Indesit IWDE 7125 B (EU) Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit IWDE 7125 B (EU) Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
61
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 62-63
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 64
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 65
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Beschrijving van de wasdroogmachine, 66-67
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 68
Programma’s en functies, 69
Programmatabel
Wasfuncties
Wasmiddelen en wasgoed, 70
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 71
Service, 72
NL
IWDE 7125
Gebruiksaanwijzing
WASDROOGMACHINE
! Dit symbool herinnert u eraan om deze ge-
bruikshandleiding te lezen.
62
NL
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat verko-
opt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroog-
machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de fun-
cties en betreffende raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasdroogmachine geen
schade heeft geleden gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het ap-
paraat beschermen
tijdens het vervoer en
de rubberen ring met
bijbehorende afstan-
dsleider die zich aan de
achterkant bevinden
(zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdro-
ogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten
deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte
en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen
een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet vol-
ledig horizontaal is kunt
u de onregelmatigheid
opheffen door de stel-
voetjes aan de voor-
kant losser of vaster te
schroeven (zie afbeel-
ding); de inclinatiehoek,
gemeten ten opzichte
van het werkvlak, mag
de 2° niet overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine sta-
biliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich
verplaatsen van de automaat tijdens de werking.
In het geval van vloerbedekking of een tapijt
regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de
wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aanslu-
itingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mondstuk
met schroefdraad van
3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasdroog-
machine aansluit moet
u het water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de waterto-
evoerbuis aan de wa-
sdroogmachine door
hem op de betreffen-
de watertoevoer te
schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in
de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen
de waarden van de tabel Technische Gegevens
bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u
zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of
een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
63
NL
Technische gegevens
Model
IWDE 7125
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 53,5
Vermogen
van 1 tot 7 kg voor het wassen;
van 1 tot 5 kg voor het drogen.
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid cen-
trifuge
tot 1200 toeren per minuut
Controle-
programma’s
volgens de
norm EN
50229
wassen: programma 2;
temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met 7 kg lading.
drogen: eerste droging uit-
gevoerd met 2 kg lading op
maximum droogstand A1
“STRIJKDROOG”; tweede
droging uitgevoerd met 5 kg
lading op maximum droog-
stand A4 “EXTRA DROOG”.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EEC voorschriften:
-89/336/EEC van 03/05/89
(Elektromagnetische com-
patiabiliteit) en successieve-
lijke modificaties
- 2012/19/EU
- 2006/95/CE (Laagspanning)
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zon-
der hem te buigen,
aan een afvoerleiding
of aan een afvoer in
de muur tussen de
65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan
de rand van een
wasbak of badkuip,
en bind de bijgele-
verde steun aan de
kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in-
dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronke-
lijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven
in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden
die zijn aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van
de wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet
de stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De wasdroogmachine mag niet buitenshuis
worden geïnstalleerd, ook niet op een be-
schutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem
aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde i nstallateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasdroogmachi-
ne in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit
te voeren met wasmiddel maar zonder wasgo-
ed, op het programma 2.
64
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hier-
mee beperkt u slijtage van de waterinstallatie
van de wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasdroogmachine gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasdroogmachi-
ne
De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit schu-
urmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje
door het op te lichten
en naar voren te trek-
ken (zie afbeelding).
Was het onder stro-
mend water. Dit moet
u regelmatig doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van een zel-
freinigende pomp en hoeft dus niet te worden
onderhouden. Het kan echter gebeuren dat
kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het vo-
orvakje dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. v e r w i j d e r h e t
a f d e k p a n e e l a a n
de voorkant van de
w a s d r o o g m a c h i -
ne met behulp van
een schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang
van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren
in zitten moet hij vervangen worden: gedurende
het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts
breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
65
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar
en ouder, door personen met een beperkt licha-
melijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met
onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt,
mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende
instructies hebben gekregen betreffende het veilige
gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte
zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reini-
ging mogen niet door kinderen zonder supervisie
worden uitgevoerd.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals
kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosi-
ne, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en
stoffen om was te verwijderen moet met
een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm
water gewassen worden alvorens de kleding
in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douche-
mutsen, waterdichte stoffen, artikelen met
een rubberen kant en kleding of kussens die
onderdelen van schuimrubber bevatten mo-
gen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten
moeten overeenkmostig de instructies van
de fabrikant gebruikt worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt
uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te
zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel
al het wasgoed uit de droger halen en het wa-
sgoed ophangen om het snel te laten drogen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een
ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd
worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mecha-
nismen van de wasdroogmachine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine
komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen.
Droog geen wasgoed dat met ontvlambare
oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline).
Droog geen schuimrubber of elastomeren of
kledingstukken met rubberen opschriften e.d.
Controleer dat gedurende het drogen de waterkraan open is.
• Kinderen van 3 jaar of minder mogen niet
dicht bij de droger komen, tenzij onder con-
stant toezicht.
Verwijder alle voorwerpen, zoals aanstekers
en lucifers, uit de zakken.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan
worden.
De Europese Richtlijn 2012/19/EU over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd
via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van
de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve
invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de “afvalcontainer met een
kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met
de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze
van vernietiging van hun oude apparaat.
66
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets AAN/UIT
: druk even op de toets om de wasdro-
ogmachine aan of uit te zetten. Het groene START/PAUZE
controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wa-
sdroogmachine aanstaat. Om de wasdroogmachine tijdens
de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa
2 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of
per ongeluk indrukt zal de wasdroogmachine niet uitgaan.
Als u de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet
wordt de cyclus automatisch geannuleerd.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewen-
ste programma (zie “Programmatabel”).
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE
: druk hierop om het centrifugeto-
erental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit
te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven.
Toets TEMPERATUUR
: druk hierop om de tempera-
tuur te verminderen of om met koud water te wassen: de
waarde wordt op het display aangegeven.
Knop
DROGEN: druk hierop om het drogen te ver-
minderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen droognive-
au of droogtijd leest u af op het display (zie “Het uitvoeren
van een was- of droogcyclus”).
Beschrijving van de
wasdroogmachine
CENTRIFUGE
toets
Toets met
controlelampje
START/PAUZE
Bedieningspaneel
Toets met controlelampje START/PAUZE : als het
groene controlelampje langzaam knippert, moet u op de
toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus
is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de
wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets;
het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als
het symbool
niet aan is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u
opnieuw op de toets.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasdroogmachi-
ne weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
DISPLAY
Wasmiddelbakje
AAN/UIT
toets
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
DROGEN
toets
67
NL
Display
Het display is nodig om de wasdroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde
ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde
wasprogramma.
Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de temperatuur, van de centri-
fugesnelheid en van het niveau of de duur van het drogen dat de machine zal uitvoeren aan de hand van het geselecteerde
programma.
In de sectie B verschijnen de wasfases voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
wasfase en eventueel de droogfase.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge/Waterafvoer
Drogen
In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de “temperatuur”
, de “Drogen” en de “centrifu-
ge”
:
Het verlichte symbool
geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “temperatuur” wordt getoond.
He symbool
gaat aan tijdens het regelen van het drogen.
Het verlichte symbool
geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “centrifuge” wordt getoond.
Symbool Deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool
uitgaat voordat u de deur van de wasdroogmachine opent (wacht circa 3 minuten).
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten).
B
C
A
68
NL
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
1. DE WASDROOGMACHINE AANZETTEN. Druk op
de toets
. Het groene controlelampje START/PAUZE
zal langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste programma
in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan worden
automatisch een temperatuur en een centrifugesnelheid
gekoppeld die naderhand kunnen worden gewijzigd. Op
het display verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzigen van de temperatuur en/of de
centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale
temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde
programma gelden of de laatst geselecteerde waarden,
mits deze compatibel zijn met het gekozen programma.
Door op de toets
te drukken kunt u de temperatuur
langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”.
Door op de toets
te drukken kunt u het toerental van
de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan de complete
uitsluiting “OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult
u op de maximaal toegestane waarden terugkeren.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets
drukt zal het apparaat
automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past
bij het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat
u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de
droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven
door “OFF”.
H e t i s m o ge l ij k h e t d r og e n i n t e s t el l e n :
A - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Strijkdroog: geschikt voor wasgoed dat naderhand
moet worden gestreken. De overgebleven vochti-
gheid zal de vouwen verzachten en het verwijde-
ren ervan vergemakkelijken. Het display toont A1.
Hangerdroog: ideaal voor die kledingstukken die geen
volledige droging nodig hebben. Het display toont A2”.
Kas t d r o o g : geschikt voo r wasgoed dat di-
rect in de kast kan worden gelegd, zonder
te worden gestreken. Het display toontA3.
Extra droog: geschikt voor wasgoed dat volledig droog
moet zijn, zoals handdoeken en badjassen. Het display
toont “A4”.
B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor
wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum
(zie Programmatabel), dan voert u eerst het wassen uit.
Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één
gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het
uitvoeren van Alleen drogen. Herhaal deze handelingen
met de rest van de lading. Aan het einde van de droog-
cyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Selecteer met de programmaknop een droogniveau (11-
12) aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk
het gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen
met de toets DROGEN
.
De eigenschappen van de cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de functie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de toets om de functie te deactiveren.
Het controlelampje gaat uit.
! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het controlelampje knipperen en zal de
functie niet worden geactiveerd.
! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje
van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en
zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het
controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan.
! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUZE. Het betreffende controlelampje zal
aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd
(het symool DEUR GEBLOKKEERD
is aan). Om een
programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u
de wasdroogmachine pauzeren door middel van de toets
START/PAUZE (het controlelampje START/PAUZE gaat
langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna
de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/
PAUZE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is,
drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Druk nogmaals op de START/PAUZE
toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat
het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst END
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het wasgoed uit
en schakel het apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u
langere tijd op de toets
. De cyclus wordt onderbroken en
het apparaat gaat uit.
69
NL
Programma’s en functies
Programmatabel
Wasfuncties
- Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het controlelampje knipperen en zal de
functie niet worden geactiveerd.
- Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van
de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen
de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje
van de geactiveerde functie zal aangaan.
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging,
de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor
een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch
wasgoed (zie Programmatabel”). Met
kunt u
wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie
besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar
wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de cen-
trifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken
worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wa-
sdroogmachine de trommel langzaam laten ronddraaien. De
controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN
en die van START/PAUZE gaan knipperen (de eerste groen,
de tweede oranje). Om de cyclus te beëindigen drukt u op
de START/PAUZE toets of op de toets GEMAKKELIJKER
STRIJKEN.
Bij het cyclus 7 beëindigt de wasdroogmachine de cyclus
door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelam-
pjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/
PAUZE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de
was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUZE
toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Als u de was ook wilt drogen, is deze knop alleen actief
wanneer hij gecombineerd is met het niveau A1 “Strijkdroog”.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat
en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Uitgestelde start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te
stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste
vertraging heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het
bijbehorende controlelampje aan. Om de uitgestelde start
te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de
tekst “OFF” verschijnt.
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden.
De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de
hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Drogen
Wasmiddel
Maxima-
le lading
(kg)
Duur cyclus
Voorwas Wassen
Wasver-
zachter
Dagelijkse
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren.
1
Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was.
90° 1200
7
2
Katoen: Zeer vuile witte was.
90° 1200
-
7
2
Katoen (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1200
-
7
2
Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1200
-
7
3
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1200
-
7
4
Bonte Katoen: Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1200
-
7
5
Synthetisch resistente stof: zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 1000
-
3
Speciaal
6
Wol: voor wol, kasjmier, etc.
40° 800 - -
1,5
7
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0 - -
1
8 Jeans
40° 800
-
3,5
9 Sport Licht
30° 600 - -
2,5
10 Sport Schoenen
30° 600 - -
Max.
2 paar.
Drogen
11 Katoen
- -
- - -
5
12 Synthetisch
- -
- - -
3
13 Was & Droog
30° 1200
-
0,5
Delprogramma's
Spoelen
- 1200
- -
7
Centrifugeren
- 1200
- - -
7
Afpompen
- 0 - - - -
7
70
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wa-
smiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het
wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasdroogmachine
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vlo-
eibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje
worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Wol: met het programma 6 is het mogelijk alle wollen kle-
dingstukken in de wasdroogmachine te wassen, ook die
met het etiket “alleen handwas”
. Voor de beste resulta-
ten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit
de 1,5 kg wasgoed te overschrijden.
1
2
3
Zijde: gebruik het speciale programma 7 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 7.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 8.
Sport Light (programma 9) is ontwikkeld voor het wassen
van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbro-
eken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u
aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te over-
schrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”.
We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken,
met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve
lading.
Sport Shoes (programma 10) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Express Wash & Dry (wash cycle 13) is bedoeld voor
het snel wassen en drogen van niet zo vuil wasgoed. Als
u deze cyclus selecteert kunt u tot aan 0,5 kg wasgoed
wassen en drogen, in slechts 35 minuten.
Gebruik voor de beste resultaten een vloeibaar wasmiddel.
Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst voor met
een speciaal product.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasdroogmachine de centrifuge op
een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als
de lading zeer uit balans is zal de wasdroogmachine een
verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde
een betere distributie van de waslading en een juiste
balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
71
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasdroogmachine heeft geen
watertoevoer (Op het display
verschijnt de knipperende tekst
“H2O”).
De wasdroogmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De wasdroogmachine voert het wa-
ter niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasdroogmachine lekt.
De controlelampjes van de “opties” en
het controlelampje “start/pauze” gaan
knipperen en op het display verschijnt
een storingscode (bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
De Wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De AAN/UIT toets is niet ingedrukt.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dicht-
draaien, de wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op
een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een heve-
lingsprobleem voordoen, waarbij de wasdroogmachine voortdurend water aan- en
afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart (zie “Programma’s en functies”).
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van
het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Programma’s en functies“).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie).
De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasdroog-
machine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
• De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact
te maken.
• Er is geen stroom.
• De deur is niet goed dicht.
• Uitgestelde start is ingesteld.
• De DROOG toets staat op OFF.
72
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.
/