wissen/Tekenen Lijndikte Opslaan Sluiten Frame Afspeellijst muziek Tekenen een menu om met foto-, video- en 2 Selecteer muziekbestanden te werken. Stempel Diashow Mij fotolijst Sommige bestanden worden mogelijk niet afgespeeld, afhankelijk van hun indeling. 91 Samsung Software Update SW Update is een softwareprogramma dat naar de software en stuurprogramma's van Samsung zoekt die al bij aankoop van uw computer waren geïnstalleerd, om deze stuurprogramma's of programma's bij te werken. •• U kunt de updatebestanden alleen controleren voordat u bijwerkt, wanneer u verbinding met internet hebt. •• SW Update levert geen updates voor apparaatstuurprogramma's of softwareprogramma's die achteraf door de gebruiker zijn geïnstalleerd. op het Startscherm met de rechtermuisknop op een 1 Klik in de rechter willekeurig gebied en kies Alle Apps benedenhoek. Klik vervolgens op SW Update. het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd, 2 Als wordt de gebruikersovereenkomst voor het gebruik van persoonlijke gegevens weergegeven. Klik op Agree (Akkoord). programma SW Update wordt uitgevoerd. 3 Het Selecteer de items die u wilt bijwerken voordat u doorgaat met het updateproces. Hoofdstuk 3. Werken met de computer  Softwarelijst Softwareupdate 92 Een diagnose van de status van de computer maken en problemen oplossen Met programma Support Center, oftewel de handleiding van Samsung voor het oplossen van problemen, kunt u een diagnose maken van het systeem en beschikt u over een FAQ voor veelvoorkomende problemen. Het is mogelijk dat Support Center niet beschikbaar is of dat er een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk van het model. op het Startscherm met de rechtermuisknop op een 1 Klik in de rechter willekeurig gebied en kies Alle Apps Een diagnose van de computer maken en problemen oplossen FAQ voor de belangrijkste problemen met de computer Hoofdstuk 3. Werken met de computer Problemen met de computer zoeken benedenhoek. Klik vervolgens op Support Center. Center wordt geactiveerd en maakt een diagnose 2 Support van uw computer. Nadat de diagnose is voltooid, wordt in het menu System Status (Systeemstatus) een lijst met huidige problemen weergegeven die moeten worden opgelost overeenkomstig de instructies.  93 kunt een probleem oplossingen door op de knop 3 UTroubleshoot (Oplossen) voor het probleem te klikken. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade BIOS-instellingen 95 Een opstartwachtwoord instellen 98 De opstartprioriteit wijzigen 101 Het geheugen uitbreiden 102 Oplaadbare batterij 105 BIOS-instellingen In de BIOS-instellingen kunt u de hardware van de computer instellen in overeenstemming met uw behoeften. •• U kunt de BIOS-instellingen gebruiken om een wachtwoord voor het opstarten in te stellen, de opstartvolgorde te wijzigen of een nieuw apparaat toe te voegen. •• Aangezien onjuiste instellingen kunnen leiden tot storingen en het vastlopen van het systeem, moet u zorgvuldig te werk gaan bij het configureren van het BIOS. •• De functies van de BIOS-instellingen kunnen worden gewijzigd in het kader van productverbetering. •• De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan verschillen, afhankelijk van het computermodel. Turbo Control (uitsluitend voor overeenkomende modellen) Met deze technologie worden automatisch de processorprestaties bepaalt om de warmtegeneratie te minimaliseren wanneer de processortemperatuur een vooraf ingestelde niveau overschrijdt. Door de automatische controle van de processorprestaties kunnen de verwachte prestaties minder zijn. Als u Turbo Control-technologie niet wilt gebruiken, opent u de BIOS-setup en u selecteert Advanced > Turbo Control in het menu en stelt deze in op Disabled. In dit geval kan de temperatuur van de buitenkant van product oplopen. (Als u het menuonderdeel in het BIOSsetupmenu niet kunt vinden, downloadt u de nieuwste versie van de BIOS van het downloadcentrum waarna u deze installeert.) Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade De BIOS-instellingen openen de computer in. 1 Schakel Druk meteen enkele malen op toets F2. tijd verschijnt het BIOS-instellingenscherm. 2 NaDe enige items in het BIOS-instellingenscherm kunnen afwijken, afhankelijk van het product. 95 BIOS-instellingen Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade Het BIOS-instellingenscherm Instellingenmenu De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan verschillen, afhankelijk van het computermodel. SysInfo Advanced Instellingenmenu Help Help-informatie voor de geselecteerde optie verschijnt automatisch. Instellingsopties Security 96 Beschrijving Dit is een beschrijving van de basisspecificaties van de computer. Met dit menu kunt u de belangrijkste chipsets en aanvullende functies instellen. Instellen van beveiligingsfunctionaliteit, met inbegrip van wachtwoorden. Boot In dit menu kunt u instellingen voor randapparaten en het opstarten opgeven, zoals de opstartprioriteit. Exit Afsluiten van de BIOS-instellingen, al dan niet met behoud van de wijzigingen. BIOS-instellingen Toetsen in het BIOS-instellingenscherm In het BIOS-instellingenscherm moet u het toetsenbord gebruiken. F1 De Help-informatie weergeven. Omhoog en omlaag Naar boven en naar beneden gaan. F5/F6 De waarde van een optie wijzigen. F9 De standaardinstellingen herstellen. ESC Terugkeren naar het vorige menu of naar het afsluitmenu. Links en rechts Enter F10 Naar een ander menu stappen. Een menuoptie selecteren of een submenu openen. De wijzigingen opslaan en de BIOSinstellingen afsluiten. Het toetsenbord in de afbeelding kan afwijken van het werkelijke toetsenbord. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 97 Een opstartwachtwoord instellen Als u een wachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord invoeren als u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen wilt openen. Door een wachtwoord in te stellen kunt u de toegang tot het systeem beperken tot bevoegde gebruikers en de gegevens en bestanden die op de computer zijn opgeslagen beschermen. •• De wachtwoordinstelling biedt de volgende 3 submenu’s. (Supervisor Password (Supervisorwachtwoord), Use Password (Gebruikerswachtwoord) en HDD Password (HDD-wachtwoord)) •• Vergeet of verlies uw wachtwoord niet. •• Zorg dat anderen niet achter uw wachtwoord komen. •• Als u het supervisorwachtwoord of HDD-wachtwoord vergeet, moet u om assistentie vragen bij het servicecentrum. In dat geval zullen kosten in rekening worden gebracht. •• Als u het gebruikerswachtwoord vergeet, kunt u het supervisorwachtwoord uitschakelen. Het gebruikerswachtwoord wordt dan automatisch uitgeschakeld. •• De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de computer en de versie van het stuurprogramma. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 98 Een Supervisor-wachtwoord instellen Als u een supervisorwachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord invoeren als u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen wilt openen. Het is niet erg veilig om alleen het supervisorwachtwoord en het gebruikerswachtwoord in te stellen. U kunt het HDD-wachtwoord eveneens gebruiken om de beveiliging te versterken. 1 Selecteer het menu Security in de BIOS-instellingen. 2 XXXXXXXX Zet de cursor op de optie Set Supervisor Password en druk op <Enter>. Een opstartwachtwoord instellen een wachtwoord in, druk op <Enter>, voer het 3 Voer wachtwoord ter bevestiging nogmaals in, en druk nogmaals op <Enter>. Het wachtwoord mag maximaal 8 alfanumerieke tekens lang zijn. Speciale tekens zijn niet toegestaan. Supervisor-wachtwoord is ingesteld. 4 Het Het Supervisor-wachtwoord is vereist voor het inschakelen van de computer en het openen van de BIOS-instellingen. voor sommige modellen geldt dat als in het venster Setup Notice een bericht wordt weergegeven dat een wachtwoord is opgegeven, de instellingen niet zijn voltooid totdat u op Enter drukt. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 99 Een gebruikerswachtwoord instellen Met behulp van het gebruikerswachtwoord kunt u de computer inschakelen, maar kunt u geen belangrijke opties in de BIOSinstellingen wijzigen omdat u geen toegang hebt tot de BIOSinstellingen. Dit helpt onbevoegde toegang tot de belangrijkste instellingen van het menu BIOS Setup (BIOS-instellingen) te voorkomen. Voordat u een gebruikerswachtwoord configureert moet u een Supervisor-wachtwoord configureren. Op het moment dat u het Supervisor-wachtwoord uitschakelt, wordt ook het gebruikerswachtwoord uitgeschakeld. Zet de cursor op Set User Password, druk op <Enter> en voer dezelfde procedure uit als bij het instellen van het Supervisorwachtwoord, vanaf stap 3. Een opstartwachtwoord instellen Voordat u een opstartwachtwoord kunt instellen, moet u een beheerderswachtwoord (Supervisor-wachtwoord) instellen. Stel de optie Password on boot in op Enabled. Als u een opstartwachtwoord instelt, moet een wachtwoord worden ingevoerd om de computer te kunnen opstarten. Onthoud het wachtwoord voor later gebruik. Een opstartwachtwoord instellen Een wachtwoord instellen voor een vaste schijf (optioneel) Als u een wachtwoord instelt voor een vaste schijf, kan deze niet worden geraadpleegd vanaf een andere computer. Zet de cursor op Set HDD Password, druk op <Enter> en stel een wachtwoord in op dezelfde wijze als bij het instellen van het Supervisorwachtwoord, vanaf stap 3. •• De functie voor het instellen van een wachtwoord voor de vaste schijf is mogelijk niet op alle modellen aanwezig. •• Het wachtwoord voor de vaste schijf wijzigen Om veiligheidsredenen kunt u het wachtwoord voor de vaste schijf uitsluitend wijzigen nadat de computer opnieuw is gestart door middel van het indrukken van de knop Aan/Uit op de computer. Als u het wachtwoord voor de vaste schijn niet kunt wijzigen, of de melding HDD Password Frozen verschijnt nadat u in de BIOS-instellingen Security > HDD Password hebt geselecteerd, moet u de knop Aan/Uit op de computer indrukken om de computer opnieuw in te schakelen. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 100 Het wachtwoord opheffen de cursor op het wachtwoord dat moet worden 1 Zet opgeheven en druk op <Enter>. Als u bijvoorbeeld het Supervisor-wachtwoord wilt opheffen, zet u de cursor op de optie Set Supervisor Password en drukt u op <Enter>. in het vak Enter Current Password het huidig 2 Voer ingestelde wachtwoord in en druk op <Enter>. 3 Laat het veld Enter New Password leeg en druk op <Enter>. het veld Confirm New Password leeg en druk op 4 Laat <Enter>. Het wachtwoord is opgeheven. voor sommige modellen wordt het wachtwoord alleen geannuleerd wanneer u op Enter drukt in het venster Setup Notice. De opstartprioriteit wijzigen Bij wijze van voorbeeld wordt hieronder de procedure beschreven om het opstartapparaat met de hoogste prioriteit te wijzigen in de vaste schijf. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 101 Druk op de toets omlaag (↓) om de optie SATA HDD te 3 selecteren en druk op de toets F6 om deze naar boven te verplaatsen. Boot Menu De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de computer en de versie van het stuurprogramma. 1 Selecteer het menu Boot in de BIOS-instellingen. Druk op <Enter> nadat u de cursor hebt gezet op de optie 2 Boot Device Priority. [Boot Priority Order] 1. SATA CD : XXXXXXXXXXXX 2. SATA HDD : XXXXXXXXXXXX 3. USB CD : N/A 4. USB FDD : N/A 5. USB HDD : N/A 6. NETWORK : N/A XXXXXXXX 0WO.QEM 'PCDNG-G[RCF 6QWEJ2CF/QWUG =1HH? =$[0WO.QEM? ='PCDNGF? +PVGTPCN.#0 2:'1241/ ='PCDNGF? =&KUCDNGF? 5OCTV$CVVGT[%CNKDTCVKQP op de toets F10 om de instellingen op te slaan en de 4 Druk BIOS-instellingen af te sluiten. De vaste schijf heeft nu de hoogste opstartprioriteit. Als u moet opstarten naar DOS met een USB-apparaat, opent u de BIOS-setup en u selecteert het menu Advanced en stelt het onderdeel Fast BIOS Mode in op Disabled. Het geheugen uitbreiden In de computer zijn een of meer geheugenmodules geïnstalleerd. De gebruiker kan het bestaande geheugen vervangen of nieuw geheugen toevoegen. •• Vervang of installeer een geheugenmodule alleen nadat de computer volledig is afgesloten en de AC-adapter is losgekoppeld van de computer. •• Het wordt aanbevolen geheugen toe te voegen met dezelfde specificaties (dezelfde fabrikant en capaciteit) als van het geïnstalleerde geheugen. •• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een representatief model en kunnen daarom afwijken van het werkelijke product. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 102 Geheugenmodules toevoegen of vervangen de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt 1 Haal uitgeschakeld. een voorwerp, bijvoorbeeld een paperclip, in de 2 Steek noodopening aan de onderkant van de computer om de batterijstroom te onderbreken. Als de aan/uit-knop niet meer werkt, betekent dit dat u de stroomtoevoer met succes hebt onderbroken. Als u doorgaat zonder op de noodopening te drukken, kunnen het moederbord en de geheugenmodule beschadigd raken. Noodopening De locatie van de Noodopening accu kan per model verschillen. Het geheugen uitbreiden Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 103 de schroef in het afdekplaatje van het Duw de geheugenmodule omlaag totdat deze volledig vast 3 Verwijder 5 geheugencompartiment aan de onderkan van de computer zit. Als de geheugenmodule niet gemakkelijk past, moet u met een schroevendraaier. de vergrendelingspalletjes naar buiten trekken terwijl u de module omlaag duwt. Bevestigingsschroef de nieuwe geheugenmodule onder een hoek van 4 Steek ongeveer 30 graden in de modulesleuf, gelijk aan de hoek van de modulesleuf. Geheugensleuf Klepjes geheugenmodule het afsluitplaatje van het geheugencompartiment draai 6 Sluit de schroef vast. Het geheugen uitbreiden de netvoedingsadapter aan en druk op de aan/uit-knop 7 Sluit om de computer in te schakelen. Als u de netvoedingsadapter niet aansluit, wordt de computer niet ingeschakeld, ook al drukt u op de aan/uitknop. Een geheugenmodule verwijderen Trek de vergrendelingspalletjes van de geheugenmodule naar buiten. De geheugenmodule springt omhoog. Verwijder de geheugenmodule onder een hoek van 30 graden. Voor sommige modellen is een speciaal folielaagje op de geheugenmodule geplakt om de draadloze netwerkfunctionaliteit te optimaliseren. Wanneer u de geheugenmodule vervangt, dient u het folielaagje niet te verwijderen. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 104 Oplaadbare batterij Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 105 Volg de onderstaande aanwijzingen op wanneer u de computer gebruikt op de oplaadbare batterij, zonder te zijn aangesloten op het lichtnet. Deze computer is uitgerust met een interne accu. Voorzorgsmaatregelen •• Gebruikers kunnen de interne batterij niet verwijderen of vervangen. •• Maak gebruik van een geautoriseerd servicecentrum om de batterij te laten verwijderen of vervangen zodat het product en de gebruikers hiervan geen gevaar lopen. U betaalt voor deze dienst. •• Gebruik alleen de opladers die in deze handleiding worden gespecificeerd. •• De oplaadbare batterij nooit verhitten, in of bij vuur leggen, of gebruiken bij een temperatuur van meer dan 60°C. Er zou brand kunnen ontstaan. •• Sluit de aansluitingen op de batterij nooit kort en haal de batterij niet uit elkaar. •• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een representatief model en kunnen daarom afwijken van het werkelijke product. •• Zorg ervoor dat u de AC-adapter aansluit en de accu volledig oplaadt voordat u de computer voor het eerst gebruikt. •• De afbeeldingen voor deze illustratie zijn van een representatief model en kunnen daarom afwijken van het werkelijke product. De locatie van de interne accu De batterij opladen een interne accu ingebouwd. Sluit de AC-adapter aan op 1 Erdeisaansluiting voor stroominvoer op de computer. De accu begint met opladen. 2 Het oplaadlampje wordt groen zodra het opladen is voltooid. Status Oplaadlampje Bezig met opladen Rood of oranje Opladen voltooid Groen Wisselstroomadapter niet aangesloten Uit áᔪ Oplaadbare batterij Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 106 Ŗᮁ De resterende capaciteit van de batterij meten U kunt de resterende capaciteit van de batterij als volgt bekijken. Het laadniveau van de batterij controleren op de taakbalk Koppel de netvoedingsadapter los en beweeg de muisaanwijzer over het batterijpictogram in het systeemvak van de taakbalk om de resterende batterijlading te bekijken. De gebruiksduur van de batterij verlengen ᜽᯲ De helderheid van het LCD-scherm verlagen ᰆ⊹ 1 Klik op. het menu Charms > Instellingen Een oplaadbare batterij is een verbruiksartikel. Na verloop van tijd loop de capaciteit en gebruiksduur van de batterij terug. Wanneer de gebruiksduur van de batterij is teruggelopen tot minder dan de helft van de oorspronkelijke gebruiksduur, raden we aan een nieuwe batterij te kopen. Als u de batterij gedurende langere tijd niet wilt gebruiken, slaat u de batterij op nadat u deze hebt opgeladen tot 30-40% van de capaciteit. Dit verlengt de levensduur van de batterij. ᖅᱶ de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid 2 Stel De levensduur van de batterij wordt verlengd. ⦽ Informatie over de gebruiksduur van de oplaadbare batterijen > Helderheid Oplaadbare batterij áᔪ Het programma voor energiebeheer gebruiken Ŗᮁ Dit programma helpt u efficiënter gebruik te maken van de accu en ondersteunt de energiemodus die is geoptimaliseerd voor de bedrijfsomgeving. ᜽᯲ 1 ᰆ⊹ Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > ᖅᱶ Energiebeheer. U kunt ook met de rechtermuisknop op het energiepictogram in het systeemvak op de taakbalk klikken en Energiebeheer selecteren. het volgende scherm verschijnt, selecteert u een van de 2 Als modi. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 107 Oplaadbare batterij De batterij kalibreren Nadat de batterij een aantal keren achter elkaar kort wordt gebruikt en weer opgeladen, kan een verschil ontstaan tussen de werkelijke en weergegeven resterende capaciteit. In dat geval kunt u het verschil wegwerken door de batterij volledig te ontladen met de kalibratiefunctie en vervolgens weer op te laden. Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade 108 met behulp van de pijltoetsen naar de optie Boot > 3 Loop Smart Battery Calibration en druk op <Enter>. XXXXXXXX 0WO.QEM 'PCDNG-G[RCF 6QWEJ2CF/QWUG =1HH? =$[0WO.QEM? ='PCDNGF? +PVGTPCN.#0 2:'1241/ ='PCDNGF? =&KUCDNGF? 5OCTV$CVVGT[%CNKDTCVKQP De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de computer en de versie van het stuurprogramma. de wisselstroomadapter los nadat u de computer hebt 1 Haal uitgeschakeld. de computer opnieuw in en druk op de toets F2 om 2 Schakel het instellingenscherm te openen. Yes in het venster Battery Calibration 4 Selecteer Confirmation en druk op <Enter>. De batterijkalibratiefunctie wordt geactiveerd en de batterij wordt volledig ontladen. U kunt de bewerking afbreken door op de toets <Esc> te drukken. De bewerking duurt 3 tot 5 uur, afhankelijk van de totale capaciteit van de batterij en de resterende capaciteit. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen Herstellen/back-up van de computer (optioneel) 110 Windows opnieuw installeren (optioneel) 117 V&A 121 Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Als er zich een probleem voordoet met uw computer, kunt u met Recovery (herstelprogramma) de computer eenvoudig herstellen naar de standaard (fabrieks)instellingen. U kunt eventueel ook een back-up van uw computer maken, zodat u de computer op elk moment naar de gewenst status kunt herstellen. Functie Recover (Herstellen) Back Up (Back-up) Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 110 Beschrijving Hiermee herstelt u het volledige Windowsstation. U kunt een back-up van het volledige Windowsstation maken. Inleiding tot Recovery Herstellen Back-up •• Het is mogelijk dat Recovery niet beschikbaar is of dat er een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk van het model. •• Voor modellen met een capaciteit van de harde schijf of SSD van minder dan 64 GB, is het herstelprogramma Recovery niet beschikbaar. •• De instructies worden geleverd op basis van Recovery versie 1.0. Afhankelijk van de versie kunnen bepaalde functies enigszins afwijken of niet beschikbaar zijn. Raadpleeg de Help van het programma voor meer informatie.  Help •• Een ODD (cd-/dvd-station enz.) wordt niet door Recovery ondersteund. Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Herstellen Wanneer uw computer niet opstart, kunt u deze herstellen naar de standaard (fabrieks)status. 1 - Als Windows niet kan worden gestart Z  et uw computer aan en druk op toets F4. Voer de herstelmodus uit. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 111 het beginscherm wordt weergegeven, klikt u op Recover 3 Als (Herstellen). Selecteer een herstelpunt en klik op Recover (Herstellen). Als u de optie User Data Maintenance (Gebruikersgegevens behouden) instelt op ON (AAN), wordt de computer hersteld en blijven de huidige gebruikersgegevens behouden. - Als Windows wordt uitgevoerd K  lik op het Startscherm met de rechtermuisknop op een in de rechter willekeurig gebied en kies Alle apps benedenhoek. Klik vervolgens op Recovery. het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd, 2 Als moet u akkoord gaan met de User Agreement (Gebruikersovereenkomst). herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de 4 De instructies op het scherm. Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer weer gewoon gebruiken. Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Herstellen na een back-up U kunt uw computer herstellen nadat u een back-up naar een afzonderlijk station of een extern opslagapparaat hebt gemaakt. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 112 op Backup (Back-up) in het startscherm van Recovery. 2 Klik Selecteer het station en klik op Backup (Back-up). U kunt geen dvd-station selecteren. Een back-up maken u een back-up van uw computer naar een extern 1 Als opslagapparaat wilt maken, sluit u het externe opslagapparaat aan en selecteert u het desbetreffende station. Selecteer het station waarnaar u wilt opslaan. back-upproces moet worden uitgevoerd op basis van de 3 Het instructies. Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Herstellen U kunt uw computer herstellen middels de bovenstaande backupprocedure. de back-upimage is opgeslagen naar een extern 1 Als opslagapparaat, sluit u het desbetreffende apparaat aan. 2 Start Recovery en klik op Recover (Herstellen). Selecteer een herstellenoptieen klik op Recover 3 (Herstellen). Selecteer het punt dat u wilt herstellen. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de 4 De instructies op het scherm. 113 Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer weer gebruiken. Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 114 De schijf voor externe opslag kopiëren Wanneer u een in uw computer ingebouwd opslagapparaat als een HDD, SSD, enz. (hierna de vaste schijf genoemd) wilt vervangen, kunt u uw bestaande gegevens eenvoudig en snel overzetten naar het nieuwe opslagapparaat. Het nieuwe opslagapparaat moet over voldoende capaciteit voor de opslag van uw gegevens beschikken. U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf aanschaffen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw computer. moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf 1 Uaanschaffen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw computer. 2 Start Recovery en klik op Disk copy (Schijfkopie). een optie in Disk recovery Point (Herstelpunt 3 Selecteer van schijf) en klik op Disk copy (Schijfkopie). gegevens op de huidige vaste schijf worden opgeslagen 4 De naar de nieuwe vaste schijf. alle gegevens zijn opgeslagen, opent u de klep voor de 5 Zodra vaste schijf aan de onderkant van uw computer en vervangt u de bestaande vaste schijf door de nieuwe schijf. Als u de klep aan de onderkant van de computer niet kunt openen, neemt u contact op met het servicecentrum van Samsung voor ondersteuning. In dit geval worden er mogelijk kosten in rekening gebracht voor de relevante service. computer is nu voorzien van een nieuwe vaste schijf. 6 Uw U kunt voor de grotere vaste schijf dezelfde configuratie gebruiken als voor de oude schijf. Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Functie Export Disk Image (Schijfimage exporteren) Als u uw computer regelmatig herstelt naar de standaard (fabrieks) instellingen, kunt u de computer eenvoudig herstellen door een schijfimage van de standaard (fabrieks)status te exporteren naar een extern opslagapparaat. het externe opslagapparaat aan en selecteer het station 1 Sluit waarnaar u de image wilt opslaan. 2 Klik op Run (Uitvoeren). de procedure uit door de instructies op te volgen voor 3 Voer het opslaan van een schijfimage van de standaard (fabrieks) status naar het externe opslagapparaat. Koppel het externe opslagapparaat met de schijfimage nu los en bewaar het apparaat. uw computer moet worden hersteld naar de standaard 4 Als (fabrieks)instellingen, sluit u het externe opslagapparaat met de opgeslagen image aan. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 115 Recovery en klik op Recover (Herstellen). Selecteer 5 Start Factory Default Point (Standaard fabrieksinstellingen) en klik op Recover (Herstellen). Het herstellenproces wordt gestart. Wanneer het herstellenproces is voltooid, kunt u de computer gebruiken met de standaard (fabrieks)instellingen. Herstellen/back-up van de computer (optioneel) Functie Computerherstel in Windows 8 Wanneer er een probleem optreedt met uw computer, kunt u de computer met behulp van het herstelprogramma terugzetten op de standaardinstellingen. Voor modellen met een SSD van minder dan 64 GB gebruikt u de Windows-functie Systeem herstellen in plaats van het programma Recovery (Herstel). 1 Klik op het menu Charms > Instellingen > Pc-instellingen wijzigen > Algemeen. 2 Klik op de knop Start voor Pc vernieuwen…. of Alles….. Als uw pc niet naar behoren werkt, kunt u deze herstellen met behoud van uw Pc vernieuwen…. mediabestanden zoals foto-, videoen muziekbestanden, enz. en van uw persoonlijke documenten. Alles…. U kunt alle items in uw pc verwijderen en Windows opnieuw installeren.S Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 116 Maak een back-up van de bestanden in de volgende mappen voordat u de functie Pc-herstel gebruikt omdat deze bestanden niet bewaard blijven. \Windows, \Program files, \Program files(x86), \ProgramData, OEM-map (bijv. c:\samsung), \User\<gebruikersnaam>\ AppData de instructies op het scherm om het herstelproces uit te 3 Volg voeren. Wanneer het herstel is voltooid, kunt u uw computer weer normaal gebruiken. U kunt vereiste Samsung-softwareprogramma's herstellen via Alle apps > SW Update. Windows opnieuw installeren (optioneel) U kunt Windows opnieuw installeren met behulp van de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR SYSTEEMHERSTEL) voor Windows als Windows niet meer naar behoren werkt. (Voor modellen geleverd met SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR SYSTEEMHERSTEL).) Op computermodellen die worden geleverd met de Samsung Recovery Solution, kunt u Windows opnieuw installeren met de Samsung Recovery Solution. Deze beschrijvingen gelden alleen voor Windows 7/8 en Windows Vista en voor ondersteunde modellen. •• Afhankelijk van uw model computer is het mogelijk dat er geen SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR SYSTEEMHERSTEL) beschikbaar is. •• Als u Windows niet kunt starten of alle bestaande gegevens wilt verwijderen en Windows opnieuw wilt installeren, kunt u Windows installeren volgens de aanwijzingen in [Opnieuw installeren als Windows niet kan worden gestart]. •• Bepaalde afbeeldingen kunnen afwijken van het daadwerkelijke product. •• Deze beschrijvingen kunnen afwijken, afhankelijk van het besturingssysteem. •• Wanneer u Windows opnieuw installeert, worden de gegevens (bestanden en programma's) op de vaste schijf mogelijk verwijderd. •• Maak een back-up van alle belangrijke gegevens. Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies van gegevens. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 117 Opnieuw installeren binnen Windows de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR 1 Plaats SYSTEEMHERSTEL) in het dvd-station. het venster Select Windows Installation (Windows2 Als installatie selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu installeren). Wanneer het venster Select Update (Update selecteren) verschijnt, klikt u op het gewenste item. •• Als u in het venster Select Update (Update selecteren) de optie Go online to get the latest updates for installation (Online gaan om de nieuwste updates te installeren) selecteert, worden de nieuwste updates geïnstalleerd en volgt stap 4. Tijdens deze bewerking moet de computer verbonden zijn met internet. •• Bij Windows 7/8 verschijnt mogelijk het scherm waarin gevraagd wordt om het te installeren besturingssysteem. Dit is afhankelijk van de versie. Als u op Next (Volgende) klikt, verschijnt het scherm uit stap 3. het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst) 3 Als verschijnt, selecteert u I accept the license terms (Ik ga akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens op Next (Volgende). Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven. Dit is afhankelijk van de versie. Windows opnieuw installeren (optioneel) volgende venster verschijnt. Selecteer een installatieoptie. 4 Het Als u op Custom (Aangepast) klikt, worden de procedures uit stap 5 achtereenvolgens weergegeven. Als u op Upgrade (Upgrade) klikt, worden de procedures uit stap 6 achtereenvolgens weergegeven. •• Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven. Dit is afhankelijk van de versie. •• Custom (Aangepast) Selecteer deze optie om Windows opnieuw te installeren. U moet alle benodigde stuurprogramma's en programma's na de installatie opnieuw installeren. Het kan zijn dat na de installatie onnodige mappen en bestanden achterblijven op de vaste schijf (bijvoorbeeld C:\Windows. old, enzovoort). •• Upgrade (Upgrade) Selecteer deze optie als u een Upgrade van Windows wilt uitvoeren maar de huidige bestanden, configuraties en programma's wilt behouden. Hoewel het niet nodig is alle stuurprogramma's en programma's opnieuw te installeren, werken sommige programma's misschien niet goed meer na de upgrade. er een venster wordt weergegeven voor het 5 Wanneer selecteren van de locatie van het besturingssysteem, selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 118 Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de backup die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het wordt aanbevolen Windows op station C te installeren. Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een bericht waarin met de tekst dat de mappen en bestanden naar de map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop OK. installatie van Windows wordt voortgezet. 6 De De computer wordt tijdens de installatie 3 keer opnieuw opgestart. Druk niet op een toets als het bericht Press any key to boot from CD or DVD... (Druk op een toets om op te starten vanaf cd of dvd...) wordt weergegeven nadat de computer opnieuw is opgestart. een gebruiker aan de hand van de instructies in 7 Registreer het Windows-scherm. de registratie is voltooid, verschijnt het Windows8 Wanneer bureaublad. Voor een goede werking van de computer verdient het aanbeveling om de noodzakelijke software te installeren. Windows opnieuw installeren (optioneel) Opnieuw installeren als Windows niet kan worden gestart Wanneer Windows niet kan worden gestart, start u de computer op vanaf de media voor systeemherstel. U kunt Windows opnieuw installeren vanaf deze media. de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR 1 Plaats SYSTEEMHERSTEL in het dvd-station en start de computer opnieuw op. op een willekeurige toets op het toetsenbord als het 2 Druk bericht Press any key to boot from CD or DVD... (Druk op een toets om op te starten vanaf cd of dvd...) tijdens het opstarten wordt weergegeven. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 119 Bij Windows 7/8 verschijnt mogelijk het scherm waarin gevraagd wordt om het te installeren besturingssysteem. Dit is afhankelijk van de versie. Als u op de knop Next (Volgende) klikt, verschijnt het scherm uit stap 5. het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst) 5 Als verschijnt, selecteert u I accept the license terms (Ik ga akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens op Volgende. Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven. Dit is afhankelijk van de versie. er gevraagd wordt om het type installatie, klikt u op 6 Wanneer Custom (Aangepast). Bij Windows 7/8 wordt dit scherm mogelijk niet weergegeven. Dit is afhankelijk van de versie. tijd wordt het venster weergegeven met de opties 3 Navoorenige de taal, de tijd, het toetsenbord, enz. Bevestig de instellingen en klik op Volgende. 4 Als het venster Select Windows Installation (Windowsinstallatie selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu installeren). er een venster wordt weergegeven voor het 7 Wanneer selecteren van de locatie van het besturingssysteem, selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende. Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de backup die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het wordt aanbevolen Windows op station C te installeren. Windows opnieuw installeren (optioneel) •• Als u op Drive Options (Advanced) (Stationsopties (geavanceerd)) klikt, kunt een partitie verwijderen, formatteren, maken of uitbreiden. Klik op een functie en volg verder de instructies op het scherm. •• Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een bericht met de tekst dat de mappen en bestanden naar de map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop OK. volgende stappen zijn hetzelfde als die in stap 7 voor het 8 De opnieuw installeren in Windows. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 120 V&A U kunt zoeken naar potentiële problemen met het systeem en de relevante oplossingen voor het probleem bekijken. U kunt ook de benodigde referenties zoeken voor de bediening van de computer. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen V2 Bij de berekening van de capaciteit van het opslagapparaat (HDD) door de fabrikant wordt aangenomen dat 1 kB gelijk is aan 1000 bytes. Het besturingssysteem (Windows) berekent de opslagcapaciteit echter op basis van de aanname dat 1 kB gelijk is aan 1024 bytes. Als gevolg hiervan wordt voor de capaciteit van het vasteschijfstation in Windows een lagere waarde weergegeven dan de werkelijke capaciteit. De weergegeven capaciteit in Windows is mogelijk kleiner dan de werkelijke capaciteit omdat sommige programma's een bepaald gedeelte van het vasteschijfstation buiten Windows beslaan. Voor modellen met Recovery wordt de capaciteit van het vasteschijfstation in Windows mogelijk weergegeven als kleiner dan de werkelijke capaciteit omdat Recovery gebruikmaakt van een verborgen gebied van ongeveer 5-20 GB op het vasteschijfstation voor het opslaan van het imagebestand voor herstel. Dit verborgen gebied wordt niet meegerekend in de totale beschikbare capaciteit voor Windows. De grootte van Recovery verschilt per model, afhankelijk van de grootte van de toegepaste programma's. Wat is een herstelgebied? A Een computer van Samsung beschikt over een extra partitie voor het herstellen van computers of het opslaan van backupbestanden. (Alleen voor modellen met Recovery.) Deze partitie wordt een herstelgebied genoemd en bevat een herstelimage met het besturingssysteem en toepassingen. De weergegeven capaciteit van het vasteschijfstation (HDD) in Windows verschilt van de productspecificaties. A Met betrekking tot het herstel V1 121 V&A V3 A V4 Hoofdstuk 5. Problemen oplossen Met betrekking tot Windows 8 Wat is een herstelimage? Dit verwijst naar de status van de computer (inclusief het besturingssysteem, bepaalde stuurprogramma's, software, enz.). Deze status wordt geconverteerd naar een gegevensimage. De image is nodig om uw computer te herstellen en wordt opgeslagen op de vaste schijf van de computer. Een dergelijke image is echter niet beschikbaar wanneer de capaciteit van de vaste schijf kleiner is dan 64 GB. Hoe kan ik een computer herstellen dat het Recoveryprogramma niet heeft? A U kunt de computer herstellen met de systeemherstelfunctie van Windows. Raadpleeg het onderdeel Functie herstellen in het Helpgedeelte voor meer informatie. 122 V1 Ik kan de knop Start niet vinden op het bureaublad. A De knop Start is niet beschikbaar in Windows 8. U kunt het Configuratiescherm, de computermenu's , enz. gebruiken door het menu Charms te activeren. V2 Ik kan de knop voor het afsluiten van de computer niet vinden. A Klik op het menu Charms > Instellingen > Aan/uit om het menu Energiebeheer weer te geven. Klik op Afsluiten. V3 A De app op het Startscherm is verdwenen. Klik op het menu Charms > Zoeken om de geïnstalleerd apps weer te geven. Klik met de rechtermuisknop op de desbetreffende app om tegels in het Startscherm te selecteren. V&A V4 A Ik ben vertrouwd met Windows 7 en wil daarom dat het bureaublad net zo wordt weergegeven als in Windows 7. Momenteel is er nog geen manier om het bureaublad standaard weer te geven. Druk gelijktijdig de toetsen Windows + D om het bureaublad tevoorschijn te halen als het startscherm verschijnt. Dit is op het moment de enige manier. V5 A V6 Hoe kan ik een printerstuurprogramma installeren? Voer het installatiebestand van het stuurprogramma uit en volg de bijbehorende instructies. U kunt het op dezelfde manier installeren als het bestaande besturingssysteem. Raadpleeg uw printerhandleiding voor gedetailleerde instructies voor ieder model. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen V7 Op het bureaublad klikt u op het menu Charms > Instellingen > Configuratiescherm > Programma’s en Onderdelen. Klik op het programma. Klik dan op Verwijderen. Hoe kan ik de scherminstellingen, omgevingsinstellingen, type, kleur enzovoort wijzigen? A Klik op het menu Charms > Instellingen > Pcinstellingen > Persoonlijke instellingen. U kunt de besturingssysteeminstellingen zoals schermontwerp enz. instellen. Tom uw computer gedetailleerd te configureren klikt in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm. U kunt uw computer op dezelfde manier configureren als bestaande Windowssystemen. V8 A Active X wordt niet uitgevoerd in Internet Explorer op het startscherm. Aangezien Internet Explorer op het startscherm de HTML5 web-standaarden aanhoudt, wordt Active X niet ondersteund. Internet Explorer op het bureaublad ondersteunt Active X echter wel. Hoe kan ik het stuurprogramma verwijderen? A 123 ► Active X activeren: Klik rechts op Internet Explorer en het volgende venster en klik op Op het wordt weergegeven. Druk op de knop bureaublad weergeven. Active X is nu ingeschakeld. V&A V9 Ik wil het vooraf geïnstalleerde Windows 8-besturingssysteem verwijderen en een ander besturingssysteem installeren. A Als u een ander besturingssysteem op uw pc wilt installeren, moet u eerst de BIOS-instellingen wijzigen. Breng voor meer informatie een bezoek aan http://www.samsung.com en ga naar Customer Support (Klantondersteuning) > Troubleshooting (Problemen oplossen). Zoek naar Windows 8 en neem de lijst met zoekresultaten door voor het relevante probleem. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 124 Met betrekking tot het scherm V1 A Het bureaublad dat op de tv wordt weergegeven nadat er via de HDMI-poort verbinding is gemaakt, past niet op het scherm. Ga naar het configuratievenster voor de grafische weergave om de scherminstellingen aan te passen. ► Voor grafische kaarten van Intel Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en ga naar Graphics Properties (Grafische eigenschappen > Display (Beeldscherm) > General (Algemeen). Pas de instellingen voor de Horizontal Ratio (Horizontale verhouding) en Vertical Ratio (Verticale verhouding) aan op uw scherm en klik op OK. ► Voor grafische kaarten van AMD 1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Graphics Properties (Grafische eigenschappen) > Desktop and Display (Bureaublad en beeldscherm) > My Digital Flat Panel (Mijn digitale flatpanel) > Expansion Options (Digital Flat Panel) (Uitbreidingsopties (digitale flatpanel)). 2. Pas de regelaar zodanig aan dat het beeld overeenkomt met de grootte van uw tv en klik op Apply (Toepassen). V&A Met betrekking tot het geluid V1 A De tv geeft geen geluid weer nadat ik de computer via de HDMI-poort heb aangesloten. 1. Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk op het bureaublad en klik op Play Device (Afspeelapparaat). 2. Wijzig de optie in Digital Audio (HDMI) (Digitale audio (HDMI)), HDMI device (HDMI-apparaat), HDMI Output (HDMI-uitvoer) of een andere optie en klik op Set as Default (Als standaard instellen). Klik vervolgens op OK. Hoofdstuk 5. Problemen oplossen 125 Overige V1 A Ik kan mijn computer niet in DOS opstarten via een USB-apparaat. Als u uw computer in DOS wilt starten via een USB-apparaat, stelt u Snelle BIOS modus in het menu Geavanceerd in BIOS Setup op Uitgeschakeld voordat u deze functie gebruikt. Hoofdstuk 6. Aanhangsel Belangrijke veiligheidsinformatie 127 Vervangende onderdelen en accessoires 129 Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften 131 Informatie Over Het WEEE-Merk 143 Gecertificeerd voor TCO 144 Productspecificaties 145 Woordenlijst 147 Index 151 Belangrijke veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Dit systeem is ontworpen en getest in overeenstemming met de meest recente veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Om veilig gebruik van het product te waarborgen is het echter belangrijk dat de veiligheidsinstructies die op het product en in de documentatie zijn aangegeven worden nagevolgd. Volg deze instructies altijd op om persoonlijk letsel en schade aan het systeem te voorkomen. Het systeem installeren •• Lees alle instructies die zijn opgenomen op het product en in de documentatie en volg deze op voordat u het systeem in gebruik neemt. Bewaar alle veiligheids- en bedieningsinstructies voor toekomstig gebruik. •• Gebruik dit product niet in de buurt van water of een warmtebron, zoals een radiator. •• Installeer het systeem op een stabiel werkoppervlak. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 127 •• Als de computer is voorzien van een voltageschakelaar, moet u controleren of deze schakelaar op de juiste stand staat, in overeenstemming met het voltage dat op de betreffende locatie in gebruik is. •• In de computer zijn openingen aangebracht ten behoeve van de ventilatie. Let op dat u deze openingen niet blokkeert of afdekt. Zorg tijdens de installatie van het systeem voor voldoende ruimte rond het systeem (tenminste 15 cm) ten behoeve van de ventilatie. Steek nooit voorwerpen, van welke aard dan ook, in de ventilatieopeningen van de computer. •• Zie erop toe dat de ventilatieopeningen aan de onderkant van de behuizing te allen tijde vrij zijn. Plaats de computer niet op een zacht oppervlak. Anders zouden de ventilatieopeningen aan de onderkant kunnen worden geblokkeerd. •• Als u een verlengsnoer gebruikt voor het systeem, moet u erop toezien dat het totale opgenomen vermogen van de apparaten die op het verlengsnoer worden aangesloten niet de opgegeven capaciteit van het verlengsnoer overschrijdt. •• Bij notebooks met glanzend oppervlak kan de gebruiker de notebook zo plaatsen dat deze geen hinderlijke weerspiegeling van omgevend licht en heldere oppervlakken veroorzaakt. •• Het product mag uitsluitend worden gebruikt met het type voedingsbron dat op het classificatielabel is aangegeven. •• Zorg ervoor dat het stopcontact dat wordt gebruikt voor het voeden van de apparatuur vrij toegankelijk is, mocht zich brand of kortsluiting voordoen. Ver 3.3 Belangrijke veiligheidsinformatie Hoofdstuk 6. Aanhangsel 128 Voorzichtigheid tijdens gebruik •• Stap niet op de voedingskabel en laat er geen voorwerpen op rusten. – Het systeem niet goed werkt, ondanks dat de aanwijzingen voor gebruik worden nagevolgd. – Het systeem is gevallen of de behuizing is beschadigd. – De prestaties van het systeem plotseling veranderen. •• Mors niets op het systeem. De beste manier om morsen te voorkomen is niet te eten en drinken in de buurt van het systeem. •• Sommige producten zijn voorzien van een vervangbare CMOS-accu op het moederbord. Onjuiste plaatsing van de CMOS-accu kan leiden tot ontploffing. Vervang de accu door hetzelfde of een gelijkwaardig type volgens de aanbevelingen van de fabrikant. Voer de gebruikte accu af volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Als de CMOS-accu moet worden vervangen, moet u deze handeling laten uitvoeren door een gekwalificeerde technicus. •• Ook wanneer de computer is uitgeschakeld, stroomt nog een kleine hoeveelheid elektriciteit door de computer. Voorkom elektrische schokken door altijd alle kabels los te halen, de oplaadbare accu te verwijderen en de modemkabels uit het wandcontact te halen voordat u het systeem reinigt. •• Haal de stekker van het systeem uit het stopcontact en laat het onderhoud over aan gekwalificeerd personeel indien: – De voedingskabel of stekker is beschadigd. – Vloeistof is terechtgekomen in het systeem. Instructies voor het veilig werken met een notebookcomputer 1. Raadpleeg voor de installatie en het gebruik van apparaten de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding. 2. Een apparaat mag alleen worden gebruikt in combinatie met de apparatuur die wordt gespecificeerd in de technische specificaties van het apparaat. 3. Als een brandlucht of rook vanuit de computer wordt waargenomen, moet het product onmiddellijk worden uitgeschakeld en moet de oplaadbare accu worden verwijderd. Laat het product nakijken door een gekwalificeerde technicus voordat u het weer in gebruik neemt. 4. Onderhoud en reparatie aan apparaten dient te worden uitgevoerd door een geautoriseerd service center. 5. Laat de draagbare computer tijdens het werken niet voor langere tijd op uw blote huid rusten. De temperatuur van de bodem loopt tijdens normaal gebruik op (met name bij voeding vanaf het lichtnet). Langdurig contact met de huid kan leiden tot een onprettig gevoel en uiteindelijk zelfs tot brandwonden.. Vervangende onderdelen en accessoires Gebruik uitsluitend vervangende onderdelen en accessoires die worden aanbevolen door de fabrikant. Gebruik uitsluitend telefoonkabel van het type No. 26 AWG of groter om het risico op brand te verlagen. Gebruik dit product niet op plaatsen die als gevaarlijk worden beschouwd. Hierbij kunt u denken aan plaatsen waar patiënten worden behandeld in medische of tandheelkundige faciliteiten, omgevingen met een hoog zuurstofgehalte en industriële werkterreinen. Afvoeren van verbruikte batterijen Doe oplaadbare batterijen of producten die worden gevoed door niet-verwijderbare oplaadbare batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Neem contact op met de Samsung Helplijn voor meer informatie over het afvoeren van batterijen en oplaadbare batterijen die u niet meer kunt gebruiken of opladen. Houd u bij het afvoeren van oude batterijen en oplaadbare batterijen aan alle plaatselijke voorschriften. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 129 ER BESTAAT KANS OP ONTPLOFFING ALS EEN ACCU WORDT VERVANGEN DOOR EEN ACCU VAN EEN VERKEERD TYPE. VOER VERBRUIKTE BATTERIJEN EN OPLAADBARE BATTERIJEN AF VOLGENS DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. Veiligheid van de laser Alle systemen die zijn voorzien van een cd- of dvd-station voldoen aan de toepasselijke veiligheidsstandaards, met inbegrip van IEC 60825-1. De lasercomponenten in deze apparaten zijn geclassificeerd als “Class 1 Laser Products” volgens de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health and Human Services (DHHS). Mocht ooit onderhoud aan het apparaat nodig zijn, neem dan contact op met een geautoriseerde servicevestiging. •• Opmerking betreffende de veiligheid van de laser: Gebruik van andere besturingselementen, aanpassingen of procedures dan welke in deze handleiding worden uiteengezet kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Maak de behuizing van het cd- of dvd-station niet open, om blootstelling aan laserstralen te voorkomen. Vervangende onderdelen en accessoires •• Laserstraling van Class 1M indien de bedrijfsmodule is geopend. Niet rechtstreeks bekijken met optische instrumenten. •• Onzichtbare laserstraling van Class 3B indien geopend. Vermijd blootstelling aan de straal. De wisselstroomadapter aan- en afsluiten Gebruik een stopcontact dat zich in de buurt van de apparatuur bevindt en eenvoudig toegankelijk is. Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te trekken. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 130 Vereisten voor de voedingskabel De voedingskabel (stekker, kabel en connector naar de ACadapter) die u bij de computer hebt ontvangen voldoet aan de vereisten voor gebruik in het land waar u de apparatuur hebt aangeschaft. Wanneer u de computer in een ander land gebruikt, moet u een voedingskabel gebruiken die voldoet aan de vereisten van het betreffende land. Voor meer informatie over de vereisten voor voedingskabels kunt u terecht bij uw geautoriseerde dealer, wederverkoper of serviceprovider. Algemene vereisten De hieronder vermelde vereisten gelden voor alle landen: •• Alle voedingskabels moeten zijn goedgekeurd door een hiertoe bevoegde organisatie in het land waar de voedingskabel wordt gebruikt. •• De voedingskabel moet een vermogenscapaciteit hebben van minimaal 7 A en een nominale spanningscapaciteit van 125 of 250 Volt AC, afhankelijk van het in het betreffende land gebruikte elektriciteitssysteem. (ONLY USA) •• De koppeling aan de apparaatzijde moet voldoen aan de mechanische configuratie van een EN 60 320/IEC 320 Standard Sheet C7(of C5)-connector, voor koppeling aan de apparaatingang op de computer. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Richtlijn voor draadloze communicatie (Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz) In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Het volgende gedeelte is een algemeen overzicht van de overwegingen die gelden bij het gebruik van een draadloos apparaat. Aanvullende beperkingen en zaken waarmee u rekening dient te houden in specifieke landen worden vermeld in de gedeelten die aan deze specifieke landen (of groepen landen) zijn gewijd. De draadloze componenten in uw systeem zijn uitsluitend goedgekeurd voor de landen waarop het radiokeurmerk op het systeemclassificatielabel van toepassing is. Als het land waarin u de draadloze component gaat gebruiken niet wordt vermeld, moet u contact opnemen met de betreffende instantie in uw verblijfplaats om kennis te nemen van de vereisten. Het gebruik van draadloze componenten is onderworpen aan strenge regels en het gebruik ervan is mogelijk niet toegestaan. De RF-veldsterkte van de draadloze component(en) die in uw notebook zijn geïntegreerd valt ruim beneden alle internationale limieten voor blootstelling aan RF-straling die op dit moment bekend zijn. Aangezien de draadloze componenten (die mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd) veel minder energie uitstralen dan is toegestaan op grond van standaards en aanbevelingen op het gebied van de veiligheid van radiostraling, gaat de fabrikant ervan uit dat deze componenten veilig kunnen worden gebruikt. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 131 Ongeacht het vermogensniveau dient u op te passen dat u de componenten niet aanraakt tijdens normaal gebruik. In bepaalde omstandigheden gelden beperkingen op het gebruik van draadloze apparaten. Hier onder worden enkele veel voorkomen beperkingen vermeld: • Draadloze RF-communicatie kan bepaalde apparatuur in vliegtuigen beïnvloeden. Veiligheidsvoorschriften in de luchtvaart vereisen op dit moment dat draadloze apparaten worden uitgeschakeld tijdens het reizen in een vliegtuig. Communicatieapparaten met 802.11ABGN- (ook bekend als draadloze Ethernet of Wifi) en Bluetooth-connectiviteit zijn voorbeelden van apparaten die gebruik maken van draadloze communicatie. • In omgevingen waar het risico op interferentie met andere apparaten of diensten schadelijk is of als schadelijk wordt beschouwd, kan het gebruik van draadloze apparaten aan beperkingen onderworpen of verboden zijn. Luchthavens, ziekenhuizen en ruimten waar met een hoog niveau van zuurstof of ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden van plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten beperkt of verboden kan zijn. Wanneer u zich ergens bevindt waar u niet zeker bent of het gebruik van draadloze apparaten is toegestaan, moet u de betrokken autoriteit om toestemming vragen voordat u het draadloze apparaat inschakelt of gebruikt. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften • De beperkingen op het gebruik van draadloze apparaten verschillen per land. Aangezien uw systeem is voorzien van een draadloze component, dient u als u het systeem meeneemt op reis naar een ander land voorafgaande aan uw reis bij de betreffende autoriteiten te informeren naar eventuele beperkingen op het gebruik van een draadloos apparaat in het land van bestemming. • Indien uw systeem is geleverd met een ingebouwd geïntegreerde draadloze component, mag u de draadloze component alleen gebruiken als alle afdekkingen en afschermingen zijn aangebracht en het systeem volledig is geassembleerd. • Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan. Modificaties aan een draadloze component maken de toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem contact op met de fabrikant voor reparaties. • Gebruik uitsluitend stuurprogramma’s die zijn goedgekeurd voor het land waarin het apparaat zal worden gebruikt. Raadpleeg de System Restoration Kit van de fabrikant of neem contact op met de technische ondersteuning van de fabrikant voor meer informatie. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 132 Verenigde Staten Veiligheidsvoorschriften en kennisgevingen voor de VS en Canada Raak de antenne niet aan en beweeg de antenne niet tijdens het uitzenden en ontvangen. Houd componenten waarin de zender zich bevindt tijdens het uitzenden niet zodanig vast dat de antenne zich zeer dichtbij het lichaam bevindt of in contact komt met delen van het lichaam, met name het gezicht en de ogen. Gebruik de zender niet en probeer geen gegevens te verzenden wanneer de antenne niet is aangesloten. Anders zou de zender beschadigd kunnen raken. Gebruik in specifieke omstandigheden: Het gebruik van draadloze apparaten op locaties met een hoog risico is onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door de veiligheidsautoriteiten van de betreffende locaties. Voor het gebruik van draadloze apparaten in vliegtuigen gelden de voorschriften van de Federal Aviation Administration (FAA). Het gebruik van draadloze apparaten in ziekenhuizen is onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door het betreffende ziekenhuis. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Waarschuwing voor gebruik in de nabijheid van explosieve materialen Gebruik heen draagbare zenders (zoals een draadloos netwerkapparaat) in de nabijheid van niet afgeschermde ontstekingsmechanismen of in een explosieve omgeving, tenzij het apparaat is aangepast en goedgekeurd voor dergelijk gebruik. Gebruik in vliegtuigen De voorschriften van de FCC en FAA verbieden het gebruik van draadloze RF-apparaten tijdens het vliegen omdat de signalen invloed zouden kunnen uitoefenen op essentiële vlieginstrumenten. Overige draadloze apparaten Veiligheidsinformatie betreffende andere apparaten in een draadloos netwerk: Raadpleeg de documentatie die wordt geleverd bij de draadloze Ethernet-adapters en andere apparaten die binnen het draadloze netwerk worden gebruikt. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 133 Onbedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15 Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Voor het gebruik gelden de volgende twee voorwaarden:(1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden. Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de limieten voor een digitaal apparaat van Class B ingevolge Part 15 van de FCC Rules. Deze limieten zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen. Indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies kan de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaken die zich niet in alle installaties zal voordoen. Indien de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt met radioen televisieontvangst, hetgeen kan worden vatgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten, wordt de gebruiker aangeraden de interferentie te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te nemen: •• De ontvangstantenne verdraaien of verplaatsen. Het Part 15-zendapparaat werkt op een noninterferentiebasis met andere apparaten die werken op deze frequentie. Wijzigingen of modificaties aan het product die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Intel kunnen de toestemming aan de gebruiker om het apparaat te gebruiken laten vervallen. •• De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten. •• De apparatuur aansluiten op een stopcontact dat behoort tot een andere groep dat het stopcontact waarop de ontvanger is aangesloten. •• Contact opnemen met de dealer of een ervaren radio- of tv-technicus voor assistentie. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Zonodig dient de gebruiker de dealer of een ervaren radio- of tv-technicus te raadplegen voor aanvullende suggesties. Het volgende boekje bevat nuttige informatie: “Something About Interference.” Dit boekje is verkrijgbaar bij de regionale kantoren van de FCC. Ons bedrijf is niet aansprakelijk voor interferentie met radio of televisie die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde aanpassingen aan deze apparatuur of de vervanging of aansluiting van andere verbindingskabels en apparatuur dan welke door ons bedrijf worden gespecificeerd. Het verhelpen van het probleem zal in dat geval de verantwoordelijkheid van de gebruiker zijn. Gebruik uitsluitend afgeschermde datakabels voor dit systeem. Bedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15 (Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz) In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze componenten aanwezig zijn. Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in de Verenigde Staten als een ID-nummer van de FCC op het systeemlabel wordt vermeld. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 134 Dit apparaat kan alleen binnenshuis worden gebruikt omdat het in het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door FCC wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt omdat het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op schadelijke storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal vermindert. Krachtige radars zijn als primaire gebruikers van de 5.25 tot 5.35 GHz band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen. Deze radarstations kunnen storen op dit apparaat en/of het beschadigen. Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden. Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan. Modificaties aan een draadloze component maken de toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor reparaties contact op met de fabrikant. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Informatie voor de gezondheid en veiligheid Blootstelling aan radiofrequente straling Informatie SAR-certificering Dit product bevat een radiozender en -ontvanger. Het is ontworpen en geproduceerd om de blootstellingslimieten voor radiofrequente energie die door de Amerikaanse overheidsinstantie FCC (Federal Communications Commission) is ingesteld, niet te overschrijden. Deze FCC-blootstellingslimieten zijn afgeleid van de aanbevelingen van twee deskundige instanties: het NRCP (National Council on Radiation Protection and Measurement) en het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). In beide gevallen zijn de aanbevelingen ontwikkeld door wetenschappelijke en technische experts uit de branche, de overheid en de academische wereld na uitvoerige lezing van de wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de biologische effecten van radiofrequente energie. De blootstellingslimiet voor draadloze apparaten die is ingesteld door de FCC, maakt gebruik van de meeteenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SAR is een meting van de absorptiesnelheid van radiofrequente energie door het menselijk lichaam in eenheden van watt per kilo (W/kg). De FCC vereist dat draadloze apparaten voldoen aan een veiligheidslimiet van 1,6 watt per kilogram. In de FCCblootstellingslimiet is een aanzienlijke veiligheidsmarge opgenomen voor aanvullende bescherming van personen en om eventuele variaties in metingen op te vangen. SAR-tests worden uitgevoerd met standaardposities die zijn geaccepteerd door de FCC. Draadloze verzending wordt uitgevoerd Hoofdstuk 6. Aanhangsel 135 met het hoogst toegestane vermogensniveau bij alle geteste frequentiebanden. De SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane vermogensniveau, maar het werkelijke SAR-niveau van het apparaat bij bediening is mogelijk ruim onder de maximumwaarde. Dit is omdat het apparaat is ontworpen voor werking op verschillende vermogensniveaus, zodat alleen het vermogen wordt verbruikt dat vereist is om het netwerk te bereiken. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij de antenne van een draadloos basisstation bevindt, hoe lager de vermogensuitvoer is. Voordat een nieuw model beschikbaar wordt gemaakt voor algemene verkoop, moet het worden getest en moet de FCC garanderen dat het de blootstellingslimiet van de FCC niet overschrijdt. Voor elk model worden tests uitgevoerd in posities en op locaties (bijvoorbeeld onder aan het lichaam) zoals vereist door de FCC. Dit model is getest voor gebruik op het lichaam en voldoet aan de FCC-richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequente straling wanneer het wordt gebruikt met een Samsung-accessoire dat is bestemd voor dit product. Wanneer niet wordt voldaan aan de bovenstaande beperkingen, kan dit een overtreding van de FCC-richtlijnen voor blootstelling aan frequente straling veroorzaken. SAR-gegevens op dit model en andere modellen vindt u online op http://www.fcc.gov/oet/ea/fccid/. Op deze site wordt het FCCidentificatienummer aan de buitenkant van het product gebruikt. Soms kan het nodig zijn om de batterij te verwijderen om het nummer te vinden. Zodra u het FCC-identificatienummer voor een bepaald product hebt gevonden, volgt u de instructies op de website om de minimale of maximale SAR-waarde van het product te vinden. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Canada Onbedoelde uitzendingen, volgens ICES-003 Dit digitale apparaat blijft binnen de limieten van Class B voor afgifte van radiosignalen vanuit een digitaal apparaat zoals bepaald in de voorschriften voor radio-interferentie van Industry Canada. Le présent appareil numérique n’émet pas de bruits radioélectriques dépassant les limitesapplicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans le règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par Industrie Canada. Bedoelde uitzendingen, volgens RSS 210 Dit apparaat voldoet aan de RSS 210-norm van Industry Canada. Er moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan: (1) dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen interferentie tolereren, inclusief de interferentie die kan leiden tot ongewenste werking. L‘ utilisation de ce dispositif est autorisée seulement aux conditions suivantes : (1) il ne doit pas produire de brouillage et (2) l’ utilisateur du dispositif doit étre prêt à accepter tout brouillage radioélectrique reçu, même si ce brouillage est susceptible de compromettre le fonctionnement du dispositif. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 136 De term ‘IC’, dat voor het certificeringsnummer van het apparaat staat, geeft alleen aan dat het apparaat voldoet aan de technische specificaties van Industry Canada. Om eventuele radio-interferentie voor andere gebruikers te reduceren, moet er een type antenne en gain worden gekozen waarbij de effectief uitgestraald vermogen van de zendinrichting ten opzichte van een isotrope straler (EIRP; Equivalent Isotropically Radiated Power) niet meer is dan het vereiste vermogen voor een succesvolle communicatie. Om interferentie met radiosignalen van gelicentieerde zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat bestemd om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van het raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren. Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden geïnstalleerd is een vergunning vereist. Pour empecher que cet appareil cause du brouillage au service faisant l’objet d’une licence, il doit etre utilize a l’interieur et devrait etre place loin des fenetres afin de Fournier un ecram de blindage maximal. Si le matriel (ou son antenne d’emission) est installe a l’exterieur, il doit faire l’objet d’une licence. (Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz) In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze componenten aanwezig zijn. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in Canada als een ID-nummer van Industry Canada op het systeemlabel wordt vermeld. Bij gebruik van het draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11a is dit product alleen geschikt voor gebruik binnenshuis omdat het in het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door Industry Canada wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt omdat het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op schadelijke storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal vermindert. Krachtige radar is als primaire gebruiker van de 5.25 tot 5.35 GHz band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen. Deze radarstations kunnen storen op dit apparaat en/of het beschadigen. De maximale toegestane antenneversterking voor gebruik van dit apparaat is 6 Db(i) om te voldoen aan de EIRP-limiet voor het frequentiebereik tussen 5.25 tot 5.35 en tussen 5.725 tot 5.85 GHz tijdens werken met een point-to-pointverbinding. Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder de limieten voor blootstelling aan RF-straling die door Industry Canada zijn gesteld. Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden. Hoofdstuk 6. Aanhangsel Om interferentie met radiosignalen van gelicentieerde zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat bestemd om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van het raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren. Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden geïnstalleerd is een vergunning vereist. Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker worden gerepareerd. Breng geen modificaties aan. Modificaties aan een draadloze component maken de toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor reparaties contact op met de fabrikant. Brazilië Este produto esta homologado pela ANATEL, de acordo com os procedimentos regulamentados pela Resolucao 242/2000, e atende aos requisitos tecnicos aplicados. Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito a proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário. 137 Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Europese Unie CE-merk van de Europese Unie en kennisgevingen met betrekking tot naleving Producten die bestemd zijn voor verkoop in de Europese Unie zijn voorzien van een CE-merk (Conformité Européenne), dat aangeeft dat de apparatuur voldoet aan de toepasselijke richtlijnen en Europese standaards en amendementen die hieronder worden vermeld. Daarnaast draagt deze apparatuur de aanduiding Class 2. De volgende informatie is uitsluitend van toepassing op systemen . die zijn voorzien van het CE-merk Europese richtlijnen Deze IT-apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: •• EMC-richtlijn 2004/108/EC •• Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC •• R&TTE-richtlijn 1999/5/EC Hoofdstuk 6. Aanhangsel 138 Informatie over Europese goedkeuring voor zendapparatuur (voor producten die zijn uitgerust met zendapparatuur die is goedgekeurd door de EU) Dit product is een notebookcomputer; in dit notebooksysteem, dat bestemd is voor gebruik thuis of op kantoor, kunnen draadloze netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze componenten aanwezig zijn. Eventuele draadloze componenten die zich in uw systeem bevinden mogen alleen in de Europese Unie en aanverwante gebieden worden gebruikt indien een CE-merk met het registratienummer van een aangemelde instantie en een waarschuwingssymbool op het etiket zijn aangebracht. Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder de limieten voor blootstelling aan RF-straling die door de Europese Commissie in de R&TTE-richtlijn zijn gesteld. De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Zie de beperkingen voor 802.11b en 802.11g die gelden in specifieke landen of regio’s binnen landen in het gedeelte “Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte” hieronder. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Verklaringen betreffende de naleving van de R&TT-richtlijn van de EU Česky [Czech] Samsung tímto prohlašuje, že tento Notebook PC je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. Dansk [Danish] Undertegnede Samsung erklærer herved, at følgende udstyr Notebook PC overholder de væsentlige krav og øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Deutsch [German] Hiermit erklärt Samsung, dass sich das Gerät Notebook PC in Übereinstimmung mit den grundlegenden Anforderungen und den übrigen einschlägigen Bestimmungen der Richtlinie 1999/5/EG befindet. Eesti [Estonian] Käesolevaga kinnitab Samsung seadme Notebook PC vastavust direktiivi 1999/5/ EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist tulenevatele teistele asjakohastele sätetele. English Hereby, Samsung, declares that this Notebook PC is in compliance with the essential requirements and other relevant provisions of Directive 1999/5/EC. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 139 Español [Spanish] Por medio de la presente Samsung declara que el Notebook PC cumple con los requisitos esenciales y cualesquiera otras disposiciones aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE. Ελληνική [Greek] ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Samsung ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ Notebook PC ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5/ΕΚ. Français [French] Par la présente Samsung déclare que l’appareil Notebook PC est conforme aux exigences essentielles et aux autres dispositions pertinentes de la directive 1999/5/CE. Italiano [Italian] Con la presente Samsung dichiara che questo Notebook PC è conforme ai requisiti essenziali ed alle altre disposizioni pertinenti stabilite dalla direttiva 1999/5/CE. Latviski [Latvian] Ar šo Samsung deklarē, ka Notebook PC atbilst Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un citiem ar to saistītajiem noteikumiem. Šiuo Samsung deklaruoja, kad šis Notebook PC Lietuvių atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/ [Lithuanian] EB Direktyvos nuostatas. Nederlands [Dutch] Hierbij verklaart Samsung dat het toestel Notebook PC in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Malti [Maltese] Hawnhekk, Samsung, jiddikjara li dan Notebook PC jikkonforma mal-ħtiāijiet essenzjali u ma provvedimenti oħrajn relevanti li hemm fid-Dirrettiva 1999/5/EC. Magyar [Hungarian] Alulírott, Samsung nyilatkozom, hogy a Notebook PC megfelel a vonatkozó alapvetõ követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv egyéb elõírásainak. Polski [Polish] Niniejszym Samsung oświadcza, Ŝe Notebook PC jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz pozostałymi stosownymi postanowieniami Dyrektywy 1999/5/EC. Samsung declara que este Notebook PC está Português conforme com os requisitos essenciais e outras [Portuguese] disposições da Directiva 1999/5/CE. Slovensko [Slovenian] Samsung izjavlja, da je ta Notebook PC v skladu z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi določili direktive 1999/5/ES. Slovensky [Slovak] Samsung týmto vyhlasuje, že Notebook PC spĺňa základné požiadavky a všetky príslušné ustanovenia Smernice 1999/5/ES. Suomi [Finnish] Samsung vakuuttaa täten että Notebook PC tyyppinen laite on direktiivin 1999/5/ EY oleellisten vaatimusten ja sitä koskevien direktiivin muiden ehtojen mukainen. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 140 Svenska [Swedish] Härmed intygar Samsung att denna Notebook PC står I överensstämmelse med de väsentliga egenskapskrav och övriga relevanta bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/ EG. Íslenska [Icelandic] Hér með lýsir Samsung yfir því að Notebook PC er í samræmi við grunnkröfur og aðrar kröfur, sem gerðar eru í tilskipun 1999/5/EC. Samsung erklærer herved at utstyret Notebook Norsk PC er i samsvar med de grunnleggende krav og [Norwegian] øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Türkiye [Türkçe] Bu belge ile, Samsung bu Notebook PC’nin 1999/5/EC Yönetmeliğinin temel gerekliliklerine ve ilgili hükümlerine uygun olduğunu beyan eder. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften Voor de EU-conformiteitsverklaring voor dit product (alleen in het Engels) gaat u naar: http://www.samsung.com/uk/support/main/ supportMain.do http://www.samsung.com/uk/support en kunt u naar het modelnummer van het product zoeken. Indien de conformiteitsverklaring voor het model waarin u bent geïnteresseerd niet beschikbaar is op onze website, kunt u contact opnemen met uw leverancier of het onderstaande adres. [email protected] Informatie over de fabrikant Samsung Electronics Co., Ltd. 416, Maetan-3Dong, Yeongtong-Gu, Suwon-City, Gyeonggi-Do, 443-742, Korea Samsung Electronics Suzhou Computer Co., Ltd. No. 198, Fangzhou Road, Suzhou Industrial Park, Jiangsu Province, 215021, China Tel.: +86-512-6253-8988 Zie de garantie of neem contact op met de verkoper van het product voor het internetadres of telefoonnummer van het Samsung Service Centre. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 141 Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte Plaatselijke beperkingen op het gebruik van 802.11b/802.11g zendapparatuur [Opmerking aan de integrator: De volgende verklaringen met betrekking tot plaatselijke beperkingen moeten worden gepubliceerd in alle documentatie voor eindgebruikers die bij het systeem of product wordt geleverd waarin het draadloze product is opgenomen.] In verband met het feit dat de frequenties die worden gebruikt door draadloze netwerkapparatuur volgens de standaard 802.11b/802.11g mogelijk nog niet voor alle landen is geharmoniseerd, worden producten die werken volgens de standaard 802.11b/802.11g ontworpen voor gebruik in specifieke landen of regio’s en mogen deze niet worden gebruikt in landen of regio’s buiten de landen/regio’s waarvoor de producten bestemd zijn. Als gebruiker van deze producten bent u ervoor verantwoordelijk erop toe te zien dat de producten uitsluitend worden gebruikt in de landen of regio’s waarvoor ze bestemd zijn en te controleren dat ze zijn geconfigureerd met de juiste frequenties en kanalen voor het land en de regio waarin ze worden gebruikt. Afwijkingen van de toegestane instellingen en beperkingen in het land of de regio van gebruik kunnen een overtreding vormen van de plaatselijke wetten en als zodanig worden bestraft. Verklaringen betreffende de naleving van voorschriften De Europese variant is bestemd voor gebruik binnen de volledige Europese Economische Ruimte. De toetstemming voor het gebruik in bepaalde landen of regio’s binnen landen is echter als volgt verder beperkt: Hoofdstuk 6. Aanhangsel 142 Frankrijk De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Algemeen Europese standaards schrijven een maximaal zendvermogen voor van 100 mW effectief isotropisch uitgestraald vermogen, en een frequentiebereik tussen 2400 en 2483,5 MHz. De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. België Het product mag buitenshuis worden gebruikt, maar voor gegevensoverdracht over een afstand van 300 m of meer is een vergunning van de BIPT vereist. Deze beperking dient als volgt in deze handleiding te worden vermeld: Dans le cas d’une utilisation privée, à l’extérieur d’un bâtiment, audessus d’un espace public, aucun enregistrement n’est nécessaire pour une distance de moins de 300m. Pour une distance supérieure à 300m un enregistrement auprès de l’IBPT est requise. Pour une utilisation publique à l’extérieur de bâtiments, une licence de l’IBPT est requise. Pour les enregistrements et licences, veuillez contacter l’IBPT. RTC CAUTION CAUTION : Danger of explosion if battery is incorrectly replaced. Replace only with the same or equivalent type recommended by the manufacturer. Discard used batteries according to the Manufacturer’s instruction. Attention: Danger d’explosion si les piles sont mal palcées. Remplacez les piles usagées uniquement par des piles de type identique ou équivalent recommandees par is fabriquant. Otez les piles usagées selon les instructions du fabriquant. Informatie Over Het WEEE-Merk Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Hoofdstuk 6. Aanhangsel Pb 143 Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. Gecertificeerd voor TCO (uitsluitend voor overeenkomende modellen) Gefeliciteerd! Félicitations ! Dit product is voorzien van een TCO-certificaat voor gebruiksgemak en milieu Het product dat u zojuist hebt gekocht, is voorzien van de aanduiding TCO Certified. Dit betekent dat uw computer is ontworpen, geproduceerd en getest volgens een aantal van de strengste prestatie- en milieu-eisen ter wereld. Dit topproduct is ontworpen met het oog op de gebruiker en heeft een minimale uitwerking op het klimaat en het milieu. TCO Certified is een geverifieerd programma van een derde partij, waarbij elk productmodel door onpartijdig, bevoegd personeel wordt getest in een testlaboratorium. Alle criteria zijn ontwikkeld door TCO Development in samenwerking met een internationaal team van wetenschappers, productexperts, gebruikers en fabrikanten. Hier volgen een aantal van de eigenschappen die bij dit product worden aangeboden: Gebruiksgemak – Op maat gemaakt •• Goede visuele ergonomie en beeldkwaliteit: gegarandeerde topkwaliteit en lager risico op vermoeide ogen. Verschillende vereisten op het gebied van belichting, contrast, resolutie en kleur •• Ingebouwde optie om een extern beeldscherm en toetsenbord en een externe muis aan te sluiten (aanbevolen wanneer u langere tijd met een notebook of netbook werkt) Hoofdstuk 6. Aanhangsel 144 •• Ergonomisch toetsenbordontwerp – voor verhoogd gebruiksgemak en goede leesbaarheid •• Volledig getest volgens zeer strenge veiligheidsnormen •• Lage emissie van elektrische en magnetische velden. Lage akoestische ruisniveaus Milieu – Ontworpen voor de planeet •• Het bedrijf dat het merk produceert, geeft blijk van sociale verantwoordelijkheid en beschikt over een gewaarmerkt milieubeheersysteem (EMAS of ISO 14001) •• Zeer laag energieverbruik in inactieve modus en stand-by: beperkte uitwerking op het klimaat •• Beperkingen van schadelijke materialen: vlamvertragers met chloor en broom, weekmakers, plastic en zware metalen als cadmium, kwik, lood en hexavalent chroom (een verbod op kwik en beperkingen op schadelijke vlamvertragers ligt buiten het bereik van compliantie met RoHS) •• Zowel het product als de verpakking is ontworpen voor recycling •• Het bedrijf dat het merk produceert, biedt retouropties aan Ga voor meer informatie naar www.tcodevelopment.com TCO Certified – Technologie voor u en voor de planeet TCOF1190 TCO-document versie 2.0 Productspecificaties De systeemspecificaties kunnen per modelvariant verschillen. Raadpleeg de productcatalogus voor gedetailleerde systeemspecificaties. Hoofdstuk 6. Aanhangsel Temperatuur: Gebruiksomgeving AMD Quad-Core A10/A8 Processor AMD Dual-Core A6/A4 Processor Werkgeheugen Hoofdchipset (optioneel) Geheugentype: DDR3 SODIMM Intel HM65 Intel HM76 AMD A70M 7mmH /9.5 mmH SATA HDD Opslagapparaat (optioneel) SSD HDD + 16GB iSSD HDD + 24GB iSSD Intel HD Graphics (intern) AMD HD 7620G (intern) Grafische kaart (optioneel) AMD HD 7500G (intern) AMD HD 7400G (intern) AMD HD 7600G (intern) AMD HD 7550M (PowerXpress) NVIDIA GT 620M (Optimus) -5~40°C voor opslag, 10~32°C in bedrijf Luchtvochtigheid: 5~90% voor opslag, 20~80% in bedrijf Intel Dual-Core i3/i5/i7 Processor Processor (optioneel) 145 Classificatie wisselstroom/ Invoer) 100-240VAC, 50/60Hz, gelijkstroom (optioneel) Uitvoer) 19VDC 2.1A, 19VDC 3.16A Classificatie pc (optioneel) 19VDC 2.1A (40W) / 19VDC 3.16A (60W) •• Optionele componenten worden mogelijk niet meegeleverd, of mogelijk worden andere componenten geleverd, afhankelijk van het computermodel. •• De systeemspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. •• De capaciteit van de vaste schijf van een computer waarop de Recovery is geïnstalleerd wordt als lager vermeld dan is aangegeven in de productspecificatie. •• De geheugencapaciteit die Windows kan gebruiken, kan lager zijn dan de daadwerkelijk beschikbare geheugencapaciteit. Productspecificaties Gedeponeerde handelsmerken Hoofdstuk 6. Aanhangsel ENERGY STAR®-partner Als ENERGY STAR®-partner heeft SAMSUNG bepaald dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR®-richtlijnen voor efficiënt energieverbruik. Samsung is een gedeponeerd handelsmerk van Samsung Co., Ltd. Intel, Pentium/Dual-Core/Quad-Core zijn gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation. AMD, Dual-Core/Quad-Core zijn gedeponeerde handelsmerken van AMD Corporation. Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. The terms HDMI and HDMI High-Definition Multimedia Interface, and the HDMI Logo are trademarks or registered trademarks of HDMI Licensing LLC in the United States and other countries. Alle andere product- of bedrijfsnamen die hierin worden genoemd zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren. 146 HDMI Woordenlijst Hoofdstuk 6. Aanhangsel 147 In de woordenlijst wordt de terminologie die in deze handleiding wordt gebruikt verklaard. Raadpleeg de online Help van Windows voor andere termen Apparaatbeheer Delen Hulpprogramma voor het beheren van computerapparatuur. Met Apparaatbeheer kunt u hardware toevoegen en verwijderen en stuurprogramma’s bijwerken. Het toegankelijk maken van een systeembron, zoals een map of printer, zodat andere gebruikers er ook toegang toe hebben. Back-up Dit verwijst naar het automatisch toewijzen van IP-adressen aan gebruikers op het netwerk door netwerkbeheerders. Methode voor het opslaan van actuele gegevens zodat deze later zonodig kunnen worden teruggehaald. Met behulp van een backup kunnen computergegevens worden hersteld in geval van beschadiging van de gegevens of de computer. Client Een computer die gebruik maakt van gedeelde netwerkbronnen die toegankelijk worden gemaakt door een server. DDR SDRAM (Double Data Rate Synchronous Dynamic Random Access Memory) DRAM is een geheugentype waarvan de cellen bestaan uit een condensator en transistor en dat tegen lage kosten kan worden gefabriceerd. SDRAM is een geheugentype waarvan de prestaties zijn verbeterd door de interne klok ervan te synchroniseren met de externe processorklok. DDR SDRAM is een geheugentype waarvan de prestaties zijn verbeterd door de bedrijfssnelheid van SDRAM te verdubbelen en dan momenteel alom wordt gebruikt. Deze computer gebruikt DDR SDRAM. DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) Direct X Een toepassingsinterface die het voor Windows-toepassingen mogelijk moet maken toegang te verkrijgen tot hardwareapparaten op zeer hoge snelheid. Om spellen met beeld en geluid van hoge kwaliteit te kunnen realiseren moeten grafische kaarten, geluidskaarten en het geheugen op zeer grote snelheid werken. DirectX maakt snellere communicatie mogelijk tussen toepassingen en hardwareapparaten. Door toepassing van DirectX zijn de multimediaprestaties van Windows enorm verbeterd. D-sub (D-subminiature) Dit is een kabel voor verbinding met een algemene CRT-monitor en de computer. Via deze kabel worden analoge videosignalen uitgevoerd. Woordenlijst Hoofdstuk 6. Aanhangsel 148 Dvd (Digital Versatile Disk) LAN (Local Area Network) Dvd werd ontwikkeld ter vervanging van de compact disc (cd). Hoewel de disc even groot is en dezelfde vorm heeft als een cd, is de capaciteit van een dvd tenminste 4,7 GB, terwijl de capaciteit van een cd 600 MB is. Dvd-video is digitaal, in tegenstelling tot VHS (analoog), en ondersteunt MPEG2-compressie en digitaal geluid. Voor het afspelen van een dvd is een dvd-station vereist. Beveiligingssysteem dat wordt gebruikt voor het beschermen van een intern netwerk of intranet tegen aanvallen van buitenaf door middel van een verificatieprocedure. Een communicatienetwerk dat de verbinding vormt tussen computers, printers en andere apparaten binnen een lokaal gebied, bijvoorbeeld binnen een gebouw. Het LAN stelt alle aangesloten apparaten in staat te communiceren met andere apparaten binnen het netwerk. In een hedendaags LAN wordt de Ethernettechnologie gebruikt die is ontwikkeld aan het begin van de jaren tachtig. Voor aansluiting op een Ethernet is een netwerkkaart, ook wel LAN-kaart, Ethernet-kaart of netwerkinterfacekaart genoemd, noodzakelijk. Voor uitwisseling van gegevens tussen computers is naast de hardwareapparatuur een protocol vereist. In Windows Vista wordt TCP/IP gebruikt als het standaardprotocol. Gedeelde map LCD (Liquid Crystal Display) Een map die kan worden gebruikt door andere gebruikers binnen het netwerk. Dit is een digitale video/audio-interfacespecificatie waarmee videoen audiosignalen via één kabel worden verzonden. Er zijn LCD-typen met een passieve matrix en een actieve matrix. Deze computer gebruikt een LCD met een actieve matrix, aangeduid als een TFT LCD. Aangezien een LCD wordt gevormd door transistors in plaats van een beeldbuis, kan het scherm heel plat worden gemaakt. En omdat het scherm niet knippert, heeft de gebruiker minder snel last van vermoeide ogen. IEEE802.XX Netwerk Dit is een set specificaties die is ontwikkeld door het 802commité van de IEEE voor de LAN-verbindingsmethode met de naam XX. Een groep computers en apparaten, zoals printers en scanners, verbonden door een communicatielijn. Een netwerk kan groot en klein zijn, en kan permanent zijn verbonden door middel van kabels, of tijdelijk door middel van een telefoonlijn of een draadloze verbinding. Het grootste netwerk is het internet, een wereldwijd netwerk. Firewall HDMI Woordenlijst Hoofdstuk 6. Aanhangsel 149 Netwerkbeheerder Protocol Gebruiker die het netwerk plant, configureert en beheert. De netwerkbeheerder wordt soms ook wel de systeembeheerder genoemd. Een protocol is een set regels die door computers worden gebruikt om met elkaar over een netwerk te communiceren. Een protocol is een conventie of standaard die de communicatie en gegevensoverdracht tussen twee computereindpunten beheert of mogelijk maakt. Het definieert de procedures voor gegevensoverdracht en het overdrachtsmedium voor effectievere netwerkfuncties. Oplaadbare USB Dit programma levert stroom aan een specifieke USB-poort wanneer dit systeem zich in de energiebesparingsstand of slaapstand bevindt of uitstaat. Partitie Dit verwijst naar het opdelen van de opslagruimte van een vaste schijf in verschillende gebieden, partities genaamd. Als een vaste schijf van 100 GB wordt gepartitioneerd in twee partities van 50 GB, kan de vaste schijf worden gebruikt alsof er twee vaste schijven aanwezig zijn. PCMCIA-kaart (Personal Computer Memory Card International Association) Dit is een uitgebreide kaartsleufspecificatie voor mobiele computers, zoals notebooks. Niet alleen het geheugen, maar ook de meeste randapparaten, zoals vaste schijven, LAN-kaarten, enzovoort kunnen worden aangesloten op deze kaartsleuf. Pictogram Een kleine afbeelding die een bestand of ander object vertegenwoordigt dat de gebruiker kan gebruiken. SDHC-kaart (Secure Digital High Capacity) Dit is een uitbreiding van de SD-kaart met ondersteuning voor meer dan 2 GB. Server Een server is in het algemeen een computer die gedeelde bronnen toegankelijk maakt voor netwerkgebruikers. Slaapstand Energiemodus waarin energie wordt bespaard wanneer de computer niet wordt gebruikt. Wanneer de computer in de slaapstand wordt gezet, worden de gegevens in het geheugen van de computer niet opgeslagen op de vaste schijf. Als de stroomtoevoer wordt uitgeschakeld, gaan de gegevens in het geheugen verloren. Woordenlijst Sluimerstand Energiemodus waarbij alle gegevens in het geheugen op de vaste schijf worden opgeslagen en de processor en vaste schijf worden uitgeschakeld. Op het moment dat de sluimerstand wordt beëindigd, worden alle toepassingen die waren geopend teruggebracht in hun laatste toestand. Snel starten Een werkbalk die zodanig kan worden geconfigureerd dat u met één muisklik een programma als Internet Explorer kunt starten of het bureaublad van Windows kunt vrijmaken. U kunt zelf pictogrammen toevoegen aan de werkbalk Snel starten en programma’s die u veel gebruikt starten door op dat pictogram te klikken. Stuurprogramma Software die zorgt voor de communicatie tussen de hardware en het besturingssysteem. het besturingssysteem kent de hardwaregegevens en bestuurt de hardware. Het stuurprogramma wordt in het algemeen bij de corresponderende hardware. Systeembestand Een bestand dat wordt gelezen en gebruikt door het Windowsbesturingssysteem. Systeembestanden mogen in het algemeen niet worden verwijderd of verplaatst. Systeemvak Het gebied aan de rechterkant van de taakbalk, met onder andere pictogrammen voor volumeregeling en energiebeheer en een klokje. Hoofdstuk 6. Aanhangsel 150 TCP/IPv4 Dit is een adressysteem van 4 bytes (32 bits) waarbij elke byte (8 bits) wordt gescheiden door een punt en elke byte staat voor een decimaal nummer. USB (Universal Serial Bus) Standaard voor een seriële interface, ontworpen ter vervanging van traditionele interfacestandaards als RS232 en PS/2. De specificaties voor gegevensoverdracht vormen een onderdeel van de interfacestandaarden voor het aansluiten van randapparaten op een computer. Deze specificaties zijn USB 1.0, 1.1, 2.0 en 3.0. Het wordt aanbevolen randapparaten te kunnen ondersteunen die hoge gegevenssnelheden vereisen, zoals een AV-apparaat, secundaire HDD of CD-RW. Hoe hoger de versie (bijvoorbeeld USB 3.0), hoe hoger de beschikbare gegevenssnelheid. Windows Media Player Multimediaprogramma dat deel uitmaakt van Windows. Met dit programma kunt u mediabestanden afspelen, een audiocd maken, luisteren naar een radio-uitzending, mediabestanden opzoeken en beheren, bestanden kopiëren naar een draagbaar apparaat, enzovoort. Index Hoofdstuk 6. Aanhangsel A K Aanraakvlak 54 AP 76 B Batterij Klikken 105 S 54 L LCD helderheid 71 Bedraad netwerk 72 M BBIOS-instellingen 95 Monitoraansluiting / uitvoer 63 Multicardsleuf 60 C Cd-station 59 D Draadloos netwerk 76 DualView 63 Dubbelklikken 54 G Gebruikerswachtwoord Geheugen Opladen 105 Opstartprioriteit 101 99 102 26 P Productspecificaties Support Center 93 Scrollen 56 Slepen 55 Sneltoets 51 SoundAlive 70 Statusindicatoren 27 Supervisorwachtwoord 98 SW Update 92 V O Overzicht 151 Veiligheidsinstructies Volumeregeling R Recorder 69 Recovery 110 69 W Wachtwoord 145 6 98
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

Samsung NP540U3C Handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor