Casio AP-220 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding
AP220D1B
D
GEBRUIKSAANWIJZING
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de
“Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de
veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert
te gebruiken.
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
Voordat u de los verkrijgbare AD-A12150LW netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet
beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige
beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
Gebruik enkel de CASIO AD-A12150LW netadapter.
De netadapter is geen stuk speelgoed.
Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.
Manufacturer:
CASIO COMPUTER CO.,LTD.
6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union:
CASIO EUROPE GmbH
Casio-Platz 1, 22848 Norderstedt, Germany
D-1
Inhoudsopgave
Algemene gids .................................. D-2
Functietoets (FUNCTION) .......................................... D-3
Het opslaan van instellingen en het gebruiken
van de bedieningsvergrendeling................................. D-3
Stopcontact ....................................... D-4
Gebruiken van een netadapter ................................... D-4
Aansluitingen .................................... D-6
Aansluiten van de hoofdtelefoon ................................ D-6
Aansluiten van geluidsapparatuur of
een versterker............................................................. D-6
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires........... D-6
Spelen met verschillende tonen...... D-7
Selecteren en spelen van een toon ............................ D-7
Bijstellen van de helderheid van een toon .................. D-8
Lagen van twee tonen aanbrengen ............................ D-9
Gebruiken van effecten............................................. D-10
Gebruiken van de pedalen van de digitale piano...... D-10
Gebruiken van de metronoom .................................. D-11
Spelen van een pianoduet ........................................ D-12
Weergeven van ingebouwde
melodieën........................................ D-13
Weergeven van alle ingebouwde melodieën ............ D-13
Weergeven van een specifieke melodie in de
muziekbibliotheek ..................................................... D-13
Oefenen met een melodie uit de
muziekbibliotheek ..................................................... D-14
Opnemen en weergeven ................ D-15
Sporen ...................................................................... D-15
Opnemen op een specifiek spoor van
een melodie .............................................................. D-16
Opnemen op een spoor terwijl u naar de
weergave luistert van het andere spoor.................... D-17
Weergeven van het geheugen van de
digitale piano............................................................. D-17
Wissen van opgenomen data ................................... D-18
Configureren van instellingen
met het toetsenbord ....................... D-19
Instellingen configureren met het toetsenbord.......... D-19
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
het configureren van instellingen .............................. D-20
Parameterlijst............................................................ D-21
Nagalm ..................................................................D-21
Zweving .................................................................D-21
Toonselectie ..........................................................D-21
Helderheid (BRILLIANCE) .....................................D-21
Balans tussen lagen ..............................................D-21
Tempo (TEMPO) ...................................................D-21
Melodie selecteren (SONG SELECT)....................D-21
Volume van de melodie (SONG VOLUME)...........D-21
Volume van de metronoom
(METRONOME VOLUME) ....................................D-21
Maatslag van de metronoom
(METRONOME BEAT) ..........................................D-21
Klaviertoets (Transponeren) ..................................D-22
Stemmen van het keyboard (Stemmen)................D-22
Octaafverschuiving ................................................D-22
Temperament (toonschaal) (TEMPERAMENT).....D-22
Temperament selectie
(TEMPERAMENT SELECT)..................................D-22
Temperament basnoot (BASE NOTE)...................D-22
Aanslagvolume (TOUCH RESPONSE) .................D-22
USB apparaat modus (USB DEVICE MODE) .......D-23
Zendkanaal ............................................................D-23
Lokale besturing ....................................................D-23
Bedieningspieptoon ...............................................D-23
Terug .....................................................................D-23
Bedieningsvergrendeling .......................................D-23
Aansluiting op een computer ........ D-24
Minimale computersysteemvereisten........................D-24
Aansluiting van de digitale piano op uw computer ....D-24
Gebruiken van MIDI ..................................................D-25
Oversturen van melodie data met een computer ......D-25
Referentie ........................................ D-31
Oplossen van moeilijkheden .....................................D-31
Technische gegevens ...............................................D-32
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen.............................D-33
Appendix............................................ A-1
Toonlijst....................................................................... A-1
Melodielijst ..................................................................A-1
MIDI Implementation Chart
Merk- en productnamen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt kunnen
geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
Monteren van de standaard ......................................................................................D-28
Uitpakken.................................................................. D-28
Monteren van de standaard...................................... D-28
Aansluiten van het pedaalsnoer................................D-30
Installeren van de bladmuziekstandaard...................D-30
D-2
Algemene gids
5
6
8
7
bl
bk
9
bm
bo
1
423
bn
Voorkant
Onderkant
Achterkant
Voorkant
Algemene gids
D-3
*LET OP
• Let er op dat het deksel volledig open staat wanneer u op het toetsenbord speelt. Als het deksel gedeeltelijk open
staat kan het onverwacht dichtklappen waardoor u uw vingers kunt bezeren.
OPMERKING
• De hier aangegeven namen worden altijd vetgedrukt weergegeven wanneer ze in de tekst van deze
gebruiksaanwijzing verschijnen.
De FUNCTION toets wordt gebruikt bij het configureren van een aantal verschillende instellingen van de digitale
piano. Hieronder volgen de basisbedieningen van de FUNCTION toets.
z Houd om een instelling te veranderen de FUNCTION toets ingedrukt
terwijl u op de klaviertoets drukt waaraan de instelling die u wilt
selecteren toegewezen is.
Er is een bedieningsbevestigingstoon te horen telkens wanneer u een
klaviertoets aanslaat om een instelling te configureren.
Voorbeeld: “Selecteren van een toon” op pagina D-7
OPMERKING
• Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-19
voor details aangaande de bediening en de instellingen.
z De volgende tabel toont u hoe het indrukken van de FUNCTION toets de werking van bepaalde toetsen
verandert.
Uw digitale piano stelt u in staat om de huidige instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen ter
bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Parameterlijst” op pagina’s D-21 - D-23 voor details.
Functietoets (FUNCTION)
Deze toets: Doet dit wanneer de FUNCTION toets ingedrukt is:
SONG a Start en stopt de weergave van de demonstratiemelodie.
RECORDER Selecteert het linker hand gedeelte.
METRONOME Selecteert het rechter hand gedeelte.
MODERN (modern) Schakelt over tussen nagalm aan (toetsindicator aan) en uit (indicator uit).
CLASSIC (klassiek) Schakelt over tussen zweving (chorus) aan (toetsindicator aan) en uit (indicator uit).
ELEC PIANO (elektr. piano) Schakelt over tussen Duet aan (toetsindicator aan) en uit (indicator uit).
Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de
bedieningsvergrendeling
1 Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
2 12V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
3 USB poort
4 Pedaalaansluiting
5 Volumeregelaar (VOLUME)
6 Functietoets (FUNCTION)
7 Melodietoets a (SONG a)
8 Recordertoets (L) (RECORDER (L))
9 Metronoomtoets (R) (METRONOME (R))
bk Moderne vleugeltoets (GRAND PIANO (MODERN))
bl Klassieke vleugeltoets (GRAND PIANO (CLASSIC))
bm Elektronische piano toets (ELEC PIANO)
bn Spanningsindicator
bo Spanningstoets (POWER)
D-4
Stopcontact
Uw digitale piano werkt op de spanning van het
lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen
wanneer u de digitale piano niet gebruikt.
Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met
een uniforme polariteitsstekker) die meegeleverd is
met deze digitale piano. De digitale piano kan defect
raken als een ander type netadapter gebruikt wordt.
Gespecificeerde netadapter: AD-A12150LW
• Gebruik het meegeleverde netsnoer om de
netadapter aan te sluiten zoals aangegeven in de
onderstaande afbeelding.
• Maak het snoer van de netadapter vast met de klem
die u naast de stroomaansluiting aanbracht
(pagina D-30).
* Gebruiken van de klem
Bevestigen van de klem
Druk op (a) om het uiteinde van de klem in het slot te
duwen, zoals aangegeven in de afbeelding. Blijf
doordrukken tot u de klem stevig op zijn plaats hoort
vastklikken.
Losmaken van de klem
Druk (b) in de door de pijl aangegeven richting zoals
aangegeven in de afbeelding.
Gebruiken van een netadapter
12V gelijkstroomaansluiting
(DC 12V)
Klem
Netadapter
Stopcontact
Netsnoer
¨á©
Gleuf
Uiteinde
¨â©
B
Stopcontact
D-5
Merk de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen
op om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
• Trek nooit met geweld aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de
aansluiting.
• Het netsnoer mag tijdens het gebruik niet strak
gespannen staan.
Wanneer de digitale piano wordt verplaatst
• Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te
trekken voordat u de digitale piano verplaatst.
Tijdens opslag
• Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer
maar wind het snoer nooit om de netadapter.
BELANGRIJK!
Sluit de netadapter (JEITA standard met uniforme
polariteitsstekker) die met deze digitale piano
meegeleverd wordt, nooit aan op een ander toestel
dan deze piano. Dit brengt namelijk het risico op
defecten met zich mee.
Vergeet niet de digitale piano uit te schakelen
voordat u de netadapter in het stopcontact steekt of
hem er uit trekt.
De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit
is normaal en duidt niet op een defect.
B
D-6
Aansluitingen
BELANGRIJK!
Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de
VOLUME regelaar telkens wanneer u iets aan gaat
sluiten op de digitale piano. Stel het volume in op het
gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand
gebracht heeft.
Sluit een los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de
PHONES
aansluitingen. Door een hoofdtelefoon aan te
sluiten op één van beide
PHONES
aansluitingen wordt
de weergave van de luidsprekers uitgeschakeld wat
betekent dat u zelfs midden in de nacht kunt oefenen
zonder de buren wakker te houden. Om uw gehoor te
beschermen moet u er op letten dat het volumeniveau
niet te hoog staat wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.
OPMERKING
• Let er op dat u de stekker van een hoofdtelefoon
zover mogelijk in één van de PHONES
aansluitingen steekt. Als u dat niet doet, kunt u het
geluid mogelijk van slechts één van beide kanten
van de hoofdtelefoon horen.
• Mocht een hoofdtelefoon die u gebruikt niet passen
bij één van de PHONES aansluitingen gebruik dan
een passende adapterstekker die u zich apart in de
winkel kunt aanschaffen.
• Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een
adapterstekker nodig is, let er dan op dat de adapter
niet ingestoken blijft als u de aansluiting van de
hoofdtelefoon verbreekt. Mocht dit het geval zijn dan
zal er geen geluid te horen zijn via de luidsprekers.
U kunt geluidsapparatuur of een versterker aansluiten
op de digitale piano en het geluid dan via externe
luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van
een betere kwaliteit te verkrijgen.
Aansluiten van geluidsapparatuur
(Afbeelding 1)
Breng de aansluitingen m.b.v. in de handel
verkrijgbare aansluitsnoeren (standaardstekker × 1,
penstekker × 2) tot stand zoals aangegeven in
Afbeelding 1. Ler er op dat het uiteinde van het snoer
dat u aansluit op de de digitale piano een standaard
stereostekker is. Bij het gebruik van een standaard
monostekker wordt slechts één van de twee stereo
kanalen afgegeven. Gewoonlijk dient u de
ingangskeuzeschakelaar van de geluidsapparatuur in
te stellen op de aansluiting waarop de digitale piano
aangesloten is (AUX IN, enz.). Stel het volume in
d.m.v. de VOLUME regelaar van de digitale piano.
Aansluiten van een geluidsversterker
(Afbeelding 2)
Sluit het aansluitsnoer* aan op één van de types
versterkers die weergegeven wordt in Afbeelding 2.
Stel het volume in d.m.v. de VOLUME regelaar van de
digitale piano.
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
het gebruik met deze digitale piano.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan het
gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel
met zich meebrengen.
OPMERKING
• U kunt informatie betreffende de accessoires die los
verkrijgbaar zijn krijgen van de CASIO catalogus die
beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO
website bij de volgende URL.
http://world.casio.com/
Aansluiten van de hoofdtelefoon
Aansluiten van
geluidsapparatuur of een
versterker
Stereo standaard stekker
Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
Onderkant
* Digitale Piano: Stereo standaard stekker
Versterker : Voert de signalen in voor het linker-
en het rechterkanaal. Door één van
beide stekkers niet aan te sluiten
wordt slechts één van de twee stereo
kanalen afgegeven.
Meegeleverde en los
verkrijgbare accessoires
INPUT 1
INPUT 2
AUX IN aansluiting, enz. van de geluidsversterker
Gitaarversterker
Keyboardversterker, enz.
Penstekker
Penaansluiting Standaard stekker
RIGHT (rechts-rood)
Naar één van beide PHONES aansluitingen van de digitale piano
Stereo standaard stekker
Penstekker (rood)
Penstekker (wit)
LEFT (links-wit)
D-7
Spelen met verschillende tonen
De piano wordt met 16 ingebouwde tonen.
• De namen van de tonen zijn gemarkeerd boven de klaviertoetsen waaraan ze zijn toegewezen.
Selecteren van een toon
1.
Druk op de POWER toets.
BELANGRIJK!
Bij inschakelen van de digital piano wordt de stroom aan bewerking uitgevoerd om het system te initialiseren.
Tijdens de systeeminitialisering gaan de toontoetsindicators in volgorde aan en uit gedurende ongeveer 7
seconden om u te laten weten dat systeeminitialisering plaats vindt.
2.
Selecteer de gewenste toon.
Selecteren en spelen van een toon
POWER
GRAND PIANO
ELEC PIANO
FUNCTION
METRONOME
SONG a
VOLUME
z Selecteren van GRAND PIANO (MODERN of
CLASSIC) of ELEC PIANO
• Druk op één van de GRAND PIANO toetsen
(MODERN of CLASSIC) of de ELEC PIANO
toets om de gewenste toon te selecteren.
De toetsindicator van de geselecteerde toon gaat
branden.
z Selecteren van één van de andere tonen
• Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de klaviertoets die correspondeert aan de
toon die u wilt selecteren.
D-8
Spelen met verschillende tonen
3.
Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME
regelaar.
OPMERKING
• GRAND PIANO tonen (MODERN, CLASSIC)
Uw digitale piano heeft in het totaal 16 ingebouwde
tonen. De MODERN en CLASSIC tonen zijn in
stereo bemonsterde tonen (sampling tonen) die
geselecteerd kunnen worden d.m.v. de GRAND
PIANO toetsen. Probeer de GRAND PIANO tonen
eens te gebruiken om bekend te raken met de
gedistingeerde klanken en karakteristieken.
• GRAND PIANO toon (VARIATION) is het beste
voor meespelen met een begeleiding.
Bastonen (BASS 1, BASS 2)
Door één van de twee BASS (LOWER) tonen (1 of 2) in
stap 2 van de bovenstaande procedure te selecteren,
wordt de geselecteerde bastoon toegewezen aan het
lage bereik (linker kant) van het keyboard. Aan het
hoge bereik (rechter kant) wordt de toon toegewezen
die geselecteerd was toen u op de BASS 1 of BASS 2
toets drukte.
• BASS 1 en BASS 2 laten u het toetsenbord in twee
stukken splitsen met twee verschillende tonen.
OPMERKING
• Selecteer een andere toon dan BASS 1 of BASS 2 om
opnieuw een enkele toon te verkrijgen bij het
toetsenbord.
• U kunt BASS 1 of BASS 2 niet selecteren bij het
opnemen naar Spoor 2.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en stel
tegelijkertijd de helderheidswaarde in d.m.v.
de BRILLIANCE toetsen binnen het bereik
lopend van –3 tot 0 tot 3.
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op T en S om de toon terug te
stellen op de oorspronkelijke instelling “0”.
Toonnaam Karakteristieken
MODERN
(modern)
Deze toon voorziet in heldere
vleugelklanken. Het volume en de
klankkleur van deze toon reageert
onmiddellijk op verschillen in de druk op
de klaviertoetsen en heeft een relatief
sterke nagalm. Deze toon is een goede keus
voor een dynamisch en levendig spel.
CLASSIC
(klassiek)
Dit is een natuurlijke pianotoon die goed
lijkt op het geluid van een akoestische
vleugel. Nagalm en de andere effecten zijn
tot een minimum gehouden om de invloed
van de pianopedalen (akoestische
resonantie) groter te maken, voor een
fijngevoeligere muzikale expressie. Deze
toon is een goede keus voor lessen en
oefensessies.
Splitspunt
Laag bereik Hoog bereik
BASS 1 (bas 1) PIPE ORGAN (pijporgel)
(Momenteel geselecteerde toon.)
Bijstellen van de helderheid
van een toon
Voor dit type geluid:
Druk op deze
klaviertoets:
Milder en teder
T
Helderder en scherper
S
Spelen met verschillende tonen
D-9
Volg de volgende procedure om lagen van twee tonen
aan te brengen zodat die op hetzelfde moment klinken.
Bij het specificeren van twee tonen voor het maken van
lagen, wordt de eerste toon die u selecteert de
hoofdtoon terwijl de tweede toon de gelaagde toon
wordt.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en houd
tegelijkertijd de klaviertoets voor de
hoofdtoets ingedrukt terwijl u op de
klaviertoets drukt voor de gelaagde toon.
Voorbeeld: Om lagen te maken met HARPSICHORD en
STRINGS 1
2.
Om de lagen van het toetsenbord ongedaan
te maken, selecteer een andere toon door op
de GRAND PIANO toets te drukken of door
de procedure onder “Selecteren en spelen
van een toon” (pagina D-7) te volgen.
OPMERKING
• U kunt ook lagen aanbrengen bij pianotonen door
één van de GRAND PIANO toetsen (MODERN of
CLASSIC) ingedrukt te houden terwijl u op de
ELEC PIANO toets drukt.
• U kunt met de BASS 1 of BASS 2 toon geen lagen
maken met een andere toon.
• U kunt de bewerking voor het maken van lagen niet
uitvoeren bij het opnemen naar Spoor 2.
Instellen van de volumebalans tussen
twee gelaagde tonen
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
gebruik de hieronder getoonde klaviertoetsen
om het volume in te stellen van de gelaagde
tonen.
Houd om terug te gaan naar de oorspronkelijke
instelling van het volume, de FUNCTION toets
ingedrukt en druk tegelijkertijd op beide toetsen.
Lagen van twee tonen
aanbrengen
HARPSICHORD (clavecimbel)
STRINGS 1
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Oorspronkelijke instelling (default) (midden)
Volume van de gelaagde toon
(Tweede toon die u
selecteerde)
Volume van de hoofdtoon
(Eerste toon die u
selecteerde)
D-10
Spelen met verschillende tonen
In- en uitschakelen van nagalm (reverb)
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de MODERN toets om de nagalm (reverb)
in (indicator aan) en uit te schakelen
(indicator uit).
In- en uitschakelen van zweving (chorus)
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de CLASSIC toets om zweving (chorus) in
(indicator aan) en uit te schakelen (indicator
uit).
Configureren van de instellingen van de
nagalm- en zwevingeffecten
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op één van de Nagalm of Zweving
klaviertoetsen.
Voorbeeld: Selecteren van Nagalm 4
Nagalmwaarde
Zwevingwaarde
Betreffende DSP
Met DSP kunt u complexe akoestische effecten digitaal
produceren. DSP is toegewezen aan elke toon telkens
wanneer de spanning van de digitale piano
ingeschakeld is.
Uw digitale piano is uitgevoerd met drie pedalen:
demppedaal, zacht pedaal en sostenuto pedaal
Pedaalfuncties
z Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen
zullen de noten die u aanslaat voor een bijzonder lange
tijd blijven nagalmen.
• Door dit pedaal tijdens de GRAND PIANO toon
(MODERN, CLASSIC, VARIATION) in te trappen
zullen de noten nagalmen (met akoestische
resonantie) op dezelfde wijze als het demppedaal
van een akoestische vleugel.
z Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen tijdens het spelen
worden de op het toetsenbord aangeslagen noten
onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor
de noten zachter klinken.
z Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op
het moment van het intrappen van dit pedaal worden
aangehouden totdat het pedaal wordt losgelaten.
Gebruiken van effecten
Nagalm (reverb) : Laat uw noten resoneren.
Zweving (chorus): Voegt meer ruimtelijkheid toe aan
uw noten.
Om dit te doen: Selecteer deze instelling:
Nagalm
inschakelen
1: Kamer (room)
2: Kleine zaal (Small Hall)
3: Grote zaal (Large Hall)
4: Stadium
123 41234
ZwevingNagalm
Om dit te doen: Selecteer deze instelling:
Zweving
inschakelen
1:Lichte zweving (Light Chorus)
2:Middelmatige zweving
(Medium Chorus)
3:Diepe zweving (Deep Chorus)
4:Flanger (suisend effect)
Gebruiken van de pedalen van
de digitale piano
Zacht pedaal
Demppedaal
Sostenuto pedaal
Spelen met verschillende tonen
D-11
1.
Druk op de METRONOME toets.
Hierdoor start de metronoom.
De indicator boven de SONG a toets knippert in
het tempo van de maatslag van de metronoom.
2.
Houd om de maatslag te veranderen de
FUNCTION toets ingedrukt terwijl u op de
METRONOME BEAT toetsen drukt om een
instelling te selecteren voor de maatslag.
U kunt de waarde van het aantal maatslagen instellen
als 0, 2, 3, 4, 5 of 6. Als 0 ingesteld wordt, wordt een
klikgeluid weergegeven zonder klokkenspel. Met deze
instelling kunt u oefenen met een vaste maatslag.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
gebruik de TEMPO toetsen om een
tempowaarde te specificeren binnen het
bereik lopende van 20 tot en met 255
maatslagen per minuut.
Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de
tempowaarde met 1 verhoogd of verlaagd.
U kunt een specifieke waarde van drie cijfers
invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en
met 9). Zorg er voor de drie cijfers allemaal in te
voeren.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 6 om “96” in te
voeren.
4.
Druk op de METRONOME toets of op de
SONG a toets om de metronoom uit te
schakelen.
OPMERKING
• Druk in stap 3 tegelijkertijd op de + en – toetsen om
de instelling voor het tempo terug te stellen op het
oorspronkelijke tempo van de momenteel
geselecteerde melodie van de muziekbibliotheek.
Door tegelijkertijd op + en – te drukken wordt de
waarde van het tempo teruggesteld op 120.
Om het metronoomvolume in te stellen
OPMERKING
• U kunt de volgende procedure op elk moment
uitvoeren ongeacht of de metronoom klinkt of niet.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en stel
tegelijkertijd d.m.v. de METRONOME
VOLUME toetsen een volumewaarde in
binnen het bereik lopende van 0 tot en met
42.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen” op pagina D-20 voor
details aangaande het gebruiken van de
klaviertoetsen voor het maken van instellingen.
Telkens bij indrukken van de T of S toets wordt de
waarde van het metronoomvolume met 1 verhoogd
of verlaagd.
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op T en S om terug te gaan naar
de oorspronkelijke instelling.
Gebruiken van de metronoom
D-12
Spelen met verschillende tonen
U kunt de duetfunctie gebruiken om het toetsenbord
van de piano in het midden te splitsen zodat twee
personen een duet kunnen spelen.
Het linker en het rechter toetsenbord hebben vrijwel
hetzelfde bereik. Het linker pedaal werkt als het
demppedaal voor het linker toetsenbord terwijl het
rechter pedaal fungeert als het demppedaal voor het
rechter toetsenbord.
De duetfunctie is de perfecte manier om les te geven
waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling
dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord.
1.
Selecteer de pianotoon die u wilt gebruiken
voor het duet.
Voorbeeld: GRAND PIANO (MODERN)
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de ELEC PIANO toets om duet in
(indicator aan) en uit te schakelen (indicator
uit).
BELANGRIJK!
U kunt de duetfunctie niet gebruiken tijdens het
opnemen (pagina D-15).
Veranderen van de octaven van de duet
toetsenborden
U kunt de bereiken van de linker en rechter
toetsenborden veranderen van hun oorspronkelijke
instellingen in eenheden van een octaaf. Dit is
bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereik niet
genoeg is wanneer een persoon het gedeelte voor de
linker hand en de andere persoon het gedeelte voor de
rechter hand aan het spelen is.
1.
Houd de FUNCTION en ELEC PIANO
toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het linker toetsenbord.
Voorbeeld: Door op de klaviertoets van de meest linkse
C (C4) te drukken wordt het hier onder
gegeven bereik toegewezen.
2.
Houd de FUNCTION en ELEC PIANO
toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het rechter toetsenbord.
OPMERKING
• U kunt de toetsenborden terugstellen op hun
oorspronkelijke bereiken door de duetfunctie eerst
uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
Spelen van een pianoduet
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5 C6
Toetsenbord
Splitspunt
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(midden C)(midden C)
Pedalen
Linker demppedaal
Linker en rechter demppedaal
Rechter demppedaal
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5 C6
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
D-13
Weergeven van ingebouwde melodieën
Uw digitale piano is uitgevoerd met een
muziekbibliotheek van 60 ingebouwde melodieën.
U kunt alle 60 melodieën in volgorde spelen van het
begin tot het einde.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de SONG a toets.
Hierdoor wordt de herhaalde demonstratieweergave
gestart van de ingebouwde melodieën in de volgorde
van 01 tot en met 60.
U kunt meespelen met een melodie op het
toetsenbord terwijl de melodie wordt weergegeven.
De toon die toegewezen is aan het toetsenbord is de
toon die vooringesteld is voor de melodie die
weergegeven wordt.
U kunt een specifieke melodie selecteren tijdens de
demonstratieweergave Zie stap 2 van “Weergeven
van een specifieke melodie in de muziekbibliotheek”
voor details.
2.
Druk nogmaals op de SONG a toets om
de weergave van de ingebouwde melodieën
te stoppen.
OPMERKING
• De hierboven beschreven bewerkingen voor
melodieselectie en weergeven en stoppen zijn de
enige mogelijke bewerkingen tijdens de weergave
van demonstratiemelodieën.
De muziekbibliotheek bevat ingebouwde melodieën (01
tot en met 60) en één melodie (61) die vanaf een
computer opgeslagen zijn in het geheugen van de
digitale piano
*
. U kunt één van deze melodieën
selecteren en weergeven d.m.v. de volgende procedure.
* U kunt muziekdata downloaden van het Internet en
vervolgens oversturen van de computer naar het
geheugen van de digitale piano. Zie “Oversturen
van melodie data met een computer” op pagina D-25
voor meer informatie.
1.
Zoek het melodienummer van de gewenste
melodie op in de melodielijst op pagina A-1.
2.
Houd om van melodie te veranderen de
FUNCTION toets ingedrukt terwijl u de SONG
SELECT toetsen gebruikt om een bepaald
melodienummer te specificeren.
Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt het
melodienummer met 1 verhoogd of verlaagd.
U kunt een specifiek melodienummer van twee cijfers
invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en
met 9). Zorg er voor beide cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Voer eerst 0 en daarna 8 in om melodie 08 te
selecteren.
FUNCTION
METRONOME
RECORDER
SONG a
Weergeven van alle
ingebouwde melodieën
Weergeven van een specifieke
melodie in de
muziekbibliotheek
D-14
Weergeven van ingebouwde melodieën
3.
Druk op de SONG a toets.
Hierdoor wordt de weergave van de melodie gestart.
4.
Druk nogmaals op de SONG a toets om
de weergave te stoppen.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie bereikt is.
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken
wordt melodienummer 01 geselecteerd.
• U kunt het weergavetempo en het volume van de
melodie instellen. Voor meer informatie zie
“Configureren van instellingen met het toetsenbord”
op pagina D-19.
U kunt het linkerhand of rechterhand gedeelte
uitschakelen bij een melodie en zelf meespelen op de
piano.
OPMERKING
• De muziekbibliotheek bevat een aantal duetten.
Terwijl een duet geselecteerd is, kunt u de eerste
pianotoon <Primo> of de tweede pianotoon
<Secondo> uitschakelen en meespelen met de
melodie.
VOORBEREIDINGEN
• Selecteer de melodie waarmee u wilt oefenen en stel
het tempo in. Zie “Configureren van instellingen
met het toetsenbord” op pagina D-19.
• Een aantal melodieën bevat tussentijds
tempoveranderingen om bepaalde muziekeffecten te
produceren.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de RECORDER (L) toets of op de
METRONOME (R) toets om het gedeelte te
selecteren dat u wilt uitschakelen.
Door op een toets te drukken wordt bijbehorende
gedeelte in- (indicator aan) en uitgeschakeld
(indicator uit).
2.
Druk op de SONG a toets.
Hierdoor wordt de weergave gestart zonder het deel
dat u uitschakelde in stap 1.
3.
Speel het niet-weergegeven deel zelf op het
toetsenbord.
4.
Druk nogmaals op de SONG a toets om
de weergave te stoppen.
Oefenen met een melodie uit
de muziekbibliotheek
Linkerhand Rechterhand
Beide delen
ingeschakeld
Rechterhand
deel
uitgeschakeld
Linkerhand
deel
uitgeschakeld
D-15
Opnemen en weergeven
U kunt de noten die u op de digitale piano speelt
opslaan in het geheugen voor latere weergave.
Een spoor is een opslagplaats van opgenomen data
waarbij elke melodie voorzien is van twee sporen:
Spoor 1 en Spoor 2. U kunt de twee sporen gescheiden
van elkaar opnemen en daarna combineren zodat ze
samen als een enkele melodie weergegeven worden.
Geheugencapaciteit
• U kunt ongeveer 5000 noten opnemen in het
geheugen van de digitale piano.
•De RECORDER toets indicator knippert snel
wanneer het geheugen vol dreigt te raken.
• Het opnemen stopt automatisch als het aantal noten
in het geheugen het maximum overschreidt.
Opgenomen data
• Toetsenbordspel
• Gebruikte toon
• Pedaalbewerkingen
• Instellingen voor nagalm (reverb) en zweving
(chorus) (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van het tempo (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van lagen (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van splitsing (alleen bij Spoor 1)
• Instellingen voor temperament en basnoot (Base
Note) (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van octaafverschuiving (alleen bij Spoor 1)
Opslag van opgenomen data
• Door een nieuwe opname te starten wordt eventuele
data gewist die eerder in het geheugen was
opgenomen.
• Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname dan
zullen alle data van het spoor dat u aan het opnemen
bent gewist worden.
BELANGRIJK!
CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen
verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van
winsten of eisen van derden die ontstaan uit het
verlies van opgenomen data die verloren raakt door
defecten, reparaties of om ongeacht welke andere
reden.
Gebruiken van de RECORDER toets
Telkens bij indrukken van de RECORDER toets wordt
naar de volgende optie voor opname gegaan in de
hieronder getoonde volgorde.
FUNCTION
METRONOME
RECORDER
SONG a
Sporen
Spoor 1 Opnemen
Tijdens de
weergave. . .
Spoor 2 Opnemen
Melodie
Brandt Knippert Uit
Weergave
standby
Opname
standby
Normaal
D-16
Opnemen en weergeven
Na het opnemen van een van de sporen van een
melodie kunt u opnemen op het andere spoor terwijl u
luistert naar de weergave van wat u op het eerste spoor
opgenomen had.
1.
Druk tweemaal op de RECORDER toets
zodat de indicator gaat knipperen.
Op dat moment gaat de L indicator knipperen om
aan te geven dat de digitale piano klaar staat voor
opname op Spoor 1.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de RECORDER (L) toets of op de
METRONOME (R) toets om het spoor te
selecteren dat u wilt opnemen.
Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat
knipperen.
Spoor 1: L indicator
Spoor 2: R indicator
Voorbeeld: Spoor 1 ingesteld
3.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij
Spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw
opname.
Toon (pagina D-7)
Effecten (pagina D-10)
OPMERKING
• Configureer de instellingen voor de maatslag en het
tempo en druk daarna op de METRONOME toets
als u wilt dat de metronoom klinkt tijdens het
opnemen. Voor meer informatie zie “Gebruiken van
de metronoom” op pagina D-11.
4.
Speel iets op het keyboard.
Het opnemen begint automatisch.
5.
Druk op de SONG a toets om de opname
te stoppen.
Hierdoor veranderen de RECORDER toets indicator
en de indicator van het spoor dat u opnam van de
knipperende naar de oplichtende stand.
•Druk op de SONG a toets om het spoor dat u
zojuist opgenomen heeft weer te geven.
6.
Druk nadat u klaar bent met het opnemen of
weergeven op de RECORDER toets zodat de
corresponderende indicator uit gaat.
Opnemen op een specifiek
spoor van een melodie
Opnemen en weergeven
D-17
1.
Druk op de RECORDER toets zodat de
corresponderende indicator gaat branden.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de RECORDER (L) toets of op de
METRONOME (R) toets om het spoor te
selecteren dat u wilt weergeven tijdens het
opnemen.
3.
Druk op de RECORDER toets zodat de
corresponderende indicator gaat knipperen.
Hierdoor gaat de L indicator knipperen.
4.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de RECORDER (L) toets of op de
METRONOME (R) toets om het spoor te
selecteren dat u wilt opnemen.
Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat
knipperen.
Voorbeeld: Om naar de weergave van Spoor 1 te
luisteren terwijl u Spoor 2 opneemt
5.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij
Spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw
opname.
6.
Druk op de SONG a toets of speel iets op
het toetsenbord.
Hierdoor worden zowel de weergave van het
opgenomen spoor als de opname van het andere
spoor gestart.
7.
Druk op de SONG a toets om het
opnemen te stoppen.
1.
Druk op de RECORDER toets zodat de
corresponderende indicator gaat branden.
OPMERKING
• Wanneer een melodie opgenomen is op beide
sporen, kunt u een spoor uitschakelen en alleen het
andere spoor weergeven als u dat wenst.
2.
Druk op de SONG a toets.
Hierdoor wordt de weergave gestart van de melodie
die en/of het spoor dat u selecteert.
OPMERKING
• U kunt de instelling van het tempo veranderen
terwijl een spoor weergegeven wordt.
• Druk nogmaals op de SONG a toets om de
weergave te stoppen.
Opnemen op een spoor terwijl
u naar de weergave luistert
van het andere spoor
Brandt (weergave) Knippert (opnamestandby)
Weergeven van het geheugen
van de digitale piano
D-18
Opnemen en weergeven
De volgende procedure wist een specifiek spoor van
een melodie uit.
BELANGRIJK!
De onderstaande procedure wist alle data uit van het
geselecteerde spoor. Merk op dat de wisbewerking
niet ongedaan gemaakt kan worden. Controleer dat
u de data in het geheugen van de digitale piano echt
niet meer nodig heeft voordat u de volgende stappen
uitvoert.
1.
Druk tweemaal op de RECORDER toets
zodat de indicator gaat knipperen.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de RECORDER (L) toets of op de
METRONOME (R) toets om het spoor te
selecteren dat u wilt wissen.
3.
Druk op de RECORDER toets totdat de
corresponderende indicator gaat branden.
Hierdoor gaat de indicator knipperen van het spoor
dat u selecteerde in stap 2 van deze procedure.
Voorbeeld: Als u Spoor 2 instelde voor wissen.
4.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de toets die overeenkomt met het spoor
dat u wilt wissen (RECORDER (L) toets of op
de METRONOME (R) toets).
Hierdoor wordt het geselecteerde spoor gewist en
wordt weergavestandby ingeschakeld.
Druk tweemaal op de RECORDER toets zodat de
indicator niet brandt om de wisbewerking te
annuleren.
OPMERKING
• Vanaf stap 3 zijn enkel de METRONOME toets en
de RECORDER toets van de digitale piano
bedienbaar totdat u de wisbewerking in stap 4 in
feite uitvoert. Er kunnen geen andere
toetsbewerkingen worden uitgevoerd.
Wissen van opgenomen data
Uit Knipperen: Wisstandby
D-19
Configureren van instellingen met het
toetsenbord
Naast het selecteren van tonen en melodieën uit de
muziekbibliotheek kunt u de FUNCTION toets
gebruiken in combinatie met de klaviertoetsen om het
effect, de aanslaggevoeligheid en andere instellingen te
configuren.
1.
Zoek m.b.v. de “Parameterlijst” op pagina’s
D-21 - D-23 de instelling op die u wilt
configureren en maak een notitie van de
details.
2.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
het configureren van instellingen” op pagina
D-20 om de plaats op het toetsenbord te
vinden voor het configureren van de
gewenste instelling.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
op de klaviertoets die correspondeert aan de
instelling die u wilt configureren.
De digitale piano geeft een bedieningspieptoon weer
nadat de instelling geconfigureerd is.
Voorbeeld: Verlagen van de transpositie instelling met
één halve toon
4.
Laat de FUNCTION toets los om de
instelprocedure te voltooien.
OPMERKING
U kunt de digitale piano zodanig configureren dat
geen bedieningspieptoon weergegeven wordt in
stap 3. Voor details, zie “bt Bedieningspieptoon”
onder “Parameterlijst” op pagina’s D-21 - D-23.
Toetsenbordinstelling bedieningstypes
Er zijn drie types bediening die u kunt uitvoeren
tijdens het configureren van de instellingen d.m.v. de
klaviertoetsen: Type A, Type B en Type C.
Voorbeeld: Aanslaan van de STRINGS klaviertoets om de
STRINGS 1 toon te selecteren
Door op een toets te drukken wordt de instelling
versneld verhoogd of verlaagd.
Druk tegelijkertijd op beide toetsen om terug te gaan
naar de oorspronkelijke instelling.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 1, 2 en 0 om “120” in te
voeren.
OPMERKING
U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij
elke instelling door het “Bedieningstype” in de
“Parameterlijst” op pagina’s D-21 - D-23 te
controleren.
FUNCTION
Instellingen configureren met
het toetsenbord
T transponeertoets
Type A: Direct invoeren
TYPE B:Verhogen of verlagen van een instelling
d.m.v. de + en – of T en S klaviertoetsen
Type C: Invoeren van waarden d.m.v. de cijfertoetsen
(0 tot en met 9)
D-20
Configureren van instellingen met het toetsenbord
De nummers
1
tot en met
cl
corresponderen aan dezelfde nummers in de “Parameterlijst” op pagina’s
D-21 - D-23.
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen
12341234 

+
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
[Linker toetsenbord]
[Algeheel]
[Midden toetsenbord]
[Rechter toetsenbord]
7
Tempo/Temperament selectie
bn
Maatslag van de metronoom
bk
Helderheid
bo
Aanslagvolume
1
Nagalm
bl
Volume van de melodie
2
Zweving
3
Klaviertoets (Transponeren)
4
Stemmen van het keyboard (Stemmen)
5
Octaafverschuiving
8
Melodie selecteren/Basnoot
9
Toonselectie
bp
USB apparaat modus
bq
Balans tussen lagen
bm
Volume van de metronoom
br
Zendkanaal
bs
Lokale besturing
bt
Bedieningspieptoon
ck
Terug
cl
Bedieningsvergrendeling
6
Temperament (toonschaal)
Configureren van instellingen met het toetsenbord
D-21
Tonen
Melodie/metronoom
Parameterlijst
Parameter Instellingen
Bedieningstype
(pagina D-19)
Omschrijving Opmerkingen
1
Nagalm
1 tot en met 4
Oorspronkelijke
instelling: 2
A Specificeert de nagalm van de
noten. (pagina D-10)
2
Zweving
1 tot en met 4
Oorspronkelijke
instelling: 2
A Regelt de breedte van de noten.
(pagina D-10)
9
Toonselectie
Zie pagina D-7.
Oorspronkelijke
instelling:
GRAND PIANO
(MODERN)
A Wijst een toon toe aan het
toetsenbord. (pagina D-7)
bk
Helderheid
(BRILLIANCE)
–3 tot 0 tot 3
Oorspronkelijke
instelling: 0
B Specificeert de helderheid van de
noten. (pagina D-8)
bq
Balans tussen
lagen
–24 tot 0 tot 24
Oorspronkelijke
instelling: 0
B Specificeert het balans in het
hoofdtoon volume en het volume
van de gelaagde toon. (pagina D-9)
Parameter Instellingen
Bedieningstype
(pagina D-19)
Omschrijving Opmerkingen
7
Tempo
(TEMPO)
20 tot en met 255
Oorspronkelijke
instelling: 120
B (+/–)
C (0 tot en
met 9)
Specificeert het tempo van
melodieën uit de
muziekbibliotheek, de metronoom,
opname en weergave, enz.
(pagina D-11)
Gebruik altijd drie cijfers bij het
invoeren van waarden d.m.v. de
cijfertoetsen (0 tot en met 9).
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 0
om “90” in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
Door tijdens de opname tegelijkertijd
op de + en – toetsen te drukken wordt
een waarde van 120 ingesteld.
8
Melodie
selecteren
(SONG
SELECT)
01 tot en met 61
Oorspronkelijke
instelling: 01
B (+/–)
C (0 tot en
met 9)
Selecteert een melodie uit de
muziekbibliotheek. (pagina D-13)
Gebruik altijd twee cijfers bij het
invoeren van waarden d.m.v. de
cijfertoetsen (0 tot en met 9).
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0 en 8 om
“8” in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
Deze instelling kan niet worden
veranderd tijdens het opnemen.
bl
Volume van de
melodie (SONG
VOLUME)
00 tot en met 42
Oorspronkelijke
instelling: 42
B Stelt het volumeniveau in van de
weergave van de
muziekbibliotheek.
bm
Volume van de
metronoom
(METRONOME
VOLUME)
00 tot en met 42
Oorspronkelijke
instelling: 36
B Specificeert het volume van de
metronoom. (pagina D-11)
bn
Maatslag van de
metronoom
(METRONOME
BEAT)
0, 2, 3, 4, 5, 6
Oorspronkelijke
instelling: 4
A Specificeert de
metronoommaatslag.
(pagina D-11)
De instelling voor de maatslag van de
metronoom kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van een
melodie van de muziekbibliotheek aan
de gang is.
D-22
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Toetsenbord
Parameter Instellingen
Bedieningstype
(pagina D-19)
Omschrijving Opmerkingen
3
Klaviertoets
(Transponeren)
–12 tot 0 tot 12
Oorspronkelijke
instelling: 0
B Verhoogt of verlaagt de
toonschaal van de digitale
piano in stappen van een
halve toon.
De transponeerinstelling kan niet
worden geconfigureerd terwijl de
weergave van de
muziekbibliotheek aan de gang is
of tijdens de duetfunctie.
Als de sleutel van de digitale piano
verhoogd wordt, kunnen de
hoogste gedeelten in het bereik
vervormd raken.
4
Stemmen van het
keyboard
(Stemmen)
–99 tot 0 tot 99
Oorspronkelijke
instelling: 0
B Verhoogt of verlaagt de
algehele toonhoogte van de
digitale piano in stappen van
1 cent (100 cent = 1 halve
toon) van de standaard
toonhoogte A4 = 440 Hz.
De instelling voor de toonhoogte
kan niet worden veranderd terwijl
de weergave van een melodie van
de muziekbibliotheek aan de gang
is.
5
Octaafverschui-
ving
–2 tot 0 tot 2
Oorspronkelijke
instelling: 0
B Verander het bereik van het
toetsenbord in eenheden van
een octaaf.
U kunt de instellingen van de
octaafverschuiving niet
configureren voor het hoofdtoon
gedeelte en het gelaagde toon
gedeelte.
U kunt de instellingen van de
octaafverschuiving niet
configureren voor de splitstoon
gedeelten.
6
7
8
Temperament
(toonschaal)
(TEMPERAMENT)
Temperament
selectie
(TEMPERAMENT
SELECT)
Temperament
basnoot (BASE
NOTE)
Temperament:
00 tot en met 16
Basnoot: –, +, 0 tot
en met 9 (C tot en
met B)
Oorspronkelijke
instellingen:
Temperament:
00 (Gelijkzwevende
Stemming)
Basnoot: C
Houd FUNCTION
ingedrukt terwijl u
de volgende
klaviertoetsen
indrukt.
1. TEMPERAMENT
(
6)
2. TEMPERAMENT
SELECT (
7)
3. BASE NOTE (
8)
U kunt de toonschaal (het
stemsysteem) van het
toetsenbord veranderen van
het standaard gelijkzwevend
temperament naar een
andere toonschaal die
geschikter is voor het spelen
van Indische muziek,
Arabische muziek, klassieke
stukken, enz.
<Temperamenten>
00: Gelijkzwevend / 01: Puur Majeur /
02: Puur Mineur / 03: Pythagoreaans /
04: Kirnberger 3 / 05: Werckmeister /
06: Reine stemming / 07: Rast /
08: Bayati / 09: Hijaz / 10: Saba /
11: Dashti / 12: Chahargah /
13: Segah / 14: Gurjari Todi /
15: Chandrakauns / 16: Charukeshi
<Basnoten>
–: C / +: C
#
/ 0: D / 1: E
b
/ 2: E / 3: F /
4: F
#
/ 5: G / 6: A
b
/ 7: A / 8: B
b
/ 9: B
bo
Aanslagvolume
(TOUCH
RESPONSE)
Uit (OFF),
1 tot en met 3
Oorspronkelijke
instelling: 2
A Specificeert de relatieve
aanslaggevoeligheid van de
klaviertoetsen.
Door een kleinere waarde in
te stellen wordt een nog
krachtiger geluid
geproduceerd bij een lichtere
aanslag.
Configureren van instellingen met het toetsenbord
D-23
MIDI en overige instellingen
Parameter Instellingen
Bedieningstype
(pagina D-19)
Omschrijving Opmerkingen
bp
USB apparaat
modus (USB
DEVICE
MODE)
MIDI,
Storage (opslag)
Oorspronkelijke
instelling: MIDI
De MIDI modus wordt
automatisch ingeschakeld bij de
digitale piano wanneer deze
wordt aangesloten op een USB
kabel. Selecteer storage (opslag)
voor het opslaan van Recorder
geheugen melodiedata of om
melodiedata van een computer
naar het geheugen van de digitale
piano. (pagina D-25)
Terwijl storage (opslag) ingesteld is voor
deze instelling, knipperen de GRAND
PIANO (MODERN, CLASSIC) en
ELEC PIANO toets indicators terwijl
alle andere indicators uit zijn.
Alle bewerkingen voor de digitale piano
zijn op dat moment gedeactiveerd.
Telkens bij indrukken van de
klaviertoets voor de USB apparaat
modus wordt heen en weer geschakeld
tussen de MIDI en opslag modi.
br
Zendkanaal
01 tot en met 16
Oorspronkelijke
instelling: 01
B Specificeert één van de MIDI
kanalen (1 tot en met 16) als het
zendkanaal dat gebruikt wordt
voor het zenden van de MIDI
boodschappen naar een extern
toestel.
bs
Lokale
besturing
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Aan
A Wanneer de lokale besturing
“Off” (uit) is, wordt de klankbron
van de digitale piano
uitgeschakeld waardoor geen
geluid wordt geproduceerd door
de digitale piano bij het aanslaan
van klaviertoetsen.
De instelling voor de lokale besturing
kan niet worden veranderd terwijl de
weergave van een melodie van de
muziekbibliotheek aan de gang is.
bt
Bedienings-
pieptoon
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Aan
A Het selecteren van “Off” (uit)
schakelt het geluid van de
bedieningspieptoon uit telkens
wanneer een klaviertoets wordt
aangeslagen terwijl de
FUNCTION toets ingedrukt
wordt.
Deze instelling blijft behouden zelfs
wanneer de digitale piano uitgeschakeld
is.
De instelling voor de
bedieningspieptoon kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
muziekbibliotheek aan de gang is,
terwijl de metronoom klinkt en tijdens
het opnemen.
ck
Terug
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Uit
A Wanneer “On” (aan) voor deze
instelling is geselecteerd, onthoudt
de digitale piano de huidige
instellingen
*1
en herstelt ze
wanneer de piano opnieuw
ingeschakeld wordt.
Wanneer “Off” (uit) is
geselecteerd, worden de
instellingen
*2
teruggesteld op hun
oorspronkelijke instellingen
telkens wanneer de digitale piano
ingeschakeld wordt.
•De terug-instelling kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
muziekbibliotheek aan de gang is,
terwijl de metronoom klinkt, tijdens de
duetfunctie en tijdens het opnemen.
*1
De volgende instellingen worden niet
onthouden.
Duetfunctie
Melodie LR (deel)
Lokale besturing
*2
Behalve voor de in/uit instelling van de
bedieningspieptoon.
cl
Bedienings-
vergrendeling
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Uit
A Door “On” (aan) te selecteren voor
deze instelling worden de toetsen
van de digitale piano vergrendeld
(behalve voor de spanningstoets
en de toetsen die vereist zijn voor
het ontgrendelen), zodat geen
bediening kan worden uitgevoerd.
Schakel de bedienings-
vergrendeling in wanneer u wilt
beveiligen tegen het onverhoeds
bedienen van toetsen.
De instelling voor de
bedieningsvergrendeling kan niet
worden veranderd terwijl de weergave
van de muziekbibliotheek aan de gang
is, terwijl de metronoom klinkt en
tijdens het opnemen.
D-24
Aansluiting op een computer
U kunt de digitale piano aansluiten op een computer
en MIDI data verzenden tussen deze apparaten. U kunt
data van de digitale piano zenden naar de muziek
software die op uw computer draait of u kunt MIDI
data vanaf uw computer zenden naar de digitale piano
voor weergave.
Hieronder volgen de minimale vereisten voor het
computersysteem wanneer MIDI data worden
verzonden en ontvangen. Controleer dat de computer
voldoet aan deze vereisten voordat u probeert de
digitale piano er op aan te sluiten.
z Besturingssysteem
Windows
®
XP (SP2 of nieuwer)
*1
Windows Vista
®
*2
Windows
®
7
*3
Mac OS
®
X (10.3.9, 10.4.11 of nieuwer, 10.5.6 of
nieuwer, 10.6.2 of nieuwer)
z USB poort
BELANGRIJK!
Probeer nooit aan te sluiten op een computer die
niet voldoet aan de hierboven beschreven vereisten.
Hierdoor kunnen problemen ontstaan bij uw
computer.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor de volgende stappen van de
onderstaande procedure precies te volgen. Een
foute aansluiting kan het zenden en ontvangen van
data onmogelijk maken.
1.
Schakel de digitale piano uit en start uw
computer.
Start de muziek software op uw computer nog niet!
2.
Nadat uw computer gestart is, sluit hem dan
m.b.v. een los verkrijgbare USB kabel aan op
de digitale piano.
3.
Schakel de digitale piano in.
Als dit de eerste maal is dat u de digitale piano
aansluit op uw computer zal de driver software die
vereist is voor het zenden en ontvangen van data
automatisch geïnstalleerd worden op uw computer.
4.
Start de muziek software op uw computer.
5.
Configureer de instellingen van de muziek
software om één van de volgende apparaten
te selecteren als het MIDI toestel.
Zie de gebruikersdocumentatie die met de gebruikte
muziek software wordt geleverd voor nadere
informatie aangaande hoe u het MIDI apparaat kunt
selecteren.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor eerst de digitale piano uit te schakelen
voordat u de muziek software van uw computer start.
OPMERKING
Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is er geen
probleem als de USB kabel aangesloten gehouden
wordt en uw computer en/of uw digitale piano
uitgeschakeld wordt.
Voor gedetailleerde technische gegevens en
aansluitingen die van toepassing zijn op het zenden
en ontvangen van MIDI data door deze digitale
piano dient u te verwijzen naar de nieuwste
informatie die wordt verzorgd door de website bij
de volgende URL.
http://world.casio.com/
Minimale
computersysteemvereisten
*1: Windows XP Thuiseditie
Windows XP Professional (32- bit)
*2: Windows Vista (32- bit)
*3: Windows 7 (32- bit, 64- bit)
Aansluiting van de digitale
piano op uw computer
CASIO USB-MIDI : (Voor Windows Vista, Windows 7,
Mac OS X)
USB-audioapparaat: (Voor Windows XP)
USB poort van de computer
A aansluiting
USB poort van de digitale piano
B aansluiting
USB kabel
(A-B type)
B
Aansluiting op een computer
D-25
Wat is MIDI?
De letters MIDI zijn een afkorting van Musical
Instrument Digital Interface (digitale interface voor
muziekinstrumenten), wat de naam is voor een
wereldwijdse standaard voor digitale signalen en
aansluitingen die het mogelijk maken om muziekdata
uit te wisselen tussen muziekinstrumenten en
computers (apparaten) die door verschillende
fabrikanten op de markt worden gebracht.
OPMERKING
Voor details aangaande het implimenteren van
MIDI, bezoek de CASIO website op:
http://world.casio.com/
.
Zie “Zendkanaal” en “Lokale besturing” op pagina
D-23.
Volg de procedures in dit hoofdstuk om Recorder
geheugendata over te sturen naar een computer voor
opslag en om melodieën te laden naar het
gebruikersmelodiegeheugen (Muziekbibliotheek 61
(Music Library)).
BELANGRIJK!
Als de digitale piano uitgeschakeld wordt terwijl deze
data uitwisselt met een computer, kan data in het
geheugen van de digitale piano beschadigd raken.
Mocht dit het geval zijn, dan zal een
geheugenformaatbewerking worden uitgevoerd de
volgende keer dat de digitale piano wordt
ingeschakeld. Merk op dat het ongeveer 20
seconden duurt voor de formaatbewerking om
voltooid te worden en u kunt tijdens deze tijd geen
enkele bewerking uitvoeren.
1.
Zie stappen 1 en 3 van de procedure op
pagina “Aansluiting van de digitale piano op
uw computer” op pagina D-24.
2.
Verander de USB apparaat modus van de
digitale piano naar opslag.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de
klaviertoets die correspondeert aan de USB apparaat
modus.
Nadat deze instelling veranderd is, knipperen de
GRAND PIANO (MODERN, CLASSIC) en ELEC
PIANO toets indicators terwijl alle andere indicators
uit zijn.
Voor meer informatie zie “USB apparaat modus (USB
DEVICE MODE)” op pagina D-23.
3.
Voer bij uw computer de vereiste bediening
uit om de opslagapparaten op uw computer
te tonen.
Het geheugen van deze digitale piano verschijnt als
“PIANO” onder “Stations met verwisselbaar
medium”.
Gebruiken van MIDI
Oversturen van melodie data
met een computer
Als uw computer onder
dit besturingssysteem
draait:
Doe dit:
Windows XP Dubbel-klik “Mijn Computer”.
Windows Vista,
Windows 7
Dubbel-klik “Computer”.
Mac OS Sla stap 3 over en dubbelklik op
“PIANO” op uw Mac desktop.
B
D-26
Aansluiting op een computer
4.
Dubbel-klik “PIANO”.
“PIANO” bevat mappen die MUSICLIB en
RECORDER heten. Laad d.m.v. MUSICLIB een
melodie in het gebruikersmelodiegheugen van de
piano (Muziekbibliotheek 61 (Music Library)), en
gebruik dan RECORDER om Recorder geheugendata
over te sturen naar en van uw computer.
* Voordat u een opslag- of laadbewerking start,
controleer eerst de bestandsnaam en extensie om er
zeker van te zijn dat ze overeenkomen met de
getoonde in deze kolom.
BELANGRIJK!
In de oorspronkelijke default configuratie voor
Windows XP, Windows Vista, en Windows 7 zijn de
extensies voor bestandsnamen verborgen. Voer één
van de volgende bewerkingen uit op uw computer
om de bestandsnaam extensies te tonen.
Laden van een melodie in het
gebruikersmelodie geheugen
(Muziekbibliotheek 61 (Music Library))
Als er zich twee bestanden met de namen
BIDSNG01.MID en BIDSNG01.CM2 in de
MUSICLIB map bevinden, wordt alleen de
BIDSNG01.MID data in het gebruikersmelodie
geheugen geladen. Als u het BIDSNG01.CM2
bestand wilt laden in dit geval, verander dan de
naam van het BIDSNG01.MID bestand naar iets
anders.
OPMERKING
De boodschap “Kan de naam van MIDIDATA.MID
niet wijzigen.” verschijnt op uw computerscherm als
u de naam van het gekopieerde bestand probeert te
veranderen naar BIDSNG01.MID terwijl er al een
bestand in de MUSICLIB map is die BIDSNG01.MID
heet. Verander de naam van het huidige
BIDSNG01.MID bestand naar iets anders en
hernoem het gekopieerde bestand als
BIDSNG01.MID.
Oversturen van Recorder geheugendata
tussen de digitale piano en uw computer
Om de huidige Recorder geheugendata van uw digitale
piano naar uw computer over te sturen, dient u de
RECORDER map te kopiëren naar uw computer.
Om de eerder op uw computer opgeslagen Recorder
data terug te sturen naar het Recorder geheugen dient
u dit terug te kopiëren naar de RECORDER map (en de
huidige inhoud van de RECORDER map te
vervangen).
Datatype Mapnaam Bestandsnaam extensie
*
Gebruikersme-
lodieën
MUSICLIB BIDSNG01.MID: SMF
formaat data (formaat 0/1)
BIDSNG01.CM2: Data in
CASIO origineel formaat
Recorder
geheugendata
RECORDER BIDREC01.CSR: Data in
CASIO origineel formaat
Tonen van bestandsnaam extensies onder
Windows XP
1. Open de gewenste map.
2. In het menu [Extra], klik op [Mapopties].
3. Klik op het [Weergave] tabblad. In de
[Geavanceerde instellingen] lijst, schakel het
selectievakje uit naast [Extensies voor bekende
bestandstypen verbergen].
4. Klik op [OK].
Tonen van bestandsnaam extensies onder
Windows Vista of Windows 7
1. Open Mapopties door op de [Start] knop te klikken
en klik op [Configuratiescherm], [Vormgeving aan
persoonlijke voorkeur aanpassen] en [Mapopties].
2. Klik op het [Weergave] tabblad. Schakel onder
[Geavanceerde instellingen] het selectievakje
[Extensies voor bekende bestandstypes
verbergen] uit.
3. Klik op [OK].
1. Kopieer het bestand (.MID of .CM2) dat u in het
gebruikersmelodie geheugen wilt laden naar de
MUSICLIB map.
2. Verander de naam van het bestand naar BIDSNG01
met een bestandsnaamextensie van .MID of .CM2.
B
Aansluiting op een computer
D-27
5.
Zet de USB apparaat modus terug naar MIDI
nadat het kopiëren van het bestand voltooid
is.
Als u een Macintosh gebruikt, voer dan de
uitwerpbewerking uit (sleep ze naar de
prullenmand).
Houd de FUNCTION ingedrukt en druk op de van
toepassing zijnde klaviertoets. Voor meer informatie
zie “USB apparaat modus (USB DEVICE MODE)” op
pagina D-23.
Door de USB apparaat modus terug te zetten op
MIDI wordt de inhoud van MUSICLIB in het
gebruikersmelodie geheugen geladen en de inhoud
van RECORDER in het Recorder geheugen.
BELANGRIJK!
Een data conversiefout wordt aangegeven wanneer
beide SONG a toets indicators en de GRAND
PIANO (MODERN), GRAND PIANO (CLASSIC) en
ELEC PIANO toets indicators allemaal branden en
alle andere indicators uit zijn.
Auteursrechten
De rechten van de makers en houders van
auteursrechten van muziek, beelden,
computerprogramma’s, databases en andere data
worden beschermd door de wetgeving op
auteursrechten. U bent toegestaan om dergelijk werk
enkel voor persoonlijk of niet-commercieel gebruik te
reproduceren. Voor alle andere doeleinden, alle
reproductie (inclusief het converteren van
dataformaten), wijzigingen, het oversturen van
reproducties, het distribuëren over een netwerk of
ander gebruik zonder de toestemming van de houders
van de auteursrechten, maken u ontvankelijk voor
schade eisen en rechtsvervolging voor inbreuk van de
auteursrechten en het overtreden van de persoonlijke
rechten van de auteur. Denk er om werk waarop
auteursrechten rusten enkel de reproduceren of
anderszins te gebruiken wanneer dit in
overeenstemming is met de van toepassing zijnde
wetgeving op auteursrechten.
D-28
Monteren van de standaard
VOORBEREIDINGEN
Deze standaard bevat geen van de gereedschappen
die nodig zijn voor de montage. Het wordt aan u
overgelaten om een grote Philips (kruiskop)
schroevedraaier klaar te leggen.
BELANGRIJK!
Mocht er iets missen of beschadigd zijn, neem dan
contact op met uw plaatselijke CASIO
onderhoudswerkplaats.
Merk op dat enige niet-erkende onderdelen of
componenten schade kunnen veroorzaken aan de
standaard en/of de piano.
z Voordat u begint met het monteren van de
standaard, dient u eerst het lint
1
los te maken dat
het pedaalsnoer aan de achterkant van het
dwarsbalk
D
vasthoudt en u dient dan het snoer uit
te trekken.
LET OP
Het monteren van de standaard dient te worden
uitgevoerd door minstens twee mensen die
samenwerken.
Deze standaard dient op een vlakke ondergrond te
worden gemonteerd.
Verwijder het kleefband niet dat het deksel van het
toetsenbord op zijn plaats houdt totdat het monteren
voltooid is. Als het kleefband verwijderd wordt, kan
het deksel van het toetsenbord open en dicht slaan
tijdens het monteren, waardoor er gevaar bestaat op
persoonlijk letsel van uw handen en vingers.
Denk erom dat uw vingers niet klem raken tussen de
onderdelen terwijl u deze aan het monteren bent.
1.
Bevestig de zijpanelen A en B aan de
dwarsbalk D. Maak de zijpanelen vast d.m.v.
vier schroeven E.
Bij het monteren van onderdeel 2, schuift u de
beugels 3 in de gleuven aan beide zijden van de
dwarsbalk D. Als de beugels 3 niet zover mogelijk in
de uiteinden van de dwarsbalk
D
gaan, is het niet
mogelijk voor de schroeven E om geheel te passen in
de schroefgaten van de beugels 3, waardoor het
schroefdraad van de schroeven beschadigd kan
raken.
Bedek de schroefkoppen met de doppen J.
Uitpakken
A
B
C
D
Deel
Hoe-
veelheid
E
4
F
6
G
1
H
2
I
2
J
4
K
1
1
Monteren van de standaard
A
E
D
E
B
J
J
3
2
Monteren van de standaard
D-29
2.
Schuif het achterpaneel
C
in de groeven
4
van de zijpanelen.
3.
Bevestig d.m.v. de twee schroeven
I
de
linker- en rechterkant van het achterpaneel
C
aan de beugels
5
van de zijpanelen
A
en
B
.
Op plaats
6
, dient u de klem
G
vast te klemmen aan
de schroef
I
voordat u de schroef inschroeft.
4.
Bevestig vervolgens de onderkant van het
achterpaneel
C
d.m.v. de zes schroeven
F
.
5.
Stel nu de hoogteverstelschroef
7
bij om
steun te verlenen zodat dwarsbalk
D
niet
naar beneden buigt bij het intrappen van de
pedalen.
BELANGRIJK!
Als de pedalen ingetrapt worden zonder bijstellen
van de hoogteverstelschroef
7
kan dit schade
veroorzaken bij dwarsbalk
D
. Let er op dat u altijd
hoogteverstelschroef
7
bijstelt voordat u de pedalen
bedient.
6.
Plaats de piano op de standaard.
Op dat moment zouden de schroeven aan de
onderkant van de piano
8
moeten passen in de
uitsparingen in de beugels
9
van de standaard.
C
4
5
I
I
6
G
C
F
A
B
7D
9
9
9
8
Uitsparing in de beugel
Achterkant van
de piano
Zijpaneel van de
standaard
D-30
Monteren van de standaard
7.
Bevestig de piano d.m.v. de twee
vleugelmoeren H aan de standaard.
BELANGRIJK!
De vleugelmoeren zorgen er voor dat de piano niet
van de standaard afglijdt. Gebruik de piano nooit
terwijl de vleugelmoeren niet juist geïnstalleerd zijn.
8.
Bevestig de adaptersnoerklem K naast de
spanningsaansluiting (DC12V - 12V
gelijkstroomaansluiting).
Zie “Stopcontact” op pagina D-4 voor informatie
betreffende het bevestigen van het snoer.
1.
Plaats de pedaalstekker in de richting zoals
aangegeven in de afbeelding en steek hem in
de pedaalconnector aan de onderkant van de
piano.
Bevestig het pedaalsnoer met de klem
G
.
1.
Monteer de muziekstandaard door de nokken
in de gaten aan de bovenkant van de piano te
steken.
H
K
12V gelijkstroomaan-
sluiting (DC 12V)
Aansluiten van het
pedaalsnoer
Installeren van de
bladmuziekstandaard
G
Pedaalstekker
D-31
Referentie
Oplossen van moeilijkheden
Probleem Oorzaak Te nemen maatregel
Zie
pagina
Er wordt geen geluid
geproduceerd bij het
aanslaan van een
klaviertoets.
1. De VOLUME regelaar is ingesteld
op “MIN”.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in de
richting van “MAX”.
) D-8
2. De hoofdtelefoon of een
adapterstekker is aangesloten op
één van de PHONES
aansluitingen.
2. Haal alle stekkers uit de PHONES
aansluitingen.
) D-6
3. MIDI lokale besturing is
uitgeschakeld.
3. Schakel de lokale besturing instelling in. ) D-23
De toonhoogte van de
digitale piano is
uitgeschakeld.
1. De instelling van de sleutel van de
digitale piano is anders dan “0”.
1. Verander de instelling van de sleutel naar
“0” of schakel de spanning van de
digitale piano uit en vervolgens weer in.
) D-22
2. De toonschaal van de digitale piano
is incorrect.
2. Stel de toonschaal van de digitale piano
bij of schakel de spanning van de digitale
piano uit en vervolgens weer in.
) D-22
3. Octaafverschuiving is geactiveerd. 3. Verander de instelling van de
octaafverschuiving naar 0.
) D-22
4. Een niet-standaard instelling voor
het temperament wordt gebruikt.
4. Verander de temperamentinstelling naar
“00:Gelijkzwevend” wat de standaard
toonschaal is.
) D-22
Er gebeurt niets wanneer u
een pedaal indrukt.
Het pedaal snoer is niet aangesloten. Sluit het pedaal snoer op de juiste wijze
aan.
) D-30
De tonen en/of effecten
klinken vreemd. In- en
uitschakelen van de
spanning lossen het
probleem niet op.
Voorbeeld:
De intensiteit van
de noten verandert niet zelfs
als u de druk op de
klaviertoetsen verandert.
De “Terug” functie is ingeschakeld. Schakel “Terug” uit. Schakel vervolgens de
spanning eerst uit en daarna weer in.
) D-23
Het is niet mogelijk data
over te sturen na het
aansluiten van de piano op
een computer.
1. Controleer dat de USB kabel
aangesloten is op de digitale piano en de
computer en dat de apparatuur die
geselecteerd is met de muziek software
van de computer.
) D-24
2. Schakel de digitale piano uit en sluit dan
de muziek software op uw computer af.
Schakel de digitale piano vervolgens
weer in en start dan de muziek software
op uw computer weer.
Het duurt te lang voordat de
digitale piano gebruikt kan
worden na inschakelen.
De data in het geheugen van de
digitale piano waren beschadigd
omdat data uitgewisseld werd met een
computer op het moment dat u de
piano de laatste maal uitschakelde.
Mocht dit het geval zijn, dan zal een
geheugenformaatbewerking worden
uitgevoerd de volgende keer dat de
digitale piano wordt ingeschakeld.
U kunt tijdens deze formaatbewerking
geen enkele bewerking uitvoeren.
Het duurt ongeveer 20 seconden na
inschakelen van de spanning om het
geheugen te formatteren. Wacht totdat de
formaatbewerking voltooid is. Merk op dat u
moet voorkomen dat de digitale piano wordt
uitgeschakeld terwijl data uitwisseling met
een computer aan de gang is.
) D-25
De kwaliteit en het volume
van een toon klinken ietwat
anders afhankelijk van waar
deze op het toetsenbord
gespeeld wordt.
Dit is een onvermijdelijk resultaat van het digitale samplingproces,
*
en duidt verder niet op een
storing.
* Meerdere digitale monsters worden genomen voor het lage, het midden, en het hoge bereik
van het oorspronkelijke muziekinstrument. Daardoor kunnen er zich een kleine verschillen
voordoen in de toonkwaliteit en het toonvolume tussen de verschillende samplingbereiken.
Bij het indrukken van een
toets wordt de weergegeven
noot eventjes onderbroken
of is er een subtiel verschil
in hoe de effecten worden
toegepast.
Dit gebeurt wanneer de geluiden van meerdere delen tegelijkertijd klinken terwijl lagen worden
gebruikt, de duetfunctie fungeert, een ingebouwde melodie weergegeven wordt, een opname
plaatsvindt, enz. Door onder dergelijke omstandigheden een toets in te drukken verandert de
bij de toon ingebouwde effectinstelling waardoor noten tijdelijk onderbroken kunnen worden of
waardoor een subtiel verschil kan optreden in hoe de effecten worden toegepast.
D-32
Referentie
Technische gegevens en ontwerp onder voorbehoud.
Technische gegevens
Model AP-220BN/AP-220BK
Toetsenbord Piano toetsenbord met 88 toetsen en met aanslaggevoeligheid
Maximale polyfonie 128 noten
Tonen 16
Lagen (exclusief bastonen)
Splitsen (alleen bij bastonen in het lage bereik)
Effecten Helderheid (–3 tot 0 tot 3), Nagalm (4 types), Zweving (4 types), DSP, Akoestische resonantie
Metronoom Maatslagen: 0, 2, 3, 4, 5, 6
Tempobereik: 20 tot en met 255
Duet Instelbaar toonbereik (–1 tot en met 2 octaven)
Muziekbibliotheek Aantal melodieën: 60, Gebruikersmelodieën: 1 (geheugencapaciteit; maximaal 65 KB)*
* Gebaseerd op 1 KB = 1024 bytes, 1 MB =1024
2
bytes
Volume van de melodie: Instelbaar
Onderdeel aan/uit: L (links), R (rechts)
Recorder Functies: Real-time opname, weergave
Aantal melodieën: 1
Aantal sporen: 2
Capaciteit: Circa 5000 noten in het totaal
Beveiliging van opgenomen data: Ingebouwd flash-geheugen
Pedalen Demper, Zacht, Sostenuto
Overige functies Aanslaggevoeligheidselectie: 3 types, uit
Transpositie: 2 octaven (–12 tot 0 tot 12)
Toonschaal: A4 = 440,0 Hz ±99 cents (variabel)
Temperament
Octaafverschuiving
Bedieningsvergrendeling
MIDI 16 kanalen multi-klankkleuren ontvangst
Ingangaansluitingen/
uitgangsaansluitingen
PHONES aansluitingen: Stereo standaardaansluiting × 2
Uitgangsimpedantie: 3
Ω
Uitgangsspanning: 1,5 V (RMS) MAX
Spanning: 12 V gelijkstroom
USB poort: TYPE B
Pedaalaansluiting
Luidsprekers
φ
12 cm × 2 (uitgangsvermogen 8 W + 8 W)
Stroomvereisten Netadapter: AD-A12150LW
Stroomverbruik 12 V = 18 W
Afmetingen Digitale piano en standaard: 139,5 (W) × 43,2 (D) × 83,5 (H) cm
Gewicht Digitale piano en standaard: Circa 37,5 kg
B
Referentie
D-33
Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te
lezen en in acht te nemen.
Plaats
Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
Plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht en
een hoge vochtigheid
Plaatsen die blootstaan aan temperatuurextremen
Naar een radio, televisie, videodeck of tuner
De bovengenoemde toestellen veroorzaken geen
storingen bij het product maar het product kan wel
storing veroorzaken bij het beeld of het geluid van
een toestel in de onmiddellijk omgeving.
Onderhoud door de gebruiker
Gebruik nooit benzeen, alcohol, verfverdunner of
andere chemische reinigingsmiddelen om het
product te reinigen.
Veeg het product of het toetsenbord af met een
zachte doek ietwat bevochtigd met een milde
oplossing van water en een mild neutraal
reinigingsmiddel. Wring overtollig water uit de
doek voordat u het product gaat afvegen.
Meegeleverde en los verkrijgbare
accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
het gebruik met dit product. Het gebruik van niet
erkende accessoires kan het gevaar op brand,
elektrische schok en persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
Voeglijnen
Er kunnen lijnen zichtbaar zijn aan de buitenkant van
het product. Er zijn “voeglijnen” die het resultaat zijn
van het proces waarbij het plastic in een vorm wordt
gegoten. Dit zijn geen breuken of krassen.
Etiquette aangaande muziekinstrumenten
Wees altijd bedacht op anderen wanneer u dit product
gebruikt. Wees in het bijzonder ’s avonds laat
voorzichtig om het volume op een niveau te houden
dat het geluid anderen niet stoort. Andere maatregelen
die u kunt nemen wanneer u ’s nachts laat speelt zijn
het sluiten van het venster en het gebruik van een
hoofdtelefoon.
Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de
inhoud van deze handleiding is verboden. Met
uitzondering van uw eigen persoonlijke gebruik, is
het aanwenden van de inhoud van deze handleiding
voor niet-bedoelde doeleinden zonder de
uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden
onder de wetgeving inzake auteursrechten.
IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK
ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM
(INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKINGEN DE
SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN,
ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE
BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE
VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE
ONMOGELIJKHEID TOT HET GEBRUIK VAN
DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS
ALS CASIO ER OP ATTENT GEMAAKT IS DAT DE
MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE
BESTAAT.
De inhoud van deze handleiding is onder
voorbehoud.
Voorzorgsmaatregelen voor de netadapter
Gebruik een gemakkelijk toegankelijk stopcontact
zodat u de netadapter uit het stopcontact kunt
trekken wanneer een storing optreedt of in andere
gevallen.
De netadapter is enkel bedoeld voor gebruik binnen.
Gebruik de netadapter niet waar deze bloot staat aan
water en vocht. Plaats geen spullen zoals een
bloemenvaas met water op de netadapter.
Berg de netadapter op een droge plaats op.
Gebruik de netadapter op een open, goed
geventileerde plaats.
Dek de netadapter nooit af met een krant, een
tafelkleed, een gordijn of iets dergelijks.
Haal de stekker van de netadapter uit het
stopcontact als u van plan bent de digitale piano
voor langere tijd niet te gebruiken.
Probeer nooit de netadapter te ‘repareren’ en knutsel
er nooit aan.
Netadapter gebruiksomstandigheden
Temperatuur: 0 ºC – 40 ºC
Vochtigheid: 10% – 90% RH
Uitgangspolariteit:
Bedieningsvoorzorgs-
maatregelen
D-34
Referentie
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de netadapter
Model: AD-A12150LW
1. Lees deze aanwijzingen.
2. Houd deze aanwijzingen bij de hand.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen.
5. Gebruik dit product niet in de buurt van water.
6. Reinig alleen met een droge doek.
7. Niet installeren in de buurt van radiatoren, uitblaasroosters van kachels, kachels of andere warmtebronnen
(inclusief versterkers).
8. Gebruik enkel toebehoren en accessoires die gespecificeerd worden door de fabrikant.
9. Laat alle onderhoud over aan erkend onderhoudspersoneel. Onderhoud is noodzakelijk bij één van de
volgende omstandigheden: Wanneer het product beschadigd is, het netsnoer of de netstekker beschadigd
is, wanneer vloeistof over het apparaat wordt gespild, wanneer een vreemd voorwerp in het product valt,
wanneer het product blootgesteld is aan regen of vocht, wanneer het product niet normaal werkt en
wanneer het product gevallen is.
10. Sta niet toe dat het product wordt blootgesteld aan vloeistof dat er op druipt of tegen aan spat. Plaats geen
voorwerpen met vloeistof op dit product.
11. Laat de elektrische belasting niet de nominale belasting overschreiden.
12. Let erop dat de omgeving droog is voordat u het toestel aansluit op een stroombron.
13. Let er op dat het product in de juiste richting wordt geplaatst.
14. Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweersbuien en wanneer u het apparaat voor langere tijd niet
gaat gebruiken.
15. Laat de ventilatie openingen van het product niet geblokkeerd worden. Plaats het product in overeenkomst
met de aanwijzingen van de fabrikant.
16. Let erop dat het netsnoer op een plaats ligt waar er niet op wordt getrapt of zodat het niet te veel buigt, in
het bijzonder dichtbij de stekkers en de stopcontact doos en op plaatsen waar het snoer uit het product
komt.
17. De netadapter dient zo dicht mogelijk bij het product in de buurt op een stopcontact te worden aangesloten
opdat de stekker onmiddellijk uit het stopcontact kan worden getrokken in noodgevallen.
Het onderstaande symbool is een waarschuwing dat er niet geïsoleerde gevaarlijke spanning aanwezig is
binnen de behuizing van het product, hetgeen sterk genoeg kan zijn om een gevaar te vormen op elektrische
schok voor de gebruiker.
Het onderstaande symbool is een waarschuwing die wijst op de aanwezigheid van belangrijke
onderhoudsaanwijzingen in de documentatie die met het product wordt meegeleverd.
*
A-1
Appendix
Toonlijst
Toonnaam
Programmaveran-
dering
Bankselectie MSB
GRAND PIANO MODERN 0 2
GRAND PIANO CLASSIC 0 1
GRAND PIANO VARIATION 0 0
ELEC PIANO 4 0
FM E.PIANO 5 0
60S E.PIANO 4 1
HARPSICHORD 6 0
VIBRAPHONE 11 0
PIPE ORGAN 19 0
JAZZ ORGAN 17 0
ELEC ORGAN 1 16 0
ELEC ORGAN 2 16 1
STRINGS 1 49 0
STRINGS 2 48 0
BASS (LOWER) 1 32 0
BASS (LOWER) 2 32 1
Melodielijst
Nr. Melodienaam
01 Nocturne Op.9-2
02 Fantaisie-Impromptu Op.66
03 Étude Op.10-3 “Chanson de l’adieu”
04 Étude Op.10-5 “Black Keys”
05 Étude Op.10-12 “Revolutionary”
06 Étude Op.25-9 “Butterflies”
07 Prélude Op.28-7
08 Valse Op.64-1 “Petit Chien”
09 Valse Op.64-2
10 Moments Musicaux 3
11 Impromptu Op.90-2
12 Marche Militaire 1 (Duet)
13 Frühlingslied [Lieder Ohne Worte Heft 5]
14 Fröhlicher Landmann [Album für die Jugend]
15 Von fremden Ländern und Menschen [Kinderszenen]
16 Träumerei [Kinderszenen]
17 Tambourin
18
Menuet BWV Anh.114 [Clavierbüchlein der Anna Magdalena Bach]
19 Inventio 1 BWV 772
20 Inventio 8 BWV 779
21 Inventio 13 BWV 784
22 Praeludium 1 BWV 846 [Das Wohltemperierte Klavier 1]
23 Le Coucou
24 Gavotte
25 Sonatina Op.36-1 1st Mov.
26 Sonatine Op.20-1 1st Mov.
27 Sonate K.545 1st Mov.
28 Sonate K.331 3rd Mov. “Turkish March”
29 Rondo K.485
30 Für Elise
31 Marcia alla Turca
32 Sonate Op.13 “Pathétique” 1st Mov.
33 Sonate Op.13 “Pathétique” 2nd Mov.
34 Sonate Op.13 “Pathétique” 3rd Mov.
35 Sonate Op.27-2 “Moonlight” 1st Mov.
36 Rhapsodie 2
37 Waltz Op.39-15 (Duet)
38 Liebesträume 3
39 Blumenlied
40 La Prière d’une Vierge
41 Csikos Post
42 Humoresque Op.101-7
43 Melodie [Lyrische Stücke Heft 2]
44 Sicilienne Op.78
45 Berceuse [Dolly] (Duet)
46 Arabesque 1
47 La Fille aux Cheveux de Lin [Préludes]
48 Passepied [Suite bergamasque]
49 Gymnopédie 1
50 Je Te Veux
51 Salut d’Amour
52 The Entertainer
53 Maple Leaf Rag
54 L’arabesque [25 Etüden Op.100]
55 La Styrienne [25 Etüden Op.100]
56 Ave Maria [25 Etüden Op.100]
57 Le retour [25 Etüden Op.100]
58 La chevaleresque [25 Etüden Op.100]
59 No.13 [Études de Mécanisme Op.849]
60 No.26 [Études de Mécanisme Op.849]
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic
Channel
1 - 16
1 - 16
1 - 16
1 - 16
Default
Changed
Note
Number
0 - 127 0 - 127
0 - 127
*
1True voice
Program
Change
OO
0 - 127:True #
After
Touch
Control
Change
X
X
X
O
Pitch Bender
XO
System Exclusive
OO
Keys
Ch’s
Velocity
O
9nH v = 1 - 127
X
8nH v = 64
O
9nH v = 1 - 127
X
9nH v = 0, 8nH v =
**
Note ON
Note OFF
Mode
Mode 3
X
Mode 3
X
Default
Messages
Altered
System
Common
X
X
X
X
X
X
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
Aux
Messages
Remarks
X
O
X
X
X
O
O
X
: Local ON/OFF
: All notes OFF
: Active Sense
: Reset
System
Real Time
O
O
X
X
: Clock
: Commands
0,32
1
5
6, 38
7
10
11
16
17
18
19
64
65
66
67
76
77
78
80
81
82
83
84
91
93
100, 101
120
121
Bank select
Modulation
Portamento Time
Data entry LSB, MSB
*2
Volume
Pan
Expression
DSP Parameter0
*2
DSP Parameter1
*2
DSP Parameter2
*2
DSP Parameter3
*2
Damper
Portamento Switch
Sostenuto
Soft pedal
Vibrato rate
Vibrato depth
Vibrato delay
DSP Parameter4
*2
DSP Parameter5
*2
DSP Parameter6
*2
DSP Parameter7
*2
Portamento Control
Reverb send
Chorus send
RPN LSB, MSB
*2
All sound off
Reset all controller
Model AP-220 Version : 1.0
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
X
X
X
O
X
X
X
X
X
X
O
X
O
O
X
X
X
X
X
X
X
X
X
O
X
X
O
*2
MIDI Implementation Chart
*1: Hangt af van de toon.
**: geen relatie
*2: Zie voor details “MIDI Implementation” op Casio’s homepage http://world.casio.com/
.
MA1007-B
AP220D1B
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de
wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39

Casio AP-220 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding