Miller INVISION 456P (400 VOLT) de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

OM-203 034 C/dut
April 2003
Processen
MIG/MAG lassen
Met optionele apparatuur:
Pulserende MIG (GMAW-P)
XMT 456 CC/CV:
Multiproces Lassen
Beschrijving
Invision 456P:
Invision 456P:
XMT 456 CC/CV:
R
Invision 456P en
XMT 456 CC/CV
(400 V modellen)
R
HANDLEIDING
Bezoek onze website:
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO
9001:2000-kwaliteitscertifi-
caat behaalde.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak – u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
SECTIE 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1. .
1-1. De betekenis van de symbolen 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1-2. De risico’s van het booglassen 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3. . . . . .
1-4. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1-5. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV-informatie) 4. .
SECTIE 2 – DEFINITIES 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2-1. Definities van de waarschuwingslabels van de fabrikant 5. . . . . . . . . . . . .
2-2. Symbolen en definities 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2-3. Kenplaatje van de fabrikant 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SECTIE 3 – INSTALLATIE 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-1. Technische gegevens 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-2. Inschakelduur en oververhitting 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-3. Stroom-spannings grafieklijnen 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-4. Afmetingen en gewicht 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-5. Een locatie kiezen 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-6. Aansluiting aan de uitgangsklemmen 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-7. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de
kabelafmetingen 11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-8. Informatie over de 14-pin contrastekker 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-9. 115 Volt AC duplex contrastekker 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-10. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3-11. Aansluitvermogen 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SECTIE 4 – BEDIENING 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4-1. Besturing van het bedieningspaneel (CV modellen) 15. . . . . . . . . . . . . . . . .
4-2. Keuzestand- en spanningsregeling (CV modellen) 15. . . . . . . . . . . . . . . . . .
4-3. Meterfuncties (CV modellen) 16. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4-4. Besturing van het bedieningspaneel (CC/CV modellen) 16. . . . . . . . . . . . .
4-5. Meterfuncties (CC/CV modellen) 17. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4-6. Standen van de proceskeuzeschakelaar 18. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4-7. Lift-Arc TIG-startprocedure (CC/CV modellen) 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SECTIE 5 – SHOOTINGONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 20. . . . .
5-1. Routine-onderhoud 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5-3. De kast vervangen en de spanning van de ingangscondensator meten 21
5-4. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter 22. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5-5. Storingen 23. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SECTIE 6 – ELECTRISCH SCHEMA 24. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SECTIE 7 – ONDERDELENLIJST 28. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
GARANTIE
dec_con1_dut11/02
Verklaring van conformiteit voor
producten voor de Europese
Gemeenschap (CE)
Deze informatie wordt verschaft voor apparaten met een CE-certificatie
(zie het gegevenslabel op het apparaat).
OPMERKING
Naam van de fabrikant: Miller Electric Mfg. Co.
Adres van de fabrikant: 1635 W. Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
Verklaart dat het product: XMT
456 CC/CV
Invision
456P
in overeenstemming is met de volgende richtlijnen en normen:
Richtlijnen
Laagspanningsrichtlijn: 73/23/EEC
Richtlijnen voor Elektromagnetische Compatibiliteit: 89/336/EEC, 92/31/EEC
Machine Richtlijnen: 89/392/EEC,91/368/EEC, 93/C 133/04, 93/68/EEC
Normen
Booglasapparatuur deel I: Lasstroombronnen: IEC 60974-1
(September 1998 – Second Edition)
Veiligheidsvoorschriften voor booglasapparatuur Deel 1: EN 60974-1: 1989
Beschermingsniveaus geboden door de omhulsels (IP-code): IEC 529: 1989
Isolatie-coördinatie voor onderdelen met laagspanningssystemen:
Deel 1: Principes, vereisten en testen: IEC 664-1: 1992
Europese contactpersoon: Dhr. Danilo Fedolfi, directeur
ITW WELDING PRODUCTS ITALY S.r.l.
Via Privata Iseo 6/E
20098 San Giuliano
Milaan, Italië
Telefoon: 39(02)98290-1
Fax: 39(02)98290-203
OM-203 034 Pagina 1
SECTIE 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN -
LEES DIT VÓÓR GEBRUIK
som _nd_dut 7/02
1-1. De betekenis van de symbolen
Dit betekent waarschuwing! Kijk uit! Er zijn risico’s tijdens
deze procedure! De mogelijke risico’s worden getoond in
de begeleidende symbolen.
Y Dit symbool geeft een speciale veiligheidsboodschap aan.
. Betekent OPMERKING; heeft niets met de veiligheidsmaatregelen
te maken.
Deze groep symbolen betekent Waarschuwing! Kijk uit! Mogelijke
ELEKTRISCHE SCHOK EN BEWEGENDE OF HETE ONDER-
DELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende instructies om
deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Y De onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een symbool ziet, wees dan voorzichtig en
volg de bijbehorende instructies om problemen te voorko-
men. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts een samen-
vatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie 1-4. Lees en
volg alle veiligheidsvoorschriften.
Y Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Y Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan
dodelijk zijn.
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de uitgangsspanning aan staat.
Het voedingsgedeelte en de interne circuits van de machine staan
eveneens onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automa-
tisch of automatisch draadlassen staan het draad, de spoel, de ruimte
waar het lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen
onderdelen die in aanraking zijn met de lasdraad onder stroom.
Verkeerd geïnstalleerde of onvoldoende geaarde installaties kunnen
gevaren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten.
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatie-
matjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact
met de grond of het werkstuk te voorkomen.
D Gebruik geen wissel- (AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar be-
staat dat u kunt vallen.
D Gebruik ALLEEN wissel- (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel- (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften).
D Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor ge-
bruikers en nationale of locale codes.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de geaarde aansluitklem van het apparaat en dat de stekker
van de kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Controleer de kabels regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabelgebruik niet de massaklem of de massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het appa-
raat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt.
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed
metaal-op-metaal contact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen.
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasborn.
Na het afsluiten van de ingangsspanning staat er
nog EEN AANZIENLIJKE DC SPANNING op gelijk-
stroom-wisselstroomomzetters (inverter).
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overeenkomstig
de aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeel
aanraakt.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat de
lasrook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een besloten ruimte als deze goed geventileerd
wordt, of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat er
altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen
lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke
invloed heeft op uw lichaam en zelfs dodelijk kan zijn. Zorg ervoor
dat de in te ademen lucht veilig is.
OM-203 034 Pagina 2
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irrite-
rende gassen vormen.
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood- of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De bekledingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden.
Boogstralen van het lasproces produceren zicht-
bare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood)
stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden.
Tijdens het lassen vliegen lasspatten en vonken in
het rond.
D Draag een lashelm voorzien van een goed lasglas met de juiste tint
om uw gezicht en ogen de beschermen als u last of toekijkt (zie
ANSI Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm.
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen; waarschuw ande-
ren om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding gemaakt van duurzaam, brand-
werend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel.
LASSEN kan brand of explosies
veroorzaken.
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden. Er kunnen vonken van de lasboog
afvliegen. De rondvliegende vonken, de
temperatuur van het werkstuk en van het gereedschap kunnen brand
en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode
met metalen voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of
brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat
u begint met lassen.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende gensters en heet
metaal.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende gensters brandbaar
materiaal kunnen raken.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10,7 m
(35 ft.) van de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af
met brandwerende materialen.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het lassen ge-
makkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes
kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt.
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegen-
overgestelde kant.
D Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij
ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie Veiligheids-
voorschriften).
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een directe
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden.
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of snij de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kledingstukken zoals leren hand-
schoenen, leren schort, broek zonder omslagen, hoge schoenen
en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
RONDVLIEGEND METAAL kan de
ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rondvliegen-
de metaalschilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn.
D Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas
gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur.
HETE ONDERDELEN kunnen ernsti-
ge brandwonden veroorzaken.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken.
D Laat een pistool of een toorts altijd afkoelen,
voor u eraan gaat werken.
MAGNETISCHE VELDEN kunnen van
invloed zijn op pacemakers.
D Personen die een pacemaker dragen moeten
wegblijven.
D Pacemakerdragers moeten hun dokter
raadplegen voordat ze in de buurt komen van
activiteiten die met booglassen, gutsen of punt-
lassen te maken hebben.
LAWAAI kan het gehoor aantasten.
Lawaai van bepaalde werkwijzen of apparatuur kan
uw gehoor aantasten.
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is.
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen nor-
maal gesproken een onderdeel uitmaken van het lasproces moet u er
voorzichtig mee omgaan.
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen.
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijbehorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het
reduceerventiel van de gasfles.
D Laat de beschermende dop over het ventiel zitten, behalve als de
fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie P-1 die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
OM-203 034 Pagina 3
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR.
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet – controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aankan.
EEN VALLEND APPARAAT kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende
capaciteit om het apparaat op te tillen en te
ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
STATISCHE ELEKTRICITEIT (ESD)
kan PC-kaarten beschadigen.
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
verwondingen veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken.
D Haal de schakelaar van het pistool pas over als
u de aanwijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel,
andere mensen of op enig metaal wanneer u
lasdraad snijdt.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
verwondingen veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Houd alle deuren, panelen, afdekplaten en
beschermingsplaten op hun plaats.
H.F.-straling kan interferentie
veroorzaken.
D Hoog-frequente (H.F.) straling kan interferentie
veroorzaken bij radionavigatie, veiligheids-
diensten, computers en communicatie-appa-
ratuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij interferentieproblemen als gevolg
van de installatie.
D Als u van overheidswege klachten krijgt over interferentie, stop
dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentiebronnen stevig
dicht, houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg
voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van interferen-
tie tot een minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische appa-
ratuur zoals computers en computergestuurde
apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoe-
lige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in
deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals het lasapparaat verplaatsen,
gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of af-
scherming van het werkterrein.
OM-203 034 Pagina 4
1-4. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
van de American Welding Society (Amerikaanse Vereniging voor las-
sen), 550 N.W. LeJeune Rd, Miami FL 33126 (phone: 305-443-9353,
website: www.aws.org).
Recommended Safe Practices for the Preparation for Welding and Cut-
ting of Containers and Piping, AWS Veiligheidsvoorschriften F4.1 van
de American Welding Society, 550 N.W. LeJeune Rd, Miami, FL 33126
(phone: 305-443-9353, website: www.aws.org).
National Electrical Code, NFPA Veiligheidsvoorschriften 70, van de Na-
tional Fire Protection Association (Nationale Vereniging voor Brandbe-
scherming), Batterymarch Park, Quincy, MA 02269–9101 (phone:
617–770–3000, website: www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamflet P-1,
van de Compressed Gas Association (Vereniging van Gecomprimeerd
Gas), 1735 Jefferson Davis Highway, Suite 1004, Arlington, VA
22202–4102 (phone: 703–412–0900, website: www.cganet.com).
Code for Safety in Welding and Cutting, CSA Standard W117.2 , van de
Canadian Standards Association (Canadese Vereniging van Veilig-
heidsvoorschriften), Standards Sales, 178 Rexdale Boulevard, Rexda-
le, Ontario, Canada M9W 1R3. (phone: 800–463–6727 or in Toronto
416–747–4044, website: www.csa–international.org).
Safe Practices For Occupation And Educational Eye And Face
Protection, ANSI Veiligheidsvoorschriften Z87.1, van het American Na-
tional Standards Institute (Amerikaans Nationaal Instituut voor Veilig-
heidsvoorschriften), 11 West 42nd Street, New York, NY 10036–8002
(phone: 212–642–4900, website: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
P.O. Box 9101, 1 Battery March Park, Quincy, MA 02269–9101 (phone:
617–770–3000, website: www.nfpa.org and www. sparky.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250 (there
are 10 Regional Offices––phone for Region 5, Chicago, is
312–353–2220, website: www.osha.gov).
1-5. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV-informatie)
Beschouwingen over lassen en de effecten van lage frequentie elektri-
sche en magnetische velden
Lasstroom die door laskabels stroomt, veroorzaakt elektromagneti-
sche velden. Er is altijd enige bezorgdheid geweest over dergelijke vel-
den en die is er bij sommigen nog. Echter, na bestudering van meer dan
500 onderzoeken, uitgevoerd gedurende een onderzoeksperiode van
17 jaar, is een speciaal comité van deskundigen van de National Re-
search Council tot de conclusie gekomen dat: “Het totaal aan bewijzen
heeft naar het oordeel van het comité niet aangetoond dat blootstelling
aan hoogfrequentie elektrische en magnetische velden gevaar oplevert
voor de menselijke gezondheid.” Er lopen echter nog steeds onderzoe-
ken en bewijzen moeten bestudeerd blijven worden. Tot de eindconclu-
sies van het onderzoek er zijn, is het mogelijk aan te raden om de
blootstelling aan elektromagnetische velden tijdens lassen en snijden
tot een minimum te beperken.
Neem de volgende maatregelen om magnetische velden te vermin-
deren in de werkplaats:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te draaien of vast
te plakken.
2. Leg de kabels aan 40 één kant en uit de buurt van de lasser.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd de lasstroombron en de kabels zo ver uit de buurt van de
lasser als kan.
5. Verbind de massaklem met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
Over pacemakers:
Dragers van pacemakers moeten eerst contact opnemen met hun arts.
Als die toestemming geeft, is het aan te bevelen bovenstaande proce-
dures to volgen.
OM-203 034 Pagina 5
SECTIE 2 – DEFINITIES
2-1. Definities van de waarschuwingslabels van de fabrikant
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar
(zie de symbolen).
1 Een elektrische schok van een
laselektrode of de bedrading kan
dodelijk zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde
handschoenen. De elektrode niet met
de blote hand aanraken. Geen natte
of kapotte handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische
schokken door uzelf te isoleren van
het werk en de aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine uit
het stopcontact of uit de machine,
voordat u aan de machine gaat
werken.
2 Het inademen van lasdampen kan
gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen van de
werkplek af te voeren.
2.3 Gebruik een ventilator om de dampen
af te voeren.
3 Lasvonken kunnen ontploffingen of
brand veroorzaken.
3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt
van het laswerk. Niet lassen vlakbij
brandbare stoffen.
3.2 Lasvonken kunnen brand
veroorzaken. Zorg dat er een
brandblusapparaat in de buurt is en
zorg dat er een toezichthouder is die
klaarstaat om dit gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
lassen.
4 De stralen uit de boog kunnen ogen
en huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een
veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd
dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming
voor uw hele lichaam.
5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de
aanwijzingen, voordat u aan de
machine gaat werken of gaat lassen.
6 Verwijder het label niet; verf het ook
niet over en dek het niet af.
1/96
1 1.1 1.2 1.3
3 3.1 3.2 3.3
4 4.1
+
2 2.1
2.2
+
+
56
+
2.3
S-179 310
OM-203 034 Pagina 6
> 60 s
V
S-179 190-A
V
V
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op
gevaar (zie de symbolen).
2 Een elektrische schok van de
bedrading kan dodelijk zijn.
3 Haal de stekker van de machine
uit het stopcontact of uit de
machine, voordat u aan de
machine gaat werken.
4 Op de ingangscondensator blijft
gevaarlijk onder spanning staan,
ook als de machine is
uitgeschakeld. Raak volledig
opgeladen condensatoren nooit
aan.
5 Wacht altijd 60 seconden nadat
de stroom is uitgeschakeld, voor
u aan het apparaat gaat werken;
OF
6 controleer de spanning van de
ingangscondensator en zorg dat
u er zeker van bent dat deze
bijna 0 is, voordat u enig
onderdeel aanraakt.
4/96
1234 5 6
S-179 304-A
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op
gevaar (zie de symbolen).
2 Als er stroom komt te staan op
defecte onderdelen, kunnen deze
exploderen of andere onderdelen
laten exploderen.
3 Rondvliegende stukken van
onderdelen kunnen letsel
veroorzaken. Draag altijd een
gezichtsscherm als u onderhoud
pleegt aan een apparaat.
4 Draag altijd lange mouwen en
knoop uw kraag dicht, als u
onderhoud pleegt aan een
apparaat.
5 Nadat u de nodige
voorzorgsmaatregelen hebt
genomen, kunt u de eenheid
aansluiten op de
stroomvoorziening.
4/96
1 23 4 5
S-179 309-A
= <60
°
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op
gevaar (zie de symbolen).
2 Vallende apparatuur kan letsel
veroorzaken en het apparaat
beschadigen.
3 Til het apparaat altijd aan beide
handgrepen op en ondersteun
het. Houd de hoek van het
heftoestel altijd kleiner dan
60 graden.
4 Gebruik een geschikte kar om
het apparaat te verplaatsen.
5 Het apparaat niet aan één
handgreep optillen of
ondersteunen.
1/96
1
2345
OM-203 034 Pagina 7
2-2. Symbolen en definities
A
Ampère Paneel Wisselstroom
V
Volt
Uitgangsspanning
Automatische
zekering
Van op afstand Aan
Uit TIG lassen Negatief Ingangsspanning
Gelijkstroom Positief Inductantie
Beschermende
aarde (massa)
Constante Stroom
Constante
Spanning
Voetbediening Lijnverbinding
Boogsterkte (Dig)
Beklede
electrode–lassen
MIG/MAG lassen
3-fasen statische
frequentie-
omzetter-transfor-
mator-gelijkrichter
U
0
Nominale nullast-
spanning
(gemiddeld)
U
1
Primaire spanning
U
2
Conventionele be-
lastingsspanning
X
Inschakelduur
Hz
Hertz
IP
Beschermings-
graad
I
2
Nominale
lasstroom
%
Percent
Pulserend 4-takt aanraakstart Monofase
Driefasen
I
1max
Maximale nominale
voedingsstroom
I
1eff
Maximale
effectieve
voedingsstroom
Toename/afname
kwantiteit
Aanraakstart –
Lift Arc (TIG)
2-3. Kenplaatje van de fabrikant
S-184 765 / S-184 763
CV modellen
CC/CV modellen
OM-203 034 Pagina 8
SECTIE 3 – INSTALLATIE
Deze handleiding bevat informatie over zowel de CC als de CC/CV versie. De
verschillen tussen beide modellen zijn aangeduid doorheen de hele handleiding.
OPMERKING
3-1. Technische gegevens
Ingangs-
vermo-
gen
Nominaal
lasvermogen
Bereik
lasstroom
Spannings-
bereik
Maximaal
voltage DC
open
spanning
Stroomverbruik
bij een nominale
uitgangsbelasting
50 Hz, driefasen
gen
spann
i
ng
400 V KVA KW
Driefasen
450 A @ 38 Volt DC, 100% in-
schakelduur;
565 A @ 38 Volt DC,
60% inschakelduur
5 – 600 10 – 38 95 31 21,6 19,4
% INSCHAKELDUUR
STROOM
DRIEFASEN–
OPERATIE
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen op nominale belasting
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt,
gaat (gaan) de thermostaat
(thermostaten) open, is er geen
uitgangsspanning meer en gaat de
koelventilator draaien. Wacht
vijftien minuten om het apparaat te
laten afkoelen. Verlaag de
stroomsterkte of de inschakelduur
voor u gaat lassen.
Y Door overschrijding van de
inschakelduur kan het
apparaat beschadigd
worden en daarmee komt de
garantie te vervallen.
3-2. Inschakelduur en oververhitting
0
15
A/V
Minuten
duty1 4/95 – SA-181 560
100% Inschakelduur bij 450 ampère
Oververhitting
OF
Verlaag de inschakelduur
Ononderbroken lassen
60% Inschakelduur bij 565 ampère
6 minuten lassen 4 minuten rusten
OM-203 034 Pagina 9
De stroom–spannings grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en -
stroom aan van het apparaat. De
grafieklijnen van de andere instel-
lingen vallen tussen de aangege-
ven krommen.
3-3. Stroom-spannings grafieklijnen
va_curve1 4/95 – SA-181 561 / SA-181 562
CC Mode
CV Mode
STROOMSTERKTE
STROOMSTERKTE
3-4. Afmetingen en gewicht
Dimensies voor bevestiging
A
F
A 363,9 mm
A
B 527,1 mm
711 mm
C 594,9 mm
D 634,2 mm 457 mm
C
D
E 314,3 mm
B
C
D
F 7,1 mm
gewicht
394 mm
53,5 kg
E
OM-203 034 Pagina 10
1 Hefvorken
Gebruik hefvorken om het apparaat te verplaat-
sen.
Steek de vorken zo ver in, dat ze aan de andere
kant onder het apparaat uitsteken.
2 Hefgrepen
Gebruik de hefgrepen om het apparaat op te tillen.
3 Handkar
Gebruik een kar of een soortgelijk vervoermiddel
om het apparaat te verplaatsen.
4 Technische gegevens
Gebruik het identificatielabel om het benodigde
invoervermogen te bepalen.
5 Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van een stroom-
bron die de juiste voeding biedt.
Y Mogelijk is een speciale installatie nodig,
wanneer er benzine of vluchtige vloeistof-
fen aanwezig zijn – zie NEC artikel 511 of
CEC sectie 20.
Verplaatsing
Plaats
Y Verplaats het apparaat niet naar en
gebruik het niet op plaatsen waar
het kan omvallen.
Omvallen
OF
3-5. Een locatie kiezen
loc_2 3/96 - 800 611 / 802 260
3
5
460 mm
460 mm
4
1
2
3-6. Aansluiting aan de uitgangsklemmen
Y De machine afzetten voor-
aleer de laskables aan te
sluiten.
1 Positieve lasuitgang
2 Negatieve lasuitgang
De postieve laskabel verbinden
met de positieve uitgangsklem
en de negatieve kabel aan de ne-
gatieve uitgangsklem verbinden.
Ref. 802 260
1
2
Benodigde gereedschappen:
OM-203 034 Pagina 11
3-7. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen
Maximale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring**
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Aansluitklemmen
van lasuitgangs-
spanning
Y Het apparaat uitscha-
kelen vooraleer de las-
kabels aan te sluiten.
Y Geen versleten, be-
schadigde, ondergedi-
mensionneerde of
slecht gemonteerde
kabels gebruiken.
Lasst-
room
60% in-
schakel-
duur
60 – 100%
inschakel-
duur
10 – 100% inschakelduur
100 20 20 20 30 35 50 60 60
150 30 30 35 50 60 70 95 95
200 30 35 50 60 70 95 120 120
250 35 50 60 70 95 120 2x70 2x70
300 50 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95
350 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95 2x120
400 60 70 95 120 2x70 2x95 2x120 2x120
500 70 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x95
600 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x120 3x120
*Deze tabel is een algemene richtlijn en is in sommige gevallen niet aangepast. Als een kabel oververhit geraakt (normaal kan u dat ruiken),
gebruik dan een kabel met grotere sektie.
**De laskabelsektie in mm
2
is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder. S-0007-E–
OM-203 034 Pagina 12
3-8. Informatie over de 14-pin contrastekker
Pin* Pininformatie
24 VOLT AC
A 24 volt AC. Beveiligd door CB2.
24 VOLT AC
B Contact met A voltooit 24 volt AC
besturingscircuit.
AJ
115 VOLT AC
I 115 volt AC. Beveiligd door CB1.
AJ
B
K
I
C
L
NH
115 VOLT AC
J Contact met I voltooit 115 volt AC
besturingscircuit.
C
D
M
G
E
F
C Uitgangsspanning naar afstandsbediening;
+10 volt DC in MIG-stand.
UITGANGS-
D Gemeenschappelijke afstandsbedieningscircuit
UITGANGS-
SPANNING
AFSTANDS-
BEDIENING
E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van
afstandsbediening.
BEDIENING
M Keuzeschakelaar.
N Afstandsbediende inductantieregeling.
A/V
STROOM-
S
TERKTE
(
AM-
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC
per 100 ampère.
Ref. ST-802 260
STERKTE (AM
-
PERAGE)
SPANNING
(VOLTAGE)
H Spanningsterugkoppeling; +1 volt DC
per 10 boogspanning.
GND
G Gemeenschappelijke voor 24V en 115V AC
circuits.
GND
K Normaal chassis
* De overige pinnen worden niet gebruikt.
OM-203 034 Pagina 13
1 115V 7A AC contrastekker
De voeding wordt verdeeld tussen
de duplex contrastekker en de
“Remote 14”-contrastekker (zie
Sectie NO TAG).
2 Automatische zekering CB1
3 Automatische zekering CB2
CB1 beveiligt het 115-volt AC deel
van de duplex contrastekker en de
“Remote 14”-contrastekker tegen
overbelasting.
CB2 beveiligt het 24-volt AC deel
van de “Remote 14”-contrastekker
tegen overbelasting.
Druk op de knop om de zekering te-
rug te stellen.
3-9. 115 Volt AC duplex contrastekker
Ref. ST-801 524-A
2 3
1
3-10. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
50 Hz Drifasen
Ingaande spanning (V)
400
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A)
31
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères
1
Traag
2
35
Normaal
3
45
Min. formaat invoerconductor in mm
2
10
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters
93
Min. formaat aardingsconductor in mm
2
6
Reference: 1999 National Electrical Code (NEC)
1 De fabriek raadplegen voor andere beveiligingen.
2 De trage zekering zijn van klasse UL “RK5”
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
OM-203 034 Pagina 14
Y Draai de voeding voor het lassen uit
en controleer vóór u verder gaat eerst
de spanning op de invoercondensa-
toren zoals staat beschreven in Sec-
tie 5-3.
Controleer de invoerspanning die op de
werkplek beschikbaar is.
Verwijder het linkerpaneel.
1 Invoer- en aardingsconductoren
Zie Sectie 3-10.
Breng klemringen van het juiste formaat aan
op de invoerconductoren voor de aansluiting
op de klemmen van het invoerfilter (zie af-
beelding).
2 Lijnscheidingsmechanisme
Kies het type en het formaat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand van
Sectie 3-10. Sluit de invoer- en
aardingsconnectoren aan op een
lijnscheidingsmechanisme waar geen
spanning meer op staat.
Breng het linkerpaneel weer aan.
3-11. Aansluitvermogen
ssb2.4* 1/94 – ST-801 523-B / ST-801 946
5/16 in
L1
L1
2
L2
L3
1
L2
L3
Kaart invoerfilter
=GND/PE
Y Altijd de aardingscon-
ductor eerst aansluiten.
Benodigde gereedschappen:
OM-203 034 Pagina 15
SECTIE 4 – BEDIENING
1 Hoofdschakelaar voeding
. De motor van de ventilator wordt ther-
mostatisch bestuurd en draait alleen
wanneer er afkoeling nodig is.
2 Voltmeter (zie Sectie 4-3)
3 Ampèremeter (zie Sectie 4-3)
4 V/A (Voltage/Amperage)-stelknop
5 Inductantieregeling
De inductantie is bepalend voor de “natheid”
van het lasbad. Wanneer hij hoger wordt
gedraaid, neemt de “natheid” (vloeibaarheid
van het lasbad) toe.
4-1. Besturing van het bedieningspaneel (CV modellen)
23
4
5
ST-184 761
1
1 14–pin contrastekker
Standenregeling
De standaard instelling van het apparaat is de
MIG-stand.
Voor pulserend MIG-lassen dient er een exter-
ne pulsregeling te worden aangesloten op de
“Remote 14”-contrastekker. De externe pen-
del bepaalt of het apparaat in de standaard
MIG-stand of in de pulserende MIG-stand
staat. Wanneer de pulsregeling wordt afge-
koppeld, gaat het apparaat weer terug naar
standaard MIG-lassen.
Spanningsregeling
Het apparaat staat standaard op de Paneel-
stand voor de regeling van de uitgaande span-
ning. Wanneer er een geschikte spanningsre-
gelaar of pulsregelaar wordt aangesloten op
de “Remote 14”-contrastekker, dan neemt dit
apparaat de regeling van de uitgaande span-
ning over.
Om weer terug te keren naar de Paneel-stand
voor de regeling van de uitgaande spanning,
moet u aangesloten apparaten die spanning
naar pen E sturen ontkoppelen of uitzetten.
4-2. Keuzestand- en spanningsregeling (CV modellen)
ST-801 192
1
OM-203 034 Pagina 16
4-3. Meterfuncties (CV modellen)
De meters geven circa drie seconden lang nadat de boog is verbroken de
werkelijke lasuitgangswaarden aan.
OPMERKING
Keuzestand (Mode) Aangegeven meterwaarden bij leegloop Meterwaarden tijdens het lassen
MIG
VA
24.5
Leeg
Vooringestelde
spanningswaarde
VA
24.5 250
Werkelijke
spanningswaarde
Werkelijke
stroomsterkte
Pulserend MIG
VA
PPP PPP
Pulsaanduiding
Pulsaanduiding
VA
24.5 250
Werkelijke
spanningswaarde
Werkelijke
stroomsterkte
1 Hoofdschakelaar voeding
. De motor van de ventilator wordt ther-
mostatisch bestuurd en draait alleen
wanneer er afkoeling nodig is.
2 Voltmeter (zie Sectie 4-5)
3 Ampèremeter (zie Sectie 4-5)
4 Spanning–/Stroomregelknop
5 V/A Schakelaar voor paneel– of
afstandsbediening
Voor de bediening via het frontpaneel, de
knop in de panneelstand zetten (naar boven)
en regelen met de spannings–/stroomregelk-
nop.
Voor afstandsbediening, de aansluiting op de
14-pin contrastekker maken en de schake-
laar op afstandsbediening zetten (naar ond-
er). In de meeste gevallen is de afstandsbe-
diening een percentage van de instelling op
het frontpaneel. De instelling op de lasbron is
de maximale waarde beschikbaar op de af-
standsbediening. In de MIG/MAG mode kan
de waarde over het hele gamma geregeld
worden met de afstandsbediening, onafhan-
kelijk van de ingestelde waarde op de las-
bron.
6 Proceskeuzeschakelaar
De positie van de keuzeschakelaar bepaald
het lasproces en de output aan/uit (zie Sectie
4-6). De regeling van de lasparameter (pan-
eel– of afstandsbediening) is bepaald door de
V/A schakelaarstand.
Voor het gutsen, de keuzeschakelaar in de
Beklede Electrode–lasstand zetten en de In-
ductantie/Boogsterkte op maximale stand re-
gelen.
7 Inductantie/Boogsterkte regelknop
Regelt de boogsterkte in de Beklede Elec-
trode–lasstand of in een andere CC mode. In-
dien geregeld op de minimum waarde, is de
kortsluitstroom bij lage spanning gelijk aan de
ingestelde lasstroom.
Verhoogt men de boogsterkte, dan verhoogt
de kortsluitstroom bij lage spanning om de
boogontsteking te vergemakkelijken of om
het plakken blijven tijdens het lassen te ver-
mijden (zie de Stroom–/Spanningsgrafieken
in Sectie 3-3).
De geschikte instelling kiezen voor de toe-
passing.
De knop regelt de inductantie indien de MIG/
MAG mode op de proceskeuzeschakelaar is
gekozen. De inductantie is bepalend voor de
“natheid” van het lasbad. Wanneer hij hoger
wordt gedraaid, neemt de “natheid” (vloei-
baarheid van het lasbad) toe.
Indien op de proceskeuzeschakelaar pulser-
ende MIG of een TIG proces is gekozen, is
deze regeling niet functioneel.
4-4. Besturing van het bedieningspaneel (CC/CV modellen)
23
4
7
196 445
1
56
OM-203 034 Pagina 17
4-5. Meterfuncties (CC/CV modellen)
De meters geven circa drie seconden lang nadat de boog is verbroken de
werkelijke lasuitgangswaarden aan.
OPMERKING
Keuzestand (Mode) Digitale aflezing bij leegloop
Paneelbediening (TIG)
Actuele open spanning Ingestelde Amp.
VA
80.0 85
4–takt aanraakstart
VA
Leeg Ingestelde Amp.
85
TIG
Leeg Ingestelde Amp.
VA
85
MIG
Ingestelde Volts Leeg
VA
24.5
Pulserend MIG
Pulsaanduiding Pulsaanduiding
VA
PPP PPP
V-sense draadafrolkast
Open spanning en Preset Leeg
VA
80.0
Afstandsbe-
diening
(SMAW)
Leeg Ingestelde Amp.
VA
85
Paneelbediening BE
(SMAW)
Actuele open spanning Ingestelde Amp.
VA
80.0 85
OM-203 034 Pagina 18
4-6. Standen van de proceskeuzeschakelaar
De beklede electrode lasprocessen (SMAW) zijn voorzien van een ”Adaptif
Hot Start”. T.t.z. de uitgangsstroom verhoogt automatisch indien bij de start
of tijdens het lassen dit vereist is. Dit vermijdt het plakken blijven van de
electrode.
OPMERKING
Keuzestand (Mode) Uitgangsregeling
Start TIG (GTAW)
Kies: of Amp
Las:
4–takt aanraakstart
Kies: of Amp
Vereist: Bediening
TIG met HF–unit,
pulsgenerator of
afstandsbediening
Kies: of Amp
Vereist: Bediening
MIG
Kies: of Volt
Vereist: Draadaanvoerkast
MIG met V-sense
draadafrolkast
Kies: of Amp
Les:
Pulserend MIG
(Vereist een aparte
pulsgenerator)
Kies: Volt
Vereist: Draadaanvoerkast en/of
pulsgenerator
Beklede Electr. las-
sen met afstandsbe-
diening
Kies: of Amp
Vereist: Bediening
Beklede Electr. lassen
met paneelbediening
Kies: of Amp
Las
OM-203 034 Pagina 19
NIET als een lucifer aansteken!
”Aanraken” 1-2 seconden
4-7. Lift-Arc TIG-startprocedure (CC/CV modellen)
Met de proceskeuzeschakelaar in
de Lift–Arc TIG stand, start u de
vlamboog als volgt:
1 TIG-elektrode
2 Lasobject
Raak met de wolfraam elektrode
het te bewerken object aan bij het
beginpunt en zorg met de toorts-
schakelaar, houd de elektrode 1 à
2 seconden tegen het te bewer-
ken object aan en til de elektrode
langzaam op. Wanneer de elektro-
de wordt opgetild, vormt zich een
boog.
Normale nullastspanning is niet
aanwezig voordat de wolfraam
elektrode het te bewerken object
raakt; er is slechts een lage voel-
spanning aanwezig tussen de elek-
trode het object. De halfgeleidende
uitgangscontactor komt pas onder
spanning te staan als de elektrode
het object raakt. Hierdoor kan de
elektrode het object raken zonder
oververhitting, zonder vast te ko-
men zitten of vervuild te raken.
1 2
Ref. S-156 279
OM-203 034 Pagina 20
SECTIE 5 – SHOOTINGONDERHOUD EN STORINGEN
VERHELPEN
5-1. Routine-onderhoud
Y Ontkoppel de voeding
voor u met het onderhoud begint.
. Geef vaker een onderhoudsbeurt
als het apparaat zwaar belast wordt.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of
onleesbare
labels
Vervang behuizing
waar scheurtjes in
zitten
Reparen of
vervangen
van kapotte
kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Maak de
lasbornen
schoon en
draai ze aan
6 maanden
De binnenzijde
schoonblazen
Y De kast niet verwijderen als
u de binnenzijde van het ap-
paraat schoonblaast.
Om het apparaat schoon te blazen
moet u de luchtstroom op de afge-
beelde wijze door het ventilatieka-
naal blazen voor en achter leiden.
5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
ST-802 260
OM-203 034 Pagina 21
Draai de voeding voor het lassen uit
en ontkoppel de het apparaat van
de stroombron.
1 Buitenste schroeven van de
handgreep
Om de kap los te halen moet u de
twee buitenste schroeven van
beiden handgrepen verwijderen
evenals alle zijbouten.
2 Koppelkaart PC2
3 Voltmeter
Meet de DC spanning bij de
schroefklemmen op RC3 en RC5
zoals afgebeeld, totdat de spanning
tot vlakbij 0 (nul) volt daalt.
Ga verder met uw werk in het appa-
raat. Breng de kap weer aan als u
klaar bent.
Y Er kan een aanzienlijke DC spanning achterblijven op de
condensatoren nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Controleer voordat u aan de slag gaat met het onderhoud
aan het apparaat altijd de spanning op de afgebeelde wijze
om er zeker van te zijn dat de invoercondensatoren zich
hebben ontladen.
5-3. De kast vervangen en de spanning van de ingangscondensator meten
5/16 in
ST-802 260 / ST-801 536
2
3
1
1
+ draad naar de onderste
klem rechts; – draad naar
de bovenste klem rechts
Benodigde gereedschappen:
OM-203 034 Pagina 22
. Alle richtingen zijn t.o.v. de
voorzijde van het apparaat. Al-
le schakelingen waarnaar
wordt verwezen bevinden zich
in het apparaat.
1 Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire
stroomkring. Als dit scherm te zien
is, neem dan contact op met een
door de fabrikant erkende service-
agent.
2 Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het
thermische beveiligingscircuit links
in het apparaat. Als dit scherm te
zien is, neem dan contact op met
een door de fabrikant erkende ser-
vice-agent.
3 Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het
apparaat oververhit is. Het
apparaat is gestopt om de ventilator
de gelegenheid te geven om het af
te koelen (zie Sectie 3-2). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u
verder werken.
4 Hulpscherm 4
Geeft een storing aan in het
thermische beveiligingscircuit
rechts in het apparaat. Als dit
scherm te zien is, neem dan
contact op met een door de
fabrikant erkende service-agent.
5 Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van
het apparaat oververhit is. Het
apparaat is gestopt om de ventilator
de gelegenheid te geven om het af
te koelen (zie Sectie 3-2). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u
verder werken.
6 Hulpscherm 6
Geeft aan dat de ingangsspanning
te laag is en dat het apparaat
automatisch is uitgeschakeld. U
kunt verder werken als de spanning
binnen ±15% van het bedrijfsbereik
is. Als dit scherm te zien is, laat een
elektricien dan de ingangsspanning
controleren.
7 Hulpscherm 7
Geeft aan dat de ingangsspanning
te hoog is en dat het apparaat
automatisch is uitgeschakeld. U
kunt verder werken als de spanning
binnen ±15% van het bedrijfsbereik
is. Als dit scherm te zien is, laat een
elektricien dan de ingangsspanning
controleren.
8 Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundai-
re stroomkring van het apparaat.
Als dit scherm te zien is, neem dan
contact op met een door de fabri-
kant erkende service-agent.
5-4. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter
1
AV
2
AV
3
AV
HE.L P–1
HE.L P–2
HE.L P–3
4
AV
HE.L P–4
5
AV
HE.L P–5
6
AV
HE.L P–6
7
AV
HE.L P–7
8
AV
HE.L P–8
OM-203 034 Pagina 23
5-5. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het
lassen; het apparaat werkt totaal niet
Zet de lijnscheidingsschakelaar op de ON-stand (zie Sectie 3-11).
l
assen;
h
e
t
apparaa
t
wer
kt t
o
t
aa
l
n
i
e
t
.
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer
in (zie Sectie 3-11).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 3-11).
Geen uitgangsspanning om te lassen;
de meters staan aan
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
d
e
me
t
ers
s
t
aan
aan.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie 3-2).
Onregelmatige of onjuiste lasuitgangs-
spanning
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 3-7).
spann
i
ng.
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de
duplex contrastekker, de
“Remote 14”-contrastekker.
Stel de zekering CB1 opnieuw in (zie Sectie 3-9).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de “Remote 14”-contrastekker.
Stel de zekering CB2 opnieuw in (zie Sectie 3-9).
OM-203 034 Pagina 24
SECTIE 6 – ELECTRISCH SCHEMA
Figuur 6-1. Stroomkringschema voor lasstroombronnen (CV modellen)
OM-203 034 Pagina 25
203 505-A
OM-203 034 Pagina 26
Figuur 6-2. Stroomkringschema voor lasstroombronnen (CC/CV modellen)
OM-203 034 Pagina 27
204 950–B
OM-203 034 Pagina 28
SECTIE 7 – ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen
zijn algemeen gangbaar en
alleen te bestellen als ze op
de lijst staan.
802 261-D
1
2
9
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
31
32
33
39
40
41
42
4
44
45
46
48
49
50
46
51
53
54
58
59
62
63
64
65
4
PC1
PC2
3
66
4
5
6
7
8
30
34
35
36
37
38
36
43
47
60
61
10
52
55
56
57
67
68
Figuur 7-1. Volledige installatie
OM-203 034 Pagina 29
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-1. Volledige installatie
Quantity
1 187 234 COVER, top 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 195 585 HANDLE 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 +190 373 PANEL, side RH 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
178 551 INSULATOR, side 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 185 836 LABEL, warning electric shock 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5 PC7 206 776 CIRCUIT CARD, filter 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6 185 210 BRACKET, mtg filter board 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7 T1 185 524 TRANSFORMER, HF (CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7 T1 189 440 TRANSFORMER, HF (CC/CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8 FM2 183 918 MOTOR, fan 24VDC 3000RPM 43CFM w/10 ohm resistor 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9 PC1 203 309 CIRCUIT CARD ASSEMBLY, control (CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9 PC1 204 029 CIRCUIT CARD ASSEMBLY, control (CC/CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10 194 371 SPACER, al 3.500 lg 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11 194 450 BRACKET, mtg capacitor/PC board/fan 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12 C3-6 192 935 CAPACITOR, elctlt 2700uf 420 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13 181 925 INSULATOR, stabilizer lead 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14 Z1 180 029 STABILIZER, output 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
15 L1 180 026 INDUCTOR, input 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
16 T2 185 231 TRANSFORMER, control 200/400VAC 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17 180 105 BRACKET, mtg transformer aux 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18 CB2 093 995 CIRCUIT BREAKER, man reset 15A 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19 CB1 161 078 CIRCUIT BREAKER, man reset 7A 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20 RC2 604 176 RECEPTACLE, str dx grd 3W 15A 120V 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
21 PLATE, identification (order by model & serial number) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
175 282 COVER, receptacle weatherproof 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
22 +187 233 PANEL, rear 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
185 526 LABEL, warning electric shock 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
23 153 403 BUSHING, snap-in nyl .750 ID x 1.000mtg hole 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
24 025 248 STAND-OFF, insul .250–20 x 1.250 lg 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25 W1 180 270 CONTACTOR, def prp 40A 3P 24VAC 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
26 C1,2 188 446 CAPACITOR, polyp film .5uf 900 VAC (CV models only) 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
26 C1,2 206 588 CAPACITOR, polyp film .34uf 1000VAC (CC/CV models only) 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
27 185 992 BUS BAR, capacitor 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28 CT1 181 271 TRANSFORMER, current 500 turns 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
29 177 547 BUSHING, snap-in nyl CT–MT 1.125mtg hole 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
30 T3 185 208 CHOKE, common mode 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31 PC2 206 778 CIRCUIT CARD ASSEMBLY, interconnect 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
32 179 276 BUSHING, snap-in nyl 1.000 x 1.375mtg hole 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
185 214 BUS BAR, interconnecting 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
33 +194 449 WINDTUNNEL, RH 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
34 SR1 184 260 KIT, diode power module 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
35 PM1, 2 186 656 KIT, transistor IGBT module (CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
35 PM1,2 184 258 KIT, transistor IGBT module (CC/CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36 RT1,2 173 632 THERMISTOR, NTC 30K ohm @ 25deg C 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
37 179 930 HEAT SINK, power module 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
38 204 165 HEAT SINK, rect quad diode 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39 190 272 BASE 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
40 180 271 BRACKET, mtg choke 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
41 182 654 GASKET, DI–DT rubber 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
42 L3,4 180 103 COIL, DI–DT 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
43 176 844 CORE, ferrite 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
44 PC3 190 688 CIRCUIT CARD ASSEMBLY, front panel (CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
44 PC3 203 169 CIRCUIT CARD ASSEMBLY, front panel (CC/CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
45 182 707 TERMINAL, power output black 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
46 C7,8 186 543 CAPACITOR ASSEMBLY 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
47 RC1 190 470 RECEPTACLE, w/leads, capacitors, plug 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
OM-203 034 Pagina 30
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-1. Volledige installatie (vervolg)
Quantity
48 180 732 BOOT, neg output stud 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
49 179 848 BOOT, pos output stud 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
50 179 898 PANEL, front 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
51 181 245 TERMINAL, power output red 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
52 S1 128 756 SWITCH, tgl 3PST 40A 600VAC scr 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
176 226 INSULATOR, switch power 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
53 NAMEPLATE, (order by model and serial number) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
54 HD1 168 829 TRANSDUCER, current 1000A max 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
55 174 992 KNOB, pointer .840dia x .250 ID (CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
55 174 992 KNOB, pointer .840dia x .250 ID (CC/CV models only) 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
56 174 991 KNOB, pointer 1.250dia x .250 ID (CC/CV models only) 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
57 179 851 KNOB, pointer 1.670dia x .250 ID 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
58 179 928 SHROUD, fan 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
59 FM1 175 084 MOTOR, fan 24VDC 3000RPM 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
C21-24 180 778 CAPACITOR ASSEMBLY 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
60 R1,2 175 194 RESISTOR/CAPACITOR 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
C9,10,11,12
61 D1-4 201 531 KIT, diode ultra fast recovery 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
62 179 826 INSULATOR, rectifier 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
63 +179 902 WINDTUNNEL, LH 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
64 183 827 BUS BAR, output 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
179 276 BUSHING, snap-in nyl 1.000 x 1.375mtg hole 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
65 179 310 LABEL, warning general precautionary 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PLG4 131 056 HOUSING RECEPTACLE & SOCKETS 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
RC10 166 679 HOUSING RECEPTACLE PINS & SOCKETS 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PLG2 115 092 HOUSING PLUG & SOCKETS 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PLG7,19 115 094 HOUSING PLUG & SOCKETS 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PLG9,11 115 091 HOUSING PLUG & SOCKETS 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PLG3,12 180 776 PLUG, w/leads voltage feedback 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PLG5,15,16 175 026 PLUG, w/leads 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PLG21 211 138 PLUG, w/leads 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
66 +190 271 PANEL, side LH 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
67 199 840 BUS BAR, diode 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
68 C18-20 208 478 CAPACITOR MODULE 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Geldig vanaf 1 januari 2002
(Installaties waarvan het serienummer begint met “LC” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder
andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE – Afhankelijk van de onderstaande
bepalingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg.
Co., Appleton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe
Miller installaties die verkocht zijn na de geldende datum van
deze beperkte garantie geen materiaal- en/of
fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT
UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLI-
CIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle
onderdelen of componenten die niet meer functioneren door
dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repa-
reren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen
schriftelijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke
fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over de
garantieclaim-procedure die hierop volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantie-
periode zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met
garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden
gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de
erkende verdeler, of achttien maanden nadat de installatie
naar een internationale distributeur gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen – 3 jaar arbeidsloon
* Originele hoofdgelijkrichters
* Ondulatoren (alleen ingangs- en uitgangsspannings-
gelijkrichters)
2. 3 jaar — onderdelen en arbeidsloon
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Stroombronnen plasmasnijders
* Semi-automatische en automatische draadaanvoe-
reenheden
* Stroomvoorziening ondulatoren
* Intellitig
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder aparte ga-
rantie bij de fabrikant van de motor.)
3. 1 jaar — onderdelen en arbeidsloon tenzij anders ge-
specifieerd
* Draadaanvoersysteem DS-2
* Motoraangedreven pistolen (uitgezonderd de Spool-
guns)
* Procesbeheersingsapparatuur
* Positionerings- en regelapparatuur
* Automatisch bewegende apparatuur
* RFCS Foot Control
* IPKS stroombronnen
* Waterkoelingssystemen
* Gasontspanners en debietregelaars (geen arbeids-
loon)
* HF units
* Weerstandskasten
* Maxstar 85, 140
* Puntlasapparaten
* Elektrische belastingsbanken
* Racks
* Laskarren/trailers
* Plasmasnijtoortsen (behalve APT, & SAF modellen)
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt onder True
Blue
voor de resterende garantieperiode van het
produkt waarin ze in geïnstalleerd zijn, of voor een mi-
nimum van één jaar — afhankelijk van welke van de
twee het langste duurt.)
4. 6 maanden — accu’s
5. 90 dagen — onderdelen en arbeidsloon
* MIG-pistolen/Tig-lastoortsen
* Windingen en dekens voor inductieverwarming
* APT-, ZIPCUT- & PLAZCUT-modellen plasma-
snijtoortsen
* Afstandsbedieningen
* Toebehoren
* Vervangende onderdelen (niet het werkloon)
* Spoolmate Spoolguns
* Beschermzeil
Miller’s True Blue Beperkte garantie geldt niet voor:
1. Elektrodepunten, snijmondstukken, schakelaars, bor-
stels, sleepringen, relais of andere onderdelen die niet
meer werken als gevolg van normale slijtage (Uitzonde-
ring: borstels, sleepringen en relais zijn wel onder ga-
rantie op de modellen Bobcat, Trailblazer en Legend)
6. Onderdelen geleverd door Miller maar geprodu-
ceerd door anderen, zoals motoren of handelsac-
cessoires. Deze onderdelen vallen onder de
eventuele garanties door de fabrikanten.
7. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door
andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist
geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens indu-
strierichtlijnen, of installaties die geen redelijk en nood-
zakelijk onderhoud hebben gehad, of installaties die
gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepas-
singen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP
EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE
GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDER-
HOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze
garantie, zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1)
repareren; of (2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller
is toegestaan in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten
van repareren of vervangen bij een goedgekeurd Miller
onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de
aankoopprijs (redelijke waardevermindering op basis van
het eigenlijke gebruik) bij het retourneren van de goederen
op risico en kosten van de klant. Miller’s optie van repareren
of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip van vervoerskosten
tot in de boot), naar de fabriek in Appleton, Wisconsin of f.o.b.
naar een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals
bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of
terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN
ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN
DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL
ZAL MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR
RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDE-
RE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN
BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE
GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT,
ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET
VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF
VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP
GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT
ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE
BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN
VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK
WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN
ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T.
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met
betrekking tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van
bijkomende schade, indirecte schade, speciale schade of
gevolgschade, dus bovenstaande beperking kan mogelijk
niet van toepassing zijn voor u. Deze garantie biedt specifie-
ke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere
rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat
verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde
extra garanties of oplossingen die afwijken van de bepalin-
gen die hierin zijn opgenomen, en bovenstaande beperkin-
gen en uitsluitingen zijn mogelijk niet van toepassing,
voorzover er niet van mag worden afgezien. Deze Beperkte
Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen
eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per
provincie verschillen.
miller_warr_dut 6/02
PRINTED IN USA 2003 Miller Electric Mfg. Co 1/03
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters–USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
European Headquarters –
United Kingdom
Phone: 44 (0) 1204-593493
FAX: 44 (0) 1204-598066
www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Beschikbare middelen
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Miller INVISION 456P (400 VOLT) de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor