Indesit IWDE 7125 B (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
61
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 62-63
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 64
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 65
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Beschrijving van de wasdroogmachine, 66-67
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 68
Programma’s en functies, 69
Programmatabel
Wasfuncties
Wasmiddelen en wasgoed, 70
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 71
Service, 72
NL
IWDE 7125
Gebruiksaanwijzing
WASDROOGMACHINE
! Dit symbool herinnert u eraan om deze ge-
bruikshandleiding te lezen.
62
NL
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat verko-
opt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroog-
machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de fun-
cties en betreffende raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasdroogmachine geen
schade heeft geleden gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het ap-
paraat beschermen
tijdens het vervoer en
de rubberen ring met
bijbehorende afstan-
dsleider die zich aan de
achterkant bevinden
(zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdro-
ogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten
deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte
en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen
een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet vol-
ledig horizontaal is kunt
u de onregelmatigheid
opheffen door de stel-
voetjes aan de voor-
kant losser of vaster te
schroeven (zie afbeel-
ding); de inclinatiehoek,
gemeten ten opzichte
van het werkvlak, mag
de 2° niet overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine sta-
biliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich
verplaatsen van de automaat tijdens de werking.
In het geval van vloerbedekking of een tapijt
regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de
wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aanslu-
itingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mondstuk
met schroefdraad van
3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasdroog-
machine aansluit moet
u het water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de waterto-
evoerbuis aan de wa-
sdroogmachine door
hem op de betreffen-
de watertoevoer te
schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in
de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen
de waarden van de tabel Technische Gegevens
bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u
zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of
een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
63
NL
Technische gegevens
Model
IWDE 7125
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 53,5
Vermogen
van 1 tot 7 kg voor het wassen;
van 1 tot 5 kg voor het drogen.
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid cen-
trifuge
tot 1200 toeren per minuut
Controle-
programma’s
volgens de
norm EN
50229
wassen: programma 2;
temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met 7 kg lading.
drogen: eerste droging uit-
gevoerd met 2 kg lading op
maximum droogstand A1
“STRIJKDROOG”; tweede
droging uitgevoerd met 5 kg
lading op maximum droog-
stand A4 “EXTRA DROOG”.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EEC voorschriften:
-89/336/EEC van 03/05/89
(Elektromagnetische com-
patiabiliteit) en successieve-
lijke modificaties
- 2012/19/EU
- 2006/95/CE (Laagspanning)
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zon-
der hem te buigen,
aan een afvoerleiding
of aan een afvoer in
de muur tussen de
65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan
de rand van een
wasbak of badkuip,
en bind de bijgele-
verde steun aan de
kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in-
dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronke-
lijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven
in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden
die zijn aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van
de wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet
de stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De wasdroogmachine mag niet buitenshuis
worden geïnstalleerd, ook niet op een be-
schutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem
aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde i nstallateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasdroogmachi-
ne in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit
te voeren met wasmiddel maar zonder wasgo-
ed, op het programma 2.
64
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hier-
mee beperkt u slijtage van de waterinstallatie
van de wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasdroogmachine gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasdroogmachi-
ne
De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit schu-
urmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje
door het op te lichten
en naar voren te trek-
ken (zie afbeelding).
Was het onder stro-
mend water. Dit moet
u regelmatig doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van een zel-
freinigende pomp en hoeft dus niet te worden
onderhouden. Het kan echter gebeuren dat
kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het vo-
orvakje dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. v e r w i j d e r h e t
a f d e k p a n e e l a a n
de voorkant van de
w a s d r o o g m a c h i -
ne met behulp van
een schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang
van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren
in zitten moet hij vervangen worden: gedurende
het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts
breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
65
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar
en ouder, door personen met een beperkt licha-
melijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met
onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt,
mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende
instructies hebben gekregen betreffende het veilige
gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte
zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reini-
ging mogen niet door kinderen zonder supervisie
worden uitgevoerd.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals
kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosi-
ne, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en
stoffen om was te verwijderen moet met
een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm
water gewassen worden alvorens de kleding
in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douche-
mutsen, waterdichte stoffen, artikelen met
een rubberen kant en kleding of kussens die
onderdelen van schuimrubber bevatten mo-
gen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten
moeten overeenkmostig de instructies van
de fabrikant gebruikt worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt
uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te
zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel
al het wasgoed uit de droger halen en het wa-
sgoed ophangen om het snel te laten drogen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een
ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd
worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mecha-
nismen van de wasdroogmachine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine
komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen.
Droog geen wasgoed dat met ontvlambare
oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline).
Droog geen schuimrubber of elastomeren of
kledingstukken met rubberen opschriften e.d.
Controleer dat gedurende het drogen de waterkraan open is.
• Kinderen van 3 jaar of minder mogen niet
dicht bij de droger komen, tenzij onder con-
stant toezicht.
Verwijder alle voorwerpen, zoals aanstekers
en lucifers, uit de zakken.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan
worden.
De Europese Richtlijn 2012/19/EU over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd
via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van
de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve
invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de “afvalcontainer met een
kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met
de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze
van vernietiging van hun oude apparaat.
66
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets AAN/UIT
: druk even op de toets om de wasdro-
ogmachine aan of uit te zetten. Het groene START/PAUZE
controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wa-
sdroogmachine aanstaat. Om de wasdroogmachine tijdens
de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa
2 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of
per ongeluk indrukt zal de wasdroogmachine niet uitgaan.
Als u de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet
wordt de cyclus automatisch geannuleerd.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewen-
ste programma (zie “Programmatabel”).
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE
: druk hierop om het centrifugeto-
erental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit
te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven.
Toets TEMPERATUUR
: druk hierop om de tempera-
tuur te verminderen of om met koud water te wassen: de
waarde wordt op het display aangegeven.
Knop
DROGEN: druk hierop om het drogen te ver-
minderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen droognive-
au of droogtijd leest u af op het display (zie “Het uitvoeren
van een was- of droogcyclus”).
Beschrijving van de
wasdroogmachine
CENTRIFUGE
toets
Toets met
controlelampje
START/PAUZE
Bedieningspaneel
Toets met controlelampje START/PAUZE : als het
groene controlelampje langzaam knippert, moet u op de
toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus
is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de
wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets;
het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als
het symbool
niet aan is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u
opnieuw op de toets.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasdroogmachi-
ne weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
DISPLAY
Wasmiddelbakje
AAN/UIT
toets
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
DROGEN
toets
67
NL
Display
Het display is nodig om de wasdroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde
ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde
wasprogramma.
Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de temperatuur, van de centri-
fugesnelheid en van het niveau of de duur van het drogen dat de machine zal uitvoeren aan de hand van het geselecteerde
programma.
In de sectie B verschijnen de wasfases voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
wasfase en eventueel de droogfase.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge/Waterafvoer
Drogen
In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de “temperatuur”
, de “Drogen” en de “centrifu-
ge”
:
Het verlichte symbool
geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “temperatuur” wordt getoond.
He symbool
gaat aan tijdens het regelen van het drogen.
Het verlichte symbool
geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “centrifuge” wordt getoond.
Symbool Deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool
uitgaat voordat u de deur van de wasdroogmachine opent (wacht circa 3 minuten).
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten).
B
C
A
68
NL
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
1. DE WASDROOGMACHINE AANZETTEN. Druk op
de toets
. Het groene controlelampje START/PAUZE
zal langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste programma
in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan worden
automatisch een temperatuur en een centrifugesnelheid
gekoppeld die naderhand kunnen worden gewijzigd. Op
het display verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzigen van de temperatuur en/of de
centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale
temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde
programma gelden of de laatst geselecteerde waarden,
mits deze compatibel zijn met het gekozen programma.
Door op de toets
te drukken kunt u de temperatuur
langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”.
Door op de toets
te drukken kunt u het toerental van
de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan de complete
uitsluiting “OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult
u op de maximaal toegestane waarden terugkeren.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets
drukt zal het apparaat
automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past
bij het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat
u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de
droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven
door “OFF”.
H e t i s m o ge l ij k h e t d r og e n i n t e s t el l e n :
A - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Strijkdroog: geschikt voor wasgoed dat naderhand
moet worden gestreken. De overgebleven vochti-
gheid zal de vouwen verzachten en het verwijde-
ren ervan vergemakkelijken. Het display toont A1.
Hangerdroog: ideaal voor die kledingstukken die geen
volledige droging nodig hebben. Het display toont A2”.
Kas t d r o o g : geschikt voo r wasgoed dat di-
rect in de kast kan worden gelegd, zonder
te worden gestreken. Het display toontA3.
Extra droog: geschikt voor wasgoed dat volledig droog
moet zijn, zoals handdoeken en badjassen. Het display
toont “A4”.
B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor
wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum
(zie Programmatabel), dan voert u eerst het wassen uit.
Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één
gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het
uitvoeren van Alleen drogen. Herhaal deze handelingen
met de rest van de lading. Aan het einde van de droog-
cyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Selecteer met de programmaknop een droogniveau (11-
12) aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk
het gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen
met de toets DROGEN
.
De eigenschappen van de cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de functie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de toets om de functie te deactiveren.
Het controlelampje gaat uit.
! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het controlelampje knipperen en zal de
functie niet worden geactiveerd.
! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje
van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en
zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het
controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan.
! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUZE. Het betreffende controlelampje zal
aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd
(het symool DEUR GEBLOKKEERD
is aan). Om een
programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u
de wasdroogmachine pauzeren door middel van de toets
START/PAUZE (het controlelampje START/PAUZE gaat
langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna
de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/
PAUZE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is,
drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Druk nogmaals op de START/PAUZE
toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat
het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst END
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het wasgoed uit
en schakel het apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u
langere tijd op de toets
. De cyclus wordt onderbroken en
het apparaat gaat uit.
69
NL
Programma’s en functies
Programmatabel
Wasfuncties
- Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma gaat het controlelampje knipperen en zal de
functie niet worden geactiveerd.
- Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van
de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen
de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje
van de geactiveerde functie zal aangaan.
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging,
de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor
een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch
wasgoed (zie Programmatabel”). Met
kunt u
wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie
besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar
wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de cen-
trifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken
worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wa-
sdroogmachine de trommel langzaam laten ronddraaien. De
controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN
en die van START/PAUZE gaan knipperen (de eerste groen,
de tweede oranje). Om de cyclus te beëindigen drukt u op
de START/PAUZE toets of op de toets GEMAKKELIJKER
STRIJKEN.
Bij het cyclus 7 beëindigt de wasdroogmachine de cyclus
door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelam-
pjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/
PAUZE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de
was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUZE
toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Als u de was ook wilt drogen, is deze knop alleen actief
wanneer hij gecombineerd is met het niveau A1 “Strijkdroog”.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat
en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Uitgestelde start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te
stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste
vertraging heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het
bijbehorende controlelampje aan. Om de uitgestelde start
te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de
tekst “OFF” verschijnt.
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden.
De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de
hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Drogen
Wasmiddel
Maxima-
le lading
(kg)
Duur cyclus
Voorwas Wassen
Wasver-
zachter
Dagelijkse
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren.
1
Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was.
90° 1200
7
2
Katoen: Zeer vuile witte was.
90° 1200
-
7
2
Katoen (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1200
-
7
2
Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1200
-
7
3
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1200
-
7
4
Bonte Katoen: Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1200
-
7
5
Synthetisch resistente stof: zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 1000
-
3
Speciaal
6
Wol: voor wol, kasjmier, etc.
40° 800 - -
1,5
7
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0 - -
1
8 Jeans
40° 800
-
3,5
9 Sport Licht
30° 600 - -
2,5
10 Sport Schoenen
30° 600 - -
Max.
2 paar.
Drogen
11 Katoen
- -
- - -
5
12 Synthetisch
- -
- - -
3
13 Was & Droog
30° 1200
-
0,5
Delprogramma's
Spoelen
- 1200
- -
7
Centrifugeren
- 1200
- - -
7
Afpompen
- 0 - - - -
7
70
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wa-
smiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het
wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasdroogmachine
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vlo-
eibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje
worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Wol: met het programma 6 is het mogelijk alle wollen kle-
dingstukken in de wasdroogmachine te wassen, ook die
met het etiket “alleen handwas”
. Voor de beste resulta-
ten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit
de 1,5 kg wasgoed te overschrijden.
1
2
3
Zijde: gebruik het speciale programma 7 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 7.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 8.
Sport Light (programma 9) is ontwikkeld voor het wassen
van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbro-
eken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u
aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te over-
schrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”.
We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken,
met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve
lading.
Sport Shoes (programma 10) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Express Wash & Dry (wash cycle 13) is bedoeld voor
het snel wassen en drogen van niet zo vuil wasgoed. Als
u deze cyclus selecteert kunt u tot aan 0,5 kg wasgoed
wassen en drogen, in slechts 35 minuten.
Gebruik voor de beste resultaten een vloeibaar wasmiddel.
Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst voor met
een speciaal product.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasdroogmachine de centrifuge op
een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als
de lading zeer uit balans is zal de wasdroogmachine een
verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde
een betere distributie van de waslading en een juiste
balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
71
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasdroogmachine heeft geen
watertoevoer (Op het display
verschijnt de knipperende tekst
“H2O”).
De wasdroogmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De wasdroogmachine voert het wa-
ter niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasdroogmachine lekt.
De controlelampjes van de “opties” en
het controlelampje “start/pauze” gaan
knipperen en op het display verschijnt
een storingscode (bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
De Wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De AAN/UIT toets is niet ingedrukt.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dicht-
draaien, de wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op
een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een heve-
lingsprobleem voordoen, waarbij de wasdroogmachine voortdurend water aan- en
afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart (zie “Programma’s en functies”).
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van
het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Programma’s en functies“).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie).
De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasdroog-
machine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
• De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact
te maken.
• Er is geen stroom.
• De deur is niet goed dicht.
• Uitgestelde start is ingesteld.
• De DROOG toets staat op OFF.
72
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASDROOGMACHINE ! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen. NL NL Nederlands Inhoud Installatie, 62-63 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 64 IWDE 7125 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasdroogmachine Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Voorzorgsmaatregelen en advies, 65 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Beschrijving van de wasdroogmachine, 66-67 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 68 Programma’s en functies, 69 Programmatabel Wasfuncties Wasmiddelen en wasgoed, 70 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Balanceersysteem van de lading Storingen en oplossingen, 71 Service, 72 61 Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroogmachine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasdroogmachine uitpakken. 2. Controleer of de wasdroogmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3 . Ve r w i j d e r d e 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdroogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 62 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasdroogmachine aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasdroogmachine door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde i nstallateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De wasdroogmachine mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen. ! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Na de installatie en voor u de wasdroogmachine in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2. Technische gegevens Model IWDE 7125 breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 53,5 van 1 tot 7 kg voor het wassen; Vermogen van 1 tot 5 kg voor het drogen. zie het typeplaatje met de techElektrische aansluitingen nische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd max. druk 1 MPa (10 bar) Aansluiting waterleiding min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 52 liters Snelheid centot 1200 toeren per minuut trifuge wassen: programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 7 kg lading. Controleprogramma’s drogen: eerste droging uitgevoerd met 2 kg lading op volgens de maximum droogstand A1 norm EN “STRIJKDROOG”; tweede 50229 droging uitgevoerd met 5 kg lading op maximum droogstand A4 “EXTRA DROOG”. Afmetingen Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: -89/336/EEC van 03/05/89 (Elektromagnetische compatiabiliteit) en successievelijke modificaties - 2012/19/EU - 2006/95/CE (Laagspanning) ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. 63 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. De wasdroogmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasdroogmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasdroogmachine De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. v e r w i j d e r h e t afdekpaneel aan de voorkant van de wasdroogmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. 64 Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasdroogmachine te repareren. Algemene veiligheid • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd. - Geen ongewassen kledingstukken drogen. - Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en stoffen om was te verwijderen moet met een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen worden alvorens de kleding in de wasdroger te drogen. - Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen, waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden. - Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt worden. - Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden. LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen om het snel te laten drogen. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. • De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen. • Droog geen wasgoed dat met ontvlambare oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline). • Droog geen schuimrubber of elastomeren of kledingstukken met rubberen opschriften e.d. • Controleer dat gedurende het drogen de waterkraan open is. • Kinderen van 3 jaar of minder mogen niet dicht bij de droger komen, tenzij onder constant toezicht. • Verwijder alle voorwerpen, zoals aanstekers en lucifers, uit de zakken. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2012/19/EU over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. 65 NL Beschrijving van de wasdroogmachine NL Bedieningspaneel AAN/UIT toets TEMPERATUUR toets Toetsen met controlelampjes FUNCTIE Toets met controlelampje START/PAUZE DISPLAY Wasmiddelbakje CENTRIFUGE PROGRAMMAKNOP Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Toets AAN/UIT : druk even op de toets om de wasdroogmachine aan of uit te zetten. Het groene START/PAUZE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasdroogmachine aanstaat. Om de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 2 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasdroogmachine niet uitgaan. Als u de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewenste programma (zie “Programmatabel”). Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. Toets CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven. Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. Knop DROGEN: druk hierop om het drogen te verminderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen droogniveau of droogtijd leest u af op het display (zie “Het uitvoeren van een was- of droogcyclus”). 66 DROGEN toets toets Toets met controlelampje START/PAUZE : als het groene controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het symbool niet aan is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Stand- by modus Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON-OFF toets en wacht tot de wasdroogmachine weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 8 W Display NL B A C Het display is nodig om de wasdroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de temperatuur, van de centrifugesnelheid en van het niveau of de duur van het drogen dat de machine zal uitvoeren aan de hand van het geselecteerde programma. In de sectie B verschijnen de wasfases voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende wasfase en eventueel de droogfase. Hoofdwas Spoelen Centrifuge/Waterafvoer Drogen In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de “temperatuur” , de “Drogen” en de “centrifuge” : Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “temperatuur” wordt getoond. He symbool gaat aan tijdens het regelen van het drogen. Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “centrifuge” wordt getoond. Symbool Deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasdroogmachine opent (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). 67 Het uitvoeren van een was- of droogcyclus NL 1. DE WASDROOGMACHINE AANZETTEN. Druk op de toets . Het groene controlelampje START/PAUZE zal langzaam knipperen. 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan worden automatisch een temperatuur en een centrifugesnelheid gekoppeld die naderhand kunnen worden gewijzigd. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzigen van de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. te drukken kunt u de temperatuur Door op de toets langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. te drukken kunt u het toerental van Door op de toets de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan de complete uitsluiting “OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. Het drogen instellen drukt zal het apparaat De eerste keer dat u op de toets automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past bij het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven door “OFF”. Het is mogelijk het drogen in te stellen: A - Aan de hand van het gewenste droogniveau: Strijkdroog: geschikt voor wasgoed dat naderhand moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de vouwen verzachten en het verwijderen ervan vergemakkelijken. Het display toont “A1”. Hangerdroog: ideaal voor die kledingstukken die geen volledige droging nodig hebben. Het display toont “A2”. Kastdroog: geschikt voor wasgoed dat dire c t i n d e k a s t k a n w o rd e n g e l e g d , z o n d e r te worden gestreken. Het display toont “A3”. Extra droog: geschikt voor wasgoed dat volledig droog moet zijn, zoals handdoeken en badjassen. Het display toont “A4”. B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten. Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum (zie Programmatabel), dan voert u eerst het wassen uit. 68 Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Herhaal deze handelingen met de rest van de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet. Alleen drogen Selecteer met de programmaknop een droogniveau (1112) aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk het gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen . met de toets DROGEN De eigenschappen van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de functie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de toets om de functie te deactiveren. Het controlelampje gaat uit. ! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. ! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. ! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/PAUZE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd is aan). Om een (het symool DEUR GEBLOKKEERD programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u de wasdroogmachine pauzeren door middel van de toets START/PAUZE (het controlelampje START/PAUZE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/ PAUZE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Druk nogmaals op de START/PAUZE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u langere tijd op de toets . De cyclus wordt onderbroken en het apparaat gaat uit. Programma’s en functies Programma’s Programmatabel Beschrijving van het Programma NL Maximaal Wasmiddel Maximale Maximatoerental Temp Drogen le lading Duur cyclus (toeren per Wasver(°C) (kg) Voorwas Wassen minuut) zachter Dagelijkse 90° 1200     2 Katoen: Zeer vuile witte was. 90° 1200  -   2 Katoen (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200  -   2 Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1200  -   3 Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200  -   4 Bonte Katoen: Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1200  -   5 Synthetisch resistente stof: zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 1000  -   6 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 - -   7 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -   8 Jeans 40° 800  -   9 Sport Licht 30° 600 - -   10 Sport Schoenen 30° 600 - -   11 Katoen - -  - - - 12 Synthetisch - -  - - - 13 Was & Droog 30° 1200  -   Spoelen - 1200  - -  Centrifugeren - 1200  - - - Afpompen - 0 - - - - 7 7 7 7 7 7 3 Speciaal 1,5 1 3,5 2,5 Max. 2 paar. Drogen 5 3 0,5 Delprogramma's 7 7 7 U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. 1 Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was. De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. Wasfuncties - Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. - Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch ” kunt u wasgoed (zie “Programmatabel”). Met “ wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading. Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasdroogmachine de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUZE gaan knipperen (de eerste groen, de tweede oranje). Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUZE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het cyclus 7 beëindigt de wasdroogmachine de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/ PAUZE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUZE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Als u de was ook wilt drogen, is deze knop alleen actief wanneer hij gecombineerd is met het niveau A1 “Strijkdroog”. Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. Uitgestelde start Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het bijbehorende controlelampje aan. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. 69 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasdroogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: 1 2 3 bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Speciale programma’s Wol: met het programma 6 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de wasdroogmachine te wassen, ook die met het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden. 70 Zijde: gebruik het speciale programma 7 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde zak. Gebruik het programma 7. Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 8. Sport Light (programma 9) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Sport Shoes (programma 10) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Express Wash & Dry (wash cycle 13) is bedoeld voor het snel wassen en drogen van niet zo vuil wasgoed. Als u deze cyclus selecteert kunt u tot aan 0,5 kg wasgoed wassen en drogen, in slechts 35 minuten. Gebruik voor de beste resultaten een vloeibaar wasmiddel. Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst voor met een speciaal product. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasdroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasdroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: De wasdroogmachine gaat niet aan. Mogelijke oorzaken / Oplossing: • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De AAN/UIT toets is niet ingedrukt. De START/PAUZE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. De uitgestelde start is ingesteld. De wasdroogmachine heeft geen watertoevoer (Op het display verschijnt de knipperende tekst “H2O”). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUZE toets is niet ingedrukt. De wasdroogmachine blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasdroogmachine voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Programma’s en functies”). • De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Programma’s en functies“). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasdroogmachine lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “opties” en • Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht het controlelampje “start/pauze” gaan circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. knipperen en op het display verschijnt Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. een storingscode (bv.: F-01, F-..). Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasdroogmachine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. De Wasdroogmachine droogt niet. • De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken. • Er is geen stroom. • De deur is niet goed dicht. • Uitgestelde start is ingesteld. • De DROOG toets staat op OFF. 71 NL Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 72
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Indesit IWDE 7125 B (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding