totdat alle programmatoets-indicatielampjes
aan gaan.
Controleer of er afwasmiddel in het af-
wasmiddeldoseerbakje aanwezig is
voordat u een nieuw programma start.
Aan het einde van het programma
Als het programma voltooid is, is het con-
trolelampje einde aan en is het controle-
lampje wassen uit.
1. Druk op de aan-/uittoets om het appa-
raat te deactiveren. Het controlelampje
aan/uit gaat uit.
2. Draai de waterkraan dicht.
• Laat de borden afkoelen voordat u
deze uit het apparaat neemt. Hete
borden zijn gevoelig voor beschadi-
gingen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
• Er kan water liggen aan de zijkanten
en op de deur van het apparaat.
Roestvrij staal koelt sneller af dan
borden.
AANWIJZINGEN EN TIPS
De waterontharder
Hard water bevat een grote hoeveelheid mi-
neralen die schade aan het apparaat en
slechte schoonmaakresultaten kan veroor-
zaken. De waterontharder neutraliseert de-
ze mineralen.
Het regenereerzout houdt de wateronthar-
der schoon en in goede staat. Het is be-
langrijk om het correcte niveau voor de wa-
terontharder in te stellen. Dit zorgt ervoor
dat de waterontharder de juiste hoeveelheid
regenereerzout en water gebruikt.
De korven inruimen
Zie de meegeleverde folder voor voor-
beelden van het inruimen van de kor-
ven.
• Gebruik het apparaat alleen om voorwer-
pen af te wassen die vaatwasbestendig
zijn.
• Doe geen voorwerpen in het apparaat die
gemaakt zijn van hout, hoorn, aluminium,
tin en koper.
• Plaats geen voorwerpen in het apparaat
die water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
• Verwijder alle voedselresten van de voor-
werpen.
• Voor het gemakkelijk verwijderen van
aangebrande voedselresten weekt u de
pannen eerst in water voordat u ze in het
apparaat plaatst.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, gla-
zen en pannen) met de opening naar be-
neden.
• Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek
niet in elkaar schuiven. Meng lepels met
ander bestek.
• Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken
• Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
• Leg lichte voorwerpen in de bovenste
korf. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet
verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kun-
nen ronddraaien voordat u een program-
ma start.
Met behulp van zout, glansmiddel en
afwasmiddel
• Gebruik alleen zout, glansmiddel en af-
wasmiddel voor afwasautomaten. Andere
producten kunnen het apparaat bescha-
digen.
• Het glansmiddel helpt om tijdens de laat-
ste spoelfase het servies te drogen zon-
der strepen en vlekken.
• Gecombineerde afwastabletten bevatten
vaatwasmiddel, glansmiddel en andere
middelen. Zorg ervoor dat deze tabletten
geschikt zijn voor de waterhardheid in uw
omgeving. Zie de instructies op de ver-
pakking van de producten.
• Vaatwastabletten worden bij korte pro-
gramma's niet helemaal opgelost. Wij be-
velen u aan de tabletten alleen bij lange
programma's te gebruiken, om restjes af-
wasmiddel op uw serviesgoed te voorko-
men.
Gebruik niet meer dan de juiste hoe-
veelheid vaatwasmiddel. Zie de instruc-
ties van de vaatwasmiddelfabrikant.
10 progress