Indesit DVG 623 BK Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

AFWASAUTOMAAT
DVG 623
DVGN 623
Inhoud
Installatie, 46-47
Plaatsing en nivellering
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Technische gegevens
Beschrijving van het apparaat, 48
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 49
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Starten en gebruik, 50
Het starten van de afwasautomaat
Het afwasmiddel toevoegen
Afwasopties*
Programmas, 51
Tabel van de programma’s
Glansmiddel en zout, 52
Het glansmiddel toevoegen
Het zout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 53
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 54
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Storingen en oplossingen, 55
Dutch, 45
N L
Gebruiksaanwijzing
46
NL
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
toekomstige raadpleging. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u
dit boekje bij het apparaat te bewaren.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie,
gebruik en veiligheid.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal
houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar
achteren kantelen.
Plaatsing en nivellering
1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer
dat het geen schade heeft geleden tijdens het
transport.
Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet
aansluiten maar de dealer inschakelen.
2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de
achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de
wand worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook
onder het aanrecht worden ingebouwd *(
zie
Installatieblad
).
3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en
stevige vloer. Compenseer eventuele
onregelmatigheden door de pootjes los- of vast te
draaien, totdat het apparaat horizontaal staat (het
mag niet meer dan 2 graden hellen). Een correcte
nivellering geeft stabiliteit en voorkomt trillingen,
geluiden en verplaatsingen.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het
elektrische en hydraulische systeem mag alleen
door erkende technici worden uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of
de elektrische voedingskabel worden geplaatst.
De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van
het water, en de elektrische voedingskabel kunnen
voor een betere installatie zowel naar rechts of naar
links worden gericht (
zie afbeelding
).
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de
toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van
3/4 gas; voordat u hem vastschroeft moet u het
water laten lopen totdat het compleet helder is.
Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het
apparaat doen verstoppen.
Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een
centrale verwarming is met radiatoren kan de
afwasautomaat worden voorzien met warm water
mits dit water niet warmer is dan 60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven
voor de koudwateraansluiting.
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend
is, dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of
tot een erkende monteur (
zie Service
).
De waterdruk moet zich bevinden tussen de
waarden die staan vermeld in de tabel met
Technische gegevens (
zie onder
).
Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of
samengedrukt.
Lekkagebeveiliging
Om te garanderen dat er geen lekkages worden
veroorzaakt is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer
onderbreekt in geval van storingen of lekkages van
binnenuit.
- voorzien van het veiligheidssysteem
Water Stop
*;
oftewel hij is voorzien van een watertoevoerbuis
bestaande uit een externe transparante buis en een
interne rode buis: beide buizen kunnen een erg
hoge druk verdragen. In het geval de binnenste
buis kapotgaat, zal de buitenste hardrood worden
en zal het water hierdoor vloeien, zodat lekkages
worden vermeden.
Het is heel belangrijk om geregeld de externe buis
te controleren: als u ziet dat hij hardrood is
geworden, moet hij zo spoedig mogelijk worden
vervangen door de erkende Technische Dienst (
zie
Service
).
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Installatie
47
NL
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Verbindt de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan
een afvoerleiding met een minimum doorsnede van
4cm. U kunt hem ook op de rand van een wasbak of
een badkuip hangen; het vrije uiteinde van de
afvoerbuis mag niet onder water liggen.
De speciale plastic elleboogpijp* zorgt ervoor dat u
hem goed vast kunt
zetten: bevestig de
elleboogpijp goed aan
de muur om te
voorkomen dat de
afvoerbuis beweegt en
het water lekt.
Het deel van de buis
dat is aangegeven met
de letter A moet zich
op een hoogte van
tussen de 40 en de 100 cm van de grond bevinden
(
zie afbeelding
).
Er wordt afgeraden verlengbuizen te gebruiken.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet
u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale
vermogen van het apparaat te dragen. Dit
vermogen wordt aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur (
zie Beschrijving
van de afwasautomaat
);
de spanningswaarden zich bevinden tussen de
waarden die staan aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u
een bevoegde monteur inschakelen om de
stekker te laten vervangen (
zie Service
); gebruik
geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact
makkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
De kabel moet geregeld worden gecontroleerd en
mag alleen door bevoegde monteurs worden
vervangen (
zie Service
).
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk
voor de eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir
volledig met water vullen en ongeveer 2 kg zout
toevoegen (
zie Glansmiddel en zout
): het is normaal
dat er tijdens deze handeling water overloopt. Het is
ook normaal dat ondanks het toevoegen van het
zout, het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* voor
enkele afwasbeurten zal blijven knipperen.
Anticondensstrip*
Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent
u de deur en plakt u de doorzichtige plakstrip
onder het houten werkvlak, zodat u het beschermt
tegen eventuele condens.
A
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit
12 bordensets
Waterdruk toevoer
30 Kpa ÷ !Mpa (0,3 ÷ 10 bar)
4,3 psi – 145 psi
Netspanning
Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermog
en
Zie typeplaatje
Zekering
Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet aan
de volgende EU richtlijnen:
- 73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen
- 97/17/EG (Etikettering)
- 2002/96/EC
48
NL
Algemeen aanzicht
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelen hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Bestekkorf
8. Filter
9. Zoutreservoir
10. Bakje voor afwasmiddel en
glansmiddelreservoir
11. Typeplaatje
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
3
2
4
5
7
9
10
8
11
1
6
HOOFDWAS
DROGEN
SPOELEN
VOORWAS
Controlelampje
ON/OFF
Toets
ON/OFF
Controlelampjes
VERLOOP WASCYCLE
Knop
PROGRAMMAKEUZE
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Toets
START/RESET
Controlelampje
ZOUT TOEVOEGEN*
49
NL
Als het rek voorzien is van click
clack handvaten* (
zie afbeelding
),
moet u ze naar beneden of naar
boven trekken om de hoogte te
regelen.
Voorbeelden van het inladen van het bovenrek
Voorbeelden van het inladen van het onderrek
Opklaprekjes Just you
**
Deze speciale opklaprekjes dienen voor het plaatsen van
mokken en kopjes. Lepels,
vorken en messen kunnen in
de speciale gleuven worden
geplaatst. Wijnglazen kunnen
met de steel in de gleuven
aan de opklaprekjes worden
opgehangen.
Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat
Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn
of met delen die vastgelijmd zijn.
Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin.
Niet hittebestendige plastic voorwerpen.
Antiek of handbeschilderd porselein.
Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een
fijn programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het
niet in contact komt met andere metalen.
Als u vaatwerk of bestek koopt raden wij u aan te
controleren of het geschikt is voor de afwasautomaat.
Het reinigen van de handvaten *
Om de handvaten van het boven- en onderrek te reinigen:
verwijder de twee bevestigingsdoppen, verwijder de
handvaten, was ze onder het stromend water en bevestig
ze weer op het rek met de dopjes.
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen, aangekoekte pannen en steelpannen in water
laten weken en glazen en bekers legen. Nadat u alles heeft
ingeladen moet u controleren of de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien.
Onderrek
Plaats hier de vaat die moeilijker te reinigen is volgens de
Inlaadvoorbeelden
en met behulp van de opklaprekjes*.
Dienschalen en deksels: aan de zijkanten van het rek.
Pannen en slabakken: altijd ondersteboven.
Diepe pannen of schalen: schuin.
Om betere was- en droogprestaties te garanderen, is het
oppervlak van het onderrek ruwer dan dat van het
bovenrek.
Bestekkorf
De bestekkorf verschilt aan de hand van het model
afwasautomaat.
Messen en scherpe gebruiksvoorwerpen moeten in de
bestekkorf worden geplaatst, met de punt naar beneden.
Om het middenstuk in tweeën te delen* moet u het
handvat loshalen. De twee zijelementen* kunnen worden
losgemaakt en aan het boven- of onderrek worden
vastgehaakt.
De twee roosters* kunnen op de korf worden bevestigd
om het bestek gescheiden te houden: voeg het bestek in
de openingen met de handvaten naar beneden gericht.
Bovenrek
Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes,
mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage,
niet zo vuile pannen, zoals beschreven in de
Inlaadvoorbeelden
.
Lichte vaat: plaats deze voorwerpen zodanig dat ze
niet verplaatst worden door de waterstralen.
Mokken en kopjes: plaats deze op de opklaprekjes**.
Lange en scherpe messen, opschepbestek: op de
opklaprekjes**.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen
verdelen, kunt u het bovenrek
hoger of lager zetten:
open de grendeltjes van de rails
aan de rechter- en aan de
linkerkant en haal het rek naar
buiten; plaats het boven of onder
en schuif het over de rails totdat
ook de voorste wieltjes erin zitten;
sluit vervolgens de grendeltjes (
zie afbeelding
).
1
2
3
4
Het laden van de rekken
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
** Variabele aantallen en standen.
50
NL
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Druk op de ON-OFF knop: het controlelampje gaat aan.
3. Open de deur en doseer het afwasmiddel (
zie onder
).
4. Laad de rekken in (
zie Het laden van de rekken
) en sluit
de deur.
5. Kies het gewenste afwasprogramma naar gelang het soort
vaatwerk en hoe vuil het is (
zie de tabel
) door met de klok
mee aan de knop PROGRAMMAKEUZE te draaien.
6. Start het programma door op de START/RESET knop te
drukken: de controlelampjes VOORTGANG CYCLE geven
het verloop van het programma aan:
Voorwas, Hoofdwas, Spoelen, Drogen.
7. Aan het einde van de afwas gaat het controlelampje van
het Spoelen knipperen.
8. Schakel de machine uit door te drukken op de knop
ON-OFF. Doe de waterkraan dicht en haal de stekker uit
het stopcontact.
9. Open de deur en wacht enkele minuten voordat u de vaat
eruit haalt om te voorkomen dat u zich brandt. Laad de
vaat uit beginnend bij het onderrek.
Het veranderen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft gekozen kunt u dit
binnen een minuut van de start veranderen: houd de START/
RESET knop 4 seconden ingedrukt en het controlelampje
VERLOOP CYCLE gaat uit. Kies het nieuwe programma en
start dit door op de START/RESET knop te drukken.
De knop moet met de klok mee worden gedraaid van
programma 1 tot aan programma 5, tegen de klok in van
programma 5 tot aan programma 1.
Het toevoegen van overige vaat
Druk op de toets ON-OFF, open de deur, pas op de
vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de afwasautomaat.
Druk opnieuw op de ON-OFF toets: de wascyclus wordt
hervat.
Accidentele onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het
werd onderbroken als de deur weer wordt dichtgedaan of
wanneer de stroom terugkeert.
Het afwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosering
afwasmiddel die wordt aangegeven door de fabrikant.
Teveel afwasmiddel betekent niet automatisch een
efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed voor het
milieu.
De beste was- en droogprestaties bereikt u met het gebruik
van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloeibaar glans-
spoelmiddel en zout.
bakje A: Wasmiddel hoofdwas
bakje B: Wasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door
middel van de
knop D.
2. Doseer het afwasmiddel
met behulp van de
Tabel
van de programma’s
:
• afwasmiddel in poeder:
bakjes A en B.
• afwasmiddel in tabletten:
in bakje A en op bodem
afwasautomaat.
Wanneer het programma
1 tablet vereist doet u hem in het bakje A en sluit u
het deksel. Wanneer het programma 2 tabletten
vereist, doet u de tweede op de bodem van de
afwasautomaat.
3. Verwijder de wasmiddelresten van de rand van het
bakje en sluit het deksel met een klik.
A
B
D
C
Starten en gebruik
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
51
NL
Tabel van de programmas
N.B.
Om de dosering van het afwasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat:
1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa
1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel circa
De INDESIT afwasautomaten zijn voorzien van een automatisch filterreinigingssysteem dat ervoor zorgt dat
voedselresten het filter niet kunnen verstoppen. Deze handeling kan de duur van de programma's verlengen.
Als de filters erg vuil zijn raakt de afwasautomaat geblokkeerd (
Zie storingen en oplossingen - alarm filters
verstopt
).
 Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Programmas
Het aantal en het soort programma's is verschillend naar gelang het model van de afwasmachine.
Afwasmiddel
(A) = bakje A
(B) = bakje B
Aanwijzingen voor
de
programmakeuze
Programma
Poeder Vloeibaar Tabletten
Voorwas Drogen
Duur van het
programma
(tolerantie ±10%)
Zeer vuile vaat en
pannen (niet voor
breekbare vaat)
Intensief
30 gr (A)
5 gr (B)
30 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
1 (bodem
afwas
automaat)
2:00
Normaal vuile vaat
en pannen. Dagelijks
standaard
programma.
Normaal
30 gr (A) 30 ml (A) 1 (A)
1:12
Ecologisch
wasprogramma met
laag energieverbruik,
geschikt voor
normaal vuile vaat en
pannen. Eco
25 gr (A)
5 gr (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
2:10
Zuinige snelle cyclus
voor niet zo vuile
vaat, direct na
gebruik.
Snel
25 gr (A) 25 ml (A) 30
Voorwas in
afwachting van de
lading van de
volgende maaltijd.
Inweken
12'
52
NL
Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
afwasautomaten zijn bestemd.
Gebruik geen keuken- of industrieel zout.
Als u een multifunctie product gebruikt (2in1,
3in1, 4in1, etc...) is het niet nodig een
glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel
aan zout toe te voegen als het water hard of zeer
hard is. Als u geen zout of glansmiddel toevoegt
is het normaal dat de controlelampjes ZOUT
TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN*
blijven knipperen.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat
door het water van het oppervlak te laten glijden.
Op deze manier voorkomt u strepen en vlekken.
Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
als u door het controlelampje ziet dat het leeg
is (H). Controlelampje licht: glansmiddel
toevoegen; controlelampje donker: voldoende
glansmiddel;
als op het paneel het controlelampje
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* knippert;
1. Open het reservoir door
de dop (G) tegen de klok
in te draaien.
2. Giet het glansmiddel in
het reservoir zonder te
morsen. Als u wel morst,
moet u het product gelijk
met een sponsje
verwijderen.
3. Draai de dop er weer
op. Giet het glansmiddel NOOIT direct in de
machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over de was- of
droogresultaten, kunt u de dosis glansmiddel
afregelen. U kunt met een schroevendraaier aan de
regelaar (F) draaien en kiezen tussen 6 verschillende
standen (de fabrieksinstelling is op stand 4):
als u op de vaat
blauwe strepen aantreft moet
u een lagere stand instellen (1-3).
als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft
moet u een hogere stand instellen (4-6).
Als u multifunctie tabletten gebruikt (2in1, 3in1,
4in1, etc...) en u wilt dat de vaat droger wordt, kunt
u het reservoir in elk geval vullen en instellen op
stand 2.
Het zout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd
controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld
is. Het zout verwijdert het kalk uit het water en
zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag op de vaat
achterblijft. Het zoutreservoir bevindt zich aan de
onderzijde van de afwasautomaat (
zie
Beschrijving
) en moet worden gevuld:
als de groene drijver* niet zichtbaar is wanneer
u de dop van het zoutreservoir bekijkt;
als op het paneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN* knippert;
als er geen controlelampje of groene drijver is:
ongeveer na iedere 30 wasbeurten;
1. Haal het onderrek naar
voren en draai de dop van
het zoutreservoir tegen de
klok in.
2. Alleen voor de eerste
afwasbeurt: vul het reservoir
tot aan de rand met water.
3. Plaats bijgeleverde
trechter op de opening (
zie afbeelding
) en vul het
reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer 2
kg); het is normaal dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter, haal de zoutresten uit de
groeven en schroef de dop weer op zijn plaats,
zodat tijdens het wassen geen wasmiddel in het
reservoir kan komen (de ontkalker zou
onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer u zout toevoegt moet u direct daarna
een wascyclus zonder vaat starten, zodat de
overgelopen zoutoplossing direct wordt verwijderd
en u corrosie voorkomt.
Het regelen van de dosis zout*
Het is mogelijk het zoutverbruik te regelen op basis
van de waterhardheid van uw leefgebied. Dit
gegeven is verkrijgbaar bij uw Gemeentelijke
Waterbedrijf.
1. Schroef het deksel van het
reservoir los.
2. Draai de pijl op de rand (
zie
afbeelding
) richting de + o de - en
baseer u op de volgende tabel:
De ontkalker is in de fabriek ingesteld op +.
Als u multifunctie tabletten gebruikt (2in1, 3in1,
4in1, etc...) kunt u toch het zoutreservoir vullen en
het op - afstellen; als de waterhardheid hoger is
dan 60°fH, dient u het op + te zetten.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
G
H
F
Glansmiddel en zout
Hardheid van het water
°dH °fH °mmol/l
Stand
pijl
Zoutver
bruik (gram/
cyclus)
Autono-
mie
(cycli/2kg)
0 - 10 0 - 17 0 - 1,7 / 0 /
10  25 18  44 1,8  4,4 - 20 60
25  50 45  89 4,5  8,9 MED 40 40
> 50 > 89 > 8,9 + 60 25
53
NL
Water en elektrische stroom afsluiten
Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om
lekkage te voorkomen.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens
reiniging en onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen
worden gereinigd met een natte, niet schurende
doek. Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen.
De vlekken aan de binnenkant van de
afwasautomaat kunnen worden verwijderd met
een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
Laat de deur altijd op een kier om het ophopen
van damp te voorkomen.
Reinig geregeld de afdichtingen rondom de
deur en de wasmiddelbakjes met een vochtige
spons. Zo vermijdt u het ophopen van
etensresten die de hoofdoorzaak zijn van
vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat
er etensresten aan de
sproeiarmen blijven
kleven en de gaatjes
waar water uit komt
verstoppen: u doet er
goed aan ze
regelmatig te
controleren en te
reinigen met een niet-
metalen borsteltje.
Reinigen van de filters
De filters reinigen het waswater van etensresten
en zorgen dat het weer in het watercircuit komt:
voor een beter resultaat moeten de filters
regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
Controleer na het reinigen dat het filter goed op
zijn plaats zit.
De afwasautomaat mag niet zonder filters worden
gebruikt.
 De afwasautomaat mag niet zonder filters of met
een los filter worden gebruikt.
1. Verwijder de filters door het handvat naar boven
te trekken.
2. Reinigen van de filters:
reinig na elke
wasbeurt het halfronde
bord A en de koker B
(u verwijdert ze door
aan het handvat te
trekken). Verwijder de
grootste etensresten
door ze onder het
stromende water af te
spoelen.
de filtergroep moet
eens per maand
grondig worden
schoongemaakt:
halfrond bord A, koker
B en cilindrisch filter C
(wordt verwijderd door
het tegen de klok in te
draaien). Gebruik voor
het reinigen een niet-
metalen borsteltje.
3. Zet de filtergroep weer op zijn plaats totdat u
klik hoort volgens de handelingen 1 en 2, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Als u langere tijd geen gebruik maakt
van de afwasautomaat
Start een wascyclus zonder vaat.
Schakel de elektrische en hydraulische
verbindingen uit.
Laat de deur op een kier staan.
1
A
C
B
2
A
B
C
Onderhoud en
verzorging
54
NL
Het apparaat is ontworpen en gebouwd
overeenkomstig de internationale
veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
geschreven om veiligheidsredenen en moeten
zorgvuldig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-
professioneel gebruik binnenshuis.
Dit apparaat moet worden gebruikt voor het
wassen van huishoudelijke vaat en alleen door
volwassenen volgens de aanwijzingen die terug
zijn te vinden in dit boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het
is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen
en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door
eraan te trekken, maar door hem beet te pakken.
Voordat u de afwasautomaat reinigt of
onderhoud uitvoert moet u de waterkraan
afsluiten en de stekker uit het stopcontact halen.
In het geval van een storing mag u in geen enkel
geval aan de interne mechanismen sleutelen om
een reparatie trachten uit te voeren.
Raak nooit de weerstand aan.
Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat
zou om kunnen vallen.
Houdt was- en glansmiddelen buiten het bereik
van kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Vernietiging van oude electrische
apparaten
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische
apparaten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de
gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool
op het product van de "afvalcontainer met een kruis
erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet
worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en respect voor het
milieu
Water en energie besparen
Start de afwasautomaat alleen als hij volledig
volgeladen is. Als u moet wachten totdat de
afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende
luchtjes vermijden door het programma Inweken
te gebruiken (
zie Programma’s
).
Selecteer een programma wat geschikt is voor
het type vaat en het soort vuil door de
Tabel van
de programma’s
te raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het
programma Eco, dat een laag energie- en
waterverbruik garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de optie
Halve lading (
zie Starten en gebruik
).
Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of
dagen goedkopere tarieven heeft, dient u de
afwasautomaat te gebruiken op deze tijden. De
optie Uitgestelde start* (
zie Starten en gebruik
)
kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te
organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor
en met enzymen.
We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder
fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze
geschikter zijn voor het behoud van het milieu.
Enzymen zorgen voor een effectieve werking op
temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kan u
met afwasmiddelen met enzymen op lage
temperaturen resultaten bereiken die u anders
pas op 65°C zou hebben.
Doseer het afwasmiddel goed op basis van de
aanwijzingen van de fabrikant, van de
waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de
hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te
voorkomen. Ook al zijn ze biologisch
afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen
die het evenwicht van de natuur verstoren.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Voorzorgsmaatregelen en advies
55
NL
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u
zich tot de Service Dienst wendt.
Storingen en oplossingen
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De afwasautomaat
start niet.
De stekker zit niet goed in het stopcontact of het hele huis zit
zonder stroom.
De deur van de afwasautomaat is niet goed dicht.
U heeft een Uitgestelde start ingesteld (zie Starten en gebruik).
De afwasautomaat vult zich
niet met water.
Er zit geen water in de waterleiding.
De watertoevoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afwasautomaat laat het
water niet wegstromen.
Het programma is nog niet beëindigd.
De waterafvoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afvoer van de wasbak is verstopt.
Het filter is verstopt met etensresten.
De afwasautomaat maakt
geluid.
De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen..
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen achter of een
witte aanslag.
Er zit niet genoeg zout in het reservoir of zijn afregeling is niet
toereikend voor de waterhardheid (zie Glansmiddel en zout).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed dicht.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen
achter.
De dosis glansmiddel is te groot.
De vaat is niet droog genoeg.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie
Glansmiddel en zout).
De regeling van het glansmiddel is niet juist.
U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
De vaat is niet schoon.
De rekken zijn te vol geladen (zie Het laden van de rekken).
De vaat is niet goed verdeeld.
De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
Het wasprogramma is te zacht (zie Programmas).
Het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet geschikt (zie
Starten en gebruik).
Het filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
Er is niet genoeg zout (zie Glansmiddel en zout).
Alarm kraan dicht.
(u hoort enkele korte
pieptonen)*
*Alleen aanwezig op bepaalde
modellen.
(de tweede en derde VERLOOP
WASCYCLE controlelampjes
van rechts knipperen).
Open de kraan en het apparaat start na enkele minuten vanzelf.
Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na de
pieptonen*. Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON-OFF,
open de kraan en schakel hem na 20 seconden opnieuw in door
middel van dezelfde toets. Herprogrammeer de afwasautomaat
en start hem opnieuw..
Alarm filters verstopt
(de tweede en vierde VERLOOP
WASCYCLE controlelampjes
van rechts knipperen).
Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON-OFF en reinig de
filters (zie Onderhoud), schakel hem opnieuw in door middel van
dezelfde toets. Herprogrammeer de afwasautomaat en start hem
opnieuw.
Alarm storing aan de
elektromagnetische klep van
de watertoevoer
(het derde VERLOOP
WASCYCLE controlelampje van
rechts knippert).
Schakel het apparaat uit door te drukken op de toets ON-OFF en
schakel het na een minuut weer in. Als het alarm blijft gaan moet
u de waterkraan dichtdraaien om lekkages te vermijden,
vervolgens de stekker uit het stopcontact halen en de
Servicedienst inschakelen.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing NL Dutch, 45 AFWASAUTOMAAT Inhoud Installatie, 46-47 Plaatsing en nivellering Hydraulische en elektrische aansluitingen Technische gegevens Beschrijving van het apparaat, 48 Algemeen aanzicht Bedieningspaneel Het laden van de rekken, 49 Onderrek Bestekkorf Bovenrek Starten en gebruik, 50 DVG 623 Het starten van de afwasautomaat Het afwasmiddel toevoegen Afwasopties* DVGN 623 Programma’s, 51 Tabel van de programma’s Glansmiddel en zout, 52 Het glansmiddel toevoegen Het zout toevoegen Onderhoud en verzorging, 53 Water en elektrische stroom afsluiten Reinigen van de afwasautomaat Vermijden van vervelende luchtjes Reinigen van de sproeiarmen Reinigen van de filters Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat Voorzorgsmaatregelen en advies, 54 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en respect voor het milieu Storingen en oplossingen, 55 Installatie NL  Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren.  Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid.  Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen. Plaatsing en nivellering 1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat het geen schade heeft geleden tijdens het transport. Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten maar de dealer inschakelen. 2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het aanrecht worden ingebouwd *(zie Installatieblad ). 3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige vloer. Compenseer eventuele onregelmatigheden door de pootjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat horizontaal staat (het mag niet meer dan 2 graden hellen). Een correcte nivellering geeft stabiliteit en voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen. Hydraulische en elektrische aansluitingen  Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en hydraulische systeem mag alleen door erkende technici worden uitgevoerd.  De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de elektrische voedingskabel worden geplaatst. De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van het water, en de elektrische voedingskabel kunnen voor een betere installatie zowel naar rechts of naar links worden gericht (zie afbeelding). Aansluiting van de buis voor de watertoevoer • Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van 3/4 gas; voordat u hem vastschroeft moet u het water laten lopen totdat het compleet helder is. Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het apparaat doen verstoppen. • Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een centrale verwarming is met radiatoren kan de afwasautomaat worden voorzien met warm water mits dit water niet warmer is dan 60°C. Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de koudwateraansluiting.  Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur (zie Service ).  De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die staan vermeld in de tabel met Technische gegevens (zie onder).  Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of samengedrukt. Lekkagebeveiliging Om te garanderen dat er geen lekkages worden veroorzaakt is de afwasautomaat: - voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt in geval van storingen of lekkages van binnenuit. - voorzien van het veiligheidssysteem Water Stop*; oftewel hij is voorzien van een watertoevoerbuis bestaande uit een externe transparante buis en een interne rode buis: beide buizen kunnen een erg hoge druk verdragen. In het geval de binnenste buis kapotgaat, zal de buitenste hardrood worden en zal het water hierdoor vloeien, zodat lekkages worden vermeden.  Het is heel belangrijk om geregeld de externe buis te controleren: als u ziet dat hij hardrood is geworden, moet hij zo spoedig mogelijk worden vervangen door de erkende Technische Dienst ( zie Service). *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 46 Aansluiting van de buis op de waterafvoer Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus Verbindt de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4cm. U kunt hem ook op de rand van een wasbak of een badkuip hangen; het vrije uiteinde van de afvoerbuis mag niet onder water liggen. Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met water vullen en ongeveer 2 kg zout toevoegen (zie Glansmiddel en zout): het is normaal dat er tijdens deze handeling water overloopt. Het is ook normaal dat ondanks het toevoegen van het zout, het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* voor enkele afwasbeurten zal blijven knipperen. De speciale plastic elleboogpijp* zorgt ervoor dat u hem goed vast kunt A zetten: bevestig de elleboogpijp goed aan de muur om te voorkomen dat de afvoerbuis beweegt en het water lekt. Het deel van de buis dat is aangegeven met de letter A moet zich op een hoogte van tussen de 40 en de 100 cm van de grond bevinden (zie afbeelding ).  Er wordt afgeraden verlengbuizen te gebruiken. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen. Dit vermogen wordt aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (zie Beschrijving van de afwasautomaat); • de spanningswaarden zich bevinden tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur; • de stekker van het apparaat en het stopcontact overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.  Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn.  De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.  De kabel moet geregeld worden gecontroleerd en mag alleen door bevoegde monteurs worden vervangen (zie Service ).  De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. NL Anticondensstrip* Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak, zodat u het beschermt tegen eventuele condens. Technische gegevens Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 82 diepte cm 57 Capaciteit 12 bordensets Waterdruk toevoer 30 Kpa ÷ !Mpa (0,3 ÷ 10 bar) 4,3 psi – 145 psi Netspanning Zie typeplaatje Totaal opnemingsvermog en Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Deze afwasautomaat voldoet aan de volgende EU richtlijnen: - 73/23/EEG van 19/02/73 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 97/17/EG (Etikettering) - 2002/96/EC *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 47 Beschrijving van het apparaat NL Algemeen aanzicht 1 3 2 4 5 6 9 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Bovenrek Bovenste sproeiarm Opklaprekjes Regelen hoogte rek Onderrek Onderste sproeiarm Bestekkorf Filter Zoutreservoir Bakje voor afwasmiddel en glansmiddelreservoir Typeplaatje 7 8 10 11 Bedieningspaneel DROGEN SPOELEN HOOFDWAS Knop PROGRAMMAKEUZE Controlelampje ON/OFF VOORWAS Controlelampjes VERLOOP WASCYCLE Controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* Toets START/RESET Toets ON/OFF *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 48 Het laden van de rekken  Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten verwijderen, aangekoekte pannen en steelpannen in water laten weken en glazen en bekers legen. Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. Als het rek voorzien is van click clack handvaten* (zie afbeelding), moet u ze naar beneden of naar boven trekken om de hoogte te regelen. Onderrek Plaats hier de vaat die moeilijker te reinigen is volgens de Inlaadvoorbeelden en met behulp van de opklaprekjes*. • Dienschalen en deksels: aan de zijkanten van het rek. • Pannen en slabakken: altijd ondersteboven. • Diepe pannen of schalen: schuin. Om betere was- en droogprestaties te garanderen, is het oppervlak van het onderrek ruwer dan dat van het bovenrek. Voorbeelden van het inladen van het bovenrek Bestekkorf De bestekkorf verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.  Messen en scherpe gebruiksvoorwerpen moeten in de bestekkorf worden geplaatst, met de punt naar beneden. Voorbeelden van het inladen van het onderrek Om het middenstuk in tweeën te delen* moet u het handvat loshalen. De twee zijelementen* kunnen worden losgemaakt en aan het boven- of onderrek worden vastgehaakt. De twee roosters* kunnen op de korf worden bevestigd om het bestek gescheiden te houden: voeg het bestek in de openingen met de handvaten naar beneden gericht. Opklaprekjes Just you** Deze speciale opklaprekjes dienen voor het plaatsen van mokken en kopjes. Lepels, vorken en messen kunnen in de speciale gleuven worden geplaatst. Wijnglazen kunnen met de steel in de gleuven aan de opklaprekjes worden opgehangen. Bovenrek Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes, mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage, niet zo vuile pannen, zoals beschreven in de Inlaadvoorbeelden. • Lichte vaat: plaats deze voorwerpen zodanig dat ze niet verplaatst worden door de waterstralen. • Mokken en kopjes: plaats deze op de opklaprekjes**. • Lange en scherpe messen, opschepbestek: op de opklaprekjes**. Het regelen van de hoogte van het bovenrek Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger of lager zetten: 1 2 open de grendeltjes van de rails aan de rechter- en aan de linkerkant en haal het rek naar 3 buiten; plaats het boven of onder 4 en schuif het over de rails totdat ook de voorste wieltjes erin zitten; sluit vervolgens de grendeltjes (zie afbeelding). • Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn of met delen die vastgelijmd zijn. • Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin. • Niet hittebestendige plastic voorwerpen. • Antiek of handbeschilderd porselein. • Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een fijn programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het niet in contact komt met andere metalen.  Als u vaatwerk of bestek koopt raden wij u aan te controleren of het geschikt is voor de afwasautomaat. Het reinigen van de handvaten * Om de handvaten van het boven- en onderrek te reinigen: verwijder de twee bevestigingsdoppen, verwijder de handvaten, was ze onder het stromend water en bevestig ze weer op het rek met de dopjes. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. ** Variabele aantallen en standen. 49 NL Starten en gebruik NL Het starten van de afwasautomaat 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Open de waterkraan. Druk op de ON-OFF knop: het controlelampje gaat aan. Open de deur en doseer het afwasmiddel (zie onder). Laad de rekken in (zie Het laden van de rekken) en sluit de deur. Kies het gewenste afwasprogramma naar gelang het soort vaatwerk en hoe vuil het is (zie de tabel) door met de klok mee aan de knop PROGRAMMAKEUZE te draaien. Start het programma door op de START/RESET knop te drukken: de controlelampjes VOORTGANG CYCLE geven het verloop van het programma aan: Voorwas, Hoofdwas, Spoelen, Drogen. Aan het einde van de afwas gaat het controlelampje van het Spoelen knipperen. Schakel de machine uit door te drukken op de knop ON-OFF. Doe de waterkraan dicht en haal de stekker uit het stopcontact. Open de deur en wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om te voorkomen dat u zich brandt. Laad de vaat uit beginnend bij het onderrek. Het veranderen van een reeds gestart programma Als u een verkeerd programma heeft gekozen kunt u dit binnen een minuut van de start veranderen: houd de START/ RESET knop 4 seconden ingedrukt en het controlelampje VERLOOP CYCLE gaat uit. Kies het nieuwe programma en start dit door op de START/RESET knop te drukken.  De knop moet met de klok mee worden gedraaid van programma 1 tot aan programma 5, tegen de klok in van programma 5 tot aan programma 1. Het afwasmiddel toevoegen Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosering afwasmiddel die wordt aangegeven door de fabrikant. Teveel afwasmiddel betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed voor het milieu.  De beste was- en droogprestaties bereikt u met het gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en zout. bakje A: Wasmiddel hoofdwas bakje B: Wasmiddel voorwas D A B 1. Open het deksel C door middel van de knop D. 2. Doseer het afwasmiddel met behulp van de Tabel van de programma’s: • afwasmiddel in poeder: bakjes A en B. • afwasmiddel in tabletten: in bakje A en op bodem afwasautomaat. Wanneer het programma 1 tablet vereist doet u hem in het bakje A en sluit u het deksel. Wanneer het programma 2 tabletten vereist, doet u de tweede op de bodem van de afwasautomaat. 3. Verwijder de wasmiddelresten van de rand van het bakje en sluit het deksel met een klik. C Het toevoegen van overige vaat Druk op de toets ON-OFF, open de deur, pas op de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de afwasautomaat. Druk opnieuw op de ON-OFF toets: de wascyclus wordt hervat. Accidentele onderbrekingen Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het werd onderbroken als de deur weer wordt dichtgedaan of wanneer de stroom terugkeert. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 50 Programma’s Tabel van de programma’s NL  De INDESIT afwasautomaten zijn voorzien van een automatisch filterreinigingssysteem dat ervoor zorgt dat voedselresten het filter niet kunnen verstoppen. Deze handeling kan de duur van de programma's verlengen. Als de filters erg vuil zijn raakt de afwasautomaat geblokkeerd (Zie storingen en oplossingen - alarm filters verstopt).  Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.  Het aantal en het soort programma's is verschillend naar gelang het model van de afwasmachine. Aanwijzingen voor de programmakeuze Afwasmiddel (A) = bakje A (B) = bakje B Programma Zeer vuile vaat en pannen (niet voor breekbare vaat) Poeder Vloeibaar Tabletten 30 gr (A) 5 gr (B) 30 ml (A) 5 ml (B) 1 (A) 1 (bodem afwas automaat) 30 gr (A) 30 ml (A) 1 (A) 25 gr (A) 5 gr (B) 25 ml (A) 5 ml (B) 1 (A) 25 gr (A) 25 ml (A) Voorwas Drogen Duur van het programma (tolerantie ±10%) • • 2:00’ • 1:12’ • 2:10’ Intensief Normaal vuile vaat en pannen. Dagelijks standaard programma. Ecologisch wasprogramma met laag energieverbruik, geschikt voor normaal vuile vaat en pannen. Zuinige snelle cyclus voor niet zo vuile vaat, direct na gebruik. Voorwas in afwachting van de lading van de volgende maaltijd. Normaal • Eco 30’ Snel 12' Inweken N.B. Om de dosering van het afwasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat: 1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa 1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel circa 51 Glansmiddel en zout NL  Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor afwasautomaten zijn bestemd. Gebruik geen keuken- of industrieel zout.  Als u een multifunctie product gebruikt (2in1, 3in1, 4in1, etc...) is het niet nodig een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel aan zout toe te voegen als het water hard of zeer hard is. Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het normaal dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* blijven knipperen. Het glansmiddel toevoegen Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier voorkomt u strepen en vlekken. Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld: • als u door het controlelampje ziet dat het leeg is (H). Controlelampje licht: glansmiddel toevoegen; controlelampje donker: voldoende glansmiddel; • als op het paneel het controlelampje GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* knippert; 1. Open het reservoir door de dop (G) tegen de klok H in te draaien. 2. Giet het glansmiddel in het reservoir zonder te morsen. Als u wel morst, F moet u het product gelijk met een sponsje G verwijderen. 3. Draai de dop er weer op. Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine. Het regelen van de dosis glansmiddel Als u niet tevreden bent over de was- of droogresultaten, kunt u de dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen tussen 6 verschillende standen (de fabrieksinstelling is op stand 4): • als u op de vaat blauwe strepen aantreft moet u een lagere stand instellen (1-3). • als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een hogere stand instellen (4-6).  Als u multifunctie tabletten gebruikt (2in1, 3in1, 4in1, etc...) en u wilt dat de vaat droger wordt, kunt u het reservoir in elk geval vullen en instellen op stand 2. Het zout toevoegen Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het zout verwijdert het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag op de vaat 52 achterblijft. Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet worden gevuld: • als de groene drijver* niet zichtbaar is wanneer u de dop van het zoutreservoir bekijkt; • als op het paneel het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* knippert; • als er geen controlelampje of groene drijver is: ongeveer na iedere 30 wasbeurten; 1. Haal het onderrek naar voren en draai de dop van het zoutreservoir tegen de klok in. 2. Alleen voor de eerste afwasbeurt: vul het reservoir tot aan de rand met water. 3. Plaats bijgeleverde trechter op de opening (zie afbeelding ) en vul het reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer 2 kg); het is normaal dat er wat water overloopt. 4. Verwijder de trechter, haal de zoutresten uit de groeven en schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de ontkalker zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd).  Wanneer u zout toevoegt moet u direct daarna een wascyclus zonder vaat starten, zodat de overgelopen zoutoplossing direct wordt verwijderd en u corrosie voorkomt. Het regelen van de dosis zout* Het is mogelijk het zoutverbruik te regelen op basis van de waterhardheid van uw leefgebied. Dit gegeven is verkrijgbaar bij uw Gemeentelijke Waterbedrijf. 1. Schroef het deksel van het reservoir los. 2. Draai de pijl op de rand (zie afbeelding ) richting de + o de - en baseer u op de volgende tabel: Hardheid van het water Stand pijl Zoutver Autonobruik (gram/ mie cyclus) (cycli/2kg) °dH °fH °mmol/l 0 - 10 0 - 17 0 - 1,7 / 0 / 10 – 25 18 – 44 1,8 – 4,4 - 20 60 25 – 50 45 – 89 4,5 – 8,9 MED 40 40 > 50 > 89 > 8,9 + 60 25 De ontkalker is in de fabriek ingesteld op +. Als u multifunctie tabletten gebruikt (2in1, 3in1, 4in1, etc...) kunt u toch het zoutreservoir vullen en het op - afstellen; als de waterhardheid hoger is dan 60°fH, dient u het op + te zetten. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Onderhoud en verzorging Water en elektrische stroom afsluiten Reinigen van de filters • Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te voorkomen. De filters reinigen het waswater van etensresten en zorgen dat het weer in het watercircuit komt: voor een beter resultaat moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt. • Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en onderhoud. Reinigen van de afwasautomaat • De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. • De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn.  Reinig de filters regelmatig.  Controleer na het reinigen dat het filter goed op zijn plaats zit.  De afwasautomaat mag niet zonder filters worden gebruikt.  De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los filter worden gebruikt. 1. Verwijder de filters door het handvat naar boven te trekken. 2. Vermijden van vervelende luchtjes • Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van damp te voorkomen. • Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en de wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn van vervelende luchtjes. Reinigen van de sproeiarmen Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen: u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen met een nietmetalen borsteltje. NL A Reinigen van de filters: • reinig na elke wasbeurt het halfronde bord A en de koker B C (u verwijdert ze door 1 aan het handvat te 2 trekken). Verwijder de grootste etensresten door ze onder het B stromende water af te spoelen. • de filtergroep moet eens per maand grondig worden C B schoongemaakt: halfrond bord A, koker B en cilindrisch filter C A (wordt verwijderd door het tegen de klok in te draaien). Gebruik voor het reinigen een nietmetalen borsteltje. 3. Zet de filtergroep weer op zijn plaats totdat u klik hoort volgens de handelingen 1 en 2, zoals aangegeven in de afbeelding. Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat • Start een wascyclus zonder vaat. • Schakel de elektrische en hydraulische verbindingen uit. • Laat de deur op een kier staan. 53 Voorzorgsmaatregelen en advies NL  Het apparaat is ontworpen en gebouwd overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn geschreven om veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is ontwikkeld voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis. • Dit apparaat moet worden gebruikt voor het wassen van huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen volgens de aanwijzingen die terug zijn te vinden in dit boekje. • De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en onweer. • Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan. • Haal de stekker niet uit het stopcontact door eraan te trekken, maar door hem beet te pakken. • Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud uitvoert moet u de waterkraan afsluiten en de stekker uit het stopcontact halen. • In het geval van een storing mag u in geen enkel geval aan de interne mechanismen sleutelen om een reparatie trachten uit te voeren. • Raak nooit de weerstand aan. • Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat zou om kunnen vallen. • Houdt was- en glansmiddelen buiten het bereik van kinderen. • Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Vernietiging van oude electrische apparaten De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de "afvalcontainer met een kruis erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Energiebesparing en respect voor het milieu Water en energie besparen • Start de afwasautomaat alleen als hij volledig volgeladen is. Als u moet wachten totdat de afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende luchtjes vermijden door het programma Inweken te gebruiken (zie Programma’s). • Selecteer een programma wat geschikt is voor het type vaat en het soort vuil door de Tabel van de programma’s te raadplegen: - voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het programma Eco, dat een laag energie- en waterverbruik garandeert. - als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve lading (zie Starten en gebruik). • Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of dagen goedkopere tarieven heeft, dient u de afwasautomaat te gebruiken op deze tijden. De optie Uitgestelde start* (zie Starten en gebruik) kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te organiseren. Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor en met enzymen. • We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn voor het behoud van het milieu. • Enzymen zorgen voor een effectieve werking op temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kan u met afwasmiddelen met enzymen op lage temperaturen resultaten bereiken die u anders pas op 65°C zou hebben. • Doseer het afwasmiddel goed op basis van de aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te voorkomen. Ook al zijn ze biologisch afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen die het evenwicht van de natuur verstoren. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 54 Storingen en oplossingen Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Service Dienst wendt. Storingen: De afwasautomaat start niet. De afwasautomaat vult z ich niet met water. De afwasautomaat laat het water niet wegstromen. De afwasautomaat maakt geluid. Er blijven op vaat en glazen kalkafzettingen achter of een witte aanslag. Er blijven op vaat en glazen strepen of blauwe kringen achter. De vaat is niet droog genoeg. De vaat is niet schoon. Alarm kraan dicht. (u hoort enkele korte pieptonen)* *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. (de tweede en derde VERLOOP WASCYCLE controlelampjes van rechts knipperen). NL M ogelijke oorz aken / O plossingen: • De stekker zit niet goed in het stopcontact of het hele huis zit zonder stroom. • De deur van de afwasautomaat is niet goed dicht. • U heeft een Uitgestelde start ingesteld (zie Starten en gebruik). • Er zit geen water in de waterleiding. • De watertoevoerbuis is gebogen (zie Installatie). • • • • • Het programma is nog niet beëindigd. De waterafvoerbuis is gebogen (zie Installatie). De afvoer van de wasbak is verstopt. Het filter is verstopt met etensresten. De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.. • Er zit niet genoeg zout in het reservoir of zijn afregeling is niet toereikend voor de waterhardheid (zie Glansmiddel en zout). • Het deksel van het zoutreservoir is niet goed dicht. • Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend. • Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag. • De dosis glansmiddel is te groot. • Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie Glansmiddel en zout). • De regeling van het glansmiddel is niet juist. • U heeft een programma zonder drogen ingesteld. • De rekken zijn te vol geladen (zie Het laden van de rekken). • De vaat is niet goed verdeeld. • De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien. • Het wasprogramma is te zacht (zie Programma’s). • Het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet geschikt (zie Starten en gebruik). • Het filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging). • Er is niet genoeg zout (zie Glansmiddel en zout). • Open de kraan en het apparaat start na enkele minuten vanzelf. • Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na de pieptonen*. Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON-OFF, open de kraan en schakel hem na 20 seconden opnieuw in door middel van dezelfde toets. Herprogrammeer de afwasautomaat en start hem opnieuw.. Alarm filters verstopt • Schakel de afwasautomaat uit met de toets ON-OFF en reinig de filters (zie Onderhoud), schakel hem opnieuw in door middel van (de tweede en vierde VERLOOP dezelfde toets. Herprogrammeer de afwasautomaat en start hem WASCYCLE controlelampjes opnieuw. van rechts knipperen). Alarm storing aan de • Schakel het apparaat uit door te drukken op de toets ON-OFF en elektromagnetische klep van schakel het na een minuut weer in. Als het alarm blijft gaan moet de waterto evoer u de waterkraan dichtdraaien om lekkages te vermijden, (het derde VERLOOP vervolgens de stekker uit het stopcontact halen en de WASCYCLE controlelampje van Servicedienst inschakelen. rechts knippert). 55
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Indesit DVG 623 BK Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor