No Brand ND500 Handleiding

Type
Handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
TROMMELDROGER
ND 500
2
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke adviezen ...........Blz. 3
Beschrijving van de machine .................Blz. 4
Installatie .........................Blz. 5
Plaatsen ..........................Blz. 5
Afvoer van de vochtige lucht ....................Blz. 5
Aanbrengen van een luchtafvoerslang..................Blz. 5
Wijzigen van de deurdraairichting ...................Blz. 7
Elektrische aansluiting ......................Blz. 7
Verbindingsset ........................Blz. 7
Technische gegevens ....................Blz. 8
Bediening .........................Blz. 9
Bedieningspaneel .......................Blz. 9
Droogtijden .........................Blz. 10
Praktische tips ........................Blz. 11
Gebruik ..........................Blz. 12
Onderhoud .........................Blz. 13
De buitenkant .........................Blz. 13
De vuldeur..........................Blz. 13
Het filter ..........................Blz. 13
Eenvoudige storingen ....................Blz. 13
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
3
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze
gelezen te hebben, alvorens u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt.
INSTALLATIE
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het
verplaatsen het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Bij luchtafvoerdrogers is afvoer naar buitenshuis
via een, tegen regen- en windinslag beschermde,
doorvoer door venster of muur naar buiten de
beste afvoermethode.
GEBRUIK
Gebruik het toestel alleen voor het drogen van
huishoudtextiel.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UIT-stand te
schakelen.
Laat de droger z’n werk zo economisch mogelijk
doen. Hoe hoger het centrifugeergetal van uw
wasautomaat, hoe sneller de droger klaar is en
hoe lager het energieverbruik.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de trommeldroger.
Let erop dat geen benzine- of gasaansteker in de
kleding achtergebleven is.
De glasdeur kan tijdens het gebruik zeer heet
worden. Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat zolang het in werking is.
Als u de deur tijdens het drogen moet openen,
ervoor zorgen dat u de binnenkant van de deur
niet aanraakt, daar deze zeer heet is.
Laat de deur op een kier staan indien het apparaat
niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de
rubbermanchet.
Het stoffilter dient na elke droogbeurt gereinigd te
worden.
Het apparaat nooit gebruiken als het stoffilter
beschadigd is. Dit kan gevaar voor brand opleveren.
SERVICE-REPARATIES
Tracht in geval van een storing of defekt, dit
apparaat niet zelf te repareren. Laat inspectie- en/
of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de
servicedienst van de fabrikant of door een door de
fabrikant bevoegd verklaarde servicedienst en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Reparaties welke door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel
leiden. Raadpleeg ELGROEP SERVICE.
VEILIGHEID
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen ervan te
veranderen.
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is voor een klein kind niet onmogelijk om in de
trommel te kruipen. Kleine huisdieren maken daar
zelfs een gewoonte van. Hebt u een klein kind of
een huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna
pas de vuldeur.
MILIEUBESCHERMING
Alle met het symbool gemerkte materialen
kunnen hergebruikt worden. Ze kunnen zonder
bezwaar bij het afval worden gezet. Wij adviseren
u, het karton in een container voor oud papier te
deponeren.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet,
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het
oude apparaat ophaalt of waar u het moet
bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het
apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
4
1 Werkblad
2 Programmakaart
3 Toets «lage temperatuur»
4 Toets «luchten»
5 Controlelampje
6 Droogtijdenknop
7 Typeplaatje
8 Filter
9 Deurhandgreep
10 Verstelbare voeten
11 Luchtafvoer aan de zijkanten
12 Adapter
13 Luchtafvoer aan de achterkant
i
10
9
8
7
13 456
2
ND 500
OMW/MIN
800/900
800/900
1000/1200
1000/1200
STRIJKDROOG KASTDROOG
70-90
mi
65-85
mi
35-50
mi
30-45
mi
80-100
mi
75- 95
mi
55- 70
mi
50- 65
mi
1,5 kg
1,0 kg
0,5 kg
KASTDROOG
25-35
mi
20-30
mi
20-25
mi
FIJNWAS EN SYNTHETICA
2,0 kg
30-40
mi
KOOK- EN BONTWAS
2,5 kg
2,5 kg
5,0 kg
5,0 kg
11
12
13
INSTALLATIE
5
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd
vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige
lucht produceert.
De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen
zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het
rooster aan de achterkant niet door obstakels in z’n
ventilatiefunctie belemmerd kan worden.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
De droger moet zo goed mogelijk horizontaal
staan. Daartoe kunt u de stelvoeten aan de voorkant
verdraaien. Hoe beter uitgericht, hoe minder geluid.
De voeten mogen niet verwijderd worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de motor
kan veroorzaken.
Onder de bodem van de machine moet een vrije
luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt,
bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat de
machine schade toe kan brengen.
Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de
droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet
overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de
achterkant plaatsvinden.
De niet gebruikte openingen moeten afgesloten
worden.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is een
afvoer naar buitenshuis. Daarvoor gebruikt u een
flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u door
middel van de meegeleverde adapter «A» op één van
de afvoeropeningen aansluit. De afvoerslang is bij
uw handelaar verkrijgbaar.
Om de afvoerslang aan te brengen trekt u de adapter-
ring uit de afvoeropening aan de achterkant van de
machine en schroeft u deze ring op de afvoerslang.
Druk de adapter-ring in de afvoeropening tot hij goed
vastzit.
P0046
A
P1028
P1027
A
6
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe
groter de kans is dat in de slang vocht tot water
condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich
ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug in
de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het laagste
punt van de slang en zet of hang er een bakje onder
(zie figuur punt «A»).
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de
werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op
vorming van condenswater binnen de slang.
Sluit de afvoerslang niet op een
bestaand kanaal aan.
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h kunnen
bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een muur-
of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er geen
regenwater in kan lopen; dus overkappen of naar
buiten toe omlaag richten.
Beveiligingen tegen regen- en windinslag in
doorvoeren bestaan meestal uit beweegbare klepjes
of lamelletjes. Ze kunnen bij sterke wind dichtslaan, of
na verloop van tijd niet meer open gaan (roest, vuil).
Dan hebt u een afvoerprobleem, let daar dus op.
Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging
aangesloten, dan kan die afzuiging problemen
veroorzaken. Is de benodigde droogtijd veel te lang,
schakel de afzuiging dan uit of sluit het afzuigrooster
af tijdens het in werking zijn van de droger.
Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt u
zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt kan
raken.
Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang zal de
benodigde droogtijd toenemen en daarmee ook het
energieverbruik.
Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een interne
beveiliging tegen oververhitting het verwarmproces
automatisch uit.
P0279
A
P0055
7
Wijzigen van de deurdraairichting
Het kan wenselijk zijn om de draairichting van de deur
om te keren. Bijvoorbeeld omdat de wasdroger op of
naast de wasautomaat staat.
Deze wijziging mag uitsluitend door een daartoe
bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Verwijder de deur, compleet met scharnier, door
de beide schroeven (1) los te draaien. Fig. A.
Druk de twee vleugeltjes van de schakelstift (2)
naar elkaar toe en trek de schakelstift uit de deur
(fig. A). Doe hetzelfde met de dummy (3).
Breng nu de schakelstift (2) en de dummy (3) op
de tegenover gestelde plaats, weer aan (fig. B).
Overtuig u ervan dat de vleugeltjes klikken.
Verwijder de kunststof afdekplaat (4), door middel
van de beide schroeven (fig. A). Monteer de plaat
op de tegenovergestelde plaats (fig. B).
Monteer de deur. Draai de schroeven (1) goed
vast (fig. B).
Elektrische aansluiting
De machine is gebouwd voor 220-230 V/50 Hz en
voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en stekker
met aardcontacten.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met (aangesloten en functionerende)
aardcontacten; de machine dient deugdelijk geaard
te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat door uw installateur dan
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten “vaste aansluiting” gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Verbindingsset
Uw handelaar kan u een speciale verbindingsset
leveren, waarmee u de droger veilig op uw
wasautomaat kunt plaatsen. Dat bespaart u
aanzienlijk ruimte.
P0283
A
2
3
4
1
P0748
B
1
4
2
3
P0280
8
TECHNISCHE GEGEVENS
AFMETINGEN hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 57 cm
NETSPANNING/FREKWENTIE 220/230 V/50 Hz
AANSLUITWAARDE 2600 W
ZEKEREN MET MINIMAAL 16 A
CAPACITEIT katoen en linnen 5 kg
synthetica 2 kg
VERBRUIKSWAARDEN katoen en linnen 3,5 kWh (5 kg kastdroog)
katoen en linnen 2,7 kWh (5 kg strijkdroog)
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 EEG, 73/23 EEG.
i
9
BEDIENING
Bedieningspaneel
1 Programmakaart
Op deze kaart vindt u richtlijnen voor de in te stellen
droogtijden.
2 Toets «lage temperatuur»
Druk deze toets voortijds in als u kreukherstellend
katoen gaat drogen.
3 Toets «luchten»
Door het voortijds indrukken van deze toets schakelt
u de verwarming uit. Dit wordt aanbevolen voor het
drogen van fijne en temperatuurgevoelige kleding en
textiel.
4 Controlelampje
Het lampje gaat branden wanneer de machine in
bedrijf is en gaat uit aan het einde van het
programma.
5 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 120 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 80 minuten. De verlaagde temperatuur
gebruikt u voor synthetica en fijne was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien. Heeft
u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
centrifugetoerental
gewenste droogtegraad
soort wasgoed
vulgewicht
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine de laatste 8
minuten met koude lucht werkt. Daarmee worden
zowel wasgoed als machine afgekoeld.
De programmastand kan voor het luchten van
kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.
15432
ND 500
OMW/MIN
800/900
800/900
1000/1200
1000/1200
STRIJKDROOG KASTDROOG
70-90
min
65-85
min
35-50
min
30-45
min
80-100
min
75- 95
min
55- 70
min
50- 65
min
1,5 kg
1,0 kg
0,5 kg
KASTDROOG
25-35
min
20-30
min
20-25
min
FIJNWAS EN SYNTHETICA
2,0 kg
30-40
min
KOOK- EN BONTWAS
2,5 kg
2,5 kg
5,0 kg
5,0 kg
10
Droogtijden
Katoen en linnen (kook- en bontwas)
Kies een tijdsduur in de sector tot 120 minuten.
Droogtegraad Centrifugeer-toerental Belading in kg Tijdsduur in
per min drooggewogen min bij hoge
van wasautomaat wasgoed temperatuur
5 70-90
800/900
2,5 35-50
Strijkdroog
5 65-85
1000/1200
2,5 30-45
5 80-100
800/900
2,5 55-70
Kastdroog
5 75-95
1000/1200
2,5 50-65
Synthetica en fijnwas
Kies een tijdsduur in de sector tot 80 minuten.
Droogtegraad Centrifugeer-toerental Belading in kg Tijdsduur in
per min drooggewogen min bij lage
van wasautomaat wasgoed temperatuur
0,2 30-40
Kastdroog 650
1,5 25-35
0,1 20-30
0,5 20-25
Hoe hoger het centrifugeertoerental van uw wasautomaat, hoe korter u de tijdsduur kunt kiezen. Indien uw
wasautomaat met minder dan 800 t/min centrifugeert, adviseren wij u een losse centrifuge van 2800 t/min te
gebruiken alvorens u het wasgoed in de droger doet.
De droogtijden in deze tabel zijn slechts een richtlijn om mee te beginnen.
Na enige tijd weet u precies hoeveel tijd nodig is om een bepaalde was naar wens te drogen. Begin met wat te
krappe tijden, anders komt u er nooit achter wat juist goed is. Bovendien is “overdrogen” slecht voor de textielvezels.
Is het wasgoed na beëindiging van het programma nog te vochtig, dan kan nagedroogd worden. Hiervoor het
droogprogramma opnieuw instellen.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds moeten wegen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel:
katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen
synthetica: halfvolle belading
fijne was: éénderde van de trommel
Bij een gemengde belading (katoen en synthetica) adviseren wij om de droogtijd 10 minuten langer te kiezen dan
de aanbevolen droogtijd voor synthetica.
11
Praktische tips
Maximaal vulgewicht benutten!
U droogt het zuinigst, als u zich aan de
vulgewichten houdt, die in de programmatabel
vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot onregelmatige
droging en te lange droogtijd, waardoor ook het
energieverbruik onnodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is altijd minder
economisch.
Onderstaande aanwijzingen kunnen u daarbij
helpen:
badjas 1200 g
beddelaken 500 g
blouse 100 g
dekbedovertrek 700 g
handdoek 200 g
herenoverhemd 200 g
kussensloop 200 g
nachthemd/pyjama 200-500 g
ondergoed 250 g
tafellaken 200-300 g
theedoek 100 g
werkjas 300-600 g
Belangrijk:
Bijzonder tere weefsels, bijv. gordijnen van
synthetische vezels, wol, zijde, textiel met metalen
versieringen, nylons, grote stukken wasgoed zoals
anoraks, doorgestikte dekens, slaapzakken en
dekbedden mogen niet in de machine gedroogd
worden.
Ook artikelen die sponsachtig rubber bevatten
mogen niet in de droger. Hieronder wordt geen
elastisch gemaakte kleding verstaan, maar wel
bijvoorbeeld, de rubberachtige rug van een
kleedje.
Wol en gedeeltelijk wollen artikelen kunnen
krimpen en/of vervilten. Wij adviseren u met klem
deze artikelen niet in de trommeldroger te drogen.
Controleer zorgvuldig of het wasgoed geschikt is
om machinaal gedroogd te worden. Aanwijzingen
daarvoor vindt u op het textielbehandelingsetiket.
De volgende symbolen zijn van belang voor het
drogen:
machinaal drogen is mogelijk
normaal drogen (normale temperatuur)
voorzichtig drogen (lage temperatuur)
mag niet machinaal gedroogd worden
Overtuig u ervan dat borst- of broekzakken leeg
zijn. Keer kleding met borst- en broekzakken met
dikke zomen binnenstebuiten, op deze manier
voorkomt u zoveel mogelijk onregelmatige droging.
Dekbedovertrekken en kussenslopen dichtmaken,
anders verzamelen zich hierin kleinere
wasstukken. Ritssluitingen en haak-oogsluitingen
dichtdoen, losse banden en ceintuurs
samenknopen.
Het wasgoed voor het drogen goed centrifugeren.
Sorteer uw wasgoed volgens textielsoort en
droogtegraad.
Voorkom overdroging door het zorgvuldig kiezen
van de droogtijd, zo verkrijgt u de gewenste
droogtegraad. Te droog wasgoed laat zich minder
goed strijken.
Om het statisch worden (knetteren en kleven) van
synthetisch wasgoed te voorkomen, adviseren wij
u in de wasautomaat een wasverzachter te
gebruiken.
Tricot kan iets krimpen. Deze textielsoort niet
overdrogen. Bij de aanschaf rekening houden met
het feit dat deze textiel, al naar gelang de kwaliteit,
krimpt.
Het kan voorkomen dat u, na het drogen, toch nog
vochtige plekken in het wasgoed vindt. Dat is met
name het geval bij dikke kragen, manchetten en
zomen. U kunt deze kledingstukken nadrogen,
hierbij de machine op minstens 20 minuten
instellen.
i
12
Gebruik
Vóór de eerste ingebruikname adviseren wij u de
trommel met enkele lichtvochtige, schone doeken te
vullen en de machine circa 20 minuten te laten
werken. Hierdoor worden eventuele vettige of stoffige
restanten van het productieproces verwijderd.
Volgorde van handelen
Het toestel aansluiten.
Het wasgoed in de machine doen.
Deur sluiten.
Toets of eventueel indrukken.
Droogtijdenknop rechtsom op de gewenste
tijdsduur en in de gewenste sector draaien,
hierna start de machine.
Is de ingestelde tijd bereikt, dan schakelt de
verwarming automatisch uit en begint de afkoelfase
(positie ) die ongeveer 8 minuten duurt.
Belangrijk
Wij raden u af de deur tussentijds te openen om te
controleren of het wasgoed al droog is. Het warme
wasgoed lijkt nog vochtig ook als het droog is. Wacht
op het einde van de droogtijd om de deur te openen.
Als het droogprogramma onderbroken moet worden,
zet u de droogtijdenknop op stand en wacht u op
het einde van de afkoelfase voordat u de deur opent.
Op deze manier voorkomt u dat zich in het apparaat
teveel warmte ophoopt.
Na het drogen
Toestel uitschakelen.
Het stoffilter reinigen (zie blz. 13)
i
13
EENVOUDIGE STORINGEN
ONDERHOUD
Neem de stekker uit het stopcontact of trek,
indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
De vuldeur
Verwijder regelmatig eventueel pluis dat zich aan de
binnenkant van de vuldeur en de sponning gehecht
heeft.
Het filter
Vóór u een nieuwe lading wasgoed gaat drogen, moet
het filter beslist schoon zijn. Verwijder het viltachtige
stof met een vochtige doek.
Het filter kan niet uitgetrokken worden.
Verbaast u zich niet over de hoeveelheid fijn pluis. Dit
pluis ontstaat door het dragen van de kleding of het
gebruiken van de textiel. Het wordt door de wind
weggeblazen als u het wasgoed buiten aan de lijn
droogt en blijft eenvoudig in het wasgoed zitten als u
binnenshuis droogt.
Het is de moeite waard om vóór u de servicedienst
belt, even de volgende punten te controleren:
De droger start niet
De vuldeur is niet goed gesloten.
De groepzekering is defekt of uitgeschakeld.
Probeerde u de droger te starten terwijl de
wasautomaat ook (op dezelfde groep) AAN staat?
Dat kan doorgaans pas zodra de wasautomaat
aan het spoelen toe is.
Er is geen tijdsduur ingesteld.
De was wordt niet goed droog
Het filter is verstopt.
De droogtijd is te krap ingesteld.
De toets of is ingedrukt.
De trommel is te vol.
De installatie (plaats, afvoer) is niet goed. Zie het
betreffende hoofdstuk.
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
belt u dan de servicedienst.
Houd het modelnummer en het produktnummer bij de
hand; de servicedienst zal u erom vragen.
P0328
P0307
Mod. ...
Prod. No. ........
Ser. No. ............
P0767
125996450 Z
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

No Brand ND500 Handleiding

Type
Handleiding