• Haal de sensor langzaam aan beide zijden
langs de gasleiding.
Zodra het apparaat een lek nadert, gaat de
LED branden tot aan de waarde, die de des-
betreffende gascontratie aangeeft, en de sig-
naaltoon wordt evenredig aan de gascon-
centratie hoger.
Als de sensor buiten het bereik van het lek ge-
bracht wordt, heeft hij ca. 2 minuten nodig
voor de volgende zoektocht naar kan worden
gestart.
Om het toestel uit te schakelen moet u op de
ON/OFF-schakelaar drukken..
• Na gebruik dient de gaslekzoeker goed te
worden gelucht. Als na de controle van de
gasleiding aansluitleidingen, gereedschap en
gaszoeker in dezelfde koffer liggen, kunnen
zich uitwasemingen van gas voordoen, dat in
de koffer door de gaslekzoeker nog dagen la-
ter als brandbaar gas wordt aangemerkt.
terijen
• Het toestel werkt met 4 mignoncellen AA.
Zodra de batterijaanduiding „low“ (laag) gaat
branden, moeten de batterijen worden vervan-
gen. Open het batterijvak aan de achterkant
van het apparaat en vervang de batterijen.
Verwissel de batterijen eveneens, als u het
apparaat langere tijd niet heeft gebruikt.
Beschadigde batterijen, die uit het toestel wor-
den gehaald, kunnen zowel bij de fabriek als
op inzamelpunten van de publiekrechtelijke
afvalverwijderingsbedrijven of aan verkoop-
punten voor nieuwe batterijen of accu´s wor-
den afgegeven.
storingen
Het apparaat schakelt niet i
n.
• a) Houd de ON/OFF-schakelaar ten minste
200 ms ingedrukt.
b) Controleer of de polariteit van de batterijen
correct is.
De LED „ready“ gaat ook na de op-
warmfase niet branden.
• Controleer het sensorcontact. Als de LED ook
daarna niet gaat branden, dient het toestel
voor reparatie te worden opgestuurd.