Liebherr XRFsf 5245 Plus Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
Gebruikshandleiding
Quality, Design and Innovation
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 3
1.1 Leveringsomvang......................................................... 3
1.2 Apparaat- en uitrustingsoverzicht............................ 3
1.3 SmartDevice.................................................................. 3
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 4
1.5 Conformiteit.................................................................. 4
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening....... 4
1.7 EPREL-database........................................................... 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 4
3 Werking van het Touch-display............................ 6
3.1 Navigatie en verklaring van symbolen..................... 6
3.2 Menu's............................................................................ 7
3.3 Slaapstand.................................................................... 7
4 In gebruik nemen................................................... 7
4.1 Apparaat inschakelen (eerste inbedrijfstelling)...... 7
4.2 IceMaker in gebruik nemen........................................ 8
5 Opslag.................................................................... 8
5.1 Instructies voor opslag............................................... 8
5.2 Vriesgedeelte................................................................ 8
5.3 Opslagtijden.................................................................. 9
6 Energie sparen....................................................... 9
7 Bediening............................................................... 9
7.1 Bedienings- en weergave-elementen....................... 9
7.1.1 Status-weergave........................................................ 9
7.1.2 Symbolen......................................................................9
7.2 Apparaatfuncties......................................................... 9
7.2.1 Opmerkingen over de functies van het apparaat....
9
Apparaat uitschakelen............................................. 10
WLAN......................................................................... 10
Temperatuur............................................................... 11
Temperatuureenheid................................................11
SuperFrost................................................................. 11
Start ontdooicyclus..................................................11
PartyMode ................................................................ 12
SabbathMode............................................................12
E-Saver ......................................................................13
IceMaker ................................................................... 13
IceMaker-watertoevoer........................................... 14
MaxIce........................................................................14
TubeClean .................................................................15
Display-helderheid...................................................15
Deuralarm..................................................................15
Invoerblokkering.......................................................16
Apparaatinformatie..................................................16
Software.................................................................... 16
herinnering................................................................. 16
Demomodus.............................................................. 16
Resetten naar fabrieksinstellingen....................... 17
7.3 Foutmeldingen.............................................................. 17
7.3.1 Waarschuwingen...................................................... 18
7.3.2 Meldingen...................................................................18
8 Uitrusting.............................................................. 18
8.1 Laden.............................................................................. 18
8.2 Uitschuifplateau met IceTower.................................. 20
8.3 Glasplatten.................................................................... 21
8.4 IceMaker........................................................................ 21
8.5 VarioSpace.................................................................... 22
9 Onderhoud............................................................. 22
9.1 Uitschuifsystemen demonteren/monteren............. 22
9.2 Apparaat ontdooien..................................................... 23
9.3 Apparaat reinigen......................................................... 24
10 Klantenhulp........................................................... 25
10.1 Technische gegevens.................................................. 25
10.2 Bedrijfsgeluiden........................................................... 25
10.3 Technische storing....................................................... 25
10.4 Klantenservice.............................................................. 27
10.5 Typeplaatje.................................................................... 27
11 Buiten bedrijf stellen............................................ 27
12 Afvalverwijdering.................................................. 27
12.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 27
12.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 27
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij uw begrip
dat wij ons het recht voorbehouden veranderingen in vorm,
inrichting en technologie aan te brengen.
Symbool Uitleg
Gebruiksaanwijzing lezen
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, moet u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Volledige gebruiksaanwijzing op internet
U vindt de uitvoerige gebruiksaanwijzing op
internet via de QR-code aan de voorkant van
de gebruiksaanwijzing, op door het service‐
nummer in te voeren op home.liebherr.com/
fridge-manuals.
Het servicenummer vindt u op het typeplaatje:
Fig.Voorbeeld
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Uitleg
Apparaat controleren
Controleer alle onderdelen op transportschade.
Neem bij op- of aanmerkingen contact op met
de distributeur of de klantenservice.
Afwijkingen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Secties die
alleen van toepassing zijn op bepaalde appa‐
raten worden met een sterretje (*) aangeduid.
Instructies voor actie en resultaten van de
actie
Instructies voor actie worden aangeduid met
een .
De resultaten van de actie worden aangeduid
met een .
Videos
Videos over de apparaten vindt u op het
YouTube-kanaal van Liebherr-Hausgeräte.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor:
SFN.. 52..
Aanwijzing
Als uw apparaat een N in de apparaataanduiding bevat, is
het een NoFrost-apparaat.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen op transportschade. Neem bij
klachten contact op met de dealer of de klantenservice.
(zie 10.4 Klantenservice)
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
-Rechtopstaand apparaat
-Uitrusting (afhankelijk van het model)
-Montagemateriaal (afhankelijk van het model)
-„Quick Start Guide
-„Installation Guide
-Servicebrochure
1.2 Apparaat- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1 Voorbeeld
(1) Bedieningselementen (7) Invriesplateau
(2) Typeplaatje (8) IJsblokjesschep
(3) Kantelbare lade (9) NoFrost
(4) SpaceBox (10) Ventilatiesleuf
(5) IceTower (11) VarioSpace
(6) IceMaker (12) Stelpoten (voorzijde),
transportwielen (achter
zijde), transportgrepen
boven (achterzijde) en
onder (voorzijde)
Aanwijzing
uDraagplateaus, laden of manden zijn in de leveringstoe‐
stand geplaatst voor een optimale energie-efficiëntie.
Veranderingen in de opstelling binnen de gegeven
inschuifmogelijkheden van bijv. draagplateaus in het
koelgedeelte, hebben echter geen effect op het energie‐
verbruik.
1.3 SmartDevice
SmartDevice is de netwerkoplossing voor uw vriesapparaat.
Als uw apparaat compatibel is met SmartDevice is of hier
voor is voorbereid, kunt u uw apparaat snel en eenvoudig
in uw WLAN integreren. Met de SmartDevice-app kunt u
uw apparaat vanaf een mobiel eindapparaat bedienen. In
de SmartDevice-app zijn aanvullende functies en instelmo‐
gelijkheden beschikbaar.
Op een voor
SmartDevice voor
bereid apparaat:
Uw apparaat is op gebruik met de
SmartDeviceBox voorbereid. U moet
eerst de SmartDeviceBox kopen en
deze dan installeren. Om uw apparaat
met WLAN te kunnen verbinden, moet
u de SmartDevice-app downloaden.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Meer informatie
over SmartDevice:
smartdevice.liebherr.com
SmartDeviceBox
in de Liebherr-
Hausgeräte-shop
kopen:
home.liebherr.com/shop/de/deu/
smartdevicebox.html
SmartDevice-app
downloaden:
Na installatie en configuratie van de
SmartDevice-app kunt u uw apparaat
met de SmartDevice-app en de appa‐
raatfunctie WLAN (zie WLAN) in uw
WLAN integreren.
Aanwijzing
In de volgende landen is de SmartDevice-functie niet
beschikbaar: Rusland, Belarus, Kazachstan.
U kunt de SmartDeviceBox niet gebruiken.
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik als
inbouwapparaat.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat‐
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10°C tot 32°C
N 16°C tot 32°C
ST 16°C tot 38°C
T 16°C tot 43°C
SN-ST 10°C tot 38°C
SN-T 10°C tot 43°C
1.5 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften
en de desbetreffende richtlijnen.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.7 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toegan‐
kelijk zijn, zodat het apparaat in nood‐
gevallen snel van de stroomvoorziening
kan worden losgekoppeld. Deze moet zich
buiten de achterkant van het apparaat
bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hier
voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-Het apparaat alleen conform de beschrij-
ving in de handleiding monteren, aansluiten
en afvoeren.
-De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die door een verkeerde aansluiting
aan de watervoorziening is ontstaan.
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of
ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwij-
deren. Vertrek goed ventileren. Informeer
de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij-
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij-
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij-
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar licha‐
melijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 Werking van het Touch-display
U bedient uw apparaat met het Touch-display. Met het
Touch-display (verder display genoemd) selecteert u de
functies van het apparaat door te tikken. Als u gedurende
10 seconden geen actie op het display uitvoert, gaat het
display terug naar het bovenliggende menu of rechtstreeks
naar de statusweergave.
3.1 Navigatie en verklaring van
symbolen
In de afbeeldingen worden verschillende symbolen voor
navigatie op het display gebruikt. Deze symbolen worden
in de volgende tabel beschreven.
Symbool Beschrijving
Op de navigatiepijl vooruit
drukken:
In het menu één stap verder
gaan.
Op de navigatiepijl achteruit
drukken:
In het menu één stap terug‐
gaan.
Meerdere keren achter
elkaar op de navigatiepijl
drukken:
In het menu verdergaan tot
de gewenste functie.
Op het bevestigingssymbool
drukken:
Functie activeren/deacti‐
veren.
Submenu openen.
Tegelijk op het bevestigings‐
symbool en het terugsym‐
bool drukken:
Eén menuniveau terug‐
springen.
Pijl met klok:
Het duurt meer dan
10 seconden voordat de
volgende weergave op het
display verschijnt.
Pijl met tijdweergave:
Het duurt de aangegeven
tijd voordat de volgende
weergave op het display
verschijnt.
Symbool "Instellingsmenu"
openen:
Naar het instellingsmenu
navigeren en het instellings‐
menu openen.
Indien vereist: In het instel
lingsmenu naar de gewenste
functie navigeren.
(zie 3.2.1 Instellingenmenu
openen)
Symbool "Uitgebreid menu"
openen:
Naar het uitgebreide menu
navigeren en het uitgebreide
menu openen.
Indien vereist: In het uitge‐
breide menu naar de
gewenste functie navigeren.
(zie 3.2.2 Uitgebreid menu
openen)
Werking van het Touch-display
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Beschrijving
Geen actie gedurende
10seconden
Als u gedurende 10 seconden
geen actie op het display
uitvoert, gaat het display
terug naar het bovenliggende
menu of rechtstreeks naar de
statusweergave.
Deur openen en sluiten Als u de deur opent en
direct weer sluit, springt het
display direct terug naar de
statusweergave.
Opmerking: Afbeeldingen van het display worden met
Engelse begrippen weergegeven.
3.2 Menu's
De functies van het apparaat zijn over verschillende menu's
verdeeld.
Menu Beschrijving
Hoofdmenu Wanneer u het apparaat inschakelt,
bevindt u zich automatisch in het hoofd‐
menu.
Vanaf hier navigeert u naar de belang‐
rijkste functies van het apparaat, het
instellingenmenu en het uitgebreide menu.
Instellingen‐
menu
Het instellingenmenu bevat de overige
apparaatfuncties voor het instellen van uw
apparaat.
(zie 3.2.1 Instellingenmenu openen)
Uitgebreid
menu
Het uitgebreide menu bevat speciale appa‐
raatfuncties voor het instellen van uw
apparaat. De toegang tot het uitgebreide
menu wordt beveiligd met de cijfercode
151.
(zie 3.2.2 Uitgebreid menu openen)
3.2.1 Instellingenmenu openen
Fig. 2 Voorbeeld
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wInstellingenmenu is geopend.
uIndien vereist: Naar de gewenste functie navigeren.
3.2.2 Uitgebreid menu openen
Fig.3
Fig. 4 Voorbeeldweergave, toegang met cijfercode 151
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wGeavanceerd menu is geopend.
uIndien vereist: Naar de gewenste functie navigeren.
3.3 Slaapstand
Als u het display 1 minuut niet aanraakt, schakelt het
display over naar de slaapstand. In de slaapstand is de
helderheid van het display gedimd.
3.3.1 Slaapstand beëindigen
uOp een willekeurige navigatietoets drukken.
wSlaapstand is beëindigd.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat inschakelen (eerste inbe‐
drijfstelling)
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qApparaat is overeenkomstig de montage-instructies
opgesteld en aangesloten.
qAlle plakstroken, plak- en beschermfolies alsook de
transportbeveiligingen in en op het apparaat zijn verwij-
derd.
qAlle reclame-inserts zijn uit de laden verwijderd.
qWerking van het Touch-display is bekend. (zie 3 Werking
van het Touch-display)

uApparaat via hetTouch-display inschakelen:
Fig. 5 Voorbeeld
wStatusweergave verschijnt.
wApparaat koelt af tot de in de fabriek ingestelde doeltem‐
peratuur.
wApparaat start in de demomodus (statusweergave met
DEMO verschijnt): Als het apparaat in de demomodus
start, kunt u de demomodus binnen de volgende 5
minuten deactiveren. (zieDemomodus)
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Meer informatie:
-IceMaker in gebruik nemen. (zie 4.2 IceMaker in gebruik
nemen)
-SmartDevice in gebruik nemen. (zie 1.3 SmartDevice) en
(zieWLAN)
Aanwijzing
De fabrikant adviseert het volgende:
uDiepvriesproducten bij -18 °C of kouder in de diepvriezer
leggen.
uBewaarinstructies in acht nemen. (zie 5.1 Instructies voor
opslag)
Aanwijzing
Toebehoren zijn verkrijgbaar in de Liebherr-Hausgeräte-shop
op home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
4.2 IceMaker in gebruik nemen
Als uw apparaat is uitgerust met een IceMaker moet u voor
het eerste gebruik de IceMaker reinigen.
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qEr is een wateraansluiting tot stand gebracht. Zie Instal
lation Guide of montagehandleiding.
qHet apparaat is volledig aangesloten.
uIceMaker reinigen. (zie 9.3.5 IceMaker reinigen)
5 Opslag
5.1 Instructies voor opslag
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uGeen elektrische apparaten in het levensmiddelenge‐
deelte van het apparaat gebruiken, wanneer deze daar
voor niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uHoud de luchtopening altijd vrij.
De volgende bewaarvoorschriften in acht nemen:
-Luchtspleten binnen bij de achterwand vrijhouden.
-Luchtspleten bij de ventilator vrijhouden.
-Levensmiddelen goed verpakken.
-Rauw vlees of rauwe vis in schone, gesloten containers
bewaren. Zo voorkomt u dat vlees of vis in contact komen
met andere levensmiddelen.
-Levensmiddelen met tussenafstand bewaren zodat de
lucht goed kan circuleren.
-Levensmiddelen overeenkomstig de aanwijzingen op de
verpakking bewaren.
-Altijd de op de verpakking vermelde minimale houdbaar
heidsdatum in acht nemen.
Aanwijzing
Het niet opvolgen van deze gegevens kan leiden tot bederf
van levensmiddelen.
5.2 Vriesgedeelte
Hier heerst bij -18 °C een droog, ijskoud klimaat. Een
ijskoud klimaat is geschikt voor het bewaren van diepvries‐
producten gedurende meerdere maanden, voor het maken
van ijsblokjes en voor het invriezen van verse levensmid‐
delen.
5.2.1 Levensmiddelen invriezen
Hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen
U kunt binnen 24 uur maximaal zoveel verse levensmiddelen
invriezen als op het typeplaatje (zie 10.5 Typeplaatje) onder
"Invriescapaciteit ... kg/24h" wordt aangegeven.
Houd u aan de volgende hoeveelheden per verpakking zodat
de levensmiddelen snel tot de kern bevriezen:
-Groenten en fruit tot 1 kg
-Vlees tot 2,5 kg
Levensmiddelen invriezen met SuperFrost
Afhankelijk van de vrieshoeveelheid kunt u voor het
invriezen SuperFrost activeren om lagere vriestemperaturen
te verkrijgen. (zie SuperFrost)
uSuperFrost activeren als de hoeveelheid in te vriezen
levensmiddelen groter dan ca. 2 kg is.
Het tijdstip waarop u SuperFrost activeert is afhankelijk van
de hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
Hoeveelheid in te
vriezen levensmid‐
delen
Tijdstip voor activering van
SuperFrost
Kleine hoeveelheid in
te vriezen levensmid‐
delen
SuperFrost ongeveer 6 uur vóór het
invriezen activeren.
Levensmiddelen indelen zodra het
apparaat SuperFrost automatisch
deactiveert.
Maximale hoeveel‐
heid in te vriezen
levensmiddelen
SuperFrost ongeveer 24 uur vóór
het invriezen activeren.
Levensmiddelen indelen zodra het
apparaat SuperFrost automatisch
deactiveert.
Levensmiddelen sorteren
VOORZICHTIG
Risico van letsel door glasscherven!
Flessen en blikjes dranken kunnen barsten tijdens het
invriezen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudende
dranken.
uFlessen en blikjes met dranken alleen invriezen als u de
BottleTimer-functie in de SmartDevice-app hebt geacti‐
veerd.
Hoeveelheid in te
vriezen levensmid‐
delen
Levensmiddelen sorteren
Kleine hoeveelheid
in te vriezen levens‐
middelen
Verpakte levensmiddelen in de
bovenste lade leggen.
Levensmiddelen indien mogelijk
achter in de lade tegen de achter
zijde leggen.
Opslag
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Hoeveelheid in te
vriezen levensmid‐
delen
Levensmiddelen sorteren
Maximale hoeveel‐
heid in te vriezen
levensmiddelen
Verpakte levensmiddelen over alle
lades verdelen, maar geen levens‐
middelen in de onderste lade
leggen.
Levensmiddelen indien mogelijk
achter in de lade tegen de achter
zijde leggen.
5.2.2 Levensmiddelen ontdooien
WAARSCHUWING
Gevaar voor voedselvergiftiging!
uOntdooide levensmiddelen nooit weer terug invriezen.
uVerwerk ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk.
U kunt levensmiddelen op verschillende manieren
ontdooien:
-In het koelgedeelte
-In de magnetron
-In de oven/heteluchtoven
-Bij kamertemperatuur
uSlechts zoveel levensmiddelen verwijderen als nodig is.
5.2.3 Invriesblad
Met het invriesblad kunt u bessen, kruiden, groenten en
andere kleine producten invriezen, zonder dat alles samen‐
vriest. De producten behouden grotendeels hun vorm en
kunnen later makkelijk worden verdeeld in porties.
uLevensmiddelen niet verpakt, met afstand over vriesta‐
blet verdelen.
5.3 Opslagtijden
De aangegeven opslagtijden zijn richtwaarden.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
Richtwaarden voor de opslagduur van verschillende
levensmiddelen
IJs bij -18°C 2 tot 6 maanden
Worst, ham bij -18°C 2 tot 3 maanden
Brood, bakkerijpro‐
ducten
bij -18°C 2 tot 6 maanden
Wild, varken bij -18°C 6 tot 9 maanden
Vis, vet bij -18°C 2 tot 6 maanden
Vis, mager bij -18°C 6 tot 8 maanden
Kaas bij -18°C 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees bij -18°C 6 tot 12 maanden
Groente, fruit bij -18°C 6 tot 12 maanden
6 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.4 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera‐
tuur laten afkoelen.
7 Bediening
7.1 Bedienings- en weergave-elementen
7.1.1 Status-weergave
Fig.6
(1) Temperatuurindicatie
De Status-weergave toont de ingestelde temperatuur en
staat in de beginweergave. Van hieruit vindt de navigatie
naar de functies en instellingen plaats.
7.1.2 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Symbool Toestand van het apparaat
Stand-by
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Knipperend cijfer
Apparaat werkt. Temperatuur
pulseert tot de ingestelde waarde
is bereikt.
Knipperend symbool
Apparaat werkt. Instelling wordt
uitgevoerd.
Balk wordt opgebouwd
Functie wordt geactiveerd.
7.2 Apparaatfuncties
7.2.1 Opmerkingen over de functies van het
apparaat
De apparaatfuncties zijn af fabriek zo ingesteld dat uw
apparaat volledig functioneel is.
Energie sparen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Voordat u de functies van het apparaat wijzigt, activeert of
deactiveert, controleert u of aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
qU hebt de beschrijvingen over de werking van het display
gelezen en begrepen.
qU hebt kennisgemaakt met de bedienings- en weergave-
elementen van uw apparaat.
Apparaat uitschakelen
Deze instelling maakt het mogelijk om het complete appa‐
raat uit te schakelen.
Complete apparaat uitschakelen
Fig.7
Fig.8
uIceMaker uitschakelen .
wGedeactiveerd: Display wordt zwart.
WLAN
Met deze functie verbindt u uw apparaat met WiFi. U
kunt uw apparaat vervolgens op een mobiel eindapparaat
bedienen via de SmartDevice-app. Met deze functie kunt u
de WiFi-verbinding ook weer verbreken of herstellen.
Om uw apparaat met WiFi te verbinden, hebt u de SmartDe‐
viceBox nodig.
Meer informatie over SmartDevice: (zie 1.3 SmartDevice)
Aanwijzing
In de volgende landen is de SmartDevice-functie niet
beschikbaar: Rusland, Belarus, Kazachstan.
U kunt de SmartDeviceBox niet gebruiken.
Voor de eerste keer verbinding maken met WiFi
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qSmartDeviceBox is gekocht en geplaatst. (zie 1.3 Smart‐
Device)
qSmartDevice-app is geïnstalleerd (zie
apps.home.liebherr.com).
qRegistratie in de SmartDevice-app is afgesloten.
Fig.9
Fig. 10
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wVerbinding is gemaakt.
WLAN-verbinding verbreken
Fig.11
Fig.12
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wVerbinding is verbroken.
WLAN-verbinding resetten
Fig.13
Fig. 14
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wWiFi-verbinding en andere WiFi-instellingen zijn terug‐
gezet naar de fabrieksinstellingen.
Bediening
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Informatie over de WiFi-verbinding weergeven
Fig. 15
Fig. 16
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
Temperatuur
Met deze functie stelt u de temperatuur in.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-hoe vaak de deur wordt geopend
-hoe lang de deur geopend blijft
-de ruimtetemperatuur op de plaats van opstelling
-type, temperatuur en hoeveelheid van de levensmiddelen
Vriesgedeelte Aanbevolen instelling
-18°C
Temperatuur instellen
Fig.17
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wTemperatuur is ingesteld.
Temperatuureenheid
Met deze functie stelt u de temperatuureenheid in. U kunt
als temperatuureenheid graden Celsius en graden Fahren‐
heit instellen.
Temperatuureenheid instellen
Fig. 18
Fig. 19 Voorbeeldweergave: Tussen Celsius en graden
Fahrenheit schakelen.
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wTemperatuureenheid is ingesteld.
SuperFrost
Met deze functie schakelt u naar de hoogste invriescapaci‐
teit. Daardoor kunt u lagere vriestemperaturen bereiken.
Toepassing:
-Meer dan 2 kg verse levensmiddelen dagelijks invriezen.
-Verse levensmiddelen snel tot de kern invriezen.
-Koudereserve in opgeslagen diepvriesproducten
verhogen, voordat het apparaat wordt ontdooid.
Functie activeren / deactiveren
Bij een kleinere invriescapaciteit:
u6 uur voor gebruik activeren.
Bij de maximale invriescapaciteit:
u24 uur voor gebruik activeren.
uActiveren / deactiveren .
De functie wordt automatisch gedeactiveerd. Daarna draait
het apparaat in de normale modus verder. De temperatuur
stelt zich op de ingestelde waarde in.
Start ontdooicyclus
Met deze functie start u de automatische ontdooicyclus
handmatig als de ontdooicyclus bij een storing niet automa‐
tisch start.
Ontdooicyclus starten
Fig.20
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Fig.21
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDe ontdooicyclus is gestart: Symbool knippert, tot de
ontdooicyclus automatisch is voltooid.
wWanneer de ontdooicyclus is voltooid: Apparaat blijft in
normale modus werken.
Ontdooicyclus annuleren
De ontdooicyclus wordt automatisch beëindigd. U kunt
de ontdooicyclus echter ook op elk moment tijdens het
ontdooiproces annuleren:
Fig.22
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDe ontdooicyclus is geannuleerd.
wApparaat blijft in normale modus werken.
PartyMode
Met deze functie activeer of deactiveert u de PartyMode.
De PartyMode activeert verschillende functies die voor een
party handig zijn.
PartyMode activeert de volgende functies:
-SuperFrost (zie SuperFrost)
-IceMaker (zie IceMaker ) en MaxIce (zieMaxIce)
U kunt alle opgeroepen functies afzonderlijk en flexibel
instellen. Als u de PartyMode deactiveert, worden alle wijzi‐
gingen ongedaan gemaakt.
Als de functie actief is, werkt het apparaat met een hoger
vermogen. Hierdoor kunnen bedrijfsgeluiden van het appa‐
raat tijdelijk luider zijn en kan het energieverbruik toenemen.
PartyMode activeren
Zorg ervoor dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qIceMaker is in bedrijf genomen. (zie 4.2 IceMaker in
gebruik nemen)
Fig.23
Fig. 24
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wPartyMode en de bijbehorende functies zijn geactiveerd.
wActuele temperatuur knippert tot de doeltemperatuur is
bereikt.
PartyMode deactiveren
De PartyMode wordt automatisch gedeactiveerd na 24 uur.
U kunt de PartyMode echter ook op elk moment handmatig
deactiveren:
Fig.25
Fig. 26
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wPartyMode is gedeactiveerd.
wApparaat koelt af tot de eerder ingestelde temperatuur:
Actuele temperatuur knippert tot de doeltemperatuur is
bereikt.
SabbathMode
Met deze functie activeer of deactiveert u de SabbathMode.
Als u deze functie activeert, worden sommige elektroni‐
sche functies uitgeschakeld. Dit betekent dat uw apparaat
voldoet aan de religieuze vereisten op Joodse feestdagen
zoals Sabbat en voldoet aan de STAR-K Kosher certificering.
Apparaatstatus bij actieve SabbathMode
De statusweergave geeft continu SabbathMode weer.
Alle functies op het display, behalve de functie
SabbathMode deactiveren, zijn vergrendeld.
Actieve functies blijven actief.
Het display blijft helder, als u de deur sluit.
Herinneringen worden niet uitgevoerd. De ingestelde
tijdinterval wordt gestopt.
Herinneringen en waarschuwingen worden niet uitgevoerd.
Er is geen deuralarm.
Er is geen temperatuuralarm.
De IceMaker is buiten bedrijf.
De ontdooi-cyclus werkt alleen conform de vooraf inge‐
voerde tijd zonder dat het gebruik van het apparaat in acht
wordt genomen.
Na een stroomonderbreking keert het apparaat terug naar
SabbathMode.
Apparaatstatus
Aanwijzing
Dit apparaat is gecertificeerd door het „Institute for Science
and Halacha”. (www.machonhalacha.co.il)
Een lijst met STAR-K-gecertificeerde apparaten vindt u op
www.star-k.org/appliances.
Bediening
12 * afhankelijk van model en uitvoering
SabbathMode activeren
WAARSCHUWING
Vergiftigingsgevaar door verdorven levensmiddelen!
Als u de SabbathMode geactiveerd hebt en de stroom
uitvalt, verschijnt er geen melding in de statusweergave
over de stroomuitval. Als de stroomuitval voorbij is, werkt
het apparaat verder in SabbathMode. Stroomuitval kan ertoe
leiden dat levensmiddelen bederven. De consumptie ervan
kan voedselvergiftiging veroorzaken.
Na een stroomuitval:
uLevensmiddelen die bevroren waren en ontdooid zijn niet
meer consumeren.
Fig.27
Fig.28
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wSabbathMode is geactiveerd.
wStatusweergave geeft permanent SabbathMode weer.
SabbathMode deactiveren
De SabbathMode wordt automatisch gedeactiveerd na
80 uur. U kunt de SabbathMode echter ook op elk moment
handmatig deactiveren:
Fig.29
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wSabbathMode is gedeactiveerd.
E-Saver
Met deze functie activeert of deactiveert u de energiebe‐
sparingsmodus. Als u de energiebesparingsmodus activeert,
daalt het energieverbruik en wordt de temperatuur in het
apparaat hoger. De levensmiddelen blijven vers, maar de
houdbaarheid wordt korter.
Temperatuur
zone
Aanbevolen instel
ling (zie Tempera‐
tuur)
Temperatuur bij
actieve E-Saver
-18°C -16°C
Temperaturen
E-Saver activeren
Fig.30
Fig.31
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wEnergiebesparingsmodus is geactiveerd.
E-Saver deactiveren
Fig.32
Fig.33
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wEnergiebesparingsmodus is gedeactiveerd.
IceMaker
Met de functie activeert of deactiveert u het maken van
ijsblokjes.
Meer informatie over de hoeveel
heden ijsblokjes:
(zie 10.1 Technische
gegevens)
Meer informatie over het verhogen
van de hoeveelheid ijsblokjes:
(zieMaxIce)
Meer informatie over de IceMaker-
watertoevoer:
(zie IceMaker-water
toevoer)
Meer informatie over het reinigen
van de IceMaker-leidingen:
(zie TubeClean )
Als de functie actief is, werkt het apparaat met een hoger
vermogen. Hierdoor kunnen bedrijfsgeluiden van het appa‐
raat tijdelijk luider zijn en kan het energieverbruik toenemen.
IceMaker activeren
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qWatertoevoer van de vaste wateraansluiting is gegaran‐
deerd. Zie montagehandleiding.
qIceMaker is in bedrijf genomen. (zie8.4 IceMaker)
Fig.34
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Fig.35
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wIceMaker is geactiveerd. Het kan 24 uur duren tot de
IceMaker de eerste ijsblokjes maakt.
IceMaker deactiveren
Fig.36
Fig.37
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wIceMaker is gedeactiveerd.
wLopende productie van ijsblokjes wordt afgesloten.
wIceMaker schakelt automatisch uit.
IceMaker-watertoevoer
Met deze functie stelt u de IceMaker-watertoevoer in. De
IceMaker-watertoevoer regelt de toevoerhoeveelheid van
het water. U kunt de IceMaker-watertoevoer wijzigen als
de watertoevoer niet bij de waterdruk en de uitgeworpen
ijsblokjesgrootte past.
De IceMaker-watertoevoer is bij uitlevering op de waarde 5
ingesteld. U kunt een waarde van 1 (kleinste toevoerhoe‐
veelheid) tot 8 (grootste toevoerhoeveelheid) selecteren.
IceMaker-watertoevoer instellen
Zorg ervoor dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qIceMaker is in bedrijf genomen. (zie 4.2 IceMaker in
gebruik nemen)
qIceMaker is geactiveerd. (zie IceMaker )
Fig.38
Fig. 39 Voorbeeldweergave: Van waarde 5 naar waarde6
schakelen.
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wIceMaker-watertoevoer is ingesteld.
MaxIce
Met deze functie verhoogt u de hoeveelheid ijsblokjes van
de IceMaker.
Meer informatie over de
hoeveelheden ijsblokjes:
(zie 10.1 Technische
gegevens)
MaxIce activeren
Als u MaxIce activeert zonder dat u eerst de functie
IceMaker (zie IceMaker ) geactiveerd hebt, dan activeert
u met MaxIce automatisch ook functie IceMaker.
Als u de functie IceMaker nog niet hebt geactiveerd, moet u
ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qWatertoevoer van de vaste wateraansluiting is gegaran‐
deerd. Zie montagehandleiding.
qIceMaker is in bedrijf genomen. (zie8.4 IceMaker)
Fig.40
Fig. 41
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wMaxIce is geactiveerd.
wAls u de functie IceMaker niet eerder hebt geactiveerd:
IceMaker is geactiveerd.
MaxIce deactiveren
Als u MaxIce deactiveert, is functie IceMaker nog steeds
geactiveerd.
Fig. 42
Fig.43
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wMaxIce is gedeactiveerd.
Bediening
14 * afhankelijk van model en uitvoering
TubeClean
Met deze functie activeer of deactiveert u TubeClean. Als u
de TubeClean activeert, worden de IceMaker-leidingen gerei‐
nigd.
TubeClean activeren
Zorg ervoor dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qIceMaker-reiniging is voorbereid. (zie 9.3.5 IceMaker
reinigen)
qLege container met een inhoud van 1,5l en met een maxi‐
male hoogte van 10cm staan klaar.
uContainer in de lade onder de IceMaker zetten.
Fig.44
Fig.45
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wTubeClean is geactiveerd.
wReinigingsprocedure is gestart: Symbool knippert, tot
de reinigingsprocedure na 60 minuten automatisch is
voltooid.
wWanneer de reinigingsprocedure is voltooid: Apparaat
blijft in normale modus werken.
TubeClean deactiveren
TubeClean wordt na 60 minuten automatisch beëindigd. U
kunt TubeClean echter ook te allen tijde deactiveren tijdens
de reinigingsprocedure:
Fig.46
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wTubeClean is gedeactiveerd: De reinigingsprocedure is
geannuleerd.
wApparaat blijft in normale modus werken.
Display-helderheid
Met deze functie stelt u de helderheid van het display traps‐
gewijs in.
U kunt de volgende helderheidsniveaus instellen:
-40%
-60%
-80%
-100 % (voorinstelling)
Display-helderheid instellen
Fig. 47
Fig. 48 Voorbeeldweergave: Van 80% naar 60% schakelen.
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDisplay-helderheid is ingesteld.
Deuralarm
Met deze functie activeert of deactiveert u het deuralarm.
Het deuralarm klinkt als de deur te lang geopend is. Het
deuralarm is bij levering geactiveerd. U kunt instellen hoe
lang de deur mag zijn geopend, tot het deuralarm klinkt.
U kunt de volgende waarden instellen:
-1minuut
-2 minuten
-3 minuten
-Uit
Deuralarm instellen
Fig. 49
Fig. 50 Voorbeeldweergave: Deuralarm van 1minuut in
3 minuten veranderen.
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDeuralarm is ingesteld.
Deuralarm deactiveren
Fig.52
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Fig.53
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDeuralarm is gedeactiveerd.
Invoerblokkering
Met deze functie activeert of deactiveert u de invoerblokke‐
ring. De invoerblokkering voorkomt dat het apparaat onvoor
zien door kinderen wordt bediend.
Toepassing:
-Voorkom onbedoelde wijziging van functies.
-Voorkom onbedoeld uitschakelen van het apparaat.
-Vermijd onbedoelde temperatuurinstelling.
Invoerblokkering activeren
Als u de invoerblokkering activeert, kunt u in de menu's
navigeren, u kunt echter andere functies niet selecteren of
wijzigen.
Fig.54
3s
Displ. Lock Displ. Lock
Fig.55
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wInvoerblokkering is geactiveerd.
Invoerblokkering deactiveren
Fig.56
3s
Displ. Lock Displ. Lock
Fig.57
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wInvoerblokkering is gedeactiveerd.
Apparaatinformatie
Met deze functie geeft u de modelnaam, de index, het serie‐
nummer en het servicenummer van het apparaat weer. U
heeft de apparaatinformatie nodig, als u contact opneemt
met de klantenservice. (zie 10.4 Klantenservice)
Met deze functie opent u bovendien het menu Geavanceerd.
(zie3 Werking van het Touch-display)
Apparaatinformatie weergeven
Fig.58
Fig. 59
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDisplay geeft apparaatinformatie weer.
Software
Met deze functie stelt u de softwareversie van uw apparaat
in.
Softwareversie weergeven
Fig.60
Fig.61
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDisplay geeft softwareversie weer.
herinnering
Herinneringen worden akoestisch door een geluidssignaal
en optisch door een symbool op het display weergegeven.
Het geluidssignaal versterkt zich en wordt luider, totdat de
melding wordt beëindigd.
Instelling activeren
uActiveren / deactiveren .
Demomodus
De demomodus is een speciale functie voor dealers die
apparaatfuncties willen demonstreren. Als u de demomodus
activeert, zijn alle koudetechnische functies gedeactiveerd.
Als u uw apparaat inschakelt en in de statusweergave
"Demo" verschijnt, is de demomodus al geactiveerd.
Bediening
16 * afhankelijk van model en uitvoering
Als u de demomodus activeert en vervolgens weer deacti‐
veert, wordt het apparaat teruggezet naar de fabrieksinstel
lingen. (zie Resetten naar fabrieksinstellingen)
Demomodus activeren
Fig. 62
Fig.63
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDemomodus is geactiveerd.
wApparaat is uitgeschakeld.
uApparaat inschakelen. (zie 4.1 Apparaat inschakelen
(eerste inbedrijfstelling))
wIn de statusweergave verschijnt "DEMO".
Demomodus deactiveren
Fig.64
Fig.65
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDemomodus is gedeactiveerd.
wApparaat is uitgeschakeld.
uApparaat inschakelen. (zie 4.1 Apparaat inschakelen
(eerste inbedrijfstelling))
wApparaat is teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Resetten naar fabrieksinstellingen
Gebruik deze functie om alle instellingen terug te zetten
naar de fabrieksinstellingen. Alle instellingen die u tot nu
toe hebt gemaakt, worden gereset naar de oorspronkelijke
instellingen.
Reset uitvoeren
Fig.66
Fig. 67
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wApparaat wordt gereset.
wApparaat is uitgeschakeld.
uApparaat opnieuw starten. (zie 4.1 Apparaat inschakelen
(eerste inbedrijfstelling))
7.3 Foutmeldingen
Foutmeldingen worden op het display weergegeven. Er zijn
twee categorieën van foutmeldingen:
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 17
Categorie Betekenis
Melding Herinnert aan algemene procedures. U kunt
deze procedures uitvoeren en zo de melding
opheffen.
Waarschu‐
wing
Verschijnt bij functiestoringen. Naast de
weergave op het display klinkt een signaal.
De signaaltoon wordt luider tot de weergave
door aantikken wordt bevestigd. Eenvoudige
storingen kunt u zelf verhelpen. Voor ernstige
storingen moet u contact met de klantenser
vice opnemen.
7.3.1 Waarschuwingen
Deur sluiten
De melding wordt weergegeven als de deur te lang open‐
staat.
De tijd totdat de melding wordt weergegeven kan worden
ingesteld .
uAlarm beëindigen: Melding bevestigen.
-of-
uDeur sluiten.
Stroomuitval
De melding wordt weergegeven als de vriestemperatuur
door een stroomonderbreking gestegen is. Als de stroomon‐
derbreking is beëindigd, werkt het apparaat met de laatst
ingestelde temperatuur verder.
uAlarm beëindigen: Melding bevestigen.
wTemperatuuralarm wordt weergegeven (zie Temperatuur
alarm) .
Temperatuuralarm
De melding wordt weergegeven als de temperatuur niet met
de ingestelde temperatuur overeenkomt.
Oorzaken voor temperatuurverschillen kunnen zijn:
-Het plaatsen van warme frisse levensmiddelen in het
apparaat.
-Dat bij het hersorteren en het eruit halen van levensmid‐
delen teveel warme lucht in het apparaat is gestroomd.
-De stroom is te lang uitgevallen.
-Het apparaat is defect.
Als de storing is verholpen, werkt het apparaat met de inge‐
stelde temperatuur verder.
uWeergave bevestigen.
wWarmste temperatuur wordt weergegeven.
uWeergave opnieuw bevestigen.
wStatusweergave wordt weergegeven.
wActuele temperatuur wordt weergegeven.
Storing
Deze melding wordt weergegeven als er een storing van het
apparaat optreedt. In een onderdeel van het apparaat is een
storing opgetreden.
uDeur openen.
uFoutcode noteren.
uMelding bevestigen.
wSignaaltoon dempt.
wStatusweergave verschijnt.
uDeur sluiten.
uContact met de klantenservice opnemen. (zie 10.4 Klan‐
tenservice)
7.3.2 Meldingen
IceMaker-lade plaatsen
Deze melding verschijnt, als de IceMaker-lade geopend is.
uIceMaker-lade erin schuiven.
wMelding verdwijnt.
wIceMaker produceert ijsblokjes.
8 Uitrusting
8.1 Laden
U kunt de laden voor reiniging verwijderen.
U kunt de laden verwijderen om VarioSpace te gebruiken.
De wijze van verwijderen en aanbrengen van de laden
is afhankelijk van het uitschuifsysteem. Uw apparaat kan
verschillende uitschuifsystemen bevatten.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uOnderste schuiflade in het apparaat laten!
uLaat de ventilatieopeningen aan de binnenkant van de
achterwand altijd vrij!
8.1.1 Lade op telescooprails
De lade loopt op uitschuifbare rails (telescooprails). Er
zijn volledig uitschuifbare telescooprails en gedeeltelijk
uitschuifbare telescooprails. Volledig uitschuifbare laden
kunnen helemaal uit het apparaat getrokken worden.
Gedeeltelijk uitschuifbare laden kunnen niet helemaal uit
het apparaat worden getrokken. Welk systeem in uw appa‐
raat zit, hangt af van het type apparaat.
Lade geleid op glasplaat
De op glasplaat geleide lade kan deels worden uitge‐
schoven.
Lade verwijderen
Fig.68
uLade tot de aanslag eruit trekken. Fig.68(1)
uLade links optillen. Fig.68(2)
uLinker rail erin schuiven. Fig.68(3)
Fig. 69
uLade rechts optillen. Fig. 69(4)
uRechter rail erin schuiven. Fig. 69(5)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 69(6)
Uitrusting
18 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig.70
Als de rails na het verwijderen van de lade nog niet
volledig zijn ingeschoven:
uRails er volledig inschuiven.
Lade plaatsen
Fig.71
uRails erin schuiven.
uLade schuin op rails plaatsen.
Fig.72
uLade neerlaten.
uLade naar achteren erin schuiven.
8.1.2 Bovenste kantelbare lade
Wanneer u de bovenste lade eruit trekt, kantelt die naar
voren. Zo ziet u beter wat er in de lade zit. De functie is
afhankelijk van de hoogte van het apparaat.
Lade verwijderen
Fig.73
uLade tot de aanslag eruit trekken.
uLade aan de voorkant optillen.
uLade van onderen optillen.
uLade naar voren toe verwijderen.
Lade plaatsen
Fig. 74
uLade om de bovenste stoppers leiden. Fig. 74(1)
uLade schuin achter de onderste stoppers op containerrib
plaatsen. Fig. 74(2)
uLade neerlaten.
uNaar achteren erin schuiven.
8.1.3 Lade geleid op containerrib
De lade loopt direct op de containerrib. Er zijn geen rails.
Lade verwijderen
Fig.75
uLade tot de aanslag eruit trekken.
uLade aan de voorkant optillen. Fig.75(1)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig.75(2)
Lade plaatsen
Fig. 76
uLade schuin achter de stoppers op containerrib plaatsen.
(zie Fig. 76)
uLade neerlaten.
uLade naar achteren erin schuiven.
8.1.4 Onderste lade
De lade is de onderste lade in het apparaat. Deze loopt
direct op de laderib. Er zijn geen rails.
Lade verwijderen
1
2
Fig.77
uLade tot de aanslag eruit trekken.
uLade aan de voorkant optillen. Fig.77(1)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig.77(2)
Lade plaatsen
1
Fig.78
uLade schuin rond de stoppers Fig.78(1) leiden.
uLade neerlaten.
uLade naar achteren erin schuiven.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 19
8.2 Uitschuifplateau met IceTower
Fig. 79 Uitschuifplateau met IceTower
(1) IceMaker (3) Bakken voor bijv. pizza,
alcoholische dranken
(2) Inhangschalen voor
ijsblokjes
(4) Uitschuifplateau
Op het uitschuifplateau bevinden zich twee hoge bakken
(IceTower). In de bak Fig. 79 (2) worden ijsblokjes uit de
IceMaker verzameld en bewaard. Bak Fig. 79 (3) is geschikt
voor het bewaren van hoge levensmiddelen zoals pizzas of
alcoholische dranken.
Het uitschuifplateau met IceTower is op een glasplaat met
uitschuifrails gemonteerd. U kunt het uitschuifplateau ter
reiniging uit elkaar nemen.
8.2.1 Uitschuifpateau met IceTower uit elkaar
nemen
Bak verwijderen
Fig.80
uUitschuifplateau eruit trekken.
uBak Fig.80(5) aan voorzijde optillen.
uBak verwijderen.
Fig.81
uInhangschaal Fig.81(6) verwijderen.
uAls ijsblokjes in de inhangschaal zijn: Inhangschaal legen.
wBak en inhangschaal zijn verwijderd en kunnen worden
gereinigd. (zie 9.3.4 Uitrusting reinigen)
Uitschuifplateau verwijderen
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
qBakken zijn verwijderd. (zie Bak verwijderen)
Fig.82
uUitschuifplateau erin schuiven. Fig.82(7)
uUitschuifplateau linksvoor optillen. Fig.82(8)
uUitschuifplateau rechtsvoor optillen. Fig.82(9)
wUitschuifplateau is voor uit de bevestiging losgemaakt.
uUitschuifplateau er naar voren uitnemen. Fig.82(10)
wUitschuifplateau is verwijderd en kan worden gereinigd.
(zie 9.3.4 Uitrusting reinigen)
Glasplaat onder het uitschuifplateau verwijderen
(zie 8.3 Glasplatten)
8.2.2 Uitschuifplateau met IceTower
aanbrengen
Glasplaat onder het uitschuifplateau aanbrengen
(zie 8.3 Glasplatten)
Uitschuifplateau aanbrengen
Fig.83
uRails erin schuiven.
Fig.84
uUitschuifplateau schuin onder de voorste lip aanbrengen.
uSchuin erin schuiven. Zorg ervoor dat de aanslag aan
beide zijden achter de lip is. Fig.84(11)
uUitschuifplateau aan voorzijde neerzetten. Fig.84(12)
Uitrusting
20 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig.85
uUitschuifplateau aan voorzijde omlaag drukken.
wUitschuifplateau vergrendelt hoorbaar.
Bak aanbrengen
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
qUitschuifplateau is aangebracht. (zie Uitschuifplateau
aanbrengen)
Fig.86
uUitschuifplateau eruit trekken.
uUitschuifplateau met een hand vasthouden.
Aanwijzing
De bakken zijn zodanig gevormd dat ze niet kunnen worden
verwisseld.
uBak schuin op het uitschuifplateau plaatsen. Fig.86(13)
uBak er schuin naar achteren inschuiven. Fig.86(14)
uBak aan voorzijde neerzetten. Fig.86(15)
Fig. 87
uInhangschaal Fig. 87(6) voor ijsblokjes aanbrengen.
uUitschuifplateau met bak (IceTower) er inschuiven.
Fig. 87(16)
wUitschuifplateau met IceTower is volledig aangebracht.
8.3 Glasplatten
LET OP
Ontoelaatbare verwijdering van de glasplaat boven de
IceTower!
Beschadigingen aan de IceMaker. De IceMaker is bevestigd
aan de glasplaat boven de IceTower.
uGlasplaat boven de IceTower niet verwijderen.
Sie können die Glasplatte unter den Schubfächern zur Reini‐
gung entnehmen.
Sie können die Glasplatte unter den Schubfächern
entnehmen, um VarioSpace zu nutzen.
8.3.1 Glasplatte entnehmen / einsetzen
Sicherstellen, dass folgende Voraussetzungen erfüllt sind:
qGlasplatte unter Schubfach: Schubfach ist entnommen.
(zie8.1Laden)
qAuszugsbord unter IceTower: IceTower ist entnommen.
(zie8.2 Uitschuifplateau met IceTower)
Glasplatte entnehmen
Fig. 88 Beispielhafte Darstellung der Glasplatte
uGlasplatte vorne anheben. Fig.88(1)
uGlasplatte nach vorne entnehmen. Fig.88(2)
Glasplatte einsetzen
Fig. 89 Beispielhafte Darstellung der Glasplatte
uGlasplatte schräg hinter den Stoppern aufsetzen. (zie
Fig.89)
uGlasplatte absenken.
uGlasplatte nach hinten einschieben.
8.4 IceMaker
De IceMaker dient uitsluitend voor het maken van ijsblokjes
in huishoudelijke hoeveelheden.
Zorg ervoor dat aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
-IceMaker is gereinigd (zie9Onderhoud) .
-IceMaker-lade is gereinigd.
-IceMaker-schuiflade is volledig erin geschoven.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 21
8.4.1 IJsblokjes produceren
De productiecapaciteit is afhankelijk van de vriestempera‐
tuur. Hoe lager de temperatuur hoe meer ijsblokjes er in een
bepaalde periode gemaakt kunnen worden.
Nadat de IceMaker voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
kan het 24 uur duren totdat het eerste ijsblokje wordt gepro‐
duceerd.
uFunctie IceMaker inschakelen .
uVele ijsblokjes produceren: Functie MaxIce inschakelen .
uIjsblokjes gelijkmatig in de schuiflade verdelen om de
vulhoeveelheid te verhogen.
uSchuiflade sluiten: IceMaker begint weer automatisch
met de productie.
Aanwijzing
Wanneer een bepaalde vulhoogte in de IceMaker-schuiflade
is bereikt, worden er geen verdere ijsblokjes geproduceerd.
De IceMaker vult de schuiflade niet tot de rand.
8.5 VarioSpace
Fig.90
U kunt laden en glazen apparaten uit het apparaat nemen.
Zo hebt u plaats voor grote levensmiddelen zoals gevogelte,
vlees, delen van groot wild en hoog gebak. Deze kunnen
daardoor volledig worden ingevroren en verder worden
verwerkt.
uBelastingsgrenzen van de lades en glazen platen in acht
nemen (zie 10.1 Technische gegevens) .
9 Onderhoud
9.1 Uitschuifsystemen demonteren/
monteren
9.1.1 Opmerkingen over demontage
U kunt enkele uitschuifsystemen voor de reiniging demon‐
teren. Uw apparaat kan verschillende uitschuifsystemen
bevatten.
De volgende uitschuifsystemen kunnen worden gedemon‐
teerd of niet worden gedemonteerd:
Uitschuifsysteem demonteerbaar/
niet demonteerbaar
Lade geleid op
glasplaat
demonteerbaar (zie Lade geleid op
glasplaat)
Bovenste kantel
bare lade
niet demonteerbaar
Lade geleid op
bakkenrib
demonteerbaar (zie 9.1.3 Lade geleid
op containerrib)
Onderste lade niet demonteerbaar
IceTower demonteerbaar (zie 9.1.4 IceTower)
9.1.2 Lade op telescooprails
Lade geleid op glasplaat
Uitschuifsysteem demonteren
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
qLade is verwijderd.
qGlasplaat is verwijderd. (zie 8.3 Glasplatten)
Fig. 91 Glasplaat met rails
uVoorste vergrendelhaak naar boven duwen. (1)
uUitschuifrail naar de zijkant (2) en naar achteren (3)
wegschuiven.
Uitschuifsysteem monteren
Fig. 92 Glasplaat met rails
uRail achter vasthaken. (1)
uRail voor vasthaken. (2)
9.1.3 Lade geleid op containerrib
Uitschuifsysteem demonteren
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
qLade is verwijderd. (zie 8.1.3 Lade geleid op containerrib)
Fig. 93 Insteekelement op rechter containerrib
uInsteekelement onder achter grijpen.
uInsteekelement achter naar de zijkant toe eraf trekken.
Fig. 93(1)
uInsteekelement voor naar de zijkant toe eraf trekken.
Fig. 93(2)
Onderhoud
22 * afhankelijk van model en uitvoering
Uitschuifsysteem monteren
Fig. 94 Insteekelement op rechter containerrib
uInsteekelement voor tegen containerrib plaatsen.
Fig. 94(1)
uInsteekelement achter aandrukken. Fig. 94(2)
9.1.4 IceTower
Uitschuifsysteem demonteren
Zorg ervoor dat aan de volgende vereisten is voldaan:
qIceTower is verwijderen. (zie 8.2 Uitschuifplateau met
IceTower)
qGlasplaat is verwijderd. (zie 8.3 Glasplatten)
uUitschuifplateau op een tafel leggen.
wU kunt de rails gemakkelijker van de glasplaat verwij-
deren.
Fig. 95 Glasplaat met rails en vasthouddelen
uVasthouddeel achter omlaag duwen (zie Fig. 95) en
tegelijk rails naar achteren schuiven.
Fig. 96 Glasplaat met rails en vasthouddelen
wHaken van rails komen los van het vasthouddeel.
uRail van vasthouddeel verwijderen.
Fig. 97 Glasplaat met vasthouddelen
uVasthouddeel van glasplaat naar de zijkant toe eraf
trekken.
Uitschuifsysteem monteren
Fig. 98 Glasplaat met vasthouddelen
uVasthouddeel op de glasplaat plaatsen.
uVasthouddeel tot de aanslag op de glasplaat schuiven.
Fig.99Dempingseenheid
De dempingseenheid is aan de linker rails bevestigd. (zie
Fig. 99) Aan de rechter rail is geen dempingseenheid beves‐
tigd.
Fig. 100 Glasplaat met rails en vasthouddelen
Rail met dempingseenheid monteren:
uHaken van de rail op de openingen van het linker vast‐
houddeel plaatsen. Fig. 100(1)
uRail naar voren trekken. Fig. 100(2)
wRail klikt aan de achterkant hoorbaar vast.
Rail zonder dempingseenheid monteren:
uHaken van de rail op de openingen van het rechter vast‐
houddeel plaatsen. Fig. 100(1)
uRail naar voren trekken. Fig. 100(2)
wRail klikt aan de achterkant hoorbaar vast.
9.2 Apparaat ontdooien
9.2.1 Met NoFrost ontdooien
Met NoFrost-systeem gebeurt het ontdooien automatisch.
Het vocht condenseert op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt.
Het apparaat hoeft niet ontdooid te worden.
Aanwijzing
Waterdruppels kunnen zich op de bodem van het apparaat
verzamelen.
Wanneer u het apparaat buiten werking stelt:
uEen handdoek voor het apparaat leggen om eventuele
waterdruppels die eruit kunnen lopen op te vangen.
(zie11 Buiten bedrijf stellen)
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 23
9.3 Apparaat reinigen
9.3.1 Voorbereiden
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok!
uTrek de stekker van de koelkast uit het stopcontact of
onderbreek de stroomtoevoer.
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uDe buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha‐
digen.
uApparaat leegmaken.
uNetstekker eruit halen.
9.3.2 Behuizing reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
uBehuizing met een zachte, schone doek schoonvegen.
Bij sterke vervuiling lauwwarm water met neutraal reini‐
gingsmiddel gebruiken. Glazen oppervlakken kunnen ook
met een glasreinigingsmiddel worden gereinigd.
9.3.3 Binnenruimte reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
uKunststof vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uMetalen vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
9.3.4 Uitrusting reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
Reinigen met een zachte, schone doek, lauwwarm water en
een beetje spoelmiddel:
- Uittrekbord IceTower
- Schuiflade
Let op: Magneet van de schuiflade niet verwijderen!
Magneet zorgt voor correcte werking van de IceMaker.
- Invriesblad
Reinigen met een vochtige doek:
- Telescooprails
Let op: Het vet in de geleiders dient voor de smering en
mag niet worden verwijderd!
Reinigen in de vaatwasser tot 60°C:
-IJsblokjesschep
uUitrusting demonteren: zie betreffende hoofdstuk.
uUitrusting reinigen.
9.3.5 IceMaker reinigen
De IceMaker kan op verschillende manieren worden gerei‐
nigd.
De reiniging moet worden uitgevoerd bij:
qEerste inbedrijfname
qMet wateraansluiting:
Niet gebruik langer dan 5 dagen.
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qIceMaker-schuiflade is leeggemaakt.
qIceMaker-schuiflade is erin geschoven.
qIceMaker is geactiveerd.
Bij de eerste inbedrijfstelling of wanneer het apparaat
gedurende langere tijd niet is gebruikt
IceMaker met functie TubeClean reinigen.
uLege bak van 1,5 l (max. hoogte 10 cm) in de lade onder
de IceMaker plaatsen.
uFunctie TubeClean activeren.
wSpoelen wordt voorbereid (max. 60 min.): Symbool
pulseert.
wWaterleidingen worden gespoeld: Symbool knippert.
wSpoelproces is beëindigd: Functie is automatisch gedeac‐
tiveerd.
uIceMaker-schuiflade eruit halen en bak verwijderen.
uIceMaker-schuiflade met warm water en een beetje
spoelmiddel reinigen.
uDe IceMaker-schuiflade er weer inschuiven.
wDe productie van ijsblokjes start automatisch.
uIJsblokjes die 24 uur na de eerste productie van ijsblokjes
zijn gemaakt, afvoeren.
Bij een reinigingsbehoefte
IceMaker handmatig reinigen.
uIceMaker-schuiflade eruit halen en met warm water en
een beetje spoelmiddel reinigen.
uDe IceMaker-schuiflade er weer inschuiven.
wDe productie van ijsblokjes start automatisch.
9.3.6 Na het reinigen
uApparaat en uitrustingsdelen droogwrijven.
Onderhoud
24 * afhankelijk van model en uitvoering
uApparaat aansluiten en inschakelen.
uSuperFrost inschakelen (zie 7.2 Apparaatfuncties) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
uLevensmiddelen plaatsen.
uReiniging regelmatig herhalen.
10 Klantenhulp
10.1 Technische gegevens
Temperatuurbereik
Invriezen  -28°C tot -15°C
Maximale invrieshoeveelheid/24h
Vriesgedeelte zie typeplaatje onder „invriescapaci‐
teit …/24 h
Maximaal laadgewicht van de uitrusting
Uitrusting Apparaat
breedte
550 mm
(zie monta‐
gehandlei‐
ding, appa‐
raatafme‐
tingen)
Apparaat
breedte
600 mm
(zie
montage‐
handlei‐
ding,
apparaa‐
tafme‐
tingen)
Apparaat
breedte
700 mm
(zie monta‐
gehandlei‐
ding, appa‐
raatafme‐
tingen)
Lade geleid op
containerrib
(zie 8.1.3 Lade
geleid op contai‐
nerrib)
 14 kg  19 kg  19 kg
Lade geleid op
glasplaat
(zie 8.1.1 Lade op
telescooprails)
 12 kg  15 kg  22 kg
Onderste lade
(zie 8.1.4 Onderste
lade)
--  11 kg  19 kg
Bovenste kantel
bare lade
(zie 8.1.2 Bovenste
kantelbare lade)
--  19 kg  19 kg
Product van ijsblokjes met IceMaker
Productie van
ijsblokjes/24h
Bij temperatuur -18 °C: 0,8 kg
ijsblokjes
Maximale productie
van ijsblokjes/24h
Als de functie MaxIce actief is: 1,2 kg
ijsblokjes
10.2 Bedrijfsgeluiden
Het apparaat veroorzaakt tijdens de werking verschillende
loopgeluiden.
-Bij een lage koelcapaciteit werkt het apparaat zuiniger,
maar langer. De geluidssterkte is lager.
-Bij een krachtige koelcapaciteit worden levensmiddelen
sneller gekoeld. De geluidssterkte is hoger.
Voorbeelden:
Geactiveerde functies (zie 7.2 Apparaatfuncties)
Draaiende ventilator
Vers erin gelegde levensmiddelen
Hoge omgevingstemperatuur
Lang geopende deur
Geluiden Mogelijke oorzaak Type geluid
Borrelen en ruisen Koelmiddel
stroomt in het
koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Blazen en sissen Koelmiddel spuit in
het koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Brommen Het apparaat koelt.
De geluidssterkte
is afhankelijk van
de koelcapaciteit.
Normaal
werkingsgeluid
Zoemen en ruisen De ventilator
draait.
Normaal bedrijfs‐
geluid
Klikken Componenten
worden in- en
uitgeschakeld.
Normaal schakel
geluid
Ratelen of
zoemen
Ventielen of
klappen zijn actief.
Normaal schakel
geluid
Zacht koppen,
zoemen of
piepen*
Het ventiel is
actief.
Normaal bedrijfs‐
geluid
Geluiden Mogelijke
oorzaak
Type geluid Oplossen
Trilling Ongeschikte
opbouw
Foutgeluid Apparaat met
stelvoeten
horizontaal
uitlijnen.
Klapperen Uitrusting,
Voorwerpen
aan de
binnenkant
van het
apparaat
Foutgeluid Uitrustings‐
delen beves‐
tigen.
Afstand
tussen de
voorwerpen
laten.
10.3 Technische storing
Uw apparaat is zo geconstrueerd en gemaakt dat de func‐
tionele veiligheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Mocht er tijdens het bedrijf toch een storing optreden,
controleer dan a.u.b. of de storing te wijten is aan een
bedieningsfout. In dat geval moet u tijdens de garantiepe‐
riode de ontstane kosten zelf betalen.
De volgende storingen kunt u zelf oplossen.
Klantenhulp
* afhankelijk van model en uitvoering 25
10.3.1 Apparaatfunctie
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De netstekker zit niet correct in het
stopcontact.
uDe netstekker controleren.
De zekering van de netstekker is
niet in orde.
uZekering controleren.
→ Stroomuitval uApparaat gesloten houden.
uLevensmiddelen beschermen: Koelaccu's boven op de
levensmiddelen leggen of een decentrale vrieskast
gebruiken als de stroomuitval langer duurt.
uOntdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
De apparaatstekker is niet correct
in het apparaat gestoken.
uApparaatstekker controleren.
Temperatuur is
niet voldoende
koud.
De apparaatdeur is niet correct
gesloten.
uApparaat sluiten.
De be- en ontluchting is niet toerei‐
kend.
uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uProbleemoplossing: (zie 1.4 Toepassingsgebied van het
apparaat)
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de vereiste temperatuur vanzelf terug‐
keert. Als dit niet gebeurt, contact opnemen met de
klantenservice. (zie 10.4 Klantenservice)
Er werden grote hoeveelheden
verse levensmiddelen zonder
SuperFrost erin gelegd.
uProbleemoplossing: (zie SuperFrost)
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
Het deurrubber is
defect of moet om
een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden
vervangen. Er kan zonder gereed‐
schap een nieuw deurrubber
worden geplaatst.
uContact opnemen met de klantenservice. (zie 10.4 Klan‐
tenservice)
Het apparaat
is bevroren
of er heeft
zich condenswater
gevormd.
Het deurrubber kan uit de groef
geschoven zijn.
uHet deurrubber op een correcte passing in de groef
controleren.
Het apparaat is
aan de buitenkant
warm*.
De warmte van het koelcircuit
wordt ter voorkoming van condens‐
water gebruikt.
uDit is normaal.
10.3.2 Uitrusting
Probleem Oorzaak Oplossing
De IceMaker kan
niet worden inge‐
schakeld.
Het apparaat en zodoende de
IceMaker zijn niet aangesloten.
uApparaat sluiten (zie montagehandleiding).
De IceMaker maakt
geen ijsblokjes.
De IceMaker is niet ingeschakeld. uIceMaker inschakelen.
De schuiflade van de IceMaker is
niet correct gesloten.
uDe schuiflade correct erin schuiven.
Klantenhulp
26 * afhankelijk van model en uitvoering
Probleem Oorzaak Oplossing
De wateraansluiting is niet open. uDe wateraansluiting openen.
10.4 Klantenservice
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie 10Klan‐
tenhulp) . Als dit niet het geval is, dient u contact op te
nemen met de klantenservice.
U vindt het adres in de bijgevoegde brochure „Liebherr
Service” of op home.liebherr.com/service.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 9 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
10.4.1 Contact opnemen met de klantenservice
Controleren of de volgende apparaatinformatie beschikbaar
is:
qApparaataanduiding (model en index)
qServicenr. (Service)
qSerienr. (S-Nr.)
uApparaatinformatie via het display oproepen. (zie Appa‐
raatinformatie)
-of-
uApparaatinformatie van het typeplaatje aflezen.
(zie 10.5 Typeplaatje)
uApparaatinformatie noteren.
uDe klantenservice informeren: Fout en apparaatinfor
matie mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uVerdere instructies van de klantenservice opvolgen.
10.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van de
schuifladen, aan de binnenkant van het apparaat.
Fig. 101
(1) Apparaatbeschrijving (3) Serienr.
(2) Servicenr.
uInformatie van het typeplaatje lezen.
11 Buiten bedrijf stellen
uApparaat leegmaken.
uIceMaker deactiveren. (zie IceMaker deactiveren)
uApparaat uitschakelen. (zie Apparaat uitschakelen)
uNetstekker eruit halen.
uIndien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit halen
en gelijktijdig van links naar rechts bewegen.
uHanddoek voor het apparaat leggen om eventueel vrijko‐
mende waterdruppels op te vangen.
uApparaat reinigen. (zie 9.3 Apparaat reinigen)
uDeur open laten, zodat er geen slechte geuren ontstaan.
12 Afvalverwijdering
12.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen.
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij-
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
12.2 Apparaat volgens milieuvoor
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere
inleverpunten zoals het gemeen‐
telijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland: U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.
Buiten bedrijf stellen
* afhankelijk van model en uitvoering 27
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrijko‐
mend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Afvalverwijdering
28 * afhankelijk van model en uitvoering
Afvalverwijdering
* afhankelijk van model en uitvoering 29
home.liebherr.com/fridge-manuals
Vrieskast
Datum van uitgave: 20240202 Artikelnr.-index:7088536-00
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79
88416Ochsenhausen
Deutschland
Gebruikshandleiding
Quality, Design and Innovation
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 3
1.1 Leveringsomvang......................................................... 3
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht.......................... 3
1.3 SmartDevice.................................................................. 3
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 4
1.5 Conformiteit.................................................................. 4
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening....... 4
1.7 EPREL-database........................................................... 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 4
3 Werking van het Touch-display............................ 6
3.1 Navigatie en verklaring van symbolen..................... 6
3.2 Menu's............................................................................ 7
3.3 Slaapstand.................................................................... 7
4 In gebruik nemen................................................... 7
4.1 Apparaat inschakelen (eerste inbedrijfstelling)...... 7
5 Opslag.................................................................... 8
5.1 Instructies voor opslag............................................... 8
5.2 Koelgedeelte................................................................. 8
5.3 BioFresh......................................................................... 8
5.4 ****-Vriesvak*.............................................................. 8
5.5 Opslagtijden.................................................................. 9
6 Energie sparen....................................................... 10
7 Bediening............................................................... 10
7.1 Bedienings- en weergave-elementen....................... 10
7.1.1 Status-weergave.......................................................10
7.1.2 Symbolen....................................................................10
7.2 Apparaatfuncties......................................................... 10
7.2.1 Opmerkingen over de functies van het apparaat....
10
Apparaat uitschakelen.............................................10
WLAN......................................................................... 10
Temperatuur............................................................... 11
Temperatuureenheid................................................12
BioFresh B-Value......................................................12
C-Value*.....................................................................12
D-Value...................................................................... 12
SuperCool................................................................... 12
HolidayMode.............................................................. 13
SabbathMode............................................................13
E-Saver........................................................................13
CleaningMode...........................................................14
Display-helderheid...................................................14
Deuralarm...................................................................14
Invoerblokkering.......................................................14
Info...............................................................................15
herinnering.................................................................15
Demomodus.............................................................. 15
Resetten..................................................................... 16
7.3 Foutmeldingen.............................................................. 16
7.3.1 Waarschuwingen...................................................... 16
8 Uitrusting.............................................................. 16
8.1 Vriesvak 4 sterren*...................................................... 16
8.2 Deurafsteller................................................................. 17
8.3 Draagplateaus.............................................................. 17
8.4 Deelbaar draagplateau............................................... 17
8.5 VarioSafe*..................................................................... 18
8.6 Variabele flessenplank................................................ 20
8.7 Laden.............................................................................. 20
8.8 Deksel Fruit & Vegetable-Safe................................... 21
8.9 Vochtregeling................................................................ 21
8.10 Flessenhouder.............................................................. 22
9 Onderhoud............................................................. 22
9.1 FreshAir-actiefkoolfilter.............................................. 22
9.2 Uitschuifsystemen demonteren/monteren............. 22
9.3 Apparaat ontdooien..................................................... 23
9.4 Vriesvak handmatig ontdooien*................................ 23
9.5 Apparaat reinigen......................................................... 23
10 Klantenhulp........................................................... 24
10.1 Technische gegevens.................................................. 24
10.2 Bedrijfsgeluiden........................................................... 24
10.3 Technische storing....................................................... 24
10.4 Klantenservice.............................................................. 25
10.5 Typeplaatje.................................................................... 26
11 Buiten bedrijf stellen............................................ 26
12 Afvalverwijdering.................................................. 26
12.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 26
12.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 26
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij uw begrip
dat wij ons het recht voorbehouden veranderingen in vorm,
inrichting en technologie aan te brengen.
Symbool Uitleg
Gebruiksaanwijzing lezen
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, moet u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Volledige gebruiksaanwijzing op internet
U vindt de uitvoerige gebruiksaanwijzing op
internet via de QR-code aan de voorkant van
de gebruiksaanwijzing, op door het service‐
nummer in te voeren op home.liebherr.com/
fridge-manuals.
Het servicenummer vindt u op het typeplaatje:
Fig. Voorbeeld
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Uitleg
Apparaat controleren
Controleer alle onderdelen op transportschade.
Neem bij op- of aanmerkingen contact op met
de distributeur of de klantenservice.
Afwijkingen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Secties die
alleen van toepassing zijn op bepaalde appa‐
raten worden met een sterretje (*) aangeduid.
Instructies voor actie en resultaten van de
actie
Instructies voor actie worden aangeduid met
een .
De resultaten van de actie worden aangeduid
met een .
Videos
Videos over de apparaten vindt u op het
YouTube-kanaal van Liebherr-Hausgeräte.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor:
RB.. / SRB.. 5220 / 5221
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen op transportschade. Neem bij
klachten contact op met de dealer of de klantenservice.
(zie 10.4 Klantenservice)
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
-Rechtopstaand apparaat
-Uitrusting (afhankelijk van het model)
-Montagemateriaal (afhankelijk van het model)
-„Quick Start Guide”
-„Installation Guide
-Servicebrochure
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1 Voorbeeldweergave
Temperatuurbereik
(A) Koelgedeelte (B) BioFresh
(C) Koudste zone (D) 4-sterren-vriesvak*
Uitrusting
(1) Bedieningselementen (8) Fruit & Vegetable-Safe
(2) Glasplaat 4-sterren-
vriesvak*
(9) Afvoeropening
(3) Ventilator met Fres‐
hAir-actievekoolfilters
(10) Typeplaatje
(4) Deelbaar draagplateau (11) Meat & Dairy-Safe
(5) Draagplateaus (12) Flessenrek
(6) Flessenplank geïnte‐
greerd
(13) Flessenhouder
(7) Deksel Fruit & Vege‐
table-Safe
(14) Conservenrek
Aanwijzing
uDraagplateaus, laden of manden zijn in de leveringstoe‐
stand geplaatst voor een optimale energie-efficiëntie.
Veranderingen in de opstelling binnen de gegeven
inschuifmogelijkheden van bijv. draagplateaus in het
koelgedeelte, hebben echter geen effect op het energie‐
verbruik.
1.3 SmartDevice
SmartDevice is de netwerkoplossing voor uw koelapparaat.
Als uw apparaat compatibel is met SmartDevice is of hier
voor is voorbereid, kunt u uw apparaat snel en eenvoudig
in uw WLAN integreren. Met de SmartDevice-app kunt u
uw apparaat vanaf een mobiel eindapparaat bedienen. In
de SmartDevice-app zijn aanvullende functies en instelmo‐
gelijkheden beschikbaar.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Op een voor
SmartDevice voor
bereid apparaat:
Uw apparaat is op gebruik met de
SmartDeviceBox voorbereid. U moet
eerst de SmartDeviceBox kopen en
deze dan installeren. Om uw apparaat
met WLAN te kunnen verbinden, moet
u de SmartDevice-app downloaden.
Meer informatie
over SmartDevice:
smartdevice.liebherr.com
SmartDeviceBox
in de Liebherr-
Hausgeräte-shop
kopen:
home.liebherr.com/shop/de/deu/
smartdevicebox.html
SmartDevice-app
downloaden:
Na installatie en configuratie van de
SmartDevice-app kunt u uw apparaat
met de SmartDevice-app en de appa‐
raatfunctie WLAN (zie WLAN) in uw
WLAN integreren.
Aanwijzing
In de volgende landen is de SmartDevice-functie niet
beschikbaar: Rusland, Belarus, Kazachstan.
U kunt de SmartDeviceBox niet gebruiken.
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat is niet geschikt voor het
invriezen van levensmiddelen.*
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik als
inbouwapparaat.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat‐
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
SN-ST 10 °C tot 38 °C
SN-T 10 °C tot 43 °C
1.5 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften
en de desbetreffende richtlijnen.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
Het BioFresh-vak voldoet aan de eisen van een koelvak
volgens DIN EN 62552:2020.
1.6 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.7 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hier
voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding monteren, aansluiten
en afvoeren.
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij‐
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 Werking van het Touch-display
U bedient uw apparaat met het Touch-display. Met het
Touch-display (verder display genoemd) selecteert u de
functies van het apparaat door te tikken. Als u gedurende
10 seconden geen actie op het display uitvoert, gaat het
display terug naar het bovenliggende menu of rechtstreeks
naar de statusweergave.
3.1 Navigatie en verklaring van
symbolen
In de afbeeldingen worden verschillende symbolen voor
navigatie op het display gebruikt. Deze symbolen worden
in de volgende tabel beschreven.
Symbool Beschrijving
Op de navigatiepijl vooruit
drukken:
In het menu één stap verder
gaan.
Op de navigatiepijl achteruit
drukken:
In het menu één stap terug‐
gaan.
Meerdere keren achter
elkaar op de navigatiepijl
drukken:
In het menu verdergaan tot
de gewenste functie.
Op het bevestigingssymbool
drukken:
Functie activeren/deacti‐
veren.
Submenu openen.
Tegelijk op het bevestigings‐
symbool en het terugsym‐
bool drukken:
Eén menuniveau terug‐
springen.
Pijl met klok:
Het duurt meer dan
10 seconden voordat de
volgende weergave op het
display verschijnt.
Pijl met tijdweergave:
Het duurt de aangegeven
tijd voordat de volgende
weergave op het display
verschijnt.
Symbool "Instellingsmenu"
openen:
Naar het instellingsmenu
navigeren en het instellings‐
menu openen.
Indien vereist: In het instel
lingsmenu naar de gewenste
functie navigeren.
(zie 3.2.1 Instellingenmenu
openen)
Symbool "Uitgebreid menu"
openen:
Naar het uitgebreide menu
navigeren en het uitgebreide
menu openen.
Indien vereist: In het uitge‐
breide menu naar de
gewenste functie navigeren.
(zie 3.2.2 Uitgebreid menu
openen)
Werking van het Touch-display
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Beschrijving
Geen actie gedurende
10 seconden
Als u gedurende 10 seconden
geen actie op het display
uitvoert, gaat het display
terug naar het bovenliggende
menu of rechtstreeks naar de
statusweergave.
Deur openen en sluiten Als u de deur opent en direct
weer sluit, springt het display
direct terug naar de status‐
weergave.
Opmerking: Afbeeldingen van het display worden met
Engelse begrippen weergegeven.
3.2 Menu's
De functies van het apparaat zijn over verschillende menu's
verdeeld.
Menu Beschrijving
Hoofdmenu Wanneer u het apparaat inschakelt,
bevindt u zich automatisch in het hoofd‐
menu.
Vanaf hier navigeert u naar de belang‐
rijkste functies van het apparaat, het
instellingenmenu en het uitgebreide menu.
Instellingen‐
menu
Het instellingenmenu bevat de overige
apparaatfuncties voor het instellen van uw
apparaat.
(zie 3.2.1 Instellingenmenu openen)
Uitgebreid
menu
Het uitgebreide menu bevat speciale appa‐
raatfuncties voor het instellen van uw
apparaat. De toegang tot het uitgebreide
menu wordt beveiligd met de cijfercode
1 5 1.
(zie 3.2.2 Uitgebreid menu openen)
3.2.1 Instellingenmenu openen
Fig. 2 Voorbeeld
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wInstellingenmenu is geopend.
uIndien vereist: Naar de gewenste functie navigeren.
3.2.2 Uitgebreid menu openen
Fig. 3
Fig. 4 Voorbeeldweergave, toegang met cijfercode 151
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wGeavanceerd menu is geopend.
uIndien vereist: Naar de gewenste functie navigeren.
3.3 Slaapstand
Als u het display 1 minuut niet aanraakt, schakelt het
display over naar de slaapstand. In de slaapstand is de
helderheid van het display gedimd.
3.3.1 Slaapstand beëindigen
uOp een willekeurige navigatietoets drukken.
wSlaapstand is beëindigd.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat inschakelen (eerste inbe‐
drijfstelling)
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qApparaat is overeenkomstig de montage-instructies
opgesteld en aangesloten.
qAlle plakstroken, plak- en beschermfolies alsook de
transportbeveiligingen in en op het apparaat zijn verwij‐
derd.
qAlle reclame-inserts zijn uit de laden verwijderd.
qWerking van het Touch-display is bekend. (zie 3 Werking
van het Touch-display)
uApparaat via hetTouch-display inschakelen:
Fig. 5 Voorbeeld
wStatusweergave verschijnt.
wApparaat koelt af tot de in de fabriek ingestelde doeltem‐
peratuur.
wApparaat start in de demomodus (statusweergave met
DEMO verschijnt): Als het apparaat in de demomodus
start, kunt u de demomodus binnen de volgende 5
minuten deactiveren. (zie Demomodus)
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Meer informatie:
-SmartDevice in gebruik nemen. (zie 1.3 SmartDevice) en
(zie WLAN)
Aanwijzing
De fabrikant adviseert het volgende:
uLevensmiddelen plaatsen: ca. 6 uur wachten tot de inge‐
stelde temperatuur is bereikt.
uDiepvriesproducten bij -18 °C of kouder in de diepvriezer
leggen.*
uBewaarinstructies in acht nemen. (zie 5.1 Instructies voor
opslag)
Aanwijzing
Toebehoren zijn verkrijgbaar in de Liebherr-Hausgeräte-shop
op home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
5 Opslag
5.1 Instructies voor opslag
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uGeen elektrische apparaten in het levensmiddelenge‐
deelte van het apparaat gebruiken, wanneer deze daar
voor niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uHoud de luchtopening altijd vrij.
De volgende bewaarvoorschriften in acht nemen:
-Luchtspleten binnen bij de achterwand vrijhouden.
-Luchtspleten bij de ventilator vrijhouden.
-In het vriesvak: Levensmiddelen goed verpakken.*
-Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak
aannemen of afgeven, in gesloten containers verpakken
of afdekken.
-Rauw vlees of rauwe vis in schone, gesloten containers
bewaren. Zo voorkomt u dat vlees of vis in contact komen
met andere levensmiddelen.
-Vloeistoffen in gesloten houders bewaren.
-Levensmiddelen met tussenafstand bewaren zodat de
lucht goed kan circuleren.
-Levensmiddelen overeenkomstig de aanwijzingen op de
verpakking bewaren.
-Altijd de op de verpakking vermelde minimale houdbaar
heidsdatum in acht nemen.
Aanwijzing
Het niet opvolgen van deze gegevens kan leiden tot bederf
van levensmiddelen.
5.2 Koelgedeelte
Door de luchtcirculatie in het apparaat kunnen verschillende
temperatuurzones worden ingesteld. U vindt de verschil‐
lende temperatuurzones in het apparaat- en uitrustings‐
overzicht. (zie 1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht)
5.2.1 Levensmiddelen sorteren
uBovenste gedeelte en deur: Boter, kaas, conserven en
tubes bewaren.
uKoudste temperatuurzone: Licht bederfelijke levensmid‐
delen zoals kant-en-klare maaltijden bewaren.
5.3 BioFresh
BioFresh verlengt bij sommige verse levensmiddelen de
versheid in vergelijking met gebruikelijke koelmethodes.
Aanwijzing
Als de temperatuur onder 0 °C daalt, kunnen levensmid‐
delen bevriezen.
uGroenten die gevoelig zijn voor kou, zoals komkommer,
aubergine, courgette en zuidvruchten, moeten in het
koelgedeelte worden bewaard.
5.3.1 Fruit & Vegetable-safe
Hier wordt een bewaarklimaat rond 0 °C ingesteld. Het
dichte deksel zorgt voor een constante luchtvochtigheid.
Dit klimaat is geschikt voor het bewaren van onverpakte
levensmiddelen met een hoog vochtgehalte (bijv. sla,
groenten, fruit).
De luchtvochtigheid in het vak is afhankelijk van het vocht
gehalte van de bewaarde producten en hoe vaak het
vak wordt geopend. U kunt de luchtvochtigheid regelen.
(zie 8.9 Vochtregeling)
Levensmiddelen sorteren
uOnverpakte groenten en fruit bewaren.
Als de luchtvochtigheid te hoog is:
uLuchtvochtigheid regelen. (zie 8.9 Vochtregeling)
5.3.2 Meat & Dairy-safe
Hier wordt een bewaarklimaat rond 0 °C ingesteld. Dit
klimaat is geschikt voor gevoelige levensmiddelen (bijv.
zuivelproducten, vlees, vis, worst).
Levensmiddelen sorteren
uDroge of verpakte levensmiddelen bewaren.
5.4 ****-Vriesvak*
Hier heerst bij -18 °C een droog, ijskoud klimaat. Een
ijskoud klimaat is geschikt voor het bewaren van diepvries‐
producten gedurende meerdere maanden, voor het maken
van ijsblokjes en voor het invriezen van verse levensmid‐
delen.
De luchttemperatuur in het vriesvak, gemeten met een
thermometer of andere meetapparatuur, kan variëren. De
temperatuurschommelingen zijn in een halfvol of leeg
vriesvak groter en het is mogelijk dat temperaturen hoger
dan -18 °C worden bereikt.
5.4.1 Levensmiddelen invriezen
U kunt binnen 24 uur maximaal zoveel verse levensmiddelen
invriezen als op het typeplaatje (zie 10.5 Typeplaatje) onder
"Invriescapaciteit ... kg/24h" wordt aangegeven.
Houd u aan de volgende hoeveelheden per verpakking zodat
de levensmiddelen snel tot de kern bevriezen:
-Groenten en fruit tot 1 kg
-Vlees tot 2,5 kg
Levensmiddelen sorteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
uFlessen en blikjes met drinken niet invriezen!
uVerpakte levensmiddelen in het vriesvak leggen zodat ze
contact hebben met de bodem of de zijwanden.
Opslag
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Levensmiddelen ontdooien
WAARSCHUWING
Gevaar voor voedselvergiftiging!
uOntdooide levensmiddelen nooit weer terug invriezen.
uVerwerk ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk.
U kunt levensmiddelen op verschillende manieren
ontdooien:
-In het koelgedeelte
-In de magnetron
-In de oven/heteluchtoven
-Bij kamertemperatuur
uSlechts zoveel levensmiddelen verwijderen als nodig is.
5.5 Opslagtijden
De aangegeven opslagtijden zijn richtwaarden.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
5.5.1 Koelgedeelte
De minimale houdbaarheidsdatum op de verpakking is van
toepassing.
5.5.2 BioFresh
Richtwaarden voor de opslagduur in Meat & Dairy-Safe
boter bij 1 °C tot 90 dagen
harde kaas bij 1 °C tot 110 dagen
melk bij 1 °C tot 12 dagen
worst, beleg bij 1 °C tot 8 dagen
gevogelte bij 1 °C tot 6 dagen
varkensvlees bij 1 °C tot 6 dagen
rundvlees bij 1 °C tot 6 dagen
wild bij 1 °C tot 6 dagen
Aanwijzing
uLet op: eiwitrijkere levensmiddelen bederven sneller.
d.w.z. schaaldieren bederven sneller dan vis en vis sneller
dan vlees.
Richtwaarden voor de opslagduur in Fruit & Vegetable-
Safe
groenten, salade
artisjokken bij 1 °C tot 14 dagen
selderij bij 1 °C tot 28 dagen
bloemkool bij 1 °C tot 21 dagen
Broccoli bij 1 °C tot 13 dagen
chicorée bij 1 °C tot 27 dagen
veldsla bij 1 °C tot 19 dagen
erwten bij 1 °C tot 14 dagen
boerenkool bij 1 °C tot 14 dagen
wortels bij 1 °C tot 80 dagen
knoflook bij 1 °C tot 160 dagen
koolrabi bij 1 °C tot 14 dagen
Richtwaarden voor de opslagduur in Fruit & Vegetable-
Safe
kropsla bij 1 °C tot 13 dagen
kruiden bij 1 °C tot 13 dagen
prei bij 1 °C tot 29 dagen
champignons bij 1 °C tot 7 dagen
radijsjes bij 1 °C tot 10 dagen
spruitjes bij 1 °C tot 20 dagen
asperge bij 1 °C tot 18 dagen
spinazie bij 1 °C tot 13 dagen
savooiekool bij 1 °C tot 20 dagen
Fruit
abrikozen bij 1 °C tot 13 dagen
appels bij 1 °C tot 80 dagen
peren bij 1 °C tot 55 dagen
braambessen bij 1 °C tot 3 dagen
dadels bij 1 °C tot 180 dagen
aardbeien bij 1 °C tot 7 dagen
vijgen bij 1 °C tot 7 dagen
blauwe bosbessen bij 1 °C tot 9 dagen
frambozen bij 1 °C tot 3 dagen
rode bessen bij 1 °C tot 7 dagen
kersen, zoet bij 1 °C tot 14 dagen
kiwi bij 1 °C tot 80 dagen
perziken bij 1 °C tot 13 dagen
pruimen bij 1 °C tot 20 dagen
vossenbessen bij 1 °C tot 60 dagen
rabarber bij 1 °C tot 13 dagen
kruisbessen bij 1 °C tot 13 dagen
druiven bij 1 °C tot 29 dagen
5.5.3 Vriesvak*
Richtwaarden voor de opslagduur van verschillende
levensmiddelen
IJs bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Worst, ham bij -18 °C 2 tot 3 maanden
Brood, bakkerijpro‐
ducten
bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees bij -18 °C 6 tot 9 maanden
Vis, vet bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Vis, mager bij -18 °C 6 tot 8 maanden
Kaas bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees bij -18 °C 6 tot 12 maanden
Groente, fruit bij -18 °C 6 tot 12 maanden
Opslag
* afhankelijk van model en uitvoering 9
6 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.4 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Levensmiddelen gesorteerd rangschikken:
home.liebherr.com/food.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze
niet te warm worden.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera‐
tuur laten afkoelen.
-Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.*
-Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is:
Apparaat ontdooien.*
-Bij langere vakantieperioden de HolidayMode gebruiken
(zie HolidayMode) gebruiken.
Stof verhoogt het energieverbruik:
-De koelmachine met warmtewisselaar
- metalen roosters aan de achterkant
van het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
7 Bediening
7.1 Bedienings- en weergave-elementen
7.1.1 Status-weergave
Fig. 6
(1) Temperatuurweergave
van het koelgedeelte
De Status-weergave toont de ingestelde temperatuur en
staat in de beginweergave. Van hieruit vindt de navigatie
naar de functies en instellingen plaats.
7.1.2 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Symbool Toestand van het apparaat
Stand-by
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Symbool Toestand van het apparaat
Knipperend cijfer
Apparaat werkt. Temperatuur
pulseert tot de ingestelde waarde
is bereikt.
Knipperend symbool
Apparaat werkt. Instelling wordt
uitgevoerd.
Balk wordt opgebouwd
Functie wordt geactiveerd.
7.2 Apparaatfuncties
7.2.1 Opmerkingen over de functies van het
apparaat
De apparaatfuncties zijn af fabriek zo ingesteld dat uw
apparaat volledig functioneel is.
Voordat u de functies van het apparaat wijzigt, activeert of
deactiveert, controleert u of aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
qU hebt de beschrijvingen over de werking van het display
gelezen en begrepen.
qU hebt kennisgemaakt met de bedienings- en weergave-
elementen van uw apparaat.
Apparaat uitschakelen
Deze instelling maakt het mogelijk om het complete appa‐
raat uit te schakelen.
Complete apparaat uitschakelen
Fig. 7
Fig. 8
wGedeactiveerd: Display wordt zwart.
WLAN
Met deze functie verbindt u uw apparaat met WiFi. U
kunt uw apparaat vervolgens op een mobiel eindapparaat
bedienen via de SmartDevice-app. Met deze functie kunt u
de WiFi-verbinding ook weer verbreken of herstellen.
Om uw apparaat met WiFi te verbinden, hebt u de SmartDe‐
viceBox nodig.
Meer informatie over SmartDevice: (zie 1.3 SmartDevice)
Aanwijzing
In de volgende landen is de SmartDevice-functie niet
beschikbaar: Rusland, Belarus, Kazachstan.
U kunt de SmartDeviceBox niet gebruiken.
Energie sparen
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Voor de eerste keer verbinding maken met WiFi
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
qSmartDeviceBox is gekocht en geplaatst. (zie 1.3 Smart‐
Device)
qSmartDevice-app is geïnstalleerd (zie
apps.home.liebherr.com).
qRegistratie in de SmartDevice-app is afgesloten.
Fig. 9
Fig. 10
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wVerbinding is gemaakt.
WLAN-verbinding verbreken
Fig. 11
Fig. 12
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wVerbinding is verbroken.
WLAN-verbinding resetten
Fig. 13
Fig. 14
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wWiFi-verbinding en andere WiFi-instellingen zijn terug‐
gezet naar de fabrieksinstellingen.
Informatie over de WiFi-verbinding weergeven
Fig. 15
Fig. 16
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
Temperatuur
Met deze functie stelt u de temperatuur in.
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-hoe vaak de deur wordt geopend
-hoe lang de deur geopend blijft
-de ruimtetemperatuur op de plaats van opstelling
-type, temperatuur en hoeveelheid van de levensmiddelen
Temperatuurzone Aanbevolen instelling
Koelgedeelte 5 °C
BioFresh
(zie Temperatuur in de BioFresh
instellen)
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Temperatuur instellen in het koelgedeelte
Fig. 17
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wTemperatuur is ingesteld.
Temperatuur in de BioFresh instellen
De temperatuur stelt u in via de BioFresh B-Value in het
klantmenu.
Temperatuureenheid
Met deze functie stelt u de temperatuureenheid in. U kunt
als temperatuureenheid graden Celsius en graden Fahren‐
heit instellen.
Temperatuureenheid instellen
Fig. 18
Fig. 19 Voorbeeldweergave: Tussen Celsius en graden
Fahrenheit schakelen.
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wTemperatuureenheid is ingesteld.
BioFresh B-Value
De temperatuur in de BioFresh is bij levering ingesteld op
B5. De statusindicatie op het display toont de bijhorende
temperatuurinstelling in de BioFresh.
U kunt deze waarde iets wijzigen, als dit door hogere of
lagere omgevingstemperatuur nodig is. Bij de instelling van
de waarde in acht nemen:
Waarde Beschrijving
B1 laagste temperatuur
B1-B4 De temperatuur kan onder 0 °C dalen, waardoor
de levensmiddelen snel kunnen bevriezen.
B5 vooraf ingestelde temperatuur
Waarde Beschrijving
B9 hoogste temperatuur
BioFresh B-Value
Instelling kiezen
uWaarde instellen in het klantenmenu .
C-Value*
Met deze functie stelt u de C-Value in. Met de C-Value kunt
u het ****-vriesvak iets warmer of kouder instellen. De C-
Value is bij uitlevering op de waarde C5 ingesteld.
Waarde Beschrijving
C1 t/m C4 ****-vriesvak wordt kouder.
C5 vooraf ingestelde waarde
C6 t/m C9 ****-vriesvak wordt warmer.
C-Value instellen
Fig. 20
Fig. 21 Voorbeeldweergave: Van C5 naar C6 schakelen.
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wC-Value is ingesteld.
D-Value
De D-Value is voor uw apparaat vooraf ingesteld en mag
niet worden gewijzigd.
SuperCool
Met deze functie schakelt u naar het hoogste afkoelver
mogen. Daardoor kunt u lagere koeltemperaturen bereiken.
De functie heeft betrekking op het koelgedeelte Fig. 1 (A)
Bovendien bereikt u lagere temperaturen in het 4-sterren
vriesvak.*
Toepassing:
-Grotere hoeveelheden levensmiddelen snel afkoelen.
-Levensmiddelen invriezen.*
Functie activeren / deactiveren
uProducten in het 4-sterren vriesvak leggen: Functie 3 uur
vooraf activeren.*
uProducten in het koelgedeelte leggen: Functie bij het
plaatsen van de producten activeren.
uActiveren / deactiveren .
Bediening
12 * afhankelijk van model en uitvoering
De functie wordt automatisch gedeactiveerd. Daarna draait
het apparaat in de normale modus verder. De temperatuur
stelt zich op de ingestelde waarde in.
HolidayMode
Deze functie zorgt voor een minimaal energieverbruik
tijdens langdurige afwezigheid. De temperatuur van het
koeldeel wordt op 15 °C ingesteld en bij het bereiken op
het statusbeeldscherm weergegeven.
Toepassing:
-Energie sparen tijdens een langere afwezigheid.
-Voorkomen van slechte geuren en schimmelvorming
tijdens een langere afwezigheid.
Functie activeren / deactiveren
uKoelgedeelte volledig leegmaken.
uActiveren / deactiveren.
wGeactiveerd: Koeltemperatuur wordt verhoogd.
wGedeactiveerd: eerder ingestelde temperatuur wordt
hersteld.
SabbathMode
Met deze functie activeer of deactiveert u de SabbathMode.
Als u deze functie activeert, worden sommige elektroni‐
sche functies uitgeschakeld. Dit betekent dat uw apparaat
voldoet aan de religieuze vereisten op Joodse feestdagen
zoals Sabbat en voldoet aan de STAR-K Kosher certificering.
Apparaatstatus bij actieve SabbathMode
De statusweergave geeft continu SabbathMode weer.
Alle functies op het display, behalve de functie
SabbathMode deactiveren, zijn vergrendeld.
Actieve functies blijven actief.
Het display blijft helder, als u de deur sluit.
De binnenverlichting is gedeactiveerd.
Herinneringen worden niet uitgevoerd. De ingestelde
tijdinterval wordt gestopt.
Herinneringen en waarschuwingen worden niet uitgevoerd.
Er is geen deuralarm.
Er is geen temperatuuralarm.
De ontdooi-cyclus werkt alleen conform de vooraf inge‐
voerde tijd zonder dat het gebruik van het apparaat in acht
wordt genomen.
Na een stroomonderbreking keert het apparaat terug naar
SabbathMode.
Apparaatstatus
Aanwijzing
Dit apparaat is gecertificeerd door het „Institute for Science
and Halacha”. (www.machonhalacha.co.il)
Een lijst met STAR-K-gecertificeerde apparaten vindt u op
www.star-k.org/appliances.
SabbathMode activeren
WAARSCHUWING
Vergiftigingsgevaar door verdorven levensmiddelen!
Als u de SabbathMode geactiveerd hebt en de stroom
uitvalt, verschijnt er geen melding in de statusweergave
over de stroomuitval. Als de stroomuitval voorbij is, werkt
het apparaat verder in SabbathMode. Stroomuitval kan ertoe
leiden dat levensmiddelen bederven. De consumptie ervan
kan voedselvergiftiging veroorzaken.
Na een stroomuitval:
uLevensmiddelen die bevroren waren en ontdooid zijn niet
meer consumeren.
Fig. 22
Fig. 23
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wSabbathMode is geactiveerd.
wStatusweergave geeft permanent SabbathMode weer.
SabbathMode deactiveren
De SabbathMode wordt automatisch gedeactiveerd na
80 uur. U kunt de SabbathMode echter ook op elk moment
handmatig deactiveren:
Fig. 24
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wSabbathMode is gedeactiveerd.
E-Saver
Deze functie activeert of deactiveert de energiebesparings‐
modus. Als u deze functie activeert, daalt het energiever
bruik en stijgt de temperatuur in het apparaat met 2 °C. De
levensmiddelen blijven vers, maar de houdbaarheid wordt
korter.
Temperatuurzone Aanbevolen instel‐
ling (zie Tempera‐
tuur)
Temperatuur bij
actieve E-Saver
Koelgedeelte
5 °C 7 °C
Temperaturen
E-Saver activeren
uNavigatiepijl indrukken tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Fig. 25
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wEnergiebesparingsmodus is geactiveerd.
E-Saver deactiveren
uNavigatiepijl indrukken tot de gewenste functie wordt
weergegeven.
Fig. 26
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDe energiebesparingsmodus is gedeactiveerd.
CleaningMode
Met deze functie activeer of deactiveert u de CleaningMode.
De CleaningMode maakt een comfortabele reiniging van het
apparaat mogelijk.
Deze instelling heeft betrekking op het koelgedeelte.
Toepassing:
-Koelgedeelte reinigen. (zie 9.5 Apparaat reinigen)
Apparaatstatus bij actieve CleaningMode
De statusweergave geeft continu CleaningMode weer.
Het koelgedeelte is uitgeschakeld.
De binnenverlichting is geactiveerd.
De herinneringen en waarschuwingen worden niet weerge‐
geven. Er klinkt geen signaaltoon.
Apparaatstatus
CleaningMode activeren
Fig. 27
Fig. 28
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wCleaningMode is geactiveerd.
wStatusweergave geeft permanent CleaningMode weer.
CleaningMode deactiveren
De CleaningMode wordt automatisch gedeactiveerd na
60 minuten. U kunt de CleaningMode echter ook op elk
moment handmatig deactiveren:
Fig. 29
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wCleaningMode is gedeactiveerd.
wApparaat koelt af tot de eerder ingestelde temperatuur.
Display-helderheid
Met deze functie stelt u de helderheid van het display traps‐
gewijs in.
U kunt de volgende helderheidsniveaus instellen:
-40%
-60%
-80%
-100%
Display-helderheid instellen
Fig. 30
Fig. 31 Voorbeeldweergave: Van 80% naar 60% schakelen.
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDisplay-helderheid is ingesteld.
Deuralarm
Deze instelling maakt het instellen van de tijd tot het deur
alarm (zie Deur sluiten) klinkt mogelijk.
De volgende waarden kunnen ingesteld worden:
-1 min.
-2 min.
-3 min.
-Uit
Instelling kiezen
uWaarde instellen (zie 7.3 Foutmeldingen) .
Invoerblokkering
Met deze functie activeert of deactiveert u de invoerblokke‐
ring. De invoerblokkering voorkomt dat het apparaat onvoor
zien door kinderen wordt bediend.
Toepassing:
-Voorkom onbedoelde wijziging van functies.
Bediening
14 * afhankelijk van model en uitvoering
-Voorkom onbedoeld uitschakelen van het apparaat.
-Vermijd onbedoelde temperatuurinstelling.
Invoerblokkering activeren
Als u de invoerblokkering activeert, kunt u in de menu's
navigeren, u kunt echter andere functies niet selecteren of
wijzigen.
Fig. 32
3s
Displ. Lock Displ. Lock
Fig. 33
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wInvoerblokkering is geactiveerd.
Invoerblokkering deactiveren
uMenu Instelling oproepen.
uNavigatiepijl zo vaak indrukken, tot de betreffende
functie wordt weergegeven.
3s
Displ. Lock Displ. Lock
Fig. 34
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wInvoerblokkering is gedeactiveerd.
Info
Deze instelling maakt het aflezen van apparaatinformatie en
de toegang tot het klantenmenu mogelijk.
De volgende gegevens kunnen afgelezen worden:
-Modelnaam
-Index
-Serienummer
-Servicenummer
Apparaatgegevens oproepen
uNavigatiepijl () indrukken tot Instellingen wordt weer
gegeven.
uBevestigen () indrukken.
uNavigatiepijlen () indrukken tot de weergave met de infor
matie wordt weergegeven.
uApparaatgegevens aflezen.
herinnering
Herinneringen worden akoestisch door een geluidssignaal
en optisch door een symbool op het display weergegeven.
Het geluidssignaal versterkt zich en wordt luider, totdat de
melding wordt beëindigd.
FreshAir-actiefkoolfilter vervangen
Deze melding wordt weergegeven als het luchtfilter
vervangen moet worden.
uIedere zes maanden het luchtfilter vervangen.
uMelding bevestigen.
wOnderhoudsinterval begint opnieuw.
wHet luchtfilter garandeert een optimale luchtkwaliteit in
het koelapparaat.
Instelling activeren
uActiveren / deactiveren .
Demomodus
De demomodus is een speciale functie voor dealers die
apparaatfuncties willen demonstreren. Als u de demomodus
activeert, zijn alle koudetechnische functies gedeactiveerd.
Als u uw apparaat inschakelt en in de statusweergave
"Demo" verschijnt, is de demomodus al geactiveerd.
Als u de demomodus activeert en vervolgens weer deacti‐
veert, wordt het apparaat teruggezet naar de fabrieksinstel
lingen. (zie Resetten)
Demomodus activeren
Fig. 35
Fig. 36
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDemomodus is geactiveerd.
wApparaat is uitgeschakeld.
uApparaat inschakelen. (zie 4.1 Apparaat inschakelen
(eerste inbedrijfstelling))
wIn de statusweergave verschijnt "DEMO".
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Demomodus deactiveren
Fig. 37
Fig. 38
uStappen volgens de afbeelding uitvoeren.
wDemomodus is gedeactiveerd.
wApparaat is uitgeschakeld.
uApparaat inschakelen. (zie 4.1 Apparaat inschakelen
(eerste inbedrijfstelling))
wApparaat is teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Resetten
Met deze functie kunnen alle instellingen op de fabrieksin‐
stellingen worden teruggezet. Alle instellingen die u tot nu
toe heeft uitgevoerd worden teruggezet op hun oorspronke‐
lijke instelling.
Instelling activeren
uActiveren .
7.3 Foutmeldingen
Foutmeldingen worden op het display weergegeven. Er zijn
twee categorieën van foutmeldingen:
Categorie Betekenis
Melding Herinnert aan algemene procedures. U kunt
deze procedures uitvoeren en zo de melding
opheffen.
Waarschu‐
wing
Verschijnt bij functiestoringen. Naast de
weergave op het display klinkt een signaal.
De signaaltoon wordt luider tot de weergave
door aantikken wordt bevestigd. Eenvoudige
storingen kunt u zelf verhelpen. Voor ernstige
storingen moet u contact met de klantenser
vice opnemen.
7.3.1 Waarschuwingen
Deur sluiten
De melding wordt weergegeven als de deur te lang open‐
staat.
De tijd totdat de melding wordt weergegeven kan worden
ingesteld .
uAlarm beëindigen: Melding bevestigen.
-of-
uDeur sluiten.
Storing
Deze melding wordt weergegeven als er een storing van het
apparaat optreedt. In een onderdeel van het apparaat is een
storing opgetreden.
uDeur openen.
uFoutcode noteren.
uMelding bevestigen.
wSignaaltoon dempt.
wStatusweergave verschijnt.
uDeur sluiten.
uContact met de klantenservice opnemen. (zie 10.4 Klan‐
tenservice)
8 Uitrusting
8.1 Vriesvak 4 sterren*
8.1.1 Vriesvak openen / sluiten
Fig. 39
Vriesvak openen:
uGreepbereik van onder pakken.
uGrijpplaat indrukken en gelijktijdig de deur naar voren
trekken.
Vriesvak sluiten:
uDeur sluiten en gelijktijdig vanaf de voorkant drukken.
wDeur is vastgeklikt.
Uitrusting
16 * afhankelijk van model en uitvoering
8.2 Deurafsteller
8.2.1 Deurafsteller verplaatsen / verwijderen
Fig. 40
uAfsteller naar boven schuiven.
uNaar voren trekken.
uIn omgekeerde volgorde weer aanbrengen.
8.2.2 Deurafsteller demonteren
De deurafstellers kunnen voor het reinigen worden gede‐
monteerd.
Fig. 41
uDeurafsteller demonteren.
8.3 Draagplateaus
8.3.1 Draagplateaus verplaatsen / verwijderen
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 42
uDraagplateau omhoog tillen en naar voren trekken.
wZijdelingse uitsparing op positie van de steun.
uDraagplateau verplaatsen: Tot willekeurige hoogte
optillen of neerlaten en er inschuiven.
-of-
Fig. 43
uDraagplateau volledig uitnemen: Naar voren uittrekken.
uGemakkelijk verwijderbaar: Draagplateaus schuin zetten.
uDraagplateau weer inzetten: Er helemaal inschuiven.
wUittrekaanslagen zijn naar onder gericht.
wUittrekaanslagen bevinden zich achter het voorste draag‐
plateau.
8.4 Deelbaar draagplateau
8.4.1 Deelbaar draagplateau gebruiken
De draagplateaus moeten worden beveiligd tegen het per
ongelijk omlaag vallen door uittrekaanslagen.
Fig. 44
uDeelbare draagplateaus overeenkomstig de afbeelding
eronder schuiven.
Fig. 45
In de hoogte verstellen:
uGlasplaten afzonderlijk vanaf de voorkant eruit trekken
Fig. 45 (1).
uSteunrails uit de vergrendeling trekken en op de
gewenste hoogte vastklikken.
uGlasplaten afzonderlijk achtereenvolgens erin schuiven.
wVlakke uittrekaanslagen aan de voorkant, direct achter de
steunrail.
wHoge uittrekaanslagen achter.
Beide oppervlakken gebruiken:
uMet een hand de onderste glasplaat vasthouden en naar
voren trekken.
wGlasplaat Fig. 45 (1) met sierlijst ligt voor.
wStops Fig. 45 (3) zijn naar onder gericht.
Apparaten met vriesvak:*
uSteunrails en deelbare draagplateaus niet voor de venti‐
lator aanbrengen.*
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 17
8.5 VarioSafe*
De VarioSafe biedt in het koelgedeelte ruimte voor bijv.
kleine levensmiddelen, verpakkingen, tubes en glazen.
Fig. 46
(1) VarioSafe-lade (3) Uitsparingen op de
linker- en rechterzijwand
(2) Zijwanden met ribben
voor VarioSafe-schuif
lade
8.5.1 VarioSafe plaatsen
Fig. 47
uVarioSafe schuin in het koelgedeelte schuiven Fig. 47 (1),
tot de uitsparingen aan de zijkant Fig. 47 (2) van de Vario‐
Safe op de hoogte van de rib in het koelgedeelte zitten.
Fig. 48
uVarioSafe recht zetten. Fig. 48 (1)
uVarioSafe aan voorkant optillen. Fig. 48 (2)
Fig. 49
uVarioSafe naar voren toe optillen.
uVarioSafe naar achteren toe inzetten.
uVarioSafe laten zakken.
wVarioSafe klikt aan de voorkant hoorbaar vast.
wVarioSafe is geplaatst.
8.5.2 VarioSafe verplaatsen
U kunt de VarioSafe als geheel in het koeldeel zetten.
Fig. 50
uVarioSafe aan voorkant optillen.
Fig. 51
uVarioSafe naar voren trekken tot de uitsparingen aan de
zijkant van de VarioSafe zich ter hoogte van de rib in het
koelgedeelte bevinden. Fig. 51 (1)
uVarioSafe in het koelgedeelte omhoog of omlaag
bewegen tot de gewenste hoogte is bereikt. Fig. 51 (2)
Uitrusting
18 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 52
uVarioSafe aan voorkant optillen.
uVarioSafe naar achteren toe inzetten.
wVarioSafe klikt aan de voorkant hoorbaar vast.
wVarioSafe is op de gewenste hoogte geplaatst.
8.5.3 VarioSafe-lade verplaatsen
U kunt de VarioSafe-lade op twee verschillende hoogten
plaatsen. Als u in de VarioSafe-lade grote levensmiddelen
wilt bewaren, zet u de VarioSafe-lade in op de onderste
rib. Als u in de VarioSafe-lade kleine levensmiddelen wilt
bewaren, zet u de VarioSafe-lade in op de bovenste rib.
Fig. 53
uVarioSafe-lade tot de aanslag eruit trekken.
uVarioSafe-lade aan de voorkant optillen.
uVarioSafe-lade naar voren toe verwijderen.
Fig. 54
uVarioSafe-lade aan de voorkant optillen.
uVarioSafe-lade achter de stoppers op de gewenste rib
Fig. 54 (1) of Fig. 54 (2) plaatsen.
wVarioSafe-lade is op de gewenste hoogte geplaatst.
8.5.4 VarioSafe verwijderen
U kunt de VarioSafe als geheel verwijderen.
Fig. 55
uVarioSafe aan voorkant optillen.
Fig. 56
uVarioSafe naar voren trekken Fig. 56 (1), tot de uitspa‐
ringen aan de zijkant van de VarioSafe zich ter hoogte
van de rib in het koelgedeelte bevinden. Fig. 56 (2)
Fig. 57
uVarioSafe in het koelgedeelte schuin zetten. Fig. 57 (1)
uVarioSafe naar voren toe verwijderen. Fig. 57 (2)
wVarioSafe is verwijderd.
8.5.5 VarioSafe uit elkaar halen
U kunt de onderdelen van de VarioSafe uit elkaar halen
als u de VarioSafe wilt reinigen of als u onderdelen wilt
aanbrengen of verwijderen.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 19
Fig. 58
uVarioSafe als geheel verwijderen. (zie 8.5.4 VarioSafe
verwijderen)
uVarioSafe demonteren volgens de afbeelding.
8.6 Variabele flessenplank
8.6.1 Flessenplank gebruiken
In het koelgedeelte van de bodem kan naar keuze de varia‐
bele flessenplank of de glasplaat worden gebruikt.
Fig. 59
uDe glasplaat eruit halen en afzonderlijk bewaren.
uFlessen met de bodem naar de achterkant gericht erin
leggen.
Aanwijzing
Als de flessen voorbij de flessenplank aan de voorkant eruit
steken:
uOnderste deurafsteller een positie hoger zetten.
8.6.2 Flessenplank eruit halen
De flessenplank kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
uGasplaat boven de flessenplank eruit halen.
Fig. 60
uDe flessenplank aan de voorkant optillen en eruit trekken.
Aanwijzing
Liebherr adviseert:
Op de eronder liggende deksel van het vak geen producten
neerzetten.
8.6.3 Flessenplank aanbrengen
Fig. 61
uFlessenplank tot de aanslag erin schuiven en naar onder
drukken.
8.7 Laden
U kunt de laden voor reiniging verwijderen.
De wijze van verwijderen en aanbrengen van de laden
is afhankelijk van het uitschuifsysteem. Uw apparaat kan
verschillende uitschuifsystemen bevatten.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uLaat de ventilatieopeningen aan de binnenkant van de
achterwand altijd vrij!
8.7.1 Lade op telescooprails
De lade loopt op uitschuifbare rails (telescooprails). Er
zijn volledig uitschuifbare telescooprails en gedeeltelijk
uitschuifbare telescooprails. Volledig uitschuifbare laden
kunnen helemaal uit het apparaat getrokken worden.
Gedeeltelijk uitschuifbare laden kunnen niet helemaal uit
het apparaat worden getrokken. Welk systeem in uw appa‐
raat zit, hangt af van het type apparaat.
Volledig uitschuifbaar*
U kunt de volledige uitschuifbaarheid herkennen aan een
klem die zich links en rechts achteraan de rail bevindt.
Lade verwijderen
Fig. 62
uLade tot de aanslag eruit trekken.
uLinker klem optillen en gelijktijdig lade links naar voren
trekken. Fig. 62 (1)
uRechter klem optillen en gelijktijdig lade rechts naar
voren trekken. Fig. 62 (2)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 62 (3)
uRails erin schuiven.
Uitrusting
20 * afhankelijk van model en uitvoering
Lade plaatsen
Fig. 63
uRails erin schuiven.
uLade op rails plaatsen.
uLade naar achteren erin schuiven.
wLade klikt aan de achterkant hoorbaar vast.
Gedeeltelijk uitschuifbaar koelgedeelte*
Lade verwijderen
Fig. 64
uLade er half uittrekken. Fig. 64 (1)
uSchuiflade aan de voorzijde omlaag drukken. Fig. 64 (2)
uLinker rail ca. 2 cm inschuiven. Fig. 64 (3)
uRechter rail ca. 2 cm inschuiven. Fig. 64 (4)
uLade naar voren toe verwijderen. Fig. 64 (5)
Fig. 65
Als de rails na het verwijderen van de lade nog niet
volledig zijn ingeschoven:
uRails er volledig inschuiven.
Lade plaatsen
Fig. 66
uRails erin schuiven.
uLade op rails plaatsen.
uLade naar achteren erin schuiven.
8.8 Deksel Fruit & Vegetable-Safe
De deksel van het vak kan voor het reinigen worden verwij‐
derd.
8.8.1 Deksel van het vak verwijderen
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qFlessenplank is verwijderd (zie 8.6 Variabele flessen‐
plank) .
Fig. 67
Wanneer de schuifladen zijn verwijderd:
uDeksel tot de opening in de vasthouddelen naar voren
trekken Fig. 67 (1).
uAan de achterkant vanaf de onderkant omhoog tillen en
vanaf de bovenkant verwijderen Fig. 67 (2).
8.8.2 De deksel van het vak aanbrengen
Fig. 68
Als de tekst THIS SIDE UP boven is:
uDekselranden via de opening van de achterste houder
Fig. 68 (1) aanbrengen en van voren in de houder
Fig. 68 (2) klikken.
uDeksel in de gewenste positie brengen (zie 8.9 Vochtre‐
geling) .
8.9 Vochtregeling
U kunt het vochtgehalte in de schuiflade via de afstelling
van de deksel van het vak zelf instellen.
De deksel van het vak bevindt zich direct op de schuiflade
en kan door draagplateaus of extra schuifladen afgedekt
zijn.
Fig. 69
Geringe luchtvochtigheid
uSchuiflade openen.
uDe deksel van het vak naar voren trekken.
wBij een gesloten schuiflade: Spleet tussen de deksel en
het vak.
wLuchtvochtigheid in Safe wordt verlaagd.
Hoge luchtvochtigheid
uSchuiflade openen.
uDeksel van het vak naar achter schuiven.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 21
wBij een gesloten schuiflade: Deksel sluit het vak niet af.
wLuchtvochtigheid in Safe wordt verhoogd.
Als er te veel vocht in het vak zit:
uInstelling „te lage luchtvochtigheid” kiezen.
-of-
uVocht met een doek verwijderen.
Aanwijzing
Met de instelling „lage luchtvochtigheid” kan de Fruit &
Vegetable-Safe ook als Meat & Dairy-Safe worden gebruikt.
u„Lage luchtvochtigheid” instellen.
8.10 Flessenhouder
8.10.1 Flessenhouder gebruiken
Fig. 70
uFlessenhouder op de flessen schuiven.
wFlessen vallen niet om.
8.10.2 Flessenhouder verwijderen
Fig. 71
uFlessenhouder volledig naar rechts tot de rand schuiven.
uVanaf de achterkant eruit halen.
9 Onderhoud
9.1 FreshAir-actiefkoolfilter
Het FreshAir-actiefkoolfilter bevindt zich in de lade boven de
ventilator.
De waarborgt een optimale luchtkwaliteit.
qActiefkoolfilter iedere 6 maanden vervangen.
Wanneer de herinnering is geactiveerd, vraagt een
bericht op het display u om het filter te vervangen.
qHet actiefkoolfilter kan bij het normale huisafval worden
gegooid.
Aanwijzing
Het FreshAir-actievekoolfilter is verkrijgbaar in de Liebherr-
Hausgeräte-shop op home.liebherr.com/shop/de/deu/
zubehor.html.
9.1.1 FreshAir-actiefkoolfilter verwijderen
Fig. 72
uLade vanaf de voorkant eruit trekken Fig. 72 (1).
uActiefkoolfilter verwijderen Fig. 72 (2).
9.1.2 FreshAir-actiefkoolfilter aanbrengen
Fig. 73
uActiefkoolfilter overeenkomstig afbeelding aanbrengen
Fig. 73 (1).
wActiefkoolfilter klikt niet vast.
Als het actiefkoolfilter naar onder wijst:
uLade erin schuiven Fig. 73 (2).
wHet actiefkoolfilter is nu gereed voor gebruik.
9.2 Uitschuifsystemen demonteren/
monteren
9.2.1 Opmerkingen over demontage
U kunt enkele uitschuifsystemen voor de reiniging demon‐
teren. Uw apparaat kan verschillende uitschuifsystemen
bevatten.
De volgende uitschuifsystemen kunnen worden gedemon‐
teerd of niet worden gedemonteerd:
Uitschuifsysteem demonteerbaar /
niet demonteerbaar
Geheel uitschuifbare lade* niet demonteerbaar*
Gedeeltelijk uitschuifbaar koelge‐
deelte*
niet demonteerbaar*
Onderhoud
22 * afhankelijk van model en uitvoering
9.3 Apparaat ontdooien
WAARSCHUWING
Apparaat op de verkeerde manier ontdooid!
Verwondingen en beschadigingen.
uOm het ontdooiproces te versnellen, geen mechanische
hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door
de fabrikant worden aanbevolen.
uGebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar
mings- of stoomreinigingsapparaten, open vuur of
ontdooisprays.
uIJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Het ontdooien gebeurt automatisch. Het dooiwater wordt
via de afvoeropening afgevoerd en verdampt.
uAfvoeropening regelmatig reinigen (zie 9.5 Apparaat
reinigen) .
9.4 Vriesvak handmatig ontdooien*
Na langdurig gebruik vormt zich een laagje vorst of ijs.
De volgende factoren versnellen de vorming van rijp- of
ijslagen:
- Apparaat wordt vaak geopend.
- Er worden warme levensmiddelen in het apparaat gelegd.
uApparaat uitschakelen .
uNetstekker eruit trekker of zekering uitschakelen.
uBevroren levensmiddelen in kranten of dekens wikkelen
en op een koele plaats bewaren.
uPan met heet, niet kokend water op een tableau in het
midden zetten.
wZo gaat het ontdooien sneller.
uDe deur van de vakken en het apparaat tijdens het
ontdooien openlaten.
uLosse stukken ijs verwijderen.
uIndien nodig dooiwater meerdere keren met een spons of
doek opnemen.
uApparaat reinigen (zie 9.5 Apparaat reinigen) .
9.5 Apparaat reinigen
9.5.1 Voorbereiden
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok!
uTrek de stekker van de koelkast uit het stopcontact of
onderbreek de stroomtoevoer.
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uDe buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha‐
digen.
uApparaat leegmaken.
uNetstekker eruit halen.
-of-
uCleaningMode activeren.
9.5.2 Behuizing reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
uBehuizing met een zachte, schone doek schoonvegen.
Bij sterke vervuiling lauwwarm water met neutraal reini‐
gingsmiddel gebruiken. Glazen oppervlakken kunnen ook
met een glasreinigingsmiddel worden gereinigd.
9.5.3 Binnenruimte reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
uKunststof vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uMetalen vlakken: met een zachte, schone doek, lauw‐
warm water en een beetje spoelmiddel met de hand
reinigen.
uAfvoeropening: afzettingen verwijderen met een dun
hulpmiddel, bijv. wattenstaafje.
9.5.4 Uitrusting reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
Reinigen met een zachte, schone doek, lauwwarm water en
een beetje spoelmiddel:
- Deurafsteller
- Draagplateaus
- Deelbaar draagplateau
- VarioSafe*
- Deksel Fruit & Vegetable-Safe
- Schuiflade
- Variabele flessenplank
Reinigen met een vochtige doek:
- Telescooprails
Let op: Het vet in de geleiders dient voor de smering en
mag niet worden verwijderd!
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 23
Reinigen in de vaatwasser tot 60 °C:
- Flessenhouder
- Vasthouddeel deelbaar draagplateau
uUitrusting demonteren: zie betreffende hoofdstuk.
uUitrusting reinigen.
9.5.5 Na het reinigen
uApparaat en uitrustingsdelen droogwrijven.
uApparaat aansluiten en inschakelen.
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
uLevensmiddelen plaatsen.
uReiniging regelmatig herhalen.
10 Klantenhulp
10.1 Technische gegevens
Temperatuurbereik
Koelen 3 °C tot 9 °C
BioFresh  0 °C tot 3 °C
Maximale invrieshoeveelheid/24 h
Vriesvak* zie typeplaatje onder „invriescapaci‐
teit …/24 h”*
Maximaal laadgewicht van de uitrusting
Uitrusting Apparaat
breedte
550 mm
(zie monta‐
gehandlei‐
ding, appa‐
raatafme‐
tingen)
Apparaat
breedte
600 mm
(zie
montage‐
handlei‐
ding,
apparaa‐
tafme‐
tingen)
Apparaat
breedte
700 mm
(zie monta‐
gehandlei‐
ding, appa‐
raatafme‐
tingen)
Houten rooster  12 kg
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse1Lichtbron
Dit product bevat een of meerdere lichtbronnen
van energie-efficiëntieklasse G.
LED
1 Het apparaat kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
10.2 Bedrijfsgeluiden
Het apparaat veroorzaakt tijdens de werking verschillende
loopgeluiden.
-Bij een lage koelcapaciteit werkt het apparaat zuiniger,
maar langer. De geluidssterkte is lager.
-Bij een krachtige koelcapaciteit worden levensmiddelen
sneller gekoeld. De geluidssterkte is hoger.
Voorbeelden:
Geactiveerde functies (zie 7.2 Apparaatfuncties)
Draaiende ventilator
Vers erin gelegde levensmiddelen
Hoge omgevingstemperatuur
Lang geopende deur
Geluiden Mogelijke oorzaak Type geluid
Borrelen en ruisen Koelmiddel
stroomt in het
koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Blazen en sissen Koelmiddel spuit in
het koelcircuit.
Normaal
werkingsgeluid
Brommen Het apparaat koelt.
De geluidssterkte
is afhankelijk van
de koelcapaciteit.
Normaal
werkingsgeluid
Zoemen en ruisen De ventilator
draait.
Normaal bedrijfs‐
geluid
Klikken Componenten
worden in- en
uitgeschakeld.
Normaal schakel
geluid
Ratelen of
zoemen
Ventielen of
klappen zijn actief.
Normaal schakel
geluid
Geluiden Mogelijke
oorzaak
Type geluid Oplossen
Trilling Ongeschikte
opbouw
Foutgeluid Apparaat met
stelvoeten
horizontaal
uitlijnen.
Klapperen Uitrusting,
Voorwerpen
aan de
binnenkant
van het
apparaat
Foutgeluid Uitrustings‐
delen beves‐
tigen.
Afstand
tussen de
voorwerpen
laten.
10.3 Technische storing
Uw apparaat is zo geconstrueerd en gemaakt dat de func‐
tionele veiligheid en een lange levensduur gegarandeerd
zijn. Mocht er tijdens het bedrijf toch een storing optreden,
controleer dan a.u.b. of de storing te wijten is aan een
bedieningsfout. In dat geval moet u tijdens de garantiepe‐
riode de ontstane kosten zelf betalen.
De volgende storingen kunt u zelf oplossen.
10.3.1 Apparaatfunctie
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De netstekker zit niet correct in het
stopcontact.
uDe netstekker controleren.
Klantenhulp
24 * afhankelijk van model en uitvoering
Probleem Oorzaak Oplossing
De zekering van de netstekker is
niet in orde.
uZekering controleren.
→ Stroomuitval uApparaat gesloten houden.
uLevensmiddelen beschermen: Koelaccu's boven op de
levensmiddelen leggen of een decentrale vrieskast
gebruiken als de stroomuitval langer duurt.
uOntdooide levensmiddelen niet meer invriezen.
De apparaatstekker is niet correct
in het apparaat gestoken.
uApparaatstekker controleren.
Temperatuur is
niet voldoende
koud.
De apparaatdeur is niet correct
gesloten.
uApparaat sluiten.
De be- en ontluchting is niet toerei‐
kend.
uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uProbleemoplossing: (zie 1.4 Toepassingsgebied van het
apparaat) .
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de vereiste temperatuur vanzelf terug‐
keert. Als dit niet gebeurt, contact opnemen met de
klantenservice. (zie 10.4 Klantenservice)
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
Het deurrubber is
defect of moet om
een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden
vervangen. Er kan zonder gereed‐
schap een nieuw deurrubber
worden geplaatst.
uContact opnemen met de klantenservice. (zie 10.4 Klan‐
tenservice)
Het apparaat
is bevroren
of er heeft
zich condenswater
gevormd.
Het deurrubber kan uit de groef
geschoven zijn.
uHet deurrubber op een correcte passing in de groef
controleren.
Het apparaat is
aan de buitenkant
warm*.
De warmte van het koelcircuit
wordt ter voorkoming van condens‐
water gebruikt.
uDit is normaal.
10.3.2 Uitrusting
Probleem Oorzaak Oplossing
De binnenverlich‐
ting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min.
open.
uDe binnenverlichting schakelt zich bij een geopende
deur na ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de
afdekking is beschadigd.
uContact opnemen met de klantenservice. (zie 10.4 Klan‐
tenservice)
Het vriesvak
kan niet worden
gesloten.*
De vergrendeling is bij geopende
deur vastgeklikt.
uHandgreep opnieuw bedienen.
10.4 Klantenservice
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie 10 Klan‐
tenhulp) . Als dit niet het geval is, dient u contact op te
nemen met de klantenservice.
U vindt het adres in de bijgevoegde brochure „Liebherr
Service” of op home.liebherr.com/service.
Klantenhulp
* afhankelijk van model en uitvoering 25
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 9 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
10.4.1 Contact opnemen met de klantenservice
Controleren of de volgende apparaatinformatie beschikbaar
is:
qApparaataanduiding (model en index)
qServicenr. (Service)
qSerienr. (S-Nr.)
uApparaatinformatie via het display oproepen. (zie Info)
-of-
uApparaatinformatie van het typeplaatje aflezen.
(zie 10.5 Typeplaatje)
uApparaatinformatie noteren.
uDe klantenservice informeren: Fout en apparaatinformatie
mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uVerdere instructies van de klantenservice opvolgen.
10.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van de
schuifladen, aan de binnenkant van het apparaat.
Fig. 74
(1) Apparaatbeschrijving (3) Serienr.
(2) Servicenr.
uInformatie van het typeplaatje lezen.
11 Buiten bedrijf stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen. (zie Apparaat uitschakelen)
uNetstekker eruit halen.
uIndien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit halen
en gelijktijdig van links naar rechts bewegen.
uApparaat reinigen. (zie 9.5 Apparaat reinigen)
uDeur open laten, zodat geen slechte geur kan ontstaan.
12 Afvalverwijdering
12.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen.
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
12.2 Apparaat volgens milieuvoor
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland: U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Buiten bedrijf stellen
26 * afhankelijk van model en uitvoering
Afvalverwijdering
* afhankelijk van model en uitvoering 27
home.liebherr.com/fridge-manuals
Datum van uitgave: 20231215 Artikelnr.-index: 7083568-00
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
Bezirk Plovdiv
4202 Radinovo
Bulgarien
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58

Liebherr XRFsf 5245 Plus Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding