Bosch KSV29NW30G Handleiding

Type
Handleiding
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen .................................. 64
Aanwijzingen over de afvoer .............. 67
Omvang van de levering .................... 68
De juiste plaats ..................................... 68
Let op de omgevingstemperatuur
en de beluchting .................................. 69
Apparaat aansluiten ............................ 70
Kennismaking met het apparaat ....... 70
Apparaat inschakelen ......................... 71
Instellen van de temperatuur ............. 72
Netto-inhoud .......................................... 72
De koelruimte ....................................... 72
Superkoelen .......................................... 73
Uitvoering .............................................. 74
Sticker „OK” .......................................... 74
Apparaat uitschakelen en buiten werking
stellen ..................................................... 74
Schoonmaken van het apparaat ...... 75
Verlichting (LED) .................................. 75
Energie besparen ................................ 76
Bedrijfsgeluiden ................................... 76
Kleine storingen zelf verhelpen ......... 77
Zelftest apparaat .................................. 78
Servicedienst ........................................ 78
nl
64
nlInhoud
nlGebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en
het installatievoorschrift nauw-
keurig door. U vindt daarin
belangrijke informatie over plaat-
sing, gebruik en onderhoud van
het apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als de aanwij-
zingen en waarschuwingen in
de gebruiksaanwijzing niet in
acht worden genomen. Bewaar
de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later
gebruik of voor een eventuele
latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvrien-
delijke maar brandbare koelmid-
del R600a. Let erop dat de
leidingen van het koelcircuit bij
het transport of de installatie
niet beschadigd worden. Koel-
middel dat naar buiten spuit kan
vlam vatten of tot oogletsel lei-
den.
Bij beschadiging
Open vuur of andere ontste-
kingsbronnen uit de buurt van
het apparaat houden;
Ruimte gedurende een paar
minuten goed luchten;
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact
trekken;
Contact opnemen met de Ser-
vicedienst.
Hoe meer koelmiddel het appa-
raat bevat, des te groter moet
de ruimte zijn waarin het appa-
raat wordt opgesteld. In een te
kleine ruimte kan bij een lek een
ontvlambaar mengsel van gas
en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het
vertrek minstens 1 m³ groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel in
uw apparaat vindt u op het type-
plaatje aan de binnenkant van
het apparaat.
Als de aansluitkabel van het
apparaat beschadigd raakt,
moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de klantenser-
vice of een andere gekwalifi-
ceerde persoon. Onvakkundige
installatie en reparaties kunnen
groot gevaar opleveren voor
de bezitter.
nl
65
Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door de
fabrikant, de klantenservice of
een andere gekwalificeerde
persoon.
Er mogen alleen originele
onderdelen van de fabrikant
gebruikt worden. Alleen bij deze
onderdelen garandeert de
fabrikant dat ze aan de
veiligheidseisen voldoen.
Een verlengsnoer voor de
aansluitkabel mag uitsluitend via
de klantenservice worden
aangeschaft.
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in
het apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten, elek-
trische ijsmaker etc.).
Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een
stoomreiniger ontdooien of
schoonmaken! De hete stoom
kan in de elektrische onderde-
len terechtkomen en kortslui-
ting veroorzaken.
Gevaar van elektrische schok!
Gebruik geen puntige of
scherpe voorwerpen om een
laag ijs of rijp te verwijderen.
U kunt hierdoor de koelleidin-
gen beschadigen. Koelmiddel
dat naar buiten spuit kan vlam
vatten oftot oogletsel leiden.
Geen producten met brand-
bare drijfgassen (bijv. spuit-
bussen) en geen explosieve
stoffen in het apparaat
opslaan. Explosiegevaar!
Plint, uittrekbare manden of
laden, deuren etc. niet als
opstapje gebruiken of om op
te leunen.
Om te ontdooien of schoon te
maken: stekker uit het stop-
contact trekken resp. de zeke-
ring uitschakelen of
losdraaien. Altijd aan de stek-
ker trekken, nooit aan de aan-
sluitkabel.
Dranken met een hoog alco-
holpercentage altijd goed
afgesloten en staand bewa-
ren.
Geen olie of vet gebruiken op
kunststof onderdelen en deur-
dichtingen. Ze kunnen poreus
worden.
De be- en ontluchtingsopenin-
gen van het apparaat nooit
afdekken.
nl
66
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare
personen:
Kwetsbaar zijn
kinderen/personen met licha-
melijke, geestelijke of zintuige-
lijk beperkingen, evenals
personen die onvoldoende
kennis hebben over de veilige
bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en
kwetsbare personen begrijpen
wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid verant-
woordelijke persoon moet toe-
zicht houden op kinderen en
kwetsbare personen bij het
apparaat of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar
het apparaat laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud
toezicht houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en
onderdelen ervan zijn geen
speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door
opvouwbare kartonnen dozen
en folie!
Het apparaat is geen
speelgoed voor kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van
kinderen bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt om
levensmiddelen te koelen.
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden
en de huiselijke omgeving.
Het apparaat is ontstoord vol-
gens EU richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan
de veiligheidsbepalingen voor
elektrische apparaten
(EN 60335-2-24).
nl
67
Aanwijzingen over
de afvoer
* Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg dat
de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren
voor een milieuvriendelijke verwerking.
* Afvoeren van uw oude
apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen worden
teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen
met de stekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen om het kinderen moeilijk
te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in
de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten
worden afgevoerd. Met het oog op een
doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit
tot het moment van transport niet
beschadigd worden.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
nl
68
Omvang van de
levering
Controleer na het uitpakken alle onder-
delen op eventuele transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft of
bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en
geluiden
De juiste plaats
Elke droge, goed te ventileren ruimte is
geschikt. Het apparaat niet in de zon of
naast een fornuis, verwarmingsradiator
of een andere warmte bron plaatsen. Is
plaatsing naast een warmtebron niet te
vermijden, maak dan gebruik van een
isolerende plaat of neem de volgende
minimumafstanden tot de warmtebron
in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen
3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
De vloer op de plaats van opstelling mag
niet meegeven, vloer eventueel verstevi-
gen. Eventuele oneffenheden in de vloer
opheffen door er iets onder te leggen.
Afstand tot de wand
Afb. #
Het apparaat heeft geen wandafstand
aan de zijkant nodig. De laden en
legplateaus kunnen desondanks volledig
worden uitgeschoven.
Deuraanslag wisselen
(indien nodig)
Indien nodig: Wij raden u aan de
deurophanging door de Servicedienst
te laten verwisselen. De kosten voor het
verwisselen van de deuraanslag kunt u
opvragen bij de Servicedienst in uw
regio.
nl
69
m Waarschuwing
Tijdens het verwisselen van de
deurophanging mag het apparaat niet op
het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Eerst de stekker uit het stopcontact
trekken. Leg voldoende zacht materiaal
op de grond, om te voorkomen dat de
achterkant van het apparaat beschadigd
raakt. Het apparaat voorzichtig op zijn
rug leggen.
Aanwijzing
Wanneer het apparaat op de rug wordt
gelegd, mag de wandafstandhouder niet
gemonteerd zijn.
Let op de omgevings-
temperatuur en de
beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op het
typeplaatje, afb. -.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel bin-
nen de binnentemperatuurgrenzen van
de aangegeven klimaatklasse. Wanneer
een apparaat uit klimaatklasse SN wordt
gebruikt bij een lagere binnentempera-
tuur, kunnen beschadigingen aan het
apparaat worden uitgesloten tot een tem-
peratuur van +5 °C.
Beluchting
Afb. $
De lucht aan de achterzijde van het
apparaat wordt warm. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren. Waardoor
het energieverbruik toeneemt. De be
en ontluchtingsopeningen mogen dan
ook nooit worden afgedekt!
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
70
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het
apparaat”).
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Het apparaat aanslui-
ten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz wissel-
stroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet zijn beveiligd met een
zekering van 10 A tot 16 A.
Bij apparaten die in niet Europese landen
worden gebruikt op het typeplaatje
controleren of de aansluitspanning
en de stroomsoort overeenkomen met
de waarden van uw elektriciteitsnet.
U vindt deze gegevens op het
typeplaatje. Afb. -
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden
aangesloten op elektronische
energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen netvoe-
dingsinverters en sinusinverters worden
gebruikt. Netvoedingsinverters worden
gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het
openbare elektriciteitsnet. Bij losstaande
systemen (bijv. op schepen of in berghut-
ten) die geen rechtstreekse aansluiting
op het openbare elektriciteitsnet hebben,
moet een sinusinverter worden gebruikt.
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
nl
71
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
Afb. "
Apparaat inschakelen
Afb. "
Het apparaat met de toets
Aan/Uit 1 inschakelen.
De temperatuurindicatie 2 toont de
ingestelde temperatuur.
Het apparaat begint te koelen. De
verlichting is ingeschakeld wanneer
de deur open is.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Bewaar gevoelige levensmiddelen niet
warmer dan +4 °C.
Aanwijzingen bij het gebruik
Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een laagje
rijp op de achterwand van de koel-
ruimte. U hoeft de dooiwaterdruppels
niet af te wissen of de rijp af te schra-
pen. De achterwand wordt automa-
tisch ontdooid. Het smeltwater wordt
in de smeltwatergoot opgevangen en
naar de koelmachine geleid, waar het
wordt verdampt.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan zich
condenswater vormen in de koel-
ruimte, vooral op glazen legplateaus.
Als dit het geval is, dient u de levens-
middelen verpakt te bewaren en een
lagere koelruimtetemperatuur te kie-
zen.
1–4 Bedieningselementen
5 Verlichting (LED)
6 Glasplaat
7 Dooiwaterafvoergootje
8 Groentelade met
vochtigheidsregelaar
9 Schroefvoetjes
10* Boter en kaasvak
11* Eierrekje
12 Voorraadvak in de deur
13 Vak voor grote flessen
1 Toets Aan/Uit
Om het apparaat in en uit
te schakelen.
2 Temperature display
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
3 Indicatie super
Brandt wanneer het superkoelen
actief is.
4 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
nl
72
Instellen van de
temperatuur
Afb. "
De temperatuur is instelbaar van
+2 °C tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets 4 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 2.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. -
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats voor
het bewaren van vlees, worst, vis,
melkproducten, eieren, toebereide
etenswaren en brood/banket.
In acht nemen bij het bewaren
Bewaar verse, onbeschadigde
levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit
en de versheid langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en
afgevulde producten de door de
fabrikant vermelde houdbaarheids- of
gebruiksdatum in acht nemen.
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen, om aroma, kleur en
versheid te bewaren. Dit voorkomt
geuroverdracht en verkleuring van de
kunststof onderdelen in de koelruimte.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen en pas daarna in het
apparaat zetten.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen de
achterwand raken. Anders wordt de
luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
nl
73
Let op de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillen de koudezones:
De koelste zone bevindt zich tussen
de aan de zijkant afgebeelde pijl en
de glasplaat eronder. Afb. %
Aanwijzing
Bewaar in de koudste zone gevoelige
levensmiddelen (bijv. vis, worst,
vlees).
De warmste zone bevindt zich boven-
aan in de deur en in de groentelade.
Aanwijzing
Bewaar bovenaan in de deur bijv.
harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn
aroma verder ontwikkelen en de boter
blijft goed smeerbaar.
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
Afb. &
Om optimale omstandigheden te
scheppen voor het bewaren van groente
en fruit, kan de luchtvochtigheid in de
groentelade worden aangepast aan de
hoeveelheid levensmiddelen:
kleine hoeveelheid fruit en groente –
hoge luchtvochtigheid
grote hoeveelheid fruit en groente –
lage luchtvochtigheid
Aanwijzingen
Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
Afhankelijk van de soort levensmidde-
len en de hoeveelheid kan zich con-
denswater vormen in de groentelade.
Condenswater verwijderen met een
droge doek en de luchtvochtigheid in
de groentelade aanpassen met
behulp van de vochtigheidsregelaar.
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt de
koelruimte ca. 15 uur zo koud mogelijk
gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het
superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is ingescha-
keld kunnen de bedrijfsgeluiden toene-
men.
In- en uitschakelen
Afb. "
De temperatuurinsteltoets 4 meermaals
indrukken, tot de indicatie super 3
brandt.
nl
74
Uitvoering
(niet bij alle modellen)
Glasplateaus
Afb. '
U kunt de plateaus en voorraadvakken in
de binnenruimte naar wens verplaatsen:
Daartoe het legplateau uittrekken,
vooraan optillen en verwijderen.
Voorraadvak in de deur
Afb. (
Het plateau optillen en verwijderen.
Flessenrek
Afb. ) A/B
In de flessenrek kunnen flessen veilig
worden bewaard. De houder is variabel.
Flessenhouder
Afb. *
De flessenhouder voorkomt dat de
flessen kantelen bij het openen en
sluiten van de deur.
Sticker „OK”
(niet bij alle modellen)
Met de „OK”-temperatuurcontrole kun-
nen temperaturen onder +4 °C worden
geregistreerd. Stel de temperatuur traps-
gewijs kouder in als de sticker niet „OK”
aangeeft.
Aanwijzing
Bij ingebruikneming van het apparaat
kan het tot 12 uur duren voor de
temperatuur is bereikt.
Correcte instelling
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Apparaat uitschakelen
Afb. "
Toets Aan/Uit 1 indrukken.
De temperatuurindicatie 2 gaat uit en de
koelmachine wordt uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Uitschakelen van het apparaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Schoonmaken van het apparaat.
4. Deur van het apparat open laten.
nl
75
Schoonmaken van
het apparaat
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schuursponsjes gebruiken. Op
de metalen oppervlakken kan corrosie
ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
mogen niet in de afwasmachine gerei-
nigd worden. Ze kunnen vervormen!
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat
uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien resp.
uitschakelen!
3. Levensmiddelen verwijderen en op
een koele plaats bewaren.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een
zachte doek en lauw water met een
scheutje pH neutraal schoonmaakmid-
del. Het sop mag niet in de verlichting
terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
7. Het sop mag niet via het afvoergaatje
in het verdampingsgedeelte
terechtkomen.
8. Na het schoonmaken apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
9. Levensmiddelen weer aanbrengen.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd.
Glasplateaus eruit halen
Afb. '
Daartoe het plateau uittrekken, vooraan
optillen en verwijderen.
Legplateaus uit de deur nemen
Afb. (
Legplateaus optillen en verwijderen.
Dooiwatergoot
Afb. +
De dooiwatergoot en het afvoergat
regelmatig reinigen met wattenstaafjes
o.i.d., zodat het dooiwater goed kan
weglopen.
Reservoir verwijderen
Afb. ,
Reservoir tot aan de aanslag uittrekken,
vooraan optillen en verwijderen.
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
nl
76
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen! Het appa-
raat niet direct in de zon of in de buurt
van een warmtebron plaatsen zoals
een verwarmingsradiator of een for-
nuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
Om een verhoogd stroomverbruik te
vermijden, moet de achterkant van het
apparaat af en toe worden gereinigd.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om
de geplande energieopname van het
apparaat te bereiken (zie montage-
handleiding). Een kleinere afstand tot
de muur heeft geen nadelige invloed
op de werking van het apparaat. Het
energieverbruik kan dan iets hoger
worden. De afstand van 75 mm mag
niet worden overschreden.
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor de
schroefvoetjes of leg iets onder het
apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
nl
77
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te
verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur
de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is
uitgeschakeld; de stekker zit
niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer
of er stroom is. Controleer de zekeringen.
De verlichting functioneert
niet.
De LED verlichting is kapot. Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)”.
De deur stond te lang open.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten
uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van de deur brandt
de verlichting weer.
De bodem van de koelruimte
is nat.
De dooiwatergoot of het
afvoergat is verstopt.
Het dooiwatergootje en het afvoergaatje
schoonmaken (zie „Schoonmaken van het
apparaat”). Afb. +
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en
ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Het apparaat koelt niet,
de temperatuurindicatie en
de verlichting branden.
Het presentatielicht
is ingeschakeld.
Temperatuur-insteltoets afb. "/4 gedurende
10 seconden ingedrukt houden tot een
bevestigingssignaal te horen is.
Na een tijdje controleren of het apparaat koelt.
nl
78
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een automa-
tisch zelftestprogramma dat de oorzaken
van storingen aangeeft die alleen door
de Servicedienst verholpen kunnen wor-
den.
Zelftest starten
Afb. "
1. Apparaat uitschakelen met de
Aan/Uit-toets 1 en 5 minuten wachten.
2. Apparaat met de toets Aan/Uit 1
inschakelen en binnen de eerste
10 seconden de temperatuurinstel-
toets 4 gedurende 3–5 seconden
ingedrukt houden, tot de temperatuur-
indicatie 2 2 °C gaat branden.
Het zelftestprogramma start wanneer
de temperatuurindicaties na elkaar
gaan branden.
Wanneer het apparaat na korte tijd de
voor de zelftest ingestelde temperatuur
aangeeft, is het in orde.
Als de indicatie super 3 gedurende
10 seconden knippert, is er sprake van
een fout.
Neem contact op met de klantenservice.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de Ser-
vicedienst in uw omgeving kunt u vinden
in het telefoonboek of in de meegele-
verde brochure met service-adressen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het
E-nummer (E-Nr.) en het FD-nummer
(FD) van het apparaat op.
U vindt deze gegevens op het
typeplaatje. Afb. -
Door vermelding van het fabrikaat- en
productnummer kunt u onnodige
voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u
zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies
bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
NL 088 424 4010
B 070 222 141

Documenttranscriptie

nl Inhoud Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen .................................. Aanwijzingen over de afvoer .............. Omvang van de levering .................... De juiste plaats ..................................... Let op de omgevingstemperatuur en de beluchting .................................. Apparaat aansluiten ............................ Kennismaking met het apparaat ....... Apparaat inschakelen ......................... Instellen van de temperatuur ............. Netto-inhoud .......................................... De koelruimte ....................................... 64 67 68 68 69 70 70 71 72 72 72 Superkoelen .......................................... 73 Uitvoering .............................................. 74 Sticker „OK” .......................................... 74 Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen ..................................................... 74 Schoonmaken van het apparaat ...... 75 Verlichting (LED) .................................. 75 Energie besparen ................................ 76 Bedrijfsgeluiden ................................... 76 Kleine storingen zelf verhelpen ......... 77 Zelftest apparaat .................................. 78 Servicedienst ........................................ 78 nl nlInhoudnlGebruiksa nwijzng Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid als de aanwijzingen en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing niet in acht worden genomen. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter. Technische veiligheid Het apparaat bevat een geringe hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat de leidingen van het koelcircuit bij het transport of de installatie niet beschadigd worden. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. 64 Bij beschadiging ■ Open vuur of andere ontstekingsbronnen uit de buurt van het apparaat houden; ■ Ruimte gedurende een paar minuten goed luchten; ■ Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken; ■ Contact opnemen met de Servicedienst. Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat wordt opgesteld. In een te kleine ruimte kan bij een lek een ontvlambaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m³ groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Als de aansluitkabel van het apparaat beschadigd raakt, moet deze worden vervangen door de fabrikant, de klantenservice of een andere gekwalificeerde persoon. Onvakkundige installatie en reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de bezitter. nl Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant, de klantenservice of een andere gekwalificeerde persoon. Er mogen alleen originele onderdelen van de fabrikant gebruikt worden. Alleen bij deze onderdelen garandeert de fabrikant dat ze aan de veiligheidseisen voldoen. Een verlengsnoer voor de aansluitkabel mag uitsluitend via de klantenservice worden aangeschaft. Bij het gebruik ■ ■ ■ Nooit elektrische apparaten in het apparaat gebruiken (bijv. verwarmingsapparaten, elektrische ijsmaker etc.). Explosiegevaar! Het apparaat nooit met een stoomreiniger ontdooien of schoonmaken! De hete stoom kan in de elektrische onderdelen terechtkomen en kortsluiting veroorzaken. Gevaar van elektrische schok! Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen om een laag ijs of rijp te verwijderen. U kunt hierdoor de koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten oftot oogletsel leiden. ■ ■ ■ ■ ■ ■ Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen explosieve stoffen in het apparaat opslaan. Explosiegevaar! Plint, uittrekbare manden of laden, deuren etc. niet als opstapje gebruiken of om op te leunen. Om te ontdooien of schoon te maken: stekker uit het stopcontact trekken resp. de zekering uitschakelen of losdraaien. Altijd aan de stekker trekken, nooit aan de aansluitkabel. Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd goed afgesloten en staand bewaren. Geen olie of vet gebruiken op kunststof onderdelen en deurdichtingen. Ze kunnen poreus worden. De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat nooit afdekken. 65 nl ■ Vermijden van risico's voor kinderen en kwetsbare personen: Kwetsbaar zijn kinderen/personen met lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk beperkingen, evenals personen die onvoldoende kennis hebben over de veilige bediening van het apparaat. Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare personen begrijpen wat de gevaren zijn. Een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon moet toezicht houden op kinderen en kwetsbare personen bij het apparaat of hen instrueren. Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat laten gebruiken. Bij reiniging en onderhoud toezicht houden op kinderen. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. 66 Kinderen in het huishouden ■ ■ ■ Verpakkingsmateriaal en onderdelen ervan zijn geen speelgoed voor kinderen. Verstikkingsgevaar door opvouwbare kartonnen dozen en folie! Het apparaat is geen speelgoed voor kinderen! Bij een apparaat met deurslot: sleutel buiten het bereik van kinderen bewaren! Algemene bepalingen Het apparaat is geschikt om levensmiddelen te koelen. Dit apparaat is bestemd voor privégebruik in het huishouden en de huiselijke omgeving. Het apparaat is ontstoord volgens EU richtlijn 2004/108/EC. Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd. Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten (EN 60335-2-24). nl Aanwijzingen over de afvoer * Afvoeren van de verpakking van uw nieuwe apparaat De verpakking beschermt uw apparaat tegen transportschade. De gebruikte materialen zijn onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw worden gebruikt. Help daarom mee en zorg dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke verwerking. m Waarschuwing Bij afgedankte apparaten 1. Stekker uit het stopcontact trekken. 2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. 3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen! 4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat spelen. Verstikkingsgevaar! Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment van transport niet beschadigd worden. * Afvoeren van uw oude apparaat Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. 67 nl Omvang van de levering Controleer na het uitpakken alle onderdelen op eventuele transportschade. Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice. De levering bestaat uit de volgende onderdelen: ■ Vrijstaand apparaat ■ Uitrusting (modelafhankelijk) ■ Zakje met montagemateriaal ■ Gebruiksaanwijzing ■ Montagevoorschrift ■ Klantenserviceboekje ■ Garantiebijlage ■ Informatie over energieverbruik en geluiden De juiste plaats Elke droge, goed te ventileren ruimte is geschikt. Het apparaat niet in de zon of naast een fornuis, verwarmingsradiator of een andere warmte bron plaatsen. Is plaatsing naast een warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van een isolerende plaat of neem de volgende minimumafstanden tot de warmtebron in acht: Naast elektrische- of gasfornuizen 3 cm. ■ Naast een CV-installatie 30 cm. De vloer op de plaats van opstelling mag niet meegeven, vloer eventueel verstevigen. Eventuele oneffenheden in de vloer opheffen door er iets onder te leggen. ■ Afstand tot de wand Afb. # Het apparaat heeft geen wandafstand aan de zijkant nodig. De laden en legplateaus kunnen desondanks volledig worden uitgeschoven. Deuraanslag wisselen (indien nodig) Indien nodig: Wij raden u aan de deurophanging door de Servicedienst te laten verwisselen. De kosten voor het verwisselen van de deuraanslag kunt u opvragen bij de Servicedienst in uw regio. 68 nl m Waarschuwing Tijdens het verwisselen van de deurophanging mag het apparaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. Eerst de stekker uit het stopcontact trekken. Leg voldoende zacht materiaal op de grond, om te voorkomen dat de achterkant van het apparaat beschadigd raakt. Het apparaat voorzichtig op zijn rug leggen. Aanwijzing Wanneer het apparaat op de rug wordt gelegd, mag de wandafstandhouder niet gemonteerd zijn. Let op de omgevingstemperatuur en de beluchting Aanwijzing Het apparaat is volledig functioneel binnen de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur, kunnen beschadigingen aan het apparaat worden uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C. Beluchting Afb. $ De lucht aan de achterzijde van het apparaat wordt warm. De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer presteren. Waardoor het energieverbruik toeneemt. De be en ontluchtingsopeningen mogen dan ook nooit worden afgedekt! Omgevingstemperatuur Het apparaat is voor een bepaalde klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk van de klimaatklasse kan het apparaat bij de volgende omgevingstemperaturen gebruikt worden. De klimaatklasse staat op het typeplaatje, afb. -. Klimaatklasse SN N ST T Toelaatbare omgevingstemperatuur +10 °C tot 32 °C +16 °C tot 32 °C +16 °C tot 38 °C +16 °C tot 43 °C 69 nl Apparaat aansluiten Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1 uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van de compressor in het koelsysteem terecht komt. Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”). Elektrische aansluiting Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het opstellen van het apparaat goed bereikbaar zijn. Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Het apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het stopcontact moet zijn beveiligd met een zekering van 10 A tot 16 A. Bij apparaten die in niet Europese landen worden gebruikt op het typeplaatje controleren of de aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw elektriciteitsnet. U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Afb. - 70 m Waarschuwing Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten op elektronische energiebesparingsstekkers. Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben, moet een sinusinverter worden gebruikt. Kennismaking met het apparaat De laatste bladzijde met de afbeeldingen uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. De uitrusting van de modellen kan variëren. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk. nl Afb. ! * Niet bij alle modellen. 1–4 5 6 7 8 9 10* 11* 12 13 Bedieningselementen Verlichting (LED) Glasplaat Dooiwaterafvoergootje Groentelade met vochtigheidsregelaar Schroefvoetjes Boter en kaasvak Eierrekje Voorraadvak in de deur Vak voor grote flessen Bedieningselementen Apparaat inschakelen Afb. " Het apparaat met de toets Aan/Uit 1 inschakelen. De temperatuurindicatie 2 toont de ingestelde temperatuur. Het apparaat begint te koelen. De verlichting is ingeschakeld wanneer de deur open is. Wij adviseren een temperatuurinstelling van +4 °C voor de koelruimte. Bewaar gevoelige levensmiddelen niet warmer dan +4 °C. Afb. " Aanwijzingen bij het gebruik 1 ■ 2 3 4 Toets Aan/Uit Om het apparaat in en uit te schakelen. Temperature display De cijfers komen overeen met de ingestelde temperaturen in de koelruimte in °C. Indicatie super Brandt wanneer het superkoelen actief is. Temperatuurinsteltoets Met deze toets wordt de temperatuur ingesteld. ■ Terwijl de koelmachine loopt, vormen zich dooiwaterdruppels of een laagje rijp op de achterwand van de koelruimte. U hoeft de dooiwaterdruppels niet af te wissen of de rijp af te schrapen. De achterwand wordt automatisch ontdooid. Het smeltwater wordt in de smeltwatergoot opgevangen en naar de koelmachine geleid, waar het wordt verdampt. Bij een hoge luchtvochtigheid kan zich condenswater vormen in de koelruimte, vooral op glazen legplateaus. Als dit het geval is, dient u de levensmiddelen verpakt te bewaren en een lagere koelruimtetemperatuur te kiezen. 71 nl Instellen van de temperatuur Afb. " De temperatuur is instelbaar van +2 °C tot +8 °C. Temperatuur-insteltoets 4 net zo vaak indrukken tot de gewenste temperatuur in de koelruimte is ingesteld. De laatst ingestelde waarde wordt in het geheugen opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt aangegeven op de temperatuurindicatie 2. Netto-inhoud De gegevens over de netto-inhoud vindt u op het typeplaatje in uw apparaat. Afb. - De koelruimte De koelruimte is een ideale plaats voor het bewaren van vlees, worst, vis, melkproducten, eieren, toebereide etenswaren en brood/banket. In acht nemen bij het bewaren ■ ■ ■ ■ Bewaar verse, onbeschadigde levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit en de versheid langer bewaard. Bij kant-en-klaarproducten en afgevulde producten de door de fabrikant vermelde houdbaarheids- of gebruiksdatum in acht nemen. De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt inruimen, om aroma, kleur en versheid te bewaren. Dit voorkomt geuroverdracht en verkleuring van de kunststof onderdelen in de koelruimte. Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen en pas daarna in het apparaat zetten. Aanwijzing Voorkom dat de levensmiddelen de achterwand raken. Anders wordt de luchtcirculatie verminderd. Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de achterwand vastvriezen. 72 nl Let op de koudezones in de koelruimte Door de luchtcirculatie in de koelruimte verschillen de koudezones: ■ ■ De koelste zone bevindt zich tussen de aan de zijkant afgebeelde pijl en de glasplaat eronder. Afb. % Aanwijzing Bewaar in de koudste zone gevoelige levensmiddelen (bijv. vis, worst, vlees). De warmste zone bevindt zich bovenaan in de deur en in de groentelade. Aanwijzing Bewaar bovenaan in de deur bijv. harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn aroma verder ontwikkelen en de boter blijft goed smeerbaar. Groentelade met vochtigheidsregelaar Afb. & Om optimale omstandigheden te scheppen voor het bewaren van groente en fruit, kan de luchtvochtigheid in de groentelade worden aangepast aan de hoeveelheid levensmiddelen: ■ ■ kleine hoeveelheid fruit en groente – hoge luchtvochtigheid grote hoeveelheid fruit en groente – lage luchtvochtigheid Aanwijzingen ■ Koudegevoelig fruit (bijv. ananas, bananen, papaja en citrusvruchten) en groente (bijv. aubergines, komkommers, courgettes, paprika, tomaten en aardappels) dienen voor een optimaal behoud van kwaliteit en aroma buiten de koelkast bewaard te worden op een temperatuur van circa +8 °C tot +12 °C. ■ Afhankelijk van de soort levensmiddelen en de hoeveelheid kan zich condenswater vormen in de groentelade. Condenswater verwijderen met een droge doek en de luchtvochtigheid in de groentelade aanpassen met behulp van de vochtigheidsregelaar. Superkoelen Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 15 uur zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch omgeschakeld naar de vóór het superkoelen ingestelde temperatuur. Het superkoelsysteem inschakelen bijv. ■ ■ vóór het inladen van grote hoeveelheden levensmiddelen. om dranken snel te koelen. Aanwijzing Als het superkoelsysteem is ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen. In- en uitschakelen Afb. " De temperatuurinsteltoets 4 meermaals indrukken, tot de indicatie super 3 brandt. 73 nl Uitvoering Sticker „OK” (niet bij alle modellen) (niet bij alle modellen) Met de „OK”-temperatuurcontrole kunnen temperaturen onder +4 °C worden geregistreerd. Stel de temperatuur trapsgewijs kouder in als de sticker niet „OK” aangeeft. Glasplateaus Afb. ' U kunt de plateaus en voorraadvakken in de binnenruimte naar wens verplaatsen: Daartoe het legplateau uittrekken, vooraan optillen en verwijderen. Voorraadvak in de deur Aanwijzing Bij ingebruikneming van het apparaat kan het tot 12 uur duren voor de temperatuur is bereikt. Afb. ( Het plateau optillen en verwijderen. Flessenrek Afb. ) A/B In de flessenrek kunnen flessen veilig worden bewaard. De houder is variabel. Flessenhouder Afb. * De flessenhouder voorkomt dat de flessen kantelen bij het openen en sluiten van de deur. Correcte instelling Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Apparaat uitschakelen Afb. " Toets Aan/Uit 1 indrukken. De temperatuurindicatie 2 gaat uit en de koelmachine wordt uitgeschakeld. Buiten werking stellen van het apparaat Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt: 1. Uitschakelen van het apparaat. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 3. Schoonmaken van het apparaat. 4. Deur van het apparat open laten. 74 nl Schoonmaken van het apparaat m Attentie ■ ■ ■ Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand, chloride of zuren bevatten. Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan. De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen vervormen! U gaat als volgt te werk: 1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen! 3. Levensmiddelen verwijderen en op een koele plaats bewaren. 4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid. 5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en lauw water met een scheutje pH neutraal schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in de verlichting terechtkomen. 6. Deurafdichting alleen met schoon water schoonmaken en grondig droogwrijven. 7. Het sop mag niet via het afvoergaatje in het verdampingsgedeelte terechtkomen. 8. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en inschakelen. 9. Levensmiddelen weer aanbrengen. Uitvoering Voor het reinigen kunnen alle variabele onderdelen van het apparaat worden verwijderd. Glasplateaus eruit halen Afb. ' Daartoe het plateau uittrekken, vooraan optillen en verwijderen. Legplateaus uit de deur nemen Afb. ( Legplateaus optillen en verwijderen. Dooiwatergoot Afb. + De dooiwatergoot en het afvoergat regelmatig reinigen met wattenstaafjes o.i.d., zodat het dooiwater goed kan weglopen. Reservoir verwijderen Afb. , Reservoir tot aan de aanslag uittrekken, vooraan optillen en verwijderen. Verlichting (LED) Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED verlichting. Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door de Servicedienst of een erkend vakman worden uitgevoerd. 75 nl Energie besparen ■ ■ ■ ■ ■ ■ Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron plaatsen zoals een verwarmingsradiator of een fornuis. Gebruik eventueel een isolatieplaat. Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen. Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen. Om een verhoogd stroomverbruik te vermijden, moet de achterkant van het apparaat af en toe worden gereinigd. Indien aanwezig: Wandafstandhouder monteren om de geplande energieopname van het apparaat te bereiken (zie montagehandleiding). Een kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige invloed op de werking van het apparaat. Het energieverbruik kan dan iets hoger worden. De afstand van 75 mm mag niet worden overschreden. De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen invloed op de energieopname van het apparaat. 76 Bedrijfsgeluiden Heel normale geluiden Brommen De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator). Borrelen, zoemen of gorgelen Koelmiddel stroomt door de buizen. Klikgeluiden Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/uit. Voorkomen van geluiden Het apparaat staat niet waterpas Het apparaat met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder het apparaat. Het apparaat staat tegen een ander meubel of apparaat Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast wegschuiven. Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten. nl Kleine storingen zelf verhelpen Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept: Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen. Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek betalen! Storing Eventuele oorzaak De temperatuur wijkt erg af van de instelling. Oplossing In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat gedurende 5 minuten uit te schakelen. Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is. Als de temperatuur te koud is: de volgende dag de temperatuur nogmaals controleren. Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is Stekker in het stopcontact steken. Controleer uitgeschakeld; de stekker zit of er stroom is. Controleer de zekeringen. niet goed in het stopcontact. De verlichting functioneert niet. De LED verlichting is kapot. Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)”. De deur stond te lang open. De verlichting wordt na ca. 10 minuten uitgeschakeld. Na het sluiten en openen van de deur brandt de verlichting weer. De bodem van de koelruimte De dooiwatergoot of het is nat. afvoergat is verstopt. Het dooiwatergootje en het afvoergaatje schoonmaken (zie „Schoonmaken van het apparaat”). Afb. + De koelmachine wordt steeds vaker en langer ingeschakeld. De deur van het apparaat werd te vaak geopend. Deur van het apparaat niet onnodig openen. De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen. Het apparaat koelt niet, de temperatuurindicatie en de verlichting branden. Het presentatielicht is ingeschakeld. Temperatuur-insteltoets afb. "/4 gedurende 10 seconden ingedrukt houden tot een bevestigingssignaal te horen is. Na een tijdje controleren of het apparaat koelt. 77 nl Zelftest apparaat Servicedienst Het apparaat beschikt over een automatisch zelftestprogramma dat de oorzaken van storingen aangeeft die alleen door de Servicedienst verholpen kunnen worden. Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.) en het FD-nummer (FD) van het apparaat op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Afb. Door vermelding van het fabrikaat- en productnummer kunt u onnodige voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u zich de daarmee verbonden meerkosten. Zelftest starten Afb. " 1. Apparaat uitschakelen met de Aan/Uit-toets 1 en 5 minuten wachten. 2. Apparaat met de toets Aan/Uit 1 inschakelen en binnen de eerste 10 seconden de temperatuurinsteltoets 4 gedurende 3–5 seconden ingedrukt houden, tot de temperatuurindicatie 2 2 °C gaat branden. Het zelftestprogramma start wanneer de temperatuurindicaties na elkaar gaan branden. Wanneer het apparaat na korte tijd de voor de zelftest ingestelde temperatuur aangeeft, is het in orde. Als de indicatie super 3 gedurende 10 seconden knippert, is er sprake van een fout. Neem contact op met de klantenservice. Zelftest apparaat beëindigen Na afloop van het programma schakelt het apparaat weer over op het normale gebruik. 78 Verzoek om reparatie en advies bij storingen De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. NL B 088 424 4010 070 222 141
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82

Bosch KSV29NW30G Handleiding

Type
Handleiding