Miller XMT 450 CC/CV (400 VOLT MODEL) CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Lasstroombron
XMT 450 CC/CV
OM-257220M/dut
201603
Processen
Beschrijving
Multiproces Lassen
www.MillerWelds.com
R
(400 Volt modellen) CE
HANDLEIDING
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 7............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS 10..................................................
3-1. Kenmerken en voordelen 10..............................................................
3-2. Boogregelingen 10......................................................................
3-3. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-4. Technische gegevens 10.................................................................
3-5. Afmetingen en gewicht 11................................................................
3-6. Omstandigheden gebruik en opslag 11.....................................................
3-7. Inschakelduur en oververhitting 12........................................................
3-8. Stroom-spanning grafieklijnen 13..........................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 14..............................................................
4-1. Een locatie kiezen 14....................................................................
4-2. Keuze van kabeldiameters* 15............................................................
4-3. Klemmen lasuitgangen 15................................................................
4-4. De lasstroomkabels aansluiten 16.........................................................
4-5. Informatie over de 14-pens stekkerdoos 16.................................................
4-6. 115 V AC dubbele stekkerdoos en bijhorende beveiligingen 17.................................
4-7. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting 18....................................
4-8. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 19...............................................
4-9. Het aansluiten van de netvoeding 20.......................................................
HOOFDSTUK 5 ALGEMENE WERKING 22.....................................................
5-1. Voorpaneel 22.........................................................................
5-2. Functie-instellingen op de schakelaar 23...................................................
HOOFDSTUK 6 TIG-LASSEN 24..............................................................
6-1. Meest gangbare aansluiting voor het TIG-proces 24..........................................
6-2. TIG lasfunctie met aanstrijkstart TIG-proces 25............................................
6-3. LiftArc TIG-lasfunctie TIG-proces 26....................................................
6-4. Afstandbediend TIG-lassen met aanstrijkstart TIG-proces 27.................................
HOOFDSTUK 7 GMAW/FCAW-LASSEN 28.....................................................
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling
voor GMAW/FCAW-proces 28............................................................
7-2. MIG lasstand GMAW/FCAW-proces 29...................................................
7-3. Gangbare aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling
voor GMAW-P-proces 30................................................................
7-4. Pulserend MIG lasstand GMAWP proces 31..............................................
7-5. Standaarde aansluiting voor draadaanvoerapparaten die werken op de lasspanning,
GMAW/FCAW-proces 32................................................................
7-6. V-Sense Feeder lasstand GMAW/FCAW-proces 33.........................................
HOOFDSTUK 8 SMAW/CAC-A-LASSEN 34.....................................................
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CAC-A proces 34.................................
8-2. Afstandbediende beklede elektrodelasstand SMAW/CAC-A proces 35.........................
8-3. Beklede elektrodelasstand SMAW/CAC-A proces 36........................................
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV) 37......................................
8-5. Functies bij verschillende configuraties 37..................................................
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 9 ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 38..................................
9-1. Routineonderhoud 38...................................................................
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 38...........................................
9-3. Behuizing verwijderen en de spanning van de ingangscondensator meten bij modellen
voor 400 V AC 39.......................................................................
9-4. Helpmeldingen 40......................................................................
9-5. Storingen 41...........................................................................
HOOFDSTUK 10 ELECTRISCH SCHEMA 42....................................................
GARANTIE
COMPLETE ONDERDELENLIJST - www.MillerWelds.com
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street Appleton, WI 54914 VS verklaart dat het product
of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde richtlijn(en)
en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
XMT 450 CC/CV 400V W/AUX POWER (CE) 907525
Richtlijnen:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain Hazardous Substances in electrical and electronic equipment
Normen:
IEC 609741:2012 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 6097410:2007 Arc welding equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
Ondertekenaar:
March 5, 2015
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
Datum van verklaring
MANAGER, PRODUCTONTWERPNALEVING
257859C
EMV-GEGEVENSBLAD VOOR LASSTROOMBRON
Product-/apparaatidentificatie
Product Serienummer
XMT 450 CC/CV 400V W/AUX POWER (CE) 907525
XMT 450 MPA 400V (CE) 907468
INVISION 450 MPA 400V W/AUX POWER (CE) 907524
ALUMAPOWER 450 MPA 400V W/AUX POWER (CE) 907526
Overzicht nalevingsinformatie
Toepasbare richtlijn Richtlijn 2014/35/EU
Referentielimieten Richtlijn 2013/35/EU, aanbeveling 1999/519/EG
Toepasselijke normen IEC 62822-1:2016, IEC 62822-2:2016
Bedoeld gebruik voor bedrijfsmatig gebruik voor gebruik door leken
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met niet-thermische effecten JA NEE
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met thermische effecten JA NEE
Gegevens zijn gebaseerd op maximaal voedingsvermogen (geldig tenzij firmware/hardware wordt gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op slechtste-gevalinstelling/-programma (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op meerdere instellingen/-programma's (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) JA NEE
voor gezondheidseffecten bij standaardconfiguraties (indien NEE gelden specifieke
vereiste minimale afstanden)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) n.v.t. JA NEE
voor sensorische effecten bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke maatregelen nodig)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de n.v.t. JA NEE
actieniveaus (AL's) bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke waarschuwingsborden nodig)
EMV-gegevens voor niet-thermische effecten
Blootstellingsindices (EI's) en afstanden tot lasstroomkring (voor de diverse gebruiksmodi, voor zover van toepassing)
Hoofd
Romp
Ledematen
(handen)
Ledematen
(dijen)
Sensorische
effecten
Gezondheids
effecten
Genormeerde afstand 10 cm 10 cm 10 cm 3 cm 3 cm
ELV EI op genormeerde afstand 0,27 0,23 0,36 0,21 0,47
Vereiste minimumafstand
1 cm 1 cm 2 cm 1 cm 1 cm
Afstand waarop alle beroepsmatige ELV-blootstellingsindices vallen onder 0,20 (20%) 24 cm
Afstand waarop alle ELV-blootstellingsindices voor het algemene publiek vallen onder 1,00 (100 %) 317 cm
Getest door: Tony Samimi Datum van test: 2016-03-09
275642-A
OM-257220 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201509
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig op beschadigingen of blootliggende bedrading en
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig-
gende bedrading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
OM-257220 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te
bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de
dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en
deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
OM-257220 Pagina 3
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat
op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
OM-257220 Pagina 4
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-257220 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per-
sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
beoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-257220 Pagina 6
OM257220 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 201205
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle elektrische en elektronische apparatuur die niet langer wordt gebruikt (WEEE).
Voer het af naar een daarvoor inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of met uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201205
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken.
Geen natte of kapotte handschoenen dragen.
Safe2 201205
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en aarde.
Safe3 201205
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201205
Zorg ervoor dat u niet in de rookgassen staat.
Safe6 201205
Gebruik actieve ventilatie of een afzuigsysteem om de rookgassen van de werkplek af te voeren.
Safe8 201205
Gebruik een ventilator om de rookgassen af te voeren.
Safe10 201205
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 201205
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat
er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 201205
OM257220 Pagina 10
Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 201205
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201205
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe30 201205
Rondvliegende stukken van onderdelen kunnen letsel veroorzaken. Draag altijd een gelaatscherm
als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe27 201205
Draag altijd lange mouwen en knoop uw kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe28 201205
Nadat u de nodige voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kunt u het apparaat aansluiten op de stroomvoorziening.
Safe29 201205
Het apparaat niet aan één handgreep optillen of ondersteunen.
Safe31 201205
?
V
?
A
Bekijk het label met de technische gegevens voor de vereiste ingangsspanning.
Safe34 201205
Raak bekend met de machine door de instructies door te lezen, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe35 201205
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad aan op de aardklem van de werkschakelaar.
Sluit de fasedraden (L1, L2, L3) aan op de faseklemmen.
Safe36 201205
OM257220 Pagina 9
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm
met de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 201205
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Lees eerst de instructies voordat u aan de machine gaat werken
of gaat lassen.
Safe40 201205
V
V
V
> 5 min
Nadat de machine is uitgeschakeld, blijft er gevaarlijke spanning
staan op de primaire condensatoren. Volledig geladen condensatoren
niet aanraken. Wacht altijd 5 minuten na het uitschakelen van de
stroom voordat u gaat werken aan de unit OF controleer eerst de
spanning op de primaire condensator en zorg dat deze nagenoeg
0 volt is voordat u enig onderdeel aanraakt.
Safe43 201205
=
<
60°
Til het apparaat altijd aan beide handgrepen op en ondersteun het.
Houd de hoek van het heftoestel altijd kleiner dan 60 graden.
Gebruik een geschikte kar om het apparaat te verplaatsen.
Safe44 201205
2-2. Diverse symbolen en definities
A
Stroomsterkte
Uitgang
Uit
Gelijkstroom (DC)
Constante stroom
Boogkracht
U
0
Nominale
nullastspanning
(OCV)
Hz
Hertz
Pulserend
I
1max
Maximale nominale
netstroom
Regelknop
Automatische
zekering
TIG lassen
Positief
Constante
spanning
Beklede
elektrodelassen
U
1
Primaire spanning
IP
Beschermings-
graad
Lift-Arc
triggering met
vasthoudfunctie
(TIG)
I
1eff
Maximale
effectieve
netstroom
Wisselstroom (AC)
Afstandbediening
Negatief
Inductantie
Voetbediening
MIG/MAG lassen
U
2
Uitgangsspanning
belast
I
2
Nominale
lasstroom
Enkelfase
Verhogen
V
Spanning
Aan
Ingangsspanning
Aarding
Netaansluiting
Driefasen inverter
X
Inschakelduur
%
Percent
Driefasen
Lift-Arc (TIG)
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 12
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS
3-1. Kenmerken en voordelen
De LVCt netspanningscompensatie is een circuit dat het uitgangsvermogen van de stroombron constant houdt,
ongeacht schommelingen in de netvoeding.
De Windtunneltechnologie t blaast lucht over componenten die koeling nodig hebben, maar niet over
elektronische circuits, waardoor er minder vervuiling optreedt en de betrouwbaarheid wordt verhoogd bij zware
lasomstandigheden.
Het Fan-On-Demandt koelsysteem werkt alleen als het nodig is en vermindert het geluidsniveau,
het energieverbruik en de hoeveelheid verontreiniging die door de machine wordt aangezogen.
De thermische overbelastingsbeveiliging schakelt automatisch het apparaat uit, maar alleen om schade
te voorkomen aan interne componenten als de inschakelduur wordt overschreden of de luchtstroom of de koeling
wordt beperkt (zie Hoofdstuk 3-7).
Met de Auto Remote Sense kan het apparaat automatisch detecteren of er een afstandsbediening is aangesloten.
De werking van de afstandsbediening hangt af van de instelling van de functieschakelaar (zie Hoofdstuk 5-2).
Het starten met LiftArct TIG lassen zorgt voor een verontreinigingsvrije las zonder gebruik te maken van HF
(zie Hoofdstuk 6-3).
Adaptive Hot Startt voor beklede elektrode verhoogt de uitgaande stroomsterkte bij de start van de las en voorkomt
het blijven plakken van de elektrode in de CC- en beklede elektrode stand (zie Hoofdstuk 8-2 en 8-3).
3-2. Boogregelingen
Met de DIG-regeling kunnen de boogkarakteristieken zacht tot hard worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes in de CC- en beklede elektrode stand (zie Hoofdstuk 8-2 en 8-3).
Inductantie beïnvloedt de hardheid van de boog, de breedte van de lasnaad en de vloeibaarheid van het lasbad
in de MIG- en de V-Sense Feeder-standen (zie Hoofdstukken 7-2 en 7-6).
3-3. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product te vinden op het achterpaneel. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en
het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde
van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt.
3-4. Technische gegevens
. Gebruik niet de informatie in de tabel met specificaties voor de eenheid om de elektrische onderhoudsvereisten te bepalen. Zie hoofdstukken 4-8
en 4-9 voor meer informatie over het aansluiten van de ingangsspanning.
Netvoeding
Nominale lasstroom
en -spanning
Lasstroom-
bereik
Spannings-
bereik
Maximum
open
spanning
DC
Stroomverbruik
bij een nominale
uitgangsbelasting,
50/60 Hz,
driefasen
kVA kW
380V 400V 380V 400V 380V 400V
Driefasen 450 A bij 38 V DC,
100% inschakelduur
15 600 10 38 90 32,6
(0,42*)
32,1
(0,47*)
21,5
(0,28*)
22,3
(0,32*)
19,1
(0,07*)
19,2
(0,07*)
* Onbelast met ingeschakelde ventilator
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 13
3-5. Afmetingen en gewicht
Gatmaten
C
D
A
G
14,5 inch
(368 mm)
26,8 inch
(681 mm)
17,2 inch
(437 mm)
B Ref.\ 252\ 018\X0106A
F
E
A 811/16 inch (221 mm)
B 113/8 inch (289 mm)
C 153/4 inch (400 mm)
D 227/16 inch (570 mm)
E 23/4 inch (70 mm)
F
33/8 inch (86 mm)
diameter
G 1/420 UNC 2B draad
Gewicht
55,3 kg
3-6. Omstandigheden gebruik en opslag
A. IP graad
IP-graad
IP23
Deze apparatuur is ontworpen voor buitengebruik. Opslag is toegestaan, maar buiten lassen bij regen of andere neerslag mag alleen onder
een afdak.
IP23 201406
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan IEC 61000311 en IEC 61000312 en kan worden aangesloten op het openbare laagspanningsnet, op
voorwaarde dat dit net op het gemeenschappelijk koppelpunt een systeemimpedantie Z
max
heeft van minder dan 73,66 mW (of het
kortsluitvermogen S
sc
is groter dan 2 172 158 VA). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de apparatuur om, zo nodig
door raadpleging van de netwerkbeheerder, zeker te stellen dat de systeemimpedantie aan de eisen voldoet.
ceemc 1 2014-07
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 14
3-7. Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen met nominaal vermogen
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, zorgt
een thermostaat (thermostaten) er
voor dat er geen uitgangsspanning
meer is en gaat de koelventilator
draaien. Wacht vijftien minuten om het
apparaat te laten afkoelen. Verlaag de
stroomsterkte of de inschakelduur
voor u weer gaat lassen.
LET OP Het overschrijden van de
inschakelduur kan het apparaat
beschadigen en de garantie vervalt
dan.
Oververhitting
0
15
A/V
OF
verminder de
inschakelduur
Minuten
duty1 4/95 SA181 560 / 250 541A
Ononderbroken lassen
100% inschakelduur bij 450 ampère
60% inschakelduur bij 580 ampère
6 minuten lassen 4 minuten rusten
DRIEFASEN-
WERKING
LASSTROOM (A)
% INSCHAKELDUUR
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 15
3-8. Stroom-spanning grafieklijnen
De stroom/spanning grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van de lasstroombron.
De grafieklijnen van de andere
instellingen vallen tussen de
aangegeven krommen.
STROOMSTERKTE
SPANNING
CC Mode
SPANNING
CV Mode
STROOMSTERKTE
0
20
40
60
80
100
0 100 200 300 400 500 600 700
MAX
MIN
252 918A / 252 919A
0
20
40
60
80
100
0 100 200 300 400 500 600
10
30
50
70
90
AFSTANDBEDIENDE
TIG
TIG MET
STRIJKSTART
TIG
MAX
BEKLEDE ELEKTRODE
MAX
STICK
80 A
TIG
MIN
100%
0%
25%
50%
75%
BOOGREGELING (DIG)
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 16
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
! Mogelijk is een speciale in-
stallatie nodig, wanneer er benzi-
ne of vluchtige vloeistoffen aan-
wezig zijn zie NEC artikel 511 of
CEC sectie 20.
1 Hefvorken
Steek de vorken zo ver in, dat ze aan de
andere kant onder het apparaat uit-
steken.
2 Hefgrepen
Gebruik de hefgrepen om het apparaat
op te tillen.
3 Handkar
Gebruik een kar of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
4 Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van een
stroombron die de juiste voeding biedt.
4
18 inch
(460 mm)
18 in.ch
(460 mm)
OF
1
Locatie en luchtstroom
2
3
2
loc_med_dut 2015-04
Verplaatsing
! Verplaats het apparaat niet naar en gebruik
het niet op plaatsen waar het kan omvallen.
4-1. Een locatie kiezen
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 17
4-2. Keuze van kabeldiameters*
LET OP De totale kabellengte in het lascircuit (zie onderstaande tabel) is de gecombineerde lengte van beide laskabels. Als bijvoorbeeld
de stroombron is opgesteld op 30 meter van het werkstuk, dan is de totale kabellengte 60 meter (2 x 30 m). Gebruik dan die 60 meter voor het bepalen
van de kabelafmetingen.
Laskabeldikte** en totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring Niet langer dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Lasstroom
(A)
10 60%
inschakelduur
AWG (mm
2
)
60 100%
inschakelduur
AWG (mm
2
)
10 100% inschakelduur
AWG (mm
2
)
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x2/0 (2x70)
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95) 2x3/0 (2x95)
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95) 2x3/0 (2x95)
2x4/0
(2x120)
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95)
2x4/0
(2x120)
2x4/0
(2x120)
500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95)
2x4/0
(2x120)
3x3/0 (3x95) 3x3/0 (3x95)
600 3/0 (95) 4/0 (120) 2x2/0 (2x70) 2x3/0 (2x95)
2x4/0
(2x120)
3x3/0 (3x95)
3x4/0
(3x120)
3x4/0
(3x120)
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
die één maat dikker is.
** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 mils/A.
Bij metrische kabels gelden de kabeldoorsneden in vierkante millimeter.
*** Raadpleeg voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze handleiding een vertegenwoordiger van de leverancier. De Amerikaanse
telefoonnummers zijn 9207354505 (Miller) en 18003323281 (Hobart).
Ref. S0007L 201502
! Schakel de elektrische voeding uit
vóór aansluiting op de klemmen
van de lasuitgangen.
! Gebruik geen versleten,
beschadigde, te dunne of
herstelde kabels.
1 Positieve (+) klem lasuitgang
2 Negatieve () klem lasuitgang
. Zie voor aansluitingen van de
klemmen van de lasuitgangen
hoofdstuk 6-1 tot en met 8-1 voor
typische aansluitprocessen.
4-3. Klemmen lasuitgangen
1
2
output term1 201502
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 18
4-4. De lasstroomkabels aansluiten
803 778B
! Schakel de voeding uit voordat
u de laskabels aansluit op de
laskoppelingen.
! Als u de laskabels niet goed
aansluit, kan dat sterke verhitting en
brand veroorzaken of uw machine
beschadigen.
1 Laskabelbout
2 Meegeleverde klemmoer
voor de laskabelbout
3 Kabelschoen van de laskabel
4 Koperen zitting
Haal de meegeleverde moer van de
aansluitbout voor de laskabel. Schuif de
kabelschoen op de aansluitbout en zet
het zodanig met de moer vast dat de
kabelschoen strak tegen het koperen vlak
zit. Er mag niets tussen de kabelschoen
en het koperen vlak zitten. Zorg dat de
oppervlakken van de kabelschoen
en het koperen vlak schoon zijn.
Benodigde gereedschappen:
4
2
3
Onjuiste installatie
1
Niets tussen de
aansluitklem van
de laskabel en het
koperen vlak
plaatsen.
3/4 in. (19 mm)
4-5. Informatie over de 14-pens stekkerdoos
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
Ref. 252 018A
14-pens
aansluiting
Pen* Functie van de pennen
24 volt AC
UITGANG
(MAGNEET-
SCHAKELAAR)
A 24 volt AC voor hulpapparatuur, beveiligd door
CB2.
B Verbinding met contact A activeert het
uitgangsvermogen.
AFSTANDS
BEDIENING
C Uitgangsspanning naar afstandsbediening:
+10 V DC bij MIG; 0 tot +10 V DC bij andere
lasmethoden.
D Nulleiding van de afstandsbediening.
E 0 tot +10 V DC inkomend stuursignaal vanaf
de afstandsbediening.
M CC/CV-instelling (constante stroom/spanning),
signaal 0 tot +10 volt DC.
A/V
STROOM
SPANNING
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC per 100 ampère.
H Spanningsterugkoppeling; +1 volt DC
per 10 boogspanning.
GND
G Gemeenschappelijke voor 24V AC circuit.
K Massa van behuizing.
* De overige contacten worden niet gebruikt.
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 19
4-6. 115 V AC dubbele stekkerdoos en bijhorende beveiligingen
Ref. 257 348A
1 115 V 7 A AC stekkerdoos
2 Beveiligingsautomaat CB1
3 Beveiligingsautomaat CB2
CB1 beveiligt de dubbel
stekkerdoos.
CB2 beveiligt de 24 volt AC van
de 14-pens stekkerdoos tegen
overbelasting.
Druk op de knop om de
apparatuurbeveiliging te resetten
2
3
1
Aantekeningen
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 20
4-7. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting
Ref. 252 021A / 257 348A
Bevestig de gasfles met een ketting
aan het wielonderstel, de wand of een
andere vaste ondersteuning, zodat
de cilinder niet kan vallen en de kraan
kan afbreken.
1 Cilinder
2 Drukregelaar/gasstromingsmeter
Installeer deze zodanig dat de
voorzijde verticaal zit.
3 Aansluiting gasslang
De fitting heeft 5/8-18 rechtsdraaiend
schroefdraad. Schaf een gasslang
aan en installeer deze.
4 Fitting gas-in
5 Fitting gas-uit
De fittingen gas-in en gas-uit hebben
5/8-18 rechtsdraaiend schroefdraad.
Schaf een slang aan van het juiste
formaat en type en met de juiste
lengte en maak de aansluitingen als
volgt:
Sluit de slang vanaf de
gasdrukregelaar/flowmeter van de
beschermgastoevoer aan op de
‘gas-in’-fitting.
Sluit de slangkoppeling aan op de
toorts. Sluit één uiteinde van de
gasslang aan op de slangkoppeling.
Sluit het andere uiteinde van de
gasslang aan op de ‘gas-uit’-fitting.
Bediening
De gasklep regelt de gasstroom
tijdens het TIG-proces als volgt:
Afstandsbediend TIG
De gasstroom start met de
afstandsbediende contactor aan.
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom als er lasstroom
werd gedetecteerd, of met de
afstandsbediende contactor uit als er
geen lasstroom werd gedetecteerd.
Lift Arc TIG
De gasstroom start als het wolfraam het
werkstuk raakt (aanraakgevoelig).
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom.
TIG-lassen met strijkstart
De gasstroom start wanneer er
lasstroom wordt gedetecteerd.
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom.
De gasnastroomtijd is in de fabriek
ingesteld op 5 seconden per 100 A
lasstroom. De minimum nastroomtijd
is 4 seconden. De maximum
nastroomtijd is 24 seconden
(nastroominstellingen kunnen niet
worden bijgesteld door de
eindgebruiker).
4
3
1
2
GAS IN
GAS UIT
5
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 21
4-8. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Elec Serv 201401
LET OP ONJUISTE NETVOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. Deze lasstroombron vereist een CONSTANTE voeding met nominale
frequentie (+10%) en nominale spanning (+10%). De spanning tussen fase en nul mag niet meer bedragen dan +10% van de nominale
ingangsspanning. Gebruik voor de voeding van deze lasstroombron geen generator met een automatische stationairvoorziening (die de motor
stationair laat draaien bij onbelaste generator).
LET OP De werkelijke voedingsspanning (ingangsspanning) mag niet lager of hoger zijn dan 10% t.o.v. de spanning zoals aangegeven in de tabel.
Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is, kan er mogelijk geen uitgangsspanning zijn.
Het niet opvolgen van deze elektrische adviezen kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen gelden voor een
specifiek circuit ontworpen voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In specifieke circuits staat het Amerikaanse voorschrift de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen
en geleiders te gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd.
Zie de NEC-artikelen 210.21, 630.11 en 630.12.
50/60 Hz driefasen
Voedingsspanning (V) 380 400
Stroomopname (A) bij nominaal uitgangsvermogen 32,6 32,1
Max. aanbevolen standaard zekering in ampères
1
Trage zekeringen
2
40 35
Normale zekeringen
3
50 45
Min. afmeting aanvoergeleider in AWG (10 AWG = 6 mm
2
)
4
8 8
Max. aanbevolen lengte aanvoergeleider in meters 279 (85) 309 (94)
Min. afmeting aardgeleider in AWG (10 AWG = 6 mm
2
)
4
10 10
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2014 (met inbegrip van artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een
tijd/stroomkromme die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De “trage” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De “normale” zekeringen (algemeen toepasbaar, niet vertraagd) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).
4 De kabelgegevens in dit hoofdstuk geven de doorsnede aan van de geleider (m.u.v. flexibel snoer of kabel) tussen de zekeringkast en de apparatuur
conform NEC-tabel 310.15(B)(16). Als er een flexibel snoer of kabel wordt gebruikt, moet de minimumdoorsnede van de geleider mogelijk groter zijn.
Zie NEC-tabel 400.5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
Aantekeningen
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 22
4-9. Het aansluiten van de netvoeding
3
8
1
4
9
7
10
11
L1
L2
L3
= GND/PE veiligheidsaarde
1
Voeding 201304 / Ref. 803 766A / 257 348A
2
4
3
6
5
7
L1
L2
L3
Benodigde gereedschappen:
5/16 inch
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 23
! Schakel de laststroombron uit
en controleer vóór u verder gaat eerst
de spanning op de voedings-
condensatoren zoals staat beschreven
in hoofdstuk 9-3.
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en vergrendel/schakel de
netvoeding uit voordat u de voedings-
draden op het apparaat aansluit. Volg
de gangbare procedures voor wat
betreft de installatie en het
verwijderen van vergrendel/
uitschakelapparaten.
! Monteer eerst de netaansluitingen
naar de lasstroombron.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele draad aan op een
massaklem en nooit op een faseklem.
Kijk op het label op het apparaat voor
de stroomvereisten en controleer de
aansluitspanning die op de werkplek
beschikbaar is.
1 Geleiders van de netvoeding
(snoer geleverd door klant)
Bepaal de afmeting en de lengte van de ge-
leiders aan de hand van hoofdstuk 4-2. De
geleiders moeten voldoen aan de nationale
en lokale regels en voorschriften met betrek-
king tot elektriciteit. Gebruik indien nodig
aansluitpunten met de juiste stroom-
voorziening en de juiste gatafmetingen.
Voedingsaansluitingen van lasstroombron
2 Pakket voor trekontlasting 262913 (met
apparaat meegeleverd)
Monteer een trekontlasting die qua
afmetingen geschikt is voor het apparaat en
de kabels. Leid de kabels door de
trekontlasting en draai de schroeven vast.
3 Aansluiting veiligheidsaarde
van de lasstroombron
4 Groene of groengele aarddraad
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
aan op de aardklem van de machine.
5 Netfilter
6 Netaansluitklemmen
voor de lasstroombron
7 Ingaande fasedraden L1, L2 en L3
Sluit de voedingsdraden L1, L2 en L3 aan op
aansluitklemmen van de lasstroombron.
Breng het zijpaneel weer aan op de
lasstroombron.
Netaansluitingen van de werkschakelaar
8 Werkschakelaar
(getekend in de UIT-stand)
9 Aardaansluitklem
van de werkschakelaar
10 Fase-aansluitklemmen
van de werkschakelaar
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
aan op de aardklem van de werkschakelaar.
Sluit vervolgens de drie fasedraden L1, L2 en
L3 aan op de daarvoor bestemde klemmen
van de werkschakelaar.
11 Maximale stroombeveiliging
Bepaal het type en de maat van de maximale
stroombeveiliging aan de hand van
hoofdstuk 4-8 (afgebeeld: gezekerde
werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de behuizing van de
werkschakelaar. Volg de vastgelegde
vergrendelingsprocedures om het apparaat
in gebruik te nemen.
Input5 201404
4-9. Het aansluiten van de netvoeding (vervolg)
Aantekeningen
Werk als een
professional!
Professionals
lassen en snijden
veilig. Lees de
veiligheidsvoor
schriften aan het
begin van deze
handleiding.
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 24
HOOFDSTUK 5 ALGEMENE WERKING
5-1. Voorpaneel
. De hoofdstukken over de werking van
het lasproces beschrijven de functie
van de betreffende onderdelen.
1 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
2 Linker Display
3 Rechter Display
. De meters geven de werkelijke
lasuitgangswaarden aan nadat de boog
is gestart. Deze blijven nog circa
drie seconden getoond nadat de boog
is gedoofd.
4 Instelknop
5 Aan/uit schakelaar
6 Boogregeling
7 Optionele gasklep-uitsparing
8 Functieschakelaar
9 Klem lasuitgang ()
10 Klem lasuitgang (+)
252 022A / 256 366A
9
2
3
8
1
5
4
6
7
10
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 25
5-2. Functie-instellingen op de schakelaar
Schakelaarstand
Proces Regeling uitgang Paneelregeling
Regeling via
afstandsbediening
TIG-lassen
met strijkstart
TIG Elektrode Hot Ampèrage % A paneel
Lift Arc TIG TIG
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Ampèrage % A paneel
TIG-lassen
met strijkstart
TIG
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Ampèrage % A paneel
MIG GMAW
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Volt Volt
Pulserend MIG GMAWP*
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
N/A Booglengte (0100)
Beklede elektrode
Beklede elektrode
CACA
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Ampèrage % A paneel
Beklede elektrode
Beklede elektrode
CACA
Elektrode Hot Ampèrage % A paneel**
Draadaanvoerunit
gevoed door
lasspanning
GMAW Elektrode Hot Volt Volt
* Extern pulsapparaat vereist.
** Zie hoofdstuk 8.5, verschillende configuraties functies.
Aantekeningen
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 26
HOOFDSTUK 6 TIG-LASSEN
6-1. Meest gangbare aansluiting voor het TIG-proces
Ref. 252 920A
! Schakel de stroom uit
voordat u de aansluitingen
maakt.
1 Voetbediening
2 Positieve (+) lasuitgang
3 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
Sluit zo nodig de gewenste
afstandsbediening aan op de
daarvoor bedoelde 14-pens
stekkerdoos.
4 Aansluiting gastoevoer (optie)
5 Gascilinder
6 Aansluiting gasuitvoer (optie)
7 Negatieve () lasuitgang
8 TIG-toorts
9 Werkstuk
3
7
4
2
6
1
8
5
9
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 27
6-2. TIG lasfunctie met aanstrijkstart TIG-proces
! De lasklemmen staan altijd onder
spanning in de TIG lasstand met
aanstrijkstart.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Draai de functieschakelaar op de stand
SCRATCH START TIG zoals aangegeven.
De open spanning wordt weergegeven
in het linkerscherm. De vooringestelde
stroomsterkte wordt weergegeven in het
rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
. Als de afstandsbediening wordt
gebruikt voor het instellen van de
stroomsterkte, dan functioneert de
instelling als percentage van de
vooringestelde stroomsterkte.
. Voor de beste resultaten moet u
de wolfraamelektrode zacht over
het werkstuk strijken om een boog
te starten. Om boogflikkering aan het
einde van de las tot een minimum
te beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
256 366A
2
3
1
4
84.5 85
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 28
6-3. LiftArc TIG-lasfunctie TIG-proces
! De lasklemmen krijgen spanning
door de afstandsbediening in de TIG
lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
5 Werkstuk
6 Wolfraamelektrode
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand LIFTARC TIG zoals aangegeven.
Vooringestelde stroomsterkte weergegeven
in het rechterscherm.
De normale openspanning is pas aanwezig
als de elektrode het werkstuk raakt;
daarentegen is een lage meetspanning
aanwezig. Door de meetspanning kan
de elektrode het lasobject raken zonder
te oververhitten, vast te komen zitten of
vervuild te raken.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
Om te gaan lassen drukt u kort de
toortsschakelaar in. Maak met de
wolfraamelektrode contact met het
werkstuk aan het begin van de las.
Trek langzaam de elektrode omhoog.
Er ontstaat dan een lasboog. Als er niet
binnen 3 seconden een lasboog is, valt de
lasspanning weg. Om met lassen te
stoppen, drukt u nogmaals de
toortsschakelaar in.
. Als de afstandsbediening wordt
gebruikt voor het instellen van de
stroomsterkte, dan functioneert de
instelling als percentage van de
vooringestelde stroomsterkte.
. Maak voor het beste resultaat met
het werkstuk stevig contact met de
wolfraamelektrode op de plek waar de
las moet beginnen. Houd de elektrode
1 à 2 seconden op het werkstuk en til
de elektrode op. Er vormt zich nu een
boog. Om boogflikkering aan het einde
van de las tot een minimum te
beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
256 366A
NIET aanstrijken als een lucifer!
6
5
2
3
1
4
“Aanraken”
1 tot 2
seconden
85
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 29
6-4. Afstandbediend TIG-lassen met aanstrijkstart TIG-proces
! De lasklemmen krijgen spanning
door de afstandsbediening in de TIG
lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar
de stand TIG zoals aangegeven.
De vooringestelde stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
. Als de afstandsbediening een regeling
voor stroomsterkte heeft, dan
functioneert de instelling als
percentage van de vooringestelde
stroomsterkte.
. Voor de beste resultaten moet u
de wolfraamelektrode zacht over het
werkstuk strijken om een boog te
starten. Om boogflikkering aan het
einde van de las tot een minimum
te beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
256 366A
2
3
1
4
85
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 30
HOOFDSTUK 7 GMAW/FCAW-LASSEN
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling
voor GMAW/FCAW-proces
Ref. 252 921A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
2 Positieve (+) lasuitgang
3 Negatieve () lasuitgang
4 Nulleiding naar het werkstuk
5 Werkstuk
6 Pistool
7 Draadaanvoerapparaat
8 Gasslang
9 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is
afhankelijk van de draadsoort.
. Het aansluitschema laat de DCEP
(omgekeerde polariteit) zien die
geschikt is voor alle draden met
uitzondering van zelfbeschermd
FCAW. De meeste zelfbeschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit).
3
4
5
6
7
8
9
1
2
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 31
7-2. MIG lasstand GMAW/FCAW-proces
! De lasklemmen komen onder
spanning door de afstandsbediening
in de MIG lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 7-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand MIG zoals aangegeven.
De vooringestelde spanning wordt
weergegeven in het linkerscherm.
Bediening
Gebruik de afstelknop om de gewenste
vooringestelde spanning in te stellen.
. De vooringestelde spanning kan
op afstand worden bijgesteld als de
draadaanvoerunit een spannings-
regeling heeft. Deze spannings-
regeling krijgt de voorkeur boven de
regelknop op de lasstroombron.
Boogregeling (inductantie)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste inductantie-instelling te kiezen
van 0 tot 100. Gebruik de lagere
inductantie-instellingen om de boog harder
te maken en de vloeibaarheid van het
lasbad te verminderen. Gebruik de hogere
inductanties om de boog zachter te maken
en de vloeibaarheid van het lasbad
te verhogen.
. Voor zelfbeschermende draad
(FCAW) stelt u met de booginstelknop
de FCAW-instelling in.
256 366A
2
3
1
4
25.0
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 32
7-3. Gangbare aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling
voor GMAW-P-proces
Ref. 252 836A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 Optima Extern pulsapparaat
2 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
3 Positieve (+) lasuitgang
4 Negatieve () lasuitgang
5 Nulleiding naar het werkstuk
6 Werkstuk
7 Pistool
8 Draadaanvoerapparaat
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is
afhankelijk van de draadsoort.
. Het aansluitschema laat de DCEP
(omgekeerde polariteit) zien die
geschikt is voor alle draden met
uitzondering van zelfbeschermd
FCAW. De meeste zelfbeschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit). Bij gevulde draad
wordt pulseren niet toegepast.
Er is geen pulsprogramma beschik-
baar voor FCAW.
4
5
6
7
8
9
10
3
2
1
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 33
7-4. Pulserend MIG lasstand GMAWP proces
! De lasklemmen krijgen spanning
door de afstandsbediening in de
Pulserend MIG lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 7-3 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand PULSED MIG zoals aangegeven.
Het linker- en rechterscherm toont PPP
PPP.
Bediening
Dit apparaat heeft een extern pulsapparaat
nodig, bijvoorbeeld een Optima voor MIG
pulslassen. Zie de gebruikershandleiding
van de Optima voor meer informatie.
. Bij een keuze voor pulserend
MIG-lassen is de boogregeling buiten
gebruik.
256 366A
PP.P PPP
2
3
1
4
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 34
7-5. Standaarde aansluiting voor draadaanvoerapparaten die werken
op de lasspanning, GMAW/FCAW-proces
Ref. 252 924A
! Schakel de stroom uit
voordat u de aansluitingen
maakt.
1 Positieve (+) lasuitgang
2 Negatieve () lasuitgang
3 Nulleiding naar het werkstuk
4 Werkstuk
5 Spanningssensorklem
6 Pistool
7 Stekkeraansluiting
voor de toortsschakelaar
8 Draadaanvoerapparaat
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas
is afhankelijk van de draadsoort.
. Het aansluitschema laat de
DCEP (omgekeerde polariteit)
zien die geschikt is voor alle
draden met uitzondering
van zelfbeschermd FCAW.
De meeste zelfbeschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit).
2
3
9
10
8
7
5
6
4
1
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 35
7-6. V-Sense Feeder lasstand GMAW/FCAW-proces
! Op de lasklemmen staat altijd
spanning in de V-Sense lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie hoofdstuk 7-5 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand VSENSE FEEDER zoals
aangegeven.
Het linkerscherm geeft afwisselend de
open-spanning en de vooringestelde
spanning weer.
Bediening
Gebruik de afstelknop om de gewenste
vooringestelde spanning in te stellen.
. Het wisselen van de weergave op het
linker scherm stopt even wanneer
de vooringestelde spanning wordt
ingesteld.
Boogregeling (inductantie)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste inductantie-instelling te kiezen
van 0 tot 100. Gebruik de lagere
inductantie-instellingen om de boog harder
te maken en de vloeibaarheid van het
lasbad te verminderen. Gebruik de hogere
inductanties om de boog zachter te maken
en de vloeibaarheid van het lasbad te
verhogen.
. Voor zelfbeschermende draad (FCAW)
stelt u met de booginstelknop de
FCAW-instelling in.
256 366A
2
3
1
4
25.0
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 36
HOOFDSTUK 8 SMAW/CAC-A-LASSEN
6
3
4
2
1
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CAC-A proces
Ref. 252 926A
! Schakel de stroom uit
voordat u de aansluitingen
maakt.
1 Elektrodehouder
(koolstofboog)
Sluit voor het CACA proces
de koolstofboog snijtoorts aan op
de positieve lasuitgangsklem.
2 Elektrodehouder
3 Positieve (+) lasuitgang
4 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
Sluit zo nodig de gewenste
afstandsbediening aan op de
daarvoor bedoelde 14-pens
stekkerdoos.
5 Persluchtleiding
6 Negatieve () lasuitgang
7 Werkstuk
5
7
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 37
8-2. Afstandbediende beklede elektrodelasstand SMAW/CAC-A proces
! Bij afstandbediend lassen met
beklede elektrode komen de
lasklemmen onder spanning door
de afstandsbediening.
1 Functieschakelaar
2 Rechter Display
3 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 8-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand afstandbediend lassen met
beklede elektrode (remote stick), zoals
aangegeven.
De vooringestelde stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechter scherm waarbij
het stroomsterkte-indicatielampje oplicht.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
. Als de afstandsbediening een
stroomsterkteregeling heeft, dan wordt
hiermee een percentage van op de
machine ingestelde waarde geregeld.
Als configuratie 3 is gekozen, wordt de
met de afstandsbediening gekozen
instelling getoond op het scherm. Zie
hoofdstuk 8-5 voor meer informatie
over de functies bij verschillende
configuraties.
Adaptive Hot Start verhoogt automatisch
de lasstroomsterkte bij het starten van de
las. Dit voorkomt dat de elektrode blijft
plakken bij het starten van de boog.
. Voor de beste resultaten aan het einde
van de las moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
Boogregeling (Dig)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste Dig-instelling te kiezen van 0
tot 100.
Met de Dig-regeling kunnen de
karakteristieken van de boog zacht tot
hard worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes. Verlaag de
Dig-instelling voor soepel lopende
elektrodes als de E7018 en verhoog
de Dig-instelling voor stijvere, meer
penetrerende elektrodes als de E6010.
. Gebruik deze stand voor ‘air carbon
arc’ (CACA) snijden en gutsen.
Voor de beste resultaten zet u de
boogregelknop op maximum.
256 366A
2
1
3
85
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 38
8-3. Beklede elektrodelasstand SMAW/CAC-A proces
! Op de lasklemmen staat altijd
spanning in de Beklede
elektrodelasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 8-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand STICK zoals aangegeven.
De open-spanning wordt weergegeven
in het linkerscherm en de vooringestelde
stroomsterkte wordt weergegeven in het
rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Als een afstandsbediening is aangesloten,
regelt men hiermee een percentage van de
vooringestelde stroom. Bij de configuraties
2 en 3 wordt de afstandsbediening
genegeerd. De stroomsterkte wordt dan
alleen geregeld door het bedieningspaneel.
Zie hoofdstuk 8-5 voor meer informatie
over de verschillende configuraties.
Adaptive Hot Start verhoogt automatisch
de lasstroomsterkte bij het starten van de
las. Dit voorkomt dat de elektrode blijft
plakken bij het starten van de boog.
. Voor de beste resultaten aan het einde
van de las moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
Boogregeling (Dig)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste Dig-instelling te kiezen van 0
tot 100.
Met de Dig-regeling kunnen de
karakteristieken van de boog zacht tot
hard worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes. Verlaag
de Dig-instelling voor soepel lopende
elektrodes als de E7018 en verhoog
de Dig-instelling voor stijvere, meer
penetrerende elektrodes als de E6010.
. Gebruik deze stand voor ‘air carbon
arc’ (CACA) snijden en gutsen.
Voor de beste resultaten zet u de
boogregelknop op maximum.
84.5 85
2
3
1
4
256 366-A
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 39
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV)
Werking met lage OCV
De machine kan als optie worden geconfigureerd voor bediening met lage open-spanning (OCV) in de beklede-elektrodestand en de TIG-functie
met aanstrijkstart. Als het systeem is geconfigureerd voor bediening met lage OCV, dan is er slechts een lage meetspanning (circa 15 V DC) aanwezig
tussen de elektrode en het werkstuk voordat de elektrode het werkstuk raakt. Raadpleeg een door de fabriek erkende service-agent voor informatie
over hoe u het systeem kunt configureren voor het lassen met lage open-spanning (OCV).
8-5. Functies bij verschillende configuraties
Configuratie 1 is de standaardwaarde. Het apparaat wordt in de
fabriek daarop ingesteld. Op de stand beklede elektrode wordt de
afstandsbediening automatisch herkend. Bij een CC-stand wordt
de op het paneel ingestelde waarde weergegeven in plaats van
de instelling op de afstandsbediening.
C 1
C 2
C 3
Er zijn 3 manieren om de afstandsbediening te configureren. De configuratie van de meters is te wijzigen door de lasprocesschakelaar op de
stand beklede elektrode te zetten, en dan de lasstroom binnen enkele seconden 3 tot 5 keer aan en uit te schakelen. Dit kan met de toorts-
schakelaar op een draadaanvoer systeem, of met de aan-uitschakelaar van de afstandsbediening. Het stroomscherm zal kort de keuzestand
(mode) tonen en daarna terugkeren naar de voorinstelling.
Configuratie 2 wijzigt de werking van de afstandsbediening bij
lassen met beklede elektrode. Bij configuratie 2 werkt het lassen
met beklede elektrode volgens de instellingen op het be-
dieningspaneel. Een eventueel aangesloten afstandsbediening
heeft geen uitwerking. Als lassen met beklede elektrode actief
is, staat er een decimale punt op het stroomscherm.
Configuratie 3 verandert de werking van het scherm op de
CC-stand. In het stroomscherm staat dan het percentage van de
voor ingestelde stroom, zoals ingesteld met de
afstandsbediening. De maximumstroom is ingesteld op het
bedieningspaneel. Als de CC-stand actief is, staat er een
decimale punt op het stroomscherm.
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 40
HOOFDSTUK 9 ONDERHOUD & PROBLEMEN
VERHELPEN
9-1. Routineonderhoud
. Geef vaker een onderhoudsbeurt
als het apparaat zwaar belast
wordt.
! Verbreek de verbinding met de
netvoeding voordat u met het
onderhoud begint.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of onleesbare
labels
Vervang
toortsbehuizing
waar scheurtjes
in zitten
Reparen of
vervangen
van kapotte
kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Schoonmaken
en vastzetten van
lasverbindingen
6 maanden
De binnenzijde schoonblazen
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
! Om het inwendige van het apparaat
schoon te blazen hoeft de behuizing
er niet eerst af.
U blaast de lucht door de ventilatieroosters
aan de voor- en achterzijde. Zie de
afbeelding.
Ref. 252 018A
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 41
9-3. Behuizing verwijderen en de spanning van de ingangscondensator meten
bij modellen voor 400 V AC
! Schakel de lasstroombron
uit en verbreek de
elektrische verbinding met
de netvoeding.
! Er kan een aanzienlijke
gelijkspanning achterblijven
op de condensatoren nadat
het apparaat is uitgeschakeld.
Controleer voordat u aan de
slag gaat met het onderhoud
aan het apparaat altijd de
spanning op de afgebeelde
wijze om er zeker van te zijn
dat de ingangcondensatoren
zich hebben ontladen.
1 Rechterzijpaneel
Maak de bevestigingsbouten los
om het beschermpaneel van de
rechterkant van het apparaat
af te kunnen halen.
2 Verbindings printplaat PC2
3 Voltmeter
Meet de DC spanning bij de
afgebeelde schroefklemmen op
PC2, totdat de spanning tot vlakbij
0 (nul) volt daalt.
. Als de condensatorspanning
na een paar minuten nog
steeds niet bijna nul is, moet de
condensator ontladen worden.
Gebruik hiervoor een weerstand
van tussen de 25 en 1000 ohm,
minstens 5 watt, en
geïsoleerde draden (geschikt
voor 1000 volt gelijkspanning),
diameter 1,5 mm
2
(AWG 16)
of meer.
4 Voorbeeld van een
ontladingsweerstand
U ziet op deze pagina een
voorbeeld van een geschikte
ontladingsweerstand.
Ga verder met uw werk in het
apparaat. Breng het rechterpaneel
weer aan als u klaar bent.
256 682A
2
3
Bij 400 VAC voeding: + draad naar de onderste
klem; draad naar de bovenste klem
Voorbeeld van een
ontladingsweerstand
Weerstand 25 tot
1000 ohm, 5 watt
3
4
1
1,5 mm2, met isolatie
voor 1000 V DC,
lengte ca. 76 mm
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 42
9-4. Helpmeldingen
. Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde van het apparaat.
Alle schakelingen waarnaar wordt verwezen bevinden
zich in het apparaat.
Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire stroomkring.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische beveiligingscircuit.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat oververhit is.
Het apparaat is gestopt om de ventilator de gelegenheid
te geven om het af te koelen (zie Hoofdstuk 3-7). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken.
Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van het apparaat oververhit
is. Het apparaat is gestopt om de ventilator de gelegenheid
te geven om het af te koelen (zie Hoofdstuk 3-7). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken.
Hulpscherm 6
Geeft een storing aan in het ingangscircuit. Als dit scherm
te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant
erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundaire stroomkring van
het apparaat. Als dit scherm te zien is, neem dan contact
op met een door de fabrikant erkende serviceagent.
Hulpscherm 25
Geeft aan dat de machine de grenzen van de inschakelduur
bereikt heeft (zie hoofdstuk 3-7). De machine moet
ingeschakeld blijven zodat de koelventilator blijft draaien.
De machine kan weer gebruikt worden nadat deze
is afgekoeld.
HE.L
P-1
P-2
P-3
P-5
P-6
P-8
HE.L
HE.L
HE.L
HE.L
HE.L
P25
HE.L
. Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM257220 Pagina 43
9-5. Storingen
Probleem Oplossing
Geen lasuitgangsspanning;
het apparaat werkt totaal niet.
Zet de werkschakelaar aan (zie Hoofdstuk 4-9).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de automatische zekering
(zie Hoofdstuk 4-9).
Controleer of de netvoeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 4-9).
Geen lasuitgangsspanning;
display werkt.
De netspanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie hoofdstuk 4-8).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen door de ventilator aan (zie hoofdstuk 4-8).
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie hoofdstuk 4-2).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer of de polariteit juist is.
Geen 115 V AC uitgangsspanning
bij de duplex stekkerdoos.
Reset beveiliging CB1 voor hulpapparatuur (zie hoofdstuk 4-6).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning
bij de 14-pens stekkerdoos voor de
afstandsbediening.
Reset beveiliging CB2 voor hulpapparatuur (zie hoofdstuk 4-6).
Aantekeningen
OM-257220 Pagina 42
HOOFDSTUK 10 ELECTRISCH SCHEMA
Afbeelding 10-1. Stroomkringschema
OM-257220 Pagina 43
256 909-B
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2016 (Installaties waarvan het serienummer begint met “MG” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepalin-
gen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Appleton,
Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties die ver-
kocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie geen
materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VER-
VANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET
OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of
componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en
materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet bin-
nen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van
een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over
de garantieclaim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding
wordt ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een gede-
tailleerde omschrijving bevatten van de storing en de stappen die zijn
genomen om de defecte onderdelen en de oorzaak van het defect te
identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal
Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die hieron-
der zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag dat de in-
stallatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of 18 maanden nadat
de installatie naar een internationale distributeur gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen (uitgezonderd de
Classic-serie) (geen arbeidsloon)
* Lasapparaten/generatoren met motor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders
aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen arbeidsloon)
* Luchtdroogsysteem met droogmiddel
* Externe bewakingsapparatuur en sensoren
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt voor de
resterende garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar —
afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPMERKING: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken
* Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen
* Waterkoelingssystemen
* TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
* LiveArc- een computer las-help systeem
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*M
pistolen
* MIGtoortsen en Subarctoortsen (SAW)
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, mag-
neetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van
werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzon-
dering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraan-
gedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door ande-
ren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen val-
len onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of ver-
keerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die
geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of instal-
laties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepas-
singen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN GE-
BRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUIKERS EN
PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING HEBBEN MET
HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie, zullen
de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2) vervangen;
of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in bepaalde gevallen, (3)
de redelijke kosten van repareren of vervangen bij een goedgekeurd
Miller onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de aankoopprijs
(redelijke waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij
het retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip
van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in Appleton,
Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN ANDERE
VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE HIER
VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CONTRACTUEEL,
UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS, AAN-
SPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF
GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP DAT
DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE UITDRUKKELIJKE
GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS, EN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING M.B.T.
PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN CONTRACTUELE
WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE
DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE
TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE GEÏMPLICEERDE
GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking
tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade,
indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaan-
de beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze ga-
rantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook
andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat ver-
schillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra ga-
ranties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn op-
genomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk
niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien.
Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per pro-
vincie verschillen.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van de
woorden in het Engels voorrang.
miller warr_dut 201601
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2016 Miller Electric Mfg. Co 2016-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Wanneer u een dealer of servicebedrijf zoekt, ga naar
www.millerwelds.com of bel 18004AMiller
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Eigendomspapieren
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Miller XMT 450 CC/CV (400 VOLT MODEL) CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor