THEBEN iON 108 KNX Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

KNX-handleiding
Ruimtecontroller
iON 108 KNX
iON 108 KNX- 4969238
KNX-producthandleiding ruimtecontroller iON 108 KNX
Inhoudsopgave
1 Functionele eigenschappen 3
2 Bedoeld gebruik 4
3 Technische specificaties 5
4 Bediening 6
4.1 Functies selecteren 6
4.2 Favorieten 7
4.3 Funtie ruimtethermostaat (RTR) 7
5 Bediening met de app iONplay 8
5.1 Smartphone/tablet met de ruimtecontroller verbinden 8
6 Het applicatieprogramma „iON 108“ 12
6.1 Keuze in de productdatabase 12
6.2 Communicatieobjecten overzicht 13
6.3 Communicatieobjecten beschrijving 19
6.4 Parameterpagina’s overzicht 31
6.5 Algemene parameters 32
6.6 Functiespecifieke parameters 39
6.7 Functieblok RTR 58
7 Typische toepassingsvoorbeelden 78
7.1 Verlichting schakelen 78
7.2 2 verlichtingsgroepen dimmen (eentoetsbediening) 80
7.3 2 verlichtingsgroepen dimmen (2 wiptoetsen) 82
7.4 4 jaloezieën resp. jaloeziegroepen aansturen 84
7.5 RTR - verwarmen met aanwezigheidsmelder en vorstbeveiliging via
raamcontact. 86
8 Bijlage 89
8.1 De werkwijzen 89
8.2 PWM-cyclus 91
8.3 Bedrijfsmodus als scène (RTR) 93
8.4 Correctie van de gewenste waarde 95
8.5 Ventilatorstand bij voorrangsregeling 96
8.6 Temperatuurregeling 97
8.7 Constante en schakelende regeling 100
8.8 Hysteresis 101
8.9 Dode zone 102
8.10 Bedrijfsmodusselectie 104
8.11 Bepaling van de gewenste waarde 107
8.12 Verschuiving van de gewenste waarde 109
8.13 Gewenste basiswaarde en actuele gewenste waarde 110
9 Versie-informatie 112
Functionele eigenschappen
iON 108 KNX 3
1 Functionele eigenschappen
Multifinctionele toets met display
Tweetoetsbediening van max. 20 functies
Functies: schakelen, dimmen, jaloezie, scènes, waarden, sequentie, kleurregeling
RGB, RGBW HSV, HSVW en XY-kleurregeling.
DPT9-waarden weergeven, temperatuur, CO2-gehalte etc.
Ruimtethermostaat geïntegreerd
Ruimtetemperatuur resp. interne gewenste RTR-waarde weergeven
Regeling van bedrijfsmodus, temperatuur en ventilatorstanden
Duurzaam LCD-scherm voor de weergave van functies en toestanden
Lichtsterkte van het LCD-scherm via object instelbaar of automatisch geregeld
Buskoppeling geïntegreerd
Geen extra voedingsspanning nodig
Bedoeld gebruik
iON 108 KNX 4
2 Bedoeld gebruik
De ruimtecontroller iON 108 KNX met geïntegreerde temperatuursensor kan in de woningbouw,
in vergaderruimtes en kantoren en in de objectbouw worden toegepast en wordt met de
meegeleverde montageplaat op een standaard inbouwdoos gemonteerd. Combinaties van twee
iON KNX zijn mogelijk met een als accessoire beschikbare 2-voudige montageplaat. Dankzij de
geïntegreerde buskoppeling zijn de installatie en de aansluiting op het bussysteem eenvoudig
en snel uit te voeren.
De ruimtecontroller iON 108 KNX heeft 20 functies, een LCD-scherm en een BLE-module voor de
bediening met de app iONplay via smartphone of tablet. Daarmee kan men licht schakelen en
dimmen, jaloezieën omhoog en omlaag bewegen, scènes activeren en opslaan, temperatuur
regelen, kleuren aansturen en de status weergeven. Bovendien ondersteunt de ruimtecontroller
de bedrijfsmodi verwarmen en koelen en de aansturing van de ventilatorstanden.
Bij de ruimtecontroller ION 108 KNX kan voor elk van de 20 functies een passend symbool uit
een bibliotheek worden gekozen. Het symbool wordt aangevuld met individuele functienamen
(bijvoorbeeld 'plafondspotjes' of 'jaloezie terras') en de actuele status
(aan/uit/dimwaarde/locatie). Dit vereenvoudigt de bediening en navigatie van de
ruimtecontroller. De lichtsterkte van het LCD-scherm kan afhankelijk van de
omgevingslichtsterkte worden geregeld. Is het donker in de ruimte, dan wordt de
achtergrondverlichting van de display omlaag gedimd en verhindert zo storende lichteffecten.
Overdag brandt de display lichter en blijft daardoor optimaal leesbaar.
Technische specificaties
iON 108 KNX 5
3 Technische specificaties
Busspanning KNX
21-32 V DC
Stroomopname KNX-bus
12,5 mA
KNX-medium
TP1-256
Werkwijze
Type 1 volgens EN 60730-1
Omgevingstemperatuur
5 °C ... + 45 °C
Meetbereik temperatuur
0 °C ... + 65 °C +- 0,4 %
Beschermingsgraad
IP 20 volgens EN 60529
Beschermingsklasse
III bij voorgeschreven montage
Vervuilingsgraad
2
Ontwerpstootspanning
0,8 kV
Radiofrequentie/signaalvermogen
BLE 2,4 GHz klasse 2 (2,5 mW) (iON 108 KNX)
Software
Klasse A
Bediening
iON 108 KNX 6
4 Bediening
De ruimtecontroller iON 108 KNX is een multifunctionele tastsensor met 4 toetsen
(boven/onder/rechts/links).
4.1 Functies selecteren
Pijltoets naar rechts/links drukken.
Een functie wordt geselecteerd (schakelen aan/uit, dimmen, jaloezie, functie, 0-255
schuiven, procentlijst, drijvende komma 2byte, drijvende komma 4Byte, HKL, scènes,
kleurtemperatuur, RGB, RGBW, XY-kleur, sequentie, werkelijke temperatuur).
4.1.1 Overige instellingen in de functies
Toetsen omhoog/omlaag indrukken.
Bedienen van de geselecteerde functies. De LED's branden ter bevestiging.
Actieve functie
(pictogram) met
waarde/status
Vorige/volgende
functie
Bediening
Bediening
iON 108 KNX 7
4.2 Favorieten
Wanneer meer dan één functie of de ruimtethermostaat (RTR) is geactiveerd, kunnen max. drie
functies als favorieten A, B, C worden geselecteerd. Zo kunnen de drie het vaakst benodigde
functies direct na elkaar worden opgeroepen.
Parameter
Toets lang indrukken
Ruimtethermostaat
activeren
Favoriet A Links Rechts
Ja
F1..F20 RTR weergeven
Tussen de favorieten
wisselen
Ja
Tussen de favorieten wisselen
nee
Tussen de favorieten wisselen
4.3 Funtie ruimtethermostaat (RTR)
Is de ruimtethermostaat geselecteerd, dan wordt op dit niveau de gemeten werkelijke
temperatuur weergegeven. Met de toetsen links/rechts kan - afhankelijk van de configuratie
van de ETS-parameters - naar de instellingen gewenste temperatuur, bedrijfsmodus,
ventilatorstand … worden gewisseld.
De betreffende instelling kan evt. met de toetsen boven/onder worden gewijzigd.
Bediening met de app iONplay
iON 108 KNX 8
5 Bediening met de app iONplay
De ruimtecontroller iON 108 KNX kan via Bluetooth met de app iONplay worden bediend. Via de
geïntegreerde Bluetooth-module wordt de smartphone of tablet met de ruimtecontroller
verbonden. De duur van de pairing kan individueel worden ingesteld.
Met één app kunnen max. 30 ruimtethermostaten worden beheerd. In de app kunnen
max. 20 functie worden gevisualiseerd en aangestuurd.
De app-besturing van de ruimtecontroller iON 108 KNX is bij uitstek geschikt voor woonkamers,
vergaderruimtes of hotels. Bij gebruik in hotels wordt de pairing na een instelbare duur
automatisch weer beëindigd.
5.1 Smartphone/tablet met de ruimtecontroller verbinden
Voor de verbinding van de iON met de app op de smartphone worden de toetsen op het
apparaat gebruikt. In de ETS kan de duur van de pairing worden ingesteld.
App iONplay uit de App Store of Google Play Store downloaden.
App iONplay openen en op + in de menubalk drukken.
Actualiseren
Bewerken: wachtwoord, naam wijzigen
Wissen
Nieuwe apparaten zoeken …
Bediening met de app iONplay
iON 108 KNX 9
Apparatenlijst van de beschikbare iON-apparaten verschijnt
Apparaat selecteren en met OK bevestigen.
Op het weergegeven apparaat tikken.
PIN invoeren die op de display van de iON verschijnt.
Op OK drukken.
Bediening met de app iONplay
iON 108 KNX 10
Het volgende venster wordt geopend:
Hier kunt u met de knop
- Bedienen schakelen, dimmen, jaloezie omhoog en omlaag bewegen etc. met de
knop
- Verwarmen comforttemperatuur, nachtverlaging etc. of met
- Scènes nieuwe lichtscènes
invoeren
Als de in de ETS-applicatie ingestelde tijd wordt overschreden, wordt niet automatisch
verbinding gemaakt. De apparaten moeten opnieuw worden gekoppeld (toepassing hotel,
zodat een gast bij het volgende bezoek niet vorige kamers kan aansturen).
Bediening met de app iONplay
iON 108 KNX 11
Op de display verschijnt bij apparaatuitval---“ in de temperatuurweergave (RTR-
weergave of functie=werkelijke waarde).
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 12
6 Het applicatieprogramma „iON 108“
6.1 Keuze in de productdatabase
Fabrikant
Theben AG
Productfamilie
Toets
Producttype
iON
Programmanamen
iON 108
De ETS-database vindt u op onze website: www.theben.de/downloads
Aanbevolen ETS-versie: ETS 5.7.5 of hoger
Aantal communicatieobjecten
Max. 129
Aantal groepsadressen
255
Aantal toewijzingen
255
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 13
6.2 Communicatieobjecten overzicht
6.2.1 Algemeen
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
1 Display
Verminderd
1 bit
-
W
C
-
1.001
Lichtsterkte 1 byte - W C - 5.001
2 Display blokkeren
Blokkeren = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
Blokkeren = 0
1 bit
-
W
C
-
1.003
4 Inbedrijfmelding Zenden 1 bit R - C T 1.001
5
Alarm
Ingang
1 bit
-
W
C
-
1.005
6 Toetsen
Blokkeren = 1
1 bit
-
W
C
-
1.001
Blokkeren = 0
1 bit
-
W
C
-
1.003
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 14
6.2.2 Algemene toetsfuncties
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
10 F1
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit
2 bit
R
W
C
T
2.001
Waarde zenden
1 byte
R
W
C
T
5.010
Percentage zenden
1 byte
R
W
C
T
5.001
2 byte DPT 9.x 2 bytes R W C T 9.001
4 byte DPT 14.x
4 bytes
R
W
C
T
14.014
HKL-bedrijfsmodus
1 byte
R
W
C
T
20.108
Scène oproepen 1 byte R - C T 17.001
Scène oproepen/opslaan
1 byte
R
-
C
T
18.001
Kleurtemperatuur zenden
2 bytes
R
-
C
T
7.600
RGB-waarde 3 bytes R - C T 232.600
RGBW waarde
6 bytes
R
-
C
T
251.600
RGB(W) rood
1 byte
R
-
C
T
5.001
HSV(W) kleurtoon
1 byte
R
-
C
T
5.003
XY waarde
6 bytes
R
-
C
T
242.600
X kleurtoon
2 bytes
R
-
C
T
7.001
11 F1
RGB(W) Groen
1 byte
R
-
C
T
5.001
HSV(W) verzadiging 1 byte R - C T 5.001
Y kleurtoon
2 bytes
R
-
C
T
7.001
12 F1
XY lichtsterkte
1 byte
R
-
C
T
5.001
RGB(W) Blauw 1 byte R - C T 5.001
HSV(W) lichtsterkte
1 byte
R
-
C
T
5.001
13
F1
Witwaarde
1 byte
R
-
C
T
5.001
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 15
6.2.3 Functie Dimmen
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
10 F1 Schakelen 1 bit R W C T 1.001
11 F1 Lichter/donkerder 4 bit R - C T 3.007
12 F1 Retourmelding dimwaarde 8 bit - W C - 5.001
13 F1.1
Dimwaarde zenden
(dubbelklikken + iON Play)
1 byte R W C T 5.001
6.2.4 Functie Jaloezie
Nr. Objectnaam Functie Lengte R W C T DPT
10 F1 Step/Stop 1 bit - - C T 1.010
11 F1
OMHOOG/OMLAAG 1 bit - W C T 1.008
OMHOOG 1 bit - - C T 1.008
OMLAAG 1 bit - - C T 1.008
12 F1.1
Hoogte % (dubbelklikken
+ iON Play)
1 byte - - C T 5.001
13 F1.1 Lamel % 1 byte - - C T 5.001
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 16
6.2.5 Functie Sequentie
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
10 F1.1
Schakelen
1 bit
R
W
C
T
1.001
Prioriteit 2 bit R W C T 2.001
Waarde zenden
1 byte
R
W
C
T
5.010
Percentage zenden
1 byte
R
W
C
T
5.001
2 byte DPT 9.x 2 bytes R W C T 9.001
4 byte DPT 14.x
4 bytes
R
W
C
T
14.014
HKL-bedrijfsmodus
1 byte
R
W
C
T
20.108
Scène oproepen
1 byte
R
-
C
T
17.001
Kleurtemperatuur zenden
2 bytes
R
-
C
T
7.600
RGB-waarde
3 bytes
R
-
C
T
232.600
RGBW waarde
6 bytes
R
-
C
T
251.600
XY waarde 6 bytes R - C T 242.600
11 F1.2
Schakelen
1 bit
R
W
C
T
1.001
Prioriteit
2 bit
R
W
C
T
2.001
Waarde zenden 1 byte R W C T 5.010
Percentage zenden
1 byte
R
W
C
T
5.001
2 byte DPT 9.x
2 bytes
R
W
C
T
9.001
4 byte DPT 14.x
4 bytes
R
W
C
T
14.014
HKL-bedrijfsmodus
1 byte
R
W
C
T
20.108
Scène oproepen
1 byte
R
-
C
T
17.001
Kleurtemperatuur zenden
2 bytes
R
-
C
T
7.600
RGB-waarde 3 bytes R - C T 232.600
RGBW waarde
6 bytes
R
-
C
T
251.600
XY waarde
6 bytes
R
-
C
T
242.600
12 F1.3
Schakelen 1 bit R W C T 1.001
Prioriteit
2 bit
R
W
C
T
2.001
Waarde zenden
1 byte
R
W
C
T
5.010
Percentage zenden
1 byte
R
W
C
T
5.001
2 byte DPT 9.x
2 bytes
R
W
C
T
9.001
4 byte DPT 14.x
4 bytes
R
W
C
T
14.014
HKL-bedrijfsmodus
1 byte
R
W
C
T
20.108
Scène oproepen 1 byte R - C T 17.001
Kleurtemperatuur zenden
2 bytes
R
-
C
T
7.600
RGB-waarde
3 bytes
R
-
C
T
232.600
RGBW waarde
6 bytes
R
-
C
T
251.600
XY waarde
6 bytes
R
-
C
T
242.600
13 F1.4
Schakelen
1 bit
R
W
C
T
1.001
Prioriteit
2 bit
R
W
C
T
2.001
Waarde zenden
1 byte
R
W
C
T
5.010
Percentage zenden
1 byte
R
W
C
T
5.001
2 byte DPT 9.x
2 bytes
R
W
C
T
9.001
4 byte DPT 14.x 4 bytes R W C T 14.014
HKL-bedrijfsmodus
1 byte
R
W
C
T
20.108
Scène oproepen
1 byte
R
-
C
T
17.001
Kleurtemperatuur zenden 2 bytes R - C T 7.600
RGB-waarde
3 bytes
R
-
C
T
232.600
RGBW waarde
6 bytes
R
-
C
T
251.600
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 17
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
XY waarde
6 bytes
R
-
C
T
242.600
6.2.6 Functie waarde weergeven
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
10 F1
Waarde weergeven (schakelen) 2 byte - W C - 1.xxx
Waarde weergeven (0-255) 2 byte - W C - 5.010
Waarde weergeven (%) 2 byte - W C - 5.001
Waarde weergeven (DPT7.x) 2 byte - W C - 7.xxx
Waarde weergeven (DPT8.x) 2 byte - W C - 8.xxx
Waarde weergeven (DPT9.x) 2 byte - W C - 9.xxx
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 18
6.2.7 Ruimtethermostaat (RTR)
Nr.
Objectnaam
Functie
Lengte
R
W
C
T
DPT
250 Gewenste basiswaarde
Gew. temp. vooraf
instellen
2 bytes - W
C - 9.001
251
Handmatige verschuiving
gewenste waarde
Ontvangen 2 bytes - W
C - 9.002
253 Buitentemperatuurcompensatie
Gewenste waarde
schuiven
2 bytes - W
C - 9.002
Zenden
2 bytes
R
-
C
T
9.002
254
Voorselectie bedrijfsmodus
Ontvangen
1 byte
-
W
C
-
20.102
255
Aanwezigheid
Ontvangen
1 bit
-
W
C
-
1.018
256
Raamstatus
Gesloten=0, open=1
1 bit
-
W
C
-
1.019
257
Actuele bedrijfsmodus
Zenden
1 byte
R
-
C
T
20.102
258
Bedrijfsmodus als scène
Opslaan/oproepen
1 byte
-
W
C
T
18.001
259
Stelgrootte verwarmen/koelen
Zenden
1 byte
-
-
C
T
5.001
259
Stelgrootte verwarmen/koelen
Zenden
1 bit
-
-
C
T
1.001
Stelgrootte verwarmen
1 bit
-
-
C
T
1.001
1 byte - - C T 5.001
260
PWM verwarmen tweede trap
Zenden
1 byte
-
-
C
T
5.001
Stelgrootte verwarmen tweede
trap
1 bit - - C T 1.001
261 Stelgrootte koelen Zenden
1 bit
-
-
C
T
1.001
1 byte - - C T 5.001
262
Stelgrootte koelen tweede trap
Zenden
1 byte
-
-
C
T
5.001
PWM koelen tweede trap
1 bit
-
-
C
T
1.001
263
Verwarmen/koelen zenden
0 = Verwarmen, 1 =
Koelen
1 bit R - C T 1.001
0 = koelen, 1 =
verwarmen
1 bit R - C T 1.100
Omschakelen tussen
verwarmen en koelen
0 = Verwarmen, 1 =
Koelen
1 bit - W
C - 1.001
0 = koelen, 1 =
verwarmen
1 bit - W
C - 1.100
264
Actuele gewenste waarde
Instellen/zenden
2 bytes
R
W
C
T
9.001
265
Werkelijke waarde voor regeling
zenden
2 bytes
-
-
C
T
9.001
266 Externe werkelijke waarde Ontvangen 2 bytes - W
C - 9.001
267
UItval werkelijke waarde
Zenden
1 bit
R
-
C
T
1.001
268
Buitentemperatuur
Ontvangen
2 bytes
-
W
C
-
9.001
269 Dauwpuntalarm Ontvangen 1 bit - W
C - 1.005
270
Ventilatorstand bij
voorrangsregeling Zenden 1 byte R - C T 5.010
271 Ventilator voorrang/auto
Zenden: Auto = 1,
Voorrang = 0
1 bit R - C T 1.001
Zenden: Voorrang = 1,
Auto = 0
1 bit R - C T 1.001
272
Ventilatorstand bij
voorrangsregeling
Ontvangen 1 byte - W
C - 5.010
273 Ventilator voorrang/auto
Ontvangen: Auto = 1,
Voorrang = 0
1 bit - W
C - 1.001
Ontvangen: Voorrang
= 1, Auto = 0
1 bit - W
C - 1.001
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 19
6.3 Communicatieobjecten beschrijving
6.3.1 Algemene objecten
Object 1: Apparaat-LED's
Alleen aanwezig bij de instelling Lichtsterkte van de LED's verminderen = via bus.
Objecttype
Functie
Via schakelobject
1 = Lichtsterkte verminderen
0 = Normale lichtsterkte
Via percentagee
0..100 % = maximale LED-lichtsterkte
Object 2: Display blokkeren
Met dit object wordt de weergave geblokkeerd.
De polariteit van het blokkeringstelegram kan op de parameterpagina Algemeen/Instellingen
worden ingesteld.
Object 4: Inbedrijfmelding zenden
Zendt cyclisch1 een 1 als signaal dat het apparaat aanwezig en in bedrijf is.
Object 5: Alarm
1-bit ontvangstobject.
De ontvangst van een extern alarmtelegram is herkenbaar aan het knipperen resp. pulseren van
alle LED's.
LED-kleur en -tijdintervallen kunnen op de paramaterpagina Alarm worden ingesteld.
Object 6: Toetsen blokkeren
Via dit object worden alle toetsen geblokkeerd.
De werkrichting van het blokkeringsobject wordt op de parameterpagina Instellingen bepaald.
1 zie parameter Bedrijfsmelding zenden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 20
6.3.2 Functie schakelen (1 bit)
Object 10: F1 schakelen
Zendt AAN/UIT-schakeltelegrammen.
6.3.3 Functie Dimmen
Object 10: F1 schakelen
Schakelt de dimmer in en uit.
Object 11: F1 lichter / donkerder
4-bits dimopdrachten.
Object 12: F1 retourmelding dimwaarde
Ontvangt de actuele dimwaarde van de dimactor.
Object 13: F1.1 Dimwaarde zenden (dubbelklikken + iON Play)
Uitgangsobject voor de extra functie bij dubbelklikken.
Daarmee kan een vooraf gedefinieerde dimwaarde direct worden ingesteld.
Het object kan ook met de iON Play-app worden gebruikt.
Deze functie is ook beschikbaar als de dubbelklikfunctie is gedeactiveerd.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 21
6.3.4 Functie Jaloezie
Object 10: F1 Step / Stop
Zendt Step/Stop-opdrachten naar de jaloezieactor.
Object 11: F1 OMHOOG / OMLAAG
Zendt bewegingsopdrachten naar de jaloezieactor.
Object 12: F1 Retourmelding hoogte %
Ontvangt de actuele aandrijfhoogte van de jaloezieactor.
Object 13: F1.1 Hoogte % (dubbelklikken + iON Play)
Hoogtetelegram voor de positionering van de jaloezie bij dubbelklikken.
Het object kan ook met de iON Play-app worden gebruikt.
Deze functie is ook beschikbaar als de dubbelklikfunctie is gedeactiveerd.
Object 14: F1.1 Lamel %
Lameltelegram voor de positionering van de jaloezie bij dubbelklikken.
6.3.5 Functie prioriteit (2 bits)
Object 10: F1 Prioriteit
Zendt prioriteitstelegrammen.
6.3.6 Functie waarde (1 byte)
Object 10: F1 Waarde zenden
Zendt waardetelegrammen 0-255.
6.3.7 Functie percentage (1 byte)
Object 10: F1 Percentage zenden
Zendt procenttelegrammen 0-100 %.
6.3.8 Functie drijvende-kommagetal DPT 9.x (2 byte)
Object 10: F1 2-byte DPT9.x zenden
Zendt drijvende-kommagetallen van -670760 tot 670760.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 22
6.3.9 Functie drijvende-kommagetal DPT 14.x (4 byte)
Object 10: F1 4-byte DPT14.x zenden
Zendt drijvende-kommagetallen van -1E+38 tot 1E+38.
Codering: IEEE-754 Single.
6.3.10 Functie HKL
Object 10: F1 HKL bedrijfsmodus
Codering van de HKL (HVAC)-bedrijfsmodi:
Waarde
Bedrijfsmodus
0
Auto
1
Comfort
2
Stand-by
3
Nacht
4
Vorst-/overtemperatuurbeveiliging
6.3.11 Functie scènes
Object 10: F1 HKL bedrijfsmodus
Zendt oproep- resp. opslagtelegrammen voor de scènenummers 1-64.
6.3.12 Functie kleurtemperatuur DPT 7600 (2 byte)
Object 10: F1 Kleurtemperatuur zenden
Zendt kleurtemperatuurtelegrammen van 1000 tot 10.000 K.
6.3.13 Functie RGB / RGBW / XY kleurtoon
Bij deze kleurtonen kunnen de kleurcomponenten samen in een object of gescheiden
naar meerdere objecten worden gezonden.
In het HSV- resp. HSVW-formaat vindt de uitvoer uitsluitend via gescheiden objecten
plaats.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 23
Objecten 10, 11, 12, 13 RGB, RGBW, XY kleurtoon, rood, groen, blauw,
witwaarde
Functie
Uitgave
Obj. nr.
Object functie
RGB kleurtoon
RGB 3 bytes
10
RGB-waarde
RGB gescheiden objecten
10
RGB(W) rood
11
RGB(W) Groen
12
RGB(W) Blauw
HSV gescheiden objecten
10
HSV(W) kleurtoon
11
HSV(W) verzadiging
12
HSV(W) lichtsterkte
RGBW kleurtoon
RGBW 6 bytes
10
RGB-waarde
RGBW gescheiden objecten
10
RGB(W) rood
11
RGB(W) Groen
12
RGB(W) Blauw
13
Witwaarde
HSVW gescheiden objecten
10
HSV(W) kleurtoon
11
HSV(W) verzadiging
12
HSV(W) lichtsterkte
13
Witwaarde
XY kleurtoon
XY 6 bytes
10
XY waarde
XY gescheiden objecten
10
X kleurtoon
11
Y kleurtoon
12
XY lichtsterkte
6.3.14 Functie Sequentie
Object 10 F1.1
Eerste uitgangsobject van de sequentie.
Er kunnen 12 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden, 2 byte DPT 9.x, 4 byte DPT
14.x.
HKL-modi, scènes (oproepen resp. zenden), kleurtemperatuur, kleuren 2 in RGB-, RGBW-
en XY-formaat.
Object 11 F1.2
Tweede uitgangsobject van de sequentie.
Er kunnen 12 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden, 2 byte DPT 9.x, 4 byte DPT
14.x.
HKL-modi, scènes (oproepen resp. zenden), kleurtemperatuur, kleuren 3 in RGB-, RGBW-
en XY-formaat.
2 De kleuren worden hier als 3- resp. 6-byte-object gezonden.
3 De kleuren worden hier als 3- resp. 6-byte-object gezonden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 24
Object 12 F1.3
Derde uitgangsobject van de sequentie.
Er kunnen 12 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden, 2 byte DPT 9.x, 4 byte DPT
14.x.
HKL-modi, scènes (oproepen resp. zenden), kleurtemperatuur, kleuren 4 in RGB-, RGBW-
en XY-formaat.
Object 13 F1.4
Vierde uitgangsobject van de sequentie.
Er kunnen 12 telegramformaten worden ingesteld:
schakelen AAN/UIT, prioriteit, percentage zenden, waarde zenden, 2 byte DPT 9.x, 4 byte DPT
14.x.
HKL-modi, scènes (oproepen resp. zenden), kleurtemperatuur, kleuren 5 in RGB-, RGBW-
en XY-formaat.
6.3.15 Functie waarde weergeven
Object 10: F1 Waarde weergeven6
Ontvangt een externe waarde voor weergave op het display.
Het formaat wordt met de parameter Objecttype bepaald.
Objecttypen
Formaat
Schakelen (1 bit)
DPT1.xxx
Waarde 0-255 (1 byte)
DPT5.010
Percentage (1 byte)
DPT5.001
Waarde 0-65535 DPT7.x (2 byte)
DPT7.xxx
Waarde -32768…32767 DPT8.x (2 byte)
DPT8.xxx
Drijvende-kommagetal DPT9.x (2 byte)
DPT9.xxx
6.3.16 Functie regelaar neventoestel7
Object 10: F1 Gewenste waarde zenden
Zendt de op het apparaat ingestelde gewenste waarde voor een regelaar in een andere ruimte
(externe regelaar).
Object 11: F1 Gewenste waarde ontvangen
Ontvangt de actuele gewenste waarde van de externe regelaar.
Object 12: F1 Werkelijke waarde ontvangen
Ontvangt de actuele werkelijke waarde van de externe regelaar.
4 De kleuren worden hier als 3- resp. 6-byte-object gezonden.
5 De kleuren worden hier als 3- resp. 6-byte-object gezonden.
6 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
7 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 25
6.3.17 Objecten voor de ruimtethermostaat (RTR)
Object 250: Gewenste basiswaarde
De functie van het object wordt met de parameter Functie van het stelwiel bepaald.
Parameter: Functie van
het stelwiel
Functie van het object
Gewenste basiswaarde
Zendt de op het stelwiel ingestelde gewenste basiswaarde.
Handmatige
verschuiving resp.
geblokkeerd
Ontvangt de gewenste basiswaarde op de bus.
De gewenste basiswaarde wordt voor het eerst bij inbedrijfstelling
via de applicatie vooraf ingesteld en in het object „Gewenste
basiswaarde“ opgeslagen.
Daarna kan deze altijd via dit object opnieuw worden bepaald
(begrensd door de minimale resp. maximale geldende gewenste
waarde).
Object 251: Handmatige verschuiving van de gewenste waarde ontvangen
Het object ontvangt een temperatuurverschil.
Met dit verschil kan de gewenste ruimtetemperatuur (actuele gewenste waarde) ten opzichte
van de gewenste basiswaarde worden aangepast.
In de Comfortmodus (verwarmen) geldt:
Actuele gewenste waarde = gewenste basiswaarde + handmatige verschuiving van de gewenste
waarde.
Waarden die buiten het geparametreerde bereik liggen, worden tot de hoogste resp. laagste
waarde beperkt.
Wordt een 0 ontvangen, dan wordt een eerdere ingevoerde verschuiving van de gewenste
temperatuur weer op
0 K gezet.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 26
Object 253: Buitentemperatuurcompensatie / gewenste waarde schuiven
De functie van het object wordt met de parameter Correctie van de gewenste temperatuur bij
hoge buitentemperaturen bepaald.
Correctie van de
gewenste waarde bij hoge
buitentemperaturen
Functie van het object
Gegevensrichting
Alleen ontvangen
Ontvangt de correctie van de gewenste
temperatuur voor de
buitentemperatuurcorrectie.
Ontvangen
Intern berekenen en
zenden
Meldt de actuele correctie van de
gewenste waarde als bedrag of als
verschil.
Het formaat van de correctiewaarde (zie
volgende tabel) wordt op de
parameterpagina Aanpassing van de
gewenste waarde bepaald.
Zenden
Formaat van de
correctiewaarde
Functie van het object Voorbeeld
Absoluut
Zendt het bedrag:
Gewenste basiswaarde zonder
correctie
+ correctie van de gewenste
waarde als gewenste waarde voor
overige temperatuurregelaars.
Gewenste basiswaarde zonder
correctie = 20 °C. Correctie van de
gewenste waarde = +2 K
Het object zendt: 22 °C
Relatief
Berekende correctie van de
gewenste waarde (in Kelvin) op
basis van de buitentemperatuur.
Gewenste basiswaarde zonder
correctie = 20 °C. Correctie van de
gewenste waarde = +2 K
Het object zendt 2 K
Object 254: Voorselectie van de bedrijfsmodus
Daarmee kan een van de 4 bedrijfsmodi direct worden geactiveerd.
1 = Comfort
2 = Stand-by
3 = Nacht,
4 = Vorstbeveiliging (overtemperatuurbeveiliging)
De geparametreerde Bedrijfsmodus na reset is net zolang actief totdat een nieuwe geldige
bedrijfsmodus wordt ontvangen of deze op de apparaat door de gebruiker wordt gewijzigd.
Object 255: Aanwezigheid.
Via dit object kan de toestand van een aanwezigheidsmelder (bijv. toets, bewegingsmelder)
worden ontvangen.
Een 1 naar dit object activeert de bedrijfsmodus Comfort.
Object 256: Raamstatus
Raamstand:
Via dit object kan de toestand van een raamcontact worden ontvangen.
Een 1 naar dit object activeert de bedrijfsmodus Vorst-/overtemperatuurbeveiliging.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 27
Object 257: Actuele bedrijfsmodus.
Zendt de actuele HVAC-bedrijfsmodus.
Waarde
HVAC bedrijfsmodus
1
Comfort
2
Stand-by
3
Nacht
4
Vorst-/overtemperatuurbeveiliging
Object 258: Bedrijfsmodus als scène.
Scènes inleren en oproepen.
Een scène bestaat uitsluitend uit de actuele voorselectie van de bedrijfsmodus.
Scène opslaan: de actuele waarde van het object Voorselectie bedrijfsmodus wordt samen met
het bijbehorende scènenummer opgeslagen.
Scène oproepen: de inhoud van het object Voorselectie bedrijfsmodus wordt door de opgeslagen
waarde overschreven en de nieuwe bedrijfsmodus wordt door de RTR overgenomen.
Zie bijlage, Bedrijfsmodus als scène
Object 259: Stelgrootte verwarmen resp. stelgrootte verwarmen/koelen.
Zendt de actuele stelgrootte verwarmen (0...100%) resp. verwarmen of koelen als de parameter
Uitvoer van de stelgrootte koelen op samen met de stelgr. verwarmen werd ingesteld
(parameterpagina Regeling koelen).
Soort regeling
Objectformaat
Constant
1 byte
2-punt
1 bit
Object 260: Stelgrootte verwarmen tweede trap resp. PWM verwarmen tweede trap.
Zendt de stelgrootte voor verwarmen tweede trap, afhankelijk van de parametrering, als 1-bit
PWM- resp. 1 byte procenttelegram.
Dit object is alleen aanwezig als de tweede trap wordt gebruikt.
Object 261: Stelgrootte koelen
Zendt de actuele stelgrootte resp. schakelopdracht koelen afhankelijk van de gekozen type
regeling op de parameterpagina Regeling koelen.
Het object is alleen aanwezig als de koelfunctie op de parameterpagina Instelling werd
geselecteerd (Regeling = verwarmen en koelen).
Object 262: Stelgrootte koelen tweede trap resp. PWM koelen tweede trap
Zendt de stelgrootte voor koelen tweede trap, afhankelijk van de parametrering,
als 1-bit PWM- resp. 1 byte procenttelegram.
Dit object is alleen aanwezig als de tweede trap wordt gebruikt.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 28
Object 263: Verwarmen/koelen zenden resp. omschakelen tussen verwarmen en koelen
Het object is aanwezig als de koelfunctie op de parameterpagina Instelling werd geselecteerd
(Regeling = verwarmen en koelen).
De functie van het object is afhankelijk van de parameter Omschakelen tussen verwarmen en
koelen op de parameterpagina Regeling koelen.
Parameter: Omschakelen tussen
verwarmen en koelen
Functie
Automatisch
Meldt of de ruimtethermostaat momenteel verwarmt
of koelt.
via object
Ontvangt de schakelopdracht voor het omschakelen
tussen verwarmen en koelen.
Het telegramformaat kan op de parameterpagina Regeling koelen worden ingesteld:
Parameter: Formaat object verwarmen/koelen
Telegramformaat
DPT1.100
Verwarmen = 1, koelen = 0
Omgekeerd
Verwarmen = 0, koelen = 1
Object 264: Actuele gewenste waarde
Zendt de actuele gewenste temperatuur.
De zendreactie kan op de parameterpagina Gewenste waarden verwarmen worden ingesteld.
Object 265: Werkelijke waarde voor regeling
Zendt de feitelijk door de ruimtethermostaat gebruikte werkelijke waarde.
Object 266: Externe werkelijke waarde
Alleen aanwezig, wanneer externe werkelijke waarde als bron werd geselecteerd.
Ontvangt de ruimtetemperatuur van een andere meetplaats via de bus.
Dit object kan op de parameterpagina Werkelijke waarde worden geactiveerd.
Object 267: Uitval werkelijke waarde
Alleen aanwezig wanneer de bewaking werkelijke waarde is geactiveerd (Werkelijke waarde
bewaken = ja).
Zendt een 1 zodra een van de geselecteerde bronnen voor werkelijke waarde een niet-bruikbare
waarde levert resp. (indien geselecteerd) wanneer binnen de bewakingstijd van de werkelijke
waarde geen nieuwe werkelijke-waarde-telegram door het object Externe werkelijke waarde
werd ontvangen.
Niet-bruikbare temperatuurwaarden kunnen voorkomen wanneer een temperatuursensor
mechanisch beschadigd is resp. de elektrische verbinding is onderbroken of kortgesloten.
Zolang ten minste één geldige werkelijke waarde aanwezig blijft, wordt met deze verder
geregeld en blijft het noodprogramma inactief. Dit is het geval wanneer het gemiddelde
uit de interne en een externe sensor wordt berekend.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 29
Object 268: Buitentemperatuur ontvangen
Alleen aanwezig, wanneer de parameter Correctie van de gewenste waarde bij hoge
buitentemperaturen op intern berekenen en zenden is ingesteld.
Ontvangt de buitentemperatuur voor de interne berekening van de aanpassing van de gewenste
waarde bij koelen
Object 269: Dauwpuntalarm ontvangen
Het object is aanwezig als de koelfunctie op de parameterpagina Instelling werd geselecteerd
(Regeling = verwarmen en koelen).
Bij ontvangst van een 1 wordt de koeling gestopt, zodat de temperatuur niet tot het dauwpunt
kan dalen.
Object 270: Ventilatorstand bij voorrangsregeling - zenden
Het object is aanwezig als de parameter Ventilatorstandregeling op ja werd gezet
(parameterpagina Instelling RTR).
Als op het apparaat een handmatige ventilatorstand werd geselecteerd, dan zendt dit object een
percentage dat overeenkomt met de geparametreerde drempelwaarde.
Ook kan een ventilatorstand tussen 1 en 5 worden gezonden.
Daarvoor moet de parameter Formaat ventilatorstandtelegrammen op Stand 1 tot 5 staan.
Zie bijlage: Ventilator voorrangsregeling
De voorrangsregeling van de ventilator heeft geen invloed op de stelgrootte
Object 271: Ventilator voorrang/auto - zenden
Het object is aanwezig als de parameter Ventilatorstandregeling op ja werd gezet
(parameterpagina Instelling RTR).
Zendt een voorrangsopdracht naar de Fan Coil-actor resp. naar de ventilatorregeling als een
ventilatorstand op de RTR-weergavepagina handmatig wordt ingesteld.
De voor de voorrangsregeling gewenste ventilatorstand wordt door het object ventilatorstand in
voorrangsregeling gezonden.
Zie bijlage: Ventilator voorrangsregeling.
Object 272: Ventilatorstand bij voorrangsregeling - ontvangen
Het object is aanwezig als de parameter Ventilatorstandregeling op ja werd gezet
(parameterpagina Instelling RTR).
Ontvangt de actuele ventilatorstand van de Fan Coil-actor resp. de ventilatorbesturing om deze
weer te geven.
Zie bijlage: Ventilator voorrangsregeling
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 30
Objec 273: Ventilator voorrang/auto - ontvangen
Het object is aanwezig als de parameter Ventilatorstandregeling op ja werd gezet
(parameterpagina Instelling RTR).
Ontvangt de actuele status van de Fan Coil-actor resp. van de ventilatorbesturing om deze weer
te geven
Zie bijlage: Ventilator voorrangsregeling.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 31
6.4 Parameterpagina’s overzicht
Parameterpagina
Beschrijving
Functieblok Algemeen
Instellingen
Basisinstellingen: aantal functies, ruimtethermostaat activeren,
bedieningseigenschappen, individuele teksten etc.
Alarm
Displayreactie bij ontvangst van een alarmtelegram.
Favorieten
Instellingen voor de snelle toegang en favoriete volgorde van de
functies.
Functieblokken F1-F20
Functiekeuze
Functie van de toetsen: objecttype, soort besturing, zendreactie etc.
Dubbelklikken
Extra telegrammen bij Dimmen en Jaloezie.
Sequentie
Sequentie-eigenschappen. Formaat van de objecten
Stap 1
Zendreactie, telegrammen en tijd instellen.
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Functieblok RTR
Instelling
Algemene instellingen voor de bediening en temperatuurregeling
Werkelijke waarde
Bron voor meting van werkelijke waarde, bewaking van de
werkelijke waarde etc.
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus na reset, aanwezigheidssensor etc.
Regeling verwarmen
Regelparameter, installatietype etc. voor koelen.
Gewenste waarden
verwarmen
Gewenste basiswaarde, verlaging, vorstbeveiliging etc.
Tweede
verwarmingstrap
Soort stelgrootte, proportionele band, zendreactie.
Regeling koelen
Regelparameter, installatietype etc. voor koelen.
Gewenste waarden
koelen
Dode zone, stand-by, overtemperatuurbeveiliging etc.
Aanpassing van de
gewenste waarde
Instelling van de maximale aanpassing.
Koelen tweede trap
Soort stelgrootte, proportionele band, zendreactie.
Ventilatorstanden
Instellingen van de voorrangsregeling en weergave van de
ventilatorstanden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 32
6.5 Algemene parameters
6.5.1 Instellingen
De bovenste en onderste toets vormen samen een functie, zoals schakelen, dimmen etc.
Het apparaat kan maximaal 20 verschillende functies uitvoeren.
De gewenste functie wordt door bediening van de linker en rechter toetsen geselecteerd.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Apparaatnamen
Tekstveld
Gebruikerspecifieke aanduiding
voor dit apparaat.
Aantal functies
0-20
Aantal benodigde functies
Ruimtethermostaat (RTR)
activeren
8
Nee
Ja
Ruimtethermostaatfunctie
gebruiken?
RTR weergave en bediening op
het apparaat9
Nee
De ruimtethermostaat werkt op
de achtergrond, is echter voor
de gebruiker niet zichtbaar en
niet bedienbaar.
Ja
De ruimtethermostaat wordt
weergegeven en kan worden
bediend.
Bluetooth activeren
10
Nee
Bluetooth-functies niet
gebruiken.
Ja
Bluetooth-functies gebruiken.
Alarmfunctie activeren
nee
Niet gebruiken.
Ja
Zie hieronder, parameterpagina
Alarm.
Display helderheid verminderen
De weergave moet:
nooit
Altijd met maximale lichtsterkte
branden.
altijd
Altijd met de vooraf ingestelde
lichtsterkte branden
bij duisternis
Met de gespecificeerde
lichtsterkte verlichten als het
donker is in de ruimte.
via bus
Via bustelegrammen kunnen
worden verminderd resp.
gedimd.
8 Altijd gactiveerd wanneer Aantal functies = 0. Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie
1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
9 Alleen aanwezig wanneer de parameter Ruimtethermostaat (RTR) activeren = ja. Alleen voor
apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
10 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 33
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Display uitschakelen
nooit
De display blijft altijd
ingeschakeld.
Na 1 min
Na 2 min
Na 5 min
Na 10 min
De display schakelt alleen bij
bediening van een toets in en
gaat na de geparametreerde tijd
uit.
Objecttype
via schakelobject
Lichtsterkte kan via
schakelprogramma worden
verlaagd.
Via percentage
De lichtsterkte van de weergave
kan met dimtelegrammen
willekeurig worden ingesteld.
Waar voor verlaagde lichtsterkte
0-100 %
Std. = 30 %
Lagere weergavelichtsterkte,
indien niet via de bus vooraf
ingesteld.
Bedrijfsmelding zenden
Nooit
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 30 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Het apparaat beschikt over de
mogelijkheid om een
bedrijfsmelding naar de bus te
zenden, die aangeeft of het nog
werkt resp. aanwezig is
(diefstalbeveiliging).
Polariteit
blokkeringstelegrammen
Blokkeren met 1
(standaard)
0 = Blokkering opheffen
1 = Blokkeren
Blokkeren met 0
0 = Blokkeren
1 = Blokkering opheffen
Lang indrukken vanaf
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s, 1,5 s,
2 s, 2,5 s, 3 s11
Dient voor het duidelijke
onderscheid tussen lang en kort
indrukken van een toets.
Wordt de toets minstens zo lang
als de ingestelde tijd ingedrukt,
dan wordt dit als lang indrukken
herkend.
Tijd voor dubbelklikken
300 ms, 400 ms
500 ms, 600 ms
700 ms, 800 ms
900 ms, 1 s
Dient ter onderscheiding tussen
een dubbelklik en 2 losse kliks.
Tijd waarbinnen de tweede klik
moet beginnen om als
dubbelklik te worden herkend.
Bij waardelijsten resp. waarde verschuiven
Zendvertraging
Bij het doorlopen van een
waardelijst of bij de functie
Waarde verschuiven:
Elke waarde direct
zenden
De momenteel weergegeven
waarde altijd direct zenden.
11 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 34
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
1 s, 2 s, 3 s, 4 s, 5 s
Pas na een wachttijd zenden.
Verhindert het storende zenden
van tussenwaarden.
Zo kunnen meerdere waarden
worden overgeslagen en wordt
alleen de laatst geselecteerde
waarde gezonden.
Scrollrichting bovenste toets
Deze paramter bepaalt de
looprichting van de lijstinvoer.
Oplopend: waarde
resp. lijstinvoer 1, 2, 3
Waarde verschuiven:
kleinste
waarde eerst.
Waardelijst: eerste lijstinvoer
eerst.
Aflopend: waarde resp.
lijstinvoer 3, 2, 1
Waarde verschuiven: grootste
waarde eerst.
Waardelijst: laatste lijstinvoer
eerst.
Scrollrichting onderste toets
Oplopend: waarde resp.
lijstinvoer 1, 2, 3
Wordt automatisch ingesteld.
Aflopend: waarde resp.
lijstinvoer 3, 2, 1
Teksten voor HKL-bedrijfsmodi
Tekst voor Auto
Auto
Gebruikerspecifieke teksten voor
de HKL-bedrijfsmodi.
Tekst voor Comfort
Comfort
Tekst voor Stand-by
Stand-by
Tekst voor Nachtmodus
Eco
Tekst voor Vorst- resp.
overtemperatuurbeveiliging
Protect
6.5.2 Alarm
De display kan worden gebruikt voor het signaleren van een alarmtoestand.
Bij de ontvangst van een alarmobject knippert resp. pulseert de weergave met het vooraf
ingestelde tijdsinterval.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Alarmfunctie activeren bij
Objectwaarde = 1
Polariteit van het alarmobject
Objectwaarde = 0
Display-reactie bij alarm actief
Knipperen
Pulseren
Reactie bij ontvangst van een
alarmtelegram.
Knipperen - inschakelduur
100..2000 ms
Default = 500 ms
Gewenste inschakelduur
(1000 ms = 1 seconde).
Knipperen - uitschakelduur
100..2000 ms
Default = 500 ms
Gewenste uitschakelduur.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 35
6.5.3 Favorieten
Deze parameterpagina is alleen beschikbaar als meer dan 1 functie of de RTR is
geactiveerd12
Snelle toegang
Zo kunnen de 3 het vaakst benodigde functies direct na elkaar worden opgeroepen,
zonder omweg via de tussenliggende functies.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Favoriet A
RTR
Mogelijke favorieten voor de
snelle toegang.
De volgorde bij het oproepen
van de favorieten is afhankelijk
van de daaronder ingestelde
Volgorde van de functies.
Functie F1
Functie F2
Functie F3
Functie F4
Functie F18
Functie F19
Functie F20
Favoriet B
Functie F1
Functie F2
Functie F3
Functie F4
Functie F18
Functie F19
Functie F20
Favoriet C Functie F1
Functie F2
Functie F3
Functie F4
Functie F18
Functie F19
Functie F20
Automatisch terug naar favoriet
A
nooit
De weergave blijft op de laatst
gebruikte functie staan.
Na 1 min
Na 2 min
Na 5 min
Na 10 min
De weergave gaat na de
ingestelde tijd altijd terug naar
de functie die als
Favoriet A werd bepaald.
12 Zie parameter Aantal functies + ruimtethermostaat activeren op de parameterpagina
Instellingen.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 36
Wissen tussen de favorieten:
Parameter
Toets lang indrukken
Ruimtethermostaat
activeren
Favoriet A Links Rechts
Ja
F1..F20 RTR weergeven
Tussen de favorieten
wisselen
Ja
Tussen de favorieten wisselen
nee
Tussen de favorieten wisselen
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 37
Volgorde van de functies
De volgorde van de functies F1..F20 kan gebruikerspecifiek worden aangepast, zodat
deze bij het scrollen in de gewenste volgorde worden weergegeven.
Daarvoor moeten ten minste 3 functies zijn geactiveerd13.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Weergavepositie 1
Functie F1
Functie F2
Functie F3
Functie F4
Functie F17
Functie F18
Functie F19
Functie F20
Functie die bij het scrollen eerst
moet worden weergegeven,
Weergavepositie 2
Functie F1
Functie F2
Functie F3
Functie F4
Functie F17
Functie F18
Functie F19
Functie F20
Functie die bij het scrollen als
tweede moet worden
weergegeven,
Weergavepositie 3
Zie boven..
Functies zoals die na elkaar
moeten worden weergegeven.
Weergavepositie 4
Zie boven..
Weergavepositie 5
Zie boven..
Weergavepositie 6
Zie boven..
Weergavepositie 7
Zie boven..
Weergavepositie 8
Zie boven..
Weergavepositie 9
Zie boven..
Weergavepositie 10
Zie boven..
Weergavepositie 11
Zie boven..
Weergavepositie 12
Zie boven..
Weergavepositie 13
Zie boven..
Weergavepositie 14
Zie boven..
Weergavepositie 15
Zie boven..
Weergavepositie 16
Zie boven..
Weergavepositie 17
Zie boven..
Weergavepositie 18
Zie boven..
Weergavepositie 19
Zie boven..
Weergavepositie 20
Zie boven..
13 Zie parameter Aantal functies op de parameterpagina Instellingen.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 38
6.5.4 Temperatuur
Deze parameterpagina is alleen beschikbaar als de RTR niet geactiveerd is14
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Temperatuurcompensatie
interne sensor
-64..+64
(x 0,1 K)
Correctiewaarde voor de
temperatuurmeting als de
gezonden temperatuur afwijkt
van de werkelijke
omgevingstemperatuur.
Voorbeeld: temperatuur = 20 °C
gezonden temperatuur = 21 °C
Correctiewaarde = 10
(d.w.z. 10 x 0,1 °C)
Temperatuur zenden bij
verandering van
Niet vanwege een
verandering
alleen cyclisch zenden mogelijk.
0,2 K, 0,3 K, 0,5 K, 0,7 K
1 K, 1,5 K, 2 K
Minimumverandering voor
opnieuw zenden.
Temperatuur cyclisch zenden
Nee
Moet cyclisch worden
gezonden?
Ja
Cyclisch zenden
elke min
elke 2 min
elke 3 min
elke 30 min
elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
14Indien RTR geactiveerd: zie parameterpagina RTR Werkelijke waarde.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 39
6.6 Functiespecifieke parameters
6.6.1 Gemeenschappelijke parameters
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Functie
Schakelen..
Dimmen
Jaloezie
Prioriteit (2 bits)
Waarde 0-255 (1 byte)
Percentage (1 byte)
Drijvende-kommagetal
DPT 9.x (2 byte)
Drijvende-kommagetal
DPT 14.x (4 byte)
HKL
Scènes
Kleurtemperatuur DPT
7.600 (2 byte)
RGB kleurtoon
RGBW kleurtoon
XY kleurtoon
Sequentie
Waarde weergeven
Soort telegram en objecttype
voor deze functie.
Werkwijze
15
Weergave en keuze van de te
zenden waarden.
Zie bijlage:
De werkwijzen
Vaste waarden
Elke toets zendt een eigen
waarde.
Lijst met waarden
Een lijst met max. 12
invoerwaarden is beschikbaar.
De te zenden waarde uit de lijst
wordt direct op het apparaat
gekozen.
Waarden verschuiven16
Een gedefinieerd waardebereik
(Min…Max) is beschikbaar.
De te zenden waarde wordt
direct op het apparaat gekozen.
15 Deze parameter is bij de functies schakelen, dimmen, jaloezie, sequentie, waarde weergeven
niet aanwezig.
16 Alleen voor waarde 0-225, percentage, drijvende-kommagetallen en kleurtemperatuur.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 40
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Titel
Tekstveld
Deze tekst verschijnt
zowel op de
apparaatdisplay als in de
ETS in de naam van de
groepsobjecten van een
functie.
Voorbeeld: F1 woonkamer
Symbool
Symbolenlijst
Gebruikerspecifiek symbool voor
dit apparaat.
6.6.2 Parameters voor schakelen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Telegram
boven AAN / onder UIT
Bezetting van de bovenste en
onderste toets.17
boven omschakelen /
onder omschakelen
boven UIT / onder AAN
boven UIT / onder UIT
boven AAN / onder
AAN
17 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 41
6.6.3 Parameters voor dimmen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Reactie op
lang/kort
boven lichter / AAN,
onder donkerder / UIT
Bovenste toets:
Kort indrukken = AAN
Toets lang indrukken = lichter
Loslaten = Stop
Onderste toets:
Kort indrukken = UIT
Toets lang indrukken =
donkerder
Loslaten = Stop
boven lichter /
omschakelen, onder
donkerder /
omschakelen
Bovenste toets:
Toets kort indrukken = AAN/UIT
Toets lang indrukken = lichter
Loslaten = Stop
Onderste toets:
Toets kort indrukken = AAN/UIT
Toets lang indrukken =
donkerder
Loslaten = Stop
Stapgrootte voor dimmen
Bij lang indrukken wordt de
dimwaarde:
100 %
net zolang verhoogd (resp.
verlaagd) totdat de toets weer
wordt losgelaten.
50 %
25 %
12,5 %
6 %
3 %
1,5 %
Met de geselecteerde waarde
verhoogd
(resp. verlaagd)
Reactie bij activeren van de
blokkering18
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
Blokkeren
De toets zendt geen
telegrammen.
Extra functie dubbelklikken
nee
Geen dubbelklikfunctie
Ja
Parameterpagina Dubbelklikken
wordt getoond.
Bij het opheffen van de blokkering wordt geen telegram gezonden.
18 Geldt ook voor de functie Dubbelklikken
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 42
6.6.3.1 Parameterpagina Dubbelklikken
Met elke toets kan per dubbelklik een vooraf gedefinieerde lichtsterkte worden ingesteld.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bovenste toets
Dimwaarde
0-100 %
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Onderste toets
Dimwaarde
0-100 %
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 43
6.6.4 Parameters voor jaloezie
Bediening: bovenste toets OMHOOG, onderste toets OMLAAG
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Stoppen van de
beweging door
Loslaten van de toets
Kort indrukken
Hoe moet de stopopdracht
worden geactiveerd?
Reactie bij activeren
van de blokkering19
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt niet
bij dit telegram.
Blokkeren
De toesten zenden geen
telegrammen.
Extra functie
dubbelklikken
nee
Geen dubbelklikfunctie
Ja
Parameterpagina Dubbelklikken
wordt getoond.
6.6.4.1 Parameterpagina Dubbelklikken
Met elke toets kan per dubbelklik naar een vooraf gedefinieerde jaloeziepositie worden
bewogen.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bovenste toets
Hoogte
0-100 %
Gewenste jaloeziehoogte
Lamel
0-100 %
Gewenste lamellenpositie.
Onderste toets
Hoogte
0-100 %
Gewenste jaloeziehoogte
Lamel
0-100 %
Gewenste lamellenpositie.
19 Geldt ook voor de functie Dubbelklikken
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 44
6.6.5 Werkwijze vaste waarden
Staat de parameter Werkwijze op de instelling: Vaste waarden, dan kan met de bovenste resp.
met de onderste toets telkens een telegram worden gezonden.
Zie bijlage: De werkwijzen
6.6.5.1 Extra parameters voor de functies scènes resp. kleuren
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Scènefunctie
20
Scènes oproepen
Scènes oproepen
Scènes oproepen en opslaan
Kort indrukken: scène
oproepen.
Lang indrukken: scène opslaan.
Geen dubbelklikfunctie.
Uitgave
21
Kleurmodel en indeling van de
kleurtelegrammen.
Bij RGB kleur
RGB 3 byte DPT232.600
1 RGB object
RGB gescheiden objecten
3 objecten: rood, groen, blauw.
HSV gescheiden objecten
3 objecten: kleurtoon (Hue),
verzadiging (Saturation),
waarde (Value)
Bij RGBW kleur
RGBW 6 byte DPT251.600
1 RGBW object
RGBW gescheiden objecten
4 objecten: rood, groen, blauw,
witwaarde (White).
HSVW gescheiden objecten
4 objecten: kleurtoon (Hue),
verzadiging (Saturation),
waarde (Value), witwaarde,
(White).
Bij XY kleur
XY 6 byte DPT242.600
1 XY object.
XY gescheiden objecten DPT7.001
3 objecten: X-waarde, Y-
waarde, lichtsterkte.
20 Alleen bij Functie = Scènes
21 Alleen voor RGB, RGBW en XY kleuren.
Het applicatieprogramma „iON 108
iON 108 KNX 45
6.6.5.2 Parameters voor de toetsen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bovenste toets
Telegram
Bij objecttype = prioriteit 2 bit
Functie
Waarde
Inactief
Prioriteit inactief
(no control)
0 (00bin)
AAN
Prioriteit AAN
(control: enable, on)
3 (11bin)
UIT
Prioriteit UIT
(control: disable,
off)
2 (10bin)
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Er kan een willekeurige waarde
tussen 0 en 255 worden
gezonden.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-100 %
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Bij objecttype = 2-byte drijvende-
kommagetal
-670760…670760
Std.: 0
Er kan een willekeurige waarde
tussen -670760 en 670760
worden gezonden.
Bij objecttype = 4-byte drijvende-
kommagetal
-1E+38.. 1E+38
Std.: 0
Er kan een willekeurige waarde
tussen -1E+38 en 1E+38
worden gezonden.
Invoerformaat: de ETS staat
alleen de invoer als
kommagetal zonder macht toe.
Voorbeeld: 15234825,123456
Bij objecttype = HKL
Auto
Comfort
Stand-by
Nachtverlaging
Vorst-
/overtemperatuurbeveiliging
HKL-bedrijfsmodus.
Bij objecttype = Scènes
1-64
Scènenummer voor oproep-
resp. opslagtelegram.
Bij objecttype = Kleurtemperatuur
DPT 7.600 (2 byte)
1000-10000 K
Kleurtemperatuur.
Bij objecttype = RGB kleur
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 46
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
RGB (HSV)
22
kleurtoon
De kleur kan direct met de
Color Picker worden
geselecteerd.
De kleurtoon wordt bovendien
als 6 byte hexadecimaalwaarde
weergegeven.
Bij objecttype = RGBW kleur
RGBW (HSVW)
23
kleurtoon
De kleur kan direct met de
Color Picker worden
geselecteerd.
De kleurtoon wordt bovendien
als 6 byte hexadecimaalwaarde
weergegeven.
Witwaarde
De witwaarde wordt apart
ingevoerd.
Bij objecttype = XY kleur
X kleurtoon 0-1
Invoer van de XY componenten
Y kleurtoon 0-1
Lichtsterkte 0-100 %
De lichtsterkte wordt apart
ingevoerd.
Beschrijvingstekst Tekstveld Gebruikerspecifieke aanduiding
voor deze toets
Onderste toets
Telegram
Zie boven: hetzelfde objecttype
als bovenste toets.
Beschrijvingstekst
Tekstveld
Gebruikerspecifieke aanduiding
voor deze toets
Reactie bij activeren
van de blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt
niet bij dit telegram.
Blokkeren
De toets zendt geen
telegrammen.
22 Zie parameter: Uitvoer.
23 Zie parameter: Uitvoer.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 47
6.6.6 Werkwijze waardenlijst
Staat de parameter Werkwijze op de instelling: Waardenlijst, dan kan met de bovenste en met de
onderste toets een waarde in een lijst worden geselecteerd en gezonden.
Zie bijlage: De werkwijzen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Lengte van de lijst
2-12
24
Aantal lijstinvoerwaarden.
Waarde 1
Telegram
Bij objecttype = prioriteit 2 bit
Functie
Waarde
Inactief
Prioriteit inactief
(no control)
0 (00bin)
AAN
Prioriteit AAN
(control: enable, on)
3 (11bin)
UIT
Prioriteit UIT
(control: disable,
off)
2 (10bin)
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Er kan een willekeurige waarde
tussen 0 en 255 worden
gezonden.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-
100 %
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Bij objecttype = 2-byte drijvende-
kommagetal
-670760…670760
Std.: 0
Er kan een willekeurige waarde
tussen -670760 en 670760
worden gezonden.
Bij objecttype = 4-byte drijvende-
kommagetal
-1E+38.. 1E+38
Std.: 0
Er kan een willekeurige waarde
tussen -1E+38 en 1E+38
worden gezonden.
Invoerformaat: de ETS staat
alleen de invoer als
kommagetal zonder macht toe.
Voorbeeld: 15234825,123456
Bij objecttype = HKL
24 Maximale lengte: bij HKL = 5, bij prioriteit = 3 lijstinvoerwaarden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 48
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Auto
Comfort
Stand-by
Nachtverlaging
Vorst-
/overtemperatuurbeveiliging
HKL-bedrijfsmodus.
Bij objecttype = Scènes
1-64
Scènenummer voor oproep-
resp. opslagtelegram.
Bij objecttype = Kleurtemperatuur
DPT 7.600 (2 byte)
1000-10000 K
Kleurtemperatuur.
Bij objecttype = RGB kleur
RGB (HSV)
25
kleurtoon
De kleur kan direct met de
Color Picker worden
geselecteerd.
De kleurtoon wordt bovendien
als 6 byte hexadecimaalwaarde
weergegeven.
Bij objecttype = RGBW kleur
RGBW (HSVW)
26
kleurtoon
De kleur kan direct met de
Color Picker worden
geselecteerd.
De kleurtoon wordt bovendien
als 6 byte hexadecimaalwaarde
weergegeven.
Witwaarde
De witwaarde wordt apart
ingevoerd.
Bij objecttype = XY kleur
X kleurtoon 0-1
Invoer van de XY componenten
Y kleurtoon 0-1
Lichtsterkte 0-100 %
De lichtsterkte wordt apart
ingevoerd.
Beschrijvingstekst
Tekstveld
Gebruikerspecifieke aanduiding
voor deze waarde
Waarde 2 (zie waarde 1)
Waarde 3 (zie waarde 1)
Waarde 4 (zie waarde 1)
Waarde 5 (zie waarde 1)
Waarde 6 (zie waarde 1)
Waarde 7 (zie waarde 1)
Waarde 8 (zie waarde 1)
Waarde 9 (zie waarde 1)
Waarde 10 (zie waarde 1)
Waarde 11 (zie waarde 1)
Waarde 12 (zie waarde 1)
25 Zie parameter: Uitvoer.
26 Zie parameter: Uitvoer.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 49
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Reactie bij activeren
van de blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt
niet.
Blokkeren
De toetsen zenden geen
telegrammen.
Uitvoer
27
RGB 3 byte DPT232.600
RGBW 6 byte DPT251.600
XY 6 byte DPT242.600
Vaste instelling voor de
kleurtelegrammen, afhankelijk
van het kleurschema.
27 Alleen voor RGB, RGBW en XY kleuren.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 50
6.6.7 Werkwijze waarden verschuiven
Staat de parameter Werkwijze op de instelling: Waarde verschuiven, dan kan met de bovenste en
met de onderste toets een waarde binnen een vastgesteld bereik
(minimumwaarde..maximumwaarde) worden geselecteerd en gezonden.
Zie bijlage: De werkwijzen
De maximumwaarde moet groter zijn dan de ingestelde minimumwaarde.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Beschrijvingstekst
Tekstveld
Gebruikerspecifieke aanduiding
voor dit waardebereik.
Eenheid
Tekstveld
Optioneel tekstveld voor de
meeteenheid, bijv. °C etc.
Minimumwaarde
Telegram
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Willekeurige waarde tussen 0
en 255.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-100 %
Willekeurig percentage tussen
0 en 100%.
Bij objecttype = 2-byte drijvende-
kommagetal
-670760…670760
Std.: 0
Willekeurige waarde tussen -
670760 en 670760.
Bij objecttype = 4-byte drijvende-
kommagetal
-1E+38.. 1E+38
Std.: 0
Willekeurige waarde tussen -
1E+38 en 1E+38.
Invoerformaat: de ETS staat
alleen de invoer als
kommagetal zonder macht toe.
Voorbeeld: 15234825,123456
Bij objecttype = Kleurtemperatuur
DPT 7.600 (2 byte)
1000-10000 K
Kleurtemperatuur.
Maximumwaarde
Telegram
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Willekeurige waarde tussen 0
en 255.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-100 %
Willekeurig percentage tussen
0 en 100%.
Bij objecttype = 2-byte drijvende-
kommagetal
-670760…670760
Std.: 0
Willekeurige waarde tussen -
670760 en 670760.
Bij objecttype = 4-byte drijvende-
kommagetal
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 51
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
-1E+38.. 1E+38
Std.: 0
Willekeurige waarde tussen -
1E+38 en 1E+38.
Invoerformaat: de ETS staat
alleen de invoer als
kommagetal zonder macht toe.
Voorbeeld: 15234825,123456
Bij objecttype = Kleurtemperatuur
DPT 7.600 (2 byte)
1000-10000 K
Kleurtemperatuur.
Stapgrootte
Grootte van de tussenstappen.
Kleine waarden maken een
zeer fijne instelling mogelijk,
verhogen echter het aantal
stappen.
Hogere waarden maken een
snellere, maar grovere
instelling mogelijk.
Bij objecttype = Waarde 0-255
1-255
Willekeurige waarde tussen 1
en 255.
Bij objecttype = Percentage 1 byte
1-100 %
Willekeurig percentage tussen
1 en 100%.
Bij objecttype = 2-byte drijvende-kommagetal
0,1…670760
Std.: 1
Willekeurige waarde tussen 0,1
en 670760.
Bij objecttype = 4-byte drijvende-kommagetal
0,1…1E+38
Std.: 1
Willekeurige waarde tussen -
1E+38 en 1E+38.
Invoerformaat: de ETS staat
alleen de invoer als
kommagetal zonder macht toe.
Voorbeeld: 15234825,123456
Bij objecttype = Kleurtemperatuur DPT 7.600 (2 byte)
1000-10000 K
Kleurtemperatuur.
Weergave vóór
ontvangst van een
waarde
Wat moet worden
weergegeven als geen
telegrammen werden
ontvangen en de status van
het object daarom niet is
gedefinieerd?
Spatie
De weergave moet leeg blijven.
---
3 strepen weergeven.
overeenkomstig objectwaarde na
Reset
Geeft de waarde aan die aan
de waarde 0 is toegewezen.
Voorbeelden:
0 m/s
0,0 °C
Geen regen
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 52
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Object via bus uitlezen
Het apparaat zendt een
leesopdracht naar het
toegewezen object zodra de
regel wordt geselecteerd.
Als geen antwoord wordt
ontvangen, wordt er niets
weergegeven.
Reactie bij activeren
van de blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt
niet.
Blokkeren
De toetsen zenden geen
telegrammen.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 53
6.6.8 Functie Sequentie
De sequentie bestaat uit 4 stappen die met een druk op de toets of tijdgestuurd
achtereenvolgens worden afgewerkt.
De sequentie heeft in totaal 4 objecten.
Bij elke stap kunnen alle 4 objecten telkens een nieuwe telegram zenden.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Sequentieafloop
Stap 1-2-3-4-1-2-3-4
Stap 1-2-3-4-3-2-1
In welke volgorde moeten de
stappen worden afgewerkt?
Doorschakelen van de
sequentie
via toets
De overschakeling naar de
volgende stap wordt uitsluitend
met een druk op een toets
geactiveerd.
tijdgestuurd
Wanneer geactiveerd, wordt de
sequentie automatisch
uitgevoerd.
Het interval tussen 2 stappen
kan voor elke stap individueel
worden ingesteld.
Sequentie automatisch
opnieuw starten
nee
De sequentie wordt slechts 1x
uitgevoerd.
Ja
Eenmaal gestart, wordt de
sequentie onbeperkt herhaald
en kan, afhankelijk van de
instelling, door dubbelklikken
resp. door de toets lang
ingedrukt te houden, worden
beëindigd.
Bij lang indrukken van de
toets
geen functie
Lang indrukken wordt
genegeerd.
op stap 1 zetten
Sequentie naar het begin
resetten.
Sequentie beëindigen
Tijdgestuurde sequentie
beëindigen.
Bij dubbelklikken
geen functie
Lang indrukken wordt
genegeerd.
op stap 1 zetten
Sequentie naar het begin
resetten.
Sequentie beëindigen
Tijdgestuurde sequentie
beëindigen.
Reactie bij activeren van de
blokkering
Blokkering negeren
De blokkeringsfunctie werkt
niet.
Op stap 1 zetten en tijd
stoppen
De sequentieteller wordt op
stap 1 gereset en de sequentie
wordt gestopt.
Er wordt geen telegram
gezonden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 54
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Objecttypen
Object 1
Schakelen (1 bit)
Prioriteit (2 bits)
Waarde 0-255 (1 byte)
Percentage (1 byte)
Drijvende-kommagetal DPT
9.x (2 byte)
Drijvende-kommagetal DPT
14.x (4 byte)
HKL
Scènes
Kleurtemperatuur DPT
7.600
(2 byte)
RGB kleur
RGBW kleur
XY kleur
Telegramtype voor dit object.
Uitgave
RGB 3 byte DPT232.600
RGBW 6 byte DPT251.600
XY 6 byte DPT242.600
Vaste instelling voor de
kleurtelegrammen, afhankelijk
van het kleurschema.
Object 2
Zie object 1
Uitgave
Zie boven
Object 3
Zie object 1
Uitgave
Zie boven
Object 4
Zie object 1
Uitgave
Zie boven
Bij het opheffen van de blokkering wordt geen telegram gezonden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 55
6.6.8.1 Parameterpagina's stap 1, 2, 3, 4
De parameters op deze parameterpagina kunnen voor elke stap individueel worden ingesteld.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Object 1 zenden
Nee
ja
Eerste object bij deze stap
gebruiken?
Telegram
28
Bij objecttype = schakelen 1 bit
AAN
Inschakelopdracht zenden
UIT
Uitschakelopdracht zenden
OM
Actuele toestand omkeren
(AAN-UIT-AAN etc.)
Bij objecttype = prioriteit 2 bit
Functie
Waarde
Inactief
Prioriteit inactief
(no control)
0 (00bin)
AAN
Prioriteit AAN
(control: enable, on) 3 (11bin)
UIT
Prioriteit UIT
(control: disable,
off)
2 (10bin)
Bij objecttype = Waarde 0-255
0-255
Er kan een willekeurige waarde
tussen 0 en 255 worden
gezonden.
Bij objecttype = Percentage
1 byte
0-100 %
Er kan een willekeurig
percentage tussen 0 en 100%
worden gezonden.
Bij objecttype = 2-byte drijvende-
kommagetal
-670760…670760
Std.: 0
Er kan een willekeurige waarde
tussen -670760 en 670760
worden gezonden.
Bij objecttype = 4-byte drijvende-
kommagetal
-1E+38.. 1E+38
Std.: 0
Er kan een willekeurige waarde
tussen -1E+38 en 1E+38
worden gezonden.
Invoerformaat: de ETS staat
alleen de invoer als
kommagetal zonder macht toe.
Voorbeeld: 15234825,123456
Bij objecttype = HKL
Auto
Comfort
Stand-by
Nachtverlaging
Vorst-
/overtemperatuurbeveiliging
HKL-bedrijfsmodus.
28 Resp. RGB, RGBW kleurtoon.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 56
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bij objecttype = Scènes
1-64
Scènenummer voor oproep-
resp. opslagtelegram.
Bij objecttype = Kleurtemperatuur
DPT 7.600 (2 byte)
1000-10000 K
Kleurtemperatuur.
Bij objecttype = RGB kleur
RGB kleurtoon
De kleur kan direct met de
Color Picker worden
geselecteerd.
De kleurtoon wordt bovendien
als 6 byte hexadecimaalwaarde
weergegeven.
Bij objecttype = RGBW kleur
RGBW kleurtoon
De kleur kan direct met de
Color Picker worden
geselecteerd.
De kleurtoon wordt bovendien
als 6 byte hexadecimaalwaarde
weergegeven.
Witwaarde
De witwaarde wordt apart
ingevoerd.
Bij objecttype = XY kleur
X kleurtoon 0-1
Invoer van de XY componenten
Y kleurtoon 0-1
Lichtsterkte 0-100 %
De lichtsterkte wordt apart
ingevoerd.
Object 2 zenden
Zie object 1
Tweede object bij deze stap
gebruiken?
Telegram
Zie object 1
Object 3 zenden
Zie object 1
Derde object bij deze stap
gebruiken?
Telegram
Zie object 1
Object 4 zenden
Zie object 1 Vierde object bij deze stap
gebruiken?
Telegram
Zie object 1
Doorschakelen naar de volgende stap
29
Tijdseenheid
Seconden
Minuten
Eenheid voor de wachttijd.
Tijdsinterval voor
doorschakeling
1..120 sec/min
Wachttijd voordat de volgende
stap wordt uitgevoerd.
29 Wanneer Doorschakelen van de sequentie = tijdgestuurd.
Bij stap 4 alleen aanwezig wanneer de sequentie automatisch opnieuw wordt gestart.
Zie parameterpagina Sequentie.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 57
6.6.9 Functie waarde weergeven
Met deze functie kunnen o.a. de ruimtetemperatuur resp. de gewenste RTR-waarde resp.
verschillende datatypen worden weergegeven.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bron
Weergegeven wordt:
Via object ontvangen
Een externe DPT9.xxx
waarde, bijv. CO2,
temperatuur, lichtsterkte,
windsnelheid etc.
Werkelijke RTR-waarde
De intern gemeten
ruimtetemperatuur.
Gewenste RTR-waarde
De actueel ingestelde
gewenste waarde voor de
interne ruimtethermostaat.
Objecttype
Schakelen (1 bit)
Gebruikt telegramtype
selecteren.30
Waarde 0-255 (1 byte)
Percentage (1 byte)
Waarde 0-65535 DPT7.x (2 byte)
Waarde -32768…32767 DPT8.x (2
byte)
Drijvende-kommagetal DPT9.x (2
byte)
Eenheid
Vrije tekstinvoer
Passende eenheid voor de
DPT-waarde.
30 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 58
6.6.10 Functie regelaar neventoestel31
Met deze functie kan een ruimtethermostaat worden bediend die zich in een andere
ruimte bevindt.32
De gewenste waarde kan op het apparaat worden ingesteld en worden gezonden.
Het apparaat ontvangt de teruggemelde, werkelijke gewenste waarde33 en de werkelijke
waarde van de externe regelaar om deze op het display weer te geven.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Titel
Tekstveld
Deze tekst verschijnt
zowel op de
apparaatdisplay als in
de ETS in de naam
van de
groepsobjecten van
een functie.
Voorbeeld: F1 woonkamer
6.7 Functieblok RTR
De RTR wordt op het apparaat34 opgeroepen door lang indrukken van de linkertoets.
6.7.1 Instelling
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Regeling
Alleen
verwarmingsregeling
Alleen verwarmen
Verwarmen en koelen
Er moet ook een koelinstallatie
worden geregeld.
31 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
32bijv. een inbouwapparaat of ook een iON 108 met verborgen RTR.
33 Afhankelijk o.a. van de ingestelde bedrijfsmodus.
34 Voorwaarde: de RTR moet in het ETS-project zijn geactiveerd (parameterpagina Algemeen /
Instellingen).
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 59
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Handmatige verschuiving werkt
in de Comfort-,
Standby- en
Nachtmodus,
bij Comfort en
Standby,
alleen bij Comfort
De verschuiving van de
gewenste waarde:
wordt alleen in de
geselecteerde modi in
aanmerking genomen en is in
alle andere bedrijfsmodi niet-
actief.
Handmatige verschuiving aan
het eind van de Nachtmodus
Niet wijzigen
Ingestelde verschuiving blijft
behouden.
Weer op 0 K zetten
Handmatige verschuiving
wissen.
Correctie van de gewenste
waarde bij hoge
buitentemperaturen
Geen
Functie is gedeactiveerd
Alleen ontvangen
De correctiewaarde wordt door
de bus ontvangen en de eigen
gewenste waarde wordt aan de
verhoging van de
buitentemperatuur aangepast.
Intern berekenen en
zenden
Het apparaat berekent de
correctiewaarde, zendt deze
naar andere regelaars en past
de eigen gewenste waarde aan
de verhoging van de
buitentemperatuur aan.
Zie bijlage: Correctie van de
gewenste waarde
Teksten voor titel
Tekst voor gewenste waarde
Setpoint
Gebruikerspecifieke
weergaveteksten voor de
navigatie door het RTR-menu.
Tekst voor werkelijke waarde
Actual value
Tekst voor HKL-bedrijfsmodi
HVAC mode
Tekst voor ventilatorregeling
Fan control
Tekst voor verwarmen/koelen
Heating/cooling
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 60
6.7.2 Werkelijke waarde
Op deze parameterpagina wordt de bron geselecteerd die als werkelijke waarde voor de
regeling wordt gebruikt. Dit kan de in het apparaat geïntegreerde temperatuursensor, een
externe sensor of ook een combinatie van 2 sensors zijn.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bron voor werkelijke waarde
Werkelijke waarde voor regeling.
Interne sensor
Het apparaat meet en regelt de
ruimtetemperatuur met de
interne sensor. (werkelijke
waarde voor regeling = intern
gemeten temperatuur).
Gemiddelde van intern
+ obj. ext. werk. waarde
Het apparaat berekent het
gemiddelde van de door de bus
ontvangen ruimtetemperatuur
en de interne meting.
Object Externe
werkelijke waarde
De ruimtetemperatuur wordt
uitsluitend via de bus
ontvangen.
Temperatuurcompensatie
interne sensor35
-64..+64
(x 0,1 K)
Correctiewaarde voor de
temperatuurmeting als de
gezonden temperatuur afwijkt
van de werkelijke
omgevingstemperatuur.
Voorbeeld: temperatuur = 20 °C
gezonden temperatuur = 21 °C
Correctiewaarde = 10
(d.w.z. 10 x 0,1 °C)
Werkelijke waarde voor regeling
zenden bij verandering van
Niet vanwege een
verandering
alleen cyclisch zenden mogelijk.
0,2 K, 0,3 K, 0,5 K, 0,7 K
1 K, 1,5 K, 2 K
Minimumverandering voor
opnieuw zenden.
Werkelijke waarde voor regeling
cyclisch zenden
nee
Alleen bij verandering zenden.
Ja
Bij verandering en cyclisch
zenden.
Werkelijke waarde bewaken
nee
Geen bewaking.
35 Alleen wanneer de interne sensor als Bron voor de werkelijke waarde wordt gebruikt.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 61
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Ja
Alle geselecteerde bronnen voor
de werkelijke waarde worden
bewaakt.
Bij een fout zendt het object
Uitval werkelijke waarde
fouttelegrammen.
Zolang ten minste één
geldige werkelijke
waarde aanwezig blijft,
wordt met deze verder
geregeld en blijft het
noodprogramma inactief.
Dit is het geval wanneer
het gemiddelde uit de
interne en een externe
sensor wordt berekend.
Bewakingstijd voor ext.
werkelijke waarde
2 min, 3 min, 5 min,
10 min, 15 min, 20
min, 30 min, 45 min,
60 min
Alleen voor het object
Externe
werkelijke waarde. Als binnen de
geparametreerde tijd geen
waarde wordt ontvangen en het
object de enige geselecteerde
bron is, wordt het
noodprogramma geactiveerd.
Zolang ten minste één
geldige werkelijke
waarde aanwezig blijft,
wordt met deze verder
geregeld en blijft het
noodprogramma inactief.
Dit is het geval wanneer
het gemiddelde uit de
interne en een externe
sensor wordt berekend.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 62
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Noodprogramma bij uitval
werkelijke waarde
bij PI-regelaar: 0%, bij
2-puntsregelaar: uit
bij PI-regelaar: 10%,
bij 2-puntsregelaar:
aan
bij PI-regelaar: 20%, bij
2-puntsregelaar: aan
bij PI-regelaar: 30%, bij
2-puntsregelaar: aan
bij PI-regelaar: 50%, bij
2-puntsregelaar: aan
Het noodprogramma wordt
alleen uitgevoerd wanneer de
geselecteerde bron voor de
werkelijke waarde geen geldige
waarde meer levert.
Dan wordt de
verwarming/koeling met een
vaste stelgrootte aangestuurd.
Dit kan het geval zijn als slechts
één Bron voor werkelijke waarde
is geselecteerd, bijv. alleen
intern.
Bij uitval van de werkelijke
waarde wordt afhankelijk van de
bedrijfsmodus
(verwarmen/koelen) de waarde
voor noodprogramma naar het
betreffende object gezonden.
Zolang ten minste één
geldige werkelijke
waarde aanwezig blijft,
wordt met deze verder
geregeld en blijft het
noodprogramma inactief.
Dit is het geval wanneer
het gemiddelde uit de
interne en een externe
sensor wordt berekend.
Voorbeeld:
Gemiddelde van intern + object
externe werkelijke waarde.
Valt de externe werkelijke
waarde uit, dan regelt de RTR
met de overige, d.w.z. hier met
de interne sensor, verder.
Telegram fout werkelijke waarde
altijd cyclisch
Het object zendt de actuele
status altijd cyclisch en bij
verandering:
Fout = 1, geen fout = 0
alleen bij fout cyclisch
zenden
Zendt alleen bij fout, cyclisch en
bij verandering: fout = 1.
Cyclisch zenden
elke min
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 30 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 63
6.7.3 Bedrijfsmodus
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Bedrijfsmodus na reset
Vorstbeveiliging
Nachtverlaging
Stand-by
Comfort
Bedrijfsmodus na
inbedrijfstelling of opnieuw
programmeren
Type aanwezigheidssensor
De aanwezigheidssensor
activeert de bedrijfsmodus
Comfort.
Aanwezigheidsmelder
Bedrijfsmodus Comfort net
zolang totdat het
aanwezigheidsobject is
geactiveerd36.
Aanwezigheidstoets
Wordt, bij geactiveerd
aanwezigheidsobject, een
nieuwe bedrijfsmodus op het
object Voorselectie
bedrijfsmodus ontvangen, dan
wordt deze overgenomen en
wordt het aanwezigheidsobject
gereset.
De ontvangst van dezelfde
bedrijfsmodus zoals vóór de
aanwezigheidsstatus (bijv. door
cycl. zenden) wordt genegeerd.
Wordt in de Nacht-
/vorstbeveiligingsmodus het
aanwezigheidsobject
geactiveerd, dan wordt dit na
afloop van de geparametreerde
comfortverlenging gereset37
Wordt het aanwezigheidsobject
in de Standbymodus
geactiveerd, dan wordt de
bedrijfsmodus Comfort zonder
tijdsbeperking overgenomen.
Bij temperatuurverhoging op
het apparaat
Alleen wanneer Type
aanwezigheidssensor =
aanwezigheidstoets.
Aanwezigheidsobject
niet instellen
Alleen temperatuurverhoging
uitvoeren
36 Uitzondering: wordt een raam geopend (raamobject = 1), dan schakelt de ruimtethermostaat
over naar de vorstbeveiligingsmodus.
37 Uitzondering: wordt een raam geopend (raamobject = 1), dan schakelt de ruimtethermostaat
over naar de vorstbeveiligingsmodus.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 64
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Aanwezigheidsobject
instellen
Het aanwezigheidsobject wordt
ingesteld, wanneer de regelaar
naar de comfortmodus
overschakelt.
Tijd voor comfortverlenging
30 min
1 h
1,5 h
2 h
2,5 h
3 h
3,5 h
Hier wordt bepaald hoelang de
regelaar na indrukken van de
aanwezigheidstoets in de
Comfortmodus moet blijven.
Cyclisch zenden van de actuele
bedrijfsmodus
niet cyclisch zenden
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 65
6.7.4 Regeling verwarmen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Soort regeling
Constant
Traploze regeling
(0.. 100%).
2-punt
Schakelende regeling (aan/uit).
Zie bijlage: Constante en
schakelende regeling.
Aantal verwarmingstrappen
Slechts één
verwarmingstrap
Hoofdverwarming en
tweede trap
Keuze tussen 1-traps- en 2-
trapsverwarming
Hysteresis van de 2-
puntsregeling
0,3 K
0,5 K
0,7 K
1 K
1,5 K
Afstand tussen het
uitschakelpunt (gewenste
waarde) en het
herinschakelpunt (gewenste
waarde – hysteresis).
De hysteresis voorkomt een
constant in-/uitschakelen.
Terugkoppeling van de
hysteresis naar het schakelpunt
Geen
0,1 K/min
0,2 K/min
0,3 K/min
De terugkoppeling zorgt voor
een geleidelijke verkleining van
de hysteresis in de tijd en de
regelnauwkeurigheid wordt
verhoogd.
De hysteresis is bij elke
uitschakeling gelijk aan de
geparametreerde waarde en
wordt door de terugkoppeling
geleidelijk gereduceerd. De
hysteresis kan bij lange
uitschakeling tot 0 K dalen.
Bij de volgende inschakeling
neemt deze weer de
geparametreerde waarde aan.
Instelling van de
regelparameters
via installatietype
Standaardtoepassing.
De regelparameters zijn vooraf
ingesteld.
Door gebruiker
gedefinieerd
Professionele toepassing: P/PI-
regelaar zelf parametreren.
Installatietype
Radiatorverwarming
PI-regelaar met:
Integratietijd = 90 minuten
Bandbreedte = 2,5 K
Vloerverwarming
Integratietijd = 30 h
Bandbreedte = 4 K
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 66
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Proportionele band van
verwarmingsregelaar
1 K, 1,5 K, 2 K, 2,5 K,
3 K, 3,5 K, 4 K, 4,5 K,
5 K, 5,5 K, 6 K, 6,5 K,
7 K, 7,5 K, 8 K, 8,5 K
Professionele instelling voor de
aanpassing van het regelgedrag
aan de ruimte.
Kleine waarden zorgen voor
grote veranderingen van de
stelgrootte, grotere waarden
zorgen voor een fijnere
aanpassing van de stelgrootte.
Zie bijlage:
Temperatuurregeling
Integratietijd van
verwarmingsregelaar
pure P-regelaar
30 min., 60 min.
90 min., 120 min.
150 min., 180 min.
210 min.
4 h, 5 h, 10 h
15 h, 20 h, 25 h
30 h, 35 h
Professionele instelling:
Zie bijlage: Gedrag van de PI-
regelaar
Deze tijd kan afhankelijk van de
omstandigheden worden
aangepast. Is de
verwarmingsinstallatie te groot
ontworpen en daarom te snel,
dan moeten kortere waarden
worden gekozen. Daarentegen
kunnen bij een te krap
ontworpen verwarming (traag)
beter langere integratietijden
worden gekozen.
Zenden van stelgrootte
verwarmen
Bij verandering met 1%
Bij verandering met 2%
Bij verandering met 3%
Bij verandering met
5%
Bij verandering met 7%
Bij verandering met
10%
Bij verandering met
15%
Na hoeveel % verandering van
de stelgrootte moet de nieuwe
waarde worden gezonden?
Kleine waarden verhogen de
regelnauwkeurigheid, maar ook
de busbelasting.
Cyclisch zenden van de
stelgrootte verwarmen
niet cyclisch zenden
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 67
6.7.5 Gewenste waarden verwarmen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Gewenste basiswaarde na laden
van de applicatie
18 °C, 19 °C, 20 °C
21 °C, 22 °C, 23 °C
24 °C, 25 °C
Gewenste uitgangswaarde voor
de temperatuurregeling.
Minimaal geldende gewenste
basiswaarde
5-20 °C in stappen van
1 graad
Std.: 10 °C
Ontvangt het object een
gewenste basiswaarde die lager
is dan de minimaal geldende
gewenste basiswaarde, dan
wordt de gewenste basiswaarde
tot de hier ingestelde waarde
verhoogd.
Maximaal geldende gewenste
basiswaarde
17..32 °C in stappen
van 1 graad
Ontvangt het object een
gewenste basiswaarde die
hoger is dan de maximaal
geldende gewenste
basiswaarde, dan wordt de
gewenste basiswaarde tot de
hier ingestelde waarde verlaagd.
Maximaal geldige verschuiving
van gewenste waarde
+/- 1 K
+/- 2 K
+/- 3 K
+/- 4 K
+/- 5 K
Beperkt het mogelijke
instelbereik voor de functie
Verschuiving van de gewenste
waarde.
Geldt zowel voor het object
Handm. verschuiving van de
gewenste waarde als voor het
stelwiel.
Verlaging in de Standbymodus
(bij verwarmen)
0 K, 0,5 K, 1 K, 1,5 K,
2 K, 2,5 K, 3 K, 3,5 K,
4 K, 4,5 K, 5 K, 6 K, 7 K,
8 K
Voorbeeld: Bij een gewenste
basiswaarde van 21 °C bij
verwarming en een verlaging
van 2 K, regelt
het apparaat met een gewenste
waarde van 21 2 = 19 °C.
Verlaging in Nachtmodus
(bij verwarmen)
0 K, 0,5 K, 1 K, 1,5 K,
2 K, 2,5 K, 3 K, 3,5 K,
4 K, 4,5 K, 5 K, 6 K, 7 K,
8 K
38
Met hoeveel moet de
temperatuur in de Nachtmodus
worden verlaagd?
Gewenste waarde voor
Vorstbeveiligingsmodus (bij
verwarmen)
3-10 °C
Std.: 6 °C
Vooraf ingestelde temperatuur
voor de vorstbeveiliging bij
verwarmen
(Bij koelen geldt de
overtemperatuurbeveiliging).
Actuele gewenste waarde in
Comfortmodus
Terugkoppeling van de actuele
gewenste waarde via de bus:
38 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 68
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Werkelijke waarde
(verwarmen <> koelen)
Altijd moet de gewenste waarde
worden gezonden waarop
werkelijk wordt geregeld
(= actuele gewenste waarde).
Voorbeeld met Gewenste
basiswaarde 21 °C en dode
dode zone 2 K:
Bij verwarmen wordt 21 °C en
bij koelen wordt gewenste
basiswaarde + dode zone
gezonden
(21 °C + 2 K = 23 °C)
Gemiddelde van
verwarmen en koelen
In de Comfortmodus bij
verwarmen en bij koelen wordt
dezelfde waarde, namelijk:
gewenste basiswaarde + halve
dode zone
gezonden, om evt.
ruimtegebruikers niet te
irriteren.
Voorbeeld met Gewenste
basiswaarde 21 °C en dode
zone 2 K:
Gemiddelde = 21°+1 K = 22 °C
Geregeld wordt echter met 21
°C
resp. 23 °C
Cyclisch zenden van de actuele
gewenste waarde
niet cyclisch zenden
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 69
6.7.6 Tweede verwarmingstrap
Voor de temperatuurregeling wordt een proportionele regelaar gebruikt.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Uitvoer van de stelgrootte
Voor de regeling wordt een
proportionele regelaar gebruikt.
Procent
Constante stelgrootte 0-100%
PWM
Pulsbreedtegemoduleerde
schakelende stelgrootte.
Verschil tussen
hoofdverwarming en tweede
trap
0 K, 0,5 K, 1 K
1,5 K, 2 K, 2,5 K
3 K, 3,5 K, 4 K
Bepaalt de negatieve afstand
tussen de actuele gewenste
waarde en de gewenste waarde
van de tweede trap.
Voorbeeld met gewenste
basiswaarde 21 °C en verschil 1
K:
De hoofdtrap regelt met de
gewenste basiswaarde en de
tweede trap regelt met
de gewenste basiswaarde 1K
= 20°C
Proportionele band
1 K, 1,5 K, 2 K, 2,5 K
3 K, 3,5 K, 4 K, 4,5 K
5 K, 5,5 K, 6 K, 6,5 K
7 K, 7,5 K, 8 K, 8,5 K
Bij constante tweede trap,
Professionele instelling voor de
aanpassing van het regelgedrag
aan de ruimte.
Grote waarden zorgen bij
gelijkblijvende regelafwijking
voor fijnere veranderingen van
de stelgrootte en een
nauwkeurigere regeling dan
kleinere waarden.
PWM-periode
3-30 min
Std.: 5 min
Een stelcyclus bestaat uit een
inschakeling en een
uitschakeling
en vormt een PWM-periode.
Voorbeeld:
Stelgrootte = 20%,
PWM-tijd = 10 min: binnen de
stelcyclus van 10 min, 2 min.
ingeschakeld en 8 min.
uitgeschakeld
(d.w.z. 20% Aan / 80% Uit).
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 70
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Zenden van de stelgrootte
Bij verandering met 1%
Bij verandering met 2%
Bij verandering met 3%
Bij verandering met
5%
Bij verandering met 7%
Bij verandering met
10%
Bij verandering met
15%
Na hoeveel % verandering van
de stelgrootte moet de nieuwe
waarde worden gezonden?
Kleine waarden verhogen de
regelnauwkeurigheid, maar ook
de busbelasting.
Cyclisch zenden
niet cyclisch zenden
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 71
6.7.7 Regeling koelen
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Soort regeling
Constant
Traploze regeling
(0.. 100%).
2-punt
Schakelende regeling (aan/uit).
Zie bijlage: Constante en
schakelende regeling.
Aantal koeltrappen
Slechts één koeltrap
Hoofdtrap en tweede
trap
Keuze tussen 1-traps en 2-traps
koeling
Hysteresis van de 2-
puntsregeling
0,3 K, 0,5 K, 0,7K
1 K, 1,5 K
Afstand tussen het
uitschakelpunt (gewenste
waarde) en het
herinschakelpunt (gewenste
waarde – hysteresis).
De hysteresis voorkomt een
constant in-/uitschakelen.
Terugkoppeling van de
hysteresis naar het schakelpunt
Geen
0,1 K/min
0,2 K/min
0,3 K/min
De terugkoppeling zorgt voor
een geleidelijke verkleining van
de hysteresis in de tijd en de
regelnauwkeurigheid wordt
verhoogd.
De hysteresis is bij elke
uitschakeling gelijk aan de
geparametreerde waarde en
wordt door de terugkoppeling
geleidelijk gereduceerd. De
hysteresis kan bij lange
uitschakeling tot 0 K dalen.
Bij de volgende inschakeling
neemt deze weer de
geparametreerde waarde aan.
Instelling van de
regelparameters
Via installatietype
Standaardtoepassing.
De regelparameters zijn vooraf
ingesteld.
Door gebruiker
gedefinieerd
Professionele toepassing: P/PI-
regelaar zelf parametreren.
Installatietype
Koelplafond
PI-regelaar met:
Integratietijd = 240 minuten
Bandbreedte = 5 K
Fan Coil Unit
Integratietijd = 180 min.
Bandbreedte = 4 K
Proportionele band van
koelregelaar
1 K, 1,5 K, 2 K, 2,5 K
3 K, 3,5 K, 4 K, 4,5 K
5 K, 5,5 K, 6 K, 6,5 K
7 K, 7,5 K, 8 K, 8,5 K
Professionele instelling voor de
aanpassing van het regelgedrag
aan de ruimte.
Kleine waarden zorgen voor
grote veranderingen van de
stelgrootte, grotere waarden
zorgen voor een fijnere
aanpassing van de stelgrootte.
Zie bijlage:
Temperatuurregeling
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 72
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Integratietijd van koelregelaar
30 min., 60 min.,
90 min., 120 min.
150 min., 180 min.
210 min.
4 h, 5 h, 10 h
15 h, 20 h, 25 h
30 h, 35 h
Professionele instelling:
Zie bijlage: Gedrag van de PI-
regelaar
Deze tijd kan afhankelijk van de
omstandigheden worden
aangepast. Is de koelinstallatie
te groot ontworpen en daarom
te snel, dan moeten kortere
waarden worden gekozen.
Daarentegen kunnen bij een te
krap ontworpen koeling (traag)
beter langere integratietijden
worden gekozen.
Zenden van stelgrootte koelen
bij verandering met 1%
bij verandering met 2%
bij verandering met 3%
bij verandering met
5%
bij verandering met 7%
bij verandering met
10%
bij verandering met
15%
Na hoeveel % verandering van
de stelgrootte moet de nieuwe
waarde worden gezonden?
Kleine waarden verhogen de
regelnauwkeurigheid, maar ook
de busbelasting.
Omschakelen tussen verwarmen
en koelen
Automatisch
De regelaar schakelt
automatisch naar de koelmodus
als de werkelijke temperatuur
hoger is dan de gewenste
waarde.
Via object
De koelmodus kan alleen
buszijdig via het object
Omschakelen tussen verwarmen
en koelen worden geactiveerd.
Zolang dit object niet is
ingesteld, blijft de koelmodus
uitgeschakeld.
Formaat object
verwarmen/koelen
DPT1.100
(verwarmen=1 /
koelen=0)
Standaardformaat.
Omgekeerd
(verwarmen=0 /
koelen=1)
Compatibel met RAM 713 S,
VARIA etc.
Uitvoer van stelgrootte koelen
Op apart obj.
(4-leidingsystemen)
Bij 4-leidingsystemen:
De stelgroottes worden naar 2
gescheiden objecten gezonden:
Obj. Stelgrootte verwarmen
Obj. Stelgrootte koelen.
Gezamenlijk met stelgr.
verwarmen (voor 2-
leidingsystemen)
Bij 2-leidingsystemen:
De stelgrootte wordt altijd naar
hetzelfde object (obj. Stelgroot
verwarmen/koelen) gezonden,
onafhankelijk of momenteel
verwarmen of koelen actief is.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 73
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Cyclisch zenden van de
stelgrootte koelen
niet cyclisch zenden
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
6.7.8 Gewenste waarden koelen
39 Alleen bij een 2-leidingsysteem.
40 Alleen bij een 2-leidingsysteem.
41 Alleen bij type verwarmingsregeling = 2-punts.
42 Alleen bij type koelregeling = 2-punts.
43 Alleen voor apparaten vanaf firmwareversie 1.1.0 en het applicatieprogramma vanaf V2.0.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Dode zone tussen verwarmen
en koelen
0 K
39
, 0,5 K
40
, 1 K, 1,5 K,
2 K, 2,5 K, 3 K, 3,5 K
4 K, 4,5 K, 5 K, 5,5 K, 6 K +
hysteresis verwarmen41
+ hysteresis koelen42
Bepaalt de bufferzone tussen
de gewenste waarden voor
verwarmen en koelen.
Bij schakelende (2-
punts)regeling wordt de dode
zone door de hysteresis
vergroot.
Zie bijlage: Dode zone
Verhoging in Standbymodus
(bij koelen)
0 K, 0,5 K, 1 K, 1,5 K,
2 K, 2,5 K, 3 K, 3,5 K,
4 K, 4,5 K, 5 K, 6 K, 7 K, 8 K
Bij koelen wordt de
temperatuur in de
Standbymodus verhoogd.
Verhoging in Nachtmodus
(bij koelen)
0 K, 0,5 K, 1 K, 1,5 K,
2 K, 2,5 K, 3 K, 3,5 K,
4 K, 4,5 K, 5 K, 6 K, 7 K, 8 K
43
Bij koelen wordt de
temperatuur in de
Nachtmodus verhoogd.
Gewenste waarde voor de
overtemperatuurbeveiliging
(bij koelen)
0 = 42 °C d.w.z. bijna geen
overtemperatuurbeveiliging
29 °C, 30 °C, 31 °C
32 °C, 33 °C, 34 °C
35 °C
De
overtemperatuurbeveiliging
vormt de hoogste toegestane
temperatuur voor de
geregelde ruimte. Het heeft
bij het koelen dezelfde taak
als de vorstbeveiliging bij het
verwarmen, d.w.z. energie
besparen en gelijktijdig niet-
toegestane temperaturen
voorkomen.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 74
6.7.9 Aanpassing van de gewenste waarde
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Correctie van de
gewenste waarde vanaf
25 °C, 26 °C, 27 °C, 28 °C
29°C, 30°C, 31 °C, 32 °C
33°C, 34°C, 35 °C, 36 °C
37 °C, 38 °C , 39 °C, 40 °C
Activeringsdrempel voor de
correctie van de gewenste
waarde.
Aanpassing
1 K per 1 K buitentemperatuur
1 K per 2 K buitentemperatuur
1 K per 3 K
buitentemperatuur
1 K per 4 K buitentemperatuur
1 K per 5 K buitentemperatuur
1 K per 6 K buitentemperatuur
1 K per 7 K buitentemperatuur
Mate van correctie van de
gewenste waarde:
Bij welke verandering van de
buitentemperatuur moet de
gewenste waarde met 1 K
worden gecorrigeerd?
Formaat van de
aanpassing van de
gewenste waarde
Relatief
Het object
Buitentemperatuurcompensatie
zendt een temperatuurverschil
in K, afhankelijk van de
buitentemperatuur.
Deze waarde kan als
verschuiving van de gewenste
waarde voor overige
ruimtetemperatuurregelaars
worden gebruikt.
Absoluut
Het object
Buitentemperatuurcompensatie
zendt een gewenste waarde in
°C (gewenste basiwaarde
zonder correctie).
Deze wordt stapsgewijs
afhankelijk van de
buitentemperatuur verhoogd en
dient als gewenste waarde voor
overige temperatuurregelaars.
Gewenste startwaarde
15 °C-30 °C
Std.: 21 °C
(Alleen bij formaat = absoluut).
Dit is de gewenste basiswaarde
voor de externe regelaar.
Is een correctie noodzakelijk,
dan wordt deze erbij opgeteld
en het resultaat als nieuwe,
gecorrigeerde gewenste waarde
gezonden
Maximale aanpassing
Onbeperkt
44
De gewenste waarde wordt net
zolang verder verhoogd als ook
de buitentemperatuur stijgt.
44 Bij correctie van de gewenste waarde bij hoge temperaturen = intern berekenen en zenden.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 75
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Tot thermische
beveiligingstemp. bereikt45
De gewenste waarde wordt
alleen tot de geparametreerde
thermische
beveiligingstemperatuur
verhoogd.
+3 K
+5 K
+7 K
De verhoging van de gewenste
waarde wordt beëindigd zodra
de correctie de hier ingestelde
waarde heeft bereikt.
Aanpassing van de
gewenste waarde zenden
niet cyclisch zenden
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
45 Bij correctie van de gewenste waarde bij hoge temperaturen = alleen ontvangen.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 76
6.7.10 Koelen tweede trap
Voor de regeling wordt een proportionele regelaar gebruikt.
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Type stelgrootte
Voor de regeling wordt een
proportionele regelaar gebruikt.
Procent
Constante stelgrootte 0-100%
PWM
Pulsbreedtegemoduleerde
schakelende stelgrootte.
Verschil tussen
hoofdverwarming en tweede
trap
0 K, 0,5 K, 1 K
1,5 K, 2 K, 2,5 K
3 K, 3,5 K, 4 K
Bepaalt de negatieve afstand
tussen de actuele gewenste
waarde en de gewenste waarde
van de tweede trap.
Voorbeeld met gewenste
basiswaarde 21 °C en verschil 1
K:
De hoofdtrap regelt met de
gewenste basiswaarde en de
tweede trap regelt met
de gewenste basiswaarde 1K
= 20°C
Proportionele band
1 K, 1,5 K, 2 K, 2,5 K
3 K, 3,5 K, 4 K, 4,5 K
5 K, 5,5 K, 6 K, 6,5 K
7 K, 7,5 K, 8 K, 8,5 K
Bij constante tweede trap,
Professionele instelling voor de
aanpassing van het regelgedrag
aan de ruimte.
Grote waarden zorgen bij
gelijkblijvende regelafwijking
voor fijnere veranderingen van
de stelgrootte en een
nauwkeurigere regeling dan
kleinere waarden.
PWM-periode
3-30 min
Std.: 5 min
Een stelcyclus bestaat uit een
inschakeling en een
uitschakeling
en vormt een PWM-periode.
Voorbeeld:
Stelgrootte = 20%,
PWM-tijd = 10 min: binnen de
stelcyclus van 10 min, 2 min.
ingeschakeld en 8 min.
uitgeschakeld
(d.w.z. 20% Aan / 80% Uit).
Zenden van de stelgrootte
Bij verandering met 1%
Bij verandering met 2%
Bij verandering met 3%
Bij verandering met
5%
Bij verandering met 7%
Bij verandering met
10%
Bij verandering met
15%
Na hoeveel % verandering van
de stelgrootte moet de nieuwe
waarde worden gezonden?
Kleine waarden verhogen de
regelnauwkeurigheid, maar ook
de busbelasting.
Het applicatieprogramma „iON 108“
iON 108 KNX 77
Aanduiding
Waarden
Beschrijving
Cyclisch zenden
niet cyclisch zenden
Elke 2 min
Elke 3 min
Elke 45 min
Elke 60 min
Hoe vaak moet opnieuw worden
gezonden?
6.7.11 Ventilatorstanden
Deze parameterpagina is alleen beschikbaar als de ventilatorstandregeling op de
parameterpagina Instelling RTR werd geactiveerd.
Aanduiding
Waarden
Betekenis
Aantal ventilatorstanden
1..5
Hoeveel standen heeft de
gebruikte ventilatorregeling?
Waarde voor
ventilatorstand 1
Formaat procent
0 %..100 % De percentages worden bij de
Fan Coil-actor FCA 1 en bij de
meerderheid van de
ventilatieactoren gebruikt.
Formaat trappen 1 t/m 5
1..5
Voor actoren met aansturing
via trappen.
Waarde voor
ventilatorstand 2
zie boven.
Defaultwaarde = 50%
Zie boven.
Waarde voor
ventilatorstand 3
zie boven.
Defaultwaarde = 80%
Zie boven.
Waarde voor
ventilatorstand 4
zie boven.
Defaultwaarde = 90%
Zie boven.
Waarde voor
ventilatorstand 5
zie boven.
Defaultwaarde = 100%
Zie boven.
Ventilator omschakelen
tussen auto en voorrang
Werkingsrichting van het
voorrangsobject voor
aanpassing aan de gebruikte
Fan Coil-actor.
Zie bijlage: Ventilator
voorrangsregeling
Voorrang = 1
Instelling voor de Theben Fan
Coil-actoren.
De voorrangsregeling wordt
door een 1 geactiveerd.
Voorrang = 0
De voorrangsregeling wordt
door een 0 geactiveerd.
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 78
7 Typische toepassingsvoorbeelden
Deze toepassingsvoorbeelden zijn bedoeld als ontwerphulp en worden niet geacht
volledig te zijn. Zij kunnen naar eigen keuze worden aangevuld en uitgebreid.
Voor de hier niet-genoemde parameters gelden de standaard resp. klantspecifieke
parameterinstellingen.
7.1 Verlichting schakelen
iON 108 stuurt de schakelactor RMG 4 U.
Alle 4 kanalen worden gebruikt.
7.1.1 Apparaten
iON 108 (4969234)
RMG 4 U (4930223)
7.1.2 Overzicht
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 79
7.1.3 Objecten en verbindingen
Verbindingen
Nr.
iON 108
Nr.
RMG 4 U
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
10 F1 schakelen 0 RMG 4 U kanaal C1
iON 108 zendt schakelopdrachten
naar RMG 4 U
20 F2 schakelen 10 RMG 4 U kanaal C2
30 F3 schakelen 20 RMG 4 U kanaal C3
40 F4 schakelen 30 RMG 4 U kanaal C4
7.1.4 Belangrijke parameterinstellingen
iON 108
RMG 4 U
Parameterpagina
Parameter
Instelling
RMG 4 U kanaal C1… C4:
functiekeuze
Functie van de toets
Schakelen aan/uit
Functie activeren door
Schakelobject
Parameterpagina
Parameter
Instelling
F1
Functie
Toets
Toetsobject 1
Objecttype
Schakelen
Zenden na kort bedienen
Telegram zenden
Telegram
Omschakelen
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 80
7.2 2 verlichtingsgroepen dimmen (eentoetsbediening)
iON 108 stuurt beide kanalen van de dimactor DMG 2 T.
Per verlichtingsgroep (dimactorkanaal) wordt één toets gebruikt.
Met een korte druk op de toets wordt het licht in- resp. uitgeschakeld.
Bij lang indrukken van de toets verandert de lichtsterkte.
Bij opnieuw indrukken van de toets verandert de dimrichting (lichter/donkerder).
7.2.1 Apparaten
iON 108 (4969232)
DMG 2 T (4930270)
7.2.2 Overzicht
7.2.3 Objecten en verbindingen
Tabel 15: Verbindingen
Nr.
iON 108
Nr.
DMG 2 T
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
10 F1
Schakelen 0 DMG 2 T kanaaal 1
Schakelen Aan/Uit
Toets lang indrukken voor
lichter/donkerder dimopdrachten.
Toets kort indrukken voor
Aan/Uit-opdrachten.
11 F1
Lichter/donkerder 1 DMG 2 T kanaaal 1
Lichter/donkerder
20 F2
Schakelen 30 DMG 2 T kanaaal 2
Schakelen Aan/Uit
21 F2
Lichter/donkerder 31 DMG 2 T kanaaal 2
Lichter/donkerder
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 81
7.2.4 Belangrijke parameterinstellingen
iON 108
Parameterpagina
Parameter
Instelling
F1, T2
Functie van de toets
Dimmen
Dimmen
Reactie op lang/kort
Eentoetsbediening
DMG 2 T
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Dimreactie
In-/uitschakelen met 4-bit
Telegram
nee
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 82
7.3 2 verlichtingsgroepen dimmen (2 wiptoetsen)
iON 108 stuurt beide kanalen van de dimactor DMG 2 T.
Per verlichtingsgroep (dimactorkanaal) worden 2 toetsen gebruikt.
Met een korte druk op de toets wordt het licht in- resp. uitgeschakeld.
Bij lang indrukken van de toets verandert de lichtsterkte.
linker toets lichter
rechter toets donkerder
Voor elke verlichtingsgroep worden telkens één wiptoets, d.w.z. 2 toetsen, gebruikt.
De linker en rechter toets van een wiptoets zenden de telegrammen telkens via een
gezamenlijk groepsadres naar de dimactor.
7.3.1 Apparaten
iON 108 (4969234)
DMG 2 T (4930270)
7.3.2 Overzicht
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 83
7.3.3 Objecten en verbindingen
Verbindingen
Nr.
iON 108
Nr.
DMG 2 T
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
10 F1
Schakelen 0
DMG 2 T
kanaal C1
Schakelen
Aan/Uit
Eerste verlichtingsgroep:
Zendt bij kort indrukken van de toets
Aan-/Uit-opdrachten naar de dimactor,
20 F2
Schakelen
11 F1
Lichter 1
DMG 2 T
kanaal C1
Lichter/donkerder
Zendt bij lang indrukken van de toets lichter-
/donkerder-opdrachten naar de dimactor.
21 F2
Donkerder
30
F3
Schakelen 30
DMG 2 T
kanaal C2
Schakelen
Aan/Uit
Tweede verlichtingsgroep:
Zendt bij kort indrukken van de toets
Aan-/Uit-opdrachten naar de dimactor,
40
F4
Schakelen
31
F3
Lichter 31
DMG 2 T
kanaal C2
Lichter/donkerder
Zendt bij lang indrukken van de toets lichter-
/donkerder-opdrachten naar de dimactor.
41
F4
Donkerder
7.3.4 Belangrijke parameterinstellingen
iON 108
Parameterpagina
Parameter
Instelling
F1 (2,3,4)
Functie van de toets
Dimmen
(F1) Dimmen
Reactie op lang/kort
Lichter/Aan
46
(F2) Dimmen
Reactie op lang/kort
Donkerder/Uit
47
(F3) Dimmen
Reactie op lang/kort
Lichter/Aan
48
(F4) Dimmen
Reactie op lang/kort
Donkerder/Uit
49
DMG 2 T
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Dimreactie
In-/uitschakelen met 4-bit
Telegram
nee
46 Lichter/omschakelen is ook mogelijk.
47 Donkerder/omschakelen is ook mogelijk.
48 Lichter/omschakelen is ook mogelijk.
49 Donkerder/omschakelen is ook mogelijk.
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 84
7.4 4 jaloezieën resp. jaloeziegroepen aansturen
iON 108 sturt de jaloezieactor JMG 4 T.
Door de toets lang ingedrukt te houden, gaat de jaloezie omhoog resp. omlaag.
Door de toets kort in te drukken, wordt de Step/Stop-functie geactiveerd.
7.4.1 Apparaten
iON 108 (4969234)
JMG 4 T (4930250)
7.4.2 Overzicht
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 85
7.4.3 Objecten en verbindingen
Verbindingen
Nr.
iON 108
Nr.
JMG 4 T
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
10 F1
Step/Stop 1 JMG 4 T C1
Step/Stop
Toets lang indrukken voor
Omhoog/Omlaag-bewegingsopdrachten.
Toets kort indrukken voor
Step / Stop-opdrachten.
11 F1
Omhoog/Omlaag 0 JMG 4 T C1
Omhoog/Omlaag
20 F2
Step/Stop 21 JMG 4 T C2
Step/Stop
21 F2
Omhoog/Omlaag 20 JMG 4 T C2
Omhoog/Omlaag
30 F3
Step/Stop 41 JMG 4 T C3
Step/Stop
31 F3
Omhoog/Omlaag 40 JMG 4 T C3
Omhoog/Omlaag
40 F4
Step/Stop 61 JMG 4 T C4
Step/Stop
41 F4
Omhoog/Omlaag 60 JMG 4 T C4
Omhoog/Omlaag
7.4.4 Belangrijke parameterinstellingen
iON 108
Parameterpagina
Parameter
Instelling
F1 (2,3,4)
Functie
Jaloezie
Jaloezie
Bediening
Eentoetsbediening
JMG 4 T
Parameterpagina
Parameter
Instelling
JMG 4 JMG 4 T
Type zonwering
Jaloezie
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 86
7.5 RTR - verwarmen met aanwezigheidsmelder en
vorstbeveiliging via raamcontact.
De ruimtethermostaat (RTR) stuurt een resp. meerdere thermomotoren aan.
De Comfortmodus wordt met de toets geactiveerd, anders staat de regelaar overdag in de
Standby- en 's nachts in de Nachtmodus.
Bij het openen van een raam moet de regelaar automatisch naar de vorstbeveiligingsmodus
overschakelen.
Alle ramen zijn voorzien van raamcontacten. Deze zijn met een binaire ingang verbonden.
De raamstatus wordt via een gezamenlijk groepsadres naar het eigen ingangsobject voor de
raamstand gezonden.
Het apparaat zal herkennen dat een raam wordt geopend en automatisch omschakelen naar
vorstbeveiliging. Wordt het raam weer gesloten, dan wordt de daarvoor ingestelde
bedrijfsmodus hersteld.
7.5.1 Apparaten
iON 108 (bestelnr. 4969238)
TA 2 S (bestelnr. 4969222)
TR 648 top2 RC KNX (bestelnr. 6489212)
HM 6 T (4940240)
7.5.2 Overzicht
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 87
7.5.3 Objecten en verbindingen
Nr.
TR 648 top2
Nr.
iON 108
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
7 C1.1 schakelkanaal
HKL bedrijfsmodus 254 Voorselectie
bedrijfsmodus
Schakelt de regelaar tussen
Standby- en Nachtmodus.
Nr.
iON 108
Nr.
HM 6 T
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
259 Stelgrootte
verwarmen 0 Stelgrootte
constant
Stelgrootte voor de
verwarmingsactor.
Nr.
TA 2 S
Nr.
iON 108
Commentaar
Objectnaam
Objectnaam
1 Kanaal I1.1 -
schakelen 256 Raamstatus
De raamstatus wordt op ingang E1 (raamcontact)
gedetecteerd en via een groepsadres naar de
regelaar (raamstatus) gezonden. Bij het openen
van het raam schakelt de regelaar over naar de
Vorstbeveiligingsmodus.
Typische toepassingsvoorbeelden
iON 108 KNX 88
7.5.4 Belangrijke parameterinstellingen
Voor de niet-genoemde parameters gelden de standaard- resp. klantspecifieke
parameterinstellingen.
iON 108 : RTR
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Instelling
Regeling
Alleen verwarmingsregeling
TA 2 S
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Kanaal 1
Kanaal activeren
AAN
Functie van het kanaal
Schakelaar
Hoeveel telegrammen moeten worden
gezonden
Aan telegram
Schakelaarobject
1
Objecttype
Schakelen (1 bit)
Zenden als ingang = 1
Ja
Waarde
AAN
Zenden als ingang = 0
Ja
Waarde
UIT
Cyclisch zenden
Ja
Reactie bij terugkeer van de
busspanning
actualiseren (direct)
TR 648 top2 RC:
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Algemeen
Tijdschakelkanaal C1
activeren
Ja
Schakelkanaal C1
Soort telegram C1.1
HKL-bedrijfsmodus
Bij klok -> ON
Eenmalig het volgende telegram
zenden
Telegram
Stand-by
Bij klok -> OFF
Eenmalig het volgende telegram
zenden
Telegram
Nachtverlaging
HM 6 T:
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Kanaal H1: Functiekeuze
Functie van het kanaal
Verwarmingsactor
Type stelgrootte
constant..
Bijlage
iON 108 KNX 89
8 Bijlage
8.1 De werkwijzen
Voor elke functie (F1-F20) kan de werkwijze, d.w.z. de soort bediening, individueel
worden gekozen.
Er zijn 3 werkwijzen beschikbaar.
8.1.1 Werkwijze vaste waarden
Elke toets zendt een eigen waarde.
Deze werkwijze is vast ingesteld voor schakelen, dimmen en jaloezie.
Voor prioriteit, waarde 0-255, percentage, drijvende-kommagetallen, HKL, scènes,
kleurtemperatuur en kleurtoon (RGB etc.) kan deze vrij worden ingesteld.
Telkens als de toets wordt ingedrukt, wordt het telegram direct gezonden.
8.1.2 Werkwijze waardenlijst
Deze werkwijze kan vrij worden gekozen voor prioriteit, waarde 0-255, percentage, drijvende-
kommagetallen, HKL, scènes, kleurtemperatuur, kleurtonen (RGB etc.).
Een lijst met 2 tot 12 invoerwaarden is beschikbaar.
Voor bepaalde functies kan de maximale lijstlengte ook kleiner zijn.
Dit geldt voor prioriteit (max. 3 invoerwaarden) en HKL (max. 5 invoerwaarden).
De te zenden waarde uit de lijst wordt direct op het apparaat gekozen.
Door het indrukken van de bovenste resp. onderste toets worden alle waarden van de lijst na
elkaar weergegeven.
De weergegeven waarden kunnen met of zonder vertraging worden gezonden.
Deze instelling vindt plaats met de parameter Zendvertraging op de parameterpagina Algemeen
/ Instellingen (titel: Bij waardelijsten resp. waarde verschuiven).
Met zendvertraging
Als een vertraging werd gekozen (standaard = 1s), dan worden de waarden bij het scrollen
alleen weergegeven.
Gezonden wordt pas na loslaten van de toets en na afloop van de vertraging.
Zo worden alleen de gewenste waarden en geen tussenwaarden gezonden.
Zonder zendvertraging
Zonder vertraging worden bij het scrollen alle na elkaar weergegeven waarden direct gezonden.
De scrollrichting wordt op de parameterpagina Algemeen / Instellingen bepaald (titel: Bij
waardelijsten resp. waarde verschuiven).
Bijlage
iON 108 KNX 90
8.1.3 Werkwijze waarde verschuiven
Deze werkwijze kan vrij worden gekozen voor waarde 0-255, percentage, drijvende-
kommagetallen en kleurtemperatuur.
Een gedefinieerd waardebereik, minimum-/maximumwaarde is beschikbaar.
De te zenden waarde wordt direct op het apparaat gekozen.
Door het indrukken van de bovenste resp. onderste toets wordt stapsgewijs gewisseld tussen
minimum-/maximumwaarde.
De weergegeven waarden kunnen met of zonder vertraging worden gezonden.
Deze instelling vindt plaats met de parameter Zendvertraging op de parameterpagina Algemeen
/ Instellingen (titel: Bij waardelijsten resp. waarde verschuiven).
Met zendvertraging
Als een vertraging werd gekozen (standaard = 1s), dan worden de waarden bij het scrollen
alleen weergegeven.
Gezonden wordt pas na loslaten van de toets en na afloop van de vertraging.
Zonder zendvertraging
Zonder vertraging worden bij het scrollen alle na elkaar weergegeven waarden direct gezonden.
De scrollrichting wordt op de parameterpagina Algemeen / Instellingen bepaald (titel: Bij
waardelijsten resp. waarde verschuiven).
Bijlage
iON 108 KNX 91
8.2 PWM-cyclus
8.2.1 Basisprincipe
Om bijv. een thermisch vermogen van 50% te bereiken, wordt de stelgrootte 50% in AAN-/UIT-
cycli omgezet.
Gedurende een vaste periode (in ons voorbeeld 10 minuten), wordt de thermomotor 50% van
de tijd in- en 50% van de tijd uitgeschakeld.
Voorbeeld: 2 verschillende inschakeltijden van 2 en 7 minuten geven de omzetting van 2
verschillende stelgroottes, hier enerzijds 20% en anderzijds 70%, in een PWM-periode van
10 minuten weer.
Aan
UIT
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
min
PWM-periode 10 min
Stelgrootte 20%
PWM-periode 10 min
Stelgrootte 70%
8.2.2 Reactie op stelgrootteveranderingen
Om zo snel mogelijk op veranderingen te reageren, wordt elke verandering van de
stelgrootte direct naar de PWM-cyclus verzonden.
De laatste stelgrootte was 20% (A).
Een nieuwe stelgrootte van 50% wordt tijdens de cyclus ontvangen (B).
De uitgang wordt direct ingeschakeld, waardoor de ontbrekende 30%
inschakeltijd wordt toegevoegd.
De volgende cyclus wordt met 50% uitgevoerd (C).
U
C
Aan
20 % + 30 % = 50 %
UIT
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
min
B
Voorbeeld 1:
Bijlage
iON 108 KNX 92
Is bij ontvangst van de nieuwe stelgrootte de nieuwe gewenste inschakeltijd voor de
lopende cyclus reeds overschreden, dan wordt de uitgang direct uitgeschakeld en de
nieuwe stelgrootte bij de volgende cyclus uitgevoerd.
De laatste stelgrootte was 50% (A)
Een nieuwe stelgrootte van 30% wordt tijdens de cyclus ontvangen (B).
Na afloop van 30% van de PWM-cyclus wordt de uitgang uitgeschakeld,
waardoor de nieuwe stelgrootte reeds is uitgevoerd.
U
C
Aan
50 %
UIT
30 %
20 %
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
min
B
Voorbeeld 2:
Bijlage
iON 108 KNX 93
8.3 Bedrijfsmodus als scène (RTR)
8.3.1 Principe
Met de scènefunctie kan de actuele bedrijfsmodus via een object worden opgeslagen en later
altijd weer worden hersteld.
Bij het opslaan van een scène wordt de actuele bedrijfsmodus aan het selecteerde
scènenummer toegewezen.
Bij het oproepen van het scènenummer wordt de daarvoor opgeslagen bedrijfsmodus weer
geactiveerd.
Daardoor kan het apparaat in elke willekeurige gebruikersscène eenvoudig en gemakkelijk
worden geïntegreerd.
De scènes worden - zonder dat deze verloren kunnen gaan - opgeslagen en blijven ook na het
opnieuw downloaden van de applicatie behouden.
Om een scène op te slaan resp. op te roepen, wordt de betreffende code naar het object
Bedrijfsmodus als scène gezonden.
Bijlage
iON 108 KNX 94
Scène
Oproepen
Opslaan
Scène
Oproepen
Opslaan
Hex
Dec.
Hex
Dec.
Hex
Dec.
Hex
Dec.
1
$00
0
$80
128
33
$20
32
$A0
160
2
$01
1
$81
129
34
$21
33
$A1
161
3
$02
2
$82
130
35
$22
34
$A2
162
4
$03
3
$83
131
36
$23
35
$A3
163
5
$04
4
$84
132
37
$24
36
$A4
164
6
$05
5
$85
133
38
$25
37
$A5
165
7
$06
6
$86
134
39
$26
38
$A6
166
8
$07
7
$87
135
40
$27
39
$A7
167
9
$08
8
$88
136
41
$28
40
$A8
168
10
$09
9
$89
137
42
$29
41
$A9
169
11
$0A
10
$8A
138
43
$2A
42
$AA
170
12
$0B
11
$8B
139
44
$2B
43
$AB
171
13
$0C
12
$8C
140
45
$2C
44
$AC
172
14
$0D
13
$8D
141
46
$2D
45
$AD
173
15
$0E
14
$8E
142
47
$2E
46
$AE
174
16
$0F
15
$8F
143
48
$2F
47
$AF
175
17
$10
16
$90
144
49
$30
48
$B0
176
18
$11
17
$91
145
50
$31
49
$B1
177
19
$12
18
$92
146
51
$32
50
$B2
178
20
$13
19
$93
147
52
$33
51
$B3
179
21
$14
20
$94
148
53
$34
52
$B4
180
22
$15
21
$95
149
54
$35
53
$B5
181
23
$16
22
$96
150
55
$36
54
$B6
182
24
$17
23
$97
151
56
$37
55
$B7
183
25
$18
24
$98
152
57
$38
56
$B8
184
26
$19
25
$99
153
58
$39
57
$B9
185
27
$1A
26
$9A
154
59
$3A
58
$BA
186
28
$1B
27
$9B
155
60
$3B
59
$BB
187
29
$1C
28
$9C
156
61
$3C
60
$BC
188
30
$1D
29
$9D
157
62
$3D
61
$BD
189
31
$1E
30
$9E
158
63
$3E
62
$BE
190
32
$1F
31
$9F
159
64
$3F
63
$BF
191
Bijlage
iON 108 KNX 95
8.4 Correctie van de gewenste waarde
De correctie van de gewenste waarde maakt een dynamische aanpassing van de
gewenste waarde aan de buitentemperatuur bij koelen mogelijk.
Deze functie voorkomt een te groot temperatuurverschil tussen de buitenruimte en de gekoelde
binnenruimte bij hoge buitentemperaturen.
Overschrijdt de buitentemperatuur een vastgestelde drempel, dan wordt de aanpassing
geactiveerd en een overeenkomstige verhoging van de gewenste waarde bepaald.
De actuele buitentemperatuur voor het berekenen van de correctie wordt via het object
Buitentemperatuur ontvangen.
De correctie van de gewenste waarde wordt op de parameterpagina Instelling via de
parameter Correctie van de gewenste waarde bij hoge buitentemp. gebruiken geactiveerd en op
de parameterpagina Aanpassing van de gewenste waarde ingesteld.
De correctie van de gewenste waarde is intern aan de RTR gekoppeld; er is geen buszijdige
koppeling noodzakelijk.
Bijlage
iON 108 KNX 96
8.5 Ventilatorstand bij voorrangsregeling
Met deze functie kan op de RTR-weergavepagina van het apparaat de ventilatorstand
handmatig vooraf worden geselecteerd. De Fan Coil-actor resp. de ventilatorregeling wordt
daarvoor in de voorrangsregeling gezet.
Belangrijk: Afhankelijk van de gebruikte actor is een 1 of een 0 vereist om de
voorrangsregeling te activeren.
Dit gedrag is instelbaar; zie parameter Ventilator omschakelen tussen auto en voorrang op de
parameterpagina Ventilatorstanden.
Zendgedrag bij voorrangsregeling met Fan Coil-actor FCA 1, FCA 2 (voorrang = 1)50:
Het object Ventilator voorrang/auto - zenden zendt een 1 Fan Coil-actor en activeert zo de
voorrangsregeling.
Het object Ventilatorstand in voorrangsregeling - zenden zendt de stelgrootte voor de
geselecteerde ventilatorstand volgens de ingestelde drempelwaarde.
In de Fan Coil-actor wordt deze stelgrootte (volgens de daar ingestelde drempelwaarden) als
ventilatorstand tussen 0 en 3 overgenomen.
Belangrijk: De gezonden voorrangsregelingswaarde moet altijd iets hoger zijn dan de
drempelinstelling van de Fan Coil-actor.
Voorbeeld:
Drempelwaarde voor
ventilatorstand
Ingestelde waarden bij
iON 108
Aanbevolen waarden
Voor FCA 1 resp. FCA 2
1
20 %
10 %
2
50 %
40 %
3
80 %
70 %
Wordt met de drukknop de ventilatorstand 2 geselecteerd, dan wordt de
stelgrootte 50% gezonden.
Omdat de drempelwaarde voor stand 2 in de Fan Coil-actor op 40% is ingesteld, wordt de
ontvangen stelgrootte van 50% ondubbelzinnig aan de ventilatorstand 2 toegewezen en door
de ventilator overgenomen.
50 Voorrang = 1, formaat ventilatorstandtelegrammen = procent
Bijlage
iON 108 KNX 97
8.6 Temperatuurregeling
8.6.1 Inleiding
Als het apparaat niet als schakelende regelaar is geconfigureerd, kan deze naar keuze als P- of
als PI-regelaar worden geparametreerd, waarbij de voorkeur uitgaat naar de PI-regeling.
Bij de proportionele regelaar (P-regelaar) wordt de stelgrootte statisch aan de regelafwijking
aangepast.
De proportionele integraalregelaar (PI-regelaar) is veel flexibeler, d.w.z. hij regelt dynamisch,
sneller en nauwkeuriger.
Om de werking van beide temperatuurregelaar uit te leggen, wordt in het volgende voorbeeld
de te verwarmen ruimte met een vat vergeleken
De ruimtemperatuur komt overeen met de vulstand van het vat.
Het thermisch vermogen van de radiatoren komt overeen met de wateraanvoer.
De warmteverliezen van de ruimte worden door een afvoer weergegeven.
In ons voorbeeld wordt als uitgegaan van een maximale aanvoerhoeveelheid van 4 liter per
minuut, wat tegelijkertijd overeenkomst met het maximale thermisch vermogen van de radiator.
Dit maximale vermogen wordt bij een stelgrootte van 100% bereikt.
Dienovereenkomstig zou bij een stelgrootte van 50% slechts nog de helft van de
waterhoeveelheid, d.w.z. 2 liter per minuut, in ons vat stromen.
De bandbreedt is 4 l.
Dit betekent dat de regelaar met 100% zal regelen zolang de werkelijke waarde kleiner is dan of
gelijk is aan (21 l 4 l) = 17 l.
Taak:
Gewenste vulhoeveelheid:
21 liter (= gewenste waarde)
Vanaf welke waarde moet de aanvoer geleidelijk worden verminderd om te voorkomen dat het
vat overstroomt? :
4 l onder de gewenste vulhoeveelheid, d.w.z. bij 21 l - 4 l = 17 l (= bandbreedte)
Uitgangsvulhoeveelheid
15 l (= werkelijke waarde)
Het verlies is 1 l/minuut
Bijlage
iON 108 KNX 98
8.6.2 Gedrag van de P-regelaar
Max. 4l/Min.
Bandbreite
Sollwert
Istwert
17l
21l
15l
Verluste
1l/Min
Als de vulhoeveelheid 15 l is, bedraagt de regelafwijking 21 l 15 l = 6 l
Omdat onze werkelijke waarde onder de bandbreedte ligt, zal de regelaar de aanvoer met 100%
d.w.z. met 4 l/minuut regelen.
De aanvoerhoeveelheid (= stelgrootte) wordt berekend aan de hand van de regelafwijking
(gewenste waarde werkelijke waarde) en de bandbreedte.
stelgrootte = (regelafwijking/bandbreedte) x 100
Aan de hand van de volgende tabellen worden de reactie en daardoor ook de grenzen van de P-
regelaar duidelijk.
Tabel 1
Vulstand
Stelgrootte
Aanvoer
Verliezen
Toename vulstand
15 l
100%
4 l/min
1 l/min
3 l/min
19 l
50%
2 l/min
1 l/min
20 l
25%
1 l/min
0 l/min
In de laatste regel kan men zien dat de vulstand niet meer kan toenemen omdat de aanvoer net
zoveel water laat toestromen als er door verliezen kan wegstromen.
Het gevolg is een blijvende regelafwijking van 1 l; de gewenste waarde kan nooit worden
bereikt.
Als de verliezen 1 l hoger zouden zijn, dan zou de blijvende regelafwijking met dezelfde waarde
stijgen en de vulstand zou de 19 l-markeirng nooit overschrijden.
In een ruimte zou dit betekenen dat de regelafwijking met dalende buitentemperatuur
toeneemt.
Bijlage
iON 108 KNX 99
P-regelaar als temperatuurregelaar
Net zoals in het voorafgaande voorbeeld gedraagt zich de P-regelaar bij een
verwarmingsregeling.
De gewenste temperatuur (21°C) kan nooit helemaal worden bereikt.
De blijvende regelafwijking wordt hoger naarmate de warmteverliezen stijgen, d.w.z. naarmate
de buitentemperaturen dalen.
Bijlage
iON 108 KNX 100
8.6.3 Gedrag van de PI-regelaar
In tegenstelling tot de pure P-regelaar werkt de PI-regelaar dynamisch.
Bij dit type regelaars blijft de stelgrootte ook bij constante afwijking niet ongewijzigd.
Eerst zendt de PI-regelaar dezelfde stelgrootte als de P-regelaar, maar deze wordt steeds meer
verhoogd hoe langer de gewenste waarde niet wordt bereikt.
Deze verhoging vindt tijdgestuurd gedurende de zogenaamde integratietijd plaats.
De stelgrootte wordt bij deze berekening pas dan niet meer gewijzigd als de gewenste waarde
en de werkelijke waarde gelijk zijn.
Daardoor ontstaat in ons voorbeeld een evenwicht tussen aanvoer en afvoer.
Een goede regeling hangt af van de afstemming van bandbreedte en integratietijd op de
ruimte die moet worden verwarmd.
De bandbreedte beïnvloedt de stapgrootte van de stelgrootteverandering:
Grote bandbreedte: fijnere stappen bij de stelgrootteverandering.
De integratietijd beïnvloedt de reactietijd op temperatuurveranderingen:
Lange integratietijd = langzame reactie.
Een slechte afstemming kan ertoe leiden dat hetzij de gewenste waarde wordt
overschreden (slingereffect), hetzij de regelaar te lang nodig heeft om de gewenste
waarde te bereiken.
Normaal gesproken worden met de standaardinstellingen of met de instellingen via het
installatietype de beste resultaten bereikt.
8.7 Constante en schakelende regeling
Een schakelende (2-punts)regeling kent slechts 2 toestanden: AAN of UIT.
Een constante regeling werkt met een stelgrootte tussen 0% en 100% en kan daardoor de
energietoevoer precies doseren. Zo wordt een aangename en nauwkeurige regeling verkregen.
Tabel 2: Overzicht regelfuncties
Bedrijfsmodus / trap
Soort regeling
Hysteresis
Verwarmen
2-punts- / PI-regelaar
positief
Koelen
2-punts- / PI-regelaar
negatief
tweede trap
2-punts- / P-regelaar
negatief
Bijlage
iON 108 KNX 101
8.8 Hysteresis
De hysteresis bepaalt het verschil tussen de in- en uitschakeltemperatuur bij een
regelaar.
Deze kan zowel positief als negatief zijn.
Bij een combinatie van verwarmings- en koelregeling beïnvloedt deze de omvang van de dode
zone.
Zonder hysteresis zou de regelaar ononderbroken worden in- en uitgeschakeld zolang de
temperatuur in het bereik van gewenste waarde zou liggen.
8.8.1 Negatieve hysteresis:
Verwarming: Er wordt net zolang verwarmd totdat de gewenste waarde is bereikt.
Daarna wordt de verwarming pas weer ingeschakeld als de temperatuur tot onder de drempel
„Gewenste waarde hysteresis“ is gedaald.
Koeling: Er wordt net zolang gekoeld totdat de drempel „gewenste waarde hysteresis“ wordt
bereikt.
Daarna wordt deze pas weer ingeschakeld als de temperatuur tot boven de gewenste waarde is
gestegen.
Voorbeeld tweede trap verwarming:
Tweede trap met een gewenste waarde van 20 °C, een hysteresis van 0,5 K en een
ruimtetemperatuur van 19 °C.
De tweede trap is ingeschakeld en schakelt pas uit als de gewenste waarde (20 °C) is bereikt.
De temperatuur daalt en de tweede trap wordt pas bij 20 °C-0,5K= 19,5 °C weer ingeschakeld.
Voorbeeld koeling:
Koeling met een gewenste waarde van 25 °C, een hysteresis van 1°C en een ruimtetemperatuur
van 27 °C.
De koeling is ingeschakeld en wordt pas bij het bereiken van een temperatuur
van 24 °C (25 °C 1 °C) weer uitgeschakeld.
Zodra de temperatuur 25 °C overschrijdt, wordt deze opnieuw ingeschakeld.
8.8.2 Positieve hysteresis
Er wordt net zolang verwarmd totdat de temperatuur de drempelwaarde „Gewenste waarde +
hysteresis“ heeft bereikt.
Daarna wordt de verwarming pas weer ingeschakeld als de temperatuur tot onder de gewenste
waarde is gedaald.
Voorbeeld verwarming:
Verwarming met een gewenste waarde van 20 °C, een hysteresis van 1 °C en een
ruimtetemperatuur van 19 °C.
De verwarming is ingeschakeld en wordt pas bij het bereiken van een temperatuur van 21 °C
(= 20 °C + 1 °C) weer uitgeschakeld.
Zodra de temperatuur tot onder 20 °C daalt, wordt deze opnieuw ingeschakeld.
Bijlage
iON 108 KNX 102
8.9 Dode zone
De dode zone is een buffer tussen verwarmen en koelen.
In deze dode zone wordt verwarmd noch gekoeld.
Zonder deze bufferzone zou de installatie constant tussen verwarmen en koelen schakelen.
Zodra de temperatuur tot onder gewenste waarde zou zijn gedaald, zou de verwarming worden
geactiveerd. Als de gewenste waarde dan nauwelijks zou zijn bereikt, zou de koeling starten,
waardoor de temperatuur weer tot onder de gewenste waarde daalt en de verwarming weer
wordt ingeschakeld.
Afhankelijk van de soort regeling kan de dode zone met de waarde van de hysteresis worden
verhoogd.
Situatie 1: Verwarmen en koelen met constante regeling
Gewenste waarde koelen 24
°C
DODE ZONE 4 K
Gewenste waarde
verwarmen 20 °C
De dode zone (4 K) wordt niet beïnvloed.
Situatie 2: Verwarmen met 2-puntsregeling en koelen met constante regeling
Gewenste waarde koelen 25
°C DODE ZONE 4 K
Gewenste waarde
verwarmen 20 °C
Hysteresis verwarmen 1 K
De dode zone (4 K) wordt met de waarde van de hysteresis (1 K) verhoogd en verschuift de
gewenste waarde voor koelen naar 25 °C.
Situatie 3: Verwarmen met constante regeling en koelen met 2-puntsregeling
Gewenste waarde koelen 25
°C Hysteresis koelen 1 K
DODE ZONE 4 K
Gewenste waarde
verwarmen 20 °C
De dode zone (4 K) wordt met de waarde van de hysteresis (1 K) verhoogd en verschuift de
gewenste waarde voor koelen naar 25 °C.
Bijlage
iON 108 KNX 103
Situatie 4: Verwarmen en koelen met 2-puntsregeling
Gewenste waarde koelen 26
°C
Hysteresis koelen 1 K
DODE ZONE 4 K
Gewenste waarde
verwarmen 20 °C
Hysteresis verwarmen 1 K
De dode zone (4 K) wordt met de waarde van beide hystereses (2K) verhoogd en verschuift de
gewenste waarde voor koelen naar 26 °C.
Bijlage
iON 108 KNX 104
8.10 Bedrijfsmodusselectie
8.10.1 Prioriteiten bij de bedrijfsmodusselectie
De bedrijfsmodusselectie tussen comfort, stand-by, nachtmodus en vorstbeveiliging kan op
3 verschillende manieren plaatsvinden:
Via het object Voorselectie van de bedrijfsmodus
Handmatig op het apparaat
Via de scèneregeling
Daarbij hebben alle 3 mogelijkheden hetzelfde prioriteitsniveau.
In principe geldt: de laatste instructie overschrijft de voorgaande.
Uitzondering: Vorstbeveiliging via raamcontact heeft voorrang boven alle andere
bedrijfsmodi.
Bij de selectie van de parameter Aanwezigheidstoets geldt bovendien:
Wordt, bij geactiveerd aanwezigheidsobject, een nieuwe bedrijfsmodus op het object ontvangen
(Voorselectie bedrijfsmodus), dan wordt deze overgenomen en wordt het aanwezigheidsobject
gereset (alleen bij aanwezigheidstoets).
De ontvangst van dezelfde bedrijfsmodus zoals vóór de aanwezigheidsstatus
(bijv. door cycl. zenden) wordt genegeerd.
Wordt in de Nacht-/vorstbeveiligingsmodus het aanwezigheidsobject geactiveerd, dan wordt dit
na afloop van de geparametreerde comfortverlenging gereset (zie hieronder).
Wordt het aanwezigheidsobject in de Standbymodus geactiverd, dan wordt de bedrijfsmodus
Comfort zonder tijdsbeperking overgenomen.
Bijlage
iON 108 KNX 105
8.10.2 Bepaling van de actuele bedrijfsmodus
De actuele gewenste waarde kan door het kiezen van de bedrijfsmodus aan de betreffende
eisen worden aangepast.
De bedrijfsmodus kan via de objecten Voorselectie bedrijfsmodus, Aanwezigheid en Raamstand
worden bepaald.
Obj. Voorselectie
bedrijfsmodus
Obj.
Aanwezigheid
Obj.
Raamstand
Obj. Actuele
bedrijfsmodus
willekeurig
willekeurig
1
Vorst-/thermische
beveiliging
willekeurig
1
0
Comfort
Comfort
0
0
Comfort
Stand-by
0
0
Stand-by
Nacht
0
0
Nacht
Vorst-/thermische
beveiliging
0
0
Vorst-/thermische
beveiliging
Typische toepassing:
Met behulp van een schakelklok (bijv. TR 648) wordt via het object Bedrijfsmodus 's morgens de
bedrijfsmodus „Comfort“ en 's avonds de bedrijfsmodus „Nacht“ geactiveerd.
Tijdens de vakantie wordt via een ander kanaal van de schakelklok vorst-
/overtemperatuurbeveiliging eveneens via hetzelfde object gekozen.
Het object Aanwezigheid wordt met een aanwezigheidsmelder verbonden. Wordt aanwezigheid
gedetecteerd, dan schakelt de regelaar over naar de bedrijfsmodus Comfort (zie tabel).
Het object Raamstatus wordt via de bus met een raamcontact verbonden (ext. ingang).
Zodra een raam wordt geopend, schakelt de regelaar over naar de bedrijfsmodus
Vorstbeveiliging.
Bijlage
iON 108 KNX 106
Bepalen van de bedrijfsmodus bij gebruik van een aanwezigheidsmelder
Voorselectie van de
bedrijfsmodus door..
Toets
Laatste
command
o geldt
Object
Voorselectie
bedrijfsmodus
Scène
Bedrijfsmodus
na download
Leidt tot..
Vorstbeveiliging
Nacht
Aanwezi
gheid
Stand-by
0
Raam
Comfort
0
1
Actuele
Bedrijfsmod
us
1
Vorstbeveiliging
Bijlage
iON 108 KNX 107
8.11 Bepaling van de gewenste waarde
8.11.1 Berekening van de gewenste waarde bij verwarmen
Zie ook: Gewenste basiswaarde en actuele gewenste waarde
Actuele gewenste waarde bij verwarmen:
Bedrijfsmodus
Actuele gewenste waarde
Comfort
Gewenste basiswaarde +/- verschuiving van de gewenste
waarde
Stand-by
Gewenste basiswaarde +/- verschuiving van de gewenste
waarde – verlaging in stand-by-modus
Nacht
Gewenste basiswaarde +/- verschuiving van de gewenste
waarde – verlaging in de Nachtmodus
Vorst-
/overtemperatuurbeveiliging
geparametreerde gewenste waarde voor de
Vorstbeveiligingsmodus
Voorbeeld: verwarmen in de bedrijfsmodus Comfort.
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Gewenste waarden
Gewenste basiswaarde na reset
21 °C
Verlaging in stand-by-modus
(bij verwarmen)
2 K
Gewenste waarden
verwarmen
Maximaal geldige verschuiving van gewenste
waarde
+/- 2 K
De gewenste waarde werd eerder met de + toets met 1 K verhoogd.
Berekening:
actuele gewenste waarde = gewenste basiswaarde + verschuiving van de gewenste
waarde
= 21 °C + 1 K
22 °C
Wordt omgeschakeld naar de Standbymodus, dan wordt de huidige gewenste waarde als volgt
berekend:
Actuele gewenste waarde = gewenste basiswaarde + verschuiving van de gewenste waarde
verlaging in de Standbymodus
= 21°C + 1K 2K
= 20°C
Bijlage
iON 108 KNX 108
8.11.2 Berekening van de gewenste waarde bij koelen
Actuele gewenste waarde bij koelen:
Bedrijfsmodus
Actuele gewenste waarde
Comfort
Gewenste basiswaarde + verschuiving van de gewenste waarde
+ dode zone
Stand-by
Gewenste basiswaarde + verschuiving van de gewenste waarde
+ dode zone + verhoging in de Standbymodus
Nacht
Gewenste basiswaarde + verschuiving van de gewenste waarde
+ dode zone + verhoging in nachtmodus
Vorst-
/overtemperatuurbeveiliging
Geparametreerde gewenste waarde voor de
Overtemperatuurbeveiligingsmodus
Voorbeeld: Koelen in de bedrijfsmodus Comfort.
De ruimtetemperatuur is te hoog, de regelaar is op koelen omgeschakeld
Parameterpagina
Parameter
Instelling
Gewenste waarden
verwarmen
Maximaal geldige verschuiving
van gewenste waarde
+/- 2 K
Gewenste basiswaarde na
laden van de applicatie
21 °C
Gewenste waarden koelen
Dode zone tussen verwarmen
en koelen
2 K
Anhebung im Standby-Betrieb
(bij koelen)
2 K
De gewenste waarde werd eerst op het apparaat met 1 K verlaagd.
Berekening:
Actuele gewenste waarde = gewenste basiswaarde + verschuiving van de gewenste
waarde + dode zone
= 21°C - 1K + 2K
= 22°C
Een overschakeling naar de Standbymodus zorgt voor een verdere verhoging van de gewenste
waarde (energiebesparing) en leidt tot de volgende gewenste waarde.
Gewenste waarde = gewenste basiswaarde + verschuiving van de gewenste waarde + dode
zone + verhoging in de Standbymodus
= 21°C - 1K + 2K + 2K
= 24°C
Bijlage
iON 108 KNX 109
8.12 Verschuiving van de gewenste waarde
Met deze functie kan de gebruiker de ruimtetemperatuur individueel, indien nodig, verhogen
resp. verlagen.
De actuele gewenste waarde kan via het object Handmatige verschuiving van de gewenste
waarde of met het stelwiel worden verschoven.
Zie parameter Functie van het stelwiel.
De grenzen van de verschuiving worden op de parameterpagina Gewenste waarden met de
parameter Maximaal geldige verschuiving van de gewenste waarde bepaald.
De verschuiving wordt altijd gerelateerd aan de gewenste basiswaarde en niet op de actuele
gewenste waarde.
Voorbeeld Gewenste basiswaarde 21 °C, Functie van het stelwiel = gewenste basiswaarde:
Als de waarde +2 K wordt ontvangen, wordt de nieuwe gewenste waarde als volgt berekend:
21 °C + 2 K = 23 °C.
Om de gewenste waarde daarna op 22 °C te brengen, wordt opnieuw het verschil ten opzichte
van de ingestelde gewenste basiswaarde (hier op het stelwiel, 21 °C) naar het object gezonden;
in dit geval 1 K
(21 °C + 1 K = 22 °C).
Zie object Handmatige verschuiving van de gewenste waarde / verschuiving van de gewenste
waarde met stelwiel.
Bijlage
iON 108 KNX 110
8.13 Gewenste basiswaarde en actuele gewenste waarde
De gewenste basiswaarde dient als standaardtemperatuur voor de bedrijfsmodus Comfort en
als referentietemperatuur voor de verlaging bij de bedrijfsmodi Standby en Nacht.
De gewenste basiswaarde kan direct met het stelwiel of via het object Gewenste basiswaarde
vooraf worden ingesteld (zie parameter Functie van het stelwiel).
De geparametreerde gewenste basiswaarde (zie Gewenste basiswaarde na laden van de
applicatie) wordt in het object Gewenste basiswaarde opgeslagen en kan via de bus, door het
zenden van een nieuwe waarde naar dit object altijd worden gewijzigd (alleen wanneer Functie
van het stelwiel = handmatige verschuiving).
Na het resetten (terugkeer van de busspanning) wordt de laatst gebruikte gewenste
basiswaarde hersteld.
De actuele gewenste waarde is de gewenste waarde waarop werkelijk wordt geregeld. Het is
het resultaat van alle regelfunctieafhankelijke verlagingen en verhogingen van alle bedrijfsmodi.
Voorbeeld: Bij een gewenste basiswaarde van 22 °C en een verlaging in de Nachtmodus van 4 K
is (in de Nachtmodus) de actuele gewenste waarde: 22 °C 4 K = 18 °C. Overdag (in de
comfortmodus) is de actuele gewenste waarde 22 °C (bij verwarmen).
De vorming van de actuele gewenste basiswaarde kan in het blokschakelschema op de volgende
pagina worden bekeken:
Links staat de gewenste basiswaarde die via het object vooraf of op het apparaat werd
ingesteld.
Rechts staat de actuele gewenste waarde, d.w.z. de waarde waarop de ruimtetemperatuur
werkelijk wordt geregeld.
Zoals uit het blokschema blijkt, hangt de actuele gewenste waarde af van de bedrijfsmodus (5)
en van de gekozen regelfunctie (4).
De grenzen van de gewenste basiswaarden (2) voorkomen een verkeerde voorinstelling van de
gewenste basiswaarde op het
object. Dit zijn de volgende parameters:
Minimaal geldende gewenste basiswaarde
Maximaal geldende gewenste basiswaarde
Ligt de gewenste waarde vanwege een verschuiving van de gewenste waarde buiten de
geparametreerde waarden voor de vorst- en overtemperatuurbeveiliging, dan wordt deze door
de veiligheidsbeperkingen (11) tot deze waarden beperkt.
Bijlage
iON 108 111
8.13.1 Berekening van de gewenste waarde
1
Vooraf ingevoerde gewenste basiswaarde van object of stelwiel (alleen RAMSES
718 P)
7
De gewenste waarde wordt door de gewenste waarde voor de
Vorstbeveiligingsmodus vervangen
2
Max. en min. geldige gewenste basiswaarden
8
De gewenste waarde wordt door de gewenste waarde voor de
Overtemperatuurbeveiligingmodus vervangen
3
Handmatige verschuiving van de gewenste waarde
9
Gewenste waarde volgens bedrijfsmodusafhankelijke verlagingen
4
Omschakeling tussen verwarmen of koelen: automatisch of via object
10
Gewenste waarde volgens bedrijfsmodusafhankelijke verhogingen
5
Keuze van de bedrijfsmodus, door opertor, object, schakelprogramma resp.
scène.
11
De grenzen voor de vorst- en overtemperatuurbeveiliging moeten in acht
worden genomen
6
De gewenste waarde wordt bij koelen met de waarde van de dode zone
verhoogd
12
Actuele gewenste waarde volgens door gebruik veroorzaakte verhogingen,
verlagingen en begrenzingen
+ / -
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Veiligheids-
beperkingen
Actuele gewenste
waarde
Comfort
- Stand-by
- Nacht
Vorstbeveiliging
+ Stand-by
+ Nacht
Overtempera-
tuurbeveiliging
Comfort
Bedrijfsmodus/scène
Verwarmen
Koelen
+ dode zone
Verwarmen/koelen
Gewenste
basiswaarde
Beperkingen
basisstreeftempe
t
Handmatige
verschuiving
van de
t
Versie-informatie
iON 108 112
9 Versie-informatie
Een firmware update is mogelijk met de ETS app "Theben Update Tool".
Apparaten vanaf versie
Wijziging
Alleen voor apparaten met firmware vanaf
V1.1.0 en applicatieprogramma vanaf V2.0.
Bij de functie Waarde weergeven, overige objecttypen
Schakelen (1 bit) en teksten voor ON en OFF
Waarde 0-255 (1 byte)
Percentage (1 byte)
Waarde -32768…32767 DPT8.x (2 byte)
Waarde 0-65535 (2 byte)
Nieuwe parameters voor
Bluetooth activeren
Ruimtethermostaat (RTR) activeren
RTR weergave en bediening op het apparaat
Bij de functie Schakelen, twee nieuwe telegramtypen
boven UIT / onder UIT
boven AAN / onder AAN
Nieuwe functie, regelaar-nevenaansluiting
Bereiken voor verlaging resp. verhoging in de nacht-
resp. stand-bymodus uitgebreid tot 0K tot 8K
Lang indrukken vanaf + 1,5 s .. 3s
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

THEBEN iON 108 KNX Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor