Bauknecht KGIE 3219/A Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
19
Maak het apparaat regelmatig schoon met een nieuwe doek en een sopje
van lauw water en een neutraal reinigingsmiddel dat speciaal bedoeld is
voor het reinigen van de binnenkant van de koelkast. Gebruik nooit
schuurmiddelen. Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater
te garanderen, regelmatig de binnenkant van de afvoeropening die op de
achterwand van het koelvak zit in de buurt van de groenten- en fruitlade,
met behulp van het bijgeleverde gereedschap (zie afbeelding).
VERVANGING VAN HET LAMPJE
(afhankelijk van het model)
Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het
lampje vervangt.
1. Draai de schroef los en verwijder de diffusor van het lampenkapje.
2. Het lampje dat in het apparaat zit is van het bajonettype en moet dus
niet losgedraaid maar eruit getrokken worden, in de richting van de
pijl.
Nadat het lampje vervangen is de diffusor weer op zijn plaats zetten en 5
minuten wachten voordat u de stekker van het apparaat weer in het
stopcontact steekt.
Vervang het lampje met een type lampje met dezelfde kenmerken,
dat verkrijgbaar is bij de Klantenservice en bij de erkende dealers.
LEDLAMPJES(afhankelijk van het model)
In vergelijking met het traditionele lampje gaan ledlampjes langer mee,
krijgt u een beter zicht op de inhoud van de koelkast en zijn ze
milieuvriendelijk.
Neem contact op met de Klantenservice als u ledlampjes wilt vervangen.
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet. De ideale temperatuur voor de conservering van
levensmiddelen is al van te voren ingesteld in de fabriek.
Als het geluidsalarm wordt ingeschakeld, betekent dit dat er een temperatuuralarm is afgegaan: houd de
knop voor het uitschakelen van geluidsalarmen ingedrukt. Plaats, waar dit voorzien is, het antibacterieel-
antigeurfilter in de ventilator zoals aangegeven in de verpakking van het filter (zie hoofdstuk Koelvak).
Opmerking: nadat het apparaat in werking is gesteld, duurt het ongeveer 4/5 uur voordat de juiste
temperatuur wordt bereikt voor het conserveren van een normale lading van het apparaat.
EERSTE GEBRUIK
ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET
APPARAAT
20
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact, maak de koelkast leeg, laat hem ontdooien en maak
hem schoon. Laat de deuren op een kier staan om de lucht in de vakken te laten circuleren. Op die
manier worden nare luchtjes en schimmelvorming voorkomen.
ALS HET APPARAAT NIET GEBRUIKT
WORDT
Houd de deuren dicht, op die manier blijven de levensmiddelen zo lang mogelijk koud. Vries voedsel dat
gedeeltelijk ontdooid is niet opnieuw in. Als de stroomuitval erg lang duurt kan het black out-alarm afgaan.
IN GEVAL VAN STROOMUITVAL
Het is van belang dat de voedingsmiddelen zo worden ingepakt dat er geen water, vocht of condens in kan
komen, op die manier wordt voorkomen dat er geuren of aroma's in het apparaat ontstaan, waardoor de
ingevroren levensmiddelen beter geconserveerd worden. Leg nooit warme levensmiddelen in het vriesvak,
daardoor bespaart u energie en verlengt u de levensduur van het apparaat.
Opmerking: De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast en het vriesvak. Stel de
temperaturen in op grond van deze factoren.
BEWAREN VAN LEVENSMIDDELEN
Het koelvak is geschikt voor het bewaren van verse levensmiddelen en dranken.
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het vak duidt erop dat het
apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt via een afvoeropening in een opvangbak
geleid, waar het verdampt.
Afhankelijk van het model kan het apparaat voorzien zijn van een lade voor Vlees & Vis, deze is ideaal voor
het bewaren van vers vlees en verse vis (afhankelijk van het model).
Let op: de accessoires van de koelkast mogen niet in de afwasmachine worden gewassen.
Opmerking: als er sprake is van hoge luchtvochtigheid in het koelvak en met name op de glazen
schappen, kan zich condenswater vormen. In dat geval adviseren wij u houders die vloeistoffen bevatten
(pannen bouillon) goed af te sluiten, levensmiddelen met een hoog vochtgehalte (groenten) te verpakken
en de temperatuur op een minder koude stand te zetten.
Ventilator en antibacterieel-antigeurfilter (afhankelijk van het model)
De ventilator zorgt voor een gelijkmatige temperatuurverdeling in het vak waardoor de levensmiddelen
beter geconserveerd worden en een te hoge vochtigheid wordt beperkt. De ventilatiezone niet afdekken.
De ventilator wordt automatisch ingeschakeld wanneer dat nodig is.
KOELVAK
21
In het vriesvak kunnen diepgevroren levensmiddelen (gedurende de periode die aangegeven is op
de verpakking) bewaard worden en kunnen verse levensmiddelen ingevroren worden.
Het ontdooien van het vriesvak vindt handmatig plaats.
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren (met behulp van de functie
"Snel ontdooien"- zie Beknopte Handleiding) staat aangegeven op het typeplaatje. Zet de verse
levensmiddelen die ingevroren moeten worden in de bovenste lade of op het bovenste schap, laat
voldoende ruimte rondom de pakjes, zodat de lucht kan circuleren.
Het opnieuw invriezen van gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen wordt afgeraden. Leg levensmiddelen
die ingevroren moeten worden niet tegen andere die al ingevroren zijn. Als er grote hoeveelheden
levensmiddelen ingevroren worden kan het Temperatuuralarm in werking treden.
Verwijderen van de laden (afhankelijk van het model)
Trek de laden zo ver mogelijk uit, til ze een stukje op en haal ze weg.
Opmerking: om een grotere inhoud te verkrijgen, kan het vriesvak ook zonder de bovenste laden
gebruikt worden. De onderste lade moet op zijn plaats blijven zitten. Controleer, nadat u de
levensmiddelen op de
roosters/schappen hebt gelegd, of de deur goed sluit.
IJsblokjes maken
Vul het ijsbakje (indien aanwezig) voor 2/3 met water en zet het in het vriesvak. Gebruik in geen geval
puntige of scherpe voorwerpen om het bakje te verwijderen.
Opmerking: De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur geopend wordt en de plaats van
het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperaturen van het koelvak en het vriesvak. Wij
adviseren u dus de temperatuurinstelling op grond van deze factoren te variëren.
VRIESVAK
Wij adviseren u het vriesvak 1 of 2 keer per jaar of als de ijslaag te dik
geworden is (3 mm dik) te ontdooien. IJsvorming is een normaal
verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee zich het ijs vormt,
hangt af van de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en van de
frequentie waarmee de deur wordt geopend en is over het algemeen
groter op de bovenste roosters. Trek de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en haal alle levensmiddelen eruit. Laat de deur open zodat
het ijs kan smelten. Trek de het afvoerslangetje voor het dooiwater naar
buiten (zie afbeelding) en zet een bak onder de afvoer. Zet het
afvoerslangetje, na afloop van de handeling, weer op zijn plaats en let er
goed op dat er geen water is achtergebeleven. Maak de binnenkant van
het vriesvak schoon en droog deze goed af. Steek de stekker van het
apparaat weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen terug.
ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK
22
Het Vak voor Vlees & Vis is speciaal ontwikkeld om een langduriger conservering van deze verse
levensmiddelen te garanderen, zonder de voedingswaarde en de oorspronkelijke versheid ervan te
wijzigen.
Het wordt afgeraden om in dit vak fruit of groenten te leggen, aangezien de temperatuur ook onder 0 °C
kan zakken, en het vocht dat in de levensmiddelen zit zou kunnen bevriezen.
Temperatuurinstelling
De temperatuur in het Vak voor Vlees & Vis wordt aangegeven door de stand van het wijzertje op de
deur van het vak zelf en is afhankelijk van de algemene temperatuur van het koelvak.
Wij adviseren u de temperatuur van het koelvak in te stellen op tussen +2° en +6°.
Om de temperatuur in het Vak voor Vlees & Vis te weten te komen, de hierna volgende afbeeldingen
raadplegen:
Belangrijk: als de functie geactiveerd is en er levensmiddelen met een hoog watergehalte aanwezig zijn,
kan zich condens vormen op de schappen. Schakel de functie in dat geval tijdelijk uit.
Verwijdering van het Vak voor Vlees & Vis:
Om meer ruimte te kunnen krijgen in de koelkast, kan het Vak voor
Vlees & Vis verwijderd worden. Ga in dat geval als volgt te werk:
1. Verwijder de lade uit het vak (Afbeelding 1).
2. Verwijder het deksel van de lade, door de haken die op de onderkant
van het deksel zelf zitten (Afbeelding 2) los te maken.
Om het Vak voor Vlees & Vis weer in gebruik te nemen, ervoor
zorgen dat het deksel van de lade geplaatst wordt voordat u de lade
zelf terugzet en de functie weer in werking stelt.
3. Druk op het bedieningspaneel gedurende drie seconden op de knop
"Functie vak Vlees & Vis", totdat het gele lampje uitgaat.
Om het energieverbruik te optimaliseren wordt geadviseerd het vak
Vlees en Vis uit te schakelen en de onderdelen (behalve het schap boven
de Fruit- en groenteladen) te verwijderen.
BELANGRIJK
Als op het bedieningspaneel het symbool (zie Beknopte
Handleiding) niet wordt weergeven, dan wordt geadviseerd teneinde een
correcte werking van het apparaat en een geschikte conservering van de
levensmiddelen te garanderen, het vak Vlees & Vis niet te verwijderen.
VAK VOOR VLEES & VIS
(afhankelijk van het model)
Wanneer het wijzertje in het linker gebied
staat, moet de temperatuur van het koelvak
verhoogd worden.
Wanneer het wijzertje in het midden staat, is
de temperatuur precies goed.
Wanneer het wijzertje in het rechter gebied
staat, moet de temperatuur van het koelvak
verlaagd worden.
Afb. 1
Afb. 2
23
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel
het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de
handeling na een uur.
Als het apparaat, nadat u de in het overzicht voor
het opsporen van storingen vermelde controles
heeft uitgevoerd en nadat u het apparaat opnieuw
heeft ingeschakeld, nog steeds niet goed werkt,
neem dan contact op met de Klantenservice, leg
het probleem duidelijk uit en vermeld:
de aard van de storing
het model
het type en serienummer van het apparaat
(vermeld op het typeplaatje)
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje binnenin het
apparaat)
Opmerking:
het omkeren van de deuren van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
KLANTENSERVICE

Documenttranscriptie

EERSTE GEBRUIK Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet. De ideale temperatuur voor de conservering van levensmiddelen is al van te voren ingesteld in de fabriek. Als het geluidsalarm wordt ingeschakeld, betekent dit dat er een temperatuuralarm is afgegaan: houd de knop voor het uitschakelen van geluidsalarmen ingedrukt. Plaats, waar dit voorzien is, het antibacterieelantigeurfilter in de ventilator zoals aangegeven in de verpakking van het filter (zie hoofdstuk Koelvak). Opmerking: nadat het apparaat in werking is gesteld, duurt het ongeveer 4/5 uur voordat de juiste temperatuur wordt bereikt voor het conserveren van een normale lading van het apparaat. ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT Maak het apparaat regelmatig schoon met een nieuwe doek en een sopje van lauw water en een neutraal reinigingsmiddel dat speciaal bedoeld is voor het reinigen van de binnenkant van de koelkast. Gebruik nooit schuurmiddelen. Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater te garanderen, regelmatig de binnenkant van de afvoeropening die op de achterwand van het koelvak zit in de buurt van de groenten- en fruitlade, met behulp van het bijgeleverde gereedschap (zie afbeelding). VERVANGING VAN HET LAMPJE (afhankelijk van het model) Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het lampje vervangt. 1. Draai de schroef los en verwijder de diffusor van het lampenkapje. 2. Het lampje dat in het apparaat zit is van het bajonettype en moet dus niet losgedraaid maar eruit getrokken worden, in de richting van de pijl. Nadat het lampje vervangen is de diffusor weer op zijn plaats zetten en 5 minuten wachten voordat u de stekker van het apparaat weer in het stopcontact steekt. Vervang het lampje met een type lampje met dezelfde kenmerken, dat verkrijgbaar is bij de Klantenservice en bij de erkende dealers. LEDLAMPJES (afhankelijk van het model) In vergelijking met het traditionele lampje gaan ledlampjes langer mee, krijgt u een beter zicht op de inhoud van de koelkast en zijn ze milieuvriendelijk. Neem contact op met de Klantenservice als u ledlampjes wilt vervangen. 19 쩸 쩹 ALS HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact, maak de koelkast leeg, laat hem ontdooien en maak hem schoon. Laat de deuren op een kier staan om de lucht in de vakken te laten circuleren. Op die manier worden nare luchtjes en schimmelvorming voorkomen. IN GEVAL VAN STROOMUITVAL Houd de deuren dicht, op die manier blijven de levensmiddelen zo lang mogelijk koud. Vries voedsel dat gedeeltelijk ontdooid is niet opnieuw in. Als de stroomuitval erg lang duurt kan het black out-alarm afgaan. BEWAREN VAN LEVENSMIDDELEN Het is van belang dat de voedingsmiddelen zo worden ingepakt dat er geen water, vocht of condens in kan komen, op die manier wordt voorkomen dat er geuren of aroma's in het apparaat ontstaan, waardoor de ingevroren levensmiddelen beter geconserveerd worden. Leg nooit warme levensmiddelen in het vriesvak, daardoor bespaart u energie en verlengt u de levensduur van het apparaat. Opmerking: De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast en het vriesvak. Stel de temperaturen in op grond van deze factoren. KOELVAK Het koelvak is geschikt voor het bewaren van verse levensmiddelen en dranken. Het ontdooien van het koelvak vindt volledig automatisch plaats. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het vak duidt erop dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt via een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het verdampt. Afhankelijk van het model kan het apparaat voorzien zijn van een lade voor Vlees & Vis, deze is ideaal voor het bewaren van vers vlees en verse vis (afhankelijk van het model). Let op: de accessoires van de koelkast mogen niet in de afwasmachine worden gewassen. Opmerking: als er sprake is van hoge luchtvochtigheid in het koelvak en met name op de glazen schappen, kan zich condenswater vormen. In dat geval adviseren wij u houders die vloeistoffen bevatten (pannen bouillon) goed af te sluiten, levensmiddelen met een hoog vochtgehalte (groenten) te verpakken en de temperatuur op een minder koude stand te zetten. Ventilator en antibacterieel-antigeurfilter (afhankelijk van het model) De ventilator zorgt voor een gelijkmatige temperatuurverdeling in het vak waardoor de levensmiddelen beter geconserveerd worden en een te hoge vochtigheid wordt beperkt. De ventilatiezone niet afdekken. De ventilator wordt automatisch ingeschakeld wanneer dat nodig is. 20 VRIESVAK In het vriesvak kunnen diepgevroren levensmiddelen (gedurende de periode die aangegeven is op de verpakking) bewaard worden en kunnen verse levensmiddelen ingevroren worden. Het ontdooien van het vriesvak vindt handmatig plaats. De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren (met behulp van de functie "Snel ontdooien"- zie Beknopte Handleiding) staat aangegeven op het typeplaatje. Zet de verse levensmiddelen die ingevroren moeten worden in de bovenste lade of op het bovenste schap, laat voldoende ruimte rondom de pakjes, zodat de lucht kan circuleren. Het opnieuw invriezen van gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen wordt afgeraden. Leg levensmiddelen die ingevroren moeten worden niet tegen andere die al ingevroren zijn. Als er grote hoeveelheden levensmiddelen ingevroren worden kan het Temperatuuralarm in werking treden. Verwijderen van de laden (afhankelijk van het model) Trek de laden zo ver mogelijk uit, til ze een stukje op en haal ze weg. Opmerking: om een grotere inhoud te verkrijgen, kan het vriesvak ook zonder de bovenste laden gebruikt worden. De onderste lade moet op zijn plaats blijven zitten. Controleer, nadat u de levensmiddelen op de roosters/schappen hebt gelegd, of de deur goed sluit. IJsblokjes maken Vul het ijsbakje (indien aanwezig) voor 2/3 met water en zet het in het vriesvak. Gebruik in geen geval puntige of scherpe voorwerpen om het bakje te verwijderen. Opmerking: De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur geopend wordt en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperaturen van het koelvak en het vriesvak. Wij adviseren u dus de temperatuurinstelling op grond van deze factoren te variëren. ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK Wij adviseren u het vriesvak 1 of 2 keer per jaar of als de ijslaag te dik geworden is (3 mm dik) te ontdooien. IJsvorming is een normaal verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee zich het ijs vormt, hangt af van de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en van de frequentie waarmee de deur wordt geopend en is over het algemeen groter op de bovenste roosters. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact en haal alle levensmiddelen eruit. Laat de deur open zodat het ijs kan smelten. Trek de het afvoerslangetje voor het dooiwater naar buiten (zie afbeelding) en zet een bak onder de afvoer. Zet het afvoerslangetje, na afloop van de handeling, weer op zijn plaats en let er goed op dat er geen water is achtergebeleven. Maak de binnenkant van het vriesvak schoon en droog deze goed af. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen terug. 21 VAK VOOR VLEES & VIS (afhankelijk van het model) Het Vak voor Vlees & Vis is speciaal ontwikkeld om een langduriger conservering van deze verse levensmiddelen te garanderen, zonder de voedingswaarde en de oorspronkelijke versheid ervan te wijzigen. Het wordt afgeraden om in dit vak fruit of groenten te leggen, aangezien de temperatuur ook onder 0 °C kan zakken, en het vocht dat in de levensmiddelen zit zou kunnen bevriezen. Temperatuurinstelling De temperatuur in het Vak voor Vlees & Vis wordt aangegeven door de stand van het wijzertje op de deur van het vak zelf en is afhankelijk van de algemene temperatuur van het koelvak. Wij adviseren u de temperatuur van het koelvak in te stellen op tussen +2° en +6°. Om de temperatuur in het Vak voor Vlees & Vis te weten te komen, de hierna volgende afbeeldingen raadplegen: Wanneer het wijzertje in het linker gebied staat, moet de temperatuur van het koelvak verhoogd worden. Wanneer het wijzertje in het midden staat, is de temperatuur precies goed. Wanneer het wijzertje in het rechter gebied staat, moet de temperatuur van het koelvak verlaagd worden. Belangrijk: als de functie geactiveerd is en er levensmiddelen met een hoog watergehalte aanwezig zijn, kan zich condens vormen op de schappen. Schakel de functie in dat geval tijdelijk uit. Verwijdering van het Vak voor Vlees & Vis: Om meer ruimte te kunnen krijgen in de koelkast, kan het Vak voor Vlees & Vis verwijderd worden. Ga in dat geval als volgt te werk: 1. Verwijder de lade uit het vak (Afbeelding 1). 2. Verwijder het deksel van de lade, door de haken die op de onderkant van het deksel zelf zitten (Afbeelding 2) los te maken. Om het Vak voor Vlees & Vis weer in gebruik te nemen, ervoor zorgen dat het deksel van de lade geplaatst wordt voordat u de lade zelf terugzet en de functie weer in werking stelt. 3. Druk op het bedieningspaneel gedurende drie seconden op de knop "Functie vak Vlees & Vis", totdat het gele lampje uitgaat. Om het energieverbruik te optimaliseren wordt geadviseerd het vak Vlees en Vis uit te schakelen en de onderdelen (behalve het schap boven de Fruit- en groenteladen) te verwijderen. Afb. 1 BELANGRIJK Als op het bedieningspaneel het symbool (zie Beknopte Handleiding) niet wordt weergeven, dan wordt geadviseerd teneinde een correcte werking van het apparaat en een geschikte conservering van de levensmiddelen te garanderen, het vak Vlees & Vis niet te verwijderen. 22 Afb. 2 KLANTENSERVICE Voordat u contact opneemt met de klantenservice: Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur. Als het apparaat, nadat u de in het overzicht voor het opsporen van storingen vermelde controles heeft uitgevoerd en nadat u het apparaat opnieuw heeft ingeschakeld, nog steeds niet goed werkt, neem dan contact op met de Klantenservice, leg het probleem duidelijk uit en vermeld: • de aard van de storing • het model • het type en serienummer van het apparaat (vermeld op het typeplaatje) • het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat) Opmerking: het omkeren van de deuren van het apparaat door onze Klantenservice wordt niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt. 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Bauknecht KGIE 3219/A Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding