Samsung DP515A2GI-EXP Handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
1
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Inhoud
Hoofdstuk 1. Aan de slag
3 Voor u begint
6 Veiligheidsinstructies
21 Juiste houding tijdens computergebruik
24 Overzicht
29 De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 2. Windows gebruiken
33 Wat is Microsoft Windows?
34 Overzicht van het scherm
36 Het menu Charms gebruiken
38 Apps gebruiken
43 Windows-sneltoetsfuncties
44 Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Hoofdstuk 3. Werken met de computer
53 Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
61 Handgebaren gebruiken (optioneel)
64 Multicardsleuf (optioneel)
67 Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel)
68 Helderheidsinstelling LCD-scherm
69 Het product gebruiken als monitor (optioneel)
70 Het volume instellen
72 Bedraad netwerk
76 Draadloos netwerk (optioneel)
78 De televisie gebruiken (optioneel)
84 De afstandsbediening gebruiken (optioneel)
86 Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel)
96 De multimedia-app gebruiken (optioneel)
98 Apps gebruiken met een Samsung-smartphone (optioneel)
99 Samsung Software Update
100 Een diagnose van de status van de computer maken en
problemen oplossen
101 De beveiligingssleuf gebruiken
Hoofdstuk 4. Instellingen en upgrade
103 BIOS-instellingen
105 Een opstartwachtwoord instellen
108 De opstartprioriteit wijzigen
Hoofdstuk 5. Problemen oplossen
110 Herstellen/back-up van de computer (optioneel)
117 Windows opnieuw installeren (optioneel)
121 V&A
Hoofdstuk 6. Aanhangsel
126 Belangrijke veiligheidsinformatie
128 Vervangende onderdelen en accessoires
130 Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
143 Informatie Over Het WEEE-Merk
144 Productspecicaties
146 Woordenlijst
Voor u begint 3
Veiligheidsinstructies 6
Juiste houding tijdens computergebruik 21
Overzicht 24
De computer aan- en uitzetten 29
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
3
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Voor u begint
Voordat u de gebruiksaanwijzing gaat lezen, moet u de volgende
informatie doornemen.
Optionele items, bepaalde apparaten en software waarnaar
in de gebruiksaanwijzing wordt verwezen, worden
mogelijk niet of in een bijgewerkte versie meegeleverd.
Houd er rekening mee dat de computeromgeving
waarnaar in de gebruiksaanwijzing wordt verwezen, kan
afwijken van uw eigen omgeving.
De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een
representatief model voor een bepaalde serie. Dit model
kan enigszins afwijken van het uiterlijk van het product dat
u hebt aangeschaft.
Deze handleiding geeft informatie over het bedienen van
menu’s via de muis en bewegingen (gebaren).
Bewegingen kunnen alleen worden gebruikt bij
aanraakgevoelige modellen.
Deze handleiding is geschreven voor Windows 8.1.
De beschrijvingen en afbeeldingen kunnen verschillen,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
De gebruiksaanwijzing die bij de computer wordt geleverd,
kan per model verschillen.
Aanduidingen met betrekking tot de veiligheid
Pictogram
Aanduiding Beschrijving
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
symbool resulteren in persoonlijk
letsel en zelfs fatale gevolgen
hebben.
Attentie
Het niet opvolgen van instructies
die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte
verwondingen of schade aan uw
eigendommen.
Tekstaanduidingen
Pictogram
Aanduiding Beschrijving
Attentie
In dit gedeelte vindt u informatie
die u nodig hebt voor een functie.
Opmerking
In dit gedeelte vindt u nuttige
informatie over het gebruik van een
functie.
4
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Voor u begint
Copyright
© 2013 Samsung Electronics Co., Ltd.
Samsung Electronics Co., Ltd. is eigenaar van het auteursrecht met
betrekking tot deze handleiding.
Geen enkel gedeelte van deze handleiding mag worden
gereproduceerd of uitgezonden in welke vorm of op welke wijze,
elektronisch of mechanisch, dan ook, zonder de toestemming van
Samsung Electronics Co., Ltd.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd in het kader van de verbetering
van de prestaties van het product.
Samsung Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies
van gegevens. Ga zorgvuldig te werk om te voorkomen dat
u belangrijke gegevens verliest en maak een back-up van uw
gegevens om dergelijk gegevensverlies te voorkomen.
Besturingssysteem en softwareondersteuning
Als u het besturingssysteem dat af fabriek wordt meegeleverd,
vervangt door een ander besturingssysteem of als u software
installeert die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem
wordt ondersteund, hebt u geen recht op technische
ondersteuning, een vervangend product of een vergoeding. In
dat geval worden er servicekosten in rekening gebracht.
Gebruik uw computer met het oorspronkelijke besturingssysteem
dat af fabriek wordt meegeleverd. Als u een ander
besturingssysteem installeert, is het mogelijk dat er gegevens
worden verwijderd of dat de computer niet start.
4
5
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Over de standaard voor de weergave van de
capaciteit van het product
Informatie over de capaciteitsweergave van de opslag
Bij de berekening van de capaciteit van een opslagapparaat (HDD,
SSD) door de fabrikant wordt uitgegaan van de aanname dan 1 KB
gelijk is aan 1000 bytes.
Het besturingssysteem (Windows) berekent de opslagcapaciteit
echter op basis van de aanname dat 1 KB gelijk is aan 1024 bytes.
Als gevolg van dit verschil in berekening wordt voor de capaciteit
van de vaste schijf in Windows een lagere waarde vermeld dan
door de fabrikant is opgegeven.
(Bijvoorbeeld, in het geval van een vaste schijf van 80 GB vermeldt
Windows de capaciteit als 74,5 GB, 80 x 1000 x 1000 x 1000 byte/
(1024 x 1024 x 1024) byte = 74,505 GB)
De capaciteit die in Windows wordt vermeld kan zelfs nog lager
uitvallen doordat bepaalde programma’s, zoals Recovery, zich op
een verborgen gedeelte van de vaste schijf bevinden.
De weergave van de geheugencapaciteit
De geheugencapaciteit die is vermeld in Windows is lager dan de
werkelijke geheugencapaciteit.
Dit wordt veroorzaakt doordat het BIOS of de videokaart een
gedeelte van het geheugen gebruikt of reserveert voor eigen
gebruik.
(Bijvoorbeeld, als 1 GB (=1024 MB) aan geheugen is geïnstalleerd,
wordt in Windows mogelijk een capaciteit van 1022 MB of minder
vermeld.)
Voor u begint
6
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot de
installatie
Installeer het product niet op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan een hoge
vochtigheidsgraad, zoals in een badkamer.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik het product uitsluitend in de
bedrijfsomstandigheden die worden vermeld
in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Houd de plastic zakken buiten het bereik
van kinderen.
Er bestaat verstikkingsgevaar.
Veiligheidsinstructies
Bewaar een afstand van tenminste 15 cm
tussen de computer en de wand en plaats
geen objecten tussen de computer en de
wand.
Dit kan leiden tot een hogere temperatuur
in de computer en kan verwondingen
veroorzaken.
Plaats de computer niet op een schuin
aopende plaats of een plaats waar deze
wordt blootgesteld aan trillingen, of
vermijd tenminste de computer langere tijd
op een dergelijke plaats te gebruiken.
Dit verhoogt het risico op storingen of schade
aan het product.
Let erop dat mensen niet te lang worden
blootgesteld aan de ventilator, adapter
enz. van de computer, aangezien lange
tijd deze warmte genereren als uw pc is
ingeschakeld.
Het gedurende langere tijd blootstellen
van een lichaamsdeel aan de warme lucht
uit de luchtopening of de warmte van de
netspanningsadapter kan brandwonden
veroorzaken.
Lees de volgende veiligheidsinstructies zorgvuldig door om uw
veiligheid te waarborgen en schade te voorkomen.
Dit gedeelte wordt gebruikt door diverse Samsung-
computers. Als gevolg hiervan kunnen de afbeeldingen
afwijken van wat u in werkelijkheid te zien krijgt.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Ver 3.3
6
7
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot de voeding
De afbeeldingen van de stekker en het stopcontact
kunnen afwijken, afhankelijk van het in het land gebruikte
systeem en het model van het product.
Raak de stekker en de voedingskabel niet
met natte handen aan.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Overschrijd niet de standaardcapaciteit
(spanning/stroom) van een verdeeldoos
of een verlengkabel die u eventueel in
combinatie met het product gebruikt.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
G
Als de voedingskabel of het stopcontact
geluid maakt, moet u de stekker uit het
stopcontact halen en contact opnemen met
het servicecentrum.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
Voorkom dat de luchtinlaat aan de
onderkant van de computer wordt
geblokkeerd, wanneer u de computer op
een bed of kussen plaatst.
Als de luchtinlaat wordt geblokkeerd, bestaat
gevaar voor beschadiging van de computer
of oververhitting van het binnenwerk van de
computer.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
8
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Gebruik geen beschadigde voedingskabels
of beschadigde of loszittende stekkers of
stopcontacten.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
brand.
Sluit de voedingskabel stevig aan op het
stopcontact en de AC-adapter.
Anders kan er brandgevaar ontstaan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact
door aan de kabel te trekken.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken.
Buig de voedingskabel niet overmatig
en plaats geen zware objecten op de
voedingskabel. Het is uiterst belangrijk de
voedingskabel buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren te houden.
Als de kabel beschadigd is, bestaat het gevaar
voor elektrische schokken of brand.
Sluit de voedingskabel aan op een
stopcontact of op een verlengsnoer met een
geaarde terminal.
Wanneer u dit niet doet, kan dit elektrische
schokken veroorzaken.
Als de voeding niet geaard is, kan er lekstroom
ontstaan die leidt tot elektrische schokken.
Als water of een andere substantie
binnendringt in de voedingsingang,
AC-adapter of de computer, moet u
de voedingskabel loshalen en contact
opnemen met het servicecentrum.
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
Schade aan het binnenwerk van de computer
kan elektrische schokken en brandgevaar
opleveren.
Houd de voedingskabel en het stopcontact
schoon, zodat deze niet met stof bedekt
raken.
Wanneer u dit niet doet, kan dit brand
veroorzaken.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
8
9
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Let op bij het gebruik van de
wisselstroomadapter
Sluit het netsnoer stevig aan op de
wisselstroomadapter.
Als het contact niet goed wordt gemaakt,
bestaat gevaar voor brand.
Gebruik uitsluitend de wisselstroomadapter
die bij het product is geleverd.
Als u een andere adapter gebruikt, kan het
scherm gaan ikkeren.
Plaats geen zware objecten en stap niet op
het netsnoer of de wisselstroomadapter,
om beschadiging van het netsnoer of de
wisselstroomadapter te vermijden.
Als het snoer is beschadigd, bestaat gevaar
voor elektrische schokken en brand.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
Trek de netvoedingsadapter voor
wandmontage (adapter met ingebouwde
stekker) aan de stekker uit het stopcontact
en trek deze in de richting van de pijl.
Als u de adapter loskoppelt door de kabel beet
te pakken en hieraan te trekken, kan de adapter
beschadigd raken en kunt u een elektrische
schok krijgen, klinkt er mogelijk een explosief
geluid of kan er vonkvorming optreden.
10
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Gebruik de computer niet op een plaats die
onvoldoende ventilatie biedt, zoals op een
bed of een kussen, en gebruik de computer
niet op een vloer met vloerverwarming. De
computer zou dan oververhit kunnen raken.
Zorg er met name in deze omgevingen voor
dat de ventilatieopeningen (aan de zijkant) niet
zijn geblokkeerd. Als de ventilatieopeningen
zijn geblokkeerd, kan de computer oververhit
raken, hetgeen kan leiden tot problemen met
de computer of zelfs ontplong.
Gebruik de computer niet op een vochtige
plaats, zoals in een badkamer of sauna.
Anders werkt de computer mogelijk niet goed
en bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik de computer altijd binnen
het aanbevolen temperatuur- en
luchtvochtigheidbereik (10-3C, 20-80% RV).
Sluit het LCD-scherm niet en doe de
computer niet in de tas wanneer deze nog
aan staat.
Als u de computer in de tas doet zonder deze
uit te schakelen, kan de computer oververhit
raken en is er gevaar voor brand. Sluit de
computer naar behoren af voordat u deze
verplaatst.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Laad de accu volledig op voordat u de computer voor
de eerste keer gebruikt.
Houd de oplaadbare accu buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren, zodat ze
deze niet in de mond kunnen nemen.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken en
verstikking.
Gebruik uitsluitend een goedgekeurde accu
en wisselstroomadapter.
Gebruik uitsluitend accu’s en adapters
die zijn goedgekeurd door Samsung
Electronics.
Niet goedgekeurde accu’s en adapters voldoen
mogelijk niet aan de juiste veiligheidsvereisten
en kunnen problemen en storingen
veroorzaken die resulteren in ontplong of
brand.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
10
11
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Vervang een kapotte of versleten accu om
veiligheidsredenen altijd door een nieuw
goedgekeurd exemplaar.
U mag dit product (of de batterij) nooit
verhitten of in het vuur werpen. Bewaar
of gebruik het product (of de batterij) niet
op een hete plaats, zoals in een sauna,
in een voertuig blootgesteld aan de zon,
enzovoort.
Er is gevaar voor ontplong of brand.
Zorg ervoor dat metalen voorwerpen, zoals
een sleutel of paperclip, de aansluitpunten
van de accu (metalen onderdelen) niet
kunnen raken.
Als een metalen voorwerp de aansluitpunten
van de accu raakt, kan kortsluiting ontstaan
die de accu kan beschadigen of brand kan
veroorzaken.
Als vloeistof uit het product (of de batterij)
lekt of een vreemde geur uit het product (of
de batterij) komt, verwijdert u het product
(of de batterij) en neemt u contact op met
het servicecentrum.
Er is gevaar voor ontplong of brand.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
12
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Haal alle op de computer aangesloten
kabels los voordat u deze reinigt. Als
uw notebook over een externe en
verwijderbare batterij beschikt, verwijdert
u de externe batterij.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of
beschadiging van het product.
Sluit op het modem geen telefoonlijn aan
die is verbonden met een digitale telefoon.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken,
brand of beschadiging van het product.
Plaats geen voorwerpen gevuld met water
of chemicaliën boven of in de buurt van de
computer.
Als water of chemicaliën in de computer
binnendringen, kan dit brand of elektrische
schokken veroorzaken.
Als de computer is gebarsten of gevallen,
moet u de voedingskabel loshalen en
contact opnemen met het servicecentrum
om een veiligheidscontrole uit te voeren.
Als de notebookcomputer over een
externe (verwijderbare ) batterij beschikt,
verwijdert u ook deze batterij.
Het gebruik van een kapotte computer kan
leiden tot elektrische schokken en brandgevaar.
Vermijd direct zonlicht wanneer de
computer zich bevindt in een ruimte zonder
ventilatie, zoals in een voertuig.
Er bestaat gevaar voor brand. De computer kan
oververhit raken of ten prooi vallen aan dieven.
Gebruik uw notebook-pc niet lang wanneer
een lichaamsdeel in contact met de
notebook-pc staat. De temperatuur van het
product kan tijdens normaal functioneren
stijgen.
Dit kan leiden tot het beschadigen of het
verbranden van uw huid.
12
13
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Haal de voedingseenheid of de AC-adapter
in geen geval uit elkaar.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Als u de accu van de ingebouwde klok
verwijdert, houd deze dan buiten het
bereik van kinderen zodat ze deze niet
kunnen aanraken en/of inslikken.
Er bestaat verstikkingsgevaar. Als een kind de accu
inslikt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Sluit, voordat u een upgrade van de
computer gaat uitvoeren, de computer af
en ontkoppel alle aangesloten kabels. Als
de notebookcomputer is voorzien van een
externe (verwijderbare) batterij, verwijdert
u ook deze batterij.
Anders kan er gevaar voor elektrische
schokken ontstaan.
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Voer alleen zelf een upgrade van de
computer uit als u over voldoende kennis
en vaardigheden hiertoe beschikt.
Als dat niet het geval is, vraagt u het
servicecentrum of een geautoriseerde
technicus om de upgrade uit te voeren.
Zorg ervoor dat u alleen een upgrade
uitvoert van de onderdelen die zijn
opgegeven in de gebruikershandleiding
volgens de procedures die zijn beschreven
in de gebruikershandleiding.
Demonteer de andere onderdelen of
apparaten niet zelf. Er bestaat gevaar voor
elektrische schokken, brand of beschadiging
van het product.
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
14
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot beheer en
verplaatsing
Volg de aanwijzingen voor de locatie waar
u zich bevindt (bijvoorbeeld vliegtuig,
ziekenhuis, enzovoort) op als u gebruik
maakt van draadloze communicatie (Wi,
Bluetooth, enzovoort).
Vermijd om een station bloot te stellen aan
magnetische velden. Beveiligingsapparaten
met magnetische velden zijn onder
andere detectiepoorten op luchthavens en
draagbare detectoren.
Bij beveiligingsapparaten op luchthavens
waarmee handbagage wordt gecontroleerd
zoals transportbanden, wordt gebruik
gemaakt van röntgenstraling in plaats van
magnetisme. Hierdoor wordt een station
niet beschadigd.
Als u de notebookcomputer meedraagt
met andere voorwerpen, zoals de
adapter, muis, boeken, enzovoort, moet
u ervoor zorgen dat niets tegen de
notebookcomputer aandrukt.
Als een zwaar object tegen de
notebookcomputer wordt gedrukt, kan een
witte plek of een vlek op het lcd-scherm
verschijnen. Let daarom goed op dat u geen
druk uitoefent op de notebook.
Plaats de notebookcomputer in dat geval in
een afzonderlijk compartiment, apart van
andere objecten.
Waarschuwing
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met
dit symbool resulteren in persoonlijk letsel en zelfs fatale
gevolgen hebben.
Veiligheidsinstructies
14
15
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Aanwijzingen met betrekking tot de
installatie
Zorg ervoor dat u de ventilatie- en andere openingen in het
product niet blokkeert, en steek geen voorwerpen in de
openingen.
Schade aan een onderdeel in de computer kan elektrische
schokken en brand veroorzaken.
Als u de computer gebruikt terwijl deze op zijn zijde ligt,
moet u deze dusdanig plaatsen dat de ventilatieopeningen
zich aan de bovenzijde bevinden.
Als u dat niet doet, kan de temperatuur binnen in de computer
stijgen, hetgeen tot storingen en uitvallen van de computer kan
leiden.
Plaats geen zware voorwerpen op het product.
Dit kan problemen met de computer veroorzaken. Bovendien
kan het voorwerp vallen en verwondingen of schade aan de
computer veroorzaken.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
van de oplaadbare accu
Voer verbruikte oplaadbare batterijen op verantwoorde
wijze af.
Er is gevaar voor brand en ontplong.
De wijze waarop verbruikte oplaadbare batterijen worden
verwerkt kan verschillen per land of regio. Voer de verbruikte
oplaadbare accu op een verantwoorde wijze af.
Smijt niet met de oplaadbare accu, haal hem niet uit elkaar
en gooi hem niet in water.
Dit kan leiden tot verwondingen, brand of ontplong.
Gebruik alleen oplaadbare batterijen die zijn goedgekeurd
door Samsung Electronics.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot ontplong.
Vermijd contact met metalen voorwerpen, zoals autosleutels
en clips, tijdens het vasthouden of dragen van een
oplaadbare accu.
Contact met metaal kan leiden tot kortsluiting en een hoge
temperatuur en kan leiden tot schade aan de oplaadbare accu of
kan brand veroorzaken.
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
Veiligheidsinstructies
16
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Vervang de oplaadbare accu in overeenstemming met de
instructies in deze handleiding.
Als u dat niet doet, kan dit leiden tot ontplong of brand als
gevolg van schade aan het product.
U mag het product (of de batterij) niet verwarmen of
blootstellen aan hitte (bijvoorbeeld in een voertuig tijdens
de zomer).
Er is gevaar voor ontplong of brand.
Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik
Plaats geen kaars, brandende sigaret, enzovoort boven of
op het product.
Er bestaat gevaar voor brand.
Gebruik een stopcontact of verdeeldoos met randaarde.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken ontstaan.
Laat het product na reparatie testen door een
veiligheidstechnicus.
Geautoriseerde Samsung-servicecentra voeren na de reparatie
een veiligheidscontrole uit. Als u een gerepareerd product
gebruikt zonder het op veiligheid te testen, kan dit leiden tot
elektrische schokken of brand.
Schakel bij bliksem het systeem onmiddellijk uit, haal de
stekker uit het stopcontact en gebruik geen modem of
telefoon.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand.
Gebruik de computer en de AC-adapter niet op schoot of op
een zacht oppervlak.
Als de temperatuur van de computer oploopt, zou u zich kunnen
branden.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
16
17
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Sluit alleen toegestane apparaten aan op de aansluitingen
of poorten van de computer.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand
ontstaan.
Sluit het LCD-scherm pas nadat u hebt gecontroleerd dat de
notebookcomputer is uitgeschakeld.
De temperatuur kan oplopen, waardoor het product oververhit
en vervormd kan worden.
Druk niet op de uitwerptoets op het moment dat het cd-
rom-station in bedrijf is.
U kunt gegevens kwijtraken of de schijf kan plotseling worden
uitgeworpen, hetgeen letsel kan veroorzaken.
Laat het product niet vallen en stoot het niet om.
U zou letsel kunnen oplopen of de gegevens zouden beschadigd
kunnen raken.
Breng de antenne niet in contact met een voedingsbron,
zoals een stopcontact.
Er bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Volg bij het omgaan met computeronderdelen de aanwijzigen
uit de handleiding de bij de onderdelen werd geleverd op.
Anders kan schade aan het product ontstaan.
Als er rook uit de computer komt of u een brandlucht
ruikt, trekt u de stekker uit het stopcontact en neemt u
onmiddellijk contact op met een servicecentrum.
Als uw notebook over een externe en verwijderbare batterij
beschikt, verwijdert u de externe batterij.
Er bestaat gevaar voor brand.
Gebruik geen beschadigde of aangepaste cd.
Dit zou kunnen leiden tot schade aan het product of persoonlijk
letsel.
Steek uw vingers niet in de PC Card-sleuf.
Dit zou kunnen leiden tot letsel of elektrische schokken.
Gebruik altijd een aanbevolen computerreinigingsmiddel
voor het reinigen van het product en gebruik de computer
pas wanneer deze weer helemaal droog is.
Anders kan er gevaar voor elektrische schokken en brand ontstaan.
De noodmethode voor het uitwerpen van een schijf met
behulp van een paperclip mag niet worden gebruikt
op het moment dat de schijf in beweging is. Gebruik de
noodvoorziening voor het uitwerpen van schijven alleen als
de optische schijf tot stilstand is gekomen.
Er is gevaar voor verwondingen.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
18
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Houd uw gezicht uit de buurt van de lade van de optische
schijf op het moment dat deze in bedrijf is.
U zou gewond kunnen raken als de schijf onverhoopt plotseling
wordt uitgeworpen.
Controleer cd’s voor gebruik op barsten en andere
beschadigingen.
Het station zou beschadigd kunnen worden en de gebruiker zou
gewond kunnen raken.
Laat het product niet achter op een plaats die is blootgesteld
aan magneetvelden.
Een magneetveld kan ervoor zorgen dat het product niet
normaal werkt of dat de batterij wordt ontladen.
De informatie die is opgeslagen op de magneetband van een
creditcard, telefoonkaart, bankpas, vervoerticket, enz. kan
beschadigd raken door het elektromagnetische veld van een
computer.
Aanwijzingen met betrekking tot upgrades
Wees voorzichtig bij het aanraken van een onderdeel of
apparaat van het product.
Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het
product of letsel.
Smijt niet met de computer of onderdelen ervan en pas op
dat u deze niet laat vallen.
Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het
product of letsel.
Sluit na de demontage de klep en sluit vervolgens het
netsnoer weer aan.
Wanneer u dit niet doet, kunnen er elektrische schokken ontstaan
door het blootliggende circuit.
Gebruik alleen onderdelen die zijn goedgekeurd door
Samsung Electronics.
Dit zou tot schade aan het product kunnen leiden of brand
veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
18
19
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Haal het product nooit uit elkaar en probeer het product
niet zelf te repareren.
Als het product is gemodiceerd, gedemonteerd of gerepareerd
door de gebruiker, vervalt de garantie, wordt er een servicetarief
in rekening gebracht en bestaat het gevaar van een ongeluk.
Gebruik een geautoriseerd servicecentrum van Samsung
Electronics.
Als u een apparaat wilt aansluiten dat niet is gemaakt of
goedgekeurd door Samsung Electronics, moet u vooraf
contact opnemen met het servicecentrum.
Het product zou beschadigd kunnen raken.
Aanwijzingen met betrekking tot beheer en
verplaatsing
Schakel voordat u het product verplaatst de stroomtoevoer
uit en haal alle aangesloten kabels los.
Het product zou beschadigd kunnen raken en gebruikers zouden
over de kabels kunnen vallen.
Als u de notebookcomputer langere tijd niet gebruikt, moet
u de oplaadbare accu ontladen en los van de computer
bewaren. (Voor typen met een externe en verwijderbare
batterij)
De oplaadbare accu blijft dan in zo goed mogelijke conditie.
Bedien of bekijk de computer niet tijdens het besturen van
een voertuig.
U zou betrokken kunnen raken bij een verkeersongeval. Houd uw
aandacht op het verkeer.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
20
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Adviezen ter voorkoming van
gegevensverlies (vasteschijfbeheer)
Ga met zorg te werk om beschadiging van de gegevens op
de vaste schijf te voorkomen.
Een vasteschijfstation is dermate gevoelig dat stoten van
buiten kunnen leiden tot verlies van gegevens op het
schijfoppervlak.
Wees uiterst voorzichtig, want verplaatsing van de computer
of aanstoten van de computer terwijl deze aan staat kan leiden
tot beschadiging van de gegevens op het vasteschijfstation.
Het bedrijf is niet aansprakelijk voor het verlies van gegevens
op de vaste schijf.
Oorzaken die schade aan de gegevens op de vaste schijf of
aan de vaste schijf zelf zouden kunnen veroorzaken.
De gegevens kunnen verloren gaan wanneer stoten van buiten
worden aangebracht op de schijf tijdens het uit elkaar halen of
in elkaar zetten van de computer.
De gegevens kunnen verloren gaan als de computer wordt
uitgeschakeld of gereset als gevolg van een stroomstoring
terwijl de vaste schijf in bedrijf is.
Gegevens kunnen onherstelbaar verloren gaan als gevolg van
een virusinfectie.
Gegevens kunnen verloren gaan als de stroomtoevoer wordt
uitgeschakeld terwijl een programma wordt uitgevoerd.
Als u de computer verplaatst of aanstoot terwijl de vaste
schijf in bedrijf is, kunnen bestanden beschadigd worden of
beschadigde sectoren ontstaan op de vaste schijf.
Maak regelmatig back-ups van uw gegevens om
gegevensverlies als gevolg van beschadiging van de vaste
schijf te voorkomen.
Veiligheidsinstructies
Attentie
Het niet opvolgen van instructies die zijn gemarkeerd met dit
symbool kan resulteren in lichte verwondingen of schade aan
het product.
20
21
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Juiste houding tijdens computergebruik
Het bewaren van de juiste houding tijdens computergebruik is
uiterst belangrijk om fysieke schade te voorkomen.
De volgende instructies gaan over het aannemen van een goede
houding tijdens het werken met de computer, zoals bepaald door
middel van human engineering. Lees de instructies goed door en
volg deze op tijdens het werken met de computer.
Anders loopt u een verhoogd risico op blessures (RSI: Repetitive
Strain Injury) als gevolg van herhaalde handelingen, en kunt u te
maken krijgen met ernstig lichamelijk letsel.
De instructies in deze handleiding zijn zodanig
geformuleerd dat ze van toepassing zijn op de gemiddelde
gebruiker.
Als de instructies niet van toepassing zijn op een
gebruiker, moeten de aanbevelingen worden toegepast in
overeenstemming met de behoeften van de gebruiker.
Juiste houding
De hoogte van uw bureau en stoel instellen in
overeenstemming met uw lengte.
De hoogte moet zodanig worden ingesteld dat uw armen een
rechte hoek vormen wanneer u op uw stoel zit en uw handen op
het toetsenbord plaatst.
Stel de hoogte van de stoel zodanig in dat uw hielen comfortabel
op de grond staan.
Gebruik de computer niet in een liggende houding, maar
alleen in een zittende houding.
Gebruik de computer niet op uw schoot. Als de temperatuur
van de computer oploopt, zou u zich kunnen branden.
Houd uw polsen tijdens het werken recht.
Gebruik een stoel met een comfortabele rug.
Laat uw zwaartepunt tijdens het zitten op de stoel niet rusten
op de stoel maar op uw voeten.
Gebruik een hoofdtelefoon als u de computer wilt gebruiken
terwijl u een telefoongesprek voert. Werken met de computer
met de telefoon op uw schouder is slecht voor uw houding.
Houd artikelen die u vaak gebruikt binnen handbereik.
22
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Juiste houding tijdens computergebruik
Oogpositie
Bewaar een afstand van tenminste 50 cm tussen uw ogen en
het beeldscherm.
Stel de hoogte van het beeldscherm zodanig in dat de
bovenkant van het scherm op gelijke hoogte met of lager dan
uw ogen licht.
Stel de helderheid van het beeldscherm niet te hoog in.
Houd het beeldscherm schoon.
Als u een bril draagt, maak deze dan schoon voordat u de
computer gebruikt.
Als u gegevens van een vel papier invoert op de computer,
gebruik dan een vaste documenthouder die het papier op
vrijwel gelijke hoogte met het beeldscherm houdt.
Handpositie
Houd uw arm onder een rechte hoek, zoals aangegeven in de
afbeelding.
Houd de lijn van uw elleboog naar uw hand recht.
Plaats uw handpalm niet op het toetsenbord tijdens het typen.
Houd de muis niet krampachtig vast.
Druk niet krampachtig op het toetsenbord, aanraakvlak of de
muis.
Het is raadzaam een extern toetsenbord en een muis aan te
sluiten als u de computer langere tijd gebruikt.
22
23
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Juiste houding tijdens computergebruik
Volumeregeling (hoofdtelefoon en luidsprekers)
Controleer het volume voordat u naar muziek gaat luisteren.
Controleer
het volume!
Controleer of het volume niet te luid is voordat u een
hoofdtelefoon gebruikt.
Het is niet raadzaam langdurig een hoofdtelefoon te
gebruiken.
Afwijkingen van de standaardinstelling van de equalizer
kunnen leiden tot gehoorschade.
De standaardinstellingen kunnen zonder uw tussenkomst
worden gewijzigd door updates van software en
stuurprogrammas. Controleer de standaardinstellingen van de
equalizer voor het eerste gebruik.
Luister niet gedurende langere tijd op hoog volume om mogelijke
gehoorschade te voorkomen.
Werktijd (pauzes)
Als u langer dan een uur achter elkaar werkt, neem dan telkens
na 50 minuten een pauze van tenminste 10 minuten.
Verlichting
Gebruik de computer niet op een donkere plaats. De
verlichting bij het werken met de computer moet net zo sterk
zijn als bij het lezen van een boek.
Indirecte verlichting is het beste. Gebruik een gordijn om
weerspiegelingen in het LCD-scherm te voorkomen.
Werkomstandigheden
Gebruik de computer niet op een warme en vochtige plaats.
Gebruik de computer binnen de toegestane temperatuur-
en luchtvochtigheidswaarden die worden vermeld in de
gebruiksaanwijzing.
24
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Vooraanzicht
De afbeeldingen die op de omslag en in de inhoud van
de gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn van een
representatief model voor een bepaalde serie. De vormgeving
en kleur in de afbeeldingen kan enigszins afwijken van het
werkelijke product, afhankelijk van het model.
De kleur en het uiterlijk van uw computer kunnen afwijken van
de afbeelding in deze handleiding.
1 2
4
3
7
8
5
6
1
Bedrijfsindicator
camera
Geeft de bedrijfsstatus van de camera aan.
2
Cameralens
Met deze lens kunt u foto’s maken en
bewegende beelden opnemen.
U kunt een foto maken of een lm opnemen
met Charms > Start > Camera.
3
Sensor
afstandsbediening
(optioneel)
Als een gebruiker op een toets op de
afstandsbediening drukt, detecteert de
sensor het signaal van de afstandsbediening
en voert de computer de bijbehorende actie
uit.
Zorg er bij gebruik van de
afstandsbediening voor dat u de sensor
niet blokkeert.
Als de sensor is geblokkeerd, werkt kan
de afstandsbediening niet.
4
LCD- of
aanraakscherm
(optioneel)
Hier wordt het beeld weergegeven.
Het werkt als een aanraakscherm bij
modellen die de aanraakschermfunctie
ondersteunen. (Optioneel)
5
Aanraaktoetsen
(alleen voor
overeenkomstige
modellen)
U kunt de functies gebruiken door de
sensortoetsen lichtjes aan te raken met uw
vingers.
6
Stroomindicator
Als de computer wordt opgestart, wordt
deze indicator ingeschakeld.
7
Standaard
Dit is de standaard die de computer
ondersteunt.
8
Luidspreker Hiermee wordt het geluid gegenereerd.
24
25
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Aanraaktoetsen
(alleen voor overeenkomstige modellen)
Als u de sensor aanraakt, werkt de aanraaktoets.
1 2
1
Volumeregeling
Het volume bijstellen.
2
Source
Skifter mellem tilstanden PC-tilstand og
tilstanden Skærm.
Pc-modus: de computer werkt normaal als
computer.
Monitormodus: de computer fungeert als
monitor.
Waarschuwing bij het gebruik van de aanraaktoetsen
U kunt de aanraaktoetsen alleen gebruiken als de computer is
ingeschakeld.
Bedien de aanraaktoetsen met schone en droge handen.
In een vochtige omgeving verwijdert u het vocht van uw
handen of de aanraaktoetsen voordat u het scherm gebruikt.
Aangezien de aanraaktoetsen ook werken als u niet hard
drukt, moet u niet te veel druk hierop uitoefenen.
Aangezien een zware aanslag de sensor in de aanraaktoets
kan beschadigen, moet u voorzichtig zijn bij het gebruik van
de toetsen.
Druk niet met scherpe voorwerpen, zoals een stylus, balpen,
enz. op de aanraaktoetsen. Scherpe voorwerpen kunnen
schade toebrengen aan de aanraaktoetsen.
Als u de aanraaktoetsen aanraakt, moet u ervoor zorgen dat
u niet tegelijkertijd op een andere toets drukt en precies de
juiste functie wordt uitgevoerd als u op een toets drukt.
Als u handschoenen draagt of als de aanraaktoetsen zijn
bedekt met plastic verpakkings- of beschermingsmateriaal van
welke aard dan ook, werken de aanraaktoetsen mogelijk niet
naar behoren.
Als een geleidend voorwerp, zoals een metalen object, contact
maakt met de aanraaktoetsen, werken de aanraaktoetsen
mogelijk niet goed. Zorg er daarom voor dat u de
aanraaktoetsen niet aanraakt met een geleidend voorwerp.
26
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Rechter aanzicht
1
1
Aan/Uit-knop Hiermee zet u de computer aan en uit.
Linker aanzicht
1
1
Multicardsleuf
Een kaartsleuf ondersteunt meerdere
kaarten.
26
27
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Overzicht
Onderaanzicht
2
1
3 4 5 6 7 8 9 10
1
Microfoon
U kunt de ingebouwde microfoon
gebruiken.
2
Hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
Hier kunt een oor- of hoofdtelefoon
aansluiten.
3
USB-poort
of
oplaadbare USB-poort
(optioneel)
De pc beschikt zowel over USB-
poorten waarop u USB-apparaten kunt
aansluiten als USB-oplaadpoorten.
Via de USB-oplaadpoort hebt u niet
alleen toegang tot een USB-apparaat, u
kunt het apparaat ook opladen.
U kunt de poort herkennen door
de afbeelding die op de poort van
het product is gedrukt.
USB 2.0-poort: zwart
Oplaadbare USB 2.0-poort: zwart
USB 3.0-poort: blauw
Oplaadbare USB 3.0-poort: blauw
4
HDMI-ingang (HDMI IN)
Wordt gebruikt om een HDMI-kabel van
een extern apparaat aan te sluiten.
Sluit een HDMI-kabel aan op de HDMI-
uitgang van een extern apparaat om
de digitale bron (video/spraak) van
het apparaat weer te geven op het
computerscherm.
5
HDMI-uitgang (HDMI
OUT)
Wordt gebruikt om een HDMI-kabel aan
te sluiten op een extern apparaat.
Sluit een HDMI-kabel aan op de HDMI-
ingang van een extern apparaat om
de digitale bron (video/spraak) weer te
geven op het externe apparaat.
28
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
2
1
3 4 5 6 7 8 9 10
6
Netwerkpoort
Poort voor het aansluiten van een
Ethernet-kabel.
7
Voedingsaansluiting
Aansluiting voor de wisselstroomadapter
voor de stroomvoorziening van de
computer.
De vorm en grootte van de aansluiting kan
verschillen afhankelijk van het model.
8
Invoerpoort tv-
antenne (optioneel)
U kunt tv-kijken door de antennekabel aan
te sluiten.
Alleen voor modellen met een tv-
tunerkaart. De vorm van de poort kan
afhankelijk van het land afwijken.
9
Beveiligingssleuf
U kunt de computer beveiligen door een
slot en een kabel aan de Beveiligingssleuf
te bevestigen.
10
Ventilatieopeningen
De warme lucht in de computer wordt via
deze openingen afgevoerd.
Als de openingen worden
geblokkeerd, kan de computer
oververhit raken.
Blokkeer de openingen niet, want dit
kan gevaar opleveren.
Overzicht
Wat is een USB-oplaadpoort?
De functies voor toegang tot en het opladen van USB-
apparaten worden ondersteund.
For at bevare USB-opladning under slukning skal du indstille
følgende:
Klik på Indstillinger > Strømstyring > USB-opladning, og
indstil til Slået til.
Het opladen van een apparaat via een USB-oplaadpoort duurt
niet langer dan met een gewone oplader.
De gebruiker kan de oplaadstatus van het USB-apparaat niet
controleren vanaf de computer.
Deze functie wordt mogelijk niet voor alle USB-apparaten
ondersteund.
28
29
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
De computer aan- en uitzetten
De computer aanzetten
1
Sluit de AC-adapter aan.
DC-in-aansluiting
2
1
AC-adapter
Voedingskabel
2
Druk op de Aan/Uit-knop om de computer aan te zetten.
Voedingsindicator brandt zolang de computer aan staat.
Over het activeren van Windows
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
activeringsvenster van Windows.
Volg de instructies op het scherm voor de procedures om de
computer te gebruiken.
Hvis der ikke er noget billede, men en meddelelse om “HDMI”
på skærmen, når du har tændt computeren, skal du trykke
for at ændre billedtilstanden. (tilstanden Skærm
tilstanden PC)
30
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
De computer uitzetten
Aangezien de procedures voor het uitschakelen van de
computer per besturingssysteem kunnen verschillen, dient
u de computer uit te schakelen volgens de procedures van
uw besturingssysteem.
Sla al uw gegevens op alvorens op Afsluiten te klikken.
1
Open de Charms.
Aanraakscherm: veeg vanaf de rechterrand naar binnen.
Muis: sleep de muisaanwijzer naar de rechterboven- of
rechteronderhoek van het scherm.
2
Klik op Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Aan/Uit
> Afsluiten.
Als u uw computer wilt uitschakelen wanneer u bent
afgemeld, ontgrendelt u het scherm en klikt u op Aan/Uit
> Afsluiten.
Op het bureaublad
1
Aanraakscherm: tik op de knop Start in de
linkeronderhoek en houd deze vast.
Muis: klik met de rechtermuisknop op de knop Start in
de linkeronderhoek.
2
Klik op Afsluiten of afmelden > Afsluiten.
De computer aan- en uitzetten
30
31
Hoofdstuk 1.
Aan de slag
Het scherm ontgrendelen
U kunt het vergrendelscherm op de volgende manieren
ontgrendelen:
Aanraakscherm: veeg van onder naar boven over het
vergrendelscherm.
Muis: klik op het vergrendelscherm.
Toetsenbord: druk op een willekeurige toets.
Als er een wachtwoord is ingesteld voor het account, geeft u
het wachtwoord in om u aan te melden nadat het scherm is
ontgrendeld.
De computer aan- en uitzetten
Hoofdstuk 2.
Windows gebruiken
Wat is Microsoft Windows? 33
Overzicht van het scherm 34
Het menu Charms gebruiken 36
Apps gebruiken 38
Windows-sneltoetsfuncties 43
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm) 44
33
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Wat is Microsoft Windows?
Microsoft Windows is een besturingssysteem dat nodig is voor de
besturing van een computer.
Als u uw computer optimaal wilt gebruiken, moet u weten hoe u
deze op de juiste manier moet gebruiken. Als u wilt weten hoe u
het besturingssysteem moet gebruiken, raadpleegt u Windows
Help en ondersteuning en Help & tips.
Het scherm kan enigszins afwijken, afhankelijk van het
computermodel en het besturingssysteem.
Deze handleiding is bedoeld voor Windows 8.1 en kan,
afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, qua
inhoud afwijken.
De getoonde bureaubladafbeelding verschilt per model en
versie van het besturingssysteem.
De Help weergeven
U opent Help als volgt:
Toetsenbord: druk op de toets F1.
Aanraakscherm: veeg vanaf de rechterrand naar binnen. De
Charms worden weergegeven. Tik op Instellingen > Help.
Muis: plaats de muisaanwijzer boven de rechterboven- of
rechteronderhoek van het scherm om de Charms weer te
geven. Tik op Instellingen > Help.
Als u verbinding met internet hebt, kunt u de meest recente
online Help weergeven.
Help & tips weergeven
Selecteer op het startscherm Help & tips.
Bediening van Windows-menu's kan op twee manieren worden
gedaan: via de muis en via bewegingen.
34
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Overzicht van het scherm
Windows bevat zowel de nieuwe Startschermmodus als de
bureaubladmodus van het bestaande besturingssysteem.
Startscherm Bureaublad
Startscherm
Wanneer u de computer inschakelt, wordt het Startscherm
weergegeven. In dit scherm kunt u de applicaties (toepassing, app,
hierna App) op dezelfde locatie gebruiken.
5
7
8
6
4
4
1 2 3
1 Startscherm
Verwijst naar het standaard Startscherm van
Windows.
2 App
Verwijst naar de apps die momenteel zijn
geïnstalleerd.
3
Gebruikersac-
count
Deze term verwijst naar de gebruikersaccount
die momenteel wordt gebruikt.
4
Het menu
Charms
weergeven
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
aan de rechterzijde van het scherm. Plaats
uw muisaanwijzer in de rechterboven- of
rechterbenedenhoek van het scherm om het
menu Charms weer te geven.
5 Charms
Verwijst naar het menu waarmee u functies als
Zoeken, Delen, Start, Apparaten en Instellingen
kunt uitvoeren.
6
Bureaublad
Hiermee schakelt u naar de bureaubladmodus.
7
Het scherm met apps wordt weergegeven
op de plaats waar een lijst met tegels van
alle op de computer geïnstalleerde apps
wordt weergegeven. Dit scherm wordt alleen
weergegeven als u de muis gebruikt.
8 Knop Start
Deze knop wordt alleen weergegeven als u de
muis gebruikt. Verplaats de muisaanwijzer naar
de linkeronderhoek om de knop Start
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
weer
te geven.
Klik op de knop om over te schakelen naar het
scherm van de laatst uitgevoerde app of het
bureaublad.
Klik met de rechtermuisknop op deze
knop en selecteer desgewenst Afsluiten of
Conguratiescherm.
34
35
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Overzicht van het scherm
Bureaublad
Hier vindt u soortgelijke functies als op het bureaublad van
eerdere versies van Windows 8.
3
4
2
2
1
1
Bureaublad Verwijst naar het bureaublad.
2
Het menu Charms
weergeven
Het menu Charms bevindt zich onzichtbaar
aan de rechterzijde van het scherm.
De Charms worden weergegeven zoals in
de afbeelding wordt getoond.
Aanraakscherm: veeg vanaf de
rechterrand naar binnen.
Muis: plaats de muisaanwijzer boven
de rechterboven- of rechteronderhoek
van het scherm.
3
Charms
Verwijst naar het menu waarmee u functies
als Zoeken, Delen, Start, Apparaten en
Instellingen kunt uitvoeren.
4 Knop Start
Naar het Startscherm gaan.
Klik met de rechtermuisknop op de knop
of tik erop en houd deze vast om menu's
voor snelle toegang te selecteren, zoals
Afsluiten of Conguratiescherm.
De knop Start gebruiken
Tik op de knop Start en houd deze vast of klik er met de
rechtermuisknop op om menu's voor snelle toegang te selecteren.
Conguratiescherm
Verkenner
Menu met opties voor
Aan/Uit
Knop Start
36
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Het menu Charms is een nieuw soort. Het is een combinatie
van het menu Start en het Conguratiescherm van bestaande
Windows-systemen.
Met het menu Charms kunt u snel apparaten instellen die op
uw computer zijn aangesloten, naar apps/bestanden zoeken, de
functies voor delen gebruiken, enz.
De charms activeren
U opent de Charms als volgt:
Aanraakscherm: veeg vanaf de rechterrand naar binnen.
Muis: plaats de muisaanwijzer boven de rechterboven- of
rechteronderhoek van het scherm.
Charms
Het menu
Charms
weergeven
Het menu
Charms
weergeven
Search
Share
Star t
Device
Settings
Zoeken
Een zoekopdracht op trefwoorden uitvoeren om
een geïntegreerde lijst weer te geven met resultaten
betreende apps, bestanden en webpagina's.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Delen
Verschillende soorten bestanden met anderen delen
via e-mailcommunicatie.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Start
Naar het startscherm gaan of de laatst uitgevoerde
app openen.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Apparaten
Aangesloten apparaten (zoals printers en
beeldschermen) zoeken en gebruiken.
Search
Share
Star t
Device
Settings
Instellingen
De computer- of appinstellingen naar uw voorkeur
congureren.
Het menu Charms gebruiken
36
37
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Het menu Charms gebruiken
De instellingen wijzigen
Veelgebruikte Windows-menu's worden verzameld.
Klik op Charms > Instellingen.
Pictogram Naam Functiebeschrijving
Draadloos
netwerk
U kunt verbinding maken
met een draadloos netwerk.
Selecteer het draadloze netwerk
waarmee u verbinding wilt
maken.
Het volume
instellen
U kunt het volume instellen of
het geluid dempen.
Opmerking
U kunt een interval instellen
waarmee de app meldingen
verzendt.
Aan/uit
U kunt de computer
uitschakelen of de Power
Options (Energiebeheer)
selecteren.
ENG
Taal Een voorkeurstaal selecteren.
Pc-instellingen wijzigen
U kunt meer instellingen wijzigen.
38
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Apps gebruiken
De term app verwijst naar een programma (hierna app genoemd).
In bredere zin verwijst de term naar alle softwareprogramma's die
op het besturingssysteem zijn gnstalleerd.
Windows bevat eenvoudige apps voor veelgebruikte taken.
Een app starten/afsluiten
Klik op een app in het Startscherm om de desbetreende app te
activeren.
De huidige app op het aanraakscherm afsluiten
Veeg vanaf de bovenrand van het scherm naar beneden.
De huidige app afsluiten via de muis
1
Beweeg de muisaanwijzer boven de bovenrand.
Uw muisaanwijzer verandert in een handje.
2
Klik en houd de muisknop ingedrukt en sleep het handje
naar de onderkant van het scherm. De app wordt omlaag
verplaatst en verdwijnt. De app is nu afgesloten.
Apps gebruiken
De apps weergeven die momenteel worden uitgevoerd
1
Plaats de muisaanwijzer in de linkerbovenhoek van het
scherm om laatst uitgevoerde app weer te geven.
2
Beweeg uw muisaanwijzer vervolgens omlaag om een lijst
weer te geven met de apps (op volgorde) die momenteel
worden uitgevoerd.
38
39
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Apps gebruiken
3
Klik op een app in de lijst of sleep de app naar het midden
van het scherm. Nu kunt u de app die momenteel wordt
uitgevoerd, controleren.
Klik met de rechtermuisknop op de app n de lijst en klik op
Sluiten om de app af te sluiten.
1
2
Gesplitste schermen gebruiken
1
Selecteer de apps in het Startscherm.
2
Aanraakscherm: plaats uw vinger op de bovenrand en
veeg naar links of rechts.
Muis: beweeg de muisaanwijzer naar de bovenrand. De
muisaanwijzer verandert in een handje. Sleep vervolgens de
muis naar links of rechts.
3
Bepaal de positie van elk gesplitst scherm naar eigen inzicht.
4
Verplaats de splitsbalk om de splitsverhouding van het
scherm te wijzigen.
Voorbeeld) Als u de app Weather en Store tegelijkertijd uitvoert
Schermsplitsbalk
App
Weather
App Store
40
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een app aan het Startscherm toevoegen of verwijderen
1
Naar het scherm met apps gaan.
Aanraakscherm: veeg vanuit het startscherm naar boven.
Muis: klik op het pictogram in de linkeronderhoek van
het startscherm.
2
Tik op de app en houd deze vast of klik erop met de
rechtermuisknop om de lijst met apps weer te geven.
3
Selecteer Vastmaken aan Start of Losmaken van Start
.
Voorbeeld) Wanneer u een app uit het Startscherm verwijdert
1
2
De app Camera in het kort
De bij het besturingssysteem inbegrepen camera-app gebruiken
om foto's te nemen of lms te maken en deze naar wens
bewerken.
1
Selecteer Camera op het startscherm.
2
Als u foto's wilt nemen, selecteert u . Voor het maken van
lms selecteert u .
Apps gebruiken
40
41
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Apps gebruiken
De foto of lm weergeven
De met de app Camera genomen foto's meteen weergeven
Aanraakscherm: veeg van links naar rechts.
Muis: klik op het pijltje links in het scherm.
Selecteer op het startscherm Foto's > Camera-album.
U kunt een doorlopende serie foto's en video's weergeven.
Foto's bewerken
1
Selecteer de foto die u wilt bewerken.
2
Veeg vanaf de bovenrand naar binnen of veeg vanaf de
onderrand naar boven.
U kunt ook met de rechtermuisknop op de foto klikken.
3
Selecteer vervolgens Bewerken en bewerk de foto's naar
wens.
Let op
Neem geen foto's van anderen zonder hun toestemming.
Neem geen foto's of maak geen video-opnamen op
plaatsen waar dit verboden is.
Neem geen foto's of maak geen video-opnamen die
inbreuk maken op privacy of vertrouwelijkheid.
42
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
De Windows Store gebruiken
Als u de App Store uitvoert in het Startscherm, worden de apps in
de Windows Store weergegeven.
U hebt echter een Microsoft-account nodig om apps in de
Windows Store te kunnen kopen.
Ga door nadat u uw Microsoft-account in de Charms hebt
geregistreerd.
Samsung kan ikke løse problemer, der opstår med andre
apps installeret fra Windows Store. Tag direkte kontakt til
kundesupport for appen.
Uw Microsoft-account congureren
Met een Microsoft-account kunt u online uw instellingen
synchroniseren met andere apparaten waarop Windows wordt
uitgevoerd, zodat u bestanden of instellingen kunt delen.
U moet een Microsoft-account registreren om apps via de Store te
kunnen downloaden of kopen.
1
Open het menu Charms en klik op Instellingen > Pc-
instellingen wijzigen.
2
Selecteer Uw account > Koppelen aan een Microsoft-
account.
1
2
3
Registreer uw account via de volgende relevante procedures.
Apps gebruiken
42
43
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Windows-sneltoetsfuncties
U kunt de volgende handige sneltoetsen in Windows gebruiken.
Functie Sneltoetsen Functiebeschrijving
Het Startscherm weergeven Windows-toets Hiermee schakelt u naar de startmodus.
Het bureaublad weergeven Windows-toets + D Hiermee schakelt u naar de bureaubladmodus.
Het menu Charms openen Windows-toets + C Hiermee activeert u de charms.
Het scherm vergrendelen Windows-toets + L Hiermee vergrendelt u het scherm.
Het Ease of Access Center
(Toegankelijkheidscentrum) openen
Windows-toets + U
Hiermee opent u de conguratie-instellingen voor het Ease
of Access Center (Toegankelijkheidscentrum).
De instellingen voor het tweede scherm openen Windows-toets + P
Hiermee opent u het menu External Monitor Settings
(Instellingen externe monitor).
Het hulpprogramma Advanced Management
(Geavanceerd beheer) openen
Windows-toets + X
Hiemee opent u het hulpprogramma Advanced Management
(Geavanceerd beheer).
App afsluiten Alt + F4 Hiermee sluit u de app die momenteel wordt uitgevoerd, af.
44
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Met een aanraakscherm kunt u uw computer bedienen zonder een toetsenbord of muis nodig te hebben.
In de instructies voor het aanraakscherm worden tevens de functies beschreven die kunnen worden geactiveerd via het aanraakscherm.
Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u beter een toetsenbord en muis gebruiken.
Zorg ervoor dat u het aanraakscherm bedient met uw vinger. Als u uw aanraakscherm met een hard voorwerp bedient, werkt het
niet.
Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoen, zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren.
Een aanraakscherm gebruiken
Deze functie wordt ondersteund door aanraakschermmodellen met Windows en werkt voor bepaalde toepassingen.
Houd er bovendien rekening mee dat het van de toepassing afhankelijk is welke functies worden ondersteund.
Elementair gebruik van het aanraakscherm
U kunt op eenvoudige wijze ontdekken hoe u probleemloos het aanraakscherm kunt gebruiken.
Aanraking Functiebeschrijving
Vanaf de rechterrand naar binnen
vegen
Hiermee wordt het menu Charms weergegeven dat verborgen is aan
de rechterkant van het scherm.
44
45
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Aanraking Functiebeschrijving
Vanaf de linkerrand naar binnen
vegen
Hiermee wordt de als laatste uitgevoerde app weergegeven.
of
Vanaf de bovenrand naar beneden
vegen of vanaf de onderrand naar
boven vegen
Hiermee worden de opties voor de huidige actieve toepassing
weergegeven.
Vanuit het startscherm naar boven
vegen
Er wordt een tegel weergegeven met alle geïnstalleerde apps.
Veeg omlaag vanaf de bovenkant in
het scherm All Apps (Alle apps).
Het scherm met alle apps verandert in het startscherm.
Vanaf de bovenrand naar beneden
vegen
Alle apps afsluiten die op dat moment worden uitgevoerd.
46
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Aanraking Functiebeschrijving
Licht aanraken
(klikken)
Druk zachtjes met uw vinger om een optie te selecteren.
(Als u zachtjes een speciek menu of toepassingspictogram of een
specieke optie aanraakt op het scherm, wordt de bijbehorende
functie geactiveerd.)
Tweemaal aanraken
(dubbelklikken)
Druk zachtjes tweemaal met uw vinger om een optie te selecteren.
Tikken en vegen
Hiermee wordt het geselecteerde doel verplaatst of gaat u naar de
volgende pagina.
U kunt een afbeelding tekenen of enkele letters schrijven met deze
bewerking.
Draaien met meer dan 2 vingers Hiermee draait u het geselecteerde doel.
2 vingers uitspreiden of naar elkaar
toe bewegen
Hiermee zoomt u in of uit op het doel.
46
47
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Aanraking Functiebeschrijving
Aanraken en enige tijd vasthouden
(met de rechtermuisknop klikken)
Hiermee beschikt u over dezelfde functie als bij met de
rechtermuisknop klikken.
Hiermee worden de extra opties weergegeven die kunnen worden
ingesteld voor het geselecteerd doel of wordt meer gedetailleerde
informatie verstrekt.
Met 2 vingers aanraken en omhoog/
omlaag of naar links/rechts slepen
(bladeren)
Hiermee gaat u omhoog/omlaag of naar links/rechts. Biedt dezelfde
functie als scrollen met de muis.
48
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Het scherm kalibreren
Als u het aanraakscherm voor het eerst gebruikt of als de
aanwijzer niet precies overeenkomt met het aangeraakte punt en
de nauwkeurigheid is verminderd, kalibreert u het scherm.
De schermkalibratie kan afwijken, afhankelijk van het
besturingssysteem. Mogelijk wordt het niet ondersteund door
sommige besturingssystemen.
1
Druk op het bureaublad op menu Charms > Instellingen
> Conguratiescherm > Instellingen voor Tablet PC >
Kalibratie. Druk vervolgens op OK.
2
Wanneer het venster Kalibreren wordt weergegeven, drukt
u op het plusteken (+) door de instructies op het scherm te
volgen.
3
De invoerlocatie van uw aanraakscherm wordt gekalibreerd.
48
49
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Tekens invoeren
U kunt het toetsenbord of het schermtoetsenbord gebruiken
om tekens in te voeren.
Het invoeren van tekens kan variëren, afhankelijk van het
besturingssysteem, en wordt door bepaalde besturingssystemen
mogelijk niet ondersteund.
Als u de computer gedurende een lange periode gebruikt, kunt u
beter het toetsenbord gebruiken.
Het invoeren van tekens wordt uitgelegd aan de hand van een
voorbeeld met Kladblok.
Het schermtoetsenbord gebruiken
Het schermtoetsenbord is een toetsenbord op het scherm dat is
inbegrepen bij het Windows-besturingssysteem.
Instructies voor gebruik van de aanraakmodus en
handschriftmodus worden hierna gegeven.
1
Veeg in het startscherm naar boven. Het scherm met alle
apps wordt weergegeven. Selecteer Kladblok.
U kunt ook op het pictogram linksonder op het
startscherm klikken en vervolgens op Kladblok klikken.
2
Plaats uw hand op het scherm van Kladblok om de cursor
weer te geven.
3
Tik op het bureaublad rechts van de taakbalk op om het
schermtoetsenbord weer te geven.
Aanraakmodus
Aanraakmodus
(geeft het numerieke toetsenblok
in het midden weer.)
Handschriftmodus
[Invoermodus]
50
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Aanraakmodus
De aanraakmodus heeft dezelfde invoermogelijkheden als een
fysiek toetsenbord.
1
Tik op het pictogram voor de aanraakmodus op het
pictogram Schermtoetsenbord.
2
Druk op de toetsen om uw tekens in te voeren.
Tekens invoeren in de handschriftmodus
U kunt tekens invoeren door deze te schrijven op het
invoerscherm voor de handschriftmodus op het aanraakscherm.
1
Tik op het pictogram voor de handschriftmodus op
het schermtoetsenbord.
2
Schrijf tekens in het invoervak van het invoerscherm voor
de handschriftmodus op het aanraakscherm.
3
Druk op de knop Invoegen om tekens in te voeren.
50
51
Hoofdstuk 2
Windows gebruiken
Een aanraakscherm gebruiken
(Alleen voor modellen met aanraakscherm)
Opmerking bij het gebruik van het aanraakscherm
Als u het aanraakscherm gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
uw handen schoon en droog blijven.
In vochtige omgevingen droogt u uw handen en het oppervlak
van het aanraakscherm af voordat u het aanraakscherm
gebruikt.
Spuit niet rechtstreeks reiniger voor LCD-schermen op het
aanraakscherm. De reiniger kan door de onderkant van
het aanraakscherm sijpelen. Als u een reiniger voor LCD-
schermen gebruikt, spuit u deze op een doek waarmee u het
aanraakscherm vervolgens reinigt.
(Als u een schurende reiniger of doek gebruikt, kan uw
aanraakscherm beschadigd raken.)
Stel het scherm niet bloot aan zware schokken of trillingen
en druk niet een scherp voorwerp, zoals een balpen, op het
scherm.
Dit kan ertoe leiden dat het aanraakscherm beschadigd raakt.
Als uw vinger het scherm slechts licht aanraakt, wordt de
aanraking mogelijk niet herkend.
Als u het aanraakscherm aanraakt, moet u precies op het
gewenste item drukken met uw vinger en ervoor zorgen dat u
geen andere items aanraakt.
De sensoren van het aanraakscherm zijn gnstalleerd langs de
randen van het aanraakscherm.
Als u beschermingsmateriaal of accessoires installeert, moet u
voorzichtig zijn dat u de randen van het aanraakscherm niet
afdekt.
Zorg ervoor dat u de randen van het aanraakscherm niet
beschadigt.
Als de randen van het aanraakscherm worden beschadigd,
werkt het aanraakscherm mogelijk niet goed meer.
Als het aanraakscherm bedekt is met vuil of vloeistoen,
zoals insecten of water, werkt het niet naar behoren. Gebruik
uw aanraakscherm pas nadat u alle vuil of vloeistoen hebt
verwijderd.
Als u uw aanraakscherm bedient met een hard voorwerp, zoals
een spijker of pen, werkt het niet.
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel) 53
Handgebaren gebruiken (optioneel) 61
Multicardsleuf (optioneel) 64
Een extern weergaveapparaat aansluiten (optioneel) 67
Helderheidsinstelling LCD-scherm 68
Het product gebruiken als monitor (optioneel) 69
Het volume instellen 70
Bedraad netwerk 72
Draadloos netwerk (optioneel) 76
De televisie gebruiken (optioneel) 78
De afstandsbediening gebruiken (optioneel) 84
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken (optioneel) 86
De multimedia-app gebruiken (optioneel) 96
Apps gebruiken met een Samsung-smartphone (optioneel) 98
Samsung Software Update 99
Een diagnose van de status van de computer
maken en problemen oplossen 100
De beveiligingssleuf gebruiken 101
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
53
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
Het draadloze toetsenbord en de draadloze muis zijn optioneel
en het uiterlijk en de kleur van het toetsenbord of de muis kan
verschillen, afhankelijk van het model.
De draadloze ontvanger installeren
1
Open het batterijvak aan de onderkant en plaats de batterij.
Let erop dat u de juiste polariteit (+, -) gebruikt.
Voorbeeld: draadloze muis
Aan/uit-schakelaar
Als u deze schakelaar in de stand UIT
zet als u de muis niet gebruikt, kunt u
batterijstroom sparen.
Batterijklepje
Knop VERBINDING
ontvanger
draadloos
signaal
2
Sluit de ontvanger voor het draadloze signaal aan op de USB-
poort aan de achterkant van de computer.
3
Schuif de aan/uit-schakelaar aan de onderkant van de muis
naar de stand AAN.
Voorbeeld: draadloze muis
4
U kunt het draadloze toetsenbord en de draadloze muis
gebruiken zonder extra instellingen.
U kunt het draadloze toetsenbord en de draadloze muis
gebruiken binnen een afstand van 5 m van de sensor voor
het draadloze signaal.
De afstand is afhankelijk van de omgeving en als er sprake
is van storing in de buurt, met name door een draadloos
LAN AP, wordt deze afstand mogelijk minder.
54
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Draadloos toetsenbord
1
Zoek het batterijklepje aan de onderkant van het
toetsenbord. Gebruik uw vingers om het klepje omhoog te
duwen.
x
z
2
Plaats de batterijen en sluit het klepje voor het batterijvak.
z
x
Let op de juiste polariteit (+ / -) bij het plaatsen van de
batterijen.
Laad de batterijen die bij het product zijn geleverd (type
AAA) niet opnieuw op.
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
54
55
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Richtingstoetsen
Hiermee verplaatst u de cursor omhoog,
omlaag, naar links of naar rechts.
LED voor batterijvervanging
Deze geeft aan wanneer het tijd is om de batterij te vervangen.
Vervang de batterijen als de LED knippert.
Windows-toets
Het startscherm wordt weergegeven.
Batterijklepje
Knop VERBINDING
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
56
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
Sneltoetsen
Terwijl u de toets Fn ingedrukt houdt, drukt u op een sneltoets.
+
Sneltoetsen
Sneltoetsen Functie Beschrijving
F1 Het vorige bestand afspelen
Het mediabestand afspelen
F2 Afspelen/Pauze
F3 Stoppen
F4
Het volgende bestand afspelen
F5 Zoeken
Dit zijn Windows-menutoetsen
Elk menu-item wordt dienovereenkomstig geactiveerd.
F6 Delen
F7 Apparaat
F8
Installatie
56
57
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
F9 Dempen Het geluid in- en uitschakelen.
F10
Volumeregeling Het volume bijstellen.
F11
F12 Energiebesparingsmodus Overschakelen naar energiebesparingsmodus.
Het draadloze toetsenbord gaat automatisch over naar de energiebesparingsmodus als er gedurende een vooraf ingestelde
periode geen toetsinvoer plaatsvindt. Druk op een willekeurige toets om het gebruik van het toetsenbord te hervatten in de
energiebesparingsmodus.
Een functie voor het uitschakelen van het toetsenbord wordt echter niet ondersteund.
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
58
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
draadloze muis
Muiswiel
Hiermee verplaatst u de aanwijzer naar
boven of beneden.
Linkermuisknop
Hiermee
selecteert en start
u een optie.
Rechtermuisknop
Hiermee geeft u de
contextgevoelige
menu’s van
programmas weer.
Als u de muis verplaatst, beweegt de aanwijzer op het scherm in
dezelfde richting.
Klikfunctie
Druk eenmaal kort op de linkermuisknop.
Als u eenmaal op deze muisknop klikt, wordt het bijbehorende
programma geselecteerd.
Dubbelklikfunctie
Druk snel tweemaal op de linkermuisknop.
Het bijbehorende programma wordt gestart.
Functie voor klikken met de rechtermuisknop
Als u eenmaal op deze muisknop klikt, wordt het contextgevoelige
menu van het huidige programma weergegeven.
Sleepfunctie
Van slepen is sprake als op een item wordt geklikt en dit item
vervolgens naar een andere positie wordt verplaatst terwijl de
muisknop ingedrukt wordt gehouden.
Klik met de linkermuisknop op een item dat u wilt slepen en
verplaats het item vervolgens naar de nieuwe positie terwijl u de
muisknop ingedrukt houdt.
Bladerfunctie
Als u het muiswiel omhoog of omlaag draait, wordt het scherm
omhoog of omlaag geschoven.
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
58
59
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als het draadloze toetsenbord niet werkt
Tjek, om den er løbet tør for batteri.
Controleer voor het toetsenbord of de batterij-indicator
in de rechterbovenhoek knippert.
Als de indicator knippert, moet u de batterij vervangen.
Controleer de status van de ontvanger van het
draadloze signaal.
1
Koppel de draadloze ontvanger los van het hoofdapparaat en
sluit deze vervolgens opnieuw aan.
2
Druk binnen 30 seconden nadat u de ontvanger opnieuw
hebt aangesloten op de knop VERBINDING en houd deze 1
seconde ingedrukt in de buurt van de ontvanger.
Knop VERBINDING
3
Controleer of het apparaat naar behoren werkt.
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
60
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als de draadloze muis niet werkt
Als de aan/uit-schakelaar aan de onderkant van de muis in
de stand UIT staat, werkt de muis niet.
Zet de schakelaar in de stand AAN.
Tjek, om den er løbet tør for batteri.
Controleer de status van de ontvanger van het
draadloze signaal.
1
Schuif de aan/uit-schakelaar aan de onderkant van de muis
naar de stand UIT.
Knop
VERBINDING
Knop
VERBINDING
2
Koppel de ontvanger van het draadloze signaal los van het
hoofdapparaat en sluit deze vervolgens opnieuw aan.
3
Schuif de aan/uit-schakelaar aan de onderkant van de muis
naar de stand AAN.
4
Druk binnen 30 seconden nadat u de ontvanger opnieuw
hebt aangesloten op de knop VERBINDING en houd deze 1
seconde ingedrukt in de buurt van de ontvanger.
5
Controleer of het apparaat naar behoren werkt.
Een draadloos toetsenbord/draadloze muis gebruiken
(optioneel)
60
61
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Handgebaren gebruiken
(optioneel)
U kunt de pagina's op het scherm omslaan en programma's
uitvoeren en verlaten met behulp van handgebaren vóór het
computerscherm. Bovendien kunt u het volume verhogen of
verlagen en in- of uitzoomen op het scherm.
1
Voer het programma voor handgebaren (Gesture Control) uit.
Klik op het pictogram linksonder op het startscherm en
vervolgens op Gesture Control (Bediening door beweging).
Venster Handgebaar
2
Het venster Handgebaren verschijnt aan de rechterkant van
het scherm.
Het volume aan/
uit zetten
SluitenHelp
Het werkelijke venster kan afwijken van de afbeelding in deze
gebruiksaanwijzing.
62
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
3
Als u uw hand vóór de camera houdt, wordt deze herkend
als het pictogram in de vorm van een handpalm wordt
weergegeven op het scherm.
De functie voor handgebaren werkt binnen een bereik van
50 tot 100 cm van de camera.
Tips
Deze functie werkt alleen als een handpictogram wordt
weergegeven in het kleine venster aan de rechterkant van het
scherm. Als de functie niet naar behoren werkt, probeert u uw
hand zodanig te verplaatsen dat het handpictogram wordt
weergegeven in het venster.
De functie werkt mogelijk niet correct, afhankelijk van de hoek
van uw handgebaar.
De functie werkt mogelijk niet naar behoren als de
omgevingsverlichting te licht of te donker is.
U kunt niet twee cameraprogramma's tegelijk uitvoeren.
Gebruik slechts één programma als u met de functie voor
handgebaren werkt.
Het gedurende langere tijd gebruiken van deze functie kan
vermoeiend zijn voor uw arm.
Handgebaren gebruiken
(optioneel)
62
63
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Probeer een functie uit te voeren met behulp van de onderstaande afbeelding van het gebaar.
Gebaar Handbewegingen Bedieningsbeschrijvingen
Naar links of
rechts bewegen
Beweeg de palm naar links/
Beweeg de palm naar rechts
Vorig scherm/Volgend scherm
Vuist
Vuist Klikken
Roteren
Draai de palm linksom/Draai
de palm rechtsom
Volume omlaag zetten/Volume omhoog zetten
Wuiven
Wuif 2-3 keer met de handpalm Het programma afsluiten
Een vuist maken
en deze omhoog
bewegen
Maak een vuist en beweeg
deze omhoog
(ter hoogte van de camera)
Naar het startscherm gaan.
Startschermmodus: Naar de als laatste
uitgevoerde toepassing gaan.
Afhankelijk van de programmaversie zijn sommige functies mogelijk zonder voorafgaande kennissgeving gewijzigd of worden zij
mogelijk niet ondersteund.
Handgebaren gebruiken
(optioneel)
64
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Multicardsleuf
(optioneel)
U kunt de multicardsleuf gebruiken om gegevens te lezen van of
te schrijven naar verschillende typen geheugenkaarten.
Als u een geheugenkaart plaatst, moet u ervoor zorgen dat u deze
in de juiste richting plaatst. Als u tegen een onjuist geplaatste
geheugenkaart drukt, kan de kaart zelf of de sleuf beschadigd
raken.
U kunt geheugenkaarten gebruiken als verwisselbare schijf
voor gegevensuitwisseling met digitale apparaten, zoals een
digitale fotocamera, enzovoort.
Schaf geheugenkaart met de gewenste capaciteit apart aan.
De kleur van de multicardsleuf kan afwijken van de kleur in
de afbeelding in deze handleiding.
Voordat u de sleuf gebruikt, moet u de dummykaart
uit de sleuf verwijderen. (Alleen voor modellen waarbij
dummykaarten worden verstrekt.)
Plaats de geheugenkaart in de op de sleuf afgedrukte
richting in de multicardsleuf.
Bij geheugenkaarten die zijn gemarkeerd met ‘*’ moet u
eerst een opgegeven adapter installeren en daarna de
adapter in de multicardsleuf plaatsen.
Als u dergelijke geheugenkaarten rechtstreeks in de
multicardsleuf steekt zonder gebruik te maken van een
opgegeven adapter kan de computer beschadigd raken.
De computer herkent het apparaat mogelijk niet afhankelijk
van de status van de opgegeven adapter.
De snelheid van gegevensoverdracht kan variëren
afhankelijk van de specicatie van de geheugenkaart.
De kaart gebruiken
1
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting in de
multicardsleuf.
Voorbeeld)
SD Card
64
65
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Multicardsleuf
(optioneel)
Naamgeving geheugenkaart
In de volgende tabel worden de volledige namen van
geheugenkaarten weergegeven voor elke afkorting.
Afkorting Naam geheugenkaart
SD Secure Digital
*mini SD mini Secure Digital
*micro SD micro Secure Digital
SDHC Secure Digital High Capacity
*mini SDHC mini Secure Digital High Capacity
*micro SDHC micro Secure Digital High Capacity
SDXC Secure Digital eXtended Capacity
*micro SDXC micro Secure Digital eXtended Capacity
2
Het volgende bericht wordt rechts bovenin weergegeven:
Klik om de map te openen en klik op Bestanden weergeven.
Als een venster wordt weergegeven waarin u op een
probleem wordt gewezen, klikt u op het bijbehorende
venster > Doorgaan zonder scannen. U kunt het volgende
proces uitvoeren dat in nr. 3 wordt beschreven.
3
Verkenner wordt op het bureaublad uitgevoerd.
U kunt gegevens opslaan, verplaatsen en verwijderen op het
corresponderende station.
Een geheugenkaart verwijderen
Verwijder de kaart door deze aan de rand uit de sleuf te trekken.
U kunt ook op de rand van de kaart drukken en de kaart
verwijderen als deze naar buiten springt.
66
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Multicardsleuf
(optioneel)
Een geheugenkaart formatteren
Voordat u de geheugenkaart voor het eerst gebruikt, moet u deze
formatteren.
Tijdens het formatteren worden alle op de kaart aanwezige
gegevens gewist. Als de kaart gegevens bevat, maak dan
hiervan een back-up voordat u de kaart formatteert.
1
Klik op het pictogram Verkenner in de taakbalk onder
in het bureaublad.
2
Klik met de rechtermuisknop op het kaartstation en klik op
Formatteren.
3
Klik op Start om het formatteren te starten.
Als u een geheugenkaart wilt delen met een digitaal
apparaat, zoals een digitale camera, wordt aanbevolen
de geheugenkaart te formatteren in het digitale
apparaat voordat u de kaart gaat gebruiken. Als u een
geheugenkaart formatteert op de computer en vervolgens
in het digitale apparaat plaatst, moet u de geheugenkaart
mogelijk opnieuw formatteren in het digitale apparaat.
Als er een apparaat voor schrijfbeveiliging is opgenomen
op de geheugenkaart en het apparaat is vergrendeld, kunt
u de kaart niet formatteren, er geen gegevens naartoe
schrijven en er geen gegevens van verwijderen.
Herhaaldelijk insteken en verwijderen van een
geheugenkaart kan leiden tot beschadiging van de
geheugenkaart.
SDIO(Secure Digital Input Output) wordt niet
ondersteund.
U kunt geen gegevens met copyrightbeveiliging lezen of
wegschrijven.
66
67
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een extern weergaveapparaat aansluiten
(optioneel)
Door de computer via een HDMI-poort aan te sluiten op een
computer, geniet u van zowel een hoge beeldkwaliteit als een
hoge geluidskwaliteit.
Nadat u de tv via HDMI hebt aangesloten, moet u het beeld en
het geluid congureren.
De HDMI-kabel is niet inbegrepen. U moet deze afzonderlijk
aanschaen.
1
Sluit met een HDMI-kabel de HDMI-uitgang van de
computer aan op de HDMI-ingang van de televisie.
Externe
monitor
Tv:
Projector
HDMI OUT
Een tv-scherm wordt alleen ondersteund op modellen met
een tv-uitgang (HDMI).
Als de tv is voorzien van meer dan één HDMI-poort, sluit u
de computer aan op de poort DVI IN.
Als u de computer aansluit op een tv, moet u de externe
ingang van de tv in de modus HDMI zetten.
2
Selecteer menu Charms > Apparaten
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Projector >
Tweede scherm.
Selecteer de gewenste monitormodus.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Alleen
De inhoud wordt alleen weergegeven op de pc-
monitor (huidig apparaat).
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Dupliceren
De inhoud van het huidig apparaat wordt ook
weergegeven op het externe apparaat.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Uitbreiden
Het scherm van het huidige apparaat wordt
uitgebreid naar het externe apparaat.
3&୘ִփ
ـࢿ
୙ࢠ
ѿءध୘ִփ
Alleen tweede scherm
De inhoud wordt alleen weergegeven op het
scherm van het externe apparaat.
Weergave van het DOS-opdrachtpromptvenster op de
externe monitor/ tv wordt niet ondersteund.
68
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Helderheidsinstelling LCD-scherm
1
Klik op het menu Charms > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Helderheid
.
2
Stel de helderheid bij met de controlebalk Schermhelderheid.
De fotomodus wijzigen
U kunt de fotomodus instellen op uw voorkeursweergave,
bijvoorbeeld om de weergave voor lms of elektronische boeken
te optimaliseren.
1
Klik op het pictogram linksonder op het startscherm.
2
Klik op Settings > Weergave > Weergavekleur.
Dynamisch : hiermee wordt de foto duidelijk en scherp.
Standaard : normale fotomodus.
Film : schakel over naar deze modus als er weinig
omgevingslicht is of als u naar lms kijkt.
Film (helder) : hiermee maakt u een donkere scène helderder
zodat de scène duidelijker wordt.
Lezen : geschikt voor het lezen van elektronische boeken.
Geen eect : dit is de standaardmodus voor foto’s.
Principe slechte LCD-pixels van laptop
Beschrijving: Samsung houdt zich aan de specicaties
van strikte kwaliteit en betrouwbaarheid van LCD. Het is
desondanks onvermijdelijk dat er een kans op een klein
aantal slechte pixels is. Een groot aantal slechte pixels kan
weergaveproblemen veroorzaken, maar een klein aantal
slechte pixels heeft geen invloed op de prestaties van de
computer.
Daarom gelden bij Samsung de volgende principes:
- Heldere dot: 2 of minder
- Zwarte dot: 4 of minder
- Combinatie van helder en donker: 4 of minder
Aanwijzingen voor het reinigen van de LCD
Reinig het LCD-scherm met een zachte doek, licht bevochtigd
met een reinigingsmiddel voor computer, bewegend in één
richting.
Overmatige druk op het LCD-scherm tijdens het reinigen
ervan kan het LCD-scherm beschadigen.
68
69
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het LCD-scherm van dit product kan worden gebruikt als monitor
met behulp van de digitale video/audio-ingang (HDMI-IN).
Probeer dit product als monitor te gebruiken door een HDMI-
apparaat, zoals een computer, spelconsole, dvd-speler, enz. aan te
sluiten.
Het product gebruiken als monitor
1
Sluit het externe apparaat (HDMI-uitgang) aan op dit product
(digitale video/audio-ingang (HDMI-IN)) met behulp van de
HDMI-kabel.
2
Druk op de aanraaktoets om dit product over te
schakelen naar de monitormodus.
U kunt alleen de monitormodus gebruiken door aansluiting op
de digitale video/audio-ingang (HDMI-IN). De digitale video-/
audio-uitgang (HDMI-OUT) dient uitsluitend voor uitvoer.
Zolang het netsnoer is aangesloten, kunt u het LCD-
scherm van het product gebruiken als monitor, zelfs als het
product is uitgeschakeld.
Zelfs als het product is overgeschakeld naar de
monitormodus door op de toet te drukken
tijdens een bewerking, wordt het besturingssysteem niet
afgesloten. Druk nogmaals op de toets om terug te
gaan naar de pc-modus.
Als het product is overgeschakeld naar de monitormodus,
wordt de audio eveneens overgeschakeld.
Als er geen beeld wordt weergegeven op het LCD-scherm
als het product is overgeschakeld naar de monitormodus,
koppelt u de HDMI-aansluiting los en sluit u deze
vervolgens opnieuw aan.
For at bruge computeren i tilstanden Skærm, når
computeren er gået i strømbesparelsestilstand eller er
slukket, skal du trykke på knappen LCD On/O.
Teruggaan naar de pc-modus
U kunt teruggaan naar de pc-modus vanuit de monitormodus
door op de aanraaktoets te drukken.
Het product gebruiken als monitor
(optioneel)
70
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt het volume regelen met het programma voor
volumeregeling.
De aanraaktoets gebruiken
Tik op de aanraaktoets om het volume aan te passen.
Het volume regelen met het programma
Volumeregeling
Klik op het menu Charms > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
>
om de
controlebalk bij te stellen.
Dempen
Werken met de geluidsrecorder
De procedures voor het opnemen van geluid met Geluidsrecorder
worden hieronder beschreven.
1
Sluit een microfoon aan op de microfoonaansluiting.
Of gebruik de ingebouwde microfoon.
2
Rechtsklik op het pictogram Volume op de taakbalk en
kies Opnameapparaat.
3
Controleer of de microfoon is ingesteld als het standaard
opnameapparaat.
Als dit het geval is, is het al ingesteld als standaardapparaat.
Zo niet, rechtsklik op de microfoon en selecteer Als
standaard instellen.
4
Klik op het pictogram linksonder op het startscherm en
vervolgens op Geluidsrecorder.
Klik op Opname starten.
Het volume instellen
70
71
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het volume instellen
SoundAlive gebruiken (optioneel)
Met de functie SoundAlive kunt u genieten van een rijker
stereogeluid via uw stereoluidsprekers.
De leverancier van de software kan afhankelijk van het
model computer variëren.
Daarnaast kunnen sommige afbeeldingen afwijken van het
werkelijke product, afhankelijk van het computermodel en
de softwareversie.
1
Klik rechts op Volume op de taakbalk op het bureaublad
en klik op Afspeelapparaten.
(U kunt ook op het menu Charms klikken op het
bureaublad > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm >
Hardware en Geluid > Geluid.)
2
Klik met de rechtermuisknop op Speakers en selecteer
Eigenschappen.
3
Selecteer het tabblad SoundAlive en selecteer een van de
modi.
72
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Bedraad netwerk
Een bedraad netwerk (LAN) is een netwerkomgeving zoals wordt
gebruikt voor een bedrijfsnetwerk en voor een breedband
internetverbinding thuis.
Deze handleiding is gebaseerd op de nieuwste Windows-
versie. De inhoud of afbeeldingen kunnen afwijken van het
echte model, afhankelijk van de Windows-versie. De meest
basishandelingen zijn echter vergelijkbaar met die in de
vorige versies van het Windows-besturingssysteem.
De afbeeldingen in deze beschrijving zijn van een
representatief model en kunnen van het werkelijke model
afwijken.
Verbinding met bedraad LAN
1
Sluit de LAN-kabel aan op de bedrade LAN-poort.
2
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm > Netwerk en internet >
Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
3
Selecteer Ethenet en klik op de rechtermuisknop en selecteer
Eigenschappen.
De naam van het LAN-apparaat kan afwijken, afhankelijk van
het netwerkapparaat van uw computer.
72
73
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
4
Selecteer Internet Protocol versie 4(TCP/IPv4) in de lijst
met netwerkcomponenten en klik op Eigenschappen.
De naam van de netwerkcomponent kan afwijken,
afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem.
Als u een netwerkcomponent wilt toevoegen, klikt u in
het scherm in de bovenstaande afbeelding op Install
(Installeren). U kunt clients, services en protocollen
toevoegen.
5
Congureer de IP-instellingen.
Wanneer u DHCP gebruikt, selecteert u Automatisch een
IP-adres laten toewijzen. Als u een statisch IP-adres wilt
gebruiken, selecteert u Het volgende IP-adres gebruiken
en stelt u het IP-adres handmatig in.
Als DHCP niet wordt gebruikt, moet u contact opnemen met
de netwerkbeheerder voor het IP-adres.
6
Wanneer u de instellingen hebt voltooid, klikt u op de knop
OK. Uw netwerkinstellingen zijn voltooid.
Bedraad netwerk
74
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Bedraad netwerk
De WOL-functie (Wake On LAN) gebruiken
<Wake On LAN> is een functie die het systeem uit de slaapstand
haalt wanneer een signaal (bijvoorbeeld een ping of magic packet
opdracht) aankomt via het bekabelde netwerk (LAN).
1
Klik op het menu Charms op het bureaublad > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
> Conguratiescherm > Netwerk en internet >
Netwerkcentrum en klik in het linkerdeelvenster op
Adapterinstellingen wijzigen.
2
Klik met de rechtermuisknop op de lokale netwerkverbinding
en klik op Eigenschappen.
3
Klik op Congureren > Energiebeheer. Dit apparaat mag
de computer uit slaapstand halen en klik op OK. Start het
systeem opnieuw op.
- Als het systeem uit de slaapstand wordt gehaald terwijl
geen signaal wordt ontvangen, moet u de functie <Wake
On LAN> uitschakelen.
- Het LAN LED (LAN-lampje) gaat mogelijk niet uit als het
systeem wordt afgesloten zonder de WOL-optie <Wake On
LAN> uit te schakelen.
-
Als u een bekabeld netwerk aansluit terwijl u een draadloos
netwerk gebruikt, kan het zijn dat de functie <Wake On
LAN> niet wordt geactiveerd. Stel het draadloze netwerk
in op Uitgeschakeld als u de functie <Wake On LAN> wilt
gebruiken.
- De functie <Wake On LAN> (Wake On LAN) werkt mogelijk
niet wanneer u de hybride energiebesparingsfunctie
gebruikt. De hybride slaapstand kan worden
uitgeschakeld Power Options (Energiebeheer) in het
Conguratiescherm.
74
75
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Wake On LAN geactiveerd door Ping wordt niet
ondersteund.
Als de computer is aangesloten op een 100Mbps/1Gbps
bekabeld netwerk en uit de slaapstand/sluimerstand komt,
meldt deze echter een verbinding met een 10Mbps/100Mbps
bekabeld netwerk. Dit gebeurt omdat het ongeveer 3
seconden duurt voordat de netwerkfunctionaliteit is hersteld
wanneer de computer terugkeert uit de stand stand-by- of
slaapstand. Zodra de netwerkfunctionaliteit is hersteld, werkt
deze met 100Mbps/1Gbps.
Wanneer de batterijvoeding wordt gebruikt en er een LAN-
kabel wordt aangesloten, duurt het soms een paar seconden
voordat er verbinding met internet is. Dit symptoom is gevolg
van de energiebesparingsfunctie om het energieverbruik van
de batterij te reduceren.
Wanneer het systeem op batterijvoeding werkt, wordt de
snelheid van het bekabelde LAN automatisch verlaagd om
het energieverbruik van de batterij te reduceren.
In dat geval werkt een 1Gbps /100Mbps LAN met een
snelheid van 100Mbps/10Mbps.
Bedraad netwerk
76
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een draadloze netwerkomgeving (WLAN) is een
netwerkomgeving, thuis of in een klein kantoor, waarbinnen
meerdere computers onderling kunnen communiceren door
middel van draadloze netwerkapparatuur.
De schermafbeelding en terminologie kan afhankelijk van
het model enigszins afwijken.
Het is afhankelijk van het model mogelijk dat bepaalde
functies niet beschikbaar zijn of dat er andere functies
beschikbaar zijn.
De onderstaande beschrijvingen zijn van toepassing op
computermodellen met een draadloze netwerkkaart of
-module. Een draadloze netwerkmodule is optioneel.
De afbeeldingen in deze handleiding kunnen afwijken van
wat u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van
uw draadloze netwerkmodule.
Wat is een toegangspunt?
Een toegangspunt, ook wel Access Point of AP genoemd,
is een netwerkapparaat dat een brug vormt tussen het
bekabelde netwerk en het draadloze netwerk en fungeert als
een draadloos schakelpunt binnen een netwerk met kabels.
U kunt meerdere draadloze netwerkapparaten een
verbinding laten maken via één toegangspunt.
Draadloos netwerk
(optioneel)
76
77
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Draadloos netwerk
(optioneel)
Een verbinding maken met een draadloos netwerk
Als er een toegangspunt aanwezig is, kunt u via dat toegangspunt
een verbinding met internet maken via de draadloze
netwerkverbindingsmethode die wordt geboden door Windows.
1
Als u op het menu Charms > Instellingen
áᔪ
Ŗᮁ
᜽᯲
ᰆ⊹
ᖅᱶ
>
Netwerkverbindingen klikt, verschijnt er een lijst met
beschikbare toegangspunten.
Als u een toegangspunt selecteert, wordt de knop Verbinden
weergegeven.
Lijst met
toegangspunten
2
Klik op Verbinding maken.
Als er een netwerksleutel voor het toegangspunt is ingesteld,
voert u de netwerksleutel in en klikt u op OK.
Vraag uw netwerkbeheerder om de netwerksleutel.
3
Wanneer een AP-aansluiting is voltooid, wordt naast het
bijbehorende AP ‘Verbonden’ weergegeven. U kunt nu het
draadloze netwerk nu gebruiken.
78
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De televisie gebruiken
(optioneel)
Producten met een ingebouwed tv-tunerkaart (optioneel) kunnen
gebruikmaken van de tv-functie.
Na de antenne te hebben aangesloten, kunt u tv-kijken met
behulp van het bijbehorende tv-programma.
U kunt de tv-functie alleen gebruiken als de tv-tunerkaart is
geïnstalleerd.
De tv-antenne aansluiten
U moet de tv-tunerkaart (optioneel) aansluiten op de tv-
antenne. Sluit de antennekabel aan op de ingang voor de tv-
antenne.
De tv congureren
De schermafbeeldingen en termen die worden gebruikt in
de gebruikershandleiding kunnen afwijken.
De scherm- en menutitels van het tv-programma (ArcSoft
TV) kunnen verschillen, afhankelijk van de versie.
1
Klik op Startscherm > TV-programmas (TV ArcSoft).
2
Klik op Start in het hoofdscherm.
De ingebouwde tv-tuner begint met het scannen van
beschikbare kanalen.
78
79
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De televisie gebruiken
(optioneel)
3
Wanneer de automatische scan is voltooid, wordt het
standaard tv-kanaal weergegeven.
* Klik op TV/AV om te schakelen naar digitale tv-kanalen
vanaf een analoog kanaal.
De kanalen opnieuw instellen
Selecteer Start > Instellingen > Kanaal. Selecteer
vervolgens Scannen. De gescande kanalen worden
opgeslagen.
Als u problemen ondervindt bij het scannen naar kanalen,
selecteert u Tv-signaal opnieuw instellen > One-click
Wizard (Wizard met één klik). Vervolgens wordt de scan
opnieuw vanaf het begin uitgevoerd.
Opmerking over conguratie
De instellingsprocedurs kunnen afwijken, afhankelijk van het
huidige type van uw tv-service.
Stel het product in op de regio en postcode waar uw computer
momenteel is geïnstalleerd.
Als het instellingsscherm voor de aanbieder van het tv-signaal
wordt weergegeven, selecteert u de juiste aanbieder. Als
de gecongureerde aanbieder niet juist is, worden niet alle
kanalen ontvangen of is de kwaliteit van het tv-beeld mogelijk
niet optimaal.
80
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De televisie gebruiken
(optioneel)
Menu Tv-menu
Klik op het pictogram Start boven in het scherm om het
hoofdvenster weer te geven.
Minimaliseren
Maximaliseren
Afsluiten
Live-tv
Opgenomen tv-prog. EPG
(elektronische programmagids)
Schema
Instellingen
[Start]
Live-tv
U kunt een momenteel uitgezonden tv-
programma bekijken.
Opgenomen tv-prog.
U kunt een opgenomen tv-programma
bekijken.
EPG
(elektronische
programmagids)
Dit een tv-programmaoverzicht met
alle digitale tv-kanalen. De EPG haalt de
programma-informatie uit het digitale tv-
signaal.
Dit kan echter verschillen, afhankelijk
van het station en de ontvangst. Ook
zijn sommige functies mogelijk niet
beschikbaar.
Schema
U kunt een tv-programma opnemen en
een opgenomen tv-programma bekijken.
Instellingen
U kunt de tv-kanalen, ouderlijk toezicht,
enz. instellen.
80
81
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Tv-kijken
1
Start het tv-programma (ArcSoft TV).
2
De tv-uitzending wordt onmiddellijk weergegeven. Schakel
over naar het gewenste kanaal.
Beweeg als volgt uw muis om de besturingsbalk weer te
geven. Selecteer vervolgens een functie.
Selecteer Digitale tv of Analoge tv
Opnemen Volumeregeling Favorieten Instellingen
Een statisch
beeld vastleggen
Afspelen/
Pauze
Audio/
ondertiteling
Favorieten
weergeven
Kanaalbesturing
De televisie gebruiken
(optioneel)
82
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Opnemen van tv
U kunt een televisieprogramma opnemen op uw computer.
Het huidige programma opnemen
Beweeg uw muis over het huidige weergegeven scherm.
Zodra de besturingsbalk onderaan wordt weergegeven, klikt u op
Opnemen .
Er verschijnt een rode stip om aan te geven dat een opname in
gang is en de opname wordt gestart.
Een opnameschema maken
1
Klik op Start > Schema > Toevoegen.
2
Stel uw programma en de gereserveerde tijd in.
De televisie gebruiken
(optioneel)
82
83
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Zelfs als de computer in de energiebesparingsmodus
(sleep) staat, ontwaakt de tv automatisch uit de
energiebesparingsmodus en wordt de geprogrammeerde
opname uitgevoerd als het tijdstip waarop de opname
staat gepland wordt bereikt.
Als de computer in de slaapstand staat, werken
opnamereserveringen niet.
Bij het opnemen van een kanaal kunt u geen ander kanaal
opnemen of bekijken.
Een opgenomen programma afspelen
Klik op Start > Opgenomen tv.
De opgenomen programma's worden weergegeven. Selecteer
een programma om te bekijken.
U kunt de opgenomen programma's weergeven per programma,
kanaal of datum.
Het opnamebestand wordt opgeslagen in Verkenner >
Lokale schijf (C:) > Gebruiker > map Gebruiker > map
Mijn video.
De televisie gebruiken
(optioneel)
84
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
U kunt de tv-functies bedienen met de afstandsbediening.
U kunt het programma Live-tv uitvoeren vanaf het bureaublad.
Controleer de functies van iedere knop.
Het uiterlijk van de afstandsbediening kan verschillen.
Afhankelijk van het systeem zijn bepaalde functies
mogelijk niet beschikbaar.
Gebruik uw afstandsbediening door hiermee naar de
ontvanger voor de afstandsbediening te wijzen.
Hvis ernbetjeningen slet ikke fungerer, så udskift den
med en ny.
De batterijen plaatsen
Open het batterijvakje aan de onderkant van de
afstandsbediening en plaats de batterijen. Let erop dat u de juiste
polariteit (+,-) gebruikt.
De afstandsbediening gebruiken
(optioneel)
84
85
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De afstandsbediening gebruiken
(optioneel)
Bepaalde toetsen op de afstandsbediening werken mogelijk
niet, afhankelijk van het geïnstalleerde programma.
Slaapstand
Schakel de stand-bymodus uit
(activeer Windows) of schakel de
computer in
Deze toets wordt door
sommige computers niet
ondersteund.
Toepassing opschakelen
Windows-sneltoets
Delen in Windows
Afspln / Pauze
Terug
Stoppen
Volumeregeling
Start Internet Explorer
Kanaalbesturing
Geluid Uit
Sluiten
Windows-apparaat:
ODD uitwerpen
Tabtoets
Opnemen
Tv:: U kunt het tv-programma
uitvoeren vanaf het bureaublad.
Windows-toets
Selecteren
Windows-instellingenZoeken in Windows
Bedieningselementen voor afspelen
Ga
86
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een TPM-beveiligingsapparaat (Trusted Platform Module) is een
beveiligingsapparaat dat de persoonlijke informatie en gegevens
van gebruikers beschermt door de gebruikersvericatiegegevens
op te slaan op de TPM-chip die op de computer is gnstalleerd.
Als u het TPM-beveiligingsapparaat wilt gebruiken, moet u
de TPM-chip via de BIOS-instellingen initialiseren, het TPM-
programma initialiseren en de gebruiker registreren.
Deze functie wordt alleen ondersteund door modellen die
zijn voorzien van TPM (beveiligingschip).
Raadpleeg de online Help van het programma voor meer
informatie.
De programmaversie die in deze handleiding
wordt beschreven, kan worden gewijzigd en de
schermafbeeldingen en termen in de handleiding kunnen
afwijken van de schermafbeeldingen en termen die in uw
versie worden gebruikt.
De TPM instellen
Als u de TPM-functie wilt gebruiken, moet u de volgende
stappen uitvoeren.
1
De TPM-chip initialiseren
De vericatiegegevens die op de TPM-chip zijn opgeslagen,
initialiseren.
2
Het TPM-programma installeren
Hiermee installeert u het TPM-programma.
3
Het TPM-programma registreren
Met deze stap registreert u het TPM-programma registreren.
Zodra u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, kunt u de
TPM-functie gebruiken.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
86
87
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een TPM-beveiligingsapparaat (Trusted Platform Module) is een
beveiligingsapparaat dat de persoonlijke informatie en gegevens
van gebruikers beschermt door de gebruikersvericatiegegevens
op te slaan op de TPM-chip die op de computer is gnstalleerd.
Als u het TPM-beveiligingsapparaat wilt gebruiken, moet u
de TPM-chip via de BIOS-instellingen initialiseren, het TPM-
programma initialiseren en de gebruiker registreren.
Deze functie wordt alleen ondersteund door modellen die
zijn voorzien van TPM (beveiligingschip).
Raadpleeg de online Help van het programma voor meer
informatie.
De programmaversie die in deze handleiding
wordt beschreven, kan worden gewijzigd en de
schermafbeeldingen en termen in de handleiding kunnen
afwijken van de schermafbeeldingen en termen die in uw
versie worden gebruikt.
De TPM instellen
Als u de TPM-functie wilt gebruiken, moet u de volgende
stappen uitvoeren.
1
De TPM-chip initialiseren
De vericatiegegevens die op de TPM-chip zijn opgeslagen,
initialiseren.
2
Het TPM-programma installeren
Hiermee installeert u het TPM-programma.
3
Het TPM-programma registreren
Met deze stap registreert u het TPM-programma registreren.
Zodra u de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, kunt u de
TPM-functie gebruiken.
De TPM-chip initialiseren
Wanneer u de TPM-functie voor de eerste keer gebruikt of als
u de gebruiker opnieuw wilt registreren, moet u de TPM-chip
initialiseren.
Wanneer de TPM-chip wordt gnitialiseerd, worden alle
vericatiegegevens op de TPM-chip gewist. Denk dus goed
na voordat u besluit om te initialiseren.
Als u de TPM-chip opnieuw wilt initialiseren terwijl de
TPM-functie wordt gebruikt, moet u eerst de bestaande
bestanden en mappen die met de TPM-functie zijn
gecodeerd, decoderen. Anders kunt u de bestanden
en mappen niet openen nadat deze opnieuw zijn
geïnitialiseerd.
1
Start de computer opnieuw op. Wanneer het Samsung-logo
verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de toets F2.
2
Als het BIOS-scherm verschijnt, selecteert u Security > TPM
Conguration en drukt u op Enter.
TPM Device
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Disabled
Enabled
Enabled
3
Selecteer voor TPM Device de optie Enabled en selecteer
voor Change TPM Status de optie Clear.
TPM Device
TPM State
Security Chip State
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Enabled
No Change
Clear
Enabled & Activate
Deactivate & Disable
Clear
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
88
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
4
Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
5
Als het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de
overeenkomstige toets(en) door de instructies op het scherm
te volgen.
6
Wanneer de computer automatisch opnieuw is opgestart
en het Samsung-logo verschijnt, drukt u herhaaldelijk op de
toets F2.
7
Selecteer Security > TPM Conguration > Change TPM
Status en stel de optie Enable and Activate in.
TPM Device
TPM State
Security Chip State
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Enabled
Enabled & Activate
Clear
Enabled & Activate
Deactivate & Disable
Clear
8
Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
9
Als het systeem opnieuw wordt opgestart, drukt u op de
overeenkomstige toets(en) door de instructies op het scherm
te volgen.
10
Druk op de toets F10 om de wijzigingen op te slaan.
De computer wordt automatisch opnieuw opgestart.
Initialisatie van de TPM-chip is voltooid. Installeer nu het
TPMprogramma en registreer het.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
88
89
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-programma installeren
U kunt het TPM-programma als volgt installeren. Installeer het
programma overeenkomstig de onderstaande procedures.
Dit programma wordt alleen geleverd bij modellen met
Recovery en de TPM-functie.
1
Zet de computer aan en druk direct verschillende keren op
de toets F4.
2
Na enige tijd wordt het programma Recovery uitgevoerd.
Klik op System Software (Systeemsoftware).
3
Als een pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt
gevraagd om het systeem opnieuw op te starten, klikt u op
Yes (Ja).
Het systeem wordt opnieuw opgestart. Na enige tijd wordt
automatisch het programma SW Update uitgevoerd.
4
Maak verbinding met het netwerk.
5
Selecteer TPM-host SW en klik op Install (Installeren).
6
Klik, nadat het programma volledig is geïnstalleerd, op Close
(Sluiten).
7
Sluit het venster SW Update en start de computer opnieuw
op.
Het TPM-programma registreren
1
Klik op het startscherm op het pictogram linksonder
en vervolgens op Inneon Security Platform Solution
(Inneon-beveiligingsoplossing) > Security Platform
Managment (Beheer beveiligingsplatform) > User
Settings (Gebruikersinstellingen). (Uitvoeren als
administrator)
U kunt eventueel ook op het pictogram op de taakbalk
klikken en de initialisatie met beheerdersrechten uitvoeren.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
90
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
2
De vericatie-instellingen voor de beveiliging beginnen met
de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie). Zodra de
initialisatiewizard verschijnt, klikt u op Next (Volgende).
Als het bericht status not initialized (status niet
geïnitialiseerd) verschijnt, klikt u op Yes (Ja).
Als u de instructies in de initialisatiewizard volgt om een
back-up van het noodherstelbestand op te slaan naar een
extern apparaat, kunt u het TPM-beveiligingsapparaat veiliger
gebruiken.
3
Selecteer een Security Platform Feature
(Beveiligingsplatformfunctie) en geef het Basic user
password (Basisgebruikerswachtwoord) op.
4
Voltooi de registratie aan de hand van de instructies.
5
De registratie van de gebruiker van het TPM-programma
is voltooid. U kunt bestanden en mappen coderen via het
bestandssysteem voor decoderen en de bestanden en
mappen gebruiken die moeten worden gecodeerd door op
het virtuele station te maken of ze hier naartoe te kopiëren.
THet virtuele station wordt gemaakt op de volgende locatie.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
90
91
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Het TPM-programma gebruiken
Raadpleeg de online Help van het TPM-programma voor
meer informatie over het gebruik van het programma.
Een bestand (map) coderen
Deze functie stelt u in staat om bestanden en mappen te coderen.
U kunt documenten beveiligen via EFS (Encrypt File System).
De EFS-functie (Encrypt File System) wordt ondersteund door
de volgende besturingssystemen.
Windows 7 Professional / Enterprise / Ultimate
Windows 8 Pro / Enterprise
1
Klik met de rechtermuisknop op de map (bestand) die u
wilt coderen en selecteer in het pop-upmenu Encrypt
(Versleutelen).
2
Als het venster Conrm Attribute Changes window
(Wijzigingen van kenmerken bevestigen) wordt
weergegeven, selecteert u het bereik waarop u de codering
wilt toepassen. Klik vervolgens op OK. (Dit dialoogvenster
wordt alleen weergegeven wanneer de map is gecodeerd.)
3
Als het venster User authentication (Gebruikersvericatie)
wordt weergegeven geeft u het Basic user password
(Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij
het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
92
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
4
U zult zien dat de kleur van de naam van de map (het
bestand) in de gecodeerde map is gewijzigd in groen.
Een gecodeerde map (bestand) openen
1
Dubbelklik op de gecodeerde map (bestand).
2
Als het gebruikersvericatievenster wordt
weergegeven, geeft u het Basic user password
(Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij
het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK.
3
De map (bestand) wordt geopend.
Een gecodeerde map (bestand) decoderen
1
Klik met de rechtermuisknop op een gecodeerde map
(bestand) en selecteer in het pop-upmenu de optie Decrypt
(Decoderen).
2
Als het gebruikersvericatievenster wordt
weergegeven, geeft u het Basic user password
(Basisgebruikerswachtwoord) op dat u hebt opgegeven bij
het registreren van de gebruiker. Klik vervolgens op OK.
3
De map (bestand) is gedecodeerd.
Het virtuele station
(Personal Secure Drive: PSD) gebruiken
Het virtuele station (PSD) is een virtuele ruimte voor het opslaan
en beheren van vertrouwelijke gegevens. U kunt op het virtuele
station (PSD) dat u hebt gemaakt, net als op een normaal station
(bijvoorbeeld station C:) gewoon bestanden en mappen maken.
Daarnaast kun u de vertrouwelijke gegevens gebruiken die u op
een ander station hebt opgeslagen, door de gegevens naar het
virtuele station (PSD) te kopiëren.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
92
93
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als het virtuele station (PSD) niet wordt weergegeven
U kunt het virtuele station (PSD) alleen gebruiken wanneer u
tijdens de registratie van het programma de optie Personal Secure
Drive (Persoonlijke beveiligd station) (PSD) hebt geselecteerd. Als
u bij het registreren deze optie niet hebt geselecteerd, voltooit u
de volgende stappen.
1
Klik op het startscherm op het pictogram linksonder
en vervolgens op het tabblad Inneon Security Platform
Solution (Inneon-beveiligingsoplossing) > Security
Platform Management (Beheer beveiligingsplatform)
> User Settings (Gebruikersinstellingen) > Congure
Security Platform Features (Security Platform-functies
congureren).
2
Wanneer de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
wordt weergegeven, selecteert u Personal Secure Drive
(PSD) (Persoonlijk beveililgd station) en geeft u het
gebruikerswachtwoord op.
3
Klik een paar maal op Next (Volgende), overeenkomstig de
instructies in de Initialization Wizard (Wizard Initialisatie)
om de wizard te voltooien.
Als het virtuele station (PSD) niet wordt geladen
Als u het virtuele station (PSD) wilt gebruiken, moet het virtuele
station (PSD) eerst worden geladen. Als het station niet wordt
geladen, kunt u de onderstaande procedure gebruiken om het
station te laden.
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Security
Platform (Beveiligingsplatform) in het systeemvak
van de taakbalk en selecteer in het pop-upmenu Personal
Secure Drive (Persoonlijk beveiligd station) > Load
(Laden).
2
Geef in het laadvenster het basisgebruikerswachtwoord op
en klik op OK.
3
Open de Verkenner . U ziet het persoonlijk beveiligd
station in het overzichtsvenster links.
Houd er rekening mee dat wanneer u vertrouwelijke
gegevens naar de PSD hebt gekopieerd, de oorspronkelijke
gegevensbestanden niet worden gecodeerd.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
94
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Als u nogmaals moet registeren (om de
vericatiegegevens op de TPM-chip te wissen)
Als u opnieuw wilt registreren, moet u de bestaande
vericatiegegevens die op TPM-chip zijn opgeslagen, wissen en
moet u de TPM-chip initialiseren.
Registreer de gebruiker volgens de onderstaande stappen.
1
Verwijder het virtuele station.
2
Verwijder de bestaande vericatiegegevens die zijn
opgeslagen op de TPM-chip.
Het virtuele station verwijderen
Als er een virtueel station is gemaakt, moet u dit verwijderen
voordat u de bestaande vericatiegegevens verwijdert die zijn
opgeslagen op de -chip.
1
Klik met de rechtermuisknop op > en klik op
Persoonlijk beveiligd station > Maken/beheren.
2
Klik op Volgende.
3
Voer het wachtwoord in dat u hebt ingevoerd bij registratie
van het TPM-programma en klik op Volgende.
4
Selecteer ‘Geselecteerde PSD verwijderen’ en klik op
Volgende.
5
Selecteer ‘Ik wil mijn PSD verwijderen zonder een niet-
versleutelde kopie van de inhoud op te slaan’ en klik op
Volgende.
6
Klik op Volgende en vervolgens op Voltooien.
7
Het virtuele station is nu verwijderd.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
94
95
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De bestaande vericatiegegevens verwijderen die zijn
opgeslagen op de TPM-chip.
1
Selecteer op het bureaublad het menu Charms >
Instellingen > Control Panel (Conguratiescherm)
> Programs (Programmas) > Uninstall a program
(Programma verwijderen) > Inneon TPM Professional
Package. Klik vervolgens op Uninstall (Verwijderen).
2
Als er een berichtvenster verschijnt, klikt u op Yes (Ja) om het
programma te verwijderen.
3
Als het bericht Inneon Security Platform verschijnt, klikt u
op No (Nee).
4
Klik op het pictogram Verkenner in de taakbalk onder
in het bureaublad.
5
Selecteer in View (Beeld) > Options (Opties) > Folder
Options (Mapopties) > View (Weergave) > Hidden les
and folders (Verborgen bestanden en mappen) de
optie Show hidden les, folders, and drives (Verborgen
bestanden, mappen en stations weergeven) en klik op
OK.
6
Zoek de map Inneon in Verkenner > C-schijf: >
ProgramData en verwijder deze.
7
Het TPM-programma is nu verwijderd.
Als u de TPM-functie wilt gebruiken, herhaalt u de procedures
van het TPM-initialisatieproces.
Het TPM-beveiligingsapparaat gebruiken
(optioneel)
96
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De multimedia-app gebruiken
(optioneel)
Met S PhotoStudio en S Player+ kunt u foto’s nemen en videos
maken en deze naar wens bewerken.
S PhotoStudio
Foto's die u hebt genomen of gekozen naar
wens bewerken.
S Player+
Muziek of videoclips afspelen die zijn
opgeslagen op de computer.
Afhankelijk van de versie van het programma is het
mogelijk dat bepaalde functies niet beschikbaar zijn of dat
er andere functies beschikbaar zijn.
De toepassing is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van
het model.
Services de zijn gerelateerd aan software van derden
Voor een beschrijving van en voor serviceverzoeken
voor software van derden, neemt u contact op met de
desbetreende producent.
Sommige probleemopsporingsacties als reactie op
serviceaanvragen werken mogelijk niet, afhankelijk van de
softwareproducent.
96
97
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De multimedia-app gebruiken
(optioneel)
De app S PhotoStudio gebruiken
1
Selecteer S PhotoStudio in het startscherm.
2
Selecteer de foto die u wilt bewerken.
3
Selecteer een bewerkingsmodus op de balk rechtsonder. De
inhoud op de balk linksboven verschilt afhankelijk van de
geselecteerde bewerkingsmodus.
Terug naar Start
Eecten toepassen op de
huidige foto
Bewerkingsmodus
Een nieuw
bestand
openen
Wijzigingen
ongedaan
maken
Wijzigingen
opnieuw
uitvoeren
Delen met SNS
Opslaan als
4
Wanneer u klaar bent, slaat u de afbeelding op met een
andere naam.
De app S Player+ gebruiken
1
Selecteer S Player+ in het startscherm.
2
Een bestand uit de bovenrand selecteren.
98
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De toepassing is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van
het model.
Samsung Kies
U kunt Samsung Kies gebruiken om multimediabestanden en
documenten te synchroniseren tussen de computer en mobiele
apparaten, of de rmware van het aangesloten mobiele apparaat
bij te werken naar de nieuwste versie.
Raadpleeg voor meer informatie het Help-gedeelte van de
toepassing.
HomeSync Lite
U kunt de computer gebruiken als cloudopslag om de geüploade
bestanden van mobiele Samsung-apparaten op te slaan. Geef een
gedeelde map op zodat u onderweg direct toegang tot de inhoud
van de map hebt.
Raadpleeg voor meer informatie het Help-gedeelte van de
toepassing.
SideSync
U kunt SideSync gebruiken om het beeldscherm te delen tussen
en te bedienen vanaf de computer en mobiele Samsung-
apparaten, of om bestanden te delen. Selecteer een van de
volgende twee opties:
Keyboard/Mouse Sharing: u kunt het toetsenbord of de muis
van de computer gebruiken op mobiele apparaten.
Raadpleeg voor meer informatie het Help-gedeelte van de
toepassing.
Apps gebruiken met een Samsung-smartphone
(optioneel)
98
99
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Samsung Software Update
SW Update is een softwareprogramma dat naar de software en
stuurprogramma's van Samsung zoekt die al bij aankoop van uw
computer waren geïnstalleerd, om deze stuurprogramma's of
programma's bij te werken.
U kunt de updatebestanden alleen controleren voordat u
bijwerkt, wanneer u verbinding met internet hebt.
SW Update levert geen updates voor
apparaatstuurprogramma's of softwareprogramma's die
achteraf door de gebruiker zijn gnstalleerd.
De toepassing is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van
het model.
1
Klik op het pictogram linksonder op het startscherm en
op SW Update.
2
Het programma SW Update wordt uitgevoerd.
Selecteer de items die u wilt bijwerken voordat u doorgaat
met het updateproces.
Software-
update
Softwarelijst
100
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
Een diagnose van de status van de computer maken
en problemen oplossen
Met programma Support Center, oftewel de handleiding van
Samsung voor het oplossen van problemen, kunt u een diagnose
maken van het systeem en beschikt u over een FAQ voor
veelvoorkomende problemen.
Het is mogelijk dat Support Center niet beschikbaar is of
dat er een andere versie beschikbaar is. Dit is afhankelijk
van het model.
1
Klik op het pictogram linksonder op het startscherm en
op Support Center.
2
Support Center wordt geactiveerd en maakt een diagnose
van uw computer.
Nadat de diagnose is voltooid, wordt in het menu System
Status (Systeemstatus) een lijst met huidige problemen
weergegeven die moeten worden opgelost overeenkomstig
de instructies.
FAQ voor de
belangrijkste
problemen met
de computer
Een
diagnose van de
computer maken
en problemen
oplossen
Problemen met de
computer zoeken
3
U kunt een probleem oplossingen door op de knop
Troubleshoot (Oplossen) voor het probleem te klikken.
100
101
Hoofdstuk 3.
Werken met de computer
De beveiligingssleuf gebruiken
U kunt de computer beveiligen door een slot en een kabel aan de
beveiligingssleuf te bevestigen.
Om van deze mogelijkheid gebruik te maken, moet u apart een
kabel en slot aanschaen.
Raadpleeg de producthandleiding voor meer informatie over het
gebruik van een slot en kabel.
Bevestig het slot en de kabel aan een vast object en bevestig het
andere uiteinde van de kabel aan de beveiligingssleuf.
BIOS-instellingen 103
Een opstartwachtwoord instellen 105
De opstartprioriteit wijzigen 108
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
103
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
BIOS-instellingen
In de BIOS-instellingen kunt u de hardware van de computer
instellen in overeenstemming met uw behoeften.
U kunt de BIOS-instellingen gebruiken om een wachtwoord
voor het opstarten in te stellen, de opstartvolgorde te
wijzigen of een nieuw apparaat toe te voegen.
Aangezien onjuiste instellingen kunnen leiden tot
storingen en het vastlopen van het systeem, moet u
zorgvuldig te werk gaan bij het congureren van het BIOS.
De functies van de BIOS-instellingen kunnen worden
gewijzigd in het kader van productverbetering.
De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
De BIOS-instellingen openen
1
Schakel de computer in.
Druk meteen enkele malen op toets F2.
2
Na enige tijd verschijnt het BIOS-instellingenscherm.
De items in het BIOS-instellingenscherm kunnen afwijken,
afhankelijk van het product.
104
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Het BIOS-instellingenscherm
De inhoud van de schermen met BIOS-instellingen kan
verschillen, afhankelijk van het computermodel.
System Time >
System Date >
SATA Port 1 SanDisk SSD U100 126GB
CPU Vender Intel(R)
CPU Type Core Core(TM) i5-3317U CPU
CPU Speed 1.70 GHz
CPU VT (VT-x) Supported
Total Memory 4096 MB
BIOS Version E00AAT.017.120804.dg
MICOM Version E00AAT.017
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Instellingenmenu
Instellingsopties
Help
Help-informatie voor
de geselecteerde optie
verschijnt automatisch.
Instellingenmenu Beschrijving
SysInfo
Dit is een beschrijving van de
basisspecicaties van de computer.
Advanced
Met dit menu kunt u de belangrijkste
chipsets en aanvullende functies instellen.
Security
Instellen van beveiligingsfunctionaliteit, met
inbegrip van wachtwoorden.
Boot
In dit menu kunt u instellingen voor
randapparaten en het opstarten opgeven,
zoals de opstartprioriteit.
BIOS-instellingen
104
105
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Als u een wachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord invoeren als
u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen wilt openen.
Door een wachtwoord in te stellen kunt u de toegang tot het
systeem beperken tot bevoegde gebruikers en de gegevens en
bestanden die op de computer zijn opgeslagen beschermen.
De wachtwoordinstelling biedt de volgende 3 submenus.
(Supervisor Password (Supervisorwachtwoord), Use
Password (Gebruikerswachtwoord) en HDD Password
(HDD-wachtwoord))
Vergeet of verlies uw wachtwoord niet.
Zorg dat anderen niet achter uw wachtwoord komen.
Als u het supervisorwachtwoord of HDD-wachtwoord
vergeet, moet u om assistentie vragen bij het
servicecentrum. In dat geval zullen kosten in rekening
worden gebracht.
Als u het gebruikerswachtwoord vergeet, kunt
u het supervisorwachtwoord uitschakelen. Het
gebruikerswachtwoord wordt dan automatisch
uitgeschakeld.
De schermafbeeldingen en tekst kunnen afwijken van wat
u in werkelijkheid ziet, afhankelijk van het model van de
computer en de versie van het stuurprogramma.
Een Supervisor-wachtwoord instellen
Als u een supervisorwachtwoord instelt, moet u dit wachtwoord
invoeren als u de computer inschakelt of als u BIOS-instellingen
wilt openen.
Het is niet erg veilig om alleen het supervisorwachtwoord en het
gebruikerswachtwoord in te stellen.
U kunt het HDD-wachtwoord eveneens gebruiken om de
beveiliging te versterken.
1
Selecteer het menu Security in de BIOS-instellingen.
2
Zet de cursor op de optie Set Supervisor Password en druk
op <Enter>.
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Supervisor Password Clear
User Password Clear
HDD Password Clear
Set Supervisor Password >
Set User Password >
Set HDD Password >
Power On Boot On
TPM Configuration >
Een opstartwachtwoord instellen
106
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Een opstartwachtwoord instellen
3
Voer een wachtwoord in, druk op <Enter>, voer het
wachtwoord ter bevestiging nogmaals in, en druk nogmaals
op <Enter>.
Het wachtwoord mag maximaal 8 alfanumerieke tekens lang
zijn. Speciale tekens zijn niet toegestaan.
4
Het Supervisor-wachtwoord is ingesteld.
Het Supervisor-wachtwoord is vereist voor het inschakelen
van de computer en het openen van de BIOS-instellingen.
voor sommige modellen geldt dat als in het venster Setup
Notice een bericht wordt weergegeven dat een wachtwoord
is opgegeven, de instellingen niet zijn voltooid totdat u op
Enter drukt.
Een gebruikerswachtwoord instellen
Met behulp van het gebruikerswachtwoord kunt u de computer
inschakelen, maar kunt u geen belangrijke opties in de BIOS-
instellingen wijzigen omdat u geen toegang hebt tot de BIOS-
instellingen.
Dit helpt onbevoegde toegang tot de belangrijkste instellingen
van het menu BIOS Setup (BIOS-instellingen) te voorkomen.
Voordat u een gebruikerswachtwoord congureert moet u
een Supervisor-wachtwoord congureren. Op het moment
dat u het Supervisor-wachtwoord uitschakelt, wordt ook het
gebruikerswachtwoord uitgeschakeld.
Zet de cursor op Set User Password, druk op <Enter> en voer
dezelfde procedure uit als bij het instellen van het Supervisor-
wachtwoord, vanaf stap 3.
Een opstartwachtwoord instellen
Voordat u een opstartwachtwoord kunt instellen, moet u een
beheerderswachtwoord (Supervisor-wachtwoord) instellen.
Stel de optie Password on boot in op Enabled. Als u een
opstartwachtwoord instelt, moet een wachtwoord worden
ingevoerd om de computer te kunnen opstarten.
Onthoud het wachtwoord voor later gebruik.
106
107
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
Een opstartwachtwoord instellen
Een wachtwoord instellen voor een vaste schijf
(optioneel)
Als u een wachtwoord instelt voor een vaste schijf, kan deze niet
worden geraadpleegd vanaf een andere computer. Zet de cursor
op Set HDD Password, druk op <Enter> en stel een wachtwoord
in op dezelfde wijze als bij het instellen van het Supervisor-
wachtwoord, vanaf stap 3.
De functie voor het instellen van een wachtwoord voor de
vaste schijf is mogelijk niet op alle modellen aanwezig.
Het wachtwoord voor de vaste schijf wijzigen
Om veiligheidsredenen kunt u het wachtwoord voor
de vaste schijf uitsluitend wijzigen nadat de computer
opnieuw is gestart door middel van het indrukken van de
knop Aan/Uit op de computer.
Als u het wachtwoord voor de vaste schijn niet kunt
wijzigen, of de melding HDD Password Frozen verschijnt
nadat u in de BIOS-instellingen Security > HDD Password
hebt geselecteerd, moet u de knop Aan/Uit op de
computer indrukken om de computer opnieuw in te
schakelen.
Het wachtwoord opheen
1
Zet de cursor op het wachtwoord dat moet worden
opgeheven en druk op <Enter>. Als u bijvoorbeeld het
Supervisor-wachtwoord wilt opheen, zet u de cursor op de
optie Set Supervisor Password en drukt u op <Enter>.
2
Voer in het vak Enter Current Password het huidig
ingestelde wachtwoord in en druk op <Enter>.
3
Laat het veld Enter New Password leeg en druk op <Enter>.
4
Laat het veld Conrm New Password leeg en druk op
<Enter>.
Het wachtwoord is opgeheven.
voor sommige modellen wordt het wachtwoord alleen
geannuleerd wanneer u op Enter drukt in het venster Setup
Notice.
108
Hoofdstuk 4.
Instellingen en upgrade
De computer is zo gecongureerd dat deze standaard in eerste
instantie wordt opgestart vanaf de HDD.
In dit gedeelte wordt getoond hoe u deze instelling zodanig kunt
wijzigen dat de computer opstart vanaf een USB-apparaat.
Het schermbeeld en de termen kunnen verschillen,
afhankelijk van het model en de versie van het
apparaatstuurprogramma.
1
Sluit het USB-apparaat aan.
2
Druk direct nadat de computer opnieuw is opgestart,
meerdere keren op F2.
3
Open de BIOS-instellingen. Selecteer het menu Boot in de
BIOS-instellingen.
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Boot Device Priority >
Secure Boot Off
OS Mode Selection
Smart Battery Calibration >
UEFI OS
4
Stel de optie Boot Device Priority > Boot Option #1 op het
rechterscherm in op USB-apparaat.
Aptio Setup Utility - Copy (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Boot Option Priorities
Boot Option #1
xxx
5
Selecteer Save gevolgd door Yes.
6
De computer wordt opnieuw opgestart.
Nu is de opstartprioriteit gewijzigd zodat de het apparaat in
eerste instantie wordt opgestart vanaf het USB-apparaat.
De opstartprioriteit wijzigen
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer (optioneel) 110
Windows opnieuw installeren (optioneel) 117
V&A 121
110
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, kunt u met
Recovery (herstelprogramma) de computer eenvoudig herstellen
naar de standaard (fabrieks)instellingen. U kunt eventueel ook een
back-up van uw computer maken, zodat u de computer op elk
moment naar de gewenst status kunt herstellen.
Inleiding tot Recovery
Help
Herstellen
Back-up
Functie Beschrijving
Recover
(Herstellen)
Hiermee herstelt u het volledige Windows-
station.
Back Up
(Back-up)
U kunt een back-up van het volledige Windows-
station maken.
O Recovery pode não ser fornecido ou ter uma versão
diferente dependendo do modelo.
Algumas funções podem ser um pouco diferentes ou não
estar presentes dependendo da versão. Consulte a seção
Help (Ajuda) do programa para obter mais informações.
Para modelos cuja capacidade do disco rígido ou SSD é
menor de 64 GB, o programa Recovery não é fornecido.
Um ODD (unidade de CD/DVD, etc.) não é suportado pelo
programa Recovery.
Como a recuperação do sistema exclui todos os dados e
programas instalados pelo usuário salvos após o último
ponto de restauração, é aconselvel fazer back-up de
todos os dados importantes antes de restaurar seu sistema.
110
111
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen
Wanneer uw computer niet opstart, kunt u deze herstellen naar
de standaard (fabrieks)status.
1
- Als Windows niet kan worden gestart
Zet uw computer aan en druk op toets F4.
Voer de herstelmodus uit.
- Als Windows wordt uitgevoerd
Klik op het pictogram linksonder op het startscherm
en op Recovery.
2
Als het programma voor de eerste keer wordt uitgevoerd,
moet u akkoord gaan met de User Agreement
(Gebruikersovereenkomst).
3
Als het beginscherm wordt weergegeven, klikt u op Recover
(Herstellen).
Selecteer een herstelpunt en klik op Recover (Herstellen).
Als u de optie User Data Maintenance (Gebruikersgegevens
behouden) instelt op ON (AAN), wordt de computer hersteld
en blijven de huidige gebruikersgegevens behouden.
4
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
instructies op het scherm.
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gewoon gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
112
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen na een back-up
U kunt uw computer herstellen nadat u een back-up naar een
afzonderlijk station of een extern opslagapparaat hebt gemaakt.
Een back-up maken
1
Als u een back-up van uw computer naar een extern
opslagapparaat wilt maken, sluit u het externe
opslagapparaat aan en selecteert u het desbetreende
station.
2
Klik op Backup (Back-up) in het startscherm van Recovery.
Selecteer het station en klik op Backup (Back-up).
U kunt geen dvd-station selecteren.
Selecteer het
station waarnaar
u wilt opslaan.
3
Het back-upproces moet worden uitgevoerd op basis van de
instructies.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
112
113
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen
U kunt uw computer herstellen middels de bovenstaande back-
upprocedure.
1
Als de back-upimage is opgeslagen naar een extern
opslagapparaat, sluit u het desbetreende apparaat aan.
2
Start Recovery en klik op Recover (Herstellen).
3
Selecteer een herstellenoptieen klik op Recover
(Herstellen).
Selecteer het punt dat u wilt herstellen.
4
De herstellenprocedure wordt uitgevoerd op basis van de
instructies op het scherm.
Zodra de herstellenprocedure is voltooid, kunt u de computer
weer gebruiken.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
114
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
De schijf voor externe opslag kopiëren
Wanneer u een in uw computer ingebouwd opslagapparaat
als een HDD, SSD, enz. (hierna de vaste schijf genoemd) wilt
vervangen, kunt u uw bestaande gegevens eenvoudig en snel
overzetten naar het nieuwe opslagapparaat.
Het nieuwe opslagapparaat moet over voldoende capaciteit
voor de opslag van uw gegevens beschikken.
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
aanschaen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
1
U moet een USB-aansluiting voor de externe vaste schijf
aanschaen om de vaste schijf aan te kunnen sluiten op uw
computer.
2
Start Recovery en klik op Disk copy (Schijfkopie) .
3
Selecteer een optie in Disk recovery Point (Herstelpunt
van schijf) en klik op Disk copy (Schijfkopie).
4
De gegevens op de huidige vaste schijf worden opgeslagen
naar de nieuwe vaste schijf.
5
Zodra alle gegevens zijn opgeslagen, opent u de klep voor de
vaste schijf aan de onderkant van uw computer en vervangt
u de bestaande vaste schijf door de nieuwe schijf.
Als u de klep aan de onderkant van de computer niet kunt
openen, neemt u contact op met het servicecentrum van
Samsung voor ondersteuning.
In dit geval worden er mogelijk kosten in rekening gebracht
voor de relevante service.
6
Uw computer is nu voorzien van een nieuwe vaste schijf.
De nieuwe harde schijf bevat nu alle gegevens van de oude
harde schijf met dezelfde instellingen.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
114
115
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Functie Export Disk Image (Schijmage exporteren)
Als u uw computer regelmatig herstelt naar de standaard (fabrieks)
instellingen, kunt u de computer eenvoudig herstellen door een
schijmage van de standaard (fabrieks)status te exporteren naar
een extern opslagapparaat.
1
Sluit het externe opslagapparaat aan en selecteer het station
waarnaar u de image wilt opslaan.
2
Klik op Run (Uitvoeren).
3
Voer de procedure uit door de instructies op te volgen voor
het opslaan van een schijmage van de standaard (fabrieks)
status naar het externe opslagapparaat.
Koppel het externe opslagapparaat met de schijmage nu los
en bewaar het apparaat.
Als u de standaard fabrieksinstellingen van de computer
wilt terugzetten, sluit u het externe opslagapparaat met de
schijmage van uw computer aan en herhaalt u de stappen
die worden beschreven in het gedeelte Herstellen.
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
116
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Herstellen/back-up van de computer
(optioneel)
Functie Computerherstel in Windows 8
Wanneer er een probleem optreedt met uw computer, kunt u de
computer met behulp van het herstelprogramma terugzetten op
de standaardinstellingen.
Voor modellen met een SSD van minder dan 64 GB gebruikt
u de Windows-functie Systeem herstellen in plaats van het
programma Recovery (Herstel).
1
Klik op Charms > Instellingen > Pc-instellingen wijzigen >
Bijwerken en herstellen > Systeemherstel.
2
Klik op de knop Start voor Pc vernieuwen…. of Alles…..
Pc vernieuwen….
Als uw pc niet naar behoren werkt, kunt
u deze herstellen met behoud van uw
mediabestanden zoals foto-, video-
en muziekbestanden, enz. en van uw
persoonlijke documenten.
Alles….
U kunt alle items in uw pc verwijderen en
Windows opnieuw installeren.S
Maak een back-up van de bestanden in de volgende
mappen voordat u de functie Pc-herstel gebruikt omdat
deze bestanden niet bewaard blijven.
\Windows, \Program les, \Program les(x86), \ProgramData,
OEM-map (bijv. c:\samsung), \User\<gebruikersnaam>\
AppData
3
Volg de instructies op het scherm om het herstelproces uit te
voeren.
Wanneer het herstel is voltooid, kunt u uw computer weer
normaal gebruiken.
Klik na het uitvoeren van het herstel op het pictogram
linksonder op het startscherm en voer SW Update uit.
116
117
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
U kunt Windows opnieuw installeren met behulp van de SYSTEM
RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR SYSTEEMHERSTEL) voor
Windows als Windows niet meer naar behoren werkt.
(Voor modellen geleverd met SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA
VOOR SYSTEEMHERSTEL).)
Afhankelijk van uw model computer is het mogelijk dat
er geen SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL) beschikbaar is.
Als u Windows niet kunt starten of alle bestaande
gegevens wilt verwijderen en Windows opnieuw wilt
installeren, kunt u Windows installeren volgens de
aanwijzingen in [Opnieuw installeren als Windows niet
kan worden gestart].
Bepaalde afbeeldingen kunnen afwijken van het
daadwerkelijke product.
Deze beschrijvingen kunnen afwijken, afhankelijk van het
besturingssysteem.
Wanneer u Windows opnieuw installeert, worden de
gegevens (bestanden en programma's) op de vaste schijf
mogelijk verwijderd.
Maak een back-up van alle belangrijke gegevens. Samsung
Electronics is niet aansprakelijk voor enig verlies van
gegevens.
Opnieuw installeren binnen Windows
1
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL) in het dvd-station.
2
Als het venster Select Windows Installation (Windows-
installatie selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren). Wanneer het venster Select Update (Update
selecteren) verschijnt, klikt u op het gewenste item.
Als u in het venster Select Update (Update selecteren) de
optie Go online to get the latest updates for installation
(Online gaan om de nieuwste updates te installeren)
selecteert, worden de nieuwste updates gnstalleerd en
volgt stap 4. Tijdens deze bewerking moet de computer
verbonden zijn met internet.
3
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
verschijnt, selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Next (Volgende).
Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
118
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
4
Het volgende venster verschijnt. Selecteer een installatieoptie.
Als u op Custom (Aangepast) klikt, worden de procedures
uit stap 5 achtereenvolgens weergegeven.
Als u op Upgrade (Upgrade) klikt, worden de procedures uit
stap 6 achtereenvolgens weergegeven.
Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
Custom (Aangepast)
Selecteer deze optie om Windows opnieuw te
installeren. U moet alle benodigde stuurprogramma's en
programma's na de installatie opnieuw installeren. Het kan
zijn dat na de installatie onnodige mappen en bestanden
achterblijven op de vaste schijf (bijvoorbeeld C:\Windows.
old, enzovoort).
Upgrade (Upgrade)
Selecteer deze optie als u een Upgrade van Windows wilt
uitvoeren maar de huidige bestanden, conguraties en
programma's wilt behouden. Hoewel het niet nodig is alle
stuurprogramma's en programma's opnieuw te installeren,
werken sommige programma's misschien niet goed meer
na de upgrade.
5
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
selecteren van de locatie van het besturingssysteem,
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de back-
up die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht waarin met de tekst dat de mappen en bestanden
naar de map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop
OK.
6
De installatie van Windows wordt voortgezet.
De computer wordt tijdens de installatie 3 keer opnieuw
opgestart. Druk niet op een toets als het bericht Press any
key to boot from CD or DVD... (Druk op een toets om op
te starten vanaf cd of dvd...) wordt weergegeven nadat de
computer opnieuw is opgestart.
7
Registreer een gebruiker aan de hand van de instructies in
het Windows-scherm.
8
Wanneer de registratie is voltooid, verschijnt het Windows-
bureaublad.
Voor een goede werking van de computer verdient het
aanbeveling om de noodzakelijke software te installeren.
118
119
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
Opnieuw installeren als Windows niet kan
worden gestart
Wanneer Windows niet kan worden gestart, start u de computer
op vanaf de media voor systeemherstel. U kunt Windows opnieuw
installeren vanaf deze media.
1
Plaats de SYSTEM RECOVERY MEDIA (MEDIA VOOR
SYSTEEMHERSTEL in het dvd-station en start de computer
opnieuw op.
2
Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord als het
bericht Press any key to boot from CD or DVD... (Druk op
een toets om op te starten vanaf cd of dvd...) tijdens het
opstarten wordt weergegeven.
3
Na enige tijd wordt het venster weergegeven met de opties
voor de taal, de tijd, het toetsenbord, enz. Bevestig de
instellingen en klik op Volgende.
4
Als het venster Select Windows Installation (Windows-
installatie selecteren) verschijnt, klikt u op Install Now (Nu
installeren).
Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem wordt u
mogelijk gevraagd om een besturingssysteem te selecteren.
Als u op de knop Next (Volgende) klikt, verschijnt het
scherm uit stap 5.
5
Als het scherm User Agreement (Gebruikersovereenkomst)
verschijnt, selecteert u I accept the license terms (Ik ga
akkoord met de licentievoorwaarden) en klikt u vervolgens
op Volgende.
Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
6
Wanneer er gevraagd wordt om het type installatie, klikt u op
Custom (Aangepast).
Dit scherm wordt niet bij alle versies van het
besturingssysteem weergegeven.
120
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
Windows opnieuw installeren
(optioneel)
7
Wanneer er een venster wordt weergegeven voor het
selecteren van de locatie van het besturingssysteem,
selecteert u een schijfpartitie en klikt u op Volgende.
Station D bevat een gedeelte voor het opslaan van de back-
up die wordt gebruikt door Samsung Recovery Solution. Het
wordt aanbevolen Windows op station C te installeren.
Als u op Drive Options (Advanced) (Stationsopties
(geavanceerd)) klikt, kunt een partitie verwijderen,
formatteren, maken of uitbreiden. Klik op een functie en
volg verder de instructies op het scherm.
Wanneer er zich oude installatiebestanden van Windows
bevinden op de geselecteerde partitie, verschijnt er een
bericht met de tekst dat de mappen en bestanden naar de
map Windows.old worden verplaatst. Klik op de knop OK.
8
De volgende stappen zijn hetzelfde als die in stap 7 voor het
opnieuw installeren in Windows.
120
121
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
U kunt zoeken naar potentiële problemen met het systeem en
de relevante oplossingen voor het probleem bekijken. U kunt
ook de benodigde referenties zoeken voor de bediening van de
computer.
Met betrekking tot het herstel
V1
Wat is een herstelgebied?
A
Een computer van Samsung beschikt over een extra partitie
voor het herstellen van computers of het opslaan van back-
upbestanden. (Alleen voor modellen met Recovery.)
Deze partitie wordt een herstelgebied genoemd en
bevat een herstelimage met het besturingssysteem en
toepassingen.
V2
De weergegeven capaciteit van het
vasteschijfstation (HDD) in Windows verschilt van de
productspecicaties.
A
Bij de berekening van de capaciteit van het opslagapparaat
(HDD) door de fabrikant wordt aangenomen dat 1 kB gelijk is
aan 1000 bytes. Het besturingssysteem (Windows) berekent
de opslagcapaciteit echter op basis van de aanname dat 1
kB gelijk is aan 1024 bytes. Als gevolg hiervan wordt voor de
capaciteit van het vasteschijfstation in Windows een lagere
waarde weergegeven dan de werkelijke capaciteit.
De weergegeven capaciteit in Windows is mogelijk kleiner
dan de werkelijke capaciteit omdat sommige programma's
een bepaald gedeelte van het vasteschijfstation buiten
Windows beslaan.
Voor modellen met Recovery wordt de capaciteit van
het vasteschijfstation in Windows mogelijk weergegeven
als kleiner dan de werkelijke capaciteit omdat Recovery
gebruikmaakt van een verborgen gebied van ongeveer
5-20 GB op het vasteschijfstation voor het opslaan van het
imagebestand voor herstel. Dit verborgen gebied wordt
niet meegerekend in de totale beschikbare capaciteit voor
Windows.
De grootte van Recovery verschilt per model, afhankelijk van
de grootte van de toegepaste programma's.
V&A
122
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V3
Wat is een herstelimage?
A
Dit verwijst naar de status van de computer (inclusief
het besturingssysteem, bepaalde stuurprogramma's,
software, enz.). Deze status wordt geconverteerd naar een
gegevensimage. De image is nodig om uw computer te
herstellen en wordt opgeslagen op de vaste schijf van de
computer. Een dergelijke image is echter niet beschikbaar
wanneer de capaciteit van de vaste schijf kleiner is dan 64
GB.
V4
Hoe kan ik een computer herstellen dat het Recovery-
programma niet heeft?
A
U kunt de pc-instellingen herstellen met de Windows-functie
voor pc-herstel.
Raadpleeg het onderdeel Functie herstellen in het Help-
gedeelte voor meer informatie.
Met betrekking tot Windows
V1
Ik kan de knop voor het afsluiten van de computer
niet vinden.
A
Aanraakscherm:
- Tik op Charms > Instellingen > Aan/Uit > Afsluiten.
- Tik op de knop Start en houd deze ingedrukt om
Afsluiten of afmelden > Afsluiten te selecteren.
Muis:
- Klik op Charms > Instellingen > Aan/Uit > Afsluiten.
- Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en
vervolgens op Afsluiten of afmelden > Afsluiten.
V&A
122
123
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V&A
V2
De app op het Startscherm is verdwenen.
A
Aanraakscherm:
1. Veeg in het startscherm naar boven.
2. Er wordt een tegel weergegeven met alle geïnstalleerde
apps.
3. Tik op een app en houd deze vast om toe te voegen en tik
vervolgens op Vastmaken aan Start.
Muis:
1. Klik op het pictogram linksonder op het startscherm
om een tegel weer te geven met alle apps die op de
computer zijn geïnstalleerd.
2. Klik met de rechtermuisknop op de applicatie en selecteer
Vastmaken aan Start om die op de tegels op het
Startscherm weer te geven.
V3
Ik ben vertrouwd met Windows 7 en wil daarom dat
het bureaublad net zo wordt weergegeven als in
Windows 7.
A Als u het startscherm net als in Windows 7 bij het opstarten
wilt weergeven, doet u het volgende:
Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk onder in
het bureaublad, klik op het tabblad Eigenschappen >
Navigatie en selecteer de optie Wanneer ik mij aanmeld
of alle apps op een scherm sluit, naar het bureaublad
gaan in plaats van naar Start.
V4
Hoe kan ik een applicatie verwijderen?
A
Op het bureaublad klikt u op het menu Charms >
Instellingen > Conguratiescherm > Een programma
verwijderen.
U kunt ook rechtsklikken op de knop Start en op
Programma's en onderdelen klikken.
Klik op het programma. Klik dan op Verwijderen.
124
Hoofdstuk 5.
Problemen oplossen
V&A
V5
Hoe kan ik de scherminstellingen,
omgevingsinstellingen, kleur enzovoort wijzigen?
A
Klik op Charms > Instellingen > Pc-instellingen wijzigen >
Pc en apparaten. U kunt de besturingssysteeminstellingen
zoals schermontwerp enz. instellen.
Tom uw computer gedetailleerd te congureren klikt
in het menu Charms in Bureaublad > Instellingen >
Conguratiescherm.
U kunt uw computer op dezelfde manier congureren als
bestaande Windowssystemen.
V6
Active X wordt niet uitgevoerd in Internet Explorer op
het startscherm.
A
Aangezien Internet Explorer op het startscherm de
HTML5 web-standaarden aanhoudt, wordt Active X
niet ondersteund. Internet Explorer op het bureaublad
ondersteunt Active X echter wel.
►
Active X activeren:
Klik rechts op Internet Explorer en het volgende venster
wordt weergegeven. Druk op de knop en klik op Op het
bureaublad weergeven. Active X is nu ingeschakeld.
V7
Ik wil het vooraf geïnstalleerde Windows 8- of
Windows 8.1-besturingssysteem verwijderen en een
ander besturingssysteem installeren.
A
Als u een ander besturingssysteem op uw pc wilt installeren,
moet u eerst de BIOS-instellingen wijzigen.
Ga voor meer informatie naar http://www.samsung.com
en ga naar Support > Hulp en probleemoplossing. Zoek
naar Windows 8 of Windows 8.1 en neem de lijst met
zoekresultaten door voor het betreende probleem.
V8
Skærmen overlapper teksttegnene, eller skriften ser
mindre ud.
A
Hvis skriftstørrelsen er indstillet for stor eller for lille, kan
skærmen overlappe tekst, så det er svært at læse.
Højreklik et tomt sted på skrivebordet, og klik på Personlig
tilpasning > Skærm > Skift størrelse på alle elementers,
og klik derefter på Anvend.
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Belangrijke veiligheidsinformatie 126
Vervangende onderdelen en accessoires 128
Verklaringen betreende de naleving
van voorschriften 130
Informatie Over Het WEEE-Merk 143
Productspecicaties 144
Woordenlijst 146
126
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Veiligheidsvoorschriften
Dit systeem is ontworpen en getest in overeenstemming met
de meest recente veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur.
Om veilig gebruik van het product te waarborgen is het echter
belangrijk dat de veiligheidsinstructies die op het product en in de
documentatie zijn aangegeven worden nagevolgd.
Volg deze instructies altijd op om persoonlijk letsel en schade
aan het systeem te voorkomen.
Het systeem installeren
Lees alle instructies die zijn opgenomen op het product
en in de documentatie en volg deze op voordat u het
systeem in gebruik neemt. Bewaar alle veiligheids- en
bedieningsinstructies voor toekomstig gebruik.
Gebruik dit product niet in de buurt van water of een
warmtebron, zoals een radiator.
Installeer het systeem op een stabiel werkoppervlak.
Het product mag uitsluitend worden gebruikt met het type
voedingsbron dat op het classicatielabel is aangegeven.
Zorg ervoor dat het stopcontact dat wordt gebruikt voor het
voeden van de apparatuur vrij toegankelijk is, mocht zich
brand of kortsluiting voordoen.
Als de computer is voorzien van een voltageschakelaar, moet
u controleren of deze schakelaar op de juiste stand staat, in
overeenstemming met het voltage dat op de betreende
locatie in gebruik is.
In de computer zijn openingen aangebracht ten behoeve
van de ventilatie. Let op dat u deze openingen niet blokkeert
of afdekt. Zorg tijdens de installatie van het systeem voor
voldoende ruimte rond het systeem (tenminste 15 cm) ten
behoeve van de ventilatie. Steek nooit voorwerpen, van welke
aard dan ook, in de ventilatieopeningen van de computer.
Zie erop toe dat de ventilatieopeningen aan de onderkant van
de behuizing te allen tijde vrij zijn. Plaats de computer niet op
een zacht oppervlak. Anders zouden de ventilatieopeningen
aan de onderkant kunnen worden geblokkeerd.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor het systeem, moet u
erop toezien dat het totale opgenomen vermogen van de
apparaten die op het verlengsnoer worden aangesloten niet
de opgegeven capaciteit van het verlengsnoer overschrijdt.
Bij notebooks met glanzend oppervlak kan de gebruiker de
notebook zo plaatsen dat deze geen hinderlijke weerspiegeling
van omgevend licht en heldere oppervlakken veroorzaakt.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Ver 3.4
126
127
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Voorzichtigheid tijdens gebruik
Stap niet op de voedingskabel en laat er geen voorwerpen op
rusten.
Mors niets op het systeem. De beste manier om morsen te
voorkomen is niet te eten en drinken in de buurt van het
systeem.
Sommige producten zijn voorzien van een vervangbare
CMOS-accu op het moederbord. Onjuiste plaatsing van de
CMOS-accu kan leiden tot ontplong. Vervang de accu door
hetzelfde of een gelijkwaardig type volgens de aanbevelingen
van de fabrikant.
Voer de gebruikte accu af volgens de aanwijzingen van de
fabrikant. Als de CMOS-accu moet worden vervangen, moet
u deze handeling laten uitvoeren door een gekwaliceerde
technicus.
Ook wanneer de computer is uitgeschakeld, stroomt nog een
kleine hoeveelheid elektriciteit door de computer.
Voorkom elektrische schokken door altijd alle kabels los te
halen, de oplaadbare accu te verwijderen en de modemkabels
uit het wandcontact te halen voordat u het systeem reinigt.
Haal de stekker van het systeem uit het stopcontact en laat het
onderhoud over aan gekwaliceerd personeel indien:
De voedingskabel of stekker is beschadigd.
Vloeistof is terechtgekomen in het systeem.
Het systeem niet goed werkt, ondanks dat de aanwijzingen
voor gebruik worden nagevolgd.
Het systeem is gevallen of de behuizing is beschadigd.
De prestaties van het systeem plotseling veranderen.
Instructies voor het veilig werken met een
notebookcomputer
1. Raadpleeg voor de installatie en het gebruik van apparaten de
veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing.
2. Een apparaat mag alleen worden gebruikt in combinatie met
de apparatuur die wordt gespeciceerd in de technische
specicaties van het apparaat.
3. Als een brandlucht of rook vanuit de computer wordt
waargenomen, moet het product onmiddellijk worden
uitgeschakeld en moet de oplaadbare accu worden verwijderd.
Laat het product nakijken door een gekwaliceerde technicus
voordat u het weer in gebruik neemt.
4. Onderhoud en reparatie aan apparaten dient te worden
uitgevoerd door een geautoriseerd service center.
5. Laat de draagbare computer tijdens het werken niet voor
langere tijd op uw blote huid rusten. De temperatuur van
de bodem loopt tijdens normaal gebruik op (met name bij
voeding vanaf het lichtnet). Langdurig contact met de huid
kan leiden tot een onprettig gevoel en uiteindelijk zelfs tot
brandwonden..
Belangrijke veiligheidsinformatie
128
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Vervangende onderdelen en accessoires
Gebruik uitsluitend vervangende onderdelen en accessoires die
worden aanbevolen door de fabrikant.
Gebruik uitsluitend telefoonkabel van het type No. 26 AWG
of groter om het risico op brand te verlagen.
Gebruik dit product niet op plaatsen die als gevaarlijk
worden beschouwd. Hierbij kunt u denken aan plaatsen
waar patiënten worden behandeld in medische of
tandheelkundige faciliteiten, omgevingen met een hoog
zuurstofgehalte en industriële werkterreinen.
Afvoeren van verbruikte batterijen
Doe oplaadbare batterijen of producten die worden gevoed
door niet-verwijderbare oplaadbare batterijen niet bij het
huishoudelijk afval.
Neem contact op met de Samsung Helplijn voor meer informatie
over het afvoeren van batterijen en oplaadbare batterijen die u
niet meer kunt gebruiken of opladen.
Houd u bij het afvoeren van oude batterijen en oplaadbare
batterijen aan alle plaatselijke voorschriften.
ER BESTAAT KANS OP ONTPLOFFING ALS EEN ACCU WORDT
VERVANGEN DOOR EEN ACCU VAN EEN VERKEERD TYPE.
VOER VERBRUIKTE BATTERIJEN EN OPLAADBARE BATTERIJEN
AF VOLGENS DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN.
Veiligheid van de laser
Alle systemen die zijn voorzien van een cd- of dvd-station
voldoen aan de toepasselijke veiligheidsstandaards, met inbegrip
van IEC 60825-1. De lasercomponenten in deze apparaten zijn
geclassiceerd als “Class 1 Laser Products” volgens de Radiation
Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health
and Human Services (DHHS). Mocht ooit onderhoud aan het
apparaat nodig zijn, neem dan contact op met een geautoriseerde
servicevestiging.
Opmerking betreende de veiligheid van de laser:
Gebruik van andere besturingselementen, aanpassingen
of procedures dan welke in deze handleiding worden
uiteengezet kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke
straling. Maak de behuizing van het cd- of dvd-station niet
open, om blootstelling aan laserstralen te voorkomen.
128
129
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Vervangende onderdelen en accessoires
Laserstraling van Class 1M indien de bedrijfsmodule is
geopend.
Niet rechtstreeks bekijken met optische instrumenten.
Onzichtbare laserstraling van Class 3B indien geopend.
Vermijd blootstelling aan de straal.
De wisselstroomadapter aan- en afsluiten
Gebruik een stopcontact dat zich in de buurt van de apparatuur
bevindt en eenvoudig toegankelijk is.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan de kabel te
trekken.
Vereisten voor de voedingskabel
De voedingskabel (stekker, kabel en connector naar de AC-
adapter) die u bij de computer hebt ontvangen voldoet aan de
vereisten voor gebruik in het land waar u de apparatuur hebt
aangeschaft.
Wanneer u de computer in een ander land gebruikt, moet u een
voedingskabel gebruiken die voldoet aan de vereisten van het
betreende land. Voor meer informatie over de vereisten voor
voedingskabels kunt u terecht bij uw geautoriseerde dealer,
wederverkoper of serviceprovider.
Algemene vereisten
De hieronder vermelde vereisten gelden voor alle landen:
Alle voedingskabels moeten zijn goedgekeurd door een hiertoe
bevoegde organisatie in het land waar de voedingskabel wordt
gebruikt.
De voedingskabel moet een vermogenscapaciteit hebben
van minimaal 7 A en een nominale spanningscapaciteit van
125 of 250 Volt AC, afhankelijk van het in het betreende land
gebruikte elektriciteitssysteem. (ONLY USA)
De koppeling aan de apparaatzijde moet voldoen aan
de mechanische conguratie van een EN 60 320/IEC 320
Standard Sheet C7(of C5)-connector, voor koppeling aan de
apparaatingang op de computer.
130
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
Richtlijn voor draadloze communicatie
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band.
Het volgende gedeelte is een algemeen overzicht van de
overwegingen die gelden bij het gebruik van een draadloos
apparaat.
Aanvullende beperkingen en zaken waarmee u rekening dient
te houden in specieke landen worden vermeld in de gedeelten
die aan deze specieke landen (of groepen landen) zijn gewijd.
De draadloze componenten in uw systeem zijn uitsluitend
goedgekeurd voor de landen waarop het radiokeurmerk op het
systeemclassicatielabel van toepassing is. Als het land waarin
u de draadloze component gaat gebruiken niet wordt vermeld,
moet u contact opnemen met de betreende instantie in uw
verblijfplaats om kennis te nemen van de vereisten. Het gebruik
van draadloze componenten is onderworpen aan strenge regels
en het gebruik ervan is mogelijk niet toegestaan.
De RF-veldsterkte van de draadloze component(en) die in uw
notebook zijn geïntegreerd valt ruim beneden alle internationale
limieten voor blootstelling aan RF-straling die op dit moment
bekend zijn. Aangezien de draadloze componenten (die mogelijk
in uw notebook zijn geïntegreerd) veel minder energie uitstralen
dan is toegestaan op grond van standaards en aanbevelingen op
het gebied van de veiligheid van radiostraling, gaat de fabrikant
ervan uit dat deze componenten veilig kunnen worden gebruikt.
Ongeacht het vermogensniveau dient u op te passen dat u de
componenten niet aanraakt tijdens normaal gebruik.
In bepaalde omstandigheden gelden beperkingen op het
gebruik van draadloze apparaten. Hier onder worden enkele veel
voorkomen beperkingen vermeld:
Draadloze RF-communicatie kan bepaalde apparatuur in
vliegtuigen beïnvloeden. Veiligheidsvoorschriften in de
luchtvaart vereisen op dit moment dat draadloze apparaten
worden uitgeschakeld tijdens het reizen in een vliegtuig.
Communicatieapparaten met 802.11ABGN- (ook bekend
als draadloze Ethernet of Wi) en Bluetooth-connectiviteit
zijn voorbeelden van apparaten die gebruik maken van
draadloze communicatie.
In omgevingen waar het risico op interferentie met andere
apparaten of diensten schadelijk is of als schadelijk wordt
beschouwd, kan het gebruik van draadloze apparaten aan
beperkingen onderworpen of verboden zijn. Luchthavens,
ziekenhuizen en ruimten waar met een hoog niveau van
zuurstof of ontvlambare gassen zijn enkele voorbeelden
van plaatsen waar het gebruik van draadloze apparaten
beperkt of verboden kan zijn. Wanneer u zich ergens
bevindt waar u niet zeker bent of het gebruik van
draadloze apparaten is toegestaan, moet u de betrokken
autoriteit om toestemming vragen voordat u het
draadloze apparaat inschakelt of gebruikt.
130
131
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
De beperkingen op het gebruik van draadloze apparaten
verschillen per land. Aangezien uw systeem is voorzien
van een draadloze component, dient u als u het systeem
meeneemt op reis naar een ander land voorafgaande aan
uw reis bij de betreende autoriteiten te informeren naar
eventuele beperkingen op het gebruik van een draadloos
apparaat in het land van bestemming.
Indien uw systeem is geleverd met een ingebouwd
geïntegreerde draadloze component, mag u de draadloze
component alleen gebruiken als alle afdekkingen en
afschermingen zijn aangebracht en het systeem volledig is
geassembleerd.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modicaties aan.
Modicaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem
contact op met de fabrikant voor reparaties.
Gebruik uitsluitend stuurprogramma’s die zijn
goedgekeurd voor het land waarin het apparaat zal
worden gebruikt. Raadpleeg de System Restoration Kit
van de fabrikant of neem contact op met de technische
ondersteuning van de fabrikant voor meer informatie.
Verenigde Staten
Veiligheidsvoorschriften en kennisgevingen voor de VS
en Canada
Raak de antenne niet aan en beweeg de antenne niet tijdens het
uitzenden en ontvangen.
Houd componenten waarin de zender zich bevindt tijdens het
uitzenden niet zodanig vast dat de antenne zich zeer dichtbij het
lichaam bevindt of in contact komt met delen van het lichaam,
met name het gezicht en de ogen.
Gebruik de zender niet en probeer geen gegevens te verzenden
wanneer de antenne niet is aangesloten. Anders zou de zender
beschadigd kunnen raken.
Gebruik in specieke omstandigheden:
Het gebruik van draadloze apparaten op locaties met een hoog
risico is onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door de
veiligheidsautoriteiten van de betreende locaties.
Voor het gebruik van draadloze apparaten in vliegtuigen gelden
de voorschriften van de Federal Aviation Administration (FAA).
Het gebruik van draadloze apparaten in ziekenhuizen is
onderworpen aan de beperkingen die zijn gesteld door het
betreende ziekenhuis.
132
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Waarschuwing voor gebruik in de nabijheid van
explosieve materialen
Gebruik heen draagbare zenders (zoals een draadloos
netwerkapparaat) in de nabijheid van niet afgeschermde
ontstekingsmechanismen of in een explosieve omgeving,
tenzij het apparaat is aangepast en goedgekeurd voor
dergelijk gebruik.
Gebruik in vliegtuigen
De voorschriften van de FCC en FAA verbieden het gebruik
van draadloze RF-apparaten tijdens het vliegen omdat de
signalen invloed zouden kunnen uitoefenen op essentiële
vlieginstrumenten.
Overige draadloze apparaten
Veiligheidsinformatie betreende andere apparaten in een
draadloos netwerk: Raadpleeg de documentatie die wordt
geleverd bij de draadloze Ethernet-adapters en andere apparaten
die binnen het draadloze netwerk worden gebruikt.
Het Part 15-zendapparaat werkt op een non-
interferentiebasis met andere apparaten die werken op deze
frequentie. Wijzigingen of modicaties aan het product die
niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Intel kunnen de
toestemming aan de gebruiker om het apparaat te gebruiken
laten vervallen.
Onbedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Voor het gebruik
gelden de volgende twee voorwaarden:(1) het apparaat mag geen
schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet
ontvangen interferentie tolereren, met inbegrip van interferentie die
de werking van het apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
limieten voor een digitaal apparaat van Class B ingevolge Part
15 van de FCC Rules. Deze limieten zijn ontworpen om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij
installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert
en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen.
Indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming
met de instructies kan de apparatuur schadelijke interferentie
veroorzaken die zich niet in alle installaties zal voordoen. Indien
de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt met radio-
en televisieontvangst, hetgeen kan worden vatgesteld door
de apparatuur uit en weer aan te zetten, wordt de gebruiker
aangeraden de interferentie te verhelpen door een of meer
van de volgende maatregelen te nemen:
De ontvangstantenne verdraaien of verplaatsen.
De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.
De apparatuur aansluiten op een stopcontact dat behoort
tot een andere groep dat het stopcontact waarop de
ontvanger is aangesloten.
Contact opnemen met de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus voor assistentie.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
132
133
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Zonodig dient de gebruiker de dealer of een ervaren radio- of
tv-technicus te raadplegen voor aanvullende suggesties. Het
volgende boekje bevat nuttige informatie: “Something About
Interference.”
Dit boekje is verkrijgbaar bij de regionale kantoren van de FCC.
Ons bedrijf is niet aansprakelijk voor interferentie met radio
of televisie die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde
aanpassingen aan deze apparatuur of de vervanging of aansluiting
van andere verbindingskabels en apparatuur dan welke door ons
bedrijf worden gespeciceerd. Het verhelpen van het probleem
zal in dat geval de verantwoordelijkheid van de gebruiker zijn.
Gebruik uitsluitend afgeschermde datakabels voor dit systeem.
Bedoelde uitzendingen, volgens FCC Part 15
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in
de Verenigde Staten als een ID-nummer van de FCC op het
systeemlabel wordt vermeld.
Dit apparaat kan alleen binnenshuis worden gebruikt omdat het
in het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door FCC
wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt omdat
het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op schadelijke
storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal
vermindert. Krachtige radars zijn als primaire gebruikers van de
5.25 tot 5.35 GHz band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen.
Deze radarstations kunnen storen op dit apparaat en/of het
beschadigen.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modicaties aan.
Modicaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
134
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Informatie voor de gezondheid en veiligheid
Blootstelling aan radiofrequente straling
Informatie SAR-certicering
Dit product bevat een radiozender en -ontvanger. Het is ontworpen
en geproduceerd om de blootstellingslimieten voor radiofrequente
energie die door de Amerikaanse overheidsinstantie FCC (Federal
Communications Commission) is ingesteld, niet te overschrijden. Deze
FCC-blootstellingslimieten zijn afgeleid van de aanbevelingen van
twee deskundige instanties: het NRCP (National Council on Radiation
Protection and Measurement) en het IEEE (Institute of Electrical
and Electronics Engineers). In beide gevallen zijn de aanbevelingen
ontwikkeld door wetenschappelijke en technische experts uit de
branche, de overheid en de academische wereld na uitvoerige
lezing van de wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de
biologische eecten van radiofrequente energie.
De blootstellingslimiet voor draadloze apparaten die is ingesteld
door de FCC, maakt gebruik van de meeteenheid SAR (Specic
Absorption Rate). De SAR is een meting van de absorptiesnelheid van
radiofrequente energie door het menselijk lichaam in eenheden van
watt per kilo (W/kg). De FCC vereist dat draadloze apparaten voldoen
aan een veiligheidslimiet van 1,6 watt per kilogram. In de FCC-
blootstellingslimiet is een aanzienlijke veiligheidsmarge opgenomen
voor aanvullende bescherming van personen en om eventuele
variaties in metingen op te vangen.
SAR-tests worden uitgevoerd met standaardposities die zijn
geaccepteerd door de FCC. Draadloze verzending wordt uitgevoerd
met het hoogst toegestane vermogensniveau bij alle geteste
frequentiebanden. De SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane
vermogensniveau, maar het werkelijke SAR-niveau van het apparaat
bij bediening is mogelijk ruim onder de maximumwaarde. Dit is
omdat het apparaat is ontworpen voor werking op verschillende
vermogensniveaus, zodat alleen het vermogen wordt verbruikt dat
vereist is om het netwerk te bereiken. Over het algemeen geldt dat
hoe dichter u zich bij de antenne van een draadloos basisstation
bevindt, hoe lager de vermogensuitvoer is.
Voordat een nieuw model beschikbaar wordt gemaakt voor algemene
verkoop, moet het worden getest en moet de FCC garanderen dat het
de blootstellingslimiet van de FCC niet overschrijdt. Voor elk model
worden tests uitgevoerd in posities en op locaties (bijvoorbeeld onder
aan het lichaam) zoals vereist door de FCC.
Dit model is getest voor gebruik op het lichaam en voldoet aan de
FCC-richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequente straling wanneer
het wordt gebruikt met een Samsung-accessoire dat is bestemd
voor dit product. Wanneer niet wordt voldaan aan de bovenstaande
beperkingen, kan dit een overtreding van de FCC-richtlijnen voor
blootstelling aan frequente straling veroorzaken.
SAR-gegevens op dit model en andere modellen vindt u online
op http://www.fcc.gov/oet/ea/fccid/. Op deze site wordt het FCC-
identicatienummer aan de buitenkant van het product gebruikt.
Soms kan het nodig zijn om de batterij te verwijderen om het
nummer te vinden. Zodra u het FCC-identicatienummer voor een
bepaald product hebt gevonden, volgt u de instructies op de website
om de minimale of maximale SAR-waarde van het product te vinden.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
134
135
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Canada
Onbedoelde uitzendingen, volgens ICES-003
Dit digitale apparaat blijft binnen de limieten van Class B voor
afgifte van radiosignalen vanuit een digitaal apparaat zoals
bepaald in de voorschriften voor radio-interferentie van Industry
Canada.
Bedoelde uitzendingen, volgens RSS 210
Dit apparaat voldoet aan de RSS 210-norm van Industry Canada.
Er moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan:
(1) dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken en (2) dit
apparaat moet alle ontvangen interferentie tolereren, inclusief de
interferentie die kan leiden tot ongewenste werking.
De term ‘IC, dat voor het certiceringsnummer van het
apparaat staat, geeft alleen aan dat het apparaat voldoet aan
de technische specicaties van Industry Canada. Om eventuele
radio-interferentie voor andere gebruikers te reduceren, moet er
een type antenne en gain worden gekozen waarbij de eectief
uitgestraald vermogen van de zendinrichting ten opzichte van
een isotrope straler (EIRP; Equivalent Isotropically Radiated Power)
niet meer is dan het vereiste vermogen voor een succesvolle
communicatie. Om interferentie met radiosignalen van
gelicentieerde zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat
bestemd om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van
het raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
(Indien voorzien van een band van 2.4 GHz of 5 GHz)
In uw notebooksysteem kunnen draadloze netwerkcomponenten
(RF-communicatieapparaten) met een laag vermogen aanwezig
(ingebouwd) zijn die werken binnen de 2.4GHz/5GHz band. Dit
gedeelte is alleen van toepassing als deze componenten aanwezig
zijn. Kijk op het systeemlabel om te controleren of draadloze
componenten aanwezig zijn.
Draadloze componenten die mogelijk in het systeem zijn
ingebouwd zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in Canada
als een ID-nummer van Industry Canada op het systeemlabel
wordt vermeld.
Bij gebruik van het draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11a is dit
product alleen geschikt voor gebruik binnenshuis omdat het in
het frequentiebereik tussen 5.15 en 5.25 GHz werkt. Door Industry
Canada wordt vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt
omdat het frequentiebereik van 5.15 tot 5.25 GHz de kans op
schadelijke storing op mobiele satellietsystemen op hetzelfde
kanaal vermindert.
Krachtige radar is als primaire gebruiker van de 5.25 tot 5.35 GHz
band en de 5.65 tot 5.85 GHz band toegewezen. Deze radarstations
kunnen storen op dit apparaat en/of het beschadigen.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
136
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
De maximale toegestane antenneversterking voor gebruik van
dit apparaat is 6 Db(i) om te voldoen aan de EIRP-limiet voor het
frequentiebereik tussen 5.25 tot 5.35 en tussen 5.725 tot 5.85 GHz
tijdens werken met een point-to-pointverbinding.
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder
de limieten voor blootstelling aan RF-straling die door Industry
Canada zijn gesteld.
Voor het gebruik van dit apparaat gelden de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie
veroorzaken, en (2) het apparaat moet ontvangen interferentie
tolereren, met inbegrip van interferentie die de werking van het
apparaat ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Om interferentie met radiosignalen van gelicentieerde
zendgemachtigden te vermijden, is dit apparaat bestemd
om binnenshuis te worden gebruikt, uit de buurt van het
raam, om een zo hoog mogelijke afscherming te realiseren.
Voor apparatuur (of zendantennes) die buitenshuis worden
geïnstalleerd is een vergunning vereist.
Draadloze componenten kunnen niet door de gebruiker
worden gerepareerd. Breng geen modicaties aan.
Modicaties aan een draadloze component maken de
toestemming tot het gebruik ervan ongeldig. Neem voor
reparaties contact op met de fabrikant.
Brazilië
Este produto esta homologado pela ANATEL, de acordo com
os procedimentos regulamentados pela Resolucao 242/2000, e
atende aos requisitos tecnicos aplicados.
Este equipamento opera em cater secundário, isto é, não
tem direito a proteção contra interferência prejudicial, mesmo
de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a
sistemas operando em caráter pririo.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
136
137
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Europese Unie
CE-merk van de Europese Unie en kennisgevingen met
betrekking tot naleving
Producten die bestemd zijn voor verkoop in de Europese Unie zijn
voorzien van een CE-merk (Conformité Européenne), dat aangeeft
dat de apparatuur voldoet aan de toepasselijke richtlijnen en
Europese standaards en amendementen die hieronder worden
vermeld. Daarnaast draagt deze apparatuur de aanduiding Class 2.
De volgende informatie is uitsluitend van toepassing op systemen
die zijn voorzien van het CE-merk
.
Europese richtlijnen
Deze IT-apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de
volgende Europese richtlijnen:
EMC-richtlijn 2004/108/EC
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC
R&TTE-richtlijn 1999/5/EC
Samsung Electronics (UK) Ltd, Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park
Saxony Way, Yateley, Hampshire
GU46 6GG United Kingdom
Informatie over Europese goedkeuring voor
zendapparatuur (voor producten die zijn uitgerust met
zendapparatuur die is goedgekeurd door de EU)
Dit product is een notebookcomputer; in dit notebooksysteem,
dat bestemd is voor gebruik thuis of op kantoor, kunnen draadloze
netwerkcomponenten (RF-communicatieapparaten) met een
laag vermogen aanwezig (ingebouwd) zijn die werken binnen
de 2.4GHz/5GHz band. Dit gedeelte is alleen van toepassing als
deze componenten aanwezig zijn. Kijk op het systeemlabel om te
controleren of draadloze componenten aanwezig zijn.
Eventuele draadloze componenten die zich in uw systeem
bevinden mogen alleen in de Europese Unie en aanverwante
gebieden worden gebruikt indien een CE-merk
met het
registratienummer van een aangemelde instantie en een
waarschuwingssymbool op het etiket zijn aangebracht.
Het afgegeven vermogen van de draadloze component(en) die
mogelijk in uw notebook zijn geïntegreerd, liggen ruim onder de
limieten voor blootstelling aan RF-straling die door de Europese
Commissie in de R&TTE-richtlijn zijn gesteld.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
Zie de beperkingen voor 802.11b en 802.11g die gelden in
specieke landen of regios binnen landen in het gedeelte
“Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte
hieronder.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
138
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Verklaringen betreende de naleving van de R&TT-richtlijn
van de EU
Česky
[Czech]
Samsung tímto prohlašuje, že tento Notebook
PC je ve shodě se základními požadavky a
dalšími příslušnými ustanoveními směrnice
1999/5/ES.
Dansk
[Danish]
Undertegnede Samsung erklærer herved,
at følgende udstyr Notebook PC overholder
de væsentlige krav og øvrige relevante krav i
direktiv 1999/5/EF.
Deutsch
[German]
Hiermit erklärt Samsung, dass sich das Gerät
Notebook PC in Übereinstimmung mit den
grundlegenden Anforderungen und den
übrigen einschlägigen Bestimmungen der
Richtlinie 1999/5/EG bendet.
Eesti
[Estonian]
Käesolevaga kinnitab Samsung seadme
Notebook PC vastavust direktiivi 1999/5/
EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist
tulenevatele teistele asjakohastele sätetele.
English
Hereby, Samsung, declares that this Notebook
PC is in compliance with the essential
requirements and other relevant provisions of
Directive 1999/5/EC.
Español
[Spanish]
Por medio de la presente Samsung declara
que el Notebook PC cumple con los requisitos
esenciales y cualesquiera otras disposiciones
aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE.
Ελληνική
[Greek]
ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Samsung ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ
Notebook PC ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ
ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ
ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5Κ.
Français
[French]
Par la présente Samsung déclare que l’appareil
Notebook PC est conforme aux exigences
essentielles et aux autres dispositions
pertinentes de la directive 1999/5/CE.
Italiano
[Italian]
Con la presente Samsung dichiara che questo
Notebook PC è conforme ai requisiti essenziali
ed alle altre disposizioni pertinenti stabilite
dalla direttiva 1999/5/CE.
Latviski
[Latvian]
Ar šo Samsung deklarē, ka Notebook PC atbilst
Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un
citiem ar to saistītajiem noteikumiem.
Lietuvių
[Lithuanian]
Šiuo Samsung deklaruoja, kad šis Notebook PC
atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/
EB Direktyvos nuostatas.
Nederlands
[Dutch]
Hierbij verklaart Samsung dat het toestel
Notebook PC in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
138
139
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Malti
[Maltese]
Hawnhekk, Samsung, jiddikjara li dan
Notebook PC jikkonforma mal-ħtijiet
essenzjali u ma provvedimenti oħrajn relevanti
li hemm d-Dirrettiva 1999/5/EC.
Magyar
[Hungarian]
Alulírott, Samsung nyilatkozom, hogy a
Notebook PC megfelel a vonatkozó alapvetõ
követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv
egyéb elõírásainak.
Polski
[Polish]
Niniejszym Samsung oświadcza, Ŝe Notebook
PC jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz
pozostałymi stosownymi postanowieniami
Dyrektywy 1999/5/EC.
Português
[Portuguese]
Samsung declara que este Notebook PC está
conforme com os requisitos essenciais e outras
disposições da Directiva 1999/5/CE.
Slovensko
[Slovenian]
Samsung izjavlja, da je ta Notebook PC v skladu
z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi
določili direktive 1999/5/ES.
Slovensky
[Slovak]
Samsung týmto vyhlasuje, že Notebook PC
spĺňa základné požiadavky a všetky príslušné
ustanovenia Smernice 1999/5/ES.
Suomi
[Finnish]
Samsung vakuuttaa täten että Notebook
PC tyyppinen laite on direktiivin 1999/5/
EY oleellisten vaatimusten ja sitä koskevien
direktiivin muiden ehtojen mukainen.
Svenska
[Swedish]
Härmed intygar Samsung att denna Notebook
PC står I överensstämmelse med de väsentliga
egenskapskrav och övriga relevanta
bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/
EG.
Íslenska
[Icelandic]
Hér með lýsir Samsung yr því að Notebook PC
er í samræmi við grunnkröfur og aðrar kröfur,
sem gerðar eru í tilskipun 1999/5/EC.
Norsk
[Norwegian]
Samsung erklærer herved at utstyret Notebook
PC er i samsvar med de grunnleggende krav og
øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
rkiye
[rkçe]
Bu belge ile, Samsung bu Notebook PCnin
1999/5/EC Yönetmeliğinin temel gerekliliklerine
ve ilgili hükümlerine uygun olduğunu beyan
eder.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
140
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Voor de EU-conformiteitsverklaring voor dit product (alleen in het
Engels) gaat u naar: http://www.samsung.com/uk/support/main/
supportMain.do
http://www.samsung.com/uk/support en kunt u naar het
modelnummer van het product zoeken.
Indien de conformiteitsverklaring voor het model waarin u bent
geïnteresseerd niet beschikbaar is op onze website, kunt u contact
opnemen met uw leverancier of het onderstaande adres.
doc.eu@samsung.com
Informatie over de fabrikant
Samsung Electronics Co., Ltd.
416, Maetan-3Dong, Yeongtong-Gu, Suwon-City, Gyeonggi-Do,
443-742, Korea
Samsung Electronics Suzhou Computer Co., Ltd.
No. 198, Fangzhou Road, Suzhou Industrial Park, Jiangsu Province,
215021, China
Tel.: +86-512-6253-8988
Samsung Electronics Vietnam Co., Ltd.
Yen Phong 1, I.P Yen Trung Commune, Yen Phong Dist., Bac Ninh
Province, Vietnam
Zie de garantie of neem contact op met de verkoper van het
product voor het internetadres of telefoonnummer van het
Samsung Service Centre.
Beperkingen binnen de Europese Economische Ruimte
Plaatselijke beperkingen op het gebruik van 802.11b/802.11g
zendapparatuur
[Opmerking aan de integrator: De volgende verklaringen
met betrekking tot plaatselijke beperkingen moeten worden
gepubliceerd in alle documentatie voor eindgebruikers die bij het
systeem of product wordt geleverd waarin het draadloze product
is opgenomen.]
In verband met het feit dat de frequenties die worden
gebruikt door draadloze netwerkapparatuur volgens de
standaard 802.11b/802.11g mogelijk nog niet voor alle landen
is geharmoniseerd, worden producten die werken volgens
de standaard 802.11b/802.11g ontworpen voor gebruik in
specieke landen of regios en mogen deze niet worden
gebruikt in landen of regio’s buiten de landen/regios
waarvoor de producten bestemd zijn.
Als gebruiker van deze producten bent u ervoor
verantwoordelijk erop toe te zien dat de producten
uitsluitend worden gebruikt in de landen of regios waarvoor
ze bestemd zijn en te controleren dat ze zijn gecongureerd
met de juiste frequenties en kanalen voor het land en
de regio waarin ze worden gebruikt. Afwijkingen van de
toegestane instellingen en beperkingen in het land of de
regio van gebruik kunnen een overtreding vormen van de
plaatselijke wetten en als zodanig worden bestraft.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
140
141
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
De Europese variant is bestemd voor gebruik binnen de volledige
Europese Economische Ruimte. De toetstemming voor het
gebruik in bepaalde landen of regios binnen landen is echter als
volgt verder beperkt:
Algemeen
Europese standaards schrijven een maximaal zendvermogen voor
van 100 mW eectief isotropisch uitgestraald vermogen, en een
frequentiebereik tussen 2400 en 2483,5 MHz.
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
België
Dans le cas dune utilisation privée, à l’extérieur d’un bâtiment, au-
dessus d’un espace public, aucun enregistrement nest nécessaire
pour une distance de moins de 300m. Pour une distance
supérieure à 300m un enregistrement auprès de l’IBPT est requise.
Pour une utilisation publique à l’extérieur de bâtiments, une
licence de l’IBPT est requise. Pour les enregistrements et licences,
veuillez contacter l’IBPT.
Pour les autres langues, reportez-vous aux modes d’emploi
correspondants.
Frankrijk
De lage bandbreedte van 5.15 - 5.35 GHz is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis.
RTC CAUTION
CAUTION : Danger of explosion if battery is incorrectly replaced.
Replace only with the same or equivalent type recommended
by the manufacturer. Discard used batteries according to the
Manufacturers instruction.
LET OP: ontplongsgevaar als de batterij onjuist wordt geplaatst.
Vervang de batterij alleen door hetzelfde of een vergelijkbaar type
dat wordt aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen
weg volgens de instructies van de fabrikant.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
142
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
RF-blootstelling
Algemene verklaring betreende RF-energie
Uw Notebook-pc is uitgerust met een zender en ontvanger.
Wanneer de zendontvanger is INGESCHAKELD, wordt er RF-
energie ontvangen en uitgezonden. Als u met uw Notebook-pc
communiceert, bestuurt het systeem dat de verbinding regelt het
energieniveau waarmee uw Notebook-pc uitzendt.
(!) Gebruik op het lichaam
Belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot blootstelling
aan radiofrequente straling (RF)
Om te garanderen dat aan de richtlijnen voor RF-straling wordt
voldaan moet de antenne van de Notebook-pc zich minimaal 20,0
cm van het lichaam bevinden. De zendantenne van de Notebook-
pc bevindt zich boven in het LCD-scherm
Als niet aan deze instructies wordt voldaan, kan dit tot gevolg
hebben dat uw RF-blootstelling de betreende limieten van de
richtlijn overschrijdt.
Het beperken van blootstelling aan radiofrequente velden (RF)
Voor personen die zijn geïnteresseerd in het
beperken van blootstelling aan RF-velden, heeft de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) het volgende advies:
Voorzorgsmaatregelen: Uit de huidige wetenschappelijke
gegevens blijkt niet dat speciale voorzorgsmaatregelen
noodzakelijk zijn. Wanneer personen zich zorgen maken,
kunnen zij ervoor kiezen om hun eigen blootstelling aan RF-
straling of die van hun kinderen te beperken door de lengte van
de verbindingen te beperken of door 'handsfree' apparaten te
gebruiken om de Notebook-pc uit de buurt van het hoofd en het
lichaam te houden.
Ga voor meer informatie over dit onderwerp naar de WHO-
startpagina op http://www.who.int/pehemf
WHO-informatieblad 193: Juni 2000.
Verklaringen betreende de naleving van voorschriften
142
143
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Informatie Over Het WEEE-Merk
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het
informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische
accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander
huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke
gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen,
moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een
verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van
materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de
winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier
en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen.
Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander
bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit
dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet
samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid.
De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het
kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de
referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte
accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoen
schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering
van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte
accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor
recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s
en batterijen in uw omgeving.
144
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
De systeemspecicaties kunnen per modelvariant verschillen.
Raadpleeg de productcatalogus voor gedetailleerde
systeemspecicaties.
Processor (optioneel) AMD A4 / A6 APU
Werkgeheugen DDR3L SODIMM
Opslagapparaat
(optioneel)
S-ATA2 HDD / S-ATA3 HDD
Grasche kaart
(optioneel)
AMD Radeon HD8330 Graphics
(Internal Graphics)
AMD Radeon HD8400 Graphics
(Internal Graphics)
AMD Radeon HD8600M Graphics
(External Graphics)
Gebruiksomgeving
Temperatuur:
-5~40°C voor opslag, 10~3C in bedrijf
Luchtvochtigheid:
5~90% voor opslag, 20~80% in bedrijf
Classicatie
wisselstroom/
gelijkstroom
(optioneel)
Invoer) 100-240VAC, 50~60Hz,
Uitvoer) 19VDC 3.16A, 19VDC 4.74A
Classicatie pc
(optioneel)
19VDC 3.16A(60W), 19VDC 4.74A(90W)
Optionele componenten worden mogelijk niet
meegeleverd, of mogelijk worden andere componenten
geleverd, afhankelijk van het computermodel.
De systeemspecicaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Alleen DDR3L wordt ondersteund.
De capaciteit van de vaste schijf van een computer waarop
de Recovery is geïnstalleerd wordt als lager vermeld dan is
aangegeven in de productspecicatie.
De geheugencapaciteit die Windows kan gebruiken,
kan lager zijn dan de daadwerkelijk beschikbare
geheugencapaciteit.
Als het interne geheugen of de HDD van de computer
moet worden vervangen of als er een upgrade moet
worden uitgevoerd, kunt u contact met ons opnemen voor
hulp.
Productspecicaties
144
145
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Productspecicaties
Gedeponeerde handelsmerken
Samsung is een gedeponeerd handelsmerk van Samsung Co., Ltd.
Microsoft, MS-DOS en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
The terms HDMI and HDMI High-Denition Multimedia Interface,
and the HDMI Logo are trademarks or registered trademarks of
HDMI Licensing LLC in the United States and other countries.
Alle andere product- of bedrijfsnamen die hierin worden
genoemd zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaren.
ENERGY STAR®-partner
Als ENERGY STAR®-partner heeft SAMSUNG bepaald dat
dit product voldoet aan de ENERGY STA-richtlijnen
voor eciënt energieverbruik.
HDMI
146
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Woordenlijst
In de woordenlijst wordt de terminologie verklaard die in deze gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
Apparaatbeheer
Hulpprogramma voor het beheren van computerapparatuur. Met
Apparaatbeheer kunt u hardware toevoegen en verwijderen en
stuurprogrammas bijwerken.
Back-up
Methode voor het opslaan van actuele gegevens zodat deze later
zonodig kunnen worden teruggehaald. Met behulp van een back-
up kunnen computergegevens worden hersteld in geval van
beschadiging van de gegevens of de computer.
Client
Een computer die gebruik maakt van gedeelde netwerkbronnen
die toegankelijk worden gemaakt door een server.
DDR SDRAM (Double Data Rate Synchronous Dynamic Random
Access Memory)
DRAM is een geheugentype waarvan de cellen bestaan uit een
condensator en transistor en dat tegen lage kosten kan worden
gefabriceerd. SDRAM is een geheugentype waarvan de prestaties
zijn verbeterd door de interne klok ervan te synchroniseren met de
externe processorklok. DDR SDRAM is een geheugentype waarvan
de prestaties zijn verbeterd door de bedrijfssnelheid van SDRAM
te verdubbelen en dan momenteel alom wordt gebruikt. Deze
computer gebruikt DDR SDRAM.
Delen
Het toegankelijk maken van een systeembron, zoals een map of
printer, zodat andere gebruikers er ook toegang toe hebben.
DHCP (Dynamic Host Conguration Protocol)
Dit verwijst naar het automatisch toewijzen van IP-adressen aan
gebruikers op het netwerk door netwerkbeheerders.
Direct X
Een toepassingsinterface die het voor Windows-toepassingen
mogelijk moet maken toegang te verkrijgen tot hardwareapparaten
op zeer hoge snelheid. Om spellen met beeld en geluid van
hoge kwaliteit te kunnen realiseren moeten grasche kaarten,
geluidskaarten en het geheugen op zeer grote snelheid
werken. DirectX maakt snellere communicatie mogelijk tussen
toepassingen en hardwareapparaten. Door toepassing van DirectX
zijn de multimediaprestaties van Windows enorm verbeterd.
D-sub (D-subminiature)
Dit is een kabel voor verbinding met een algemene CRT-monitor
en de computer. Via deze kabel worden analoge videosignalen
uitgevoerd.
146
147
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Dvd (Digital Versatile Disk)
Dvd werd ontwikkeld ter vervanging van de compact disc (cd).
Hoewel de disc even groot is en dezelfde vorm heeft als een cd, is
de capaciteit van een dvd tenminste 4,7 GB, terwijl de capaciteit
van een cd 600 MB is. Dvd-video is digitaal, in tegenstelling tot VHS
(analoog), en ondersteunt MPEG2-compressie en digitaal geluid.
Voor het afspelen van een dvd is een dvd-station vereist.
Firewall
Beveiligingssysteem dat wordt gebruikt voor het beschermen van
een intern netwerk of intranet tegen aanvallen van buitenaf door
middel van een vericatieprocedure.
Gedeelde map
Een map die kan worden gebruikt door andere gebruikers binnen
het netwerk.
HDMI
Dit is een digitale video/audio-interfacespecicatie waarmee video-
en audiosignalen via één kabel worden verzonden.
IEEE802.XX
Dit is een set specicaties die is ontwikkeld door het 802-
commité van de IEEE voor de LAN-verbindingsmethode met de
naam XX.
LAN (Local Area Network)
Een communicatienetwerk dat de verbinding vormt tussen
computers, printers en andere apparaten binnen een lokaal gebied,
bijvoorbeeld binnen een gebouw. Het LAN stelt alle aangesloten
apparaten in staat te communiceren met andere apparaten
binnen het netwerk. In een hedendaags LAN wordt de Ethernet-
technologie gebruikt die is ontwikkeld aan het begin van de jaren
tachtig. Voor aansluiting op een Ethernet is een netwerkkaart, ook
wel LAN-kaart, Ethernet-kaart of netwerkinterfacekaart genoemd,
noodzakelijk. Voor uitwisseling van gegevens tussen computers
is naast de hardwareapparatuur een protocol vereist. In Windows
wordt TCP/IP gebruikt als het standaardprotocol.
LCD (Liquid Crystal Display)
Er zijn LCD-typen met een passieve matrix en een actieve matrix.
Deze computer gebruikt een LCD met een actieve matrix,
aangeduid als een TFT LCD. Aangezien een LCD wordt gevormd
door transistors in plaats van een beeldbuis, kan het scherm heel
plat worden gemaakt. En omdat het scherm niet knippert, heeft de
gebruiker minder snel last van vermoeide ogen.
Netwerk
Een groep computers en apparaten, zoals printers en scanners,
verbonden door een communicatielijn. Een netwerk kan groot
en klein zijn, en kan permanent zijn verbonden door middel
van kabels, of tijdelijk door middel van een telefoonlijn of een
draadloze verbinding. Het grootste netwerk is het internet, een
wereldwijd netwerk.
Woordenlijst
148
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Netwerkbeheerder
Gebruiker die het netwerk plant, congureert en beheert. De
netwerkbeheerder wordt soms ook wel de systeembeheerder
genoemd.
Oplaadbare USB
Dit programma levert stroom aan een specieke USB-poort
wanneer dit systeem zich in de energiebesparingsstand of
slaapstand bevindt of uitstaat.
Partitie
Dit verwijst naar het opdelen van de opslagruimte van een vaste
schijf in verschillende gebieden, partities genaamd. Als een vaste
schijf van 100 GB wordt gepartitioneerd in twee partities van
50 GB, kan de vaste schijf worden gebruikt alsof er twee vaste
schijven aanwezig zijn.
Pictogram
Een kleine afbeelding die een bestand of ander object
vertegenwoordigt dat de gebruiker kan gebruiken.
Protocol
Een protocol is een set regels die door computers worden
gebruikt om met elkaar over een netwerk te communiceren.
Een protocol is een conventie of standaard die de communicatie
en gegevensoverdracht tussen twee computereindpunten
beheert of mogelijk maakt. Het denieert de procedures
voor gegevensoverdracht en het overdrachtsmedium voor
eectievere netwerkfuncties.
SDHC-kaart (Secure Digital High Capacity)
Dit is een uitbreiding van de SD-kaart met ondersteuning voor
meer dan 2 GB.
SDXC (Secure Digital eXtended Capacity)
SDXC biedt hogere capaciteit en snelheid dan de SDHC-
specicatie. Dit is een nieuwe SD-kaartspecicatie die in theorie
een geheugencapaciteit van maximaal 2 TB kan implementeren.
Voor de implementatie van hogere capaciteit past u de exFAT-
specicaties toe.
Server
Een server is in het algemeen een computer die gedeelde bronnen
toegankelijk maakt voor netwerkgebruikers.
Woordenlijst
148
149
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Slaapstand
Energiemodus waarin energie wordt bespaard wanneer de
computer niet wordt gebruikt. Wanneer de computer in de
slaapstand wordt gezet, worden de gegevens in het geheugen
van de computer niet opgeslagen op de vaste schijf. Als de
stroomtoevoer wordt uitgeschakeld, gaan de gegevens in het
geheugen verloren.
Sluimerstand
Energiemodus waarbij alle gegevens in het geheugen op de
vaste schijf worden opgeslagen en de processor en vaste schijf
worden uitgeschakeld. Op het moment dat de sluimerstand
wordt beëindigd, worden alle toepassingen die waren geopend
teruggebracht in hun laatste toestand.
Snel starten
Een werkbalk die zodanig kan worden gecongureerd dat u
met één muisklik een programma als Internet Explorer kunt
starten of het bureaublad van Windows kunt vrijmaken. U kunt
zelf pictogrammen toevoegen aan de werkbalk Snel starten en
programmas die u veel gebruikt starten door op dat pictogram te
klikken.
Stuurprogramma
Software die zorgt voor de communicatie tussen de hardware
en het besturingssysteem. het besturingssysteem kent de
hardwaregegevens en bestuurt de hardware. Het stuurprogramma
wordt in het algemeen bij de corresponderende hardware.
Systeembestand
Een bestand dat wordt gelezen en gebruikt door het Windows-
besturingssysteem. Systeembestanden mogen in het algemeen
niet worden verwijderd of verplaatst.
Systeemvak
Het gebied aan de rechterkant van de taakbalk, met onder andere
pictogrammen voor volumeregeling en energiebeheer en een
klokje.
TCP/IPv4
Dit is een adressysteem van 4 bytes (32 bits) waarbij elke byte (8
bits) wordt gescheiden door een punt en elke byte staat voor een
decimaal nummer.
USB (Universal Serial Bus)
Standaard voor een seriële interface, ontworpen ter vervanging
van traditionele interfacestandaards als RS232 en PS/2.
De specicaties voor gegevensoverdracht vormen een
onderdeel van de interfacestandaarden voor het aansluiten van
randapparaten op een computer. Deze specicaties zijn USB 1.0, 1.1,
2.0 en 3.0.
Het wordt aanbevolen randapparaten te kunnen ondersteunen
die hoge gegevenssnelheden vereisen, zoals een AV-apparaat,
secundaire HDD of CD-RW. Hoe hoger de versie (bijvoorbeeld USB
3.0), hoe hoger de beschikbare gegevenssnelheid.
Woordenlijst
150
Hoofdstuk 6.
Aanhangsel
Windows Media Player
Multimediaprogramma dat deel uitmaakt van Windows. Met
dit programma kunt u mediabestanden afspelen, een audio-
cd maken, luisteren naar een radio-uitzending, mediabestanden
opzoeken en beheren, bestanden kopiëren naar een draagbaar
apparaat, enzovoort.
Woordenlijst
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151

Samsung DP515A2GI-EXP Handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren