Bauknecht KGDNF 203GD IX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

www.bauknecht.eu/register
Handleiding
HANDLEIDING
1
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN BAUKNECHT
PRODUCT.
Voor extra ondersteuning, registreer uw apparaat op
www.bauknecht.eu/register
INDEX
Gebruiks- en Onderhoudsgids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Productbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Accessoires* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Schappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
IJsvrij koelkastcompartiment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Verszone 0 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
IJsvrij vriescompartiment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Gebruik van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Koelvak en bewaren voedsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Verse etenswaren en dranken bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Voedsel bewaren diepvriescompartiment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Verwijderen van de vriesladecontainer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Tips voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Diepgevroren etenswaar: winkeltips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Bewaartijden voor zelf ingevroren etenswaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Functionele geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Alarmtabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Reinigen en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Er is te veel wasmiddel gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Installatiegids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
* Alleen bij bepaalde modellen
2
Productbeschrijving
1. Bedieningspaneel
2. Opbergcompartimenten
3. Vriezer en Opbergvak
4. Koelcompartiment *
(optimaal voor vlees en vis)
5. Groente- en fruitlade
6. Wijnrek *
7. Schuiflade *
8. Schappen
9. LED-lampje
10. Ventilator *
11. Uittrekbaar opslagschap met deksel *
12. Uitneembare polyvalente schappen
13. Vakhoogte flessen
14. Eierhouder *
15. IJsblokjeslade*
16. Hygiënerooster*
17. Vriezen plus
Accessoires*
EIERHOUDER FLESSENREK SCHUIFLADE
HYGIËNEROOSTER
VRIEZEN PLUS IJSBAKJE
Gebruiks- en Onderhoudsgids
3
Bedieningspaneel
1
2
4
5
6
7
8
9
10
3
1. Black-out-
alarmcontrolelampje
2. Controlelampje
Superkoelen
3. Temperatuurdisplay
koelkast en vriezer
4. Controlelampje
Supervriezen
5. Controlelampje
vakantiemodus
6. Toets aan/stand-by
7. Alarm stoppen-toets
8. Toets
koelkasttemperatuur /
Toets Superkoelen
9. Toets Vriezertemperatuur
/ Toets Supervriezen
10. Toets precisiecontrole /
toets vakantiemodus
Aan/Stand-by
Om het product in stand-by te zetten, houdt u de knop On/Stand-by 3 seconden ingedrukt. Alle symbolen worden
uitgeschakeld behalve het controlelampje Aan/Stand-by. Druk nogmaals op de toets om het apparaat opnieuw aan te
schakelen.
Koelkasttemperatuur
Om de temperatuur van de koelkast aan te passen, drukt u op de toets Koelkasttemperatuur. De koelkasttemperatuur kan
ingesteld worden tussen +2 °C en +8 , zoals aangegeven door koelkast- en vriezertemperatuurleds.
Temperatuur van de vriezer
Om de vriezertemperatuur af te stellen, drukt u op de toets van de vriezertemperatuur. De vriezertemperatuur kan worden
afgesteld tussen -16°C en -24°C, zoals weergegeven op het display voor de koelkast- en vriezertemperatuur.
Super cool (superkoel)
Met de functie Super Cool (Superkoelen) kan de koelcapaciteit in het koelcompartiment worden verhoogd. Het
gebruik van deze functie wordt aanbevolen als u zeer veel levensmiddelen in de koelkast plaatst. Druk op de toets
KOELKASTTEMPERATUUR/Superkoelen om de superkoelfunctie te activeren. Het controlelampje Superkoelen wordt
ingeschakeld als de functie geactiveerd is. De functie wordt na 6 uur automatisch uitgeschakeld en kan handmatig worden
uitgeschakeld door nogmaals op de toets KOELKASTTEMPERATUUR/Superkoelen te drukken.
Supervriezen
Het gebruik van deze functie wordt aanbevolen als u zeer veel in te vriezen levensmiddelen in het vriesvak plaatst. Druk 24
uur vóór het invriezen van verse levensmiddelen eenmaal op de toets VRIEZERTEMPERATUUR/Supervriezen om de functie
Supervriezen in te schakelen. Het controlelampje Supervriezen wordt ingeschakeld als de functie geactiveerd is. Zet het
in te vriezen voedsel na 24 uur in het middelste vriesgedeelte van het vriesvak. De functie wordt na 48 uur automatisch
uitgeschakeld of kan handmatig uitgeschakeld worden door op de toets VRIEZERTEMPERATUUR/Supervriezen te drukken.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
* Alleen bij bepaalde modellen
4
Functie Precisiecontrole
Precisiecontrole is een geavanceerde technologie die temperatuurschommelingen in het gehele vriescompartiment tot een
minimum beperkt, dankzij een innovatief luchtsysteem dat volledig onafhankelijk van de koelkast werkt. Vriesbrand wordt
tot 60% verlaagd en het voedsel behoudt de oorspronkelijke kwaliteit en kleur. Om precisiecontrole in of uit te schakelen,
drukt u eenvoudig op de toets voor precisiecontrole. De functie werkt naar behoren in een vastgesteld temperatuurbereik:
tussen -22°C en -24°C.
Wanneer de functie is ingeschakeld en de huidige temperatuur in de vriezer is ingesteld op een warmer instelpunt dan -22
°C wordt de temperatuur automatisch ingesteld op -22 °C, om overeen te stemmen met het werkbereik. Als de functie is
ingeschakeld en de gebruiker de temperatuur van de vriezer buiten het werkbereik wijzigt wordt de functie automatisch
uitgeschakeld. Indien Supervriezen is ingeschakeld, wordt de functie “Precisiecontrole” ingeschakeld tot de functie
Supervriezen wordt uitgeschakeld.
Vakantiemodus
Deze functie kan geactiveerd worden om het energieverbruik van het apparaat langere tijd te verlagen. Om de
vakantiemodus te activeren, drukt u 3 seconden op de toets Precisiecontrole. Wanneer de functie is ingeschakeld, gaat het
bijbehorende symbool branden en wordt op het koelkastdisplay 12 °C weergegeven. Herhaal dezelfde procedure om deze
functie te deactiveren. Door de koelkasttemperatuur te wijzigen, wordt de functie automatisch gedeactiveerd. Wanneer deze
functie is ingeschakeld, werkt het vriesvak normaal.
Smart display *
Deze optionele functie kan gebruikt worden om energie te besparen. Om het Smart Display te activeren, drukt u tegelijkertijd
op de toetsen KOELKAST-temperatuur en VRIEZER-temperatuur. Na activering van de functie worden andere knoppen en
de displays uitgeschakeld om het verbruik te minimaliseren. Herhaal dezelfde procedure om deze functie te deactiveren.
Onthoud dat deze functie het apparaat niet van het stroomnet scheidt, maar alleen het stroomverbruik van het externe
scherm vermindert. Telkens wanneer u het bedieningspaneel wilt gebruiken en alle functies wilt zien, hoeft u alleen maar op
een knop te drukken om het paneel te activeren.
Ventilator *
De ventilator verbetert de temperatuurverdeling in de koelkast, waardoor de etenswaar beter geconserveerd wordt. De
ventilator start/stopt met werken afhankelijk van de temperatuur en/of de vochtigheidsgraad in de koelkast. Als het apparaat
is voorzien van de ventilator kan het ook uitgerust worden met het antibacteriële filter. Als het apparaat is voorzien van de
ventilator kan het ook uitgerust worden met het antibacteriële filter. Raadpleeg de websitepagina of neem contact op met
de consumentenservice om het filter aan te schaffen.
LED-lampje
Als het LED verlichtingssysteem niet werkt neem dan contact op met de Consumentenservice om het te laten vervangen.
Belangrijk: De binnenverlichting van het koelkastcompartiment gaat branden wanneer de deur van de koelkast geopend
wordt. Als de deur langer dan 8 minuten geopend blijft, wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld.
Vochtregeling*
Open de vochtregelaar (positie B) voor het opslaan van voedsel in een minder
vochtige omgeving, zoals fruit, of sluit het (positie A) voor het opslaan van voedsel
in een vochtiger omgeving, zoals groente.
Schuiflade *
Dankzij het railsysteem schuift deze lade onder het voorste gedeelte, waardoor er extra ruimte ontstaat voor het opbergen
van hoge flessen of kannen.
Vrieslade met gemakkelijke toegang *
De vrieslade is handig om gemakkelijk toegang te krijgen tot veelgebruikte producten en om restjes of kleine items in te
vriezen of te bewaren.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
5
Schappen
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
Deur
Omkeren van de deur
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat, kan worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Consumentenservice valt dit niet onder de garantie. Het wordt aanbevolen om de scharnierzijde van de deur met twee
personen om te keren. Volg de handleiding.
IJsvrij koelkastcompartiment
Het ontdooien van het koelkastcompartiment vindt volledig automatisch plaats. Waterdruppels aan de achterwand in het
koelkastcompartiment duiden er op dat het automatische ontdooien aan de gang is.
Het ontdooide water wordt automatisch afgevoerd naar een afvoerslang en wordt verzameld in een container, waar het
verdampt.
Verszone 0
Het Verszone 0 compartiment garandeert een temperatuur tussen -2°C en 3°C, afhankelijk van de gekozen temperatuurinstelling
van de koelkast, ideaal voor:
--bewaren van vlees, vis en kwetsbaar voedsel;
-- snel koelen van warme levensmiddelen;
-- ontdooien op lage temperatuur (remt de verspreiding van micro-organismen)
Onder normale omstandigheden kunt u de temperatuur van 0° C krijgen wanneer het koelkastcompartiment is ingesteld voor
de minimumtemperatuur. Denk eraan dat bij het wijzigen van de temperatuur van het vriesvak ook de temperatuur van het
Verszone 0 compartiment wordt gewijzigd. Houd in gedachten dat het Verszone 0 compartiment een mechanische functie is
die voortdurend werkt en niet kan worden uitgeschakeld.
IJsvrij vriescompartiment
IJsvrije diepvriezers zorgen voor gekoelde luchtcirculatie rond de opslagplaatsen en gaan ijsvorming tegen, waardoor de
noodzaak voor het ontdooien volledig wordt weg genomen.
Ingevroren levensmiddelen blijven niet aan de wanden kleven, de labels blijven leesbaar en de opslagruimte blijft netjes.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
6
Gebruik van het apparaat
Eerste gebruik
Wacht minstens twee uren na de installatie vooraleer het apparaat aan te sluiten op het stopcontact. Nadat de stekker in het
stopcontact is gestoken, begint het apparaat automatisch te werken. De ideale opslagtemperaturen voor etenswaar zijn vooraf
in de fabriek afgesteld.
Na het inschakelen van het apparaat dient u 4-6 uur te wachten tot de juiste opslagtemperatuur voor een normaal gevuld
apparaat is bereikt.
Koelvak en bewaren voedsel
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar en dranken bewaard worden. Het ontdooien van het
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterste binnenwand van
het koelkastcompartiment is een teken van de automatische ontdooifase. Het dooiwater loopt weg in een afvoeropening en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed hebben op de
interne temperatuur van de twee vakken. Stel de temperatuur in aan de hand van deze factoren. Bij veel vocht in het koelkastcompartiment
kan er condensvorming ontstaan, vooral op de glasplaten. In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoffen in open pannen afsluit (bijv. een
pan bouillon), etenswaar met een hoog watergehalte (bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator inschakelt (indien hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
Ventilatie
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak resulteert in zones met verschillende temperaturen. Het koudste gedeelte
bevindt zich direct boven de crisperlade voor groente en fruit en bij de achterwand. Het warmste gedeelte bevindt
zich bovenaan de voorzijde van het koelvak. Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger energieverbruik en lagere
koelprestaties.
Verse etenswaren en dranken bewaren
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas, zoals
fruit, groenten en salade, moeten altijd worden zodanig worden gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet achteruit
gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool bewaren. Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel de
levensmiddelen in folie. Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven de
crisperlade voor groente en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders
voor vloeistoffen en etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af. Om
te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u gebruik maken van de flessenhouder (beschikbaar op bepaalde modellen).
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch fruit, blikjes,
dranken, eieren, sauzen, augurken, boter, jam
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk,
zuivelproducten, delicatessen, yoghurt
KOUDSTE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van vleeswaren, desserts,
vlees en vis
  
GROENTE- EN FRUITLADE
Gebruiks- en Onderhoudsgids
7
Voedsel bewaren diepvriescompartiment
In het diepvriescompartiment kan diepgevroren etenswaar (gedurende de op de verpakking aangegeven periode) bewaard en
verse etenswaar ingevroren worden. De hoeveelheid verse etenswaar die in 24 uur kan worden ingevroren, staat aangegeven
op het typeplaatje. Schik de verse etenswaar in het vriesvak in het diepvriescompartiment (zie de Beknopte Handleiding) en
zorg voor voldoende ruimte rondom elke verpakking zodat de lucht kan circuleren. Geadviseerd wordt gedeeltelijk ontdooide
etenswaar niet opnieuw in te vriezen. Het is belangrijk om etenswaar zodanig te verpakken dat het binnendringen van water,
vocht of condens wordt voorkomen.
Voor meer opslagcapaciteit kan het diepvriescompartiment zonder de diepvriesladen worden gebruikt. Zorg ervoor dat de
deur goed gesloten is.
IJsblokjes
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en plaats het in het diepvriescompartiment. Gebruik nooit puntige of scherpe voorwerpen
om het ijs te verwijderen.
Legenda
LADEN VRIESVAK
LADE DIEPVRIESGEDEELTE
(Max koelzone)
Aanbevolen voor het invriezen van verse/gekookte
levensmiddelen.
Verwijderen van de vriesladecontainer
1
2
Open de vriezerdeur.
De bovenste container aan de rechter- en linkerhoeken naar boven
trekken (1).
De lade verwijderen (2).
De bovenste container in de omgekeerde volgorde installeren.
Tips voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen
Er wordt aanbevolen om al uw ingevroren levensmiddelen van een label en datum te voorzien. Door een label aan te
brengen kunt u levensmiddelen makkelijker herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet worden voordat de
kwaliteit ervan afneemt. Vries ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient u het te wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, lucht-
en waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel of diepvriescontainers die geschikt zijn voor het invriezen
van verse levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede kwaliteit zijn.
Vries verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst in, om de voedingsstoffen, de consistentie, de kleur en de
smaak te behouden. Enkele vleessoorten (vooral wild) moeten worden opgehangen voordat deze worden ingevroren.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in de vriezer legt.
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw
in, tenzij het voedsel na het ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Flessen met vloeistof mogen niet worden ingevroren.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
8
Diepgevroren etenswaar: winkeltips
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:
Controleer of de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij optimale
omstandigheden bewaard en het ontdooien is mogelijk al begonnen.
Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het einde van uw trip en vervoer het in een thermisch geïsoleerde
koeltas.
Leg bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in de vriezer.
Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid, vries het niet opnieuw in. Eet binnen 24 uur op.
Voorkom temperatuurschommelingen of beperk tot een minimum. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking
moet worden gerespecteerd.
Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de verpakking.
Bewaartijden voor zelf ingevroren etenswaren
Product Bewaartijd
Boter of margarine 6 maanden
Kaas 3 maanden
Vis
Schaaldieren
2/3 maanden
1 maand
Fruit (behalve citrus) 8-12 maanden
Roomijs of sorbet 2/3 maanden
Vlees
Ham-worst
Gebraad (rund-varken-lam)
Biefstuk of koteletten (rund-lam-varken)
2 maanden
8/12 maanden
4 maanden
Melk, verse vloeistoffen 1-3 maanden
Gevogelte (kip-kalkoen) 5-7 maanden
Groenten 8-12 maanden
Functionele geluiden
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal, omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het regelen van prestaties
aanwezig zijn die automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Een aantal functionele geluiden kunnen worden verminderd door middel van:
Optillen van het apparaat en op een egaal oppervlak installeren.
Scheiden en vermijden van contact tussen het apparaat en meubilair.
Controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst.
Controleren of de flessen en houders niet tegen elkaar komen.
Een aantal functionele geluiden die u zou kunnen horen
1. Een sisgeluid bij het voor de eerste keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
2. Een borrelgeluid wanneer koelmiddel de leidingen instroomt.
3. BRRR-geluid van de compressor die loopt.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
9
4. Een zoemgeluid wanneer de waterklep of de ventilator begint te
werken.
5. Een kraakgeluid wanneer de compressor start.
6. De KLIK is van de thermostaat die afstelt hoe vaak de compressor
draait.
Alarmtabel
Alarmtype Signaal Oorzaak Zorg
Alarm deur open Alarm deur open blijft aan,
het geluidssignaal wordt
ingeschakeld en het lampje
knippert.
De deur van de Koelkast of
Vriezer heeft langer dan 2
minuten open gestaan.
Sluit de deur en druk op de
alarmstop om het geluidsalarm te
stoppen.
Temperatuuralarm Het temperatuurdisplay
knippert (°C) en het
controlelampje Alarm blijft
aan.
De temperatuur in de vriezer
is niet toereikend
Druk op de stoptoets; het
geluidsalarm stopt, het
temperatuurdisplay (°C) knippert
en het alarmdisplay blijft branden
tot een temperatuur van <; -10 °C is
bereikt.
Lange blackout-alarm Het Alarmpictogram Black
Out blijft branden, het
controlelampje van het
Alarm knippert.
Langdurige stroomstoring
waardoor de
binnentemperatuur kan
oplopen tot 0 °C.
Druk op de stoptoets; het
geluidsalarm stopt.
Functiestoring De letter “F” knippert op het
display (°C).
Storing in het product. Neem contact op met de
consumentenservice.
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt
Bij geen gebruik
Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet en leeg, ontdooi (indien nodig) en reinig het apparaat.
Laat de deuren op een kier staan, zodat lucht in de compartimenten kan circuleren. Hierdoor voorkomt u de ontwikkeling van
schimmel en onaangename geuren.
Bij een stroomstoring
Houd de deuren gesloten, zodat de etenswaar zo lang mogelijk koel blijft. Vries gedeeltelijk ontdooide etenswaar niet opnieuw
in. Bij een langdurige stroomstoring is het mogelijk dat het blackout-alarm geactiveerd wordt (bij producten met elektronica).
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
10
Reinigen en onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht ontvlambare
vloeistoffen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol
of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
Reinig het apparaat regelmatig met een doek en een oplossing van
lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel, speciaal voor de
binnenkant van koelkasten.
Reinig de buitenkant en de deurafdichting met een vochtige doek en
droog ze af met een zachte doek.
De condensor aan de achterkant van het apparaat moet regelmatig
met behulp van een stofzuiger worden schoongemaakt.
Belangrijk:
De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol of
daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze regelmatig schoon
met een stofzuiger.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
11
Probleemoplossing
Wat moet u doen als... Mogelijke oorzaken Oplossingen
Het apparaat werkt niet. Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat zijn.
Controleer of het netsnoer met de juiste
spanning in een stopcontact zit.
Controleer de beveiligingen en
zekeringen van het elektrische systeem
in uw huis
Er zit water in de ontdooibak. Dit is normaal bij heet, vochtig weer.
De bak kan zelfs tot halverwege gevuld
raken .
Zorg ervoor dat het apparaat op niveau is,
zodat het water niet kan overlopen.
De randen van het apparaat die
in contact met de deurafdichting
komen zijn warm bij aanraking.
Dit is geen defect. Dit is normaal bij een
warm klimaat en als de compressor in
werking is.
Het lampje werkt niet. Het lampje moet mogelijk vervangen
worden.
Het apparaat kan in Aan/Stand-by
modus staan.
Controleer of de beveiligingen en
zekeringen van het elektrische systeem
in uw huis goed werken.
Controleer of het netsnoer met de juiste
spanning in een stopcontact zit
Als er ledlampjes kapot zijn, neem dan
contact op met de Klantenservice voor
vervanging door hetzelfde type, dat
alleen verkrijgbaar bij de Klantenservice
of bij erkende dealers.
De motor lijkt te lang in werking
te blijven.
De tijd dat de motor draait hangt van
verschillende factoren af: het aantal
keren dat de deur wordt geopend,
de hoeveelheid levensmiddelen die
in de koelkast wordt bewaard, de
kamertemperatuur en de instelling van
de thermostaten.
Zorg ervoor dat controles van het
apparaat correct zijn ingesteld.
Controleer of er niet een grote
hoeveelheid voedsel aan het apparaat
is toegevoegd.
Controleer of de deur niet te vaak wordt
geopend.
Controleer of de deur perfect sluit.
De temperatuur van het
apparaat is te hoog.
Dit kan verschillende oorzaken hebben
(zie 'Oplossingen').
Zorg ervoor dat de condensor (achter
het apparaat) vrij is van stof en pluizen.
Zorg ervoor dat de deur goed gesloten is.
Zorg ervoor dat de deurafdichtingen
goed vastzitten.
Op warme dagen, of als het warm is in het
vertrek, zal de motor langer draaien.
Wanneer de deur lang open heeft
gestaan, of indien er grote hoeveelheden
levensmiddelen in het apparaat zijn
geplaatst, blijft de motor langer werken
om de binnenkant van het apparaat goed
te koelen.
De deuren gaan niet goed open
en dicht.
Dit kan verschillende oorzaken hebben
(zie 'Oplossingen').
Controleer of de deur niet geblokkeerd
wordt door levensmiddelen.
Controleer of de binnenste onderdelen of
de automatische ijsmaker allemaal goed
op hun plaats zitten.
Controleer of de deurafdichtingen niet
vuil of kleverig zijn.
Controleer of het apparaat horizontaal
staat.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
12
Er is te veel wasmiddel gebruikt
DE DEUR IS GEBLOKKEERD, MET OF ZONDER
1. Kijk of u het probleem zelf kunt oplossen met behulp van de aanwijzingen in het hoofdstuk PROBLEEMOPLOSSING.
2. Zet het apparaat aan en uit om te controleren of het probleem is opgelost.
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES DE STORING NOG STEEDS AANWEZIG IS, NEEMT U CONTACT OP MET
DE DICHTSTBIJZIJNDE KLANTENSERVICE
Bel voor assistentie het nummer in het garantieboekje of volg de instructies
op de website
www.bauknecht.eu
Wanneer u contact opneemt met onze Klantendienst, vermeld altijd:
De wasmachine uitschakelen en loskoppelen;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service op het
kenplaatje). Het servicenummer staat ook in het garantieboekje;
uw volledige adres;
Laat altijd het water weglopen vooraleer de deur te openen.
Wend u tot een erkend servicecentrum indien reparatie noodzakelijk is (alleen dan weet u zeker dat originele
vervangingsonderdelen worden gebruikt en de reparatie correct wordt uitgevoerd).
Installatiegids
13
2
1
6
c
5
1x 1x4x
c
a
b
c
C
A
B
1x
D
50mm
c
a
c
a
c
2
3
b
4
Installatiegids
NL
14
12
15
10
9
B
b
A
B
b
11
b
D
13
14
a
7
8
c
a
c
Installatiegids
15
1
2
2
1
1
2
45
o
1
2
1
45
o
1
2
3
1
2
3
1
2
34
56
400011370357
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Bauknecht KGDNF 203GD IX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor