Miller DELTAWELD 302 de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
OM-223/dut 166 538BC
2012−09
Processen
Beschrijving
Lasstroombron
Deltaweld Series
CE en niet CE modellen
302, 452, 652 (60 Hz) 402, 602, 852 (50 Hz)
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
MIG/MAG lassen
Gutsen
(modellen 602 en 852)
Onder Poederdek lassen
(modellen 602 en 852)
Lassen met gevulde
draad
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak − u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels 7..................................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 − INLEIDING 10................................................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 10.................
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-3. Technische gegevens 10.................................................................
3-4. Inschakelduur en oververhitting 11........................................................
3-5. Stroom-spannings grafieklijnen 12.........................................................
3-6. Keuze van de locatie 13.................................................................
3-7. Afmetingen en Gewicht 14...............................................................
3-8. Omvallen 14...........................................................................
3-9. 115 Volt AC duplex contrastekker en aanvullende beschermers 15..............................
3-10. Aansluitklemmen van de lasuitgangsspanning 15............................................
3-11. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen 16.....................
3-12. De lasstroomkabels aansluiten 17.........................................................
3-13. Aansluiting op de 14-pin contrastekker RC8 17..............................................
3-14. Informatie over de 14-pin contrastekker RC8 18.............................................
3-15. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 19...............................................
3-16. Het plaatsen van de brugjes 20...........................................................
3-17. Driefasen ingangsvermogen aansluiten 21..................................................
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING 23...............................................................
4-1. Bediening (niet CE-modellen) 23..........................................................
4-2. Bediening (CE-modellen) 23..............................................................
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 24..................................
5-1. Routine-onderhoud 24...................................................................
5-2. Smeltveiligheid F1 24....................................................................
5-3. Kortsluitbeveiliging 24...................................................................
5-4. Storingen 25...........................................................................
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA 26.....................................................
HOOFDSTUK 7 − ONDERDELENLIJST 28.......................................................
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product Stock Number
Deltaweld 402 907357
Deltaweld 602 907358
Deltaweld 852 907359
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Standards:
IEC 609741:2005 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 6097410:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
EN 50445:2008 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding,
arc welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic
fields (0 Hz – 300Hz)
Signatory:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
September 26, 2012
241429E
OM-223 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELENLEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_2011−10
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
Draag de kabels niet op uw lichaam.
Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
OM-223 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
−kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-223 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoen-
de aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-223 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-223 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de
toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit
voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om
zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring
tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-223 Pagina 6
OM-277 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 2012−05
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe2 2012−05
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe3 2012−05
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 2012−05
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 2012−05
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren.
Safe8 2012−05
Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren.
Safe10 2012−05
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 2012−05
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat
er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 2012−05
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 2012−05
OM-277 Pagina 8
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 2012−05
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe30 2012−05
?
V
?
A
Op het typeplaatje staat vermeld welke elektrische aansluitspanning en welk vermogen het apparaat nodig heeft.
Safe34 2012−05
Lees de handleiding en de labels aan de binnenkant voor aansluitpunten en aansluitprocedure.
Safe67 2012−06
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 2012−05
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met
de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 2012−05
Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen,
voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen.
Safe40 2012−05
?
V
3
Safe68 2012−06
Zorg dat de jumpers juist geplaatst zijn (zie het label binnenin) voor
de ter plaatse aanwezige elektrische voedingsspanning. De lengte
van de aarddraad moet iets groter zijn, en sluit deze eerst aan.
Sluit de fasedraad en nuldraad of de fasedraden aan zoals
aangegeven op het label binnenin. Controleer nogmaals alle
aansluitingen, de plaats van de jumpers en de ingangsspanning,
alvorens u de spanning inschakelt.
Safe69 2012−06
Sluit de klep voordat u het apparaat inschakelt.
OM-277 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
A
Ampére
Stroom/Spanning
Bedieningspanee
MIG/MAG lassen Temperatuur
Uitgang
Automatische
zekering
Afstandsbediening Aan
Positieve
lasuitgang met
hoge inductantie
(self)
Positieve
lasuitgang met
lage inductantie
(self)
Negatieve lasuit-
gang
Ingang
V
Volt Uit Draadaanvoerunit Aarding
U
0
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
U
1
Primaire spanning
U
2
Uitgangsspanning
belast
Netaansluiting
I
1
Primaire
stroomsterkte
I
2
Nominale
lasstroom
X
Inschakelduur
driefasen
transformator-
gelijkrichter
IP
Beschermingsgraad Wisselstroom
S
1
kVA Gelijkstroom
Percent
OM-223 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 − INLEIDING
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagne-
tische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
! Deze apparatuur voldoet niet aan de IEC 61000−3−12 norm. Als hij wordt aangesloten op het openbare utiliteitssysteem met laag
voltage, dan is het de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de apparatuur om er, eventueel in overleg met
de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur mag worden aangesloten.
ce-emc 2 2010-10
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voor of achterzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning
en het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde
van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-3. Technische gegevens
Modellen
Nominaal uit
-
gangsvermo
-
gen
Span-
ningsbe-
reik
Max.
span-
ning
open cir
-
cuit
IP
graad
Ingaande stroom bij nominale uitgangs- belasting,
50/60Hz, driefasen
200 V 230 V 380 V 400 V 440 V 460 V 575 V KVA KW
300 Amp
300 A @ 32
(29) VDC,
100%
inschakelduur
10 − 32 42 21**
48
3,7*
42
3,2*
27
1,8*
25
1,7*
23
1,6*
21
1,6*
17
1,3*
16,9
1,26*
12,9
0,21*
450 Amp
450 A @ 38
(36,5) VDC,
100%
inschakelduur
10 − 38 48 21**
72
3,2*
63
2,7*
39
2,6*
37
2,2*
33
2,1*
32
1,4*
25
1,1*
25,1
1,09*
21,1
0,26*
650 Amp
650 A @ 44
VDC, 100%
inschakelduur
10 − 44 54 21** --
96
3,2*
58
3,3*
54
3,0*
50
2,8*
48
1,6*
38
1,3*
38,2
1,26*
34,2
0,35*
*In stationaire toestand
**Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik binnen, en niet voor opslag of gebruik buiten.
( ) Waarde voor CE modellen
OM-223 Pagina 11
Ononderbroken lassen
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen op nominale belasting
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt,
gaat (gaan) de thermostaat (ther-
mostaten) open, is er geen uit-
gangsspanning meer en gaat de
koelventilator draaien. Wacht vijf-
tien minuten om het apparaat te
laten afkoelen. Verlaag de stroom-
sterkte of de inschakelduur voor u
gaat lassen.
OPGELET − Door overschrijding
van de inschakelduur kan het appa-
raat beschadigd worden en daar-
mee komt de garantie te vervallen.
Minuten
OF
Verlaag de inschakelduur
Oververhitting
3-4. Inschakelduur en oververhitting
0
15
V
duty1 4/95 / SA-168 918
STROOM
% INSCHAKELDUUR
100% Inschakelduur
OM-223 Pagina 12
De stroom−spannings grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaa
l
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van het apparaat. De
grafieklijnen van de andere instel-
lingen vallen tussen de aangege-
ven krommen.
3-5. Stroom-spannings grafieklijnen
B. 450 Amp Modellen C. 650 Amp Modellen
A. 300 Amp Modellen
va_curve1 − 4/95 − ST-171 224 / ST-171 225 / ST-171 226
OM-223 Pagina 13
3-6. Keuze van de locatie
1 Hefgrepen
2 Hefvorken
Gebruik hefvorken of het liftoog om
het apparaat te verplaatsen.
Indien hefvorken gebruikt worden,
gebruik hefvorken om het apparaat te
verplaatsen.
3 Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van
een stroombron die de juiste voeding
biedt.
! Mogelijk is een speciale instal-
latie nodig, wanneer er benzi-
ne of vluchtige vloeistoffen
aanwezig zijn − zie NEC artikel
511 of CEC sectie 20
OF
1
2
Ref. ST-800 453-A
Verplaatsing
Plaats
5
460 mm
460 mm
OM-223 Pagina 14
3-7. Afmetingen en Gewicht
Afmetengen
300 Amp Modellen 450 Amp Modellen 650 Amp Modellen
A 762 mm met inbegrip van hefgreep 762 mm met inbegrip van hefgreep 762 mm met inbegrip van hefgreep
B 585 mm 585 mm 585 mm
C 775 mm met inbegrip van spanningsontlasting
966 mm met inbegrip van spannings-
ontlasting
966 mm met inbegrip van spannings-
ontlasting
D 699 mm 889 mm 889 mm
E 19 mm 32 mm 32 mm
F 537 mm 537 mm 537 mm
G 29 mm 29 mm 29 mm
H 11 mm Dia 11 mm Dia 11 mm Dia
Gewicht
147 kg 174 kg 214 kg
800 453-A / 801 530
D
E
F
G
H
A
B
C
Front
4 gaten
3-8. Omvallen
! Wees voorzichtig indien de
machine zich bevindt op een
oneffen vloer.
OM-223 Pagina 15
3-9. 115 Volt AC duplex contrastekker en aanvullende beschermers
! Zet de machine af vooraleer
op de 115V stekker aan te
sluiten.
1 115V 15A AC contrastekker
RC9
Het vermogen is verdeeld tussen
RC9 en 14-pin contrastekker RC8
(zie Sectie 3-13).
2 Aanvullende beschermer CB1
3 Aanvullende beschermerCB2
CB1 beveiligt het 115VAC deel van
RC8 en RC9 tegen overbelasting.
CB2 beveiligt het 24VAC deel van
RC8 tegen overbelasting.
Druk op de knop om de beschermer
weer op de beginstand te zetten.
Ref. ST-800 166-D
1
3
2
3
-10. Aansluitklemmen van de lasuitgangsspanning
! Zet de machine af vooraleer
op de 115V stekker aan te
sluiten.
1 Positieve lasuitgang met hoge
inductantie (self)
2 Positieve lasuitgang met lage
inductantie (self)
3 Negatieve lasuitgang
Kies de kabels zoals aangegeven
bij hoofdstuk 3-11.
! Gebruik geen versleten, be-
schadigde, te korte of slecht
verbonden kabels.
Sluit de laskabels aan zoals aange-
geven bij hoofdstuk 3-11.
Ref. 800 166-D
1
3
2
OM-223 Pagina 16
3-11. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen*
OPGELET − De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de stroom-
bron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60m−kolom voor
het bepalen van de kabelafmetingen.
Maximale lengte van de kabel** (koper) in de lasstroomkring***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Aansluitklemmen
van lasuitgangs-
spanning
! Het apparaat uit-
schakelen vooraleer
de laskabels aan te
sluiten.
! Geen versleten, be-
schadigde, onderge-
dimensionneerde of
slecht gemonteerde
kabels gebruiken.
Lasst-
room
60% in-
schakel
duur
AWG
(mm
2
)
60 − 100%
in-
schakeld-
uur
AWG
(mm
2
)
10 − 100% inschakelduur
AWG (mm
2
)
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2x2/0
(2x70)
2x2/0
(2x70)
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x3/0
(2x95)
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
2x4/0
(2x120)
500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
3x3/0
(3x95)
3x3/0
(3x95)
600 3/0 (95) 4/0 (120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
3x3/0
(3x95)
3x4/0
(3x120)
3x4/0
(3x120)
700 4/0 (120) 2x2/0 (2x70)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
3x3/0
(3x95)
3x4/0
(3x120)
3x4/0
(3x120)
4x4/0
(4x120)
*Deze tabel is een algemene richtlijn en is in sommige gevallen niet aangepast. Als een kabel oververhit geraakt (normaal kan u dat ruiken),
gebruik dan een kabel met grotere sektie.
**Het laskabelformaat (mm
2
) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 mils/A.
***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op telefoonnr.
920−735−4505.
Ref. S-0007-J 2011−07
OM-223 Pagina 17
3-12. De lasstroomkabels aansluiten
! Schakel de voeding uit voor u de
aansluiting naar de aansluitklem-
men voor de laskabel maakt.
! Als u de laskabels niet goed aans-
luit, kan dat uitzonderlijk sterke ver-
hitting en brand veroorzaken of uw
machine beschadigen.
Niets tussen de aansluitklem van de
laskabel en de koperen staaf plaatsen.
Zorg dat de oppervlakken van de
laskabelklem en de koperen staaf
schoon zijn.
1 Juiste installatie
2 Onjuiste installatie
3 Aansluitklemmen van de
lasuitgangsspanning
4 Meegeleverde moer voor de
aansluitklem voor de laskabel
5 Laskabelklem
6 Koperen staaf
Verwijder de meegeleverde moer van de
aansluitklem voor de laskabel. Schuif de
klem van de laskabel op de aansluitklem en
zet hem zodanig met de moer vast dat de
laskabelklem strak tegen de koperen staaf
zit.
Benodigde gereedschappen:
19 mm
803 778-B
4
2
3
1
5
6
connecting weld output cables_dut 3−2010
3-13. Aansluiting op de 14-pin contrastekker RC8
! Zet de machine af vooraleer
op de 115V stekker aan te
sluiten.
1 14-pin contrastekker RC8
De draadafrolkast aansluiten op
RC8.
Ref. ST-800 166-D / Ref. S-0004-A
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
1
OM-223 Pagina 18
3-14. Informatie over de 14-pin contrastekker RC8
Pin Pininformatie
24 V AC
Uitgangsspanning
Contactschakelaar
A 24 volt AC. Beschermd door aanvullende beschermer CB2.
B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V/AC contactorstuurcircuit en
zorgt dat er uitgangsspanning mogelijk is.
Van op afstand
UITGANGS- REGELING
C + 10 Volt DC naar afstandsbediening.
D Gemeenschappelijke afstandsbedieningscircuit.
E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van afstandsbediening.
A/V
STROOMSTERKTE (AMPERAGE)
SPANNING (VOLTAGE)
F Stroomterugkoppeling; +1 volt per 100 ampère.
H Spanningsterugkoppeling; +1 volt per 10 boogspanning.
115 V AC
Uitgangsspannin
g
Contactschakelaar
I 115 V, 15 A, 60 Hz ac. Beschermd door aanvullende beschermer CB1.
J Het sluiten van het contact naar I maakt het 115 V/AC contactorstuurcircuit en
zorgt dat er uitgangsspanning mogelijk is.
GND
K
G
Gemeenschappelijke chassis
Gemeenschappelijke voor 24V en 115V AC circuits.
AFSTANDSBEDIENING ON/OFF
*
Naar aan/uit−schakelaar van afstandsbediening.
VOLTAGEMETING VAN OP AFSTAND
* Voltage op de negatieve (−) lasuitgang.
* Voltage op de positieve (+) lasuitgang.
* Niet gebruikt
OM-223 Pagina 19
3-15. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
60 Hz modellen
300 Amp Modellen 450 Amp Modellen 650 Amp Modellen
Ingaande spanning (V)
200 230 460 575 200 230 460 575 230 460 575
Ingaande stroomsterkte bij de nominale
uitgangsspanning (A)
48 42 21 17 72 63 32 25 96 48 38
Max. aanbevolen standaard zekering of
grenswaarde van onderbreker in
ampères
1
Traag
2
60 50 25 20 90 70 40 30 110 60 45
Normaal
3
70 60 30 25 110 90 45 40 150 70 60
Min. formaat invoerconductor in mm
2
,
4
10 10 6 4 25 16 10 6 27,3 10 10
Max. aanbevolen lengte invoerconduc-
tor in meters
34 45 120 114 50 43 112 115 51 270 109
Min. formaat aardingsconductor in
mm
2
,
4
10 6 6 4 16 10 6 6 16 10 6
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2011 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een zekeringautomaat wordt gebruikt in plaats van een smeltveiligheid, kies dan een automaat die qua snelheid en stroom overeen komt met
de aanbevolen zekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel) tus-
sen de paneelkaart en de apparatuur conform NEC−tabel 310.15(B)(16). Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de minimum
afmetingen van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NEC−tabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
50 Hz modellen 300 Amp Modellen 450 Amp Modellen 650 Amp Modellen
Ingaande spanning (V) 380 400 440 380 400 440 380 400 440
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangs-
spanning (A)
27 25 23 39 37 33 58 54 50
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde
van onderbreker in ampères
1
Traag
2
30 30 25 45 45 40 70 60 60
Normaal
3
40 35 35 60 50 50 90 80 80
Min. formaat invoerconductor in mm
2
,
4
6 6 6 10 10 10 16 16 16
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in
meters
82 90 109 76 84 102 74 82 99
Min. formaat aardingsconductor in mm
2
,
4
6 6 6 6 6 6 10 10 10
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2011 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een zekeringautomaat wordt gebruikt in plaats van een smeltveiligheid, kies dan een automaat die qua snelheid en stroom overeen komt met
de aanbevolen zekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel) tus-
sen de paneelkaart en de apparatuur conform NEC−tabel 310.15(B)(16). Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de minimum
afmetingen van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NEC−tabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
OM-223 Pagina 20
3-16. Het plaatsen van de brugjes
Ref. ST-800 103-A
! De voeding afschakelen en
vergrendelen vooraleer de
voedingskabel van het appa-
raat aan te sluiten.
Controleer de ter plaatse beschik-
bare netspanning.
1 Het brugplaatsingslabel
Controleer het label − er is slechts
één op het apparaat.
2 Brugjes
De brugjes plaatsen zodat het over-
eenkomt met de netspanning.
De toegangsdeurt weer sluiten en
verdergaan met Sectie 3-17.
2
3/8”
3/8”
De brugjes (jumper) niet over-
dreven vastschroeven.
Benodigde gereedschappen:
1
230 VOLTS
Ref. S-174 973-B
575 VOLTS460 VOLTS
380 VOLTS 400 VOLTS 440 VOLTS
Ref. S-174 975-B
220 VOLTS
(FACTORY OPTION)
200 VOLTS
Ref. S-174 976-B
230 VOLTS 460 VOLTS
OM-223 Pagina 21
3-17. Driefasen ingangsvermogen aansluiten
input3 2012−05 − Ref. 803 766-C / 800 103-C / Ref. 801 116-A
3/8, 1/2”
3/8”
3
L1 (U)
L2 (V)
L3 (W)
8
5
4
2
11
6
3
7
4
9
4
10
1
=
7
3
5/32”
GND/PE aarding
Benodigde gereedschappen:
BELANGRIJK
GND/PE aarding
Ingangscontactor
OM-223 Pagina 22
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en voor-
schriften − alleen daartoe bevoegde
personen mogen deze installatie uit-
voeren.
! Ontkoppel en blokkeer de stroom-
voorziening voordat u de ingaande
geleiders vanaf het systeem aan-
sluit.Volg de gangbare procedures
voor wat betreft de installatie en het
verwijderen van vergrendel/uit-
schakelapparaten.
! Maak eerst de ingaande stroomver-
bindingen naar de lasstroombron.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele stroomgeleider aan op een
voedingsmassaklem en nooit op een
lijnklem.
Kijk op het label op het apparaat voor de
stroomvereisten en controleer de invoer-
spanning die op de werkplek beschikbaar is.
1 Ingaande stroomgeleiders (snoer aan
te leveren door klant)
De sectie en lengte van de invoerkabel
bepalen d.m.v. hoofdstuke 3-15. De conduc-
toren moeten voldoen aan de nationale en
locale elektrische richtlijnen. Zonodig ring-
klemmen gebruiken van de juiste stroomca-
paciteit en met een gat met de juiste diameter.
Ingaande stroomaansluitingen van las-
stroombron
2 Spanningsontlasting
De kabel door de spanningsontlasting leiden
en de schroef aandraaien.
3 Aardeaansluiting van de machine
4 Groene of groengele aardegeleider
5 Aardstroomdetector (optioneel)
Sluit eerst de groene of groengele aardege-
leider aan op de aardingsklem van de las-
stroombron. Als het systeem is voorzien van
de optionele aardstroomdetector, leid dan de
aardegeleider eerst tweemaal door de aard-
stroomdetector en sluit hem dan aan op de
aardingsklem.
6 Lijnklemmen voor de lasstroombron
7 Ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W)
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W) aan op de lijnklemmen voor de las-
stroombron.
Sluit de toegangsdeur van de lasstroombron
en vergrendel hem.
Ontkoppel de aansluitpunten voor de in-
gaande stroom op het apparaat
8 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar
staat afgebeeld in de OFF−stand)
9 Lijnscheidingsmechanisme met
aardeaansluiting (zelf aanschaffen)
10 Ontkoppel de lijnklemmen van het
apparaat
Sluit eerst de groene of groengele aard-
stroomgeleider aan op de ontkoppelde aar-
dingsklem van het apparaat.
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W) aan op de ontkoppelde lijnklemmen
van het apparaat.
11 Overbelastingsbeveiliging
Bepaal het type en de maat van de overbe-
lastingsbeveiliging aan de hand van sectie
3-15 (afgebeeld: gezekerde ontkoppelings-
schakelaar).
Sluit de toegangsdeur van het lijnscheidings-
mechanisme en vergrendel hem. Verwijder
de blokkering en zet de schakelaar in de ON−
stand. Volg de vastgelegde vergrendelings-
procedures om de eenheid in gebruik te
nemen.
Ref − input3 2012−05
3-17. Driefasen ingangsvermogen aansluiten (vervolg)
OM-223 Pagina 23
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING
1 Voltage stelknop
Draai de stelknop wijzerszin om de lasspan-
ning te verhogen. De spanningswaarde op de
V-meter verandert wanneer men de stelknop
verdraait. De spanningsregeling mag tijdens
het lassen uitgevoerd worden.
2 Digitale meters
De V−meter geeft de vooringestelde span-
ningswaarde aan als de hoofdcontactor open
staat, en geeft de actuele spanning weer tij-
dens het lassen (contactor gesloten).
3 Aan/uit-schakelaar met lampje
4 Oververhittingslampje
5 Keuzeschakelaar voor paneel− of
afstandsbediening
Voor paneelbediening, de schakelaar in de bo-
venste stand plaatsen. Voor afstandsbedie-
ning, de schakelaar in de onderste stand plaat-
sen en een afstandsbediening aansluiten (zie
Sectie 3-13).
6 Contactorbediening
In de bovenste stand plaatsen om de contactor
te sluiten. In de onderste stand wordt de con-
tactor van op afstand bediend met behulp van
een afstandsbediening. (zie Sectie 3-13).
! De lasuitgangen staan onder spanning
enkel als de contactor gesloten is.
! De machine afzetten vooraleer de af-
standsbediening aan te sluiten.
4-1. Bediening (niet CE-modellen)
186 726-C
5
6
3
2
1
4
1 Voltage stelknop
Draai de stelknop wijzerszin om de lasspan-
ning te verhogen. De spanningswaarde op de
V-meter verandert wanneer men de stelknop
verdraait. De spanningsregeling mag tijdens
het lassen uitgevoerd worden.
2 Digitale meters
De V−meter geeft de vooringestelde span-
ningswaarde aan als de hoofdcontactor open
staat, en geeft de actuele spanning weer tij-
dens het lassen (contactor gesloten).
3 Aan/uit-schakelaar met lampje
4 Oververhittingslampje
5 Keuzeschakelaar voor paneel− of
afstandsbediening
Voor paneelbediening, de schakelaar in de bo-
venste stand plaatsen. Voor afstandsbedie-
ning, de schakelaar in de onderste stand plaat-
sen en een afstandsbediening aansluiten (zie
Sectie 3-13).
6 Contactorbediening
In de bovenste stand plaatsen om de contacto
r
te sluiten. In de onderste stand wordt de con
-
tactor van op afstand bediend met behulp van
een afstandsbediening. (zie Sectie 3-13).
! De lasuitgangen staan onder spanning
enkel als de contactor gesloten is.
! De machine afzetten vooraleer de af
-
standsbediening aan te sluiten.
4-2. Bediening (CE-modellen)
186 729-C
5
6
3
2
1
4
OM-223 Pagina 24
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHEL-
PEN
! Ontkoppel de voeding voor u met het onderhoud begint.
5-1. Routine-onderhoud
= Controleer = Vervangen = Reinigen Δ = Repareer = Vervang
* uit laten voeren door een door de fabriek erkende onderhoudsmonteur.
elke 3
maand
en
Δ Kabels en snoeren
 Labels  Laskoppelingen
elke 6
maand
en
Reinig hem maandelijks bij intensief gebruik.
5-2. Smeltveiligheid F1
Ref. ST-800 101-C
! De machine afzetten vooral-
eer het toegangspoortje aan
de achterkant te openen.
1 Smeltveiligheidsdeksel
2 Smeltveiligheid (zie stuklijst
voor het type)
De smeltveiligheid F1 beschermt
de hulptransformator tegen overbe-
lasting. Indien F1 opent, stopt de
lasuitgang en de ventilator. Ver-
vang F1.
3/8 in
2
1
Draai
Benodigde gereedschappen:
Draai
Uittrekken en vervangen (de
vlakke kant in het deksel
plaatsen)
5-3. Kortsluitbeveiliging
Als de kontakttip kortgesloten is met het werkstuk, dan valt de machine terug op een veilig uitgangsniveau. Ter samenvatting, de toortsschakelaar
loslaten, de machine afzetten en de kontakttip scheiden van het werkstuk. De kontakttip nakijken en vervangen indien nodig. De machine weer aanzet-
ten en vervolgen.
OM-223 Pagina 25
5-4. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; het apparaat werkt totaal niet.
Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie Sectie 3-17).
Controleer smeltveiligheid F1 en vervang indien nodig (zie Sectie 5-2).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer
in (zie Sectie 3-17).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 3-17).
Controleer de posities van de brugjes (zie Sectie 3-16).
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; Aan/uit lampje aan, ventilator
draait.
Indien een draadafrolkast gebruikt wordt, de contactorbedieningsschakelaar in de juiste stand plaat-
sen en de draadafrolkast aansluiten (zie Secties 3-14 en 3-13). Als er geen draadafrolkast gebruikt
wordt, de bedieningsschakelaar in de paneelstand plaatsen (zie Sectie 4-1).
Controleer, repareer of vervang de draadafrolkast (zie handleiding van de draadafrolkast).
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie 3-4).
Laat een door de fabriek erkende service agent kaart PC1 controleren.
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; Aan/uit lampje aan, ventilator
uit
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 3-17).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer
in (zie Sectie 3-17).
De machine levert enkel minimum of
maximum vermogen.
Laat een door de fabriek erkende service agent kaart PC1 controleren.
Onregelmatige of onjuiste lasuitgangs-
spanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 3-11).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer de aansluiting van de draadafrolkast.
Laat een door de fabriek erkende service agent kaart PC1 en de thyristoren controleren.
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de
duplex contrastekker of de
“Remote 14”-contrastekker.
Aanvullende beschermer CB1 weer op de beginstand zetten (zie Sectie 3-9).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de “Remote 14”-contrastekker.
Aanvullende beschermer CB2 weer op de beginstand zetten (zie Sectie 3-9).
De ventilator werkt niet. Opmerking: de
ventilator draait enkel als afkoeling no-
dig is.
Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de motor van de ventilator nakijken.
OM-223 Pagina 26
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA
Afbeelding 6-1. Stroomkringschema
OM-223 Pagina 27
218 520-A
OM-223 Pagina 28
HOOFDSTUK 7 − ONDERDELENLIJST
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
31
32
25
24
30
27
2
3
4
3
5
1
2
13
4
14
3
23
22
21
18
10
9
8
6
7
11
12
16
17
15
20
19
800 992-
K
Afbeelding 7-1 Hoofdassemblage (Modellen 452)
OM-223 Pagina 29
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Quantity
Model
302 452 652
Afbeelding 7-1 Hoofdassemblage (Modellen 452)
402 602 852
1 +179 430 PANEL, side 2... ............ .. ..........................................
1 +179 432 PANEL, side 2 2... ............ .. ................................................ ...
2 179 429 COVER, top 1... ............. .. ..........................................
2 179 431 COVER, top 1 1... ............. .. ................................................ ...
3 164 699 BAFFLE, air 2 2... ............. .. ........................................... ...
3 164 903 BAFFLE, air 2... ............. .. ......................................................
4 162 816 CHANNEL, upright 4 4 4... ............. .. ..................................... ... ...
5 162 820 BAR, mtg lift eye 2 2 2... ............. .. ....................................... ... ...
6 162 830 LIFT EYE 1 1 1... ............. .. ............................................. ... ...
7 177 279 GASKET, lift eye 1 1 1... ............. .. ....................................... ... ...
8 604 536 SCREW, .312-18 x 1.75 hexhd-pln gr 5 2 2 2... ............. .. ................... ... ...
9 Z1 166 362 STABILIZER 1... ..... .... .. ..........................................
9 Z1 166 364 STABILIZER 1... ..... .... .. ................................................
9 Z1 180 066 STABILIZER 1... ..... .... .. .....................................................
164 717 BUS BAR, stabilizer 1................... .. ...............................................
10 HD1 168 829 TRANSDUCER, current 1000A 1 1 1... .... .... .. .......................... ... ...
PLG14 115 094 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1......... .. .. ............................. ... ...
11 CR6 254 596 CONTACTOR, def prp 30A 1P 24VDC Coil 1 1 1... .... .... .. ................ ... ...
12 173 605 BRACKET, mtg contactor 1 1 1... ............. .. ............................... ... ...
13 C21-23 163 906 CAPACITOR, 50 and 60Hz 3 3 3... ... .. .. .............................. ... ...
14 T2 159 042 TRANSFORMER, control 50VA 24V 230/460/575 (60Hz) 1 1... ..... .... .. ... ...
14 T2 159 041 TRANSFORMER, control 50VA 24V 200/230/460 (60Hz) 1 1... ..... .... .. ... ...
14 T2 226704 TRANSFORMER, control 110VA 24V 230/460/575 (60Hz) 1... ..... ..... .. .............
14 T2 229264 TRANSFORMER, control 110VA 24V 380/400/440 (50Hz) 1... ..... ..... .. .............
14 T2 159 043 TRANSFORMER, control 50A 24V (50Hz) 1 1... ..... .... .. ................ ...
15 TE1 159 244 PRIMARY BOX, (includes) 1 1 1... .... .... .. .............................. ... ...
16 601 835 NUT, 10-32 brs 24 24 24... ............. .... ..................................... .. ..
17 038 887 STUD, pri bd brs 10-32 x 1.375 24 24 24... ............. .... ....................... .. ..
010 913 WASHER, flat .218 ID brs 24 24 24................... .. .............................. .. ..
601 835 NUT, 10-32 brs 24 24 24................... .. ....................................... .. ..
038 618 LINK, jumper term bd pri 8 8 8................... .. ................................ ... ...
18 159 034 HOLDER, fuse mintr 1 1 1... ............. .. ................................... ... ...
19 Fig 7-5 PANEL, rear w/components 1 1 1... .............. .. ............................. ... ...
20 F1 *156 065 FUSE, crtg .5A 600V time delay 1 1 1... ..... ... .. ......................... ... ...
21 W 180 270 CONTACTOR, def prp 40A 3P 24VAC coil w/boxlug 1... ..... ..... .. ........
21 W 254 598 CONTACTOR, def prp 60A 3P 24VAC coil w/boxlug and mtg 1... ..... ..... .. ......
21 W 258 661 CONTACTOR, def prp 75A 3P 24V 1... ..... ..... .. .................................
22 CR4 140 750 SWITCH, reed 1 1 1... .... .. .. ........................................ ... ...
23 217 136 LABEL, warning electric shock 2 2 2... ............. .. .......................... ... ...
23 176 254 LABEL, general precautionary wordless,intl (CE models only) 2 2 2... ............. .. ... ...
24 163 533 BASE 1... ............. .. ................................................
24 163 359 BASE 1 1... ............. .. ...................................................... ...
25 C1 230 732 CAPACITOR ASSEMBLY, Neg (includes) 1... ..... .... .. .................
163 535 CAPACITOR, elctlt 16000uf 60VDC 6................... .... ....................
R6 230 730 RESISTOR ASSY, ww fxd 1........... .... .... .............................
162 817 BUS BAR, capacitor 2................... .... ..................................
182 660 BUS BAR, mtg capacitor 2................... .... ..............................
25 C1 230 756 CAPACITOR ASSEMBLY, Pos/Neg (includes) 1 1... ..... .... .. ................... ...
163 535 CAPACITOR, elctlt 16000uf 60VDC 6 6................... .... .......................... ...
R6 230 730 RESISTOR ASSY, ww fxd 1 1........... .... .... ................................... ...
162 817 BUS BAR, capacitor 2 2................... .... ........................................ ...
182 660 BUS BAR, mtg capacitor 4 4................... .... .................................... ...
OM-223 Pagina 30
Afbeelding 7-1 Hoofdassemblage (Modellen 452) (vervolg)
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Quantity
Model
302 452 652
402 602 852
27 T1 218 380 TRANSFORMER, pwr main 200/230/460 1... ..... .... .. .................
27 T1 218 381 TRANSFORMER, pwr main 230/460/575 1... ..... .... .. .................
27 T1 218 384 TRANSFORMER, pwr main 200/230/460 1... ..... .... .. .......................
27 T1 218 385 TRANSFORMER, pwr main 230/460/575 1... ..... .... .. .......................
27 T1 218 389 TRANSFORMER, pwr main 230/460/575 1... ..... .... .. ............................
27 T1 218 382 TRANSFORMER, pwr main 380/400/440 1... ..... .... .. .................
27 T1 218 387 TRANSFORMER, pwr main 380/400/440 1... ..... .... .. .......................
27 T1 218 388 TRANSFORMER, pwr main 380/400/440 1... ..... .... .. ............................
TP1,2 175 405 THERMOSTAT, NC (Included w/T1) 2 2 2......... ... .. ...................... ... ...
TP4,5 168 891 THERMOSTAT, NC (Included w/T1) 2 2 2......... ... .. ...................... ... ...
PLG13 218 413 HOUSING, plug pin/skt (service kit) 1 1 1......... .. .. ...................... ... ...
RC13 218 408 HOUSING, plug pin/skt (service kit) 1 1 1......... ... .. ...................... ... ...
30 161 294 BRACKET, mtg rectifier 2 2 2... ............. .. ................................. ... ...
31 Fig 7-2 PANEL, front w/components 1 1 1... .............. .. ............................. ... ...
32 SR1 175 070 RECTIFIER, si diode (Fig 7-3) 1... .... .... .. ...........................
32 SR1 192 672 RECTIFIER, SCR main (Fig 7-4) 1... .... .... .. ...............................
32 SR1 192 671 RECTIFIER, SCR main (Fig 7-4) 1... .... .... .. ....................................
Part of Option 195 048 Ground Current Sensor
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
*Recommended Spare Parts.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-223 Pagina 31
800 993-H
8
6
5
7
10
9
10
9
11
10
33
13
18
19
20
21
4
32
3
2
1
22
25
35
23
24
27
31
30
28
29
26
34
33
33
37
36
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
Afbeelding 7-2 Panel, Front w/Components (452 Model Illustrated)
Afbeelding 7-2 Panel, Front w/Components (Fig 7-1 Item 31)
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Quantity
Model
302 452 652
402 602 852
1 159 863 ELECTRONICS BOX 1 1 1... ............. .. .................................. ... ...
PLG6 168 847 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1......... ... .. ............................. ... ...
RC6 168 845 CONNECTOR & PINS 1 1 1.......... .... .. ................................. ... ...
PLG7 152 249 CONNECTOR & PINS 1 1 1......... ... .. ................................. ... ...
RC7 168 846 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1.......... .... .. ............................. ... ...
2 PC1 208 769 CIRCUIT CARD, control (60Hz) 1... .... .... .. ..........................
2 PC1 208 197 CIRCUIT CARD, control (60Hz) 1... .... .... .. ................................
2 PC1 208 772 CIRCUIT CARD, control (60Hz) 1... .... .... .. .....................................
2 PC1 231 166 CIRCUIT CARD, control (50Hz) 1... .... .... .. ..........................
2 PC1 231 160 CIRCUIT CARD, control (50Hz) 1... .... .... .. ................................
2 PC1 231 170 CIRCUIT CARD, control (50Hz) 1... .... .... .. .....................................
PLG1 158 720 CONNECTOR & SOCKETS, (see Fig 7-3 & 4)......... ... ..
PLG3 169 240 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1......... ... .. ............................. ... ...
PLG4 148 439 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1......... ... .. ............................. ... ...
PLG5 152 249 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1......... ... .. ............................. ... ...
3 CR3 052 964 RELAY, encl 24VDC DPDT 1 1 1... .... .... .. .............................. ... ...
4 CR5 006 393 RELAY, encl 24VAC DPDT 1 1 1... .... .... .. .............................. ... ...
5 CB1,2 093 995 SUPPLEMENTARY PROTECTOR, man reset 1P 15A 250VAC2 2 2... ... ... .. ... ...
6 RC9 604 176 RECEPTACLE, str dx grd 2P3W 15A 125V 1 1 1... .... .... .. ................ ... ...
7 203 778 CONNECTOR/CAPACITOR, w/leads (includes) 1 1 1... ............. .. ............ ... ...
RC8 143 976 RCPT w/SCKTS (service kit) 1 1 1.......... .... .... .......................... ... ...
C3,6,13,14 097 749 CAPACITOR, cer disc .05 uf 500 VDC strip 4 4 4....... . .... .............. ... ...
8 204 143 PANEL, front 1 1 1... ............. .. .......................................... ... ...
OM-223 Pagina 32
Afbeelding 7-2 Panel, Front w/Components (Afb. 7-1 Item 31) (vervolg)
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Quantity
Model
302 452 652
402 602 852
9 POS 181 245 TERMINAL, pwr output red 2 2 2... .... ... .. ............................. ... ...
10 C2,4,5 128 750 CAPACITOR, cer disc .1uf 500VDC 3 3 3... ... ... .. ...................... ... ...
11 161 303 SPRING, cprsn .600 OD x .072 wire x 1.500 lg 3 3 3... ............. .. ............ ... ...
13 NEG 181 246 TERMINAL, pwr output black 1 1 1... .... ... .. ............................ ... ...
14 236 228 PLATE, control lower 1 1 1... ............. .. ................................... ... ...
18 217 865 LABEL, warning electric shock and reduced air 1 1 1... ............. .. ............ ... ...
18 179 563 LABEL, electric shock/reduce air flow (CE models only) 111... ............. .. ....... ... ...
19 +172 587 COVER, stud output 1 1 1... ............ .. ................................... ... ...
20 160 935 CLIP, spring 3 3 3... ............. .. ........................................... ... ...
21 601 835 NUT, 10-32 brs 2 2 2... ............. .. ........................................ ... ...
010 913 WASHER, flat .218 ID x .460 OD x .031thk brs 1 1 1................... .. ............ ... ...
22 038 887 STUD, pri bd brs 10-32 x 1.375 1 1 1... ............. .. .......................... ... ...
23 S3,4 011 609 SWITCH, tgl SPDT 15A 125VAC 2 2 2... .... .... .. ........................ ... ...
24 R1 198 087 POTENTIOMETER, CP std slot 1/T 2W 1K ohm 1 1 1... ..... .... .. ........... ... ...
25 PC2 231 149 CIRCUIT CARD ASSY, display w/program 1 1 1... .... .... .. ................ ... ...
PLG10 153 501 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1......... .. .. ............................. ... ...
PLG11 148 439 CONNECTOR & SOCKETS 1 1 1......... ... .. ............................. ... ...
26 192 174 STAND-OFF 4 4 4... ............. .. .......................................... ... ...
27 NAMEPLATE, (order by model and serial number) 1 1 1... ........................ ......... ... ...
28 S2 159 039 SWITCH, rocker SPDT 15A 125VAC 1 1 1... ..... .... .. ..................... ... ...
PLG2 185 626 CONNECTOR, body 56 series 1 1 1......... ... .. ........................... ... ...
29 PL2 159 522 LED, yellow 1 1 1... .... .... .. ........................................... ... ...
30 159 036 LENS, LED clear 1 1 1... ............. .. ...................................... ... ...
31 171 007 KNOB, pointer 1 1 1... ............. .. ......................................... ... ...
32 SN1 234 081 SNUBBER, assy 1 1 1... .... .... .. ....................................... ... ...
33 010 381 CONNECTOR, rectifier 2 2 2... ............. .. ................................. ... ...
34 005 107 BOLT, crg stl .250-20 x .750 GR5 pld 6 6 6... ............. .. ..................... ... ...
35 162 815 PANEL, front upper 1 1 1... ............. .. .................................... ... ...
36 228 672 LABEL, weld cable lug 3 3 3... ............. .. .................................. ... ...
37 227 980 LABEL, caution output terminal connection 1 1 1... ............. .. ................ ... ...
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-223 Pagina 33
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
SR1
Item
No.
Afbeelding 7-3 Rectifier, Si Diode (302 Model) (Afb. 7-1 Item 32)
Quanti
ty
175 070
1 C7-12 048 420 CAPACITOR, cer disc .01uf 1000VDC 6... .... .... .. ............................
2 177 316 HEAT SINK, rect 3... ............... .. ...............................................
3 177 317 HEAT SINK, rect 2... ............... .. ...............................................
4 166 667 CLAMP, thyristor rect 3... ............... .. ...........................................
5 TP3 242 651 THERMOSTAT, NC open 211F close 186F flange faston 1... ..... ..... .. ............
6 TP6 206 083 THERMOSTAT, NC open 125F close 105F flange Horizontal 1... ..... ..... .. .........
7 SCR1-6 161 668 THYRISTOR, SCR 300A 300V hockey puck 6... ... ... .. .......................
PLG1 158 720 CONNECTOR & SOCKETS 1.......... .... .. .....................................
8 188 692 CLAMP, thyristor rectifier 4.250 3... ............... .. ..................................
1
800 697-C
2
3
4
5
6
7
8
Afbeelding 7-3 Rectifier, Si Diode SR1 (302 Model)
Afbeelding 7-4 Rectifier, SCR Main SR1 (452 & 652 Mode
l)
802 351
1
2
3
4
5
6
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
SR1
Item
No.
Afbeelding 7-4 Rectifier, SCR Main (452 & 652 Model) (Afb. 7-1 Item 32)
Quantity
192 672 192 671
1 C7-12 048 420 CAPACITOR, cer disc .01uf 1000VDC 6 6... .... .... .. ....................... ....
2 191 989 BAR, mtg rectifier 2 2... ............... .. ......................................... ....
3 188 691 CLAMP, thyristor rectifier 5.375 3 3... ............... .. ............................. ....
4 188 839 HEAT SINK, rectifier snowflake .800 12 12... ............... .. ........................ ..
5 SCR1-6 161 668 THYRISTOR, SCR 300A 300V hockey puck 6... ... ... .. ..................
5 SCR1-6 148 091 THYRISTOR, SCR 865A 300V hockey puck 6... ... ... .. ........................
6 166 667 CLAMP, spring thyristor rectifier 5.500 3 3... ............... .. ....................... ....
PLG1 158 720 CONNECTOR & SOCKETS 1 1.......... .... .. ................................ ....
TP3 192 673 THERMOSTAT, rectifier 1 1........... ..... .. .................................... ....
TP6 192 674 THERMOSTAT, rectifier 1 1........... ..... .. .................................... ....
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-223 Pagina 34
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
800 707-F
1
2
3
4
5
6
9
10
8
Afbeelding 7-5 Panel, Rear w/Components
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 7-5 Panel, Rear w/Components (Afb. 7-1 Item 19)
Quanti
ty
1 173 283 CHAMBER, plenum 14 in 1... ............... .. .......................................
2 180 165 BLADE, fan 14 in 3wg 28deg .375 bore CCW 1... ............... .. ......................
3 162 807 PANEL, rear 1... ............... .. ...................................................
4 168 343 HINGE, door primary 2... ............... .. ...........................................
5 +162 818 DOOR, access primary 1... .............. .. .........................................
6 217 733 LABEL, warning electric shock & input power (EN/FR) 1... ............... .. ..............
6 179 290 LABEL, warning electric shock input connection (CE models only) 1... ............... .. ...
8 124 274 BRACKET, mtg fan motor 1... ............... .. .......................................
9 R3 114 808 RESISTOR, WW fxd 375W 5 ohm 1... ..... ...... .. ...............................
9R7♦♦114 808 RESISTOR, WW fxd 375W 5 ohm 1... ..... ... .. ...............................
10 FM 237 398 MOTOR, 1/12HP 230V 1550RPM 50/60Hz .83A 1... ..... ..... .. ...................
♦♦Part of Option 043 286 Additional Resistor
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Geldig vanaf 1 januari 2012
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MC” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristo-
ren (SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichter-
modules
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPGELET: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereen-
heden
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie
(geen arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt− en CoolBand−ventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Externe controleapparatuur en −sensoren
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn
ingebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperi-
ode van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke
van de twee het langste duurt.)
* Flowregelaars− en Flowmeters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS−RJ45)
* Rookgasafzuigers
* HF Units
* ICE/XT plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPGELET: Garantie van Digitale Recorders wordt
verzorgd door de fabrikant zelf.
* Elektrische belastingsbanken
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate −laspistolen)
* PAPR−ventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings− en regelapparatuur
* Rekken
* Laskarren/trailers
* Puntlasapparaten
* Onderpoederdek−draadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen (niet−geïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet- en handafstandsbedieningen met
ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
* M−pistolen
* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen
* Afstandsbedieningen en RFCS−RJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneck−pistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf
zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 2012−01
Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2012 Miller Electric Mfg. Co 2012-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Miller DELTAWELD 302 de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding