Electrolux EWF1697HBW Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding
EWF 1697 HBW
NL Wasautomaat Gebruiksaanwijzing 2
DE Waschmaschine Benutzerinformation 31
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................6
4. BEDIENINGSPANEEL....................................................................................... 7
5. PROGRAMMA’S ................................................................................................8
6. VERBRUIKSGEGEVENS.................................................................................12
7. OPTIES.............................................................................................................13
8. INSTELLINGEN................................................................................................16
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.........16
10. DAGELIJKS GEBRUIK...................................................................................16
11. AANWIJZINGEN EN TIPS..............................................................................21
12. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 22
13. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................26
14. NOODDEUROPENING.................................................................................. 29
15. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................... 29
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.electrolux.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
NEDERLANDS 3
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plaats. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager kan zijn dan
0°C of als het is blootgesteld aan het
weer.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Installeer het apparaat niet direct
boven de vloerafvoer.
www.electrolux.com4
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Plaats geen bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires
gebruikt mogen worden.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
2.3 Aansluiting aan de
waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de klantenservice voor
vervanging van de toevoerslang.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de klantenservice voor de andere
afvoerslang en het verlengstuk.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen uit het wasgoed
verwijderd zijn.
Was geen stoffen die zwaarbevuild
zijn met olie, vet of andere vettige
substanties. Dit kan rubberen
onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen
met de hand voor, voordat u ze in de
wasmachine stopt.
Raak het glas van de deur niet aan
als een programma in werking is. Het
glas kan heet worden.
2.5 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
NEDERLANDS 5
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Apparaatoverzicht
1
2
3
5
6
7
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
3.2 De kinderbeveiliging
inschakelen
Dit voorkomt dat kinderen of huisdieren
in de trommel worden opgesloten.
Draai het draaigedeelte rechtsom totdat
de groef horizontaal staat.
U kunt de deur niet sluiten.
Om de deur te sluiten draait u het
draaigedeelte linksom totdat de groef
weer verticaal staat.
3.3 Set bevestigingsplaatjes
(4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde
verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat
op een plint plaatst.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
www.electrolux.com6
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Beschrijving bedieningspaneel
53 4
1012 11
8
7
9
6
1 2
1
Aan-/Uittoets (AutoOff)
2
Programmaknop
3
Tiptoets Centrifugeersnelheid
reducerend (Centrifugeren -
Essorage)
4
Tiptoets temperatuur
(Temperatuur - Température)
5
Display
6
Tiptoets voorwas (Voorwas -
Prélavage)
7
Tiptoets Startuitstel (Startuitstel -
Départ différé)
8
Tiptoets Extra spoelen (Extra
Spoelen - Rinçage Plus)
9
Tiptoets Strijkvrij (Strijkvrij -
Repassage Facile)
10
Tiptoets Start/Pauze (Start/
Pauze - Départ/Pause)
11
Time Manager-tiptoetsen
(TimeManager)
12
Tiptoets favoriet programma
(MyFavourites)
4.2 Display (weergave)
A B C D E
FGHJ IK
NEDERLANDS 7
A. Het temperatuurgedeelte:
: Temperatuuraanduiding
: Aanduiding koud water
B. : Maximale lading
wasgoed
1)
C.
: Time Manageraanduiding
D. Het tijdgedeelte:
: De programmaduur
: Het startuitstel
: De alarmcodes
: De foutmelding
: Het programma is voltooid.
E. : De aanduiding startuitstel
F.
: De permanente aanduiding extra
spoelen
G. : De aanduiding van het kinderslot
H. : De aanduiding deur vergrendeld
U kunt de deur van het apparaat
niet openen als het symbool
brandt.
U kunt de deur van het apparaat
openen als het symbool uit gaat.
I. Wasaanduidingen:
: De wasfase
: De spoelfase
: De centrifugeerfase
: De stoomfase
Als een programma is
ingesteld, gaan alle
aanduidingen die
verband houden met dat
programma aan.
Als het programma is
begonnen, wordt alleen
de aanduiding van de
werkende fase getoond.
Als een fase voltooid is,
blijft de aanduiding van
de fase aan.
Als het programma is
voltooid, is het symbool
van de laatste fase aan.
J. : De Eco Info aanduiding
K. Het centrifugeergedeelte:
: De aanduiding
centrifugeersnelheid
: De aanduiding niet
centrifugeren
: De aanduiding Spoelstop
: De aanduiding Extra stil
5. PROGRAMMA’S
5.1 Programmaoverzicht
Programma
Temperatuur‐
bereik
Maximale la‐
ding
Maximale cen‐
trifugeersnel‐
heid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Wasprogramma's
Katoen - Coton
90°C - Koud
9 kg
1600 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht
vervuild.
Katoen Eco -
Coton Eco
1)
60°C - 40°C
9 kg
1600 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale ver‐
vuiling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd
van het wasprogramma neemt toe.
1)
Alleen zichtbaar als de deur open is.
www.electrolux.com8
Programma
Temperatuur‐
bereik
Maximale la‐
ding
Maximale cen‐
trifugeersnel‐
heid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Synthetica -
Synthétiques
60°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale
vervuiling.
Fijne Was - Déli‐
cats
40°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemeng‐
de stoffen hebben een milde wasbeurt nodig.
Normale vervuiling.
Wol/Handwas -
Laine/Lavage à
la main
40°C - Koud
1,5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbesten‐
dige wol en andere stoffen voorzien van het
symbool «handwas».
2)
Jeans
60°C - Koud
9 kg
1200 tpm
Jeans en kleding van tricot. Ook voor donkere
kleding.
Spoelen - Rinça‐
ge
9 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐
fen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk
van het type wasgoed.
Centr./Pompen -
Essorage/Vidan‐
ge
3)
9 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit
de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve
wol en zeer fijne stoffen.
Dekbed - Couet‐
te
60°C - 30°C
3 kg
800 tpm
Speciaal programma voor één synthetische de‐
ken, dekbed, sprei enz.
Outdoor - Sport
30°C
2,5 kg
800 tpm
Synthetische en delicate stoffen. Lichte vervui‐
ling of op te frissen kleding.
14 min.
30°C
1,5 kg
800 tpm
Synthetische en gemengde stoffen. Lichte ver‐
vuiling en op te frissen kleding.
NEDERLANDS 9
Programma
Temperatuur‐
bereik
Maximale la‐
ding
Maximale cen‐
trifugeersnel‐
heid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Stoomprogramma's
4)
Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of eenmaal gedragen wasgoed.
Deze programma's kunnen kreukels en luchtjes verminderen en het wasgoed zach‐
ter maken.
Gebruik nooit een wasmiddel. Verwijder vlekken indien nodig door te wassen of
plaatselijk vlekkenverwijderaar te gebruiken.
Stoomprogramma's hebben geen hygiënische cyclus.
Stel het stoomprogramma niet in voor dit type kleding:
Kleding die bij een temperatuur lager dan 40°C gewassen moet worden.
Kleding waar op het wasvoorschrift niet staat of het geschikt is voor de droger.
Kleding met stukjes plastic, metaal, hout of dergelijke materialen.
Opfrissen - Ra‐
fraîchir
1,5 kg Stoomprogramma voor katoenen en syntheti‐
sche stoffen. Deze cyclus verwijdert geuren uit
het wasgoed
5)
Stoom Syntheti‐
ca - Vapeur Syn‐
thétiques
1,5 kg Stoomprogramma voor synthetische stoffen.
Dit programma helpt bij het ontkreuken van het
wasgoed.
www.electrolux.com10
Programma
Temperatuur‐
bereik
Maximale la‐
ding
Maximale cen‐
trifugeersnel‐
heid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Stoom katoen -
Vapeur Coton
1,5 kg Stoomprogramma voor katoen. Dit programma
helpt bij het ontkreuken van het wasgoed.
1)
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regel‐
geving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenpro‐
gramma» en het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte program‐
ma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen was‐
goed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die
is aangegeven voor het geselecteerde programma.
2)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken
alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat
wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschik‐
baar.
4)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de
cyclus vochtig aanvoelen. Het is beter om de kleren ongeveer 10 minuten in de frisse lucht
te drogen om de vochtigheid te laten verdampen. Voor optimaal resultaat dient u het was‐
goed na afloop van het programma meteen uit de trommel te halen. Na een stoomcyclus
kunt u de items toch nog strijken, maar dan uiteraard met veel minder moeite.
5)
Stoom verwijdert geen geuren van dieren.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
1)
NEDERLANDS 11
Programma
1)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat
wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschik‐
baar.
5.2 Woolmark Apparel Care -
Blauw
De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor het
wassen van wollen kleding waarvan in
het label staat dat het handwas is, op
voorwaarde dat de kledingstukken
worden gewassen volgens de instructies
op het label in het kledingstuk en die van
de fabrikant van deze wasmachine. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in de
kleding. M1230
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is
het Woolmark-symbool is een
certificeringshandelsmerk.
6. VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities
met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gege‐
vens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevings‐
temperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toe‐
voerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Bij de start van het programma toont het display de duur van het pro‐
gramma voor de maximale beladingscapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en
deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trom‐
mel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maxi‐
male beladingscapaciteit 9 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur,
maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter
zijn dan 1 uur).
Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een
stip op het display.
www.electrolux.com12
Programma’s Bela‐
ding
(kg)
Energie‐
verbruik
(kWh)
Waterver‐
bruik (liter)
Geschatte
program‐
maduur
(minuten)
Resteren‐
de vochtig‐
heid (%)
1)
Katoen - Coton
60°C
9 1.68 71 180 44
Katoen - Coton
40°C
9 1.05 71 175 44
Synthetica - Syn‐
thétiques 40°C
4 0.65 52 110 35
Fijne Was - Déli‐
cats 40°C
4 0.70 63 91 35
Wol/Handwas -
Laine/Lavage à la
main 30°C
2)
1,5 0.35 57 58 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60°C
katoen
9 1.05 57 229 44
Standaard 60°C
katoen
4,5 0.75 51 173 44
Standaard 40°C
katoen
4,5 0.66 51 171 44
1)
Aan het einde van de centrifugefase.
2)
Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.05 0.05
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening
1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG
7. OPTIES
7.1 Temperatuur - Température
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
Aanduiding
= koud water.
Het display toont de ingestelde
temperatuur.
7.2 Centrifugeren - Essorage
Met deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Het symbool van de ingestelde snelheid
wordt op het display weergegeven.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen te verwijderen.
NEDERLANDS 13
Instellen voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
Op het display verschijnt het symbool
.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen.
Het wasprogramma stopt met water in
de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreukvorming van het
wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen
openen.
Op het display verschijnt het symbool
.
Zie om het water weg te
pompen 'Aan het einde van
het programma'.
Extra Stil
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen te verwijderen en
een stil wasprogramma uit te voeren.
De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
Het wasprogramma stopt met water in
de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreukvorming van het
wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen
openen.
Op het display verschijnt het symbool
.
Zie om het water weg te
pompen 'Aan het einde van
het programma'.
7.3 Voorwas - Prélavage
Met deze optie kunt u een voorwasfase
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde
kleding.
Als u deze optie instelt neemt de
programmaduur toe.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.4 Strijkvrij - Repassage Facile
Het apparaat wast en centrifugeert het
wasgoed voorzichtig om te voorkomen
dat het wasgoed kreukt.
Het apparaat vertraagt de
centrifugeersnelheid, gebruikt meer
water en past de programmaduur aan
het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.5 Startuitstel - Départ différé
Met deze optie kunt u de start van een
programma uitstellen van 30 minuten tot
20 uur.
Op het display verschijnt het
bijbehorende symbool.
7.6 Extra Spoelen - Rinçage
Plus
Met deze optie kunt u spoelingen
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.7
Tijdsinstelling
Als u een wasprogramma instelt, toont
het display de standaardduur.
Druk op of om de programmaduur
te verlengen of in te korten.
Het symbool Time Manager is alleen
beschikbaar bij de programma's in de
tabel.
www.electrolux.com14
Aanduiding
Katoen Eco - Coton Eco
1) 1)
2)
3)
3)
3)
4)
3)
3)
3)
1)
Indien van toepassing.
2)
Kortste: om het wasgoed om te frissen.
3)
Standaardduur programma.
4)
Langste: De programmaduur verlengen,
zal het energieverbruik laten toenemen. De
geoptimaliseerde opwarmfase bespaart
energie en de lagere duur heeft dezelfde
wasresultaten (vooral voor normaal be‐
vuild).
Eco Info
De streepjes Eco Info (alleen bij de
programma's voor katoen en synthetica)
geven de efficiëntie weer van het
wasprogramma qua energiebesparing:
6 streepjes: de efficiëntste instelling
voor optimale wasprestaties.
1 streepje: de minder efficiënte
instelling.
Het aantal Eco Info-streepjes verandert
als u de duur wijzigt van het
wasprogramma (zie Time Manager), de
wastemperatuur en het gewicht van het
wasgoed. Om de prestaties van het
wasprogramma te optimaliseren moet
het aantal streepjes toenemen:
Als de programmaduur toeneemt,
komen er meer Eco Info-streepjes.
Door de duur van het wasprogramma
te verlengen, kunnen constante
prestaties mogelijk worden die het
energieverbruik verlagen.
Als u de wastemperatuur verlaagt,
komen er meer Eco Info-streepjes.
Advies voor de meest efficiënte
instelling:
Stel de aanduiding Time Manager
of in.
Stel de mogelijk lagere
wastemperatuur in.
Stel de voorwasoptie niet in.
7.8 MyFavourites
Met deze optie kunt u uw favoriete
programma en opties opslaan.
Het is niet mogelijk om de optie
startuitstel op te slaan met MyFavourite.
Hoe een programma opslaan
1. Druk op de toets om het apparaat
in te schakelen.
2. Stel het programma en de opties in
die u wenst op te slaan.
3. Druk op MyFavourite tot op het
display de tekst “MEM” verschijnt.
Het opgeslage programma instellen
1. Druk op de toets om het apparaat
in te schakelen.
2. Druk kort op MyFavourite.
Het startuitstel is niet
opgeslagen in het
geheugen.
NEDERLANDS 15
8. INSTELLINGEN
8.1 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
op
en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op heeft gedrukt: worden
de opties en de programmaknop
vergrendeld.
Voordat u op
heeft gedrukt: kan
het apparaat niet starten.
8.2 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
op en tot het indicatielampje
aan/uit gaat.
8.3 Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken
wanneer:
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat
optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op
en gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de
wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in
het doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
10. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat
2. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in
de trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
www.electrolux.com16
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
10.2 Wasmiddel en
toevoegingen gebruiken
1. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel en de
wasverzachter in de compartimenten.
3. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
10.3 Wasmiddeldoseerbakjes
LET OP!
Gebruik alleen wasmiddel voor wasmachines.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
Wasmiddelbakje voor voorwasfase.
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel).
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
NEDERLANDS 17
10.4 Vloeibaar wasmiddel of
poeder
1.
A
2.
3.
B
4.
Positie A voor poederwasmiddel (fabrieksinstelling).
Positie B voor vloeibaar wasmiddel.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
Gebruik niet meer vloeibaar wasmiddel dan het maximale niveau.
Stel de voorwasfase niet in.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
10.5 Het apparaat inschakelen
Druk op de toets om het apparaat in
of uit te schakelen. Er klinkt een geluid
als het apparaat wordt ingeschakeld.
10.6 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om
het programma in te stellen:
Het bijbehorende programma-
indicatielampje gaat branden.
Het indicatielampje van
knippert.
Het display vermeldt het niveau
van de Time Manager, de
programmaduur en welke
programmafase actief is.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur,
de centrifugeersnelheid, de
cyclusduur of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde
optie branden.
Als u iets niet goed instelt,
toont het display de melding
.
www.electrolux.com18
10.7 Een programma starten
zonder een uitgestelde start
Druk op .
Het indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het indicatielampje begint te
knipperen.
Het programma start, de deur is
vergrendeld en het display toont
de weergave
.
Als de aanduiding
knippert, wordt
de deur vergrendeld.
Als het display een
alarmbericht
weergeeft nadat de
aanduiding
gedurende een paar
seconden heeft
geknipperd, betekent
dit dat de deur niet
goed vergrendeld is
(kijk voor meer details
in het hoofdstuk
Probleemoplossing).
De afvoerpomp kan even werken
als het apparaat gevuld wordt met
water.
Na ongeveer 15 minuten na
de start van het programma:
Het apparaat past
automatisch de
programmaduur aan aan
de wasgoedbelading.
Op de display verschijnt
de nieuwe waarde.
10.8 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk nogmaals op tot op het
display het gewenste startuitstel
verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden op het display.
2. Druk op :
De machine begint de tijd af te
tellen.
De deur wordt vergrendeld, het
display toont de aanduiding .
Als de aanduiding knippert,
wordt de deur vergrendeld. Als
het display een alarmbericht
weergeeft nadat de aanduiding
gedurende een paar
seconden heeft geknipperd,
betekent dit dat de deur niet goed
vergrendeld is (kijk voor meer
details in het hoofdstuk
Probleemoplossing).
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het wasprogramma
automatisch gestart.
U kunt de instelling van het
startuitstel annuleren of
wijzigen voordat u op
drukt. De uitgestelde start
annuleren:
Druk op om het
apparaat op pauze te
zetten.
Druk op tot op het
' verschijnt.
Druk weer op om
het programma direct
te starten.
10.9 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Druk op .
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk weer op .
Het wasprogramma gaat verder.
10.10 Een actief programma
annuleren
1. Druk een paar seconden op de toets
om het programma te annuleren
en om het apparaat uit te schakelen.
NEDERLANDS 19
2. Druk weer op dezelfde toets om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water
af voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in
dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul
het dan bij.
10.11 De deur openen
LET OP!
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en de trommel nog
draait, kunt u de deur niet
openen.
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van het apparaat
vergrendeld en op het display staat het
symbool .
De deur van het apparaat openen
wanneer het programma of het
startuitstel in werking is:
1. Druk op om het apparaat te
pauzeren.
2. Wacht tot het indicatielampje van de
deurvergrendeling dooft.
3. Open de deur.
4. Sluit de deur en druk weer op de
toets
.
Het programma of het startuitstel blijft
werken.
10.12 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch.
Als het geluidssignaal actief is,
weerklinkt het signaal.
In het display gaat het symbool
aan.
Het lampje van Start/Pauze - Départ/
Pause gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool
gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Druk een paar seconden op de knop
voor AutoOff om het apparaat uit te
schakelen.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
Het indicatielampje van de deur
brandt. De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Druk op
.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
2. Als u instelt, pompt het
apparaat alleen. De
centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
voor AutoOff om het apparaat uit te
schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint
het apparaat automatisch
met het afvoeren van water
en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
10.13 AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING-optie
De AUTOMATISCHE UITSCHAKELING-
functie schakelt het apparaat
automatisch uit om stroom te besparen
als:
Er een programma is geselecteerd,
maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt.
Druk opnieuw op de toets om het
apparaat in te schakelen.
www.electrolux.com20
5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets om het
apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de
AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING functie
gedeactiveerd om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
11.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Rol
riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met
een speciaal wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt
gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
11.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
11.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld
zijn voor gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten
weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen
(40 °C max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij
voorkeur voor wasprogramma's
op lage temperatuur (60 °C max.)
voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de
programmatemperatuur en de mate
van vervuiling.
Als uw machine geen
wasmiddeldoseerbakje heeft met
klepje, voeg dan het vloeibare
NEDERLANDS 21
wasmiddel toe met een doseerbol
(meegeleverd bij het wasmiddel).
11.4 Milieutips
Start een wasprogramma altijd met de
maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
Gebruik indien nodig een
vlekkenverwijderaar als u een
programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
11.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
12.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het
wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
12.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswasbeurt uit.
Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
12.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
www.electrolux.com22
12.5 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1.
1
2
2.
3. 4.
12.6 Het afvoerfilter schoonmaken
Reinig het afvoerfilter niet als het water in de machine heet is.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
NEDERLANDS 23
Houd altijd een doek bij de
hand om eventueel morsen
van water op te nemen.
12.7 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
1
2
3
2.
3. 4.
12.8 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot
(8) uit van "Het afvoerfilter reinigen".
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afpompt met
gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het
aftapsysteem opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van
de wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af
te pompen.
12.9 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
NEDERLANDS 25
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Introductie
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
Als het apparaat
overladen is, neemt u wat
voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u
tegen de deur en drukt u
tegelijkertijd op de knop
Start/Pauze - Départ/
Pause totdat de
aanduiding stopt met
knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel uit en terug aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
www.electrolux.com26
13.2 Mogelijke storingen
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op
het stopcontact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten
is.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in
het zekeringenkastje is.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of
wacht op het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag
is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met
uw plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het
filter van het ventiel niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe‐
voerslang aanwezig zijn.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaat‐
slang in orde is.
Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterin‐
laatslangen in orde zijn.
Het apparaat vult zich
niet met water en
pompt dit direct weg.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie
is. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-
instructies'.
Het water niet wordt af‐
gepompt uit de machi‐
ne.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt
is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of
bochten heeft.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in
orde is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zon‐
der afvoerfase instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt
waarbij water in de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reini‐
ging'.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met de Servicedienst.
NEDERLANDS 27
Probleem Mogelijke oplossing
De centrifugeerfase
werkt niet of de wascy‐
clus duurt langer dan
normaal.
Stel de centrifugeersnelheid in.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt
waarbij water in de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reini‐
ging'.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en
start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan ver‐
oorzaakt zijn door evenwichtsproblemen.
Er is water op de vloer.
Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslan‐
gen goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet
beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoe‐
veelheid gebruikt.
U kunt de klep van de
machine niet openen.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich
water in de trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voor‐
zorgsmaatregelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onder‐
houd en reiniging").
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machi‐
ne staat.
Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de
machine, Neem contact op met een erkend servicecen‐
trum. Als u de deksel moet openen, lees dan zorgvuldig
“Nooddeuropening”.
Het apparaat maakt
een abnormaal geluid.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raad‐
pleeg 'Montage-instructies'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transport‐
bouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te
gering zijn.
De cyclus is korter dan
de weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van
de wasgoedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaar‐
den'.
De cyclus is langer dan
de weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de
duur. Dit is normaal gedrag van het apparaat.
De wasresultaten laten
te wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmid‐
del.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van
hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen
heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
U kunt geen optie in‐
stellen.
Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
www.electrolux.com28
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als
het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
14. NOODDEUROPENING
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur niet te
hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht
indien nodig tot de
trommel stopt met draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in een
noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop AutoOff om het
apparaat uit te schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag
en open tegelijkertijd de deur van het
apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
15. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diep‐
te/ Totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 605 mm/ 639
mm
NEDERLANDS 29
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Niveau van bescherming tegen het binnendrin‐
gen van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd
door het beschermdeksel, behalve wanneer de
laagspanningsapparatuur geen bescherming te‐
gen vocht heeft
IPX4
Druk watertoevoer Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Watertoeover
1)
Koud water
Toelaatbare maximum
belading
Katoen 9 kg
Energiebesparingsklasse A+++
Centrifugeersnelheid Maximum 1600 tpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
www.electrolux.com30

Documenttranscriptie

EWF 1697 HBW NL DE Wasautomaat Waschmaschine Gebruiksaanwijzing Benutzerinformation 2 31 2 www.electrolux.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................6 4. BEDIENINGSPANEEL....................................................................................... 7 5. PROGRAMMA’S ................................................................................................8 6. VERBRUIKSGEGEVENS.................................................................................12 7. OPTIES.............................................................................................................13 8. INSTELLINGEN................................................................................................16 9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.........16 10. DAGELIJKS GEBRUIK...................................................................................16 11. AANWIJZINGEN EN TIPS..............................................................................21 12. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 22 13. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................26 14. NOODDEUROPENING.................................................................................. 29 15. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................... 29 WE DENKEN AAN U Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com/webselfservice Registreer uw product voor een betere service: www.registerelectrolux.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan dient dit geactiveerd te worden. Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet (raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema"). 4 www.electrolux.com • • • • • • • • De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa). De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking. Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage • • • • • Verwijder de verpakking en de transportbouten. Bewaar de transportbouten op een veilige plaats. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen. Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • • • • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. Gebruik of installeer het apparaat niet als de temperatuur lager kan zijn dan 0°C of als het is blootgesteld aan het weer. Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is. Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren. Installeer het apparaat niet direct boven de vloerafvoer. NEDERLANDS • • • Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren. Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan. Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden. 2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet • • • • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen. • • • 2.4 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat. • • • • • • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het wasgoed verwijderd zijn. Was geen stoffen die zwaarbevuild zijn met olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan rubberen onderdelen van de wasmachine beschadigen. Was dergelijke stoffen met de hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt. Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden. 2.5 Servicedienst 2.3 Aansluiting aan de waterleiding • • • • Beschadig de waterslangen niet. Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. 5 Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang. U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk. Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. 2.6 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. 6 www.electrolux.com • • • Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren • binnen in de trommel vast komen te zitten. Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Apparaatoverzicht 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 7 Bovenblad Wasmiddellade Bedieningspaneel Handgreep Typeplaatje Filter afvoerpomp Voetjes voor het waterpas zetten van het apparaat 5 6 7 3.2 De kinderbeveiliging inschakelen Dit voorkomt dat kinderen of huisdieren in de trommel worden opgesloten. Draai het draaigedeelte rechtsom totdat de groef horizontaal staat. U kunt de deur niet sluiten. Om de deur te sluiten draait u het draaigedeelte linksom totdat de groef weer verticaal staat. 3.3 Set bevestigingsplaatjes (4055171146) Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt. Zet het apparaat goed vast met de bevestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint plaatst. Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door. NEDERLANDS 7 4. BEDIENINGSPANEEL 4.1 Beschrijving bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 12 1 Aan-/Uittoets (AutoOff) 2 Programmaknop 3 Tiptoets Centrifugeersnelheid reducerend Essorage) 9 Tiptoets Strijkvrij Repassage Facile) (Strijkvrij - 10 Tiptoets Start/Pauze (Start/ Pauze - Départ/Pause) 4 Tiptoets temperatuur (Temperatuur - Température) 5 Display 11 Time Manager-tiptoetsen (TimeManager) 12 Tiptoets favoriet programma (MyFavourites) (Voorwas - 7 Tiptoets Startuitstel Départ différé) 10 8 Tiptoets Extra spoelen (Extra Spoelen - Rinçage Plus) (Centrifugeren - 6 Tiptoets voorwas Prélavage) 11 (Startuitstel - 4.2 Display (weergave) A K B J C I D H E G F 8 www.electrolux.com A. Het temperatuurgedeelte: • : Temperatuuraanduiding • : Aanduiding koud water B. • wasgoed1) : Time Manageraanduiding C. D. Het tijdgedeelte: • : De programmaduur : Het startuitstel • : De alarmcodes • : De foutmelding • E. : Het programma is voltooid. : De aanduiding startuitstel F. : De permanente aanduiding extra spoelen G. : De aanduiding van het kinderslot H. : De aanduiding deur vergrendeld U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool brandt. • U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit gaat. Wasaanduidingen: I. • • : De wasfase : De centrifugeerfase : De stoomfase Als een programma is ingesteld, gaan alle aanduidingen die verband houden met dat programma aan. Als het programma is begonnen, wordt alleen de aanduiding van de werkende fase getoond. Als een fase voltooid is, blijft de aanduiding van de fase aan. Als het programma is voltooid, is het symbool van de laatste fase aan. : Maximale lading • : De spoelfase J. : De Eco Info aanduiding K. Het centrifugeergedeelte: • : De aanduiding centrifugeersnelheid • : De aanduiding niet centrifugeren • • : De aanduiding Spoelstop : De aanduiding Extra stil 5. PROGRAMMA’S 5.1 Programmaoverzicht Programma Temperatuur‐ bereik Maximale la‐ Programmabeschrijving ding (Type lading en vervuiling) Maximale cen‐ trifugeersnel‐ heid Wasprogramma's Katoen - Coton 90°C - Koud Katoen Eco Coton Eco1) 60°C - 40°C 9 kg 1600 tpm Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild. 9 kg 1600 tpm Wit katoen en kleurvast katoen. Normale ver‐ vuiling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe. 1) Alleen zichtbaar als de deur open is. NEDERLANDS Programma Temperatuur‐ bereik Synthetica Synthétiques 60°C - Koud 9 Maximale la‐ Programmabeschrijving ding (Type lading en vervuiling) Maximale cen‐ trifugeersnel‐ heid 4 kg 1200 tpm Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling. 4 kg Fijne Was - Déli‐ 1200 tpm cats 40°C - Koud Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemeng‐ de stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Normale vervuiling. 1,5 kg 1200 tpm Machinewasbestendige wol, handwasbesten‐ dige wol en andere stoffen voorzien van het symbool «handwas».2) 9 kg 1200 tpm Jeans en kleding van tricot. Ook voor donkere kleding. 9 kg Spoelen - Rinça‐ 1600 tpm ge Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐ fen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het type wasgoed. 9 kg Centr./Pompen - 1600 tpm Essorage/Vidan‐ ge3) Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer fijne stoffen. 3 kg Dekbed - Couet‐ 800 tpm te 60°C - 30°C Speciaal programma voor één synthetische de‐ ken, dekbed, sprei enz. 2,5 kg 800 tpm Synthetische en delicate stoffen. Lichte vervui‐ ling of op te frissen kleding. 1,5 kg 800 tpm Synthetische en gemengde stoffen. Lichte ver‐ vuiling en op te frissen kleding. Wol/Handwas Laine/Lavage à la main 40°C - Koud Jeans 60°C - Koud Outdoor - Sport 30°C 14 min. 30°C 10 www.electrolux.com Programma Temperatuur‐ bereik Maximale la‐ Programmabeschrijving ding (Type lading en vervuiling) Maximale cen‐ trifugeersnel‐ heid Stoomprogramma's4) Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of eenmaal gedragen wasgoed. Deze programma's kunnen kreukels en luchtjes verminderen en het wasgoed zach‐ ter maken. Gebruik nooit een wasmiddel. Verwijder vlekken indien nodig door te wassen of plaatselijk vlekkenverwijderaar te gebruiken. Stoomprogramma's hebben geen hygiënische cyclus. Stel het stoomprogramma niet in voor dit type kleding: • • • Kleding die bij een temperatuur lager dan 40°C gewassen moet worden. Kleding waar op het wasvoorschrift niet staat of het geschikt is voor de droger. Kleding met stukjes plastic, metaal, hout of dergelijke materialen. 1,5 kg Stoomprogramma voor katoenen en syntheti‐ sche stoffen. Deze cyclus verwijdert geuren uit het wasgoed5) 1,5 kg Stoomprogramma voor synthetische stoffen. Dit programma helpt bij het ontkreuken van het wasgoed. Opfrissen - Ra‐ fraîchir Stoom Syntheti‐ ca - Vapeur Syn‐ thétiques NEDERLANDS Programma Temperatuur‐ bereik 11 Maximale la‐ Programmabeschrijving ding (Type lading en vervuiling) Maximale cen‐ trifugeersnel‐ heid 1,5 kg Stoomprogramma voor katoen. Dit programma helpt bij het ontkreuken van het wasgoed. Stoom katoen Vapeur Coton 1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regel‐ geving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenpro‐ gramma» en het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte program‐ ma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen was‐ goed. De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma. 2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma. 3) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschik‐ baar. 4) Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de cyclus vochtig aanvoelen. Het is beter om de kleren ongeveer 10 minuten in de frisse lucht te drogen om de vochtigheid te laten verdampen. Voor optimaal resultaat dient u het was‐ goed na afloop van het programma meteen uit de trommel te halen. Na een stoomcyclus kunt u de items toch nog strijken, maar dan uiteraard met veel minder moeite. 5) Stoom verwijdert geen geuren van dieren. Toepasbaarheid programma-opties Programma 1) ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 12 www.electrolux.com Programma ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 1) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschik‐ baar. 5.2 Woolmark Apparel Care Blauw wassen van wollen kleding waarvan in het label staat dat het handwas is, op voorwaarde dat de kledingstukken worden gewassen volgens de instructies op het label in het kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachine. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding. M1230 In het VK, Ierland, Hong Kong en India is het Woolmark-symbool is een certificeringshandelsmerk. De wolwascyclus van de machine is goedgekeurd door Woolmark voor het 6. VERBRUIKSGEGEVENS De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gege‐ vens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevings‐ temperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toe‐ voerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden. De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd om de kwaliteit van het product te verbeteren. Bij de start van het programma toont het display de duur van het pro‐ gramma voor de maximale beladingscapaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trom‐ mel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maxi‐ male beladingscapaciteit 9 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur, maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter zijn dan 1 uur). Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een stip op het display. NEDERLANDS Programma’s Bela‐ ding (kg) Energie‐ verbruik (kWh) Waterver‐ Geschatte bruik (liter) program‐ maduur (minuten) 13 Resteren‐ de vochtig‐ heid (%)1) Katoen - Coton 60°C 9 1.68 71 180 44 Katoen - Coton 40°C 9 1.05 71 175 44 Synthetica - Syn‐ thétiques 40°C 4 0.65 52 110 35 Fijne Was - Déli‐ cats 40°C 4 0.70 63 91 35 Wol/Handwas Laine/Lavage à la main 30°C 2) 1,5 0.35 57 58 30 9 1.05 57 229 44 4,5 0.75 51 173 44 4,5 0.66 51 171 44 Standaard katoenprogramma's Standaard 60°C katoen Standaard 60°C katoen Standaard 40°C katoen 1) Aan het einde van de centrifugefase. 2) Niet beschikbaar voor sommige modellen. Uit-modus (W) Modus aan laten (W) 0.05 0.05 De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG 7. OPTIES 7.1 Temperatuur - Température Stel deze optie in om de standaardtemperatuur te wijzigen. Aanduiding = koud water. Het display toont de ingestelde temperatuur. 7.2 Centrifugeren - Essorage Met deze optie kunt u de standaardcentrifugeersnelheid verlagen. Het symbool van de ingestelde snelheid wordt op het display weergegeven. Extra centrifugeeropties: Niet centrifugeren • Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te verwijderen. 14 www.electrolux.com • • • Instellen voor fijne was. De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's. Op het display verschijnt het symbool . Spoelstop • • • • Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. Het wasprogramma stopt met water in de trommel. De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Op het display verschijnt het symbool . Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'. Extra Stil • • • • • Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te verwijderen en een stil wasprogramma uit te voeren. De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's. Het wasprogramma stopt met water in de trommel. De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Op het display verschijnt het symbool . Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'. 7.3 Voorwas - Prélavage Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde kleding. Als u deze optie instelt neemt de programmaduur toe. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. 7.4 Strijkvrij - Repassage Facile Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid, gebruikt meer water en past de programmaduur aan het type wasgoed aan. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. 7.5 Startuitstel - Départ différé Met deze optie kunt u de start van een programma uitstellen van 30 minuten tot 20 uur. Op het display verschijnt het bijbehorende symbool. 7.6 Extra Spoelen - Rinçage Plus Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. 7.7 Tijdsinstelling Als u een wasprogramma instelt, toont het display de standaardduur. of om de programmaduur Druk op te verlengen of in te korten. Het symbool Time Manager is alleen beschikbaar bij de programma's in de tabel. Aanduiding Katoen Eco - Coton Eco NEDERLANDS 2) 4) ■ ■ ■ ■ ■ ■ 1) 1) ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■3) ■3) ■3) ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■3) ■ ■ ■3) 1) Indien van toepassing. 2) Kortste: om het wasgoed om te frissen. 3) Standaardduur programma. 4) Langste: De programmaduur verlengen, zal het energieverbruik laten toenemen. De geoptimaliseerde opwarmfase bespaart energie en de lagere duur heeft dezelfde wasresultaten (vooral voor normaal be‐ vuild). Eco Info De streepjes Eco Info (alleen bij de programma's voor katoen en synthetica) geven de efficiëntie weer van het wasprogramma qua energiebesparing: • • Als de programmaduur toeneemt, komen er meer Eco Info-streepjes. Door de duur van het wasprogramma te verlengen, kunnen constante prestaties mogelijk worden die het energieverbruik verlagen. • Als u de wastemperatuur verlaagt, komen er meer Eco Info-streepjes. Advies voor de meest efficiënte instelling: • • ■ ■3) • • ■ 6 streepjes: de efficiëntste instelling voor optimale wasprestaties. 1 streepje: de minder efficiënte instelling. 15 Het aantal Eco Info-streepjes verandert als u de duur wijzigt van het wasprogramma (zie Time Manager), de wastemperatuur en het gewicht van het wasgoed. Om de prestaties van het wasprogramma te optimaliseren moet het aantal streepjes toenemen: Stel de aanduiding Time Manager of in. Stel de mogelijk lagere wastemperatuur in. Stel de voorwasoptie niet in. 7.8 MyFavourites Met deze optie kunt u uw favoriete programma en opties opslaan. Het is niet mogelijk om de optie startuitstel op te slaan met MyFavourite. Hoe een programma opslaan 1. Druk op de toets om het apparaat in te schakelen. 2. Stel het programma en de opties in die u wenst op te slaan. 3. Druk op MyFavourite tot op het display de tekst “MEM” verschijnt. Het opgeslage programma instellen 1. Druk op de toets om het apparaat in te schakelen. 2. Druk kort op MyFavourite. Het startuitstel is niet opgeslagen in het geheugen. 16 www.electrolux.com 8. INSTELLINGEN • 8.1 Kinderslot Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen. • Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat. U kunt deze optie inschakelen: • Nadat u op heeft gedrukt: worden de opties en de programmaknop vergrendeld. • heeft gedrukt: kan Voordat u op het apparaat niet starten. 8.2 Permanent extra spoelen Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat. 8.3 Geluidssignalen De geluidssignalen weerklinken wanneer: • • Het programma is voltooid Er een storing in het apparaat optreedt. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op en gedurende 6 seconden. Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt. Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen. 9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Draai de waterkraan open. 3. Giet 2 liter water in het wasmiddeldoseerbakje voor de wasfase. Dit activeert het afvoersysteem. 4. Doe een klein beetje wasmiddel in het doseervakje voor de wasfase. 5. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip. 10. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 10.1 Wasgoed in de machine doen 1. Open de deur van het apparaat 2. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. 3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de trommel. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. 4. Doe de deur stevig dicht. NEDERLANDS 17 10.2 Wasmiddel en toevoegingen gebruiken 1. Meet het wasmiddel en wasverzachter af. 2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten. 3. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. LET OP! Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan. Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken. 10.3 Wasmiddeldoseerbakjes LET OP! Gebruik alleen wasmiddel voor wasmachines. Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen. Wasmiddelbakje voor voorwasfase. Wasmiddelbakje voor wasfase. Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel). Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel. 18 www.electrolux.com 10.4 Vloeibaar wasmiddel of poeder A 1. 2. B 3. 4. • Positie A voor poederwasmiddel (fabrieksinstelling). • Positie B voor vloeibaar wasmiddel. Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt: • Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen. • Gebruik niet meer vloeibaar wasmiddel dan het maximale niveau. • Stel de voorwasfase niet in. • Stel de startuitstelfunctie niet in. 10.5 Het apparaat inschakelen Druk op de toets om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld. 10.6 Een programma instellen 1. Draai de programmaschakelaar om het programma in te stellen: • Het bijbehorende programmaindicatielampje gaat branden. • • Het indicatielampje van knippert. Het display vermeldt het niveau van de Time Manager, de programmaduur en welke programmafase actief is. 2. Indien nodig, wijzig de temperatuur, de centrifugeersnelheid, de cyclusduur of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden. Als u iets niet goed instelt, toont het display de melding . NEDERLANDS 10.7 Een programma starten zonder een uitgestelde start Druk op Het indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. • Het indicatielampje begint te knipperen. Het programma start, de deur is vergrendeld en het display toont de weergave knippert, wordt de deur vergrendeld. Als het display een alarmbericht weergeeft nadat de • aanduiding gedurende een paar seconden heeft geknipperd, betekent dit dat de deur niet goed vergrendeld is (kijk voor meer details in het hoofdstuk Probleemoplossing). De afvoerpomp kan even werken als het apparaat gevuld wordt met water. Na ongeveer 15 minuten na de start van het programma: • Het apparaat past automatisch de programmaduur aan aan de wasgoedbelading. • Op de display verschijnt de nieuwe waarde. 10.8 Een programma starten met een uitgestelde start 1. Druk nogmaals op tot op het display het gewenste startuitstel verschijnt. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden op het display. 2. Druk op : • De machine begint de tijd af te tellen. . Als de aanduiding knippert, wordt de deur vergrendeld. Als het display een alarmbericht weergeeft nadat de aanduiding . Als de aanduiding 19 De deur wordt vergrendeld, het display toont de aanduiding . • • • • gedurende een paar seconden heeft geknipperd, betekent dit dat de deur niet goed vergrendeld is (kijk voor meer details in het hoofdstuk Probleemoplossing). Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart. U kunt de instelling van het startuitstel annuleren of wijzigen voordat u op drukt. De uitgestelde start annuleren: • Druk op om het apparaat op pauze te zetten. • Druk op tot op het ' verschijnt. • om Druk weer op het programma direct te starten. 10.9 Een programma onderbreken en de opties wijzigen U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken. . 1. Druk op Het indicatielampje knippert. 2. Wijzig de opties. 3. Druk weer op . Het wasprogramma gaat verder. 10.10 Een actief programma annuleren 1. Druk een paar seconden op de toets om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen. 20 www.electrolux.com 2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen. Het apparaat voert het water af voordat u een nieuw programma start. Zorg er in dit geval voor dat het wasmiddel nog in het doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij. 10.11 De deur openen LET OP! Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen. Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van het apparaat vergrendeld en op het display staat het symbool . De deur van het apparaat openen wanneer het programma of het startuitstel in werking is: 1. Druk op om het apparaat te pauzeren. 2. Wacht tot het indicatielampje van de deurvergrendeling dooft. 3. Open de deur. 4. Sluit de deur en druk weer op de • Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. • Draai de waterkraan dicht. • Druk een paar seconden op de knop voor AutoOff om het apparaat uit te schakelen. • Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel: • De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. • • Om het water weg te pompen: . 1. Druk op Het apparaat voert het water af en centrifugeert. 2. Als u instelt, pompt het apparaat alleen. De centrifugeersnelheid zo nodig verlagen. 3. Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen. 4. Druk een paar seconden op de knop voor AutoOff om het apparaat uit te schakelen. Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren (behalve bij het wolprogramma). . toets Het programma of het startuitstel blijft werken. 10.12 Aan het einde van het programma • • Het apparaat stopt automatisch. Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het signaal. • In het display gaat het symbool aan. Het lampje van Start/Pauze - Départ/ Pause gaat uit. • • • Het deurvergrendelingssymbool gaat uit. U kunt de deur openen. Het indicatielampje van de deur brandt. De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. 10.13 AUTOMATISCHE UITSCHAKELING-optie De AUTOMATISCHE UITSCHAKELINGfunctie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als: • Er een programma is geselecteerd, maar na 5 minuten van de instelling nog niet op de toets is gedrukt. Druk opnieuw op de toets apparaat in te schakelen. om het NEDERLANDS • 5 minuten na afloop van het wasprogramma 21 Als u een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet door de AUTOMATISCHE UITSCHAKELING functie gedeactiveerd om u eraan te herinneren het water weg te pompen. Druk opnieuw op de toets om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen. 11. AANWIJZINGEN EN TIPS 11.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet • • • • • • • • • • • • Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol. Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt. Was witte en bonte artikelen niet samen. Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen. Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op. Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open. Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten. Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal wasmiddel. Zwaar bevuilde was met vlekken moet gewassen en voorbehandeld worden voordat het in de trommel wordt gedaan Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop. Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.). Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten. 11.2 Hardnekkige vlekken Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof. 11.3 Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen • • • • • • Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat: – waspoeder voor alle soorten weefsels, – waspoeder voor delicate stoffen (40 °C max) en wol, – vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar. Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten. Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling. Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare 22 www.electrolux.com wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel). 11.4 Milieutips • • • Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed. Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt. Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid". 11.5 Waterhardheid Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied. Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 12. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 12.1 Buitenkant reinigen Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten. 12.3 Onderhoudswasbeurt Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk: • • Haal al het wasgoed uit de trommel. Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel. 12.4 Deurrubber 12.2 Ontkalken Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant. NEDERLANDS 12.5 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen 1. 2. 1 2 3. 4. 12.6 Het afvoerfilter schoonmaken Reinig het afvoerfilter niet als het water in de machine heet is. Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon. Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt. 23 NEDERLANDS 25 Houd altijd een doek bij de hand om eventueel morsen van water op te nemen. 12.7 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen 1. 2. 1 2 3 3. 4. 45° 20° 12.8 Noodafvoer Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing. Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van "Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig schoon. Als u het water afpompt met gebruikmaking van de noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem opnieuw activeren: 1. Giet 2 liter water in het wasvak van de wasmiddellade. 2. Start het programma om het water af te pompen. 12.9 Voorzorgsmaatregelen bij vorst Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen. 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de waterkraan dicht. 3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen. 4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure. 5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw. 26 www.electrolux.com WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt. 13. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 13.1 Introductie Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de Servicedienst. Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode: • - Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. • - Het apparaat pompt geen water weg. • - De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur! Als het apparaat overladen is, neemt u wat voorwerpen uit de trommel en/of duwt u tegen de deur en drukt u tegelijkertijd op de knop Start/Pauze - Départ/ Pause totdat de aanduiding stopt met knipperen (zie de afbeelding hieronder). • - De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is. • - Geen communicatie tussen de elektronische elementen van het apparaat. Schakel uit en terug aan. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert. NEDERLANDS 27 13.2 Mogelijke storingen Probleem Mogelijke oplossing • • Het programma start niet. • • • • • • Het apparaat wordt niet goed met water gevuld. • • • • • Het apparaat vult zich niet met water en pompt dit direct weg. Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is. Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf. Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het filter van het ventiel niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe‐ voerslang aanwezig zijn. Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaat‐ slang in orde is. Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterin‐ laatslangen in orde zijn. • Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montageinstructies'. • Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is. Stel het afvoerprogramma in als u een programma zon‐ der afvoerfase instelt. Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft. Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reini‐ ging'. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst. • • Het water niet wordt af‐ gepompt uit de machi‐ ne. Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcontact. Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is. Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is. Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt. Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op het einde van de aftelprocedure. Schakel het kinderslot uit. • • • • 28 www.electrolux.com Probleem Mogelijke oplossing • • De centrifugeerfase werkt niet of de wascy‐ clus duurt langer dan normaal. • • • Er is water op de vloer. • • • • • U kunt de klep van de machine niet openen. • • Het apparaat maakt een abnormaal geluid. • • • De cyclus is korter dan de weergegeven tijd. De cyclus is langer dan de weergegeven tijd. De wasresultaten laten te wensen over. U kunt geen optie in‐ stellen. Stel de centrifugeersnelheid in. Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft. Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reini‐ ging'. Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan ver‐ oorzaakt zijn door evenwichtsproblemen. Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslan‐ gen goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is. Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd zijn. Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoe‐ veelheid gebruikt. Controleer of het wasprogramma is voltooid. Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt. Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voor‐ zorgsmaatregelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onder‐ houd en reiniging"). Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machi‐ ne staat. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de machine, Neem contact op met een erkend servicecen‐ trum. Als u de deksel moet openen, lees dan zorgvuldig “Nooddeuropening”. Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raad‐ pleeg 'Montage-instructies'. Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transport‐ bouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'. Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn. • Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de wasgoedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaar‐ den'. • Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is normaal gedrag van het apparaat. • • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmid‐ del. Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast. Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft. Verminder de wasgoedbelading. • Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt. • • NEDERLANDS 29 Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum. Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum. 14. NOODDEUROPENING In het geval van een stroomstoring of apparaatstoring blijft de deur van het apparaat vergrendeld. Het wasprogramma gaat verder als er weer stroom is. Als de deur door een storing vergrendeld blijft, is het mogelijk om de deur te openen met een noodontgrendeling. Voor het openen van de deur: Ga als volgt te werk om de deur te openen: 1. Druk op de knop AutoOff om het apparaat uit te schakelen. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. 3. Open de filterklep. 4. Trek de noodontgrendeling omlaag en open tegelijkertijd de deur van het apparaat. LET OP! Zorg ervoor dat de watertemperatuur niet te hoog is en dat het wasgoed niet heet is. Wacht indien nodig tot de watertemperatuur en het wasgoed zijn afgekoeld. LET OP! Zorg ervoor dat de trommel niet draait. Wacht indien nodig tot de trommel stopt met draaien. 5. Haal het wasgoed uit de trommel en sluit de deur van het apparaat. 6. Sluit het klepje. Zorg ervoor dat het waterpeil in de trommel niet te hoog is. Voer indien nodig een noodafvoerprocedure uit (zie "Water afvoeren in een noodgeval" in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging"). 15. TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diep‐ te/ Totale diepte 600 mm/ 850 mm/ 605 mm/ 639 mm 30 www.electrolux.com Aansluiting op het elektriciteitsnet Spanning Totaal vermogen Zekering Frequentie 230 V 2200 W 10 A 50 Hz Niveau van bescherming tegen het binnendrin‐ gen van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het beschermdeksel, behalve wanneer de laagspanningsapparatuur geen bescherming te‐ gen vocht heeft IPX4 Druk watertoevoer 0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0.8 MPa) Minimum Maximum Watertoeover 1) Koud water Toelaatbare maximum Katoen belading 9 kg Energiebesparingsklasse A+++ Centrifugeersnelheid 1600 tpm Maximum 1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad. 16. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Electrolux EWF1697HBW Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding

in andere talen