Samsung AM112JNCDKH/EU Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Functies van uw nieuwe airconditioner
Koele zomeraanbieding
Op die snikhete zomerdagen en lange rusteloze nachten, is er geen betere ontsnapping aan de hitte dan de koele comfort van
thuis. Met uw nieuwe airconditioner komt er een einde aan die uitputtende hete zomerdagen en kunt u tot rust komen.
Versla de hitte deze zomer met uw eigen airconditioner.
Kostenefficiënt systeem
Uw nieuwe airconditioner levert niet alleen maximaal koelvermogen in de zomer, maar kan ook een efficiënte
verwarmingsmethode in de winter zijn met het geavanceerde "Warmtepomp"-systeem. Deze technologie is tot 300% efficiënter
dan elektrische verwarming zodat u de lopende kosten verder kunt verlagen. Voldoe nu het hele jaar aan al uw behoeften met één
airconditioner.
Inhoud
Veiligheidsmaatregelen ..................................................................................................... 3
Controle voor gebruik
...................................................................................................... 10
Onderdelen bekijken
....................................................................................................... 13
Airconditioner reinigen en onderhouden
.................................................................................... 14
Bijlage
..................................................................................................................... 17
Installatie Gedeelte
........................................................................................................ 20
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en product specifieke wettelijke verplichtingen van Samsung naar: samsung.
com/uk/aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/data_corner.html
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen met afzonderlijke inzamelingssystemen)
Dit label op het product, de accessoires of de documentatie bij dit product duidt erop dat het product en de bijbehorende
elektronische accessoires (bijvoorbeeld de oplader, headset of USB-kabel) aan het eind van de levensduur niet mogen
worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Om negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid door een
ongecontroleerde afvalverwerking te voorkomen, verzoeken we u dit afval te scheiden van andere soorten afval zodat de
grondstoffen op een verantwoorde wijze kunnen worden gerecycled voor duurzaam hergebruik.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de
gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de voorwaarden en bepalingen van het koopcontract
doornemen. Dit product en de bijbehorende elektronische accessoires moet gescheiden van ander commercieel afval
worden afgevoerd.
3
NEDERLANDS
Veiligheidsmaatregelen
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u uw nieuwe airconditioner in gebruik
neemt, zodat u weet hoe u op veilige en efficiënte wijze gebruikmaakt van de uitgebreide
mogelijkheden en functies van uw nieuwe apparaat.
Aangezien de gebruiksinstructies gelden voor meerdere modellen, kunnen de eigenschappen
van uw airconditioner verschillen van de beschrijving in deze handleiding. Als u vragen hebt,
kunt u contact opnemen met het dichtstbijzijnde contactcentrum. U kunt online via www.
samsung.com ondersteuning en informatie krijgen.
Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen:
WAARSCHUWING
Risico's of onveilige situaties die kunnen leiden tot ernstig
lichamelijk letsel of de dood.
VOORZICHTIG
Risico's of onveilige situaties die kunnen leiden tot licht
lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
Volg de richtlijnen.
NIET proberen.
Zorg ervoor dat de machine is geaard om elektrische schokken
te voorkomen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
NIET uit elkaar halen.
4
Veiligheidsmaatregelen
VOOR INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Gebruik een voedingskabel die minimaal voldoet aan de stroomspecificaties van het
product en gebruik de voedingskabel alleen voor dit product. Gebruik bovendien
geen verlengsnoer.
Wanneer de voedingskabel wordt verlengd, kan dit resulteren in elektrische schokken
of brand.
Gebruik geen elektrische omvormer. Dit kan resulteren in elektrische schokken of
brand.
Als de spanning/frequentie/stroomsterkte afwijkt, kan dit brand veroorzaken.
De installatie van dit apparaat moet worden verricht door een erkend installateur of
servicebedrijf.
Indien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken, brand, explosie,
problemen met het product of letsel.
Installeer een schakelaar en stroomonderbreker voor de airconditioner.
Indien dat niet gebeurt, kan dit resulteren in elektrische schokken of brand.
Bevestig de buitenunit stevig, zodat het elektrische gedeelte van de unit niet wordt
blootgesteld aan de elementen.
Indien dat niet gebeurt, kan dit resulteren in elektrische schokken of brand.
VOOR INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Installeer het apparaat niet in de buurt van een verwarming of ontvlambaar
materiaal. Installeer dit apparaat niet in een vochtige, vettige of stoffige omgeving,
of op een plaats die blootstaat aan direct zonlicht en water (regendruppels). Plaats
het apparaat niet op een locatie waar gas kan vrijkomen.
Dit kan leiden tot elektrische schokken of brand.
Installeer de buitenunit nooit op een locatie zoals aan een hoge buitenmuur waar die
kan vallen.
Als de buitenunit valt, kan dit resulteren in letsel, de dood of schade aan
eigendommen.
Dit apparaat moet goed geaard zijn. Aard het apparaat niet aan een gasleiding,
plastic waterleiding of telefoonlijn.
Indien dat wel gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken, brand, een explosie
of andere problemen met het product.
Steek de stekker nooit in een stopcontact dat niet juist is geaard en zorg dat het
stopcontact voldoet aan de plaatselijke en landelijke voorschriften.
5
NEDERLANDS
VOOR INSTALLATIE
VOORZICHTIG
Zorg voor een correcte installatie van de afvoerslang, zodat het water goed wordt
afgevoerd.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot waterlekkage en materiële schade.
Wanneer u de buitenunit installeert, moet u ervoor zorgen dat de afvoerslang wordt
aangesloten zodat het water goed wordt afgevoerd.
Het water dat tijdens het verwarmen door de buitenunit wordt gegenereerd, kan
overlopen en resulteren in materiële schade.
Met name in de winter kan vallend ijs resulteren in letsel, de dood of materiële
schade.
VOOR VOEDING
WAARSCHUWING
Als de stroomonderbreker is beschadigd, neemt u contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Trek niet te hard aan het netsnoer en buig het niet overmatig. Draai de
voedingskabel niet en leg er geen knopen in. Haak de voedingskabel niet achter
een metalen object, plaats geen zware voorwerpen op de voedingskabel, plaats de
voedingskabel niet tussen objecten en druk de kabel niet achter het apparaat.
Dit kan leiden tot elektrische schokken of brand.
VOOR VOEDING
VOORZICHTIG
Schakel de stroom uit bij de stroomonderbreker bij onweer of als de airconditioner
gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
Indien dat niet gebeurt, kan dit resulteren in elektrische schokken of brand.
6
Veiligheidsmaatregelen
VOOR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Als het apparaat overstroomt, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Indien dat niet gebeurt, kan dit resulteren in elektrische schokken of brand.
Als u een vreemd geluid, een brandlucht of rook waarneemt, trekt u direct de stekker
uit het stopcontact en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Indien dat niet gebeurt, kan dit resulteren in elektrische schokken of brand.
Als er sprake is van een gaslek (zoals propaan, LPG, enz.) moet u de ruimte
onmiddellijk ventileren en raakt u de voedingskabel niet aan.
Raak het apparaat of de voedingskabel niet aan.
Gebruik geen ventilator.
Een vonkje kan een explosie of brand veroorzaken.
Wanneer de airconditioner opnieuw moet worden geïnstalleerd, neemt u contact op
met uw dichtstbijzijnde servicecentrum.
Indien dat niet gebeurt, kan dat leiden tot problemen met het product, waterlekken,
elektrische schokken of brand.
Er is niet voorzien in een afleveringsservice voor het product. Als u het product
opnieuw installeert op een andere locatie, worden extra kosten voor de opbouw en
installatie in rekening gebracht.
Neem zeker contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum als u het product op
een ongebruikelijke plaats wilt installeren, zoals op een bedrijvenpark of in nabijheid
van de zee waar het product wordt blootgesteld aan zout in de lucht.
VOOR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Raak de stroomonderbreker niet aan met natte handen.
Dit kan resulteren in een elektrische schok.
Voorkom dat er excessief veel kracht op de airconditioner wordt uitgeoefend.
Dit kan resulteren in brand, letsel of problemen met het product.
Plaats geen objecten in de buurt van de buitenunit die kinderen de mogelijkheid
bieden op het apparaat te klimmen.
Hierdoor kunnen ernstig letsel oplopen.
7
NEDERLANDS
Gebruik de stroomonderbreker niet om de airconditioner uit te schakelen wanneer
deze aan staat.
Wanneer u de airconditioner uit- en inschakelt, kunnen er vonken ontstaan, wat kan
resulteren in elektrische schokken of brand.
Zorg dat u het verpakkingsmateriaal na het uitpakken van de airconditioner, uit de
buurt houdt van kinderen. Verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn voor kinderen.
Als een kind een zak over zijn hoofd trekt, kan dit leiden tot verstikking.
Steek geen vingers of vreemde stoffen in het stopcontact wanneer de airconditioner
in bedrijf is of het frontpaneel wordt gesloten.
Zorg ervoor dat kinderen geen letsel oplopen door hun vingers in het product te
steken.
Raak het frontpaneel niet met uw handen of vingers aan wanneer de airconditioner
verwarmt.
Dit kan leiden tot elektrische schokken of brandwonden.
Steek geen vingers of vreemde stoffen in de luchtinlaat-/-uitlaat van de
airconditioner.
Zorg ervoor dat kinderen geen letsel oplopen door hun vingers in het product te
steken.
Gebruik deze airconditioner langdurig op een slecht geventileerde locatie of in de
buurt van mensen met een zwakke gezondheid.
Dit kan door het ontstaan van zuurstofgebrek tot een gevaarlijke situatie leiden.
Open minimaal een uur een raam.
VOOR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Als een vreemde substantie zoals water in het product is gekomen, onderbreekt u
de stroomtoevoer naar het product door de stekker uit het stopcontact te trekken
en de stroomonderbreker uit te schakelen. Vervolgens neemt u contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Indien dat niet gebeurt, kan dit resulteren in elektrische schokken of brand.
Probeer het apparaat niet zelf te repareren, te demonteren of aan te passen.
Gebruik geen andere zekering (zoals koper, staaldraad, enz.) dan de
standaardzekering.
Als u dat toch doet, kan dat leiden tot elektrische schokken, brand, problemen met
het product of letsel.
8
Veiligheidsmaatregelen
VOOR GEBRUIK
VOORZICHTIG
Plaats geen objecten of apparaten onder de binnenunit.
Druppend water uit de binnenunit kan resulteren in brand of materiële schade.
Controleer het installatieframe van de buitenunit minimaal één keer per jaar op
beschadigingen.
Als u dit niet doet, kan dit leiden persoonlijk letsel, de dood of materiële schade.
De maximale stroom wordt gemeten overeenkomstig de IEC-veiligheidsnorm en de
stroom wordt gemeten overeenkomstig de ISO-norm voor energie-efficiëntie.
Ga niet op het apparaat staan en plaats geen objecten (zoals wasgoed, brandende
kaarsen, aangestoken sigaretten, de vaatwas, chemicaliën, metalen objecten enz.)
op het apparaat.
Dit kan dat leiden tot elektrische schokken, brand, problemen met het product of
letsel.
Bedien het apparaat niet met natte handen.
Dit kan resulteren in een elektrische schok.
Spuit geen vluchtige stof zoals insecticide op het oppervlak van het apparaat.
Dat is niet alleen schadelijk voor de mens, maar kan ook leiden tot elektrische
schokken, brand of problemen met het product.
Het water uit de airconditioner is niet drinkbaar.
Het water kan schadelijk zijn voor mensen.
Oefen niet te veel kracht uit op de afstandsbediening en haal de afstandsbediening
niet uit elkaar.
Raak nooit de leidingen aan die zijn aangesloten op het product.
Als u dit wel doet, kan dit leiden tot brandwonden of letsel.
VOOR GEBRUIK
VOORZICHTIG
Gebruik deze airconditioner niet voor de opslag van precisie-instrumenten, voedsel,
dieren, planten, cosmetica of andere ongebruikelijke doeleinden.
Dit kan resulteren in materiële schade.
Voorkom dat mensen, dieren of planten gedurende langere tijd worden blootgesteld
aan de luchtstroom van de airconditioner.
Dit kan schadelijk zijn voor mensen, dieren of planten.
9
NEDERLANDS
Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (waaronder kinderen) met een
verminderd fysiek, zintuiglijk of mentaal vermogen of met onvoldoende ervaring
en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen met
betrekking tot het gebruik van het apparaat van een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid. Kinderen mogen het apparaat uitsluitend onder toezicht
gebruiken om te voorkomen dat ze ermee gaan spelen.
Voor gebruik in Europa: Dit apparaat kan door kinderen vanaf acht jaar en door
personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of mentaal vermogen of gebrek
aan ervaring en kennis worden gebruikt. In dat geval dient er toezicht te zijn of
dienen aan deze personen instructies te zijn gegeven omtrent veilig gebruik van
het apparaat en moeten deze personen begrijpen welke gevaren het gebruik
met zich meebrengt. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging
en gebruikersonderhoud mogen niet zonder toezicht door kinderen worden
uitgevoerd.
VOOR REINIGING
WAARSCHUWING
Maak het product niet schoon door rechtstreeks water op het product te sproeien.
Gebruik geen wasbenzine, verdunner of alcohol om het apparaat te reinigen.
Dit kan leiden tot verkleuring, vervorming, schade, elektrische schokken of brand.
Als u het apparaat wilt reinigen of onderhoud aan het apparaat wilt verrichten, moet
u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken en wachten totdat de ventilator
is gestopt.
Indien dat niet gebeurt, kan dit resulteren in elektrische schokken of brand.
VOOR REINIGING
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig wanneer u het oppervlak van de warmtewisselaar van de
buitenunit reinigt, aangezien deze scherpe randen heeft.
Draag tijdens het reinigen dikke katoenen handschoen om te voorkomen dat u zich
in de vingers snijdt.
Reinig de binnenkant van de airconditioner nooit zelf.
Als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen, neemt u contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Wanneer u het interne filter reinigt, raadpleegt u de beschrijving in het gedeelte ‘De
airconditioner reinigen en onderhouden’.
Wanneer u dit niet doet, kan dit resulteren in een elektrische schok of brand.
10
Controle voor gebruik
Bedrijfsbereik
De onderstaande tabel geeft het bereik aan van de temperatuur en vochtigheid van de
airconditioner waarin deze kan werken.
Raadpleeg de tabel voor efficiënt gebruik.
MODUS
BEDIENINGSTEMPERATUUR
BINNEN
VOCHTIGHEID
IN ANDERE CONDITIES
BINNEN BUITEN
KOELEN 18˚C tot 32˚C -5˚C tot 48˚C 80% of minder
Op de binnenunit kan condensatie ontstaan
met het risico dat er water afwaait of op de
grond drupt.
VERWARMEN
27˚C of minder -20˚C tot 24˚C -
Interne bescherming wordt ingeschakeld
en de airconditioner stopt.
DROGEN 18˚C tot 32˚C -5˚C tot 48˚C -
Op de binnenunit kan condensatie ontstaan
met het risico dat er water afwaait of op de
grond drupt.
• De standaardtemperatuur voor de verwarming is 7 ˚C/45 ˚F. Als de buitentemperatuur daalt tot 0 ˚C/32 ˚F of lager, kan
de verwarmingscapaciteit afhankelijk van de temperatuur worden verlaagd.
Als de koeling bij meer dan 32 ˚C/90 ˚F (binnentemperatuur) wordt gebruikt, gebeurt dit niet op vol vermogen.
OPMERKING
• Door het gebruik van de airconditioner bij een relatieve vochtigheid boven de
verwachte (80%) kan er condensatie ontstaan en water op de grond druppelen.
VOORZICHTIG
Het onderhoud van uw airconditioner
Interne beveiligingen via het regelsysteem van de unit
Deze interne beveiliging werkt als een interne storing optreedt in de airconditioner.
Type Beschrijving
Tegen koude lucht
De interne ventilator wordt uitgeschakeld om tegen koude lucht te beschermen wanneer de
warmtepomp aan het opwarmen is.
De-ice-cyclus
(Ontdooicyclus)
De interne ventilator wordt uitgeschakeld om tegen koude lucht te beschermen wanneer de
warmtepomp aan het opwarmen is.
Beveiliging compressor
De airconditioner begint niet onmiddellijk te werken om de compressor van de buitenunit te
beschermen nadat deze is gestart.
• Als de warmtepomp in de modus Heat (Verwarmen) werkt, wordt de De-ice-cyclus ingeschakeld om eventuele vorst
door een lage temperatuur op een buitenunit te verwijderen.
De interne ventilator wordt automatisch uitgeschakeld en pas opnieuw opgestart nadat de de-ice-cyclus is voltooid.
OPMERKING
11
NEDERLANDS
Tips voor het gebruik van de airconditioner
Hier zijn enkele tips voor het gebruik van uw airconditioner.
ONDERWERP AANBEVELING
Koelen • Als de huidige buitentemperatuur veel hoger is dan de gekozen
binnentemperatuur, kan het even duren tot de binnentemperatuur de
gewenste koelte bereikt.
• Zorg dat u de temperatuur niet drastisch verlaagt. U verspilt dan
energie en de kamer zal niet sneller afkoelen.
Verwarmen • Daar de airconditioner de kamer verwarmt door warmte-energie uit
de buitenlucht te halen, kan de verwarmingscapaciteit afnemen als
de buitentemperatuur extreem laag is. Als u het gevoel hebt dat de
airconditioner onvoldoende verwarmt, wordt het gebruik van een extra
verwarmingsapparaat in combinatie met de airconditioner aanbevolen.
Vorst & de-ice • Wanneer de airconditioner in modus Heat (Verwarmen) werkt, zal er
door het temperatuurverschil tussen de unit en de buitenlucht vorst
ontstaan.
Als dat gebeurt:
-De airconditioner stopt met verwarmen.
-De airconditioner werkt gedurende 10 minuten automatisch in de
modus De-ice (Ontdooien).
-De geproduceerde stoom op de buitenunit in de modus De-ice
(Ontdooien) is veilig.
Er is geen interventie vereist. Na ongeveer 10minuten werkt de
airconditioner weer normaal.
De unit werkt niet als deze begint te ontdooien.
Fan (Ventilator) • In het begin werkt de ventilator ongeveer 3~5minuten niet om koude
lucht te voorkomen terwijl de airconditioner aan het opwarmen is.
Hoge binnen-/
buitentemperatuur
• Als de temperatuur zowel binnen als buiten hoog is en de
airconditioner werkt in de modus Heat (Verwarmen), werken de
ventilator en compressor van de buitenunit af en toe niet. Dit is
normaal, wacht totdat de airconditioner opnieuw aan gaat.
Stroomstoring • Als tijdens de werking van de airconditioner een stroomstoring
optreedt, stopt deze onmiddellijk en wordt de unit uitgeschakeld.
Wanneer er weer stroom is, gaat de airconditioner automatisch weer
aan.
Beveiligingsmechanisme • Als de airconditioner net is ingeschakeld nadat de werking is gestopt of
de stekker in het stopcontact zit, komt er 3 minuten geen koele/warme
lucht uit om de compressor van de buitenunit te beschermen.
12
Controle voor gebruik
De beste locatie kiezen
Deze airconditioner is ontworpen om onder het plafond te worden gemonteerd.
Houd rekening met het interieur, de beschikbare ruimte en de aanvoer van koele lucht om de beste locatie te kiezen.
Dit product moet aan het plafond worden gemonteerd. (Gebruik deze niet rechtop.)
De richting van de luchtstroom afstellen
Verplaats handmatig elke set verticale bladen naar links en naar rechts om de gewenste luchtstroomrichting te geven. De
horizontale ventilatorkoepel is gemotoriseerd en kan bij de regelaar worden afgesteld.
Onder het plafond
• Wees uiterst voorzichtig met uw vingers terwijl u de richting van de luchtstroom
afstelt. Er is een potentieel risico van persoonlijk letsel als de unit verkeerd wordt
gebruikt.
VOORZICHTIG
13
NEDERLANDS
Onderdelen bekijken
Lees deze handleiding zorgvuldig door en ga aan de slag om alles uit uw airconditioner te halen.
Raadpleeg ook de gebruikershandleiding van de lokale regelaar voor operationele richtlijnen.
Hoofdonderdelen
• Afhankelijk van uw model kunnen uw airconditioner en display er enigszins anders uitzien dan op bovenstaande
afbeelding.
OPMERKING
Luchtstroomblad (rechts/links)
Luchtstroomblad (omhoog/omlaag)
Frontrooster
Luchtfilter (binnen)
Weergave
Blauw: Indicatielampje voor bedrijf
Oranje: Indicatielampje voor filter
Groen: Indicatielampje voor planning
Rood: Indicatielampje voor fout
14
Airconditioner reinigen en onderhouden
Reinig uw airconditioner regelmatig voor de beste prestaties. Ontkoppel de elektra voor reinigingswerkzaamheden.
De buitenkant schoonmaken
Ontkoppel de elektra voor reinigingswerkzaamheden. U hebt voor het reinigen geen speciaal gereedschap nodig.
Veeg indien nodig het oppervlak van de unit met een vochtige of droge doek.
Veeg vuil van vreemd gevormde delen af met behulp van een zachte borstel.
• Gebruik geen wasbenzine of verdunner.
Deze kunnen het oppervlak van de airconditioner
beschadigen en brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Het filter reinigen
Ontkoppel de elektra voor reinigingswerkzaamheden. Het op wasbaar schuim gebaseerde luchtfilter vangt grote deeltjes uit de
lucht. Het filter wordt met een stofzuiger of met de hand gereinigd.
Inspecteer het luchtfilter eenmaal per maand en reinig het indien nodig.
1. Open het frontrooster.
Schuif beide haken en draai met een schroevendraaier de twee schroeven los van beide zijden van het frontrooster.
2. Maak het frontrooster los.
Open het rooster en duw er voorzichtig op (meer dan 100°) om het rooster los te maken. Til vervolgens het frontrooster op.
15
NEDERLANDS
3. Trek het luchtfilter eruit.
Druk lichtjes op het luchtfilter en trek het er dan uit.
4. Reinig het luchtfilter met een stofzuiger of zachte borstel. Als het stof te zwaar is, spoel het dan af met stromend water en laat
het in een geventileerde ruimte drogen.
5. Doe het luchtfilter terug op de oorspronkelijke plek.
6. Sluit het frontrooster.
• De hierboven getoonde afbeelding kan afhankelijk van uw model enigszins afwijken.
• Nadat u het filter hebt gereinigd, drukt u 2 seconden op de knop Filter Reset (Filter resetten) op de afstandsbediening
om het filterschema opnieuw in te stellen. Het filterpictogram gaat aan als het tijd is om te reinigen.
OPMERKING
16
Airconditioner reinigen en onderhouden
Als de airconditioner gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, droogt u de airconditioner dan om deze in een zo goed
mogelijke staat te houden.
Droog de airconditioner zorgvuldig door deze 3 à 4 uur in de modus Fan (Ventilator) te laten
draaien en haal de stekker uit het stopcontact. Als er vocht achterblijft in de onderdelen,
kan er interne schade ontstaan.
Voordat u de airconditioner opnieuw gebruikt, droogt u opnieuw de binnenste onderdelen
van de airconditioner door deze 3 à 4 uur in de modus Fan (Ventilator) te laten draaien. Dit
helpt bij het verwijderen van geurtjes die door vochtigheid kunnen zijn ontstaan.
Periodieke controles
Raadpleeg de volgende tabel om de airconditioner goed te onderhouden.
Type Beschrijving Maandelijks
Elke
2maanden
Elke
6maanden
Eén keer per
jaar
Binnenunit
Het luchtfilter reinigen
De condensaatopvangbak reinigen
De warmtewisselaar grondig reinigen
De condensaatafvoerleiding reinigen
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
Buitenunit
De warmtewisselaar aan de buitenkant van de unit reinigen
De warmtewisselaar aan de binnenkant van de unit reinigen
Controleren of alle elektrische componenten goed vastzitten
De ventilator reinigen
Controleren of het geheel van de ventilator goed vastzit
De condensaatopvangbak reinigen
: Dit vinkje volgt na de beschrijving om de airconditioner op de juiste wijze te onderhouden en vereist het regelmatig controleren
van de binnen-/buitenunit.
• De beschreven handelingen moeten vaker worden uitgevoerd als de airconditioner in een zeer stoffige ruimte staat.
OPMERKING
• Deze handelingen dienen uitsluitend door gekwalificeerd personeel te worden
uitgevoerd. Zie het installatiedeel in de handleiding voor meer informatie.
VOORZICHTIG
17
NEDERLANDS
Bijlage
Probleemoplossing
Raadpleeg de volgende tabel als de airconditioner niet normaal werkt. Dit kan tijd en onnodige
kosten besparen.
PROBLEEM OPLOSSING
De airconditioner werkt
niet onmiddellijk nadat
deze opnieuw is opgestart.
• Vanwege het beveiligingsmechanisme begint het apparaat
niet meteen te werken zodat de unit niet overbelast raakt.
De airconditioner start over 3 minuten.
De airconditioner werkt
helemaal niet.
• Controleer of de stekker er goed in zit. Steek de stekker op de
juiste manier in het stopcontact.
• Controleer of de stroomonderbreker is uitgeschakeld.
• Controleer of er een stroomstoring is.
• Controleer de zekering. Controleer of deze niet is
doorgebrand.
De temperatuur verandert
niet.
• Controleer of u de modus Fan (Ventilator) hebt geselecteerd.
Druk op de knop Mode (modus) op de afstandsbediening om
een andere modus te selecteren.
De koele (warme)
lucht komt niet uit de
airconditioner.
• Controleer of de ingestelde temperatuur hoger (lager) is
dan de huidige temperatuur. Druk op de knop Temperature
(Temperatuur) op de afstandsbediening om het instelpunt
van de temperatuur te verhogen of te verlagen.
• Controleer of het luchtfilter door vuil is verstopt. Reinig het
luchtfilter eens per maand.
• Controleer of de airconditioner net is ingeschakeld. Wacht
3minuten als dat het geval is. Er komt geen koele lucht uit om
de compressor van de buitenunit te beschermen.
• Controleer of de airconditioner op een plaats met direct
zonlicht is gemonteerd. Hang gordijnen op om de
koelefficiëntie te stimuleren.
• Controleer of de luchtstroom door de buiten- of binnenunit
wordt belemmerd.
• Controleer of de koelmiddelpijp te lang is.
• Controleer of de airconditioner alleen beschikbaar is in de
modus Cool (Koelen).
• Controleer of de afstandsbediening alleen beschikbaar is voor
het koelmodel.
18
Bijlage
PROBLEEM OPLOSSING
De ventilatorsnelheid
verandert niet.
• Controleer of u de modus Auto of Dry (Automatisch of
Drogen) hebt geselecteerd.
De airconditioner past automatisch de snelheid van de
ventilator aan van de modus Auto in Auto/Dry (Automatisch/
Drogen).
Timerfunctie stelt niet in. • Controleer of u op de knop Power op de afstandsbediening
drukt nadat u de tijd hebt ingesteld.
Tijdens het gebruik komen
er geuren in de kamer.
• Controleer of het apparaat in een rokerige ruimte draait of dat
er een geur van buitenaf komt. Laat de airconditioner in de
modus Fan (Ventilator) werken of doe de ramen open om de
kamer te luchten.
De airconditioner maakt
een borrelend geluid.
• U kunt een borrelend geluid horen wanneer het koelmiddel
door de compressor circuleert. Laat de airconditioner in een
geselecteerde modus werken.
• Wanneer u op de knop Power drukt op de afstandsbediening,
kunt u geluid horen van de afvoerpomp binnenin de
airconditioner.
Er druipt water uit de
luchtstroombladen.
• Controleer of de airconditioner gedurende langere tijd aan
het koelen is geweest terwijl de luchtstroombladen naar
beneden zijn gericht. Vanwege het temperatuurverschil kan er
condensatie worden gegenereerd.
De afstandsbediening
werkt niet.
• Controleer of de batterijen leeg zijn.
• Zorg ervoor dat de batterijen goed geplaatst zijn.
• Zorg dat niets de sensor van de afstandsbediening blokkeert.
• Controleer of er geen felle lichten in de buurt van de
airconditioner zijn. Felle verlichting van tl-lampen of
neonreclames kan de elektrische golven onderbreken.
De airconditioner gaat niet
aan of uit met de bedrade
afstandsbediening.
• Controleer of u de bedrade afstandsbediening voor
groepsbesturing hebt ingesteld.
De bedrade
afstandsbediening werkt
niet.
• Controleer of de indicator TEST wordt weergegeven op de
bedrade afstandsbediening. Zet in dat geval de unit uit en
schakel de stroomonderbreker uit. Bel met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
19
NEDERLANDS
PROBLEEM OPLOSSING
De indicatielampjes op de
digitale display knipperen.
• Druk op de knop Power op de afstandsbediening om de unit
uit te zetten en schakel de stroomonderbreker uit. Schakel
deze daarna weer in.
Modelspecificatie (afmetingen en gewicht)
Afmetingen en gewicht
Type Model Netto afmeting (BxDxH) (mm) Nettogewicht (kg)
Binnenunit
AM112JNCDKH 1350 x 235 x 675 33.5
AM140JNCDKH 1650 x 235 x 675 42.5
20
Plafondmontage
Aansluitleiding
Afvoerslang
300 mm of meer
300 mm of meer
1 Selecteer de richting van de leidingen.
Wanneer u de richting hebt gekozen, boort u gaten met een diameter
van 3-1/8 inch-(100 mm, voor leiding en kabels) en 1-3/4 inch-(40
mm, voor afvoerslang) op de muur zodat deze iets naar beneden naar
buiten helt voor een soepele waterstroom.
Gebruik het sjabloon om de richting van de leidingen te
selecteren.
OPMERKING
2 Boor naargelang de afstand gaten voor ankerbouten en monteer ze.
Gebruik het sjabloon.
OPMERKING
3 Monteer de unit aan het plafond. Zorg ervoor dat de afvoerslang lager
hangt dan de afvoerslangaansluiting van de binnenunit.
Hang de zijkant van de unit die op de afvoerslang wordt aangesloten,
2° (de ruimte tussen de onderkant van de binnenunit en het plafond
moet 23mm of meer zijn.) schuin voor een goede afvoer van het
condensaat, als weergegeven op de afbeelding.
OPMERKING
• Zorg dat het plafond sterk genoeg is om het gewicht van de
binnenunit te dragen.
• Test de sterkte van elke bevestigde voordat u de unit ophangt.
• Monteer de afvoerslang aan de achterzijde van het apparaat.
VOORZICHTIG
Hang de rechterkant van het apparaat 1˚ schuin.
OPMERKING
Plafond
Wand
50 mm
Muur
De ruimte tussen de onderkant van de
binnenunit en het plafond moet 1˚ of
28mm zijn.
Aansluitleiding
Afvoerslang
2˚ (De ruimte tussen de onderkant van de
binnenunit en het plafond moet 23mm of
meer zijn.)
Installatie Gedeelte
21
NEDERLANDS
Lekkagetest uitvoeren & isoleren
Lektest
Het ontwerp en de vorm kunnen anders zijn,
afhankelijk van het model.
LEKTEST MET STIKSTOF (vóór openen van kleppen)
Om kleine koelmiddellekken te detecteren, voor het aanbrengen
van het vacuüm en het opnieuw in het systeem aanbrengen van
R-410A, is het de verantwoordelijkheid van de installateur om het
gehele systeem onder druk te brengen met stikstof (en daarbij een
cilinder met verloopstuk te gebruiken) bij een druk van meer dan
40 bar (gemeten).
LEKTEST MET R-410A (na openen van kleppen)
Verwijder voor het openen van kleppen eerst alle stikstof uit het
systeem en realiseer een vacuüm. Controleer na het openen van
de kleppen op lekken met een lekdetector die koelmiddel R410A
kan waarnemen.
Nadat u hebt gecontroleerd op lekken en hebt vastgesteld dat die er
niet zijn, kunt u de leiding en slang isoleren.
1
Voorkom condensatieproblemen en breng acrylonitril-butadieen-
rubber aan rond elke koelmiddelleiding.
2
Wikkel isolatietape om de leidingen en afvoerslang en zorg dat u de
isolatie niet te veel samendrukt.
3 Wikkel isolatietape om de rest van de leidingen die naar de buitenunit
lopen.
4 Bevestig de leidingen en elektrische kabels waarmee de binnen- en
buitenunit zijn verbonden, met geschikte goten aan de wand.
Alle koelmiddelaansluitingen moeten toegankelijk zijn om onderhoud aan de unit te kunnen plegen of deze volledig
te kunnen verwijderen.
VOORZICHTIG
Geen
opening
EPDM, NBR
Lekkagetest
Isolatie
Isolatiekap leiding
Binnenunit
Zorg dat u de isolatie overlapt
Isolatie leiding
Moet er strak tegenaan zitten
zonder tussenruimte.
VOORZICHTIG
Zorg dat de naad van de leidingen altijd omhoog wijst.
OPMERKING
22
Lekkagetest uitvoeren & isoleren
5 De isolatie van de koelleiding selecteren.
Isoleer de leiding aan de gaszijde en de vloeistofzijde en gebruik daarbij de dikte die overeenkomst met de grootte van
de leiding.
De standaardomstandigheden zijn een binnentemperatuur van 30 °C en een luchtvochtigheid van 85%.
Als u de installatie onder een hoge luchtvochtigheid uitvoert, gebruik dan isolatie die een maat dikker is, zoals
aangegeven in de tabel hieronder.
Als u de installatie onder ongunstige omstandigheden uitvoert, gebruik dan dikkere isolatie.
De hittebestendigheid van het isolatiemateriaal dient meer dan 120 °C te zijn.
Leiding Leidingdiameter
Type isolatie (verwarmen/koelen)
OpmerkingenStandaad [30°C, 85%]
Hoge luchtvochtigheid [30°C, meer dan
85%]
EPDM, NBR
Vloeistofleiding
Ø 6,35 ~ Ø 9,52 9t 9t
Binnentemperatuur
is hoger dan 120°C
Ø 12,7 ~ Ø 19,05 13t 13t
Gasleiding
Ø 6,35 13t 19t
Ø 9,52
19t 25t
Ø 12,70
Ø 15,88
Ø 19,05
Bij het aanbrengen van isolatiemateriaal op de onderstaande locaties en onder de onderstaande omstandigheden,
gebruikt u hetzelfde isolatiemateriaal als in situaties met een hoge luchtvochtigheid.
<Geologische toestand>
- Locatie met hoge luchtvochtigheid zoals de kust, warmwaterbronnen, in de buurt van een meer of rivier en op een
richel (als een gedeelte van het gebouw bedekt is met aarde en zand.)
<Bedrijfstoestand>
- Plafond van restaurant, sauna, zwembad, enz.
<Bouwtoestand>
- Het plafond staat regelmatig bloot aan vocht en de koeling is niet afgedekt.
(Bijvoorbeeld als de leiding is geïnstalleerd in de hal van een studentenflat/studio of in de buurt van een uitgang die
regelmatig open- en dichtgaat.
- De locatie waar de leiding is geïnstalleerd is zeer vochtig vanwege een ontbrekend ventilatiesysteem.
• Installeer de isolatie zodanig dat deze niet wijder wordt en gebruik een zelfklevende isolatie voor het
verbindingsgedeelte om te voorkomen dat er vocht kan binnendringen.
• Omwikkel de koelmiddelleiding met isolatietape als deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• Zorg er bij het isoleren van de koelmiddelleiding voor dat het isolatiemateriaal niet dunner wordt bij de gebogen
gedeeltes of de ophanging van de leiding.
• Voeg extra isolatie toe als het isolatievlak dunner wordt.
Extra isolatie
Ophangsysteem
Geïsoleerde koelmiddelleiding
a×3
a
VOORZICHTIG
23
NEDERLANDS
Installatie van de afvoerslang
Let op bij het installeren van de afvoerslang van de binnenunit dat eventueel condenswater juist naar buiten wordt
afgevoerd.
De afvoerslang kan rechts van de onderbak worden gemonteerd.
1
Hoe korter de afvoerslang bij montage, hoe beter.
Om condenswater af te voeren, moet de slang omlaag lopen.
Zet de afvoerslang vast met kabelbinders zodat deze niet losraakt van de machine.
2
Isoleer en bevestig de afvoerslang volgens de afbeelding.
Steek de afvoerslang in de onderkant van de afvoer van het waterbassin.
Vergrendel de flexibele slangklem van de afvoerslang volgens de afbeelding.
Omwikkel en wind de flexibele slangklem en afvoerslang volledig met thermische isolatiespons; maak beide uiteinden
van de externe laag vast met band voor thermische isolatie.
Isoleer na montage de afvoerslang helemaal met warmte-isolerend materiaal. (lokaal te voorzien.)
A-A
Flexibele slangklem van afvoerslang
Koppelstuk van afvoerslang
Afvoerslang
Afvoerslang
Vastzetten met kabelbinder
Thermische mof om slang wikkelen
Binnenunit
• Haal de flexibele
slangklem van de
afvoerslang aan zoals op
de afbeelding.
• Bevestig de isolatie
nadat u de flexibele
slangklem hebt
aangehaald.
Isolatie
wand
×
×
×
slang
Geen helling
Geen speling
Niet in het water
water
24
1.
Voordat u aan de slag gaat met bedradingwerk moet u de stroom uitzetten.
2.
Stroom voor de binnenunit moet geleverd worden door de breker(ELCB or MCCB+ELB) die afgezonderd
wordt door de buiten stroom.
ELCB: Earth Leakage Circuit Breaker
MCCB:Molded Case Circuit Breaker
ELB:Earth Leakage Breaker
3.
Voor het elektriciteitssnoer mogen alleen koperen draden hebben.
4.
Verbind het elektriciteitssnoer{1(L), 2(N)} tussen de units met een maximale lengte en
communicatiekabel(F1, F2).
5.
Verbind F3, F4(voor communicatie) bij het installeren van de afstandsbediening.
Bedradingwerk
Aansluiting stroom- en communicatiekabel
N L
N L N L N L
ELCB
MCCB+
ELB
V1 V2
Buitenunit
Afstandsbediening
h
ELCB: Noodzakelijke Installatie
EEV kit
WAARSCHUWING
Schakel het apparaat uit alvorens u enige draden
aansluit; De binnenshuis PBA zal schade ondervinden
en V1, V2, F3, F4 zullen kortsluiten.
220-240V~
or
h
Aan het plafond, op de grond geïnstalleerde binnenunit.
Binnenunit 4 Binnenunit 5
Binnenunit 6
Binnenunit 1 Binnenunit 2
Binnenunit 3
Zilver soldeer
Nominale
dimensies voor
kabel (mm
2
)
Nominale
dimensies voor
schroef (mm)
B D d1 E F L d2 t
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Min. Min. Max.
Standaard
dimensie (mm)
Toegestaan
(mm)
Min.
1,5
4 6,6
±0,2 3,4
+0,3
-0,2
1,7 ±0,2 4,1 6 16 4,3
+0,2
0
0,7
4 8
2,5
4 6,6
±0,2 4,2
+0,3
-0,2
2,3 ±0,2 6 6 17,5 4,3
+0,2
0
0,8
4 8,5
4 4 9,5 ±0,2 5,6
+0,3
-0,2
3,4 ±0,2 6 5 20 4,3
+0,2
0
0,9
Selecteren van samengedrukt ringanker
25
NEDERLANDS
Stroomtoevoer
MCCB ELB or ELCB
Stroomkabel
Geaarde kabel
Communicatiekabel
Max : 242V
Min : 198V
X A
X A, 30mmA
0,1 s
2,5mm
2
2,5mm
2
0,75~1,5mm
2
Bepaal de capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB) met behulp van de volgende formule.
Stroomkabels van onderdelen van apparaten voor buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibel
snoer met een polychloropreen mantel.
(IEC-code IEC:60245 IEC 57/CENELEC:H05RN-F / IEC:60245 IEC 66 / CENELEC:H07RN-F)
De capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB) X [A] = 1,25 X 1,1 X ∑Ai
T X : De capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB)
T
Ai : Som van stroom van elke binnenunit.
T Raadpleeg elke installatiehandleidingen over de stroom van de binnenunit.
Kies de stroomkabel specificatie en maximale lengte met 10% stroomdaling tussen de binnenunits.
T Coef: 1,55
T Lk : Afstand tussen elke binneunit[m],
Ak: stroomkabel specificatie[mm
2
], ik: stroom van elke unit[A]
∑ (
Coef×35,6×Lk×ik
) <
10% van
ingangsspanning[V]
1000×Ak
n
k=1
Specicatie van elektrische bedrading
• Als u de elektrische draad verlengt, gebruik dan GEEN ronde drukfitting.
- Onvolledige draadaansluitingen kunnen elektrische schokken of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
26
Stel het adres van de binnenunit en installatieoptie in met de afstandsbedieningoptie.
Stel elke optie apart in aangezien u de opties adresinstelling en installatie-instelling van de binnenunit niet
tegelijkertijd in kan stellen. U moet het adres van de binnenunit en de installatieoptie apart instellen.
Stap 1. Modus invoeren om optie in te stellen
1. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen en ga naar de modus optie-instelling terwijl u op de knop hoge temperatuur en knop lage temperatuur drukt.
3.
Controleer of het apparaat in de modus optie-instelling staat.
Stap 2. De procedure van optie-instelling
Selecteer wanneer het apparaat in de modus optie-instelling staat de onderstaande optie.
De procedure van de instelling van optie
Mode (Modus)
De bedieningsmodus selecteren.
Richting van de luchtstroom
(links en rechts)
Richting van de luchtroom naar links en
rechts bijstellen.
Aan/Uit
De airconditioner in- of uitschakelen.
Temperatuur
De temperatuur instellen.
Opties
Opties selecteren tijdens gebruik.
Richting
Naar een optie gaan en optie
instellen.
Ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid instellen.
Richting van de luchtstroom (omhoog
en omlaag)
Richting van de luchtstroom maar boven en
beneden bijstellen (niet van toepassing op
modellen van het kanaaltype).
SET (Instellen)
Een optie instellen of annuleren.
Settings (Instellingen)
Instellingen selecteren.
Timer
Timeroptie instellen.
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6 SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
0 X X X X X 1 X X X X X
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18 SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
2 X X X X X 3 X X X X X
Aan(SEG1~12) Uit(SEG13~24)
Optie-instelling is beschikbaar van SEG1 tot SEG 24
SEG1, SEG7, SEG13, SEG19 zijn niet ingesteld als paginaoptie.
Stel de SEG2~SEG6, SEG8~SEG12 in op AAN-status en SEG14~18, SEG20~24 op UIT-status.
VOORZICHTIG
27
NEDERLANDS
Optie-instelling Status
1. Instelling SEG2-, SEG3-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG2-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG3-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
2. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de AAN-status te zetten.
3. Instelling SEG4-, SEG5-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG4-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG5-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
4. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de AAN-status te zetten.
5. Instelling SEG6-, SEG8-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG6-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG8-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
6. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de AAN-status te zetten.
7. Instelling SEG9-, SEG10-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG9-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG10-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
8. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de AAN-status te zetten.
9. Instelling SEG11-, SEG12-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG11-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG12-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
10. Auto-modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Auto-modus op de UIT-status te zetten.
11. Instelling SEG14-, SEG15-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG14-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG15-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG2 SEG3
SEG4
SEG6
SEG9
SEG11
SEG14
SEG5
SEG8
SEG10
SEG12
SEG15
28
Optie-instelling Status
12. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de UIT-status te zetten.
13. Instelling SEG16-, SEG17-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG16-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG17-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
14. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de UIT-status te zetten.
15. Instelling SEG18-, SEG20-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG18-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG20-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
16. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de UIT-status te zetten.
17. Instelling SEG21-, SEG22-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG21-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG22-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
18. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de UIT-status te zetten.
19. Instelling SEG23-, SEG24-modus
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG23-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG24-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG16
SEG18
SEG21
SEG23
SEG17
SEG20
SEG22
SEG24
Stap 4. Invoeroptie
Druk op de knop met de richting van de afstandsbediening om in te stellen.
U moet de optie voor de correcte optie-instelling tweemaal invoeren.
Stap 5. Werking controleren
1. Reset de binnenunit door op de knop RESET van de binnen- of buitenunit te drukken.
2. Haal de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk op de aan-/uitknop.
Stap 3. Controleer de optie die u hebt ingesteld
Druk na het instellen van de optie op de knop om te controleren of de optiecode die u hebt ingevoerd correct is of niet.
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
29
NEDERLANDS
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Wijs voor het installeren van de binnenunit een adres toe aan de binnenunit op
basis van het airconditioner systeemplan.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Instellen hoofdadres
100-cijfer van adres
binnenunit
10-cijfer van
binnenunit
Het unitcijfer van
binnenunit
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 A
0
Geen
hoofdadres
0~9 100-cijfer 0~9 100-cijfer 0~9
Een unit
cijfer
1
Instellingsmodus
hoofdadres
Optie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA RMC-adres instellen Groepskanaal (*16) Groepadres
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Geen
RMC-adres
RMC1 0~F RMC2 0~F
1
Instellingsmodus
RMC-adres
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Wijs een adres toe voor de binnenunit met behulp van de draadloze afstandsbediening.
- De oorspronkelijke adresstatus van binnenunit ADRES(HOOFD/RMC) is “0A0000-100000-200000- 300000”.
Instellen adres binnenunit (HOOFD/RMC)
Optie Nr. : 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Wanneer A”~”F” wordt ingevoerd voor SEG5~6, zal het HOOFDADRES van de binnenunit niet gewijzigd worden.
Wanneer u de SEG 3 instelt op 0, dan zal de binnenunit het vorige HOOFDADRES behouden, zelfs wanneer u de
optiewaarde SEG5~6 invoert.
Wanneer u de SEG 9 instelt op 0, zal de binnenunit het vorige RMC-ADRES behouden, zelfs wanneer u de
optiewaarde SEG11~12 invoert.
U kunt SEG11 en SEG12 niet tegelijkertijd instellen als F-waarde.
VOORZICHTIG
30
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Stel de installatieoptie in volgens de installatieconditie van een airconditioner.
- De standaardinstelling van een installatieoptie van een binnenunit is
“020010-100000- 200000-300000”.
- Individuele bediening met een afstandsbediening (SEG20) is de functie die een
binnenunit individueel bedient wanneer er meerdere binnenunits zijn.
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Stel de optie binnenunit in met behulp van de draadloze afstandsbediening.
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 2 -
Externe
kamertemperatuursensor
/ Minimalisatie van
de ventilatoractiviteit
wanneer de thermostaat is
uitgeschakeld
Centrale
bediening
RPM
ventilatorcompensatie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 Afvoerpomp Warm water verwarmer -
EEV-stap
wanneer heating
(verwarming)
stopt
-
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 Externe bediening
Uitvoer externe
bediening / Externe
verwarming Aan- of
Uit-signaal
S-Plasma Ion
(S-plasma-ion)
Buzzer Aantal uren met lter
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie
verwarmingsinstelling
/ Gecondenseerd
water verwijderen in
verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tijdens oil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooiing) modus
Bewegingssensor -
1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS MODEL: Afvoerpomp (SEG8) zal ingesteld worden op ‘GEBRUIK + 3 minuten vertraging’ zelfs
wanneer de afvoerpomp ingesteld staat op 0.
1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS, DUCTMODEL: Aantal uren met filter (SEG18) zal ingesteld worden op ‘1000 uur’ zelfs als de SEG18
ingesteld staat op behalve voor 2 of 6.
Wanneer de optie ingesteld wordt op andere waarden dan de hierboven staande SEG-waarden, zal de optie ingesteld wor-
den op “0”.
De optie centrale bediening SEG5 staat ingesteld op (gebruiken) dus u hoeft de optie centrale bediening niet extra in te
stellen. Indien de centrale bediening niet is aangesloten, maar geen foutbericht weergeeft, dan moet u de optie centrale
bediening instellen op 9 (niet gebruiken) om de binnenunit uit te sluiten van de centrale bediening.
Installatie-optie 02-serie
Installatieoptie van een binnenunit instellen (geschikt voor de conditie van elke installatielocatie)
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
31
NEDERLANDS
De uitvoer van heet water in SEG9 wordt gegenereerd vanaf de hete spoel van het aansluitblok in
leidingmodellen.
F4
F3
F1 F2
V2
V1
1(L) 2(N)
COM1
COM2
(+) L N
(-)
WISSELSTROOM
BUITENCOMMUNICATIE
Bedrade
afstandsbediening
DC 12V
* De uitvoer van de hete spoelterminal
is AC 220 V / 230 V (Hetzelfde als de
invoerstroom van de binnenunit)
De externe uitvoer van SEG15 wordt gegenereerd door de MIM-B14-aansluiting. (Raadpleeg de
handleiding van MIM-B14.)
Installatie-optie 02-serie (gedetailleerd)
Optie Nr. : 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Gebruik van robot schoonmaak
Gebruik van externe kamertemperatuursensor /
Minimalisatie van de ventilatorwerking wanneer de
thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale bediening RPM ventilatorcompensatie
Scherm afstandsb-
ediening
Indicatie en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Gebruik van de externe
kamer-temperatuur-
sensor
Minimalisatie
van de ventilator-
werking wanneer
de thermostaat is
uitgeschakeld
0 2
0 Nee
0 Nee Nee
0 Nee
0 Nee
1 RPM-compensatie
1 Ja Nee
1 Ja
2 Nee Ja
1)
1 Ja 2
Kit voor hoog
plafond
3 Ja Ja
1)
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA Gebruik van afvoerpomp
Gebruik van warm water
verwarmer
EEV-stap wanneer heating
(verwarming) stopt
Scherm afstandsb-
ediening
Indicatie en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 Nee 0 Nee 0
Stand-aard
waarde
1 Ja 1 Ja
2)
1
geluid
vermin-derende
instelling
2
Als een een
binnenunit stopt,
zal de afvoerpomp
3 min. werken.
2 -
3 Ja
2)
32
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg PAGINA
Gebruik van externe
bediening
Instellen van de uitvoer van de externe bediening /
Externe verwarming Aan- of Uit-signaal
S-Plasma Ion (S-plasma-ion) Buzzerbediening Aantal uren met filter
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
Instellen van
de uitvoer van
de externe
bediening
Aan/uit-signaal
externe
verwarming
2
0 Nee 0 Thermo aan - 0 Nee 0 Gebruiken buzzer 2 1000 uur
1
On/Off
(aan/uit)
bediening
1 Bediening aan -
1 Ja 1 Niet gebruiken buzzer 6 2000 uur
2
Off (uit)
bediening
2 - Ja
3)
3
Scherm On/
Off (aan/uit)
bediening
3 - Ja
3)
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg PAGINA
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie verwarmingsinstelling /
Gecondenseerd water verwijderen in
verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tjidensoil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooien) modus
Bewegingssensor
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Compensatie
verwarmings-
instelling
Gecondenseerd
water
verwijderen in
verwarmings-
instelling
3
0 of 1 kanaal 1
0 Standaard
4)
Nee
0 Standaardwaarde
0 Niet gebruiken
1 2 °C Nee 1
Uitzetten binnen 30
min. zonder beweging
2 kanaal 2
2 5 °C Nee
1
Oil return
(olieterugvoer)
of geluid
verminderende
in defrost
(ontdooiing)
modus
2
Binnen 30 min. 60min.
zonder beweging
3 kanaal 3 3 Standaard
4)
Ja
5)
3
Binnen 30 min.
120min. zonder
beweging
4 kanaal 4
4 2 °C Ja
5)
4
Binnen 30 min.
180min. zonder
beweging
5 5 °C Ja
5)
5
Uitzetten binnen
30min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
6
Uitzetten binnen
60min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
7
Uitzetten binnen
120min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
8
Uitzetten binnen
180min. zonder
beweging of
*geavanceerde functie
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
33
NEDERLANDS
*Geavanceerde functie: Controlling cooling/heatingcurrent or power savingwith motion detect.
1)
Minimaliseren van de ventilatoractiviteit wanneer de thermostaat is uitgeschakeld
- De ventilator werkt 20 seconden met een interval van 5 minuten in de verwarmingsmodus.
2)
1: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200) op de
buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
3)
Wanneer de volgende 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe verwarming, zal het signaal voor het
bewaken van de externe contactregeling niet werken.
2: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200) op de
buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
Als de ventilator is uitgeschakeld voor het koelen van alleen de binnenunit door het instellen van de SEG9=3 of SEG15=3, hebt
u een externe sensor of een bedrade afstandsbedieningsensor nodig om de binnentemperatuur exact te detecteren.
4)
Standaardwaarde instelling
- 4-wegs cassette, mini 4-wegs cassette: 5 °C
- Andere binnenunits: 2 °C
5)
Deze functie kan worden toegepast op de 4-wegs cassette en op mini 4-wegscassette alleen. Als de airconditioner in
verwarmingsmodus draait meteen na het voltooien van de koelingsmodus, zal het gecondenseerde water in de afvoerbak
verdampen door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit. Aangezien de waterdamp kan condenseren op de
binnenunit en in een leefruimte kan vallen, moet deze functie worden gebruikt om de waterdamp uit de binnenunit af te
voeren door de ventilator (maximaal 20 minuten) te laten werken zelfs wanneer de binnenunit wordt uitgeschakeld nadat
de koelmodus wordt omgezet naar de verwarmingsmodus.
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 5
Gebruik van Auto
Change (auto wijzigen)
uitsluitend voor HR in
auto-modus
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
heating (verwarmen)
Compensatie
(Bij instelling
SEG3) Standaard
temperatuur cooling
(koelen) Compensatie
(Bij instelling SEG3) Standaard
voor wijzigen modus Heating
(verwarmen) Cooling
(koelen)
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor wijzigen
modus Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3)
Vereiste tijd voor
wijzigen modus
Compensatie-optie
voor lange pijp of
hoogteverschil tussen
binnenunits
- -
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 - - - -
Bedieningsvariabelen bij
gebruik van heet water /
externe verwarming
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3 - - - - -
Installatie-optie 05-serie
Installeer de elektronische verwarming niet in het stroomkanaal van de ventilator van de binnenunit.
Luchtstroom
Aanzuigkant Afvoerkant
Elektronische verwarming moet niet
worden geïnstalleerd
Leiding binnenunit
VOORZICHTIG
34
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
Gebruik van Auto
Change Over (auto
wijzigen) voor
uitsluitend HR in
Auto-modus
(Bij instelling SEG3) Standaard
temperatuur heating
(verwarmen) Compensatie
(Bij instelling
SEG3) Standaard
temperatuur
cooling (koelen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor
wijzigen modus
Heating (verwarmen)
Cooling (koelen)
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 5
0
Volg
product
optie
0 0 0 0 0 1
1
Gebruik
Auto
Change
Over (auto
wijzigen)
voor
uitsluitend
HR
1 0,5 1 0,5 1 1,5
2 1 2 1 2 2
3 1,5 3 1,5 3 2,5
4 2 4 2 4 3
5 2,5 5 2,5 5 3,5
6 3 6 3 6 4
7 3,5 7 3,5 7 4,5
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg
PAGINA
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor
wijzigen modus
Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3)
Vereiste tijd voor
wijzigen modus
Compensatie-optie voor
lange pijp of hoogte verschil
tussen binnenunits
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0 1 0 5 min. 0
Gebruik
standaard-
waarde
1 1,5 1 7 min.
1
1) Hoogteverschil
1)
is
meer dan 30 m of
2) Afstand
2)
is langer
dan 110 m
2 2 2 9 min.
3 2,5 3 11 min.
4 3 4 13 min.
2
1) Hoogteverschil
is1) 15~30 m of
2) Afstand2) is
50~110 m
5 3,5 5 15 min.
6 4 6 20 min.
7 4,5 7 30 min.
Installatie-optie 05-serie (gedetailleerd)
Optie Nr. : 05XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
35
NEDERLANDS
1)
Hoogteverschil: Het verschil van hoogte tussen de overeenkomende binnenunit en de binnenunit die op de laagste plaats
geïnstalleerd is.
Bijvoorbeeld, Selecteer optie “1” als de binnenunit 40m hoger geïnstalleerd is dan de binnenunit die op de
laatste plaats geïnstalleerd is.
2)
Afstand: Het verschil tussen de pijplengte van de binnenunit die het verst van een binnenunit geïnstalleerd is en de pijplengte
van de bijbehorende unit van een buitenunit. Bijvoorbeeld, selecteer optie “2” wanneer de verste pijplengte 100m is
en de bijbehorende binnenunit 40m van een buitenunit staat. (100 - 40 = 60m)
3)
Bediening verwarming wanneer de installatieoptie van de SEG9 van de 02-serie wordt ingesteld om de heetwaterverwarming te
gebruiken of wanneer de SEG15 is ingesteld om de externe verwarming te gebruiken
bijv. 1) Instellen van de 02-serie SEG9 =”1” / Instellen van de 05-serie SEG18 = “0”: Heetwaterverwarming wordt op hetzelfde
moment ingeschakeld als de verwarmingsthermostaat, en uitgeschakeld wanneer de verwarmingsthermostaat is
uitgeschakeld.
bijv. 2) Instellen van de 02-serie SEG15 =”2” / Instellen van de 05-serie SEG18 = A”:
Kamertemp. ≤ temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur 10 minuten wordt gehouden op 4,5 °C.
Kamertemp. > temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur minuten wordt gehouden op 4,5 °C + 1°C
(1 °C is de hysteresis voor de selectie Aan/Uit.]
Optie
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
3)
Uitleg
Bedieningsvariabelen bij gebruik van heet water /
externe verwarming
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Temp. voor
verwarming instellen
Aan/Uit
Vertragingstijd voor
verwarming Aan
2
0
Op dezelfde tijd als
thermo aan
Geen vertraging
1
Op dezelfde tijd als
thermo aan
10 minuten
2
Op dezelfde tijd als
thermo aan
20 minuten
3
1,5 °C Geen vertraging
4
1,5 °C 10 minuten
5
1,5 °C 20 minuten
6
3,0 °C Geen vertraging
7
3,0 °C 10 minuten
8
3,0 °C 20 minuten
9
4,5 °C Geen vertraging
A
4,5 °C 10 minuten
B
4,5 °C 20 minuten
C
6,0 °C Geen vertraging
D
6,0 °C 10 minuten
E
6,0 °C 20 minuten
36
Aanvullende informatie SEG 3, 4, 5, 6, 8, 9
Wanneer de SEG 3 ingesteld staat op “1” en Auto Change Over (auto wijzigen) voor uitsluitend HR-bediening, werkt het als volgt.
De modus Cooling(koelen)/Heating (verwarmen) kan gewijzigd worden wanneer de status Thermo O (thermo uit) gehandhaafd
wordt tijdens de tijd met SEG9.
A : Ingesteld met SEG4(˚C)
B : Ingesteld met SEG5(˚C)
C : Ingesteld met SEG6(˚C)
D : Ingesteld met SEG8(˚C)
Cooling Thermo O
(koelen thermo uit)
Heating Thermo O
(verwarmen thermo uit)
Cooling Thermo On
(koelen thermo aan)
Heating Thermo On
(verwarmen thermo aan)
B C
D
Ts
A
c
a
Temperatuur
d
b
Standaard temp. voor
Heating (verwarmen)
Standaard temp.
voorCooling (koelen)
Standaard temp. voor Heating
(verwarmen) Cooling (koelen)
Standaard
temp.voor
Cooling (koelen)
Heating
(verwarmen)
Temp. instellen
voor auto-modus
Het instellen van een binnenunitadres en installatie-optie
37
NEDERLANDS
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die u
wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 D
Optiemodus
1~6
Tien teken
van SEG
0~9
Eenheidteken
van SEG
0~9
De
gewijzigde
waarde
0~F
U kunt elk teken van de instellingsoptie wijzigen.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die
u wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Indicatie 0 D 2 1 7 1
• StelbijhetwijzigenvaneentekenvaneenadresinsteloptievaneenbinnenunitdeSEG3alsA”in.
• StelbijhetwijzigenvaneentekenvaneeninstallatieoptievaneenbinnenunitdeSEG3als“2”in.
Bv.) Bij het instellen van de zoemer-bediening’ naar de niet gebruiken status.
Een bepaalde optie wijzigen
OPMERKING
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37

Samsung AM112JNCDKH/EU Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor