WASGOED TOEVOEGEN
Een pictogram op het display signaleert het wanneer er wasgoed in de
wasmachine kan worden toegevoegd zonder de wasprestaties te
verminderen. Om wasgoed toe te voegen laat u de wasmachine eerst
stoppen door op de knop START/PAUZE te drukken, waarna u de deur
opent en de was in de machine doet.
Druk opnieuw op de knop AAN/UIT om het wasprogramma weer te
starten vanaf het punt waarop het onderbroken werd.
EEN DRAAIEND PROGRAMMA VERANDEREN
Om een wasprogramma te veranderen terwijl het al bezig is, moet de
wasmachine worden gepauzeerd met de knop START/PAUZE , waarna
het gewenste programma wordt geselecteerd en de knop START/PAUZE
weer moet worden ingedrukt.
! Om een programma te annuleren dat al begonnen is, houdt u de knop
AAN/UIT ingedrukt. Het programma wordt gestopt en de machine
wordt uitgeschakeld.
AAN HET EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van het wasprogramma wordt aangegeven door het woord
“ ” op het display; als het symbool uit gaat, mag de deur geopend
worden. Open de deur, laad het wasgoed uit en schakel de machine uit.
Als u niet op de “AAN/UIT” -knop drukt, wordt de wasmachine na
ongeveer 10 minuten automatisch uitgeschakeld.
OPTIES
- Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde
wasprogramma, knippert het indicatielampje en klinkt tegelijkertijd de
zoemer; de optie wordt niet geactiveerd.
- Als de geselecteerde optie niet compatibel is met een andere, eerder
ingestelde optie, knippert het indicatielampje en klinkt tegelijkertijd de
zoemer; de optie wordt niet geactiveerd.
Stoom Hygiëne
Deze optie verbetert de wasprestaties doordat er stoom wordt gegene-
reerd tijdens het wasprogramma, die bacteriën uit de vezels verwijdert
die tegelijkertijd worden behandeld. Doe het wasgoed in de trommel,
kies een compatibel programma en selecteer de optie Stoom Hygiëne.
! De stoom die gegenereerd wordt tijdens het draaien van de wasmachi-
ne kan ervoor zorgen dat de deur wazig wordt.
Snel
Door deze optie te selecteren kan de duur van het wasprogramma
worden verkort, afhankelijk van het geselecteerde programma, zodat er
water en energie worden bespaard. Gebruik dit programma voor licht
vervuild wasgoed.
Extra Spoeling
Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u
ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig
bij personen met een gevoelige huid.
Eindbehandeling
De wasmachine centrifugeert voorzichtig door de trommel langzaam te
laten draaien. De optie Eindbehandeling start nadat het programma ten
einde is, en blijft maximaal 6 uur draaien. U kunt dit op elk gewenst
moment onderbreken door op een willekeurige knop op het bedie-
ningspaneel te drukken of de draaiknop te draaien.
Voorwas
Hiermee kunt u een voorwas uitvoeren.
Makkelijk strijken
Door deze functie te selecteren worden de was- en
centrifugeprogramma’s veranderd om kreukvorming te verminderen.
Koud wassen
Deze optie bespaart energie doordat het waswater niet wordt verwarmd –
een voordeel voor het milieu en voor uw portemonnee. Een geïntensiveerde
wasactie en optimaal watergebruik zorgen voor uitstekende wasresultaten
in dezelfde gemiddelde tijd als een standaard programma.
Voor de beste wasresultaten raden wij het gebruik van een vloeibaar
wasmiddel aan.
Startuitstel
Om een uitgestelde start voor het geselecteerde programma in te stellen,
drukt u meerdere keren op de betreende knop, totdat de gewenste
uitstelperiode bereikt is. Als deze optie is geactiveerd, gaat het symbool
op het display branden. Om het ingestelde startuitstel op te heen,
drukt u op de knop totdat “OFF” op het display verschijnt.
Temperatuur
Elk wasprogramma heeft een voorgedenieerde temperatuur. Om de tempe-
ratuur te wijzigen drukt u op de knop “ ”. De waarde verschijnt op het display.
Centrifugeren
Elk wasprogramma heeft een voorgedenieerde centrifugesnelheid.
De centrifugesnelheid kan worden veranderd door op de knop “ ” te
drukken. De waarde verschijnt op het display.
ONTKALKING EN REINIGING
Een pictogram op het display herinnert de gebruiker regelmatig (grof-
weg om de 50 programma's) dat het tijd is om een onderhoudsprogram-
ma te laten draaien om de wasmachine te reinigen en kalk en onaangena-
me geuren te elimineren.
Om de waarschuwing aangaande ontkalking te verwijderen draait u de
draaiknop of drukt u op een willekeurige knop (inclusief de AAN/UIT-knop).
Voor het beste onderhoud adviseren we om WPRO Limescale en ontvet-
tingsmiddel te gebruiken en de instructies op de verpakking op te volgen.
Dit product is verkrijgbaar via de technische assistentiedienst of de web-
site www.whirlpool.eu.
Whirlpool aanvaardt een enkele aansprakelijkheid voor schade aan het ap-
paraat die veroorzaakt is door het gebruik van andere reinigingsproducten
voor wasmachines die op de markt verkrijgbaar zijn.
TIPS EN SUGGESTIES
Sorteer het wasgoed naar:
Type textiel (katoen, gemengde vezels, synthetische stoen, wol, artikelen
die op de hand moeten worden gewassen). Kleur (scheid bonte en witte
was, was nieuwe gekleurde stukken apart) Tere was (kleine stukken –
bijvoorbeeld nylonkousen – en artikelen met haakjes – zoals b.h.'s: doe ze
in een waszak).
Maak de zakken leeg:
Voorwerpen zoals munten of aanstekers kunnen de wasmachine en de
trommel beschadigen. Controleer alle knopen.
Volg de aanbevolen dosering / additieven
Hierdoor krijgt u een optimaal wasresultaat, voorkomt u irriterende
wasmiddelresten in uw wasgoed en bespaart u geld door niet te veel
wasmiddel te gebruiken.
Gebruik een lage temperatuur en een langere wasduur
De meest eciënte programma’s in termen van energieverbruik zijn over
het algemeen programma’s die werken bij lagere temperaturen en een
langere wasduur.
Houd u aan de maximale belading
Laad uw wasmachine tot maximaal de inhoud die aangegeven staat in de
“PROGRAMMATABEL” om water en energie te besparen.
Lawaai en resterend vocht
Dit wordt beïnvloed door de centrifugeersnelheid: hoe hoger de
centrifugeersnelheid tijdens het centrifugeren, hoe meer lawaai en hoe
minder resterend vocht in het wasgoed.
REINIGING EN ONDERHOUD
Voordat er reiniging en onderhoud worden uitgevoerd, moet de wasmachine
worden uitgeschakeld en worden afgescheiden van de netvoeding. Gebruik
geen ontvlambare vloeistoen om de wasmachine schoon te maken. Reinig
uw wasmachine regelmatig en voer onderhoud uit (minimaal 4 keer per jaar).
De water- en stroomtoevoer afscheiden
Draai de waterkraan na iedere was dicht. Zo wordt slijtage van het
watersysteem in de wasmachine beperkt en worden lekken voorkomen.
Haal de stekker van de wasmachine los uit het stopcontact wanneer u de
machine schoonmaakt en gedurende al het onderhoud.
Reiniging van de wasmachine
De buitenkant en de rubberen onderdelen van het apparaat kunnen
worden schoongemaakt met een zachte doek die bevochtigd is met lauw
zeepsop. Gebruik geen oplosmiddelen of schurende middelen.
Reiniging van de wasmiddellade
Haal de wasmiddellade weg door hem op te tillen en naar buiten te trekken
Was hem af onder stromend water; dit moet regelmatig worden gedaan.
Onderhoud van de deur en de trommel
Laat de deur van de wasmachine altijd op een kier, om te voorkomen dat
er zich onaangename geuren vormen.
Reiniging van de pomp
De wasmachine is uitgerust met een zelfreinigende pomp die geen
onderhoud behoeft. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen
(zoals munten of knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en
zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat het wasprogramma beëindigd is en haal de stekker
van de machine uit het stopcontact.
U krijgt als volgt toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de machine door een
schroevendraaier in het midden en de zijkanten van het paneel te steken
en als hefboom te gebruiken;
2. zet een brede, lage bak onder het waterlter om het water op te
vangen dat naar buiten zal komen.
3. maak het deksel van de afvoerpomp tegen de klok in los: het is normaal
als er wat water weglekt;
4. maak de binnenkant grondig schoon;
5. schroef het deksel weer vast;
6. monteer het paneel weer, met de haakjes goed op hun plaats in de
openingen voordat u het paneel vastdrukt op het apparaat.
Controle van de watertoevoerslang
Controleer de watertoevoerslang minstens eenmaal per jaar. Als er barsten
of scheuren in zitten, moet hij worden vervangen: gedurende het wassen
kan de slang door de hoge druk van het water opeens openbarsten.
! Gebruik nooit slangen die al gebruikt zijn.
ACCESSOIRES
Neem contact op met onze technische assistentiedienst om na te gaan welke
van de volgende accessoires leverbaar zijn voor dit model wasmachine.
Stapelkit
Met dit accessoire kunt u de droger bovenop de wasmachine vastzetten,
om ruimte te besparen en de droger gemakkelijker in en uit te laden.
TRANSPORT EN VERPLAATSING
Til de wasmachine niet op door hem aan de bovenkant vast te grijpen.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact en draai de waterkraan
dicht. Controleer of de deur en de wasmiddellade goed dicht zitten. Haal
eerst de vulslang los van de waterkraan, en maak daarna de afvoerslang los.
Tap al het resterende water af uit de slangen en zet deze vast zodat ze niet
beschadigd worden tijdens het transport. Breng de transportschroeven
weer aan. Voer de procedure voor het verwijderen van de transportschroe-
ven omgekeerd uit, zoals beschreven in de “Installatie-instructies”.