Werking
AC of DC spanningsmeting
1. Stel de functieschakelaar in op de “AC/DCV” positie.
2. Druk op de SELECT knop om een AC of DC spanningsmeting te
kiezen.
3. Plaats de testsondetips tegen het te testen circuit. Houd rekening
met de juiste polariteit (rode kabel naar positief, zwarte kabel
naar negatief).
4. Lees de spanning af op het display.
Weerstands-/continuïteitsmeting
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden, haal
de stroom van het te testen apparaat af en ontlaad alle
condensatoren voordat u weerstandsmetingen uitvoert.
Verwijder de batterijen en ontkoppel de netsnoeren. Meet nooit
continuïteit op circuits of draden die onder spanning staan.
1. Stel de functieschakelaar in op de “ Ω •))) ” positie.
2. Sluit de testkabels aan op het te testen circuit.
3. Lees de waarde af op het display.
4. Voor continuïteitstesten, druk op de SELECT knop totdat het
“•)))“ symbool op het display verschijnt.
5. U hoort een geluidssignaal als de weerstand minder is dan circa
60 ohms.
Elektrische capaciteitsmetingen
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden, haal
de stroom van het geteste apparaat af en ontlaad alle
condensatoren voordat u elektrische capaciteitsmetingen
uitvoert. Verwijder de batterijen en ontkoppel de netsnoeren.
Meet nooit capaciteit op circuits of draden die onder spanning
staan.
1. Stel de functieschakelaar in op de “ Ω •))) ” positie.
2. Druk op de SELECT knop totdat “nF” op het display verschijnt.
Druk op de RELATIVE knop om het display op nul te brengen.
3. Sluit de testkabels aan op de te testen condensator.
4. Lees de waarde af op het display.
Diodetest
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden, test
geen diode dat onder stroom staat.
1. Stel de functieschakelaar in op de “ Ω •))) “positie.
2. Druk eenmaal op de SELECT knop om de diodetest te openen.
Het “ “ symbool verschijnt op het display.
3. Plaats de testsondetips tegen de te testen diode of
halfgeleiderovergang. Bekijk de metermeting.
4. Draai de polariteit van de testkabels om door de rode en zwarte
kabels om te draaien. Bekijk deze meting.
5. De diode of overgang kunnen als volgt worden geëvalueerd:
A. Als één meting een waarde toont en de andere meting toont
OL, dan is de diode goed.
B. Als beide metingen OL tonen is het apparaat open.
C. Als beide metingen zeer klein of 0 zijn, is het apparaat
kortgesloten.
AC/DC stroommetingen
1. Stel de functieschakelaar in op de “mA AC/DCV” positie.
2. Druk op de SELECT knop om AC of DC mA te meten.
3. Haal de stroom van het te testen circuit af, open dan het circuit op
het punt waar u de stroom wilt meten.
4. Plaats de zwarte testsondetip tegen de negatieve zijde van het
circuit en plaats de rode testsondetip tegen de positieve zijde van
het circuit.
5. Zet opnieuw stroom op het circuit.
6. Lees de waarde af op het display.
Frequentie/Werkingscyclusmeting
1. Stel de functieschakelaar in op de “HZ/DUTY” positie.
2. Druk eenmaal op de Hz/DUTY knop om werkingscyclus % weer te
geven. De frequentie (Hz) wordt weergegeven als u nogmaals op
de knop drukt.
3. Plaats de testsondetips tegen het te testen circuit. Houd rekening
met de juiste polariteit (rode kabel naar positief, zwarte kabel naar
negatief).
4. Lees de waarde af op het display.
Eigenschappen
Relatieve knop
De relatieve metingsfunctie laat u toe om metingen te maken met
betrekking tot een opgeslagen referentiewaarde. Een
referentiespanning kan worden opgeslagen en de uitgevoerde
metingen kunnen met deze waarde worden vergeleken. De
weergegeven waarde is het verschil tussen de referentiewaarde en
de opgemeten waarde.
1. Voer de meting uit zoals beschreven in de gebruikershandleiding.
2. Druk op de RELATIVE knop om de meting in het display op te
slaan en het “REL” symbool verschijnt op het display.
3. Het display geeft nu het verschil aan tussen de opgeslagen
waarde en de opgemeten waarde.
4. Druk op de RELATIVE knop om de relatieve modus te verlaten.
Opmerking: De relatieve functie werkt niet in de frequentiefunctie.
Knop voor kortstondige opslag van gegevens
De kortstondige opslagfunctie laat de meter toe om een meting te
“bevriezen” voor verder gebruik.
1. Druk op de “DATA HOLD” knop om het display te “bevriezen”, het
“HOLD” symbool verschijnt.
2. Druk op de “DATA HOLD” knop om terug te keren naar de
normale werking.
Automatische uitschakeling
1. Het display schakelt automatisch uit na 30 minuten om energie te
besparen.
2. Druk op de SELECT knop om het display opnieuw in te schakelen.
3. Om de automatische uitschakeling te annuleren, stel de
functieschakelaar in op de uit-positie. Houd de SELECT knop
ingedrukt en stel de functieschakelaar in op de gewenste positie
en laat de SELECT knop los na 3 seconden.
Onderhoud
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te voorkomen,
ontkoppel de testkabels van om het even welke spanningsbron
voordat u het batterijdeksel verwijdert.
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden,
gebruik uw meter niet totdat het batterijdeksel correct op zijn
plaats is bevestigd.
Deze multimeter is ontworpen om jarenlang een zorgeloze service te
leveren, als de volgende richtlijnen worden opgevolgd:
1. HOUD DE METER DROOG. Veeg de meter af als deze nat
wordt.
2. GEBRUIK EN BERG DE METER OP IN RUIMTES MET EEN
NORMALE TEMPERATUUR. Extreme temperaturen kunnen de
levensduur van de elektronische componenten verkorten en de
plastic onderdelen kunnen vervormen of smelten.
3. GEBRUIK DE METER MET DE NODIGE ZORG. Laat de meter
niet vallen want dit kan de behuizing of de elektronische
componenten beschadigen.
4. HOUD DE METER SCHOON. Maak de behuizing regelmatig
schoon met een vochtige doek. Gebruik GEEN chemische
middelen, schoonmaak- en onvettingsmiddelen.
5. GEBRUIK ALLEEN NIEUWE BATTERIJEN VAN DE
AANBEVOLEN GROOTTE EN TYPE. Verwijder oude of
uitgeputte batterijen zodat deze niet kunnen lekken of de meter
kunnen beschadigen.
6. ALS DE METER VOOR EEN LANGE PERIODE WORDT
OPGEBORGEN, verwijder de batterijen om schade aan het
apparaat te voorkomen.
WAARSCHUWING: Maak de testkabels los van om het even
welke spanningsbron voordat u het deksel achter of de batterij-
/zekeringsdeur verwijderd. Gebruik uw meter niet totdat de
achterbehuizing op een correcte manier is bevestigd.
De batterij vervangen
1. Verwijder de rubber holster (indien aanwezig)
2. Verwijder de kruiskopschroef en haal de achterbehuizing van de
meter.
3. Vervang de oude batterij door een nieuwe CR2032 type
knoopbatterij.
4. Plaats het deksel terug en draai de schroef vast.
U, als de eindgebruiker, bent wettelijk verbonden
(Batterij-voorschrift) om alle gebruikte batterijen en
accumulatoren in te leveren; deze weggooien met het
huishoudelijk afval is verboden!
U kunt uw gebruikte batterijen / accumulatoren
inleveren bij de inzamelpunten van uw gemeente of
overal waar batterijen / accumulatoren worden
verkocht!
Verwijdering: Volg alle wettelijke aanwijzingen wat
betreft de verwijdering van het toestel aan het einde
van zijn levensduur.