De Dietrich DKS876X Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Inhoud
Veiligheidsinformatie 36
Bedieningspaneel 38
Het eerste gebruik 41
Dagelijks gebruik 41
Nuttige aanwijzingen en tips 45
Onderhoud en reiniging 46
Problemen oplossen 47
Technische gegevens 50
Montage 50
Het milieu 51
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om een
correct gebruik te kunnen waarborgen is het
van belang dat u, alvorens het apparaat te
installeren en in gebruik te nemen, deze ge-
bruiksaanwijzing, inclusief de tips en waar-
schuwingen, grondig doorleest. Om onnodi-
ge vergissingen en ongevallen te voorkomen
is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle
mensen die het apparaat gebruiken, volledig
bekend zijn met de werking ervan en de vei-
ligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instruc-
ties en zorg ervoor dat zij bij het apparaat
blijven als het wordt verplaatst of verkocht,
zodat iedereen die het apparaat gedurende
zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is
geïnformeerd over het gebruik en de veilig-
heid van het apparaat.
Voor de veiligheid van mensen en eigendom-
men dient u zich aan de voorzorgsmaatre-
gelen uit dit instructieboekje te houden, de
fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade
die door het niet opvolgen van de aanwijzin-
gen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (waaronder begrepen kin-
deren) met verminderde fysieke, zintuiglij-
ke vermogens of een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt
van een voor hun veiligheid verantwoorde-
lijke persoon of tenzij zij van een dergelijke
persoon instructie hebben ontvangen over
het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorko-
men dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de
stekker uit het stopcontact, snij de voe-
dingskabel door (zo dicht mogelijk bij het
apparaat) en verwijder de deur om te voor-
komen dat kinderen een elektrische schok
krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een
magnetische deursluiting, een ouder ap-
paraat vervangt, dat voorzien is van een
veerslot (slot) op de deur of het deksel,
zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar
maakt voordat u het oude apparaat weg-
gooit. Dit voorkomt dat kinderen er in op-
gesloten kunnen raken.
Algemene veiligheid
Let op! Houd de ventilatie-openingen
altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren
van levensmiddelen en/of dranken in een
gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit
instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen
of kunstgrepen om het ontdooiproces te
versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische appara-
ten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkas-
ten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd
zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt
zich in het koelcircuit van het apparaat, dit
is een natuurlijk gas dat weliswaar milieu-
vriendelijk is, maar ook uiterst ontvlam-
baar.
Controleer of de onderdelen van het koel-
circuit tijdens transport en installatie van
het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is:
36
– open vuur en ontstekingsbronnen ver-
mijden
– de ruimte waar het apparaat zich be-
vindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te
brengen in de specificaties of dit product
op enigerlei wijze te modificeren. Een be-
schadigd netsnoer kan kortsluiting, brand
en/of een elektrische schok veroorzaken.
Waarschuwing! Alle elektrische onder-
delen (netsnoer, stekker, compressor)
mogen uitsluitend vervangen worden
door een erkende onderhoudsdienst of
gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd wor-
den.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet
platgedrukt of beschadigd wordt door
de achterkant van het apparaat. Een
platgedrukte of beschadigde stekker
kan oververhit raken en brand veroor-
zaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van
het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan
niet in het stopcontact. Dan bestaat er
een risico op een elektrische schok of
brand.
6. U mag het apparaat niet gebruiken
zonder de afdekking van het lampje.
9)
voor de binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als
u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak
ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn,
dit kan uw huid beschadigen of vrieswon-
den veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan
direct zonlicht.
Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof on-
derdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloei-
stoffen in het apparaat, deze kunnen ont-
ploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct tegen de
luchtopening in de achterwand.
10)
• Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw
worden ingevroren als het eenmaal ont-
dooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproducten
volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aan-
bevelingen van de fabrikant van het appa-
raat met betrekking tot het bewaren van
voedsel. Raadpleeg de betreffende aan-
wijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mousse-
rende dranken in de vriezer, deze veroor-
zaken druk op de fles die daardoor kan
ontploffen, dit kan schade toebrengen aan
het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken
als ze rechtstreeks vanuit het apparaat ge-
consumeerd worden.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker
uit het stopcontact voordat u onderhouds-
handelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met me-
talen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs
van het apparaat te krabben. Gebruik een
kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast regel-
matig op dooiwater. Maak de afvoer, in-
dien nodig, schoon. Als de afvoer verstopt
is, zal er water op de bodem van het ap-
paraat liggen.
Installatie
Belangrijk! Voor de aansluiting van
elektriciteit dienen de instructies in de
desbetreffende paragrafen nauwgezet te
worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er
beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet
aan als het beschadigd is. Meld mogelijke
beschadigingen onmiddellijk bij de winkel
waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi
in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voor-
dat u het apparaat aansluit, dan kan de olie
terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate lucht-
circulatie te zijn, anders kan dit tot over-
verhitting leiden. Om voldoende ventilatie
9) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien
10) Als het apparaat vorstvrij is
37
te verkrijgen de instructies met betrekking
tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een
muur geplaatst te worden, teneinde te
voorkomen dat hete onderdelen (com-
pressor, condensator) aangeraakt kunnen
worden en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of
kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar
is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Sluit het apparaat alleen aan op een drink-
waterleiding.
11)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden
die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van
onderhoud aan het apparaat, dienen uit-
gevoerd te worden door een gekwalifi-
ceerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhou-
den door een erkend onderhoudscentrum
en er dient alleen gebruik te worden ge-
maakt van originele reserveonderdelen.
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de
ozonlaag kunnen beschadigen, niet in
het koelcircuit en evenmin in de isolatie-
materialen. Het apparaat mag niet wor-
den weggegooid bij het normale huis-
houdelijke afval. Het isolatieschuim be-
vat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de
van toepassing zijnde regels die u bij de
lokale overheidsinstanties kunt verkrij-
gen. Voorkom beschadiging aan de
koeleenheid, vooral aan de achterkant
bij de warmtewisselaar. De materialen
die gebruikt zijn voor dit apparaat en die
voorzien zijn van het symbool
zijn re-
cyclebaar.
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel koelkast
1 2 3 4 5 6 7
1 Controlelampje
2 AAN/UIT schakelaar
3 Temperatuurregelaar (warmst)
4 Temperatuurlampje
5 Temperatuurregelaar (koudst)
6 Auto Fresh-lampje
7 Auto Fresh-toets
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de AAN/UIT-schakelaar.
Het controlelampje gaat aan.
Belangrijk! Bij het inschakelen komt de
weergegeven temperatuur niet overeen met
de ingestelde temperatuur totdat deze
gestabiliseerd is (binnen 24 uur).
Uitschakelen
Druk op de toets ON/OFF totdat het aftellen
van -3 -2 -1 voltooid is.
Het temperatuurdisplay gaat uit. Het contro-
lelampje gaat uit.
Temperatuurregeling
U kunt de temperatuur instellen tussen de
+2°C en +8°C.
De huidige temperatuurinstelling gaat knip-
peren op het temperatuurdisplay door op de
temperatuurregelaars te drukken. U kunt de
temperatuurinstelling alleen veranderen als
het display knippert. Om een hogere tempe-
ratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'warmst'. Om een lagere tem-
peratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'koudst'. Op het temperatuur-
display verschijnt de nieuw gekozen tempe-
ratuur gedurende enkele seconden waarna
11) Indien er een wateraansluiting voorzien is
38
de temperatuur in het vak weer wordt weer-
gegeven.
De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24
uur bereikt zijn.
Temperatuurdisplay
Tijdens de normale werking wordt de tem-
peratuur die op dat moment heerst in de
koelkast weergegeven op het temperatuur-
display.
Belangrijk! Een verschil tussen de
weergegeven temperatuur en de
temperatuursinstelling is normaal. In het
bijzonder als:
• er kort geleden een nieuwe temperatuur is
ingesteld.
• de deur lange tijd heeft opengestaan.
• er warm voedsel in het vak geplaatst is.
Auto Fresh-functie
Maximale prestaties worden verkregen door
de functie Auto Fresh in te stellen. Dit wordt
aangeraden bij grote hoeveelheden produc-
ten.
U kunt de Auto Fresh-functie inschakelen
door te drukken op de Auto Fresh-schake-
laar.
Het Auto Fresh-lampje gaat branden.
Belangrijk! De binnentemperatuur loopt
terug tot +2°C.
De functie Auto Fresh stopt automatisch na
ongeveer 6 uur.
Bedieningspaneel wijnkoeler
1 2 3 4 5 6 7 10 128
9 11
1 Controlelampje
2 AAN/UIT-schakelaar
3 Temperatuurregelaar (warmst)
4 Controlelampje van de temperatuur
5 Temperatuurregelaar (koudst)
6 Temperatuurregelaar (warmst)
7 Controlelampje van de temperatuur
8 Temperatuurregelaar (koudst)
9 Light-controlelampje
10 Light-schakelaar
11 Terugzetlampje alarm
12 Terugzettoets deuralarm
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de AAN/UIT-schakelaar.
Het controlelampje gaat aan.
Belangrijk! Bij het inschakelen komt de
weergegeven temperatuur niet overeen met
de ingestelde temperatuur totdat deze
gestabiliseerd is (binnen 24 uur).
Uitschakelen
Druk op de toets ON/OFF totdat het aftellen
van 3-2-1 voltooid is.
Het temperatuurdisplay gaat uit. Het contro-
lelampje gaat uit.
Temperatuurregeling
De huidige temperatuurinstelling gaat knip-
peren op het temperatuurdisplay door op de
temperatuurregelaars te drukken. U kunt de
temperatuurinstelling alleen veranderen als
het display knippert. Om een hogere tempe-
ratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'warmst'. Om een lagere tem-
peratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'koudst'. Op het temperatuur-
display verschijnt de nieuw gekozen tempe-
ratuur gedurende enkele seconden waarna
de temperatuur in het vak weer wordt weer-
gegeven.
De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24
uur bereikt zijn.
Belangrijk!
39
Als de wijnkoeler is uitgeschakeld, moet de
deur gesloten zijn om ervoor te zorgen dat de
vriezer goed werkt.
Op deze manier functioneert de elektroni-
sche besturing van de functies automatisch
en vindt er regelmatig luchtcirculatie plaats
om onaangename luchtjes en vochtigheid te
voorkomen.
Controlelampje van de temperatuur
Tijdens de normale werking wordt de tem-
peratuur die op dat moment heerst in de
wijnkoeler weergegeven op het temperatuur-
display.
Belangrijk! Een verschil tussen de
weergegeven temperatuur en de
temperatuursinstelling is normaal. In het
bijzonder als:
• er kort geleden een nieuwe temperatuur is
ingesteld.
• de deur lange tijd heeft opengestaan.
• er warm voedsel in het vak geplaatst is.
Alarm deur open
Als de deur enkele minuten heeft openge-
staan, knippert het terugzetlampje alarm en
klinkt er een geluidssignaal.
1. Druk op de terugzettoets deuralarm om
het geluidssignaal uit te schakelen.
2. Sluit de deur en het terugzetlampje alarm
gaat uit.
Light -schakelaar en indicatielampje
Indien u het licht wilt laten branden terwijl de
deur gesloten is, hoeft u alleen maar de deur
open en weer dicht te doen. De verlichting
blijft dan automatisch gedurende 10 minuten
AAN.
Als u de verlichting wilt uitschakelen voordat
deze automatisch uitgaat, opent u de deur
en drukt u op de light-schakelaar. Het indi-
catielampje gaat uit. De verlichting heeft geen
negatieve invloed op de kwaliteit van de wijn.
Bedieningspaneel vriezer
1 2 3 4 5 6 8
7 9
1 Controlelampje
2 AAN/UIT-schakelaar
3 Temperatuurregelaar (warmst)
4 Controlelampje van de temperatuur
5 Temperatuurregelaar (koudst)
6 Auto Freeze-lampje
7 Auto Freeze-schakelaar
8 Alarmlampje
9 Terugzettoets alarm
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de AAN/UIT-schakelaar.
Het controlelampje gaat aan.
Belangrijk! Bij het inschakelen komt de
weergegeven temperatuur niet overeen met
de ingestelde temperatuur totdat deze
gestabiliseerd is (binnen 24 uur).
Uitschakelen
Druk op de toets ON/OFF totdat het aftellen
van -3 -2 -1 voltooid is.
Het temperatuurdisplay gaat uit. Het contro-
lelampje gaat uit.
Temperatuurregeling
De temperatuur kan ingesteld worden tussen
-15 °C en -24 °C.
Als u op de temperatuurregeltoetsen drukt,
gaat de huidige temperatuurinstelling op het
temperatuurdisplay knipperen. U kunt de
temperatuurinstelling alleen veranderen als
het display knippert. Om een hogere tempe-
ratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'warmst'. Om een lagere tem-
peratuur in te stellen drukt u op de tempera-
tuurregelaar 'koudst'. Op het temperatuur-
display verschijnt de nieuw gekozen tempe-
ratuur gedurende enkele seconden waarna
de temperatuur in het vak weer wordt weer-
gegeven.
40
De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24
uur bereikt zijn.
Temperatuurdisplay
Tijdens de normale werking wordt de huidige
temperatuur in de vriezer weergegeven.
Belangrijk! Een verschil tussen de
weergegeven temperatuur en de
temperatuursinstelling is normaal. In het
bijzonder als:
• er kort geleden een nieuwe temperatuur is
ingesteld.
• de deur lange tijd heeft opengestaan.
• er warm voedsel in het vak geplaatst is.
Auto Freeze -functie
U kunt de functie Auto Freeze inschakelen
door op de toets Auto Freeze te drukken.
Het lampje Auto Freeze gaat branden.
Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
De functie kan te allen tijde uitgeschakeld
worden door op de toets Auto Freeze te
drukken.
Het lampje Auto Freeze gaat uit.
Alarm hoge temperatuur
In het geval van een abnormale stijging van
de temperatuur in de vriezer (bijv. stroomuit-
val) gaat het alarmlampje knipperen en klinkt
er een zoemer.
Als de temperatuur weer normaal is, blijft het
alarmlampje knipperen, maar de zoemer
klinkt niet meer.
Wanneer de terugzetschakelaar alarm wordt
ingedrukt, wordt de hoogste temperatuur die
in het vak bereikt is knipperend weergegeven
op het temperatuurdisplay.
Als de stroom lange tijd is uitgevallen, moet
bevroren voedsel zo snel mogelijk geconsu-
meerd worden, of gekookt en opnieuw inge-
vroren worden.
Alarm deur open
Als de deur enkele minuten heeft openge-
staan, knippert een alarmlampje en klinkt er
een geluidssignaal.
1. Druk op de terugzetschakelaar alarm om
het geluidssignaal uit te schakelen.
2. Sluit de deur en het alarmlampje gaat uit.
Het eerste gebruik
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een
beetje neutrale zeep om de typische geur van
een nieuw product weg te nemen. Droog
daarna grondig af.
Belangrijk! Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
Dagelijks gebruik
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en voor het voor een lange
periode bewaren van ingevroren en diepge-
vroren voedsel.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
functie Auto Freeze ten minste 24 uur voor-
dat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak
legt.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen in
de twee bovenste vakken.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24
uur ingevroren kan worden is vermeld op het
typeplaatje , een etiket dat aan de binnen-
kant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg gedu-
rende deze periode niet meer in te vriezen
voedsel toe.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een
periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het
apparaat minstens 2 uur op een hoge instel-
ling laten werken voordat u er producten in
plaatst.
41
Belangrijk! In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer
is uitgevallen dan de duur die op de kaart met
technische kenmerken onder "tijdsduur" is
vermeld, moet het ontdooide voedsel snel
geconsumeerd worden of onmiddellijk
bereid worden en dan weer worden
ingevroren (nadat het afgekoeld is).
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bla-
den voor het maken van ijsblokjes. Vul deze
bladen met water en zet ze dan in het vries-
vak.
Belangrijk! Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden uit de vriezer te
halen.
Invriesagenda
De symbolen geven verschillende soorten in-
gevroren levensmiddelen aan.
De cijfers geven de bewaartijd in maanden
aan voor de bijbehorende ingevroren levens-
middelen. Of de hoogste of laagste waarde
van de aangegeven bewaartijd van toepas-
sing is, hangt af van de kwaliteit van het
voedsel en eventuele bereiding voordat het
werd ingevroren.
Koude accumulators
De vriezer is uitgerust met minstens een kou-
de accumulator die de bewaartijd verlengt in
geval van een stroomonderbreking of
stroomuitval.
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt,
voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of
op kamertemperatuur laten ontdooien, af-
hankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor
nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog
bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding
iets langer duren.
Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien van
een aantal geleiders zodat de schappen op
de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Voor een beter gebruik van de ruimte kunnen
de voorste halve schappen over de achterste
worden geplaatst.
Het plaatsen van de deurschappen
Om het bewaren van voedselpakketten van
verschillende afmetingen mogelijk te maken,
kunnen de schappen op verschillende hoog-
tes geplaatst worden.
Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u
als volgt te werk:
trek het schap geleidelijk in de richting van de
pijlen totdat het los komt en plaats het op een
andere gewenste hoogte terug.
42
Belangrijk! Dit apparaat wordt in Frankrijk
verkocht.
In overeenstemming met de regelgeving die
in dit land geldig is, moet hij worden geleverd
met een speciaal apparaat (zie afbeelding)
dat in het onderste deel van de koelkast moet
worden geplaatst om de koudste zone daar-
van aan te geven.
Luchtkoeling
Met de Dynamic Air Cooling- of DAC-venti-
lator wordt voedsel snel gekoeld en wordt de
temperatuur in het koelvak gelijkmatiger.
1. U kunt de ventilator inschakelen door op
de schakelaar (1) te drukken. Het groene
lampje (2) gaat aan.
2. Pas de temperatuurregelaar aan aan de
stand van de VENTILATOR.
1
2
Deze voorziening maakt snelle koeling van
levensmiddelen mogelijk en zorgt voor een
gelijkmatiger temperatuur in het vak.
Belangrijk! Schakel de ventilator in als de
kamertemperatuur hoger dan 25° C is.
Rangschikking van de wijn
Bovenste compartiment:
De temperatuur kan ingesteld worden tussen
de +6 °C en +11°C. Deze ruimte is ideaal
voor wijnen, vooral nieuwe rode en witte wij-
nen, die onmiddellijk gedronken worden. De
ruimten werken elk met een ander tempera-
tuurbereik.
Onderste compartiment:
De temperatuur kan ingesteld worden tussen
de +12 °C en +18 °C. Deze ruimte is ideaal
voor het bewaren en verfijnen van rode of
witte wijnen gedurende langere perioden.
De temperaturen in dit vak zijn geschikt voor
het bewaren van gerijpte en volle wijnen.
Leg de flessen zo neer dat de kurken niet uit-
drogen.
Bewaar de wijn in het donker. De deur van
de koelkast is vervaardigd van dubbelver-
duisterings- en anti-UV-glas om de wijn te
beschermen tegen licht, in het geval dat de
koelkast in een goed verlichte ruimte staat.
Vermijd het te vaak of te lang inschakelen van
de verlichting van het apparaat. Wijnen kunt
u beter in het donker bewaren.
Ga zorgvuldig om met de flessen, zodat de
wijn niet geschud wordt.
Let op de aanbevelingen en de adviezen die
u bij aanschaf heeft gekregen of die vermeld
zijn in de documentatie over de kwaliteit, de
duurzaamheid en de optimale bewaartem-
peratuur van de wijn.
43
Suggesties voor de conservering
De conserveringsduur van de wijn is afhan-
kelijk van de rijping, van de druivensoort, het
alcoholgehalte en van het percentage fruc-
tose en tannine van de wijn. Controleer bij
aankoop of de wijn al gerijpt is of dat dit na
verloop van tijd beter wordt.
Aanbevolen bewaartemperaturen:
• Voor champagne en mousserende wijnen,
bij 6 tot 8°C
• Voor witte wijnen, bij 10 tot 12°C
• Voor rosé en lichtrode wijnen, bij 12 tot
16°C
• Gerijpte rode wijnen, bij 14 tot 16°C
Als u verschillende flessen boven op elkaar
stapelt, zorg er dan voor dat deze het koel-
element van de koelkast niet raken.
Legplateaus wijnkoeler
De legplateaus kunnen verwijderd worden
om ze te reinigen.
Flessenrek wijnkoeler
Verwijder het legplateau en schuif het rek in
de twee geleiders.
Op de legplanken met flessenrekken is het
maximale gewicht 30 kg.
Het onderste vak is voorzien van een mand
die gebruikt kan worden voor het rechtop en
schuin plaatsen van de flessen.
44
Luchtcirculatie
Het koelvak is voorzien van een speciale AIR-
LIGHT-ventilator die automatisch gaat wer-
ken naar aanleiding van de thermostaatin-
stellingen of de omgevingstemperatuur.
Nuttige aanwijzingen en tips
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten
staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
thermostaatknop op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is,
kan de compressor continu aan staan
waardoor er ijs op de verdamper ontstaat.
Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop
naar een warmere instelling om de koel-
kast automatisch te laten ontdooien en zo
elektriciteitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bij-
zonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er
vrijelijk omheen kan circuleren
Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpak-
ken en op het glazen schap leggen, boven
de groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of
maximaal twee dagen op deze manier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze
moeten afgedekt worden en mogen op wil-
lekeurig welk schap gezet worden.
Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig
schoongemaakt worden en in de speciaal
daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdich-
te bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plas-
tic zakjes gewikkeld worden om zoveel mo-
gelijk lucht buiten te sluiten.
Melkflessen: deze moeten een afdekdop
hebben en opgeslagen worden in het fles-
senrek in de deur.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook, in-
dien niet verpakt, mogen niet in de koelkast
bewaard worden.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invries-
proces te maken, volgen hier een paar be-
langrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24
uur ingevroren kan worden. is vermeld op
het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg ge-
durende deze periode niet meer in te vrie-
zen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoonge-
maakte levensmiddelen van uitstekende
kwaliteit in;
45
• bereid het voedsel in kleine porties voor,
zo kan het snel en volledig worden inge-
vroren en zo kunt u later alleen die hoe-
veelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes lucht-
dicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet
tegen het al ingevroren voedsel, om te
voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen
dan dikke; zout maakt voedsel minder lang
houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het
aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op
elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe
lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren
voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commer-
cieel ingevroren levensmiddelen op ge-
schikte wijze door de detailhandelaar wer-
den opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levens-
middelen zo snel mogelijk van de winkel
naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te
laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft
het snel en kan het niet opnieuw worden
ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven bewaarpe-
riode.
Onderhoud en reiniging
Let op! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen; onderhoud en herla-
den mag alleen uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale
zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en
wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren
dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Belangrijk! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van de kast en
verplaats of beschadig ze niet.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen,
schuurpoeders, erg geparfumeerde reini-
gingsproducten en waspolijstmiddelen om
de binnenkant schoon te maken, aangezien
deze het oppervlak beschadigen en een ster-
ke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de
compressor op de achterkant van het appa-
raat schoon met een borstel of stofzuiger.
Deze handeling zal de prestatie van het ap-
paraat verbeteren en het elektriciteitsverbruik
besparen.
Belangrijk! Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers
bevatten chemicaliën die de kunststoffen die
in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantas-
ten/beschadigen. Daarom wordt het aanbe-
volen de buitenkant van dit apparaat alleen
schoon te maken met warm water met een
beetje afwasmiddel.
Steek, na het schoonmaken van het appa-
raat, de stekker weer in het stopcontact.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor
tijdens normale werking stopt, automatisch
van de verdamper van het koelvak verwij-
derd. Het dooiwater loopt via een gootje in
een speciale opvangbak aan de achterkant
van het apparaat, boven de compressormo-
tor, waar het verdampt.
46
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak re-
gelmatig schoon te maken, om te voorko-
men dat het water overloopt en op het voed-
sel in de koelkast gaat druppelen. Gebruik
daarvoor de speciale reiniger, die al in het af-
voergaatje zit.
Het ontdooien van de vriezer
Het vriesvak van dit model is een "no-frost"-
type. Dit betekent dat zich in het vriesvak
geen ijs vormt als deze in bedrijf is, noch te-
gen de wanden noch op de levensmiddelen.
Het voorkomen van ijsvorming wordt gerea-
liseerd door een continue circulatie van kou-
de lucht in het vak, die aangedreven wordt
door een automatisch geregelde ventilator.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt
wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt, neem dan de volgende voor-
zorgsmaatregelen:
• trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
•
ontdooi de koelkast,
12)
en maak het ap-
paraat en alle accessoires schoon,
• laat de deur/deuren op een kier staan om
de vorming van onaangename luchtjes te
voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan
iemand om het zo nu en dan te controleren,
om te voorkomen dat het bewaarde voedsel
bederft, als de stroom uitvalt.
Problemen oplossen
Waarschuwing! Voordat u problemen
oplost, trekt u eerst de stekker uit het
stopcontact.
Het opsporen van storingen die niet in
deze handleiding vermeld zijn, dient te
worden verricht door een gekwalificeerd
technicus of deskundig persoon.
Belangrijk! Er zijn tijdens de normale
werking geluiden te horen (compressor,
koelcircuit).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt la-
waai
Het apparaat wordt niet goed on-
dersteund
Controleer of het apparaat stabiel
staat (alle vier de voetjes moeten
op de vloer staan)
De zoemer klinkt. Het
alarmlampje knippert.
De temperatuur in de vriezer is te
hoog.
Zie 'Alarm hoge temperatuur'.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'Alarm deur open'.
Het apparaat werkt niet.
Het lampje brandt niet.
Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het stop-
contact.
12) indien nodig,
47
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat krijgt geen stroom.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat
aan op het stopcontact.
Neem contact op met een gekwa-
lificeerd elektricien.
Het lampje werkt niet.
Het lampje staat in stand-by. Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt
continu.
De temperatuur is niet goed inge-
steld.
Stel een hogere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open staan
dan noodzakelijk.
De temperatuur van het product
is te hoog.
Laat het product afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het op-
bergt.
De kamertemperatuur is te hoog. Verlaag de kamertemperatuur.
De compressor start niet
direct na indrukken van
de Auto Freeze of Auto
Fresh -knop, of na het wij-
zigen van de temperatuur.
Dit is normaal, er is geen storing. De compressor start na enige tijd.
Er loopt water langs de
achterkant van de koel-
kast.
Tijdens het automatische ont-
dooiproces ontdooit de rijp tegen
de achterwand.
Dit is normaal.
Er loopt water in de koel-
kast.
De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer schoon.
Producten verhinderen het water
om in de wateropvangbak te lo-
pen.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
Auto Freeze of Auto Fresh-func-
ties zijn ingeschakeld.
Schakel Auto Freeze of Auto Fresh
handmatig uit, of wacht met het in-
stellen van de temperatuur tot de
functie automatisch is gereset.
Raadpleeg de ' Auto Freeze of Au-
to Fresh-functie'..
De temperatuur in het ap-
paraat is te laag/hoog.
De thermostaatknop is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het product
is te hoog.
Laat het product afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het op-
bergt.
Er zijn veel producten tegelijk op-
geborgen.
Berg minder producten tegelijk op.
De temperatuur in de
koelkast is te hoog.
Er is geen koude luchtcirculatie in
het apparaat.
Zorg ervoor dat er koude luchtcir-
culatie in het apparaat is.
De temperatuur in het
vriesvak is te hoog.
Producten liggen te dicht op elk-
aar.
Berg de producten zodanig op dat
er koude lucht kan circuleren.
Er is te veel rijp.
Het product is niet goed verpakt. Verpak het op de juiste manier.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
48
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De thermostaatknop is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere temperatuur in.
Het lampje vervangen
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Druk op de achterste haak en trek tege-
lijkertijd het lampenkapje in de richting
van de pijl.
3. Vervang het lampje met één van hetzelfde
vermogen (het maximale vermogen
wordt weergegeven op het lampenkapje)
4. Installeer het lampenkapje door het terug
te schuiven in zijn oorspronkelijke positie.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
6. Open de deur. Controleer of het lampje
gaat branden.
Het lampje van de wijnkelder vervangen
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het lampenkapje door het naar
binnen te drukken met bijvoorbeeld een
schroevendraaier om de achterste haken
vrij te geven. Maak tegelijkertijd de mid-
delste haak los en schuif het kapje in de
richting van de pijl.
3. Vervang het kapotte lampje door een
nieuwe van hetzelfde type en dezelfde ei-
genschappen.
4. Plaats het lampenkapje terug.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
6. Open de deur. Controleer of het lampje
gaat branden.
49
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
"Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deur-
afdichtingen. Neem contact met de ser-
vice-afdeling.
Technische gegevens
Afmetingen van de uitsparing
Hoogte 1855 mm
Breedte 1640 mm
Diepte 575 mm
Tijdsduur 21 h
De technische gegevens staan op het type-
plaatje aan de linker binnenkant in het appa-
raat en op het energielabel.
Montage
Lees voor uw eigen veiligheid en
correcte werking van het apparaat eerst
de 'veiligheidsinformatie' aandachtig
door, alvorens het apparaat te
installeren.
Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typepla-
tje van het apparaat:
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Het verwijderen van de geleiders van de
schappen
Uw apparaat is voorzien van borgklemmen
voor de schappen die het mogelijk maken de
schappen vast te zetten tijdens transport.
Om deze te verwijderen gaat u als volgt te
werk:
1. Trek de schaphouders in de richting van
de pijl (A).
2. Til het schap aan de achterkant op en
duw het naar voren tot het vrij komt (B).
3. Verwijder de borgklemmen (C).
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het vol-
tage en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw
huis.
Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoer-
stekker is voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit
het apparaat dan aan op een afzonderlijk
aardepunt, in overeenstemming met de gel-
dende regels, raadpleeg hiervoor een ge-
kwalificeerd elektricien.
De fabrikant neemt geen verantwoordelijk-
heid op zich als de bovenstaande veiligheids-
maatregelen niet worden nageleefd.
50
Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
Het milieu
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
51

Documenttranscriptie

36 Inhoud Veiligheidsinformatie Bedieningspaneel Het eerste gebruik Dagelijks gebruik Nuttige aanwijzingen en tips 36 38 41 41 45 Onderhoud en reiniging Problemen oplossen Technische gegevens Montage Het milieu 46 47 50 50 51 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat. Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen. • Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking. • Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten. • Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken. Algemene veiligheid Let op! Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies. • Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje. • Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te versnellen. • Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant. • Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. • Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar. Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt. Indien het koelcircuit beschadigd is: 37 – open vuur en ontstekingsbronnen vermijden – de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren • Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. Waarschuwing! Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel. 1. Het netsnoer mag niet verlengd worden. 2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. 3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken. 4. Trek niet aan het snoer. 5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elektrische schok of brand. 6. U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje. 9) voor de binnenverlichting. • Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst. • Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken. • Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht. Dagelijks gebruik • Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat. • Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen. • Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. 10) 9) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien 10) Als het apparaat vorstvrij is • Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is. • Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant. • U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen. • Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat. • IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden. Onderhoud en reiniging • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen. • Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een kunststof schraper. • Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Installatie Belangrijk! Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd. • Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg. • Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de compressor. • Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoende ventilatie 38 • • • • te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen. De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden veroorzaken. Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden. Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is. Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding. 11) Onderhoud • Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon. • Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen. Bescherming van het milieu Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voorzien zijn van het symbool zijn recyclebaar. Bedieningspaneel Bedieningspaneel koelkast 1 2 1 2 3 4 5 6 7 3 4 Controlelampje AAN/UIT schakelaar Temperatuurregelaar (warmst) Temperatuurlampje Temperatuurregelaar (koudst) Auto Fresh-lampje Auto Fresh-toets Inschakelen Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de AAN/UIT-schakelaar. Het controlelampje gaat aan. Belangrijk! Bij het inschakelen komt de weergegeven temperatuur niet overeen met de ingestelde temperatuur totdat deze gestabiliseerd is (binnen 24 uur). 11) Indien er een wateraansluiting voorzien is 5 6 7 Uitschakelen Druk op de toets ON/OFF totdat het aftellen van -3 -2 -1 voltooid is. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het controlelampje gaat uit. Temperatuurregeling U kunt de temperatuur instellen tussen de +2°C en +8°C. De huidige temperatuurinstelling gaat knipperen op het temperatuurdisplay door op de temperatuurregelaars te drukken. U kunt de temperatuurinstelling alleen veranderen als het display knippert. Om een hogere temperatuur in te stellen drukt u op de temperatuurregelaar 'warmst'. Om een lagere temperatuur in te stellen drukt u op de temperatuurregelaar 'koudst'. Op het temperatuurdisplay verschijnt de nieuw gekozen temperatuur gedurende enkele seconden waarna 39 de temperatuur in het vak weer wordt weergegeven. De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24 uur bereikt zijn. Temperatuurdisplay Tijdens de normale werking wordt de temperatuur die op dat moment heerst in de koelkast weergegeven op het temperatuurdisplay. Belangrijk! Een verschil tussen de weergegeven temperatuur en de temperatuursinstelling is normaal. In het bijzonder als: • er kort geleden een nieuwe temperatuur is ingesteld. • de deur lange tijd heeft opengestaan. • er warm voedsel in het vak geplaatst is. Auto Fresh-functie Maximale prestaties worden verkregen door de functie Auto Fresh in te stellen. Dit wordt aangeraden bij grote hoeveelheden producten. U kunt de Auto Fresh-functie inschakelen door te drukken op de Auto Fresh-schakelaar. Het Auto Fresh-lampje gaat branden. Belangrijk! De binnentemperatuur loopt terug tot +2°C. De functie Auto Fresh stopt automatisch na ongeveer 6 uur. Bedieningspaneel wijnkoeler 1 2 3 4 5 6 7 8 10 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Controlelampje AAN/UIT-schakelaar Temperatuurregelaar (warmst) Controlelampje van de temperatuur Temperatuurregelaar (koudst) Temperatuurregelaar (warmst) Controlelampje van de temperatuur Temperatuurregelaar (koudst) Light-controlelampje Light-schakelaar Terugzetlampje alarm Terugzettoets deuralarm Inschakelen Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de AAN/UIT-schakelaar. Het controlelampje gaat aan. Belangrijk! Bij het inschakelen komt de weergegeven temperatuur niet overeen met de ingestelde temperatuur totdat deze gestabiliseerd is (binnen 24 uur). 12 11 Uitschakelen Druk op de toets ON/OFF totdat het aftellen van 3-2-1 voltooid is. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het controlelampje gaat uit. Temperatuurregeling De huidige temperatuurinstelling gaat knipperen op het temperatuurdisplay door op de temperatuurregelaars te drukken. U kunt de temperatuurinstelling alleen veranderen als het display knippert. Om een hogere temperatuur in te stellen drukt u op de temperatuurregelaar 'warmst'. Om een lagere temperatuur in te stellen drukt u op de temperatuurregelaar 'koudst'. Op het temperatuurdisplay verschijnt de nieuw gekozen temperatuur gedurende enkele seconden waarna de temperatuur in het vak weer wordt weergegeven. De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24 uur bereikt zijn. Belangrijk! 40 Als de wijnkoeler is uitgeschakeld, moet de deur gesloten zijn om ervoor te zorgen dat de vriezer goed werkt. Op deze manier functioneert de elektronische besturing van de functies automatisch en vindt er regelmatig luchtcirculatie plaats om onaangename luchtjes en vochtigheid te voorkomen. Controlelampje van de temperatuur Tijdens de normale werking wordt de temperatuur die op dat moment heerst in de wijnkoeler weergegeven op het temperatuurdisplay. Belangrijk! Een verschil tussen de weergegeven temperatuur en de temperatuursinstelling is normaal. In het bijzonder als: • er kort geleden een nieuwe temperatuur is ingesteld. • de deur lange tijd heeft opengestaan. • er warm voedsel in het vak geplaatst is. Alarm deur open Als de deur enkele minuten heeft opengestaan, knippert het terugzetlampje alarm en klinkt er een geluidssignaal. 1. Druk op de terugzettoets deuralarm om het geluidssignaal uit te schakelen. 2. Sluit de deur en het terugzetlampje alarm gaat uit. Light -schakelaar en indicatielampje Indien u het licht wilt laten branden terwijl de deur gesloten is, hoeft u alleen maar de deur open en weer dicht te doen. De verlichting blijft dan automatisch gedurende 10 minuten AAN. Als u de verlichting wilt uitschakelen voordat deze automatisch uitgaat, opent u de deur en drukt u op de light-schakelaar. Het indicatielampje gaat uit. De verlichting heeft geen negatieve invloed op de kwaliteit van de wijn. Bedieningspaneel vriezer 1 2 3 4 5 6 8 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Controlelampje AAN/UIT-schakelaar Temperatuurregelaar (warmst) Controlelampje van de temperatuur Temperatuurregelaar (koudst) Auto Freeze-lampje Auto Freeze-schakelaar Alarmlampje Terugzettoets alarm Inschakelen Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de AAN/UIT-schakelaar. Het controlelampje gaat aan. Belangrijk! Bij het inschakelen komt de weergegeven temperatuur niet overeen met de ingestelde temperatuur totdat deze gestabiliseerd is (binnen 24 uur). 9 Uitschakelen Druk op de toets ON/OFF totdat het aftellen van -3 -2 -1 voltooid is. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het controlelampje gaat uit. Temperatuurregeling De temperatuur kan ingesteld worden tussen -15 °C en -24 °C. Als u op de temperatuurregeltoetsen drukt, gaat de huidige temperatuurinstelling op het temperatuurdisplay knipperen. U kunt de temperatuurinstelling alleen veranderen als het display knippert. Om een hogere temperatuur in te stellen drukt u op de temperatuurregelaar 'warmst'. Om een lagere temperatuur in te stellen drukt u op de temperatuurregelaar 'koudst'. Op het temperatuurdisplay verschijnt de nieuw gekozen temperatuur gedurende enkele seconden waarna de temperatuur in het vak weer wordt weergegeven. 41 De nieuw ingestelde temperatuur moet na 24 uur bereikt zijn. Temperatuurdisplay Tijdens de normale werking wordt de huidige temperatuur in de vriezer weergegeven. Belangrijk! Een verschil tussen de weergegeven temperatuur en de temperatuursinstelling is normaal. In het bijzonder als: • er kort geleden een nieuwe temperatuur is ingesteld. • de deur lange tijd heeft opengestaan. • er warm voedsel in het vak geplaatst is. Auto Freeze -functie U kunt de functie Auto Freeze inschakelen door op de toets Auto Freeze te drukken. Het lampje Auto Freeze gaat branden. Deze functie stopt automatisch na 52 uur. De functie kan te allen tijde uitgeschakeld worden door op de toets Auto Freeze te drukken. Het lampje Auto Freeze gaat uit. val) gaat het alarmlampje knipperen en klinkt er een zoemer. Als de temperatuur weer normaal is, blijft het alarmlampje knipperen, maar de zoemer klinkt niet meer. Wanneer de terugzetschakelaar alarm wordt ingedrukt, wordt de hoogste temperatuur die in het vak bereikt is knipperend weergegeven op het temperatuurdisplay. Als de stroom lange tijd is uitgevallen, moet bevroren voedsel zo snel mogelijk geconsumeerd worden, of gekookt en opnieuw ingevroren worden. Alarm deur open Als de deur enkele minuten heeft opengestaan, knippert een alarmlampje en klinkt er een geluidssignaal. 1. Druk op de terugzetschakelaar alarm om het geluidssignaal uit te schakelen. 2. Sluit de deur en het alarmlampje gaat uit. Alarm hoge temperatuur In het geval van een abnormale stijging van de temperatuur in de vriezer (bijv. stroomuit- Het eerste gebruik De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. Belangrijk! Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak. Dagelijks gebruik Vers voedsel invriezen Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie Auto Freeze ten minste 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen in de twee bovenste vakken. De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het typeplaatje , een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit. Het invriesproces duurt 24 uur: voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe. Het bewaren van ingevroren voedsel Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in plaatst. 42 Belangrijk! In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is). Voor een beter gebruik van de ruimte kunnen de voorste halve schappen over de achterste worden geplaatst. Het maken van ijsblokjes Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Vul deze bladen met water en zet ze dan in het vriesvak. Belangrijk! Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen. Invriesagenda De symbolen geven verschillende soorten ingevroren levensmiddelen aan. De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren levensmiddelen. Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing is, hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventuele bereiding voordat het werd ingevroren. Koude accumulators De vriezer is uitgerust met minstens een koude accumulator die de bewaartijd verlengt in geval van een stroomonderbreking of stroomuitval. Ontdooien Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren. Verplaatsbare schappen De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden. Het plaatsen van de deurschappen Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes geplaatst worden. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk: trek het schap geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en plaats het op een andere gewenste hoogte terug. 43 Belangrijk! Dit apparaat wordt in Frankrijk verkocht. In overeenstemming met de regelgeving die in dit land geldig is, moet hij worden geleverd met een speciaal apparaat (zie afbeelding) dat in het onderste deel van de koelkast moet worden geplaatst om de koudste zone daarvan aan te geven. Luchtkoeling Met de Dynamic Air Cooling- of DAC-ventilator wordt voedsel snel gekoeld en wordt de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger. 1. U kunt de ventilator inschakelen door op de schakelaar (1) te drukken. Het groene lampje (2) gaat aan. 2. Pas de temperatuurregelaar aan aan de stand van de VENTILATOR. 2 1 Deze voorziening maakt snelle koeling van levensmiddelen mogelijk en zorgt voor een gelijkmatiger temperatuur in het vak. Belangrijk! Schakel de ventilator in als de kamertemperatuur hoger dan 25° C is. Rangschikking van de wijn Bovenste compartiment: De temperatuur kan ingesteld worden tussen de +6 °C en +11°C. Deze ruimte is ideaal voor wijnen, vooral nieuwe rode en witte wijnen, die onmiddellijk gedronken worden. De ruimten werken elk met een ander temperatuurbereik. Onderste compartiment: De temperatuur kan ingesteld worden tussen de +12 °C en +18 °C. Deze ruimte is ideaal voor het bewaren en verfijnen van rode of witte wijnen gedurende langere perioden. De temperaturen in dit vak zijn geschikt voor het bewaren van gerijpte en volle wijnen. Leg de flessen zo neer dat de kurken niet uitdrogen. Bewaar de wijn in het donker. De deur van de koelkast is vervaardigd van dubbelverduisterings- en anti-UV-glas om de wijn te beschermen tegen licht, in het geval dat de koelkast in een goed verlichte ruimte staat. Vermijd het te vaak of te lang inschakelen van de verlichting van het apparaat. Wijnen kunt u beter in het donker bewaren. Ga zorgvuldig om met de flessen, zodat de wijn niet geschud wordt. Let op de aanbevelingen en de adviezen die u bij aanschaf heeft gekregen of die vermeld zijn in de documentatie over de kwaliteit, de duurzaamheid en de optimale bewaartemperatuur van de wijn. 44 Suggesties voor de conservering De conserveringsduur van de wijn is afhankelijk van de rijping, van de druivensoort, het alcoholgehalte en van het percentage fructose en tannine van de wijn. Controleer bij aankoop of de wijn al gerijpt is of dat dit na verloop van tijd beter wordt. Aanbevolen bewaartemperaturen: • Voor champagne en mousserende wijnen, bij 6 tot 8°C • Voor witte wijnen, bij 10 tot 12°C • Voor rosé en lichtrode wijnen, bij 12 tot 16°C • Gerijpte rode wijnen, bij 14 tot 16°C Als u verschillende flessen boven op elkaar stapelt, zorg er dan voor dat deze het koelelement van de koelkast niet raken. Flessenrek wijnkoeler Verwijder het legplateau en schuif het rek in de twee geleiders. Op de legplanken met flessenrekken is het maximale gewicht 30 kg. Legplateaus wijnkoeler De legplateaus kunnen verwijderd worden om ze te reinigen. Het onderste vak is voorzien van een mand die gebruikt kan worden voor het rechtop en schuin plaatsen van de flessen. 45 ken naar aanleiding van de thermostaatinstellingen of de omgevingstemperatuur. Luchtcirculatie Het koelvak is voorzien van een speciale AIRLIGHT-ventilator die automatisch gaat wer- Nuttige aanwijzingen en tips Tips voor energiebesparing • De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk. • Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen. Tips voor het koelen van vers voedsel Om de beste prestatie te verkrijgen: • Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast • dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft • plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren Nuttige tips voor het koelen Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden. Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden. Tips voor het invriezen Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips: • de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje; • het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe; • vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in; 46 • bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft; • wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn; • leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt; • smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar; • water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen; • het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is; • er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen; • ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden; • de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk. • Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren. • Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u: Onderhoud en reiniging Let op! Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. Periodieke reiniging Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: • maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. • controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn. • spoel ze af en maak ze grondig droog. Belangrijk! Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten. Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen. Belangrijk! Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt. Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact. Het ontdooien van de koelkast Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. 47 Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken, om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die al in het afvoergaatje zit. geen ijs vormt als deze in bedrijf is, noch tegen de wanden noch op de levensmiddelen. Het voorkomen van ijsvorming wordt gerealiseerd door een continue circulatie van koude lucht in het vak, die aangedreven wordt door een automatisch geregelde ventilator. Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen: • trek de stekker uit het stopcontact • verwijder al het voedsel, • ontdooi de koelkast, 12)en maak het apparaat en alle accessoires schoon, • laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te voorkomen. Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt. Het ontdooien van de vriezer Het vriesvak van dit model is een "no-frost"type. Dit betekent dat zich in het vriesvak Problemen oplossen Waarschuwing! Voordat u problemen oplost, trekt u eerst de stekker uit het stopcontact. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden verricht door een gekwalificeerd technicus of deskundig persoon. Probleem Belangrijk! Er zijn tijdens de normale werking geluiden te horen (compressor, koelcircuit). Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat maakt lawaai Het apparaat wordt niet goed ondersteund Controleer of het apparaat stabiel staat (alle vier de voetjes moeten op de vloer staan) De zoemer klinkt. Het alarmlampje knippert. De temperatuur in de vriezer is te Zie 'Alarm hoge temperatuur'. hoog. Het apparaat werkt niet. Het lampje brandt niet. 12) indien nodig, De deur is niet goed gesloten. Zie 'Alarm deur open'. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. 48 Probleem Het lampje werkt niet. De compressor werkt continu. Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat krijgt geen stroom. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat aan op het stopcontact. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. Het lampje staat in stand-by. Sluit en open de deur. Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'. De temperatuur is niet goed inge- Stel een hogere temperatuur in. steld. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open staan dan noodzakelijk. De temperatuur van het product is te hoog. Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opbergt. De kamertemperatuur is te hoog. Verlaag de kamertemperatuur. De compressor start niet Dit is normaal, er is geen storing. direct na indrukken van de Auto Freeze of Auto Fresh -knop, of na het wijzigen van de temperatuur. De compressor start na enige tijd. Er loopt water langs de achterkant van de koelkast. Tijdens het automatische ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achterwand. Dit is normaal. Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer schoon. Producten verhinderen het water om in de wateropvangbak te lopen. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. De temperatuur kan niet worden ingesteld. Auto Freeze of Auto Fresh-functies zijn ingeschakeld. Schakel Auto Freeze of Auto Fresh handmatig uit, of wacht met het instellen van de temperatuur tot de functie automatisch is gereset. Raadpleeg de ' Auto Freeze of Auto Fresh-functie'.. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De thermostaatknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het product is te hoog. Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opbergt. Er zijn veel producten tegelijk op- Berg minder producten tegelijk op. geborgen. De temperatuur in de koelkast is te hoog. Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat is. De temperatuur in het vriesvak is te hoog. Producten liggen te dicht op elkaar. Berg de producten zodanig op dat er koude lucht kan circuleren. Er is te veel rijp. Het product is niet goed verpakt. Verpak het op de juiste manier. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. 49 Probleem Mogelijke oorzaak De thermostaatknop is niet goed ingesteld. Het lampje vervangen 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Druk op de achterste haak en trek tegelijkertijd het lampenkapje in de richting van de pijl. 3. Vervang het lampje met één van hetzelfde vermogen (het maximale vermogen wordt weergegeven op het lampenkapje) 4. Installeer het lampenkapje door het terug te schuiven in zijn oorspronkelijke positie. 5. Steek de stekker in het stopcontact. 6. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden. Het lampje van de wijnkelder vervangen 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder het lampenkapje door het naar binnen te drukken met bijvoorbeeld een schroevendraaier om de achterste haken vrij te geven. Maak tegelijkertijd de middelste haak los en schuif het kapje in de richting van de pijl. 3. Vervang het kapotte lampje door een nieuwe van hetzelfde type en dezelfde eigenschappen. 4. Plaats het lampenkapje terug. 5. Steek de stekker in het stopcontact. 6. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden. Oplossing Stel een hogere temperatuur in. 50 De deur sluiten 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage". 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service-afdeling. Technische gegevens Afmetingen van de uitsparing Hoogte 1855 mm Breedte 1640 mm Diepte 575 mm Tijdsduur 21 h De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het apparaat en op het energielabel. Montage Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de 'veiligheidsinformatie' aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Opstelling Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplatje van het apparaat: Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C Het verwijderen van de geleiders van de schappen Uw apparaat is voorzien van borgklemmen voor de schappen die het mogelijk maken de schappen vast te zetten tijdens transport. Om deze te verwijderen gaat u als volgt te werk: 1. Trek de schaphouders in de richting van de pijl (A). 2. Til het schap aan de achterkant op en duw het naar voren tot het vrij komt (B). 3. Verwijder de borgklemmen (C). Elektrische aansluiting Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet worden nageleefd. 51 Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen. Het milieu Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

De Dietrich DKS876X Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor