NEDERLANDS
49 nl - 5
Accu (fig. A)
Opladen
Als u de accu voor de eerste keer of na langdurige
opslag oplaadt, zal deze slechts voor ca. 80%
worden opgeladen.
Na een aantal laad- en ontlaad-cycli wordt de accu
echter compleet opgeladen.
Controleer altijd de netspanning, voordat u de accu
oplaadt. Als de netspanning normaal aanwezig is,
maar de accu niet wordt opgeladen, breng dan uw
oplader naar een erkend DEWALT Service-center.
Tijdens het opladen kunnen oplader en accu warm
aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Laad de accu niet op bij
omgevingstemperaturen <4 °C of >40 °C.
Aanbevolen oplaadtemperatuur: ca. 24 °C.
• Plaats de accu (9) in de oplader (11) zoals
weergegeven en steek de stekker van de oplader
in het stopcontact. Let erop dat de accu goed in
de oplader zit. De rode oplaad-indicatie (12)
begint te knipperen. Na ca.
1
/2 uur stopt het
knipperen en brandt de indicatie continu.
De accu is nu volledig opgeladen en de oplader
schakelt automatisch over naar de
compensatiestand. Na ongeveer 4 uur schakelt de
oplader uiteindelijk naar de druppellaadstand.
De accu kan op elk gewenst moment uit de
oplader worden gehaald of voor onbepaalde tijd in
de op het net aangesloten oplader worden gelaten.
• De rode oplaad-indicatie begint snel te knipperen
als het laden problemen oplevert. Steek de accu
opnieuw in de oplader of probeer een andere
accu. Breng, indien nodig, uw oplader naar een
erkend DEWALT Service-center.
• Sommige energiebronnen (zoals generatoren of
spanningsomvormers) kunnen tijdelijke
laadproblemen veroorzaken. De rode oplaad-
indicatie knippert dan tweemaal snel en de
oplader schakelt uit. Dit kan meerdere malen
voorkomen. Zodra het mogelijk is, schakelt de
oplader automatisch weer naar de laadstand.
Plaatsen en verwijderen van de accu
• Duw de accu in de handgreep (8) totdat
de accu vastklikt.
• Verwijder de accu door het tegelijkertijd
indrukken van de twee vergrendelknoppen (10).
Trek dan de accu uit de handgreep (8).
Plaatsen en verwijderen van een boortje of
schroevedraaierbit (fig. A & B)
Deze snoerloze boormachine is voorzien van een
schroefbit-houder (7).
• Open de boorhouder door de kraag (13) linksom
te draaien en plaats het boortje of de
schroevedraaierbit.
• Plaats het boortje of de schroevedraaierbit zo ver
mogelijk in de boorhouder. Trek het boortje of de
bit daarna iets terug.
• Klem het boortje of de bit stevig vast door de
kraag rechtsom te draaien.
• Verwijder het boortje of de bit in omgekeerde
volgorde.
Kiezen van de boorstand of instellen van het
koppel (fig. C)
De instelring kent 17 verschillende posities voor het
afstemmen van het koppel op de gebruikte
schroeven en de materiaalsamenstelling van het
werkstuk. Voor instelling van het koppel, zie “In- en
uitdraaien van schroeven”.
• Kies de gewenste boorstand of het juiste koppel
door de instelring (5) te verdraaien tot het
betreffende symbool of positienummer recht
tegenover de indicatie (14) op het motorhuis staat.
L/R-schakelaar (fig. D)
• Selecteer de draairichting (linksom of rechtsom)
door het verschuiven van de L/R-schakelaar (2),
zoals afgebeeld (zie de pijlen op de machine).
Wijzig de draairichting uitsluitend als de
machine volledig stilstaat.
Mechanische toerenomschakelaar (fig. E)
Uw machine is uitgerust met een mechanische
toerenomschakelaar (6) waarmee de verhouding
tussen toerental en koppel kan worden gewijzigd.
1 lage snelheid/hoog koppel (boren van grote
gaten, in- en uitdraaien van schroeven)
2 hoge snelheid/laag koppel
(boren van kleine gaten)