Documenttranscriptie
nl
nl Inhoud
nlMontage- en gebruiksa nwijzng
Veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen ..............................................
Aanwijzingen over de afvoer .........................
Omvang van de levering ................................
Opstellen van het apparaat ...........................
Opstellingsafmetingen ....................................
Openingshoek deur ........................................
Apparaat horizontaal zetten ..........................
Apparaat aansluiten ........................................
Deuren van het apparaat en
deurgrepen demonteren ................................
Kennismaking met het apparaat ..................
Inschakelen van het apparaat ......................
Temperatuureenheid instellen .......................
Instellen van de temperatuur ........................
Speciale functies .............................................
Sabbat-modus ..................................................
Alarm function ..................................................
Netto-inhoud .....................................................
De diepvriesruimte ..........................................
Maximale invriescapaciteit .............................
Verse levensmiddelen invriezen ...................
Supervriezen .....................................................
Ontdooien van diepvrieswaren .....................
De koelruimte ...................................................
Superkoelen .....................................................
Verskoellade .....................................................
IJs- en waterdispenser ...................................
Waterfilter ..........................................................
Specificatie- en vermogensgegevens .........
Barruimte ..........................................................
Uitvoering van de diepvriesruimte ...............
Uitvoering van de koelruimte ........................
Variabele indeling van de binnenruimte .....
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen .................................................
Ontdooien .........................................................
Schoonmaken van het apparaat ..................
Verlichting .........................................................
Energie besparen ............................................
Bedrijfsgeluiden ...............................................
Kleine storingen zelf verhelpen ....................
Zelftest apparaat .............................................
Servicedienst ....................................................
114
115
116
117
117
118
118
119
119
120
121
123
123
123
124
125
125
126
126
126
126
127
128
128
128
129
129
131
132
133
133
134
134
135
135
136
137
138
138
139
141
141
nl
m Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het
installatievoorschrift nauwkeurig door.
U vindt daarin belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud van het
apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als de aanwijzingen
en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet in acht
worden genomen. Bewaar
de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik
of voor een eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar
brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat
de leidingen van het koelcircuit bij het
transport of de installatie niet beschadigd
worden. Koelmiddel dat naar buiten spuit
kan vlam vatten of zich ontsteken.
Bij beschadiging
■ Open vuur of andere ontstekingsbronnen
uit de buurt van het apparaat houden;
■ Ruimte gedurende een paar minuten
goed luchten;
■ Apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken;
■ Contact opnemen met de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat,
des te groter moet de ruimte zijn waarin het
apparaat wordt opgesteld. In een te kleine
ruimte kan bij een lek een ontvlambaar
mengsel van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m³ groot zijn. De hoeveelheid
koelmiddel in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Als de aansluitkabel van het apparaat
beschadigd raakt, moet deze worden
vervangen door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon. Onvakkundige
installatie en reparaties kunnen groot
gevaar opleveren voor de bezitter.
Reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Er mogen alleen originele onderdelen van
de fabrikant gebruikt worden. Alleen bij
deze onderdelen garandeert de fabrikant
dat ze aan de veiligheidseisen voldoen.
Een verlengsnoer voor de aansluitkabel
mag uitsluitend via de klantenservice
worden aangeschaft.
Bij het gebruik
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten, elektrische
ijsmaker etc.). Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een stoomreiniger
ontdooien of schoonmaken! De hete
stoom kan in de elektrische onderdelen
terechtkomen en kortsluiting veroorzaken.
Gevaar van elektrische schok!
Gebruik geen puntige en scherpe
voorwerpen om een laag ijs of rijp te
verwijderen. U kunt hierdoor de
koelleidingen beschadigen. Koelmiddel
dat naar buiten spuit kan vlam vatten oftot
oogletsel leiden.
Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan. Explosiegevaar!
Plint, uittrekbare manden of laden, deuren
etc. niet als opstapje gebruiken of om op
te leunen.
Voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen. Altijd aan de stekker
trekken, nooit aan de aansluitkabel.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed afgesloten
en staand bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op kunststof
onderdelen en deurdichtingen. Ze kunnen
poreus worden.
De be- en ontluchtingsopeningen van het
apparaat nooit afdekken.
115
nl
■
■
■
■
Vermijden van risico's voor kinderen en
kwetsbare personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/personen met
lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk
beperkingen, evenals personen die
onvoldoende kennis hebben over de
veilige bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare
personen begrijpen wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid verantwoordelijke
persoon moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare personen bij het
apparaat of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat
laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud toezicht
houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
Flessen en blikjes met vloeistoffen –
vooral koolzuurhoudende dranken – niet
in de diepvriesruimte opslaan. Flessen en
potten kunnen barsten!
Diepvrieswaren nadat u ze uit de
diepvriesruimte hebt gehaald, nooit
onmiddellijk in de mond nemen.
Kans op vrieswonden!
Vermijd langdurig contact van uw handen
met de diepvrieswaren, ijs of de
verdamperbuizen enz.
Kans op vrieswonden!
Kinderen in het huishouden
■
■
■
Verpakkingsmateriaal en onderdelen
ervan zijn geen speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door opvouwbare
kartonnen dozen en folie!
Het apparaat is geen speelgoed voor
kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van kinderen
bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het koelen en invriezen van
levensmiddelen,
■ voor het bereiden van ijs,
■ om drinkwater te tappen.
Dit apparaat is bestemd voor privégebruik
in het huishouden en de huiselijke
omgeving.
■
116
Het apparaat is ontstoord volgens EU
richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan
de veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparaten (EN 60335-2-24).
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Aanwijzingen over de afvoer
* Afvoeren van de verpakking van
uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. De gebruikte materialen zijn
onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw
worden gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat
kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke
verwerking.
* Afvoeren van uw oude apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door
een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming
met de Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen
om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie
gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het
oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment
van transport niet beschadigd worden.
nl
Omvang van de levering
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
eventuele transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
■ Vrijstaand apparaat
■ Uitrusting (modelafhankelijk)
■ Zakje met montagemateriaal
■ Gebruiksaanwijzing
■ Montagevoorschrift
■ Klantenserviceboekje
■ Garantiebijlage
■ Informatie over energieverbruik en geluiden
Opstellen van het apparaat
Transport
Het toestel is zwaar. Bij het transport en bij de montage
beveiligen!.
Op grond van het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade aan het
apparaat te minimaliseren, zijn ten minste twee
personen nodig voor de veilige opstelling van het
apparaat.
De juiste plaats
Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare
vertrekken. Het apparaat liefst niet in de zon of naast
een fornuis, verwarmingsradiator of een andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een
warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van
een isolerende plaat of neem de volgende
minimumafstanden in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen: 3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
Bij plaatsing naast een ander koel- of vriesapparaat
moet aan de zijkant ten minste 25 mm ruimte worden
opengelaten om het ontstaan van condenswater te
vermijden.
Wanneer er boven het apparaat een plank of een kast
wordt gemonteerd, dient men een opening van 30 mm
aan te houden, zodat het apparaat desgewenst uit de
nis kan worden getrokken.
De verwarmde lucht aan de achterkant van
het apparaat moet ongehinderd afgevoerd kunnen
worden.
■
■
Bij het plaatsen in een hoek of nis
de minimumafstanden aan de zijkanten in acht nemen
(zie Afmetingen van het apparaat) zodat de deuren tot
de aanslag geopend kunnen worden (zie het hoofdstuk
„Opstellingsafmetingen”).
Als de keukenmeubelen ernaast dieper zijn dan 60 cm,
dan moeten aan de zijkant minimumafstanden in acht
worden genomen om de openingshoek van de deur
ten volle te benutten (zie hoofdstuk „Openingshoek
deur”).
Let op de omgevingstemperatuur en de
beluchting
Omgevingstemperatuur
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Deze geeft
aan binnen welke omgevingstemperaturen het
apparaat gebruikt kan worden. Het typeplaatje bevindt
zich rechts onderaan in de koelruimte.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Toelaatbare
omgevingstemperatuur
+10 °C tot 32 °C
+16 °C tot 32 °C
+16 °C tot 38 °C
+16 °C tot 43 °C
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel binnen
de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven
klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur,
kunnen beschadigingen aan het apparaat worden
uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C.
Beluchting
De beluchtings- en ontluchtingsopeningen in de
achterzijde van het apparaat in geen geval afdekken.
De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer
presteren. Waardoor het energieverbruik toeneemt.
Steek de afstandshouder op de daartoe bestemde
houder op de achterzijde van het apparaat. Hierdoor
wordt de minimumafstand tot de wand in acht
genomen.
Ondergrond
m Attentie
Het apparaat is zwaar.
Uitvoering met dispenser: 143 kg
De vloer op de plaats van opstelling mag niet
meegeven, vloer eventueel verstevigen.
117
nl
Apparaat horizontaal zetten
Om het apparaat perfect te laten functioneren moet
het waterpas staan.
Als het apparaat scheef staat, dan kan dit ertoe leiden
dat het water uit de ijsbereider loopt, dat er ongelijke
ijsblokjes geproduceerd worden of dat de deuren niet
goed sluiten.
Wateraansluiting
De wateraansluiting mag alleen door een vakkundig
monteur volgens de plaatselijke voorschriften van
het waterleidingbedrijf worden uitgevoerd.
m Attentie
Voor de aansluiting op het drinkwaternet uitsluitend de
bijgevoegde slangenset gebruiken. In geen geval
aanwezige of reeds gebruikte slangensets gebruiken.
Het apparaat alleen aansluiten op een
drinkwaterleiding:
■
■
■
Min. druk: 0,2 MPa (2 bar)
Max. druk: 0,8 MPa (8 bar)
Druk hoger dan 0,8 MPa (8 bar): drukbegrenzer
installeren tussen de drinkwateraansluiting en
de slangenset
Aanwijzing
De maximale uitwendige diameter van de waterleiding
(zonder verbindingsstukken) bedraagt 10 mm.
Elektrische aansluiting
Voor het stellen van het apparaat:
1. Apparaat op de ervoor bestemde plaats zetten.
2. Voorste voetjes met een steeksleutel stellen.
3. Achterste voetjes met een inbussleutel stellen.
Apparaat aansluiten
Het apparaat door een vakman volgens bijgesloten
montagehandleiding laten plaatsen en aansluiten.
De transportbeveiligingen van de legplateaus en
de voorraadvakken pas na plaatsing van het apparaat
verwijderen.
Het apparaat eerst op de waterleiding aansluiten,
daarna pas op het elektriciteitsnet.
Naast de wettelijk voorgeschreven nationale
voorschriften moeten ook de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke elektriciteits- en waterleidingbedrijf
in acht worden genomen.
Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1
uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van
de compressor in het koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van
het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk
„Schoonmaken van het apparaat”).
Geen verlengsnoer of verdeler gebruiken. Voor de
aansluiting van dit apparaat is een vast geïnstalleerd
stopcontact nodig.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en ook na het opstellen van het apparaat
goed bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Het
apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220-240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet met een zekering van 10 tot 16 A of
meer beveiligd zijn.
Bij apparaten die in niet Europese landen worden
gebruikt op het typeplaatje controleren of de
aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen
met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje
bevindt zich rechtsonder in het apparaat. Een eventueel
noodzakelijke vervanging van de aansluitkabel mag
alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten
op elektronische energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en
sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op
schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse
aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben,
moet een sinusinverter worden gebruikt.
119
nl
Deuren van het apparaat en deurgrepen demonteren
Als het apparaat niet door de deur van de woning past, kunnen de deuren van het apparaat en de deurgrepen er
worden afgeschroefd.
m Attentie
Het afschroeven van de deuren mag uitsluitend worden uitgevoerd door de klantenservice.
120
nl
Kennismaking met het apparaat
Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk.
* Niet bij alle modellen.
A
B
C
Diepvriesruimte
Koelruimte
Verskoelruimte
1
2
3
4
6
7
8
9
10
11
12
13
Toets Aan/Uit
Lichtschakelaars koel- en diepvriesruimte
Bedieningspaneel en display
Voorraadvak in de deur
IJsbereider/ijsblokjesreservoir
Luchtopening
IJs- en waterdispenser
Diepvrieskalender
Glasplateau in de diepvriesruimte
Voorraadvak in de deur
Diepvrieslade
Koude-accu *
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Deurvak (2-sterenvak) voor kortstondig bewaren
van levensmiddelen en consumptie-ijs.
Verlichting
Partikelfilter/waterfilter
Boter en kaasvak
Luchtopening
Flessenrek *
Glasplateau in de koelruimte
Barruimte *
Verstelbaar glasplateau
Delicatessenhouder
Vak voor grote flessen
Groentelade met vochtfilter
Verskoellade
Schroefvoetjes
121
nl
Bedieningspaneel en display
Het bedieningspaneel en display op de deur bestaat uit een aanrakingspaneel.
Door een toetsenveld aan te raken wordt de betreffende functie ingeschakeld.
alarm
super
select
quick ice
options
min
sec
time
1
2
3
4
5
6
7
122
alarm
filter change
timer
eco
vacation
°C
°F
lock
clock
IWD off
sabbath
Toets „options”
Om speciale functies te kiezen. Toets net zo
vaak indrukken tot de gewenste functie met een
pijl gemarkeerd is (zie hoofdstuk „Speciale
functies”).
Toets „select”
Om instellingen in de verschillende
temperatuurzones (diepvriesruimte, koelruimte,
verskoellade) te kunnen uitvoeren. Toets net zo
vaak indrukken tot de gewenste zone met een
pijl gemarkeerd is.
Indicatie diepvriesruimte
Toont de actuele temperatuurinstelling voor
de diepvriesruimte.
Indicatie tijd
Toont de actuele tijd of het tijdsverloop wanneer
een speciale functie van de timer is geactiveerd.
Indicatie Speciale functies
Geeft de beschikbare speciale functies aan (zie
hoofdstuk „Speciale functies”).
Indicatie verskoellade
Toont de actuele temperatuurinstelling voor
de verskoellade.
Indicatie koelruimte
Toont de actuele temperatuurinstelling voor
de koelruimte.
super
°C
°F
FreshprotectBox
°C
°F
super/
quick ice
alarm off/
lock
Vita Fresh Magic Vario
8
Toets „Super/quick ice”
De toets dient voor
De functies superkoelen (koelruimte)
of supervriezen (diepvriesruimte)
in te schakelen (zie het hoofdstuk
Superkoelen of Supervriezen).
■ De functie [quick ice] te activeren (zie het
hoofdstuk Speciale functies).
Toets „alarm off/lock”
De toets dient voor
■
9
Het alarmsignaal uit te schakelen (zie
hoofdstuk „Alarmfunctie”).
■ De toetsenblokkering in en uit te schakelen.
Om de toetsenblokkering in en uit te schakelen:
toets 5 seconden indrukken. Bij ingeschakelde
functie brandt op het display „lock”.
Insteltoetsen +/–
De toetsen dienen voor
■
10
Het instellen van de temperaturen voor de
verschillende koelzones.
■ In- en uitschakelen van de speciale functies.
■ Wijzigen van de tijdinstelling van de speciale
functie „timer”.
Aan-/Uittoets verlichting ijs- en waterdispenser
Toets ijsdispenser
Dispensertoets crushed ice
Dispensertoets water
■
11
12
13
14
nl
Inschakelen van het apparaat
Het apparaat met de insteltoets inschakelen. Er is een
alarmsignaal te horen.
De toets „alarm off/lock” indrukken. Het alarmsignaal
wordt uitgeschakeld.
De indicatie „alarm” gaat uit als in het apparaat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
De vooraf ingestelde temperaturen worden na enkele
uren bereikt. Vóór die tijd geen levensmiddelen
in het apparaat leggen.
De fabriek adviseert de volgende temperaturen:
■
■
■
Diepvriesruimte: -18 °C
Koelruimte: +4 °C
Verskoellade: +2 °C
Diepvriesruimte
De diepvriesruimte is van -14 °C tot -24 °C instelbaar.
Wij raden een instelling van -18 °C aan.
Koelruimte
De koelruimte is van +2 °C tot +8 °C instelbaar.
Temperatuureenheid instellen
De temperatuur kan in graden Celsius (°C) of graden
Fahrenheit (°F) worden aangegeven.
Temperatuureenheid instellen
Om de temperatuureenheid in te stellen, de „super/
quick ice”-toets en de toets „options” tegelijkertijd
5 seconden ingedrukt houden.
Afhankelijk van de vorige instelling wordt op de andere
andere temperatuureenheid omgeschakeld.
Instellen van de temperatuur
Om temperatuurinstellingen voor de verschillende
klimaatzones (koelruimte, diepvriesruimte,
verskoellade) te kunnen uitvoeren moet eerst
de gewenste zone gekozen zijn:
1. De select-toets ingedrukt houden tot de gewenste
klimaatzone met een pijl is gemarkeerd.
2. Met de insteltoetsen + (warmer) of - (kouder)
de temperatuur instellen.
De temperatuur wordt in stappen van 1 °C ingesteld.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 °C
bewaren.
Wij raden een instelling van +4 °C aan.
Verskoellade
De verskoellade kan worden ingesteld op een
temperatuurbereik van 0 °C/+2 °C/+4 °C.
De laatst aangegeven waarde wordt in het geheugen
opgeslagen.
123
nl
Speciale functies
[timer]
Met deze functie kunt u een tijdverloop van 0-99
minuten instellen. U wordt met een signaal eraan
herinnerd dat bijv. levensmiddelen na een bepaalde tijd
uit het vak gehaald moeten worden.
In de fabriek is tevoren een waarde van 20 minuten
ingesteld.
m Attentie
Flessen met dranken kunnen springen als ze langer
dan 20 minuten in de diepvriesruimte worden
opgeslagen.
[timer] inschakelen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[timer] met een pijl is gemarkeerd.
2. Om te activeren de insteltoets + indrukken (de
functie is omlijnd).
3. Met de insteltoetsen +/- de gewenste tijd instellen.
Aanwijzing
Bij meermaals drukken op de toets kan de tijd in een
frequentie van een minuut gewijzigd worden. Na
langer indrukken van de toets wordt de tijd in een
frequentie van 3 minuten gewijzigd.
4. Met de toets „options” het tijdverloop starten.
[timer] uitschakelen
De functie deactiveren door de insteltoetsen + en gelijktijdig 3 seconden ingedrukt te houden.
[eco]
Met deze functie schakelt u het apparaat op
energiebesparend gebruik.
Het apparaat stelt automatisch de volgende
temperaturen in:
■ Diepvriesruimte: -16 °C
■ Koelruimte: +6 °C
[eco] inschakelen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[eco] met een pijl is gemarkeerd.
2. Om te activeren de insteltoets + indrukken (de
functie is omlijnd).
[eco] uitschakelen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[eco] met een pijl is gemarkeerd.
2. Deactiveren door de insteltoets - in te drukken (de
functie wordt niet langer omrand).
[vacation]
Bij lange afwezigheid kunt u het apparaat op de
energiebesparende vakantiemodus zetten.
De temperatuur in de koelruimte wordt automatisch op
+14 °C omgeschakeld.
m Attentie
Gedurende deze tijd geen levensmiddelen
in de koelruimte opslaan!
[vacation] inschakelen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[vacation] met een pijl is gemarkeerd.
2. Om te activeren de insteltoets + indrukken (de
functie is omlijnd).
[vacation] uitschakelen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[vacation] met een pijl is gemarkeerd.
2. Deactiveren door de insteltoets - in te drukken (de
functie wordt niet langer omrand).
[clock]
Op de tijdsdisplay wordt de tijd weergegeven. Met de
functie [clock] kunt u de tijd instellen.
Dagtijd instellen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[clock] met een pijl is gemarkeerd.
2. Om te activeren de insteltoets + indrukken (de
functie is omlijnd).
3. Met de insteltoetsen +/- de gewenste tijd instellen.
4. Met de toets „options” de ingestelde tijd opslaan.
Aanwijzing
Bij ingeschakelde [timer] functie wordt de dagtijd niet
aangegeven.
[IWD off]
Met deze functie kunt u de ijs- en waterdispenser
uitschakelen.
m Attentie
■
■
Watertoevoer naar het apparaat beslist een paar uur
vóór het uitschakelen van de ijsbereider
onderbreken.
IJsblokjesreservoir legen en schoonmaken.
Reservoir er weer in zetten. Let erop dat
het ijsblokjesreservoir op de steunen vastklikt.
[IWD off] inschakelen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[IWD off] met een pijl is gemarkeerd.
2. Om te activeren de insteltoets + indrukken (de
functie is omlijnd).
[IWD off] uitschakelen
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[IWD off] met een pijl is gemarkeerd.
2. Deactiveren door de insteltoets - in te drukken (de
functie wordt niet langer omrand).
124
nl
[quick ice]
Sabbat-modus in- en uitschakelen
Met deze functie kan de productie van ijsblokjes
versneld worden.
1. Activeren door de toets „options” en de insteltoets +
tegelijkertijd 5 seconden ingedrukt te houden. Op de
display verschijnt [sabbath].
2. Deactiveren door de toets „options” en de
insteltoets + tegelijkertijd 5 seconden ingedrukt te
houden.
[quick ice] in- en uitschakelen
1. Activeren door op de toets super/quick ice te
drukken. Op de display verschijnt [quick ice].
Aanwijzingen
De functie [quick ice] kan alleen worden
geactiveerd wanneer de indicaties
Diepvriesruimte, Koelruimte en Verskoellade niet
zijn geselecteerd.
■ Wanneer de functie is geactiveerd, wordt het
vermogen van het apparaat tijdelijk verhoogd.
Hierdoor wordt het energieverbruik verhoogd.
2. Deactiveren door op de toets „super/quick ice” te
drukken.
■
[filter change]
Na verloop van 6 maanden wordt u via de indicatie
[filter change] eraan herinnerd de filterpatroon
te vervangen.
Alarm function
Nieuwe filterpatroon activeren
Nadat de filterpatroon is vervangen, moet de functie
[filter change] weer worden geactiveerd.
Door indrukken van de „alarm off/lock”-toets wordt het
alarmsignaal uitgeschakeld.
In de volgende gevallen kan het alarm afgaan:
1. Filterpatroon vervangen (zie het hoofdstuk
Waterfilter).
2. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[filter change] met een pijl is gemarkeerd.
3. Activeren door op de insteltoetsen +/- te drukken.
De indicatie [filter change] gaat uit.
Sabbat-modus
Instellingen in de Sabbat-modus:
■
■
■
■
■
Het akoestische signaal wordt uitgeschakeld.
Superkoelen of supervriezen wordt beëindigd (indien
geactiveerd).
De verlichting wordt uitgeschakeld.
De verlichting van het display wordt gereduceerd tot
de basisverlichting.
De toetsen worden geblokkeerd (behalve de toets
„options” en de insteltoets +).
Deuralarm
Wanneer het apparaat langer dan een minuut
openstaat, wordt het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) ingeschakeld. Door de deur te sluiten
of op de alarmtoets 9 te drukken, wordt het
waarschuwingssignaal uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt ingeschakeld als het in
de diepvries- en koelruimte te warm is en
de levensmiddelen gevaar lopen.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren kan
het akoestische en optische signaal worden
ingeschakeld bij:
■
■
Ingebruikname van het apparaat.
Bij het inladen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen.
125
nl
Diepvriesruimte
Op de display van de diepvriesruimte knippert „AL” en
wordt „alarm” weergegeven.
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
■
■
■
De temperatuurindicatie geeft gedurende 10 seconden
de warmste temperatuur aan die in de diepvriesruimte
heeft geheerst. Hierna wordt de ingestelde temperatuur
weer aangegeven.
De indicatie „alarm” gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur weer is bereikt.
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-enklaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten volle benutten.
Koelruimte
Op de display van de koelruimte brandt „AL” en wordt
„alarm” weergegeven.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is! Bij een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte vormt zich veel
ijs. Bovendien: energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
Na het sluiten van de deur van de diepvriesruimte
ontstaat onderdruk waardoor een zuigend geluid
te horen is. Twee tot drie minuten wachten tot
de onderdruk is opgeheven.
Wij adviseren de ijsblokjesreservoir in het apparaat te
laten. Dit waarborgt een optimale temperatuurverdeling
in de vriesruimte.
Inkopen van diepvriesproducten
■
■
■
■
m Attentie
Als het in de koelruimte te warm is geworden:
de verwarmde koelwaren vóór het consumeren
verhitten. Rauwe levensmiddelen in geval van twijfel
niet meer gebruiken.
voor het opslaan van diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
om levensmiddelen in te vriezen.
De verpakking mag niet beschadigd zijn.
Neem de houdbaarheidsdatum in acht.
De temperatuur in de verkoop-koelkist moet -18 °C
of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een koeltas
transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen.
Maximale invriescapaciteit
Gegevens over de maximale invriescapaciteit binnen
24 uur vindt u op het typeplaatje (zie de afb. in het
hoofdstuk „Servicedienst”).
Netto-inhoud
De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het hoofdstuk
„Servicedienst”).
Vriesvermogen volledig benutten
Om de maximale hoeveelheid diepvrieswaren aan te
brengen, kan de bovenste diepvrieslade uit het
apparaat worden genomen. De levensmiddelen kunnen
dan rechtstreeks op de legplateaus en in de onderste
diepvrieslade worden gestapeld.
Verse levensmiddelen invriezen
Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en de kleur zo
goed mogelijk te behouden, dient groente
geblancheerd te worden voordat het wordt ingevroren.
Bij aubergines, paprika’s, courgettes en asperges is
blancheren niet noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren vindt u in de
boekhandel.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog
in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen.
■
126
Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groente, fruit, kruiden, gepelde eieren,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare vis,
aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes.
nl
■
Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw worden gegeten,
zoals kropsla en radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en perziken,
hardgekookte eieren, yoghurt, dikke zure melk, zure
room, crème fraîche en mayonaise.
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet
uitdrogen of hun smaak verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen- en aluminiumfolie,
diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
pakpapier, vetvrij papier, cellofaan,
vuilniszakken en gebruikte boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en folie van polyetheen kunnen met een folielasapparaat worden dichtgelast.
Houdbaarheid van de diepvrieswaren
Supervriezen
De levensmidelen zo snel mogelijk door en door
invriezen zodat vitamine, voedingswaarden, uiterlijk en
smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voordat u de verse
levensmiddelen inlaadt het supervriezen in, om
ongewenste temperatuurstijging te voorkomen.
Doorgaans is 4–6 uur van tevoren voldoende.
Na het inschakelen werkt het apparaat permanent, in
de diepvriesruimte wordt een zeer lage temperatuur
bereikt.
Als u het max. vriesvermogen wilt gebruiken, dient u
24 uur vóór het inladen van de verse waar het
supervriezen in te schakelen.
Kleine hoeveelheden levensmiddelen (tot 2 kg) kunt u
zonder snelvriezen invriezen.
Aanwijzing
Als het supervriessysteem is ingeschakeld kunnen
de bedrijfsgeluiden toenemen.
Supervriezen inschakelen
1. De select-toets ingedrukt houden tot de klimaatzone
Diepvriesruimte met een pijl is gemarkeerd.
2. Toets „super/quick ice” indrukken.
Wanneer het supervriezen is ingeschakeld, geeft de
display „SU” en „super” weer.
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
■ Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en
banket:
tot 6 maanden.
■ Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
■ Groente, fruit:
tot 12 maanden.
Supervriezen uitschakelen
1. De select-toets ingedrukt houden tot de klimaatzone
Diepvriesruimte met een pijl is gemarkeerd.
2. Toets „super/quick ice” indrukken.
Wanneer het supervriezen is uitgeschakeld, gaan de
indicaties „SU” en „super” op de display uit.
Aanwijzing
Het supervriessysteem wordt na 2^ dagen
automatisch uitgeschakeld.
127
nl
Ontdooien van diepvrieswaren
Superkoelen
Afhankelijk van soort en bereidingswijze van
de levensmiddelen kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 6 uur
zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het superkoelen
ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
■
■
■
■
bij omgevingstemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron
m Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-enklaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort.
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats voor het bewaren
van vlees, worst, vis, melkproducten, eieren, toebereide
etenswaren en brood/banket.
■
■
vóór het inladen van grote hoeveelheden
levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
Superkoelen inschakelen
1. De select-toets ingedrukt houden tot de klimaatzone
Koelruimte met een pijl is gemarkeerd.
2. Toets „super/quick ice” indrukken.
Wanneer het superkoelen is ingeschakeld, geeft de
display „SU” en „super” weer.
In acht nemen bij het bewaren
■
■
■
■
Bewaar verse, onbeschadigde levensmiddelen. Zo
blijft de kwaliteit en de versheid langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en afgevulde producten
de door de fabrikant vermelde houdbaarheids- of
gebruiksdatum in acht nemen.
De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt
inruimen, om aroma, kleur en versheid te bewaren.
Dit voorkomt geuroverdracht en verkleuring van de
kunststof onderdelen in de koelruimte.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en pas daarna in het apparaat zetten.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen de achterwand raken.
Anders wordt de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan
de achterwand vastvriezen.
128
Superkoelen uitschakelen
1. De select-toets ingedrukt houden tot de klimaatzone
Koelruimte met een pijl is gemarkeerd.
2. Toets „super/quick ice” indrukken.
Wanneer het superkoelen is uitgeschakeld, gaan de
indicaties „SU” en „super” op de display uit.
nl
Verskoellade
IJs- en waterdispenser
(niet bij alle modellen)
De temperatuur in de verskoellade wordt rond de 0 °C
gehouden. De lage temperatuur en de optimale
luchtvochtigheid maken ideale omstandigheden
mogelijk voor het bewaren van verse levensmiddelen.
De levensmiddelen kunnen tot drie keer langer vers
worden gehouden dan in de normale koelzone – voor
nog langere versheid en behoud van voedingsstoffen
en smaak.
De in te stellen temperatuur, afhankelijk van
de levensmiddelen, op de verskoellade kiezen.
Naar wens kunt u eruit halen/tappen:
■
■
■
Vis en vlees („fish and meat, 0 °C”)
Melk en yoghurt („milk and yoghurt, +2 °C”)
Fruit en groente („fruit and vegetables, +4 °C”)
■
■
■
gekoeld water,
crushed ice,
ijsblokjes.
m Waarschuwing
Nooit in de opening van de ijsblokjesdispenser grijpen!
Kans op verwondingen.
m Attentie
Leg nooit flessen of levensmiddelen
in het ijsblokjesreservoir om snel te laten koelen.
De ijsbereider kan geblokkeerd en daardoor
beschadigd worden.
* Niet bij alle modellen.
Attentie bij ingebruikneming
Fish
an
d Me
Fre
shp
rote
ct B
o
+0°C
x
at
Milk
and
Jogh
urt
+2°C
Fruit
a
nd V
egeta
bles
+4°C
Geschikt om vers te koelen:
In principe alle levensmiddelen die vers zijn en nog
langer vers moeten blijven, bijv. vis, zeevruchten, vlees,
worstwaren, melkproducten en kant-en-klaargerechten.
Niet geschikt voor „verskoelen”:
Koudegevoelige fruit en groente (bijv. zuidvruchten
zoals ananas, bananen, papaja’s, citrusvruchten en
meloenen, evenals tomaten, aubergines, courgettes,
paprika’s, komkommers, aardappels).
De ideale plaats voor het bewaren van deze
levensmiddelen is de koelruimte.
Attentie bij het inkopen van
levensmiddelen:
Van belang voor de houdbaarheidsduur is de „versheid
op moment van inkoop”.
In principe geldt: hoe verser de levensmiddelen zijn die
u bewaart in het apparaat, hoe langer ze vers blijven.
Let daarom bij de aankoop altijd op de mate van
versheid van de levensmiddelen.
Bij kant-en-klaarproducten en gebottelde producten de
door de fabrikant vermelde houdbaarheidsdatum of
gebruiksdatum in acht nemen.
De ijs en waterdispenser functioneert alleen als
het apparaat op de waterleiding is aangesloten.
Nadat het apparaat in gebruik is genomen duurt het ca.
24 uur tot de eerste portie ijsblokjes is aangemaakt.
Na het aansluiten bevinden zich in de leidingen nog
luchtbelletjes.
Het drinkwater net zolang aftappen en weggooien tot
het water zonder luchtbelletjes getapt kan worden.
De eerste 5 glazen leeggooien.
Als de ijsblokjesmaker voor het eerst wordt gebruikt:
de eerste 30-40 ijsblokjes om hygiënische redenen niet
gebruiken.
Aanwijzingen bij het gebruik van de
ijsbereider
Zodra het vriesvak zijn vriestemperatuur heeft bereikt,
start de ijsblokjesproductie. Na 2–3 uur worden de
geproduceerde ijsblokjes automatisch in het
ijsblokjesreservoir gestort.
Aanwijzing
Het apparaat produceert meer ijs wanneer u de
vriesvaktemperatuur kouder instelt. Daardoor wordt het
energieverbruik van uw apparaat iets hoger.
Soms vriezen ijsblokjes aan elkaar en blokkeren de
afgifte:
1. De deur openen en binnenin controleren of er
ijsblokjes vastzitten in de ijs- en waterafgifte.
2. Als de ijs- en waterafgifte niet geblokkeerd is:
m Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar.
■
Het ijsblokjesreservoir voorzichtig uittrekken en aan
elkaar gevroren ijsblokjes verwijderen.
Als het ijsblokjesreservoir vol is, dan wordt
de ijsbereiding automatisch uitgeschakeld.
Tijdens het aanmaken van de ijsblokjes is het gezoem
van het waterventiel, het binnenstromen van het water
in het ijsblokjesreservoir en het vallen van de ijsblokjes
te horen.
129
nl
Let op de kwaliteit van het drinkwater
IJs eruit halen
Alle voor de drinkwaterdispenser gebruikte materialen
zijn neutraal van geur en smaak.
Als het water een bijsmaak heeft, dan kan dat
de volgende oorzaken hebben:
het mineraal- en chloorgehalte van het drinkwater;
het materiaal van de waterleiding in huis en van
de toevoerleiding;
■ de versheid van het drinkwater. Wanneer er langere
tijd geen water is afgenomen, kan het water „muf”
smaken. In dit geval ca. 15 glazen met water vullen
en weggooien.
Wij raden u aan regelmatig wat vers water uit
de waterdispenser te tappen en het apparaat niet uit
te schakelen. Hierdoor blijft de kwaliteit van het water
behouden.
Het meegeleverde waterfilter filtert uitsluitend kleine
deeltjes uit het toegevoerde water, geen bacteriën of
microben.
■
■
IJs/water eruit halen
■
■
Toets van de ijs- en waterdispenser (water, crushed
ice of ijsblokjes) kiezen.
Toets net zo lang indrukken tot het glas met
de gewenste hoeveelheid gevuld is.
Water tappen
IJsbereider buiten werking stellen
Als er vermoedelijk langer dan 1 week geen ijsblokjes
uitgehaald worden ( bijv. tijdens een vakantie) dan
moet de ijsbereider tijdelijk buiten werking worden
gesteld om te voorkomen dat de ijsblokjes aan elkaar
vriezen.
De ijsbereider uitschakelen:
1. IJsblokjesreservoir eruit halen.
2. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[IWD off] met een pijl is gemarkeerd.
3. Deactiveren door de insteltoets - in te drukken (de
functie wordt niet langer omrand).
4. IJsblokjesreservoir legen en schoonmaken.
Reservoir er weer in zetten. Let erop dat
het ijsblokjesreservoir op de steunen vastklikt.
Om het apparaat weer in gebruik te nemen:
1. De toets „options” ingedrukt houden tot de functie
[IWD off] met een pijl is gemarkeerd.
2. Om te activeren de insteltoets + indrukken (de
functie is omlijnd).
Aanwijzing
Het water van de waterdispenser is op de juiste
temperatuur om te drinken gekoeld. Wilt u kouder
water, dan moet u vóór het tappen ijsblokjes in het glas
doen.
Aanwijzing
Bij afname van grote hoeveelheden water kan het
afgenomen water warmer worden.
130
nl
Waterfilter
m Waarschuwing
Het apparaat in plaatsen waar de kwaliteit van
het water twijfelachtig of niet voldoende bekend is, niet
zonder adequate desinfectie voor en na het filteren
gebruiken.
Een filterpatroon voor het partikelfilter kan bij
de Servicedienst of bij een vakhandelaar besteld
worden.
m Attentie
■
■
■
■
■
Na montage van een nieuw filter altijd de ijsproductie
van de eerste 24 uur na inschakeling van de
ijsbereider weggooien.
Wanneer het ijs langere tijd niet is gebruikt, alle
ijsblokjes uit het reservoir weggooien, evenals de
ijsproductie van de volgende 24 uur.
Wanneer het apparaat of het ijs meerdere weken of
maanden niet actief gebruikt is, of wanneer de
ijsblokjes onaangenaam smaken of ruiken, moet het
waterfilter worden vervangen.
Luchtinsluitingen in het systeem kunnen
wateruittreding en het uitwerpen van de filterpatroon
veroorzaken. Wees voorzichtig bij het verwijderen.
Het filter moet uiterlijk om de 6 maanden worden
vervangen.
Belangrijke aanwijzingen bij het waterfilter
■
■
Het watersysteem staat na gebruik onder lichte druk.
Wees voorzichtig als u het filter eraf haalt.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt werd of als
het water onaangenaam smaakt of ruikt:
watersysteem doorspoelen. Hiertoe een aantal
minuten water uit de waterdispenser tappen. Als
de onaangename smaak of geur blijft bestaan: filter
vervangen.
Vervangen van de filterpatroon
Na verloop van 6 maanden wordt u via de indicatie
[filter change] eraan herinnerd de filterpatroon te
vervangen (zie hoofdstuk „Speciale functies”).
Filterpatroon als volgt eruit halen:
■
■
■
Nieuwe filterpatroon erin zetten.
Een paar liter water uit de waterdispenser tappen.
Hierdoor wordt de lucht uit het watersysteem
verwijderd.
Water uit de oude filterpatroon gieten.
De filterpatroon kan met het huisvuil worden
weggedaan.
131
nl
Aanwijzing
Hoewel de testen onder standaardlaboratoriumvoorwaarden werden uitgevoerd, kan
de daadwerkelijke capaciteit hiervan afwijken.
Specificatie- en
vermogensgegevens
Het systeem werd in model 9000 225 170 door NSF
International met betrekking tot ANSI/NSF
standaard 53 tot het reduceren van cysten en
vertroebelingen alsmede met betrekking tot ANSI/
NSF standaard 42 tot het verminderen van
chloorsmaak en chloorstank getest en
gecertificeerd.
Nominale partikelklasse: I
Nominale gebruiksduur: 2.800 liter
Voor filtermodel: 9000 225 170
Met gebruik van reservepatroon: 9000 077 104
Het model werd door NSF International op ANSI/NSFStandards 42 & 53 getest en tot het reduceren van
de onderstaande substanties gecertificeerd.
De concentratie van de aangegeven in water opgeloste
substanties die het systeem binnendringen, werd
verlaagd tot een waarde minder dan of gelijk aan
de toelaatbare grenswaarde volgens ANSI/NSF 42
en 53 voor uit het apparaat afgevoerd water.
Substantie
Gemiddelde
in de watertoevoer
Watertoevoerconcent
ratie
Waterafvoerconcentra Gemiddelde reductie
tie
in %
Cysten *
Vertroebeling
166.500
10,7
Minimaal 50.000/l
11 x 1 NTU
1
0,3 l
Minimaal 10.000
partikels/ml
2,0 mg/l + - 10%
Partikelklasse 1 5.700.000
partikelgrootte
> 0,5 tot
<1,0 μm
Chloorsmaak
1,9
en
vertroebeling
Maximale
waterafvoer
Minimale reductie
in %
NSF test
99,99
97,10
Maximaal toelaatbare
concentratie
in de waterafvoer
99,95
0,5 NTU
1
0,49
99,99
95,42
511077-03
511078-03
30.583
99,52
> 85%
69.000
98,9
511079-03
0,05
97,3
> 50%
0,06
96,84
511081-03
* Op basis van gebruik van cryptosporium parvumoöcysten.
Toepassingsrichtlijnen/parameters watervoorziening:
Waterdruk
Watertemperatuur *
Doorstroomsnelheid
■
■
■
■
207 - 827 kPa
0,6 °C - 38 °C
2,83 l/min.
Het systeem moet volgens de door de fabrikant
aanbevolen richtlijnen geïnstalleerd en gebruikt
worden.
Het filter moet om de 6-9 maanden vervangen
worden.
Nieuw filter 5 minuten doorspoelen.
Nadere gegevens vindt u op de garantiekaart.
132
Dit product mag NIET gebruikt worden als het water
microbiologisch schadelijk of van onbekende
kwaliteit is, zonder adequate desinfectie voor of na
aansluiting op het systeem. Een systeem dat
gecertificeerd is voor de reductie van cysten mag
gebruikt worden voor gedesinfecteerd water dat
eventueel filtreerbare cysten bevat.
Voor het hele systeem (behalve voor
de wegwerppatroon) geldt een garantie van een jaar.
Met betrekking tot de wegwerppatronen geldt alleen
een garantie voor materiaalgebreken en
verwerkingsfouten. De gebruiksduur van
wegwerppatronen hangt af van de plaatselijke
wateromstandigheden, zodat hiervoor geen garantie
wordt gegeven.
Nadere informatie over de prijzen van
reserveonderdelen is te verkrijgen bij de leverancier
van uw apparaat of bij de vertegenwoordiger van
onderdelen bij u in de buurt.
Vervaardigd door:
3 M Material Technology (Guangzhou) Ltd.
9 Nanxiang Er road, Science City,
Guangzhou, 510663, P.R. China
nl
Barruimte
(niet bij alle modellen)
Om dranken en dergelijke snel uit de koelkast te halen.
De deur hoeft niet geopend te worden.
Beladen van het barvak
Tappen van dranken
Uitvoering van
de diepvriesruimte
(niet bij alle modellen)
Diepvrieskalender
Om kwaliteitsvermindering van de diepvriesproducten
te voorkomen, dient u de opslagduur niet te
overschrijden. De bewaartijd is afhankelijk van
het soort levensmiddelen. De cijfers bij de symbolen
geven in maanden de toelaatbare bewaartijd voor
de diepvrieswaren aan. Neem bij gewone
diepvriesproducten de productie- of
houdbaarheidsdatum in acht.
Koude-accu
De koude-accu vertraagt bij het uitvallen van de stroom
of bij een storing het verwarmen van de opgeslagen
diepvrieswaren. De langste opslagtijd wordt bereikt
wanneer u het koelelement in het bovenste vak op
de levensmiddelen legt.
De koude-accu kan ook voor het tijdelijk koelhouden
van levensmiddelen (bijv. in een koeltas) eruit genomen
worden.
Aanwijzing
Maximale belading: 5 kg
133
nl
Uitvoering van de koelruimte
Groentelade met vochtfilter
De groentelade wordt afgedekt door een speciaal filter
dat de luchtvochtigheid in de lade optimaal houdt. Zo
wordt een ideaal bewaarklimaat voor vers fruit, sla,
groente, kruiden en champignons gewaarborgd.
De luchtvochtigheid in de groentelade kan worden
geregeld afhankelijk van de hoeveelheid
levensmiddelen.
Kleine hoeveelheden levensmiddelen –
Regelaar naar rechts schuiven.
Grote hoeveelheden levensmiddelen –
Regelaar naar links schuiven.
Bij hoge luchtvochtigheid blijft bladgroente langer vers.
Groente en fruit bij een iets lagere temperatuur
bewaren.
Aanwijzing
Een te hoge luchtvochtigheid kan tot de vorming van
waterdruppels en hierdoor tot verrotting leiden.
134
Variabele indeling van
de binnenruimte
U kunt de legplateaus en de deurvakken naar wens
verplaatsen.
■
Legplateau naar voren trekken, iets laten zakken en
aan de zijkant uitzwenken.
■
Vakken in de deur iets optillen en eruit halen.
nl
Speciale uitvoering
(niet bij alle modellen)
Verstelbaar glasplateau „easy Lift”
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen
Uitschakelen van het apparaat
Toets Aan/Uit indrukken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Buiten werking stellen van het apparaat
Het legplateau kan in de hoogte versteld worden
zonder dat het eruit gehaald hoeft te worden.
Levensmiddelen eerst van het legplateau af halen.
Maximale belading van het legplateau: 3 kg
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Watertoevoer naar het apparaat altijd een paar uur
voor het uitschakelen onderbreken.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen.
3. Apparaat uitschakelen.
4. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
5. IJsblokjesreservoir legen en schoonmaken. (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
6. Binnenkant van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
7. De deuren van het apparaat open laten om
geurvorming te voorkomen.
Verstelbaar deur-legplateau „easy Lift”
Ontdooien
Diepvriesruimte
Door het volledig automatische NoFrost-systeem blijft
de vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Koelruimte
Het apparaat wordt automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het afvoergaatje naar een
verdampingsschaal aan de achterkant van
het apparaat.
De hendel omhoog zetten om het deurvak naar
beneden te verplaatsen.
Het deurvak kan naar boven worden verplaatst zonder
de hendel te gebruiken.
Om het te verwijderen het deurvak optillen en
verwijderen.
135
nl
Schoonmaken van het apparaat
m Waarschuwing
Het apparaat nooit met een stoomreiniger reinigen!
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand,
chloride of zuren bevatten.
m Attentie
Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen
oppervlakken kan corrosie ontstaan.
m Attentie
De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in
de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen
vervormen!
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen.
2. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen.
3. Diepvrieswaren verwijderen en bewaren op een
koele plaats. Koude-accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en
lauw water met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in de
verlichting terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon water
schoonmaken en grondig droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en
inschakelen.
8. Diepvrieswaren opnieuw in het diepvriesvak leggen.
Bij het aanbrengen de lade op de rails plaatsen en naar
binnen schuiven. De lade klikt vast door hem omlaag te
drukken.
Vochtfilter eruit halen
Eerst de groentelade verwijderen. Daarna het vochtfilter
eruit trekken.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele delen van het
apparaat worden verwijderd (zie hoofdstuk Variabele
indeling van de binnenruimte)
Aanwijzing
Open de deuren volledig (90°) om de lades te
verwijderen en te reinigen.
Lade verwijderen
De lade geheel uittrekken, door optillen losmaken van
de houder en verwijderen.
136
De filterafdekking eraf halen. Filter eruit halen, in lauw
water schoonmaken, laten drogen en alles weer
in elkaar zetten.
nl
Schoonmaken van de wateropvangschaal
Overtollig water komt terecht in de wateropvangschaal.
Zeef eraf halen om te legen en te reinigen.
Wateropvangschaal met een spons of een goed
absorberend doekje afwissen.
Verlichting
(niet bij alle modellen)
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED
verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door
de Servicedienst of een erkend vakman worden
uitgevoerd.
IJsblokjesreservoir schoonmaken
Als er langere tijd geen ijsblokjes uit de dispenser
worden gehaald, dan krimpen de kant en klare
ijsblokjes, smaken ze verschaald en plakken ze aan
elkaar.
Reservoir eruit trekken, legen en met lauw water
schoonmaken.
m Attentie
Een vol ijsblokjesreservoir is zwaar!
Led- lampje in koelruimte vervangen
1. Apparaat uitschakelen met de Aan/Uit-knop.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering
uitschakelen.
3. Lampenkapje eraf halen.
4. Led-lampje vervangen (Reserve led-lampje, 220240 V wisselstroom, fitting E14, zie defecte lampje
voor wattage).
5. Lampenkapje weer monteren.
Na reiniging het reservoir en de transportschroef goed
droogwrijven om te voorkomen dat de nieuwe ijsblokjes
vastvriezen.
IJsblokjesreservoir er weer inzetten
IJsblokjesreservoir op de steunen helemaal naar
achteren schuiven tot het vastklikt. De productie van
ijsblokjes gaat verder.
Aanwijzing
Als het reservoir niet helemaal naar achteren
geschoven kan worden: de transportschroef
in het reservoir iets verdraaien of aan de inschuifruimte
vastgevroren ijsblokjes verwijderen.
137
nl
Energie besparen
■
■
■
■
■
■
■
■
Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte
plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen zoals een
verwarmingsradiator of een fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen,
daarna in het apparaat plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te
ontdooien en de kou van de diepvrieswaren
gebruiken om andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen.
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om de geplande
energieopname van het apparaat te bereiken (zie
„Opstellen van het apparaat”, „Beluchting”). Een
kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige
invloed op de werking van het apparaat.
Het energieverbruik kan dan iets hoger worden.
De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen
invloed op de energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de leidingen of water in de
ijsbereider.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/
uit.
Kloppende geluiden
De kant en klare ijsblokjes van de ijsbereider vallen in
het ijsblokjesreservoir.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas stellen.
Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander meubel of
apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast
wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden
en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.
138
nl
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Voer een zelftest van het apparaat uit (zie hoofdstuk „Zelftest apparaat”).
U moet de kosten voor advies van de monteur van de Servicedienst zelf betalen – ook in de garantietijd!
Storing
Eventuele oorzaak
De temperatuur wijkt erg af van
de instelling.
Oplossing
In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat
gedurende 5 minuten uit te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of
de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende dag
de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt.
Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld;
de stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
Display geeft „E..” aan.
De elektronica heeft een fout geconstateerd.
Inschakelen van de Servicedienst.
Het alarmsignaal is te horen,
de temperatuurindicatie van
de diepvriesruimte knippert.
In de diepvriesruimte is het te
warm! Gevaar voor
de diepvrieswaren!
Druk op de alarm off/lock-toets om het alarmsignaal uit te
schakelen. De indicatie knippert niet meer.
De temperatuurindicatie 10 geeft gedurende 5 seconden
de warmste temperatuur aan die in de diepvriesruimte heeft
geheerst.
Deur van het diepvriesruimte is geopend.
Deur sluiten.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Er werden te veel levensmiddelen in één keer
ingeladen om in te vriezen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Aanwijzing
Half en geheel ontdooide diepvrieswaren kunnen opnieuw
worden ingevroren als vlees en vis niet langer dan een dag,
andere diepvrieswaren niet langer dan drie dagen warmer dan
+3 °C waren.
De verlichting functioneert niet.
Het apparaat koelt niet.
De verlichting functioneert niet.
De indicatie brandt niet
De lichtschakelaar klemt.
Controleer of er beweging in de lichtschakelaar zit.
De verlichting is defect.
(Zie hoofdstuk „Verlichting”.)
Het apparaat is uitgeschakeld.
Toets Aan/Uit indrukken.
Stroomuitval.
Controleren of er stroom is.
De zekering is uitgeschakeld.
Zekering controleren.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
De koelmachine wordt steeds vaker De deur van het apparaat werd te vaak
en langer ingeschakeld.
geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen.
Invriezen van grotere hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
139
nl
Water- en ijsdispenser
Storing
Eventuele oorzaak
Oplossing
Hoewel de dispenser langere tijd
in werking is, komen er geen
ijsblokjes uit.
De kraan is dicht.
Waterkraan openen.
De watervoorziening is onderbroken.
De waterdruk is te laag.
Neem contact op met de installateur.
De ijs- en waterdispenser is uitgeschakeld. Op IJs- en waterafgifte inschakelen (zie het hoofdstuk IJs- en
het display brandt „IWD off”.
waterafgifte uit- en inschakelen).
Er zijn ijsblokjes
in het ijsblokjesreservoir maar ze
komen er niet uit.
Te warm in de diepvriesruimte.
Temperatuur in de diepvriesruimte kouder instellen (zie het
hoofdstuk Temperatuur instellen).
De ijsblokjes zijn aan elkaar vastgevroren.
IJsblokjesreservoir eruit halen en legen.
De ijsblokjes zitten klem
in de opening van het
ijsblokjesreservoir of in de ijsmaler.
IJsblokjesreservoir eruit halen en de transportschroefas met
de hand verdraaien. Eventueel klem zittende ijsbrokjes met
een houten staafje losmaken.
De ijsblokjes zijn waterig.
De ijsblokjes werden ontdooid.
IJsblokjesreservoir eruit halen, legen en droogwrijven.
Deur van het diepvriesruimte is geopend.
Deur sluiten.
Stroomuitval.
Controleren of er stroom is.
De waterdispenser functioneert
niet.
De kraan is dicht.
Waterkraan openen.
De watervoorziening is onderbroken.
De waterdruk is te laag.
Neem contact op met de installateur.
De ijsbereider produceert niet
genoeg ijs of de ijsblokjes zijn
vervormd.
Het apparaat of de ijsbereider werd pas kort
geleden ingeschakeld.
Het duurt ca. 24 uur tot de ijsproductie begint.
Er werd een grote hoeveelheid ijs uitgehaald.
Het duurt ca. 24 uur tot het ijsblokjesreservoir weer gevuld is.
Lage waterdruk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten op de voorgeschreven
waterdruk (zie het hoofdstuk „Apparaat aansluiten”, paragraaf
„Wateraansluiting”).
Waterfilter verstopt of verbruikt.
Waterfilter vervangen.
De temperatuur in de diepvriesruimte
is te warm.
De temperatuur in de vriesruimte iets kouder instellen.
Borrelende, gorgelende geluiden uit Watertoevoer is onderbroken of verstopt.
de waterleiding.
140
1. Watertoevoer controleren.
2. Controleren of de waterleiding verstopt is.
3. In sommige gevallen is het voldoende om de ijs- en
waterafgifte kort uit te schakelen (zie het hoofdstuk „IJs- en
waterafgifte uit- en inschakelen”).
nl
Zelftest apparaat
Servicedienst
Het apparaat beschikt over een automatisch
zelftestprogramma dat de oorzaken van storingen
aangeeft die alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw
omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met service-adressen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.)
en het FD-nummer (FD-Nr.) van het apparaat op.
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten wachten.
2. Apparaat weer inschakelen.
3. De toets „options” en de select-toets tegelijkertijd
5 seconden ingedrukt houden.
Het zelftestprogramma start. Als op het display „E…”
verschijnt, dan gaat het om een storing. Neem contact
op met de klantenservice wanneer deze foutmelding
verschijnt.
Zelftest apparaat beëindigen
De toets „options” en de select-toets opnieuw
tegelijkertijd 5 seconden ingedrukt houden.
Door vermelding van het fabrikaat- en productnummer
kunt u onnodige voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart
u zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies bij
storingen
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
NL
B
088 424 4010
070 222 141
141