Bosch KSW30V80/01 Handleiding

Type
Handleiding
Wine storage compartment
KTW.. /KSW..
de Gebrauchs- und Montageanleitung 5
en Operating and installation instructions 17
fr Notices d'utilisation et de montage 28
it Istruzioni per l'uso ed il montaggio 40
nl Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift 52
nl Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 52............
Aanwijzingen over de afvoer 54........
Kennismaking met het apparaat 55.....
Apparaat opstellen 55................
Apparaat horizontaal zetten 55.........
Let op omgevings‐
temperatuur en beluchting 56..........
Apparaat aansluiten 56...............
Inschakelen van het apparaat 57.......
Instellen van de temperatuur 57........
Flessen inruimen 57..................
Let op de temperatuurzones in de
koelruimte! 58.......................
Praktische tips bij het opslaan
van wijn 58..........................
Drinktemperaturen 59................
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen 59....................
Schoonmaken van het apparaat 60....
Actiefkoolfitler 60.....................
Energie besparen 60.................
Bedrijfsgeluiden 61...................
Kleine storingen zelf verhelpen 62......
Servicedienst 63.....................
nl
52
Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat voldoet aan de geldende
veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparatuur en het is radio-ontstoord.
Het koelcircuit isop dichtheid
gecontroleerd.
Over deze gebruiksaanwijzing
n Lees de gebruiksaanwijzing en de
montagehandleiding en neem deze in
acht. U vindt daarin belangrijke
informatie over plaatsing, gebruik en
onderhoud van het apparaat.
n De fabrikant is niet aansprakelijk
wanneer udeaanwijzingen en
waarschuwingen in
degebruiksaanwijzing en de
montagehandleiding negeert.
n Bewaar alle documenten voor later
gebruik en voor eventuele volgende
eigenaars.
Explosiegevaar
n Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken
(bijv.verwarmingsapparaten of
elektrische ijsbereiders).
n Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv.spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan.
n Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand bewaren.
n Afgezien van de aanbevelingen van de
fabrikant geen aanvullende
maatregelen nemen om het ontdooien
te versnellen.
Gevaar voor elektrische
schokken
Onvakkundige installatie en reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker van het apparaat.
n Bij het opstellen van het apparaat erop
letten dat het aansluitsnoer niet wordt
afgeklemd of beschadigd.
n Bij een beschadigd aansluitsnoer:
maak het apparaat direct los van het
stroomnet.
n Gebruik geen meervoudige
stopcontacten, verlengsnoeren of
adapters.
n Het apparaat uitsluitend laten
repareren door de fabrikant, de
servicedienst of een andere
gekwalificeerde persoon.
n Gebruik alleen originele onderdelen
van de fabrikant.
De fabrikant garandeert dat deze
onderdelen voldoen aan de
veiligheidseisen.
Verbrandingsgevaar door kou
n Diepvrieswaren nadat u ze uit het
vriesvak hebt gehaald, nooit
onmiddellijk in de mond nemen.
n Voorkom dat de huid langdurig in
contact komt met diepvrieswaren, ijs
en de buizen in het vriesvak.
Risico op letsel
Flessen of blikjes met koolzuurhoudende
drank kunnen barsten.
Geen flessen of blikjes met
koolzuurhoudende drank in het vriesvak
bewaren.
nl
53
Brandgevaar/gevaren
door of van het
koelmiddel
Door de leidingen van het koelcircuit
stroomt een kleine hoeveelheid
milieuvriendelijk, maar brandbaar
koelmiddel (R600a). Dit is niet schadelijk
voor de ozonlaag en verhoogt het
broeikaseffect niet. Vrijkomend
koelmiddel kan echter oogletsel
veroorzaken of vlam vatten.
n Leidingen niet beschadigen.
Bij beschadiging van de leidingen:
n Vuur en ontstekingsbronnen uit de
buurt van het apparaat houden.
n De ruimte ventileren.
n Het apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
n Neem contact op met de
servicedienst.
Brandgevaar
Draagbare meervoudige stopcontacten
of draagbare netvoedingen kunnen
oververhit raken en tot brand leiden.
Plaats geen draagbare meervoudige
stopcontacten of draagbare
netvoedingen achter het apparaat.
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare
personen
Er bestaat gevaar voor:
n kinderen;
n personen met lichamelijke, geestelijke
of zintuiglijke beperkingen;
n personen die onvoldoende kennis
hebben over de veilige bediening van
het apparaat.
Maatregelen:
n Zorg dat kinderen en kwetsbare
personen begrijpen wat de gevaren
zijn.
n Een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon moet
toezicht houden op kinderen en
kwetsbare personen bij het apparaat
of hen instrueren.
n Alleen kinderen vanaf 8 jaar het
apparaat laten gebruiken.
n Bij reiniging en onderhoud toezicht
houden op kinderen.
n Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
Kans op stikken
n Bijeen apparaat met deurslot: Sleutel
buiten bereik van kinderen opbergen.
n Verpakkingsmateriaal en onderdelen
van het apparaat zijn geen speelgoed
voor kinderen.
Materiële schade
Om materiële schade te voorkomen:
n Niet op de sokkel, uitschuifdelen of
deuren staan of leunen.
n Kunststof onderdelen en
deurafdichtingen olie- en vetvrij
houden.
n Aan de stekker trekken – niet aan de
aansluitkabel.
Gewicht
Houd er bij plaatsing en transport van
het apparaat rekening mee dat het
apparaat erg zwaar kan zijn.
nl
54
Correct gebruik van het
apparaat
Gebruik dit apparaat
n alleen voor opslag van wijn.
n uitsluitend voor privégebruik en
huishoudelijk gebruik.
n uitsluitend volgens deze
gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot
op hoogten van maximaal 2.000meter
boven zeeniveau.
Aanwijzingen over de
afvoer
x Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren
voor een milieuvriendelijke verwerking.
x Afvoeren vanuwoude
apparaat
Oude apparaten zijngeen waardeloos
afval!
Door eenmilieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen
worden teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese
richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de
in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
!
Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit hetstopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen ensamen
met destekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen omhet kinderen moeilijk
temaken erin teklimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel
enindeisolatie gas.
Diezorgvuldig moeten worden
afgevoerd. Met het oog opeen
doelmatige enmilieuvriendelijke afvoer
mogen deleidingen van het koelcircuit
tot het moment vantransport niet
beschadigd worden.
nl
55
Kennismaking met het
apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen
zijn mogelijk.
Afb. !
* niet bij alle modellen
1 Toets Aan/Uit
2 Binnenverlichting
3 Lichtschakelaar
4 Houten legplateau
5 Dooiwaterafvoergootje
6 Insteltoets temperatuur
7 Indicatie Temperatuurinstelling
8 Actiefkoolfilter
Apparaat opstellen
Geschikt voor het opstellen zijn droge,
ventileerbare vertrekken. Het apparaat
liefst niet direct in de zon of naast een
fornuis, verwarmingsradiator of andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast
een warmtebron niet te vermijden, maak
dan gebruik van een isolerende plaat of
neem de volgende minimumafstanden in
acht:
Naast elektrische‐ of gasfornuizen 3 cm.
Naast een CV‐installatie 30 cm.
Verwisselen van de deurophanging
Verwisselen van de deurophanging is bij
dit apparaat niet mogelijk.
Apparaat horizontaal
zetten
Afb. "
Het apparaat op de daarvoor bestemde
plaats zetten en stellen.
De voorste schroefvoetjes kunnen
versteld worden.
nl
56
Let op omgevings‐
temperatuur
en beluchting
De klimaatklasse staat aangegeven
op het typeplaatje. Hiermee wordt
aangegeven bij welke
omgevingstemperatuur het apparaat
gebruikt kan worden.
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
!
Attentie
De omgevingstemperatuur mag niet
onder +16 °C dalen.
Anders wordt het in de koelruimte te
koud waardoor gevoelige
levensmiddelen gevaar kunnen lopen.
Beluchting
Afb. #
De verwarmde lucht aan de zijwanden
van het apparaat moet ongehinderd
kunnen wegtrekken. Anders moet de
koelmachine meer presteren waardoor
het energieverbruik toeneemt.
Daarom moet aan de zijkanten van het
apparaat een minimumafstand van 4 cm
tot de wanden en/of keukenmeubelen in
acht worden genomen.
Deze afstand is ook noodzakelijk om
de deur minimaal 90° te kunnen
openen.
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal een 1 uur wachten voordat
u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens
het transport kan het gebeuren dat de
olie van de compressor in het
koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken
(zie hoofdstuk Schoonmaken).
Het stopcontact dient zich dichtbij het
apparaat te bevinden en ook na de
inbouw vrij toegankelijk te zijn.
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht,
randgeaard stopcontact
op 220 - 240 V/50 Hz wisselstroom
aansluiten. Het stopcontact moet zijn
beveiligd met een zekering van 10 A tot
16 A.
Bij apparaten die in niet Europese
landen worden gebruikt op het
typeplaatje controleren of de
aansluitspanning en de stroomsoort
overeenkomen met de waarden van uw
elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt
zich links onderaan in het apparaat. Een
eventueel noodzakelijke vervanging van
de aansluitkabel mag alleen door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd.
! Waarschuwing
Het apparaat mag nooit worden
aangesloten op elektronische
energiebesparende stekkers of op
omvormers die gelijkstroom omzetten in
230 V wisselstroom (bijv. installaties
voor zonneënergie of netwerken voor
schepen).
nl
57
Inschakelen van het
apparaat
Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken.
Het apparaat begint te koelen.
De binnenverlichting is bij geopende
deur ingeschakeld.
In de fabriek is het apparaat op de
gemiddelde instelling 3 ingesteld.
Aanwijzingen bij het gebruik
Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een laagje rijp
op de achterwand van de koelruimte. Dit
is normaal. U hoeft de
dooiwaterdruppels niet af te wissen of
de rijp af te schrapen. De achterwand
wordt automatisch ontdooid. Het
dooiwater loopt via het afvoergootje
afb. $ naar de koelmachine, waar het
verdampt.
Instellen van de
temperatuur
De temperatuur kan van stand 1 tot 5
worden ingesteld.
Insteltoets Afbeelding !/6 drie
seconden lang ingedrukt houden, tot het
display knippert. Daarna de insteltoets
net zo vaak indrukken tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
De laatste instelling wordt opgeslagen.
Instelling 1 lage koelcapaciteit
Instelling 5 hoogste koelvermogen
Bij een instelling op 3 wordt, afhankelijk
van omgevingstemperatuur en belading,
in de koelruimte een temperatuur van
+8 °C tot +12 °C bereikt.
Koelcapaciteit
De temperatuur in de koelruimte kan
door het inladen van grotere
hoeveelheden wijn tijdelijk warmer
worden.
Flessen inruimen
Attentie bij het inruimen:
n Afhankelijk van het model kan op de
flessenrekken een maximum aantal
flessen bewaard worden, zie
inruimvoorbeeld afb. ) en *.
Dit aantal kan bereikt worden als de
flessen met de hals naar voren worden
neergelegd.
n Om de luchtcirculatie in het apparaat
optimaal te houden, mogen de flessen
niet om en om worden neergelegd en
mogen ze de achterwand van de
koelruimte niet raken.
n Het aantal flessen kan bij een andere
vorm of grootte van de flessen van het
aangegeven aantal afwijken.
n Vanwege de machineruimte is het
onderste gedeelte niet bijzonder diep.
Er kunnen dranken in blik of korte
flessen wijn worden opgeslagen.
Voor demonstratiedoeleinden is het
ook mogelijk de flessen wijn staande
op te slaan afb. %.
Netto‐inhoud
De gegevens over de netto‐inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
nl
58
Let op de
temperatuurzones in de
koelruimte!
Door de luchtcirculatie in het apparaat
ontstaan er zones met verschillende
temperaturen:
De warmste zone is bovenin
De koudste zone is onderin
Dranken inruimen
Verschillende soorten wijn in
onderstaande volgorde van boven naar
beneden bewaren:
n volle rode wijn
n rosé en lichte rode wijn
n witte wijn
n champagne en mousserende wijn
Wij raden u aan de wijn een paar graden
kouder te serveren dan de gewenste
drinktemperatuur omdat de wijn tijdens
het inschenken in het glas snel
verwarmd wordt.
Praktische tips bij het
opslaan van wijn
n De flessen wijn altijd uitgepakt, nooit in
kistjes of dozen bewaren.
n Oude flessen altijd zó neerleggen dat
de kurk vochtig blijft. Tussen de wijn
en de kurk mag nooit een luchtruimte
zijn.
n De open flessenrekken zijn uitstekend
geschikt omdat de luchtcirculatie niet
wordt onderbroken, waardoor
de luchtvochtigheid die op de flessen
condenseert, snel weer droogt.
n Alvorens van de wijn te genieten, moet
deze langzaam op temperatuur komen
(chambreren). Zet bijv. rosé ca.
2 - 5 uur en rode wijn 4 - 5 uur van
tevoren op tafel. Ze hebben dan de
juiste drinktemperatuur. Witte wijn
moet direct uit de koelkast op tafel
komen. Sekt en champagne kort voor
het uitschenken in de koelkast koelen.
n Let erop dat wijn altijd iets kouder
gekoeld moet worden dan de ideale
schenktemperatuur omdat hij tijdens
het inschenken in het glas onmiddellijk
ca. 1 tot 2 °C warmer wordt!
nl
59
Drinktemperaturen
De juiste schenktemperatuur is
doorslaggevend voor de smaak van
dewijn en daarmee voor het drinkgenot.
Wij raden bij het schenken van de wijn
de volgende temperaturen aan:
Soort wijn
Drinktempera‐
tuur
Rode Bordeaux 18 °C
Côtes du Rhone,
rood/Barolo
17 °C
Rode Bourgogne/
rode Bordeaux
16 °C
Port 15 °C
Jonge rode
Bourgogne
14 °C
Jonge rode wijn 12 °C
Jonge Beaujolais/
alle witte wijnen met
weinig suikergehalte
11 °C
Oude witte
wijn/Chardonnay
10 °C
Sherry 9 °C
Jonge witte wijn vanaf
Spätlese
8 °C
Witte Loirewijn/
Entre‐deux‐Mers
7 °C
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Uitschakelen van het apparaat
Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken.
Koelmachine en verlichting worden
uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van het
apparaat
Als het apparaat langere tijd niet wordt
gebruikt:
1. Uitschakelen van het apparaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Apparaat schoonmaken.
4. Deur van het apparaat open laten
staan.
nl
60
Schoonmaken van het
apparaat
U gaat als volgt te werk:
1. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen!
2. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
3. Het apparaat met lauw water met een
scheutje afwasmiddel schoonmaken.
Het water mag niet in de
bedieningselementen en de
verlichting terechtkomen.
4. Na het schoonmaken het apparaat
weer aansluiten en inschakelen.
Attentie
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken
die schuurmiddelen, zand of zuren resp.
chemische oplosmiddelen bevatten.
Dooiwatergootje en afvoergaatje afb. $
regelmatig schoonmaken, zodat het
dooiwater ongehinderd kan weglopen.
Dooiwatergootje met een staafje of iets
dergelijks schoonmaken.
Het sop mag niet via het afvoergaatje in
de dooiwateropvangschaal
terechtkomen.
Actiefkoolfitler
Afb. &
De actiefkoolfilter zorgt voor
luchtverversing en geurverbetering in
het apparaat.
Wij raden aan de filter jaarlijks te
vervangen.
Reservefilters zijn verkrijgbaar bij de
Servicedienst.
Energie besparen
n Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen! Niet direct
in de zon of in de buurt van een
warmtebron ( bijv.
verwarmingsradiator, fornuis). Gebruik
eventueel een isolatieplaat.
n De deur van het apparaat zo kort
mogelijk openen!
n Drank eerst laten afkoelen en dan pas
in het apparaat leggen.
n De achterkant van het apparaat af en
toe met met een stofzuiger of borstel
reinigen om toename van het
energieverbruik te voorkomen.
nl
61
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Gebrom - de koelmachine loopt.
Geborrel, gebruis of geklok - het
koelmiddel stroomt door de leidingen.
Geklik - de motor wordt in‐
of uitgeschakeld.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder het
apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of
apparaat ernaast wegschuiven.
De laden of legplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
nl
62
Kleine storingen zelf verhelpen
Alvorens de Servicedienst in te schakelen:
Ga aan de hand van de volgende punten eerst even na of u de storing zelf kunt
verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv.
over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de
storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van
dat bezoek betalen!
Storing
Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt
erg af van de instelling.
In sommige gevallen is het
voldoende om het apparaat
gedurende 5 minuten uit te
schakelen.
Als de temperatuur te warm is:
na enkele uren controleren of
de temperatuur de
temperatuurinstelling genaderd
is.
Als de temperatuur te koud is:
de volgende dag de
temperatuur nogmaals
controleren.
De verlichting
functioneert niet.
De lamp is defect. Lampje vervangen afb. '/A
1. Stekker uit het stopcontact
trekken resp. zekering
uitschakelen of losdraaien.
2. Lampafdekking van
achteren eraf trekken.
3. Lamp vervangen;
Vervangende lamp
220−240V wisselstroom,
fitting E14, Watt, zie defecte
lamp.
De in het apparaat gebruikte
lampen zijn uitsluitend geschikt
voor huishoudelijke apparaten.
De lampen zijn niet geschikt
voor de verlichting van ruimtes.
De lichtschakelaar
klemt. Afb. '/B.
Controleer of de
lichtschakelaar bewogen kan
worden.
nl
63
Storing
OplossingEventuele oorzaak
De bodem van de
koelruimte is nat.
De
dooiwaterafvoerbuis
afb. $ is verstopt.
Dooiwatergootje en
afvoergaatje schoonmaken (zie
„Schoonmaken van het
apparaat”)
Het is niet koud in het
apparaat.
De deur van het
apparaat werd te
vaak geopend.
Veel flessen in het
apparaat gelegd.
Deur niet onnodig openen.
2 - 3 dagen wachten.
Het apparaat koelt niet.
Het apparaat is
uitgeschakeld.
Toets Aan/Uit afb. !/1
indrukken.
Stroomuitval; de
zekering is
uitgeschakeld; de
stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de
Servicedienst kunt u vinden in het
telefoonboek of in de meegeleverde
brochure met service‐adressen. Geef
a.u.b. aan de Servicedienst het
E‐nummer en het FD‐nummer van het
apparaat op.
U vindt deze gegevens op het
typeplaatje afb. (.
Door deze nummers aan de
Servicedienst door te te geven voorkomt
u onnodig heen en weer rijden van de
monteur en de hieraan verbonden
kosten.
Voor reparatieorders en advies bij
storingen:
NL 088 424 4010
B 070 222 141
In de meegeleverde lijst met
serviceadressen vindt u voor alle landen
de contactgegevens.

Documenttranscriptie

Wine storage compartment KTW.. /KSW.. de en fr it nl Gebrauchs- und Montageanleitung Operating and installation instructions Notices d'utilisation et de montage Istruzioni per l'uso ed il montaggio Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift 5 17 28 40 52 nl Inhoud  Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . Aanwijzingen over de afvoer . . . . . . . . Kennismaking met het apparaat . . . . . Apparaat opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat horizontaal zetten . . . . . . . . . Let op omgevings‐ temperatuur en beluchting . . . . . . . . . . Apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . Inschakelen van het apparaat . . . . . . . Instellen van de temperatuur . . . . . . . . Flessen inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Let op de temperatuurzones in de koelruimte! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 54 55 55 55 56 56 57 57 57 58 Praktische tips bij het opslaan van wijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Drinktemperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schoonmaken van het apparaat . . . . Actiefkoolfitler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedrijfsgeluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kleine storingen zelf verhelpen . . . . . . Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 59 59 60 60 60 61 62 63 nl Veiligheidsvoorschriften Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen voor elektrische apparatuur en het is radio-ontstoord. Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd. Over deze gebruiksaanwijzing n n n Lees de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding en neem deze in acht. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer u de aanwijzingen en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding negeert. Gevaar voor elektrische schokken Onvakkundige installatie en reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de gebruiker van het apparaat. n Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het aansluitsnoer niet wordt afgeklemd of beschadigd. n Bij een beschadigd aansluitsnoer: maak het apparaat direct los van het stroomnet. n Gebruik geen meervoudige stopcontacten, verlengsnoeren of adapters. n Het apparaat uitsluitend laten repareren door de fabrikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde persoon. n Gebruik alleen originele onderdelen van de fabrikant. De fabrikant garandeert dat deze onderdelen voldoen aan de veiligheidseisen. Bewaar alle documenten voor later gebruik en voor eventuele volgende eigenaars. Explosiegevaar n Nooit elektrische apparaten in het apparaat gebruiken (bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbereiders). n Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen explosieve stoffen in het apparaat opslaan. n Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd goed afgesloten en staand bewaren. n Afgezien van de aanbevelingen van de fabrikant geen aanvullende maatregelen nemen om het ontdooien te versnellen. 52 Verbrandingsgevaar door kou n Diepvrieswaren nadat u ze uit het vriesvak hebt gehaald, nooit onmiddellijk in de mond nemen. n Voorkom dat de huid langdurig in contact komt met diepvrieswaren, ijs en de buizen in het vriesvak. Risico op letsel Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen barsten. Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in het vriesvak bewaren. nl Brandgevaar/gevaren door of van het koelmiddel Door de leidingen van het koelcircuit stroomt een kleine hoeveelheid milieuvriendelijk, maar brandbaar koelmiddel (R600a). Dit is niet schadelijk voor de ozonlaag en verhoogt het broeikaseffect niet. Vrijkomend koelmiddel kan echter oogletsel veroorzaken of vlam vatten. n Leidingen niet beschadigen. Maatregelen: n Zorg dat kinderen en kwetsbare personen begrijpen wat de gevaren zijn. n Een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon moet toezicht houden op kinderen en kwetsbare personen bij het apparaat of hen instrueren. n Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat laten gebruiken. n Bij reiniging en onderhoud toezicht houden op kinderen. n Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. Bij beschadiging van de leidingen: n Vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het apparaat houden. n De ruimte ventileren. n Het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. n Neem contact op met de servicedienst. Kans op stikken n Bij een apparaat met deurslot: Sleutel buiten bereik van kinderen opbergen. n Verpakkingsmateriaal en onderdelen van het apparaat zijn geen speelgoed voor kinderen. Brandgevaar Materiële schade Draagbare meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden. Plaats geen draagbare meervoudige stopcontacten of draagbare netvoedingen achter het apparaat. Om materiële schade te voorkomen: Vermijden van risico's voor kinderen en kwetsbare personen Er bestaat gevaar voor: n kinderen; n personen met lichamelijke, geestelijke of zintuiglijke beperkingen; n personen die onvoldoende kennis hebben over de veilige bediening van het apparaat. n Niet op de sokkel, uitschuifdelen of deuren staan of leunen. n Kunststof onderdelen en deurafdichtingen olie- en vetvrij houden. n Aan de stekker trekken – niet aan de aansluitkabel. Gewicht Houd er bij plaatsing en transport van het apparaat rekening mee dat het apparaat erg zwaar kan zijn. 53 nl Correct gebruik van het apparaat Gebruik dit apparaat n alleen voor opslag van wijn. n uitsluitend voor privégebruik en huishoudelijk gebruik. n uitsluitend volgens deze gebruiksaanwijzing. Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau. Aanwijzingen over de afvoer x Afvoeren van de verpakking van uw nieuwe apparaat De verpakking beschermt uw apparaat tegen transportschade. De gebruikte materialen zijn onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw worden gebruikt. Help daarom mee en zorg dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke verwerking. 54 x Afvoeren van uw oude apparaat Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. ! Waarschuwing Bij afgedankte apparaten 1. Stekker uit het stopcontact trekken. 2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. 3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen! 4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat spelen. Verstikkingsgevaar! Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment van transport niet beschadigd worden. nl Kennismaking met het apparaat De laatste bladzijde met de afbeeldingen uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Apparaat opstellen Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare vertrekken. Het apparaat liefst niet direct in de zon of naast een fornuis, verwarmingsradiator of andere warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van een isolerende plaat of neem de volgende minimumafstanden in acht: Naast elektrische‐ of gasfornuizen 3 cm. Naast een CV‐installatie 30 cm. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk. Afb. ! * niet bij alle modellen 1 Toets Aan/Uit 2 Binnenverlichting 3 Lichtschakelaar 4 Houten legplateau 5 Dooiwaterafvoergootje 6 Insteltoets temperatuur 7 Indicatie Temperatuurinstelling 8 Actiefkoolfilter Verwisselen van de deurophanging Verwisselen van de deurophanging is bij dit apparaat niet mogelijk. Apparaat horizontaal zetten Afb. " Het apparaat op de daarvoor bestemde plaats zetten en stellen. De voorste schroefvoetjes kunnen versteld worden. 55 nl Let op omgevings‐ temperatuur en beluchting De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje. Hiermee wordt aangegeven bij welke omgevingstemperatuur het apparaat gebruikt kan worden. Klimaatklasse Toelaatbare omgevingstemperatuur N +16 °C tot 32 °C ST +16 °C tot 38 °C T +16 °C tot 43 °C ! Attentie De omgevingstemperatuur mag niet onder +16 °C dalen. Anders wordt het in de koelruimte te koud waardoor gevoelige levensmiddelen gevaar kunnen lopen. Beluchting Afb. # De verwarmde lucht aan de zijwanden van het apparaat moet ongehinderd kunnen wegtrekken. Anders moet de koelmachine meer presteren waardoor het energieverbruik toeneemt. Daarom moet aan de zijkanten van het apparaat een minimumafstand van 4 cm tot de wanden en/of keukenmeubelen in acht worden genomen. Deze afstand is ook noodzakelijk om de deur minimaal 90° te kunnen openen. 56 Apparaat aansluiten Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal een 1 uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van de compressor in het koelsysteem terecht komt. Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk Schoonmaken). Het stopcontact dient zich dichtbij het apparaat te bevinden en ook na de inbouw vrij toegankelijk te zijn. Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220 - 240 V/50 Hz wisselstroom aansluiten. Het stopcontact moet zijn beveiligd met een zekering van 10 A tot 16 A. Bij apparaten die in niet Europese landen worden gebruikt op het typeplaatje controleren of de aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt zich links onderaan in het apparaat. Een eventueel noodzakelijke vervanging van de aansluitkabel mag alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. ! Waarschuwing Het apparaat mag nooit worden aangesloten op elektronische energiebesparende stekkers of op omvormers die gelijkstroom omzetten in 230 V wisselstroom (bijv. installaties voor zonneënergie of netwerken voor schepen). nl Koelcapaciteit Inschakelen van het apparaat Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken. Het apparaat begint te koelen. De binnenverlichting is bij geopende deur ingeschakeld. In de fabriek is het apparaat op de gemiddelde instelling 3 ingesteld. De temperatuur in de koelruimte kan door het inladen van grotere hoeveelheden wijn tijdelijk warmer worden. Flessen inruimen Attentie bij het inruimen: n Afhankelijk van het model kan op de flessenrekken een maximum aantal flessen bewaard worden, zie inruimvoorbeeld afb. ) en *. Dit aantal kan bereikt worden als de flessen met de hals naar voren worden neergelegd. n Om de luchtcirculatie in het apparaat optimaal te houden, mogen de flessen niet om en om worden neergelegd en mogen ze de achterwand van de koelruimte niet raken. n Instellen van de temperatuur Het aantal flessen kan bij een andere vorm of grootte van de flessen van het aangegeven aantal afwijken. n De temperatuur kan van stand 1 tot 5 worden ingesteld. Insteltoets Afbeelding !/6 drie seconden lang ingedrukt houden, tot het display knippert. Daarna de insteltoets net zo vaak indrukken tot de gewenste instelling wordt weergegeven. Vanwege de machineruimte is het onderste gedeelte niet bijzonder diep. Er kunnen dranken in blik of korte flessen wijn worden opgeslagen. Voor demonstratiedoeleinden is het ook mogelijk de flessen wijn staande op te slaan afb. %. Netto‐inhoud Aanwijzingen bij het gebruik Terwijl de koelmachine loopt, vormen zich dooiwaterdruppels of een laagje rijp op de achterwand van de koelruimte. Dit is normaal. U hoeft de dooiwaterdruppels niet af te wissen of de rijp af te schrapen. De achterwand wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het afvoergootje afb. $ naar de koelmachine, waar het verdampt. De laatste instelling wordt opgeslagen. Instelling 1 lage koelcapaciteit De gegevens over de netto‐inhoud vindt u op het typeplaatje in uw apparaat. Instelling 5 hoogste koelvermogen Bij een instelling op 3 wordt, afhankelijk van omgevingstemperatuur en belading, in de koelruimte een temperatuur van +8 °C tot +12 °C bereikt. 57 nl Let op de Praktische tips bij het temperatuurzones in de opslaan van wijn koelruimte! n De flessen wijn altijd uitgepakt, nooit in Door de luchtcirculatie in het apparaat ontstaan er zones met verschillende temperaturen: kistjes of dozen bewaren. n Oude flessen altijd zó neerleggen dat de kurk vochtig blijft. Tussen de wijn en de kurk mag nooit een luchtruimte zijn. n De open flessenrekken zijn uitstekend geschikt omdat de luchtcirculatie niet wordt onderbroken, waardoor de luchtvochtigheid die op de flessen condenseert, snel weer droogt. n Alvorens van de wijn te genieten, moet deze langzaam op temperatuur komen (chambreren). Zet bijv. rosé ca. 2 - 5 uur en rode wijn 4 - 5 uur van tevoren op tafel. Ze hebben dan de juiste drinktemperatuur. Witte wijn moet direct uit de koelkast op tafel komen. Sekt en champagne kort voor het uitschenken in de koelkast koelen. n Let erop dat wijn altijd iets kouder gekoeld moet worden dan de ideale schenktemperatuur omdat hij tijdens het inschenken in het glas onmiddellijk ca. 1 tot 2 °C warmer wordt! De warmste zone is bovenin De koudste zone is onderin Dranken inruimen Verschillende soorten wijn in onderstaande volgorde van boven naar beneden bewaren: n volle rode wijn n rosé en lichte rode wijn n witte wijn n champagne en mousserende wijn Wij raden u aan de wijn een paar graden kouder te serveren dan de gewenste drinktemperatuur omdat de wijn tijdens het inschenken in het glas snel verwarmd wordt. 58 nl Drinktemperaturen De juiste schenktemperatuur is doorslaggevend voor de smaak van dewijn en daarmee voor het drinkgenot. Wij raden bij het schenken van de wijn de volgende temperaturen aan: Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Uitschakelen van het apparaat Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken. Koelmachine en verlichting worden uitgeschakeld. Soort wijn Drinktempera‐ tuur Rode Bordeaux 18 °C Buiten werking stellen van het apparaat Côtes du Rhone, rood/Barolo 17 °C Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt: Rode Bourgogne/ rode Bordeaux 16 °C Port 15 °C Jonge rode Bourgogne 14 °C Jonge rode wijn 12 °C Jonge Beaujolais/ alle witte wijnen met weinig suikergehalte 11 °C Oude witte wijn/Chardonnay 10 °C Sherry 9 °C Jonge witte wijn vanaf Spätlese 8 °C Witte Loirewijn/ Entre‐deux‐Mers 7 °C 1. Uitschakelen van het apparaat. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 3. Apparaat schoonmaken. 4. Deur van het apparaat open laten staan. 59 nl Schoonmaken van het apparaat U gaat als volgt te werk: 1. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen! 2. Deurafdichting alleen met schoon water schoonmaken en grondig droogwrijven. 3. Het apparaat met lauw water met een scheutje afwasmiddel schoonmaken. Het water mag niet in de bedieningselementen en de verlichting terechtkomen. 4. Na het schoonmaken het apparaat weer aansluiten en inschakelen. Actiefkoolfitler Afb. & De actiefkoolfilter zorgt voor luchtverversing en geurverbetering in het apparaat. Wij raden aan de filter jaarlijks te vervangen. Reservefilters zijn verkrijgbaar bij de Servicedienst. Energie besparen n Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen! Niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron ( bijv. verwarmingsradiator, fornuis). Gebruik eventueel een isolatieplaat. n De deur van het apparaat zo kort mogelijk openen! n Drank eerst laten afkoelen en dan pas in het apparaat leggen. n De achterkant van het apparaat af en toe met met een stofzuiger of borstel reinigen om toename van het energieverbruik te voorkomen. Attentie Geen schoonmaakmiddelen gebruiken die schuurmiddelen, zand of zuren resp. chemische oplosmiddelen bevatten. Dooiwatergootje en afvoergaatje afb. $ regelmatig schoonmaken, zodat het dooiwater ongehinderd kan weglopen. Dooiwatergootje met een staafje of iets dergelijks schoonmaken. Het sop mag niet via het afvoergaatje in de dooiwateropvangschaal terechtkomen. 60 nl Voorkomen van geluiden Bedrijfsgeluiden Heel normale geluiden Gebrom - de koelmachine loopt. Geborrel, gebruis of geklok - het koelmiddel stroomt door de leidingen. Geklik - de motor wordt in‐ of uitgeschakeld. Het apparaat staat niet waterpas Het apparaat met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder het apparaat. Het apparaat staat tegen een ander meubel of apparaat Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast wegschuiven. De laden of legplateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten. 61 nl Kleine storingen zelf verhelpen Alvorens de Servicedienst in te schakelen: Ga aan de hand van de volgende punten eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen. Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek betalen! Storing Eventuele oorzaak In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat gedurende 5 minuten uit te schakelen. Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is. Als de temperatuur te koud is: de volgende dag de temperatuur nogmaals controleren. De temperatuur wijkt erg af van de instelling. De verlichting functioneert niet. Oplossing De lamp is defect. Lampje vervangen afb. '/A 1. Stekker uit het stopcontact trekken resp. zekering uitschakelen of losdraaien. 2. Lampafdekking van achteren eraf trekken. 3. Lamp vervangen; Vervangende lamp 220−240V wisselstroom, fitting E14, Watt, zie defecte lamp. De in het apparaat gebruikte lampen zijn uitsluitend geschikt voor huishoudelijke apparaten. De lampen zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes. De lichtschakelaar klemt. Afb. '/B. 62 Controleer of de lichtschakelaar bewogen kan worden. nl Storing Eventuele oorzaak Oplossing De bodem van de koelruimte is nat. De dooiwaterafvoerbuis afb. $ is verstopt. Dooiwatergootje en afvoergaatje schoonmaken (zie „Schoonmaken van het apparaat”) Het is niet koud in het apparaat. De deur van het apparaat werd te vaak geopend. Deur niet onnodig openen. 2 - 3 dagen wachten. Veel flessen in het apparaat gelegd. Het apparaat koelt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken. Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld; de stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of er stroom is. Controleer de zekeringen. Servicedienst Adres en telefoonnummer van de Servicedienst kunt u vinden in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service‐adressen. Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E‐nummer en het FD‐nummer van het apparaat op. Voor reparatieorders en advies bij storingen: NL 088 424 4010 B 070 222 141 In de meegeleverde lijst met serviceadressen vindt u voor alle landen de contactgegevens. U vindt deze gegevens op het typeplaatje afb. (. Door deze nummers aan de Servicedienst door te te geven voorkomt u onnodig heen en weer rijden van de monteur en de hieraan verbonden kosten. 63
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Bosch KSW30V80/01 Handleiding

Type
Handleiding