AEG IKB64411XB Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele
jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker
helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar
minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE..........................................................................................19
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................22
3. INSTALLATIE................................................................................................................24
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................ 25
5. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................. 27
6. AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................................ 31
7. ONDERHOUD EN REINIGING.....................................................................................33
8. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................. 33
9. TECHNISCHE GEGEVENS..........................................................................................35
10. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................................... 36
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
NEDERLANDS 19
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware
en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt.
Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis met
vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
Probeer NOOIT om een brand te blussen met water.
Schakel het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv. met
een deksel of een vuurdeken.
20 NEDERLANDS
LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een
tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door het
elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is
aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering
om het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide
gevallen contact op met de erkende servicedienst.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
NEDERLANDS 21
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt dat
heet kookgerei van het apparaat valt als
de deur of het raam wordt geopend.
Elk apparaat heeft koelventilatoren op de
bodem.
Als het apparaat gemonteerd wordt boven
een lade:
Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de koelventilatoren
kunnen beschadigen of het
koelsysteem kunnen belemmeren.
Houd een minimumafstand van 2 cm
tussen de bodem van het apparaat en
de zaken die u in de lade bewaart.
Verwijder de afscheidingspanelen die in
de kast onder het apparaat zijn
geïnstalleerd.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de
contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat er een schokbescherming
wordt geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat
of heet kookgerei niet aanraakt als u het
apparaat op de nabijgelegen
contactdozen aansluit.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met onze service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
22 NEDERLANDS
Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van het
apparaat gebroken is. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moeten
een afstand van minimaal 30 cm bewaren
van de inductiekookzones als het
apparaat in werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen
afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie
als u hiermee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til
deze voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Gebruik geen waterstralen en stoom om
het apparaat te reinigen.
NEDERLANDS 23
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.5 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje
te noteren. Het typeplaatje bevindt zich
onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte
inbouwunits of werkbladen die aan de
normen voldoen.
3.3 Aansluitkabel
De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
Voor het vervangen van een beschadigde
voedingskabel, gebruikt u het kabeltype:
H05V2V2-F dat een temperatuur van
90 °C of hoger weerstaat. Neem contact
op met een klantenservice bij u in de
buurt.
3.4 Montage
Als u de kookplaat onder een kap monteert,
moet u de montage-instructies van de
dampkap raadplegen om de minimale
afstand tussen de apparaten te weten te
komen.
min.
50mm
min.
500mm
Als het apparaat boven een lade
geïnstalleerd is, dan kan tijdens het koken de
ventilatie van de kookplaat de items die in de
lade geplaatst zijn verwarmen.
24 NEDERLANDS
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden
tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Vergrendelen / Kinderbeveiligings‐
inrichting
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
3
Pauzeren De functie in- en uitschakelen.
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
6
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uitschakelen.
8
- Om de kookzone te selecteren.
9
/
- De tijd verlengen of verkorten.
10
PowerBoost Het inschakelen van de functie.
11
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
4.3 Kookstanddisplays
Scherm Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
Pauzeren werkt.
Automatisch opwarmen werkt.
PowerBoost werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator): doorgaan met koken / warmhoud‐
stand / restwarmte.
Vergrendelen / Kinderbeveiligingsinrichting werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone ge‐
plaatst.
Automatische uitschakeling werkt.
26 NEDERLANDS
4.4 OptiHeat Control (3 stappen
Restwarmte-indicator)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
De aanduidingen tonen het niveau van de
restwarmte voor de kookzones die u
momenteel gebruikt. De aanduidingen
kunnen ook aangaan voor de nabijgelegen
kookzones, zelfs als u deze niet gebruikt.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt
verwarmd door de warmte van de pannen.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in–
of uit te schakelen.
5.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld,
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld,
u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt
gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (bijvoorbeeld
als een steelpan droog kookt). De
kookzone moet afgekoeld zijn voordat u
de kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje gaat
aan en schakelt de kookplaat uit.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Warmte-instelling De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
5.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand
heeft bereikt.
5.4 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere tijd
een gewenste kookstand te krijgen. Als het
aan staat, werkt de zone in het begin op de
hoogste kookstand en gaat daarna verder
met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone koud
zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
NEDERLANDS 27
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3
seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.5 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones. De
functie kan voor een beperkte tijdsduur voor
uitsluitend de inductiekookzone worden
geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan. gaat aan.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.6 PowerBoost met een kookzone
met twee ringen
De functie gaat voor de binnenste ring in
werking als de kookplaat een pan waarneemt
met een kleinere afmeting dan de binnenste
ring. De functie gaat voor de buitenste ring in
werking als de kookplaat een pan waarneemt
met een grotere afmeting dan de binnenste
ring.
5.7 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om de lengte
van één kooksessie in te stellen.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone
in en dan de functie.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op
totdat het lampje van een
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren: tik op van
de timer om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de kookzone
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Om de resterende tijd te zien: tik op om
de kookzone in te stellen. Het indicatielampje
van de kookzone begint te knipperen. Op het
display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om de tijd te wijzigen: tik op om de
kookzone in te stellen. Tik op of .
Om de functie te deactiveren: tik op
om
de kookzone in te stellen en tik vervolgens
op . De resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone verdwijnt.
Als de aftelling beëindigd is,
klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone wordt
uitgeschakeld.
Om de functie te stoppen: tik op .
CountUp Timer
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op totdat het lampje van een
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren: tik op
van
de timer.
verschijnt. Als het lampje van de
kookzone gaat knipperen, wordt de tijd
opgeteld. Het display schakelt tussen
en
de getelde tijd (in minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: tik op om de kookzone
in te stellen. Het indicatielampje van de
kookzone begint te knipperen. De display
geeft aan hoe lang de zone werkt.
Om de functie te deactiveren: tik op
en
tik vervolgens op
of . Het
indicatielampje van de kookzone verdwijnt.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken wanneer de
kookplaat is ingeschakeld maar de
kookzones niet werken. De warmtestand op
het display toont .
Om de functie te activeren: tik op en tik
vervolgens op of van de timer om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert 00.
Om de functie te stoppen: tik op .
28 NEDERLANDS
De functie heeft geen invloed op
de werking van de kookzones.
5.8 Pauzeren
Deze functie stelt alle kookzones die werken
in op de laagste warmtestand.
Als de functie in werking is, zijn alle andere
symbolen op de bedieningspanelen
vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Tik op
om de functie in te schakelen.
gaat aan.De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie raakt
u aan. De voorgaande warmteinstelling
gaat aan.
5.9 Vergrendelen
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
De functie inschakelen: raak aan.
gaat gedurende 4 seconden aan. De timer
blijft aan.
De functie uitschakelen: Raak
aan. De
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u
deze functie ook.
5.10 Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie te activeren: activeer de
kookplaat met . Stel geen warmteinstelling
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met .
Om de functie te deactiveren: activeer de
kookplaat met . Stel geen warmteinstelling
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met .
Om de functie voor slechts één
kooksessie te onderdrukken: activeer de
kookplaat met . gaat aan. Raak 4
seconden aan. Stel de kookstand in binnen
10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met , treedt
de functie weer in werking.
5.11 OffSound Control (De geluiden
in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en uit.
Raak 3 seconden aan. of gaat
branden. Raak van de timer aan om één
van het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u wachten
tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op
staat, kunt u de geluiden
alleen horen als:
u aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden komt
u iets op het bedieningspaneel plaatst.
5.12 Vermogensbeheer
De kookzones zijn gegroepeerd volgens
locatie en aantal fasen van de kookplaat.
Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen tussen
de kookzones aangesloten op dezelfde
fase.
De functie wordt geactiveerd als de totale
elektriciteitslading van de kookzones
aangesloten op een enkele fase de 3700
W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen naar de
andere kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De weergave van de warmte-instelling
van de verlaagde zones wisselt af tussen
de gekozen warmte-instelling en de
verlaagde warmte-instelling. Na enige tijd
blijft de weergave van de warmte-
instelling van de verlaagde zones op de
verlaagde warmtestand staan.
NEDERLANDS 29
5.13 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat als de
afzuigkap heeft een infraroodontvanger. De
snelheid van de ventilator wordt automatisch
bepaald op basis van de modusinstelling en
de temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste afzuigkappen
wordt het
afstandsbedieningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt. Zie
voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 – H6
om de functie automatisch te bedienen. De
kookplaat wordt oorspronkelijk ingesteld op
H5.De afzuigkap reageert als u de kookplaat
in gebruik neemt. De kookplaat herkent de
temperatuur van de pannen automatisch en
stelt de snelheid van de ventilator erop af.
Automatische modi
Automa‐
tische
verlich‐
ting
Koken
1)
Bakken
2)
Modus H0 Uit Uit Uit
Modus H1 Aan Uit Uit
Modus
H2
3)
Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
Automa‐
tische
verlich‐
ting
Koken
1)
Bakken
2)
Modus H3 Aan Uit Ventilator‐
snelheid 1
Modus H4 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
Modus H5 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 2
Modus H6 Aan Ventilator‐
snelheid 2
Ventilator‐
snelheid 3
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en
activeert de ventilatorsnelheid overeenkomstig
de automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en ac‐
tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de
automatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de ver‐
lichting en reageert niet op de temperatuur.
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot aan
gaat.
5. Raak van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische modus
van de functie uit om de
kookplaat direct te bedienen op
het kookplaatpaneel.
Als u stopt met koken en de
kookplaat uitschakelt, kan de
ventilator nog even blijven
werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator
automatisch uit en wordt
voorkomen dat u de ventilator
per ongeluk de komende 30
seconden activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig bedienen
U kunt de functie ook handmatig bedienen.
Raak daartoe
aan als de kookplaat actief
is. Dit schakelt de automatische bediening
30 NEDERLANDS
van de functie uit zodat u de
ventilatorsnelheid handmatig kunt
veranderen. Als u op drukt, wordt de
ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als u
een intensief niveau bereikt en weer op
drukt, stelt u de ventilatorsnelheid in op 0
waardoor de afzuigkapventilator uitschakelt.
Om de ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, raakt u
aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de automatische
bediening van de functie te
activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de
verlichting automatisch te activeren als u de
kookplaat aan zet. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de afzuigkap
gaat uit 2 minuten nadat u de
kookplaat heeft uitgeschakeld.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone zorgt
een sterk elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg snel
heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte
pannen.
De bodem van het kookgerei moet zo dik
en vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat ze op de kookplaat worden
gezet.
Schuif of wrijf de pot niet over het
keramische glas om krassen te
voorkomen.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt door de
fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Raadpleeg "Technische
gegevens".
6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
kraakgeluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (een sandwich-
constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van een
kookzone met een hoge kookstand en als
het kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (een sandwich-
constructie).
zoemend geluid: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
sissend, brommend: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
NEDERLANDS 31
6.3 Öko Timer (Eco Timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer met
aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd
hangt af van het niveau van de kookstand en
de tijd dat u kookt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is
dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat een kookzone op de medium
kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als richtlijn.
Warmte-instel‐
ling
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhouden. zoals no‐
dig
Een deksel op het kookgerei doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
colade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds be‐
reide gerechten opwarmen.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo veel
vocht toe als rijst en roer gerechten op
melkbasis halverwege de procedure
door.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht toe.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten, risso‐
les, worstjes, lever, roux, eieren, pan‐
nenkoeken, donuts.
zoals no‐
dig
Halverwege de bereidingstijd omdraai‐
en.
12 - 13 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken,
steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraai‐
en.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees),
frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is geactiveerd.
6.5 Praktische tips voor Hob²Hood
Als u de kookplaat bedient met de functie:
Bescherm het afzuigkappaneel tegen
direct zonlicht.
Breng geen halogeenverlichting aan in het
afzuigkappaneel.
Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand, een
handgreep van een pan of een grote pan).
Zie de afbeelding.
32 NEDERLANDS
De afzuigkap in de afbeelding is slechts
een voorbeeld.
Andere op afstand bediende
apparaten kunnen het signaal
hinderen. Gebruik dergelijke
apparaten niet in de buurt van
de kookplaat terwijl Hob²Hood
ingeschakeld is.
Afzuigkappen met de Hob²Hood functie
Zie de consumentenwebsite voor de
volledige reeks afzuigkappen die met deze
functie werken. De AEG-afzuigkappen die
met deze functie werken moeten het symbool
hebben.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel
voor het oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
7.2 De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten kunststof,
plastic folie, suiker en suikerhoudend
voedsel, anders kan dit schade aan de
kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig
om brandwonden te voorkomen. Gebruik
de speciale schraper op de glazen plaat
en verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en metaalachtig
glanzende verkleuringen. Reinig de
kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen oppervlak
met een doek en een oplossing van water
met azijn.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 33
8.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed geïn‐
stalleerd.
Controleer of de kookplaat goed is
aangesloten op het lichtnet.
De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oorzaak van
de storing is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Stel gedurende 10 seconden geen
kookstand in.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 10 seconden
in.
U hebt 2 of meer sensorvelden tege‐
lijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets tegelijk aan.
Pauzeren is in werking. Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Er ligt water of er zitten vetspatten
op het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Er klinkt een geluidssignaal als
de kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
U hebt een of meer tiptoetsen afge‐
dekt.
Verwijder het voorwerp van de tiptoet‐
sen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op sensorveld gezet.
Verwijder het object van het sensor‐
veld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is bediend of de
sensor beschadigd is.
Als de kookzone lang genoeg in werk‐
ing is geweest om heet te zijn, neemt u
contact op met de klantenservice.
Hob²Hood werkt niet. U dekte het bedieningspaneel af. Verwijder het voorwerp van het bedie‐
ningspaneel.
U maakt gebruik van een hele grote
pan die het signaal blokkeert.
Gebruik een kleinere pan, verander
van kookzone of bedien de afzuigkap
handmatig.
Automatisch opwarmen werkt
niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen.
De hoogste verwarmingsstand is in‐
gesteld.
De hoogste kookstand heeft hetzelfde
vermogen als de functie.
De kookstand schakelt tussen
twee kookstanden.
Vermogensbeheer is in werking. Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
De sensorvelden worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te
dicht bij het bedieningspaneel.
Plaats groter kookgerei op de achter‐
ste kookzones indien nodig.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer u de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uit. Activeer het geluid.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
gaat branden.
Kinderbeveiligingsinrichting of Ver‐
grendelen werkt.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op de zone. Zet kookgerei op de zone.
34 NEDERLANDS
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het kookgerei is niet geschikt. Gebruik geschikt kookgerei. Zie 'Aan‐
wijzingen en tips'.
De diameter van de bodem van het
kookgerei is te klein voor de zone.
Gebruik kookgerei met de juiste afme‐
tingen. Raadpleeg "Technische gege‐
vens".
en een getal gaat branden.
Er heeft zich een fout in de kook‐
plaat voorgedaan.
Schakel de kookplaat uit en na 30 se‐
conden weer in. Wanneer weer
verschijnt, trekt u de stekker van de
kookplaat uit het stopcontact. Steek de
stekker van de kookplaat er na 30 se‐
conden weer in. Als het probleem zich
blijft voordoen, neem dan contact op
met een erkend servicecentrum.
U kunt een constant piepgeluid
horen.
De elektrische aansluiting is onjuist. Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
8.2 Als u het probleem niet kunt
oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen,
neem dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het
typeplaatje. Geef ook de driecijferige code
voor het glaskeramiek (bevindt zich op de
hoek van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct
gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de klantenservice
of de vakhandelaar in rekening gebracht,
zelfs tijdens de garantieperiode. De
instructies over het service center en de
garantiebepalingen vindt u in het
garantieboekje.
9. TECHNISCHE GEGEVENS
9.1 Typeplaatje
Model IKB64411XB PNC 949 597 316 00
Type 61 B4A 00 AA 220 - 240 V / 400 V 2N 50 - 60 Hz
Inductie 7.35 kW Gemaakt in Duitsland
Ser.Nr. ................. 7.35 kW
AEG
9.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-instel‐
ling) [W]
PowerBoost [W] PowerBoost
maximale duur
[min]
Diameter van het
kookgerei [mm]
Linksvoor 2300 3700 10 125 - 210
NEDERLANDS 35
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-instel‐
ling) [W]
PowerBoost [W] PowerBoost
maximale duur
[min]
Diameter van het
kookgerei [mm]
Linksachter 1800 2800 10 145 - 180
Rechtsvoor 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsachter 2300 3200 10 145 - 265
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal en de
afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen
kookgerei met een diameter niet groter dan
vermeld in de tabel.
10. ENERGIEZUINIGHEID
10.1 Productinformatie volgens EU 66/2014 alleen geldig voor EU-markt
Modelidentificatie IKB64411XB
Type kookplaat Ingebouwde kookplaat
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones (Ø) Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
21,0 cm
18,0 cm
14,5 cm
Lengte (L) en breedte (B) van niet-circulaire kookzo‐
ne
Rechtsachter L 26,5 cm
B 17,0 cm
Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking) Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
178,4 Wh / kg
184,9 Wh / kg
183,2 Wh / kg
184,9 Wh / kg
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 182,9 Wh / kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische
kookapparaten - deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de prestatie
10.2 Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens het
koken door de onderstaande tips te volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op die
u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op
de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone voordat
u deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten warm
te houden of te smelten.
36 NEDERLANDS
11. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de volksgezondheid
en recycleer op een correcte manier het afval
van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng
het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
NEDERLANDS 37

Documenttranscriptie

VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.aeg.com/support Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie Wijzigingen voorbehouden. INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE..........................................................................................19 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................22 3. INSTALLATIE................................................................................................................24 4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................ 25 5. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................. 27 6. AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................................ 31 7. ONDERHOUD EN REINIGING..................................................................................... 33 8. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................. 33 9. TECHNISCHE GEGEVENS..........................................................................................35 10. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................................... 36 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de NEDERLANDS 19 instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens gebruik. Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te worden geactiveerd. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. 1.2 Algemene veiligheid • • • 20 WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken. WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden. Probeer NOOIT om een brand te blussen met water. Schakel het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv. met een deksel of een vuurdeken. NEDERLANDS • • • • • • • • • • LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld. LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden. WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op met de erkende servicedienst. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken. NEDERLANDS 21 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • • • • • • • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. Elk apparaat heeft koelventilatoren op de bodem. Als het apparaat gemonteerd wordt boven een lade: – Leg geen kleine dingen of papier dewelke kunnen binnengezogen worden, omdat ze de koelventilatoren kunnen beschadigen of het koelsysteem kunnen belemmeren. – Houd een minimumafstand van 2 cm tussen de bodem van het apparaat en de zaken die u in de lade bewaart. Verwijder de afscheidingspanelen die in de kast onder het apparaat zijn geïnstalleerd. 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • • • • • • • • • • • • • • 22 NEDERLANDS Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. Gebruik de juiste stroomkabel. Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit. Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels. Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze serviceafdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • • • • Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. • WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • • • • 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brandwonden of elektrische schokken. • • • • • • • • • • • • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. Vertrouw niet alleen op de pandetector. Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is. Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u hiermee kookt. De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • • • • • • • • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat. Laat kookgerei niet droogkoken. Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. 2.4 Onderhoud en reiniging • • • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. NEDERLANDS 23 • Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2.5 Service • • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. 2.6 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Haal de stekker uit het stopcontact. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. 3. INSTALLATIE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 3.1 Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. 3.4 Montage Als u de kookplaat onder een kap monteert, moet u de montage-instructies van de dampkap raadplegen om de minimale afstand tussen de apparaten te weten te komen. Serienummer ........................... 3.2 Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. min. 500mm min. 50mm 3.3 Aansluitkabel • • 24 De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer. Voor het vervangen van een beschadigde voedingskabel, gebruikt u het kabeltype: H05V2V2-F dat een temperatuur van 90 °C of hoger weerstaat. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. NEDERLANDS Als het apparaat boven een lade geïnstalleerd is, dan kan tijdens het koken de ventilatie van de kookplaat de items die in de lade geplaatst zijn verwarmen. Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tip‐ toets Functie Opmerking 1 AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. 2 Vergrendelen / Kinderbeveiligings‐ Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen. inrichting 3 Pauzeren De functie in- en uitschakelen. 4 - Kookstanddisplay De kookstand weergeven. 5 - Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. 6 - Timerdisplay De tijd in minuten weergeven. 7 Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uitschakelen. 8 - Om de kookzone te selecteren. - De tijd verlengen of verkorten. PowerBoost Het inschakelen van de functie. Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand. 9 / 10 11 - 4.3 Kookstanddisplays Scherm Beschrijving De kookzone is uitgeschakeld. De kookzone wordt gebruikt. - Pauzeren werkt. Automatisch opwarmen werkt. PowerBoost werkt. + cijfer / / Er is een storing. OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator): doorgaan met koken / warmhoud‐ stand / restwarmte. Vergrendelen / Kinderbeveiligingsinrichting werkt. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone ge‐ plaatst. Automatische uitschakeling werkt. 26 NEDERLANDS 4.4 OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator) WAARSCHUWING! / / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. momenteel gebruikt. De aanduidingen kunnen ook aangaan voor de nabijgelegen kookzones, zelfs als u deze niet gebruikt. De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen. De aanduidingen tonen het niveau van de restwarmte voor de kookzones die u 5. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 In- of uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. 5.2 Automatische uitschakeling De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • • • • • • alle kookzones zijn uitgeschakeld, u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld, u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. De kookplaat te heet wordt (bijvoorbeeld als een steelpan droog kookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken. u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit. u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na een tijdje gaat aan en schakelt de kookplaat uit. De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt: Warmte-instelling De kookplaat wordt uitgeschakeld na 6 uur ,1-3 4-7 5 uur 8-9 4 uur 10 - 14 1,5 uur 5.3 De kookstand Voor het instellen of wijzigen van de kookstand: Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt. 5.4 Automatisch opwarmen Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand. Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn. Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak NEDERLANDS 27 meteen de gewenste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. De functie uitschakelen: wijzig de kookstand. 5.5 PowerBoost Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'. Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan. gaat aan. De functie uitschakelen: wijzig de kookstand. 5.6 PowerBoost met een kookzone met twee ringen De functie gaat voor de binnenste ring in werking als de kookplaat een pan waarneemt met een kleinere afmeting dan de binnenste ring. De functie gaat voor de buitenste ring in werking als de kookplaat een pan waarneemt met een grotere afmeting dan de binnenste ring. 5.7 Timer • Timer met aftelfunctie U kunt deze functie gebruiken om de lengte van één kooksessie in te stellen. Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en dan de functie. Om de kookzone in te stellen: tik herhaaldelijk op totdat het lampje van een kookzone verschijnt. Om de functie te activeren: tik op van de timer om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Om de resterende tijd te zien: tik op om de kookzone in te stellen. Het indicatielampje van de kookzone begint te knipperen. Op het 28 NEDERLANDS display wordt de resterende tijd weergegeven. Om de tijd te wijzigen: tik op kookzone in te stellen. Tik op om de of . om Om de functie te deactiveren: tik op de kookzone in te stellen en tik vervolgens op . De resterende tijd telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone verdwijnt. Als de aftelling beëindigd is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Om de functie te stoppen: tik op . • CountUp Timer Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt. Om de kookzone in te stellen: tik herhaaldelijk op totdat het lampje van een kookzone verschijnt. van Om de functie te activeren: tik op de timer. verschijnt. Als het lampje van de kookzone gaat knipperen, wordt de tijd en opgeteld. Het display schakelt tussen de getelde tijd (in minuten). Om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt: tik op om de kookzone in te stellen. Het indicatielampje van de kookzone begint te knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt. Om de functie te deactiveren: tik op en of . Het tik vervolgens op indicatielampje van de kookzone verdwijnt. • Kookwekker U kunt deze functie gebruiken wanneer de kookplaat is ingeschakeld maar de kookzones niet werken. De warmtestand op het display toont . Om de functie te activeren: tik op en tik vervolgens op of van de timer om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Om de functie te stoppen: tik op . De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones. 5.8 Pauzeren Deze functie stelt alle kookzones die werken in op de laagste warmtestand. Als de functie in werking is, zijn alle andere symbolen op de bedieningspanelen vergrendeld. De functie stopt de timerfunctie niet. om de functie in te schakelen. Tik op gaat aan.De warmte-instelling wordt verlaagd naar 1. Voor het uitschakelen van de functie raakt aan. De voorgaande warmteinstelling u gaat aan. 5.9 Vergrendelen U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. De functie inschakelen: raak aan. gaat gedurende 4 seconden aan. De timer blijft aan. De functie uitschakelen: Raak vorige kookstand gaat aan. aan. De Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook. Om de functie voor slechts één kooksessie te onderdrukken: activeer de kookplaat met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt met de functie weer in werking. 5.11 OffSound Control (De geluiden in- en uitschakelen) Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en uit. Raak • kookplaat met . Stel geen warmteinstelling 4 seconden aan. Schakel de kookplaat uit met gaat aan. . Om de functie te deactiveren: activeer de kookplaat met in. Raak . Stel geen warmteinstelling 4 seconden aan. Schakel de kookplaat uit met gaat aan. . of gaat - de signalen zijn uit - de signalen zijn aan • Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt. Als de functie op alleen horen als: • • • • staat, kunt u de geluiden u aanraakt Kookwekker naar beneden komt Timer met aftelfunctie naar beneden komt u iets op het bedieningspaneel plaatst. 5.12 Vermogensbeheer • • • • Om de functie te activeren: activeer de in. Raak 3 seconden aan. branden. Raak van de timer aan om één van het volgende te kiezen: 5.10 Kinderbeveiligingsinrichting Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt. , treedt • • De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding. Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W. De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase. De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase de 3700 W overschrijdt. De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase. De weergave van de warmte-instelling van de verlaagde zones wisselt af tussen de gekozen warmte-instelling en de verlaagde warmte-instelling. Na enige tijd blijft de weergave van de warmteinstelling van de verlaagde zones op de verlaagde warmtestand staan. NEDERLANDS 29 5.13 Hob²Hood Het is een geavanceerde automatische functie die de kookplaat op een speciale afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat als de afzuigkap heeft een infraroodontvanger. De snelheid van de ventilator wordt automatisch bepaald op basis van de modusinstelling en de temperatuur van de heetste pan op de kookplaat. U kunt de ventilator van de kookplaat handmatig bedienen. Voor de meeste afzuigkappen wordt het afstandsbedieningssysteem uitgeschakeld. Inschakelen voordat u de functie gebruikt. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding van de afzuigkap. De functie automatisch bedienen Stel de automatische modus in op H1 – H6 om de functie automatisch te bedienen. De kookplaat wordt oorspronkelijk ingesteld op H5.De afzuigkap reageert als u de kookplaat in gebruik neemt. De kookplaat herkent de temperatuur van de pannen automatisch en stelt de snelheid van de ventilator erop af. Automatische modi Automa‐ tische verlich‐ ting Koken1) Bakken2) Modus H0 Uit Uit Uit Modus H1 Aan Uit Uit Modus Aan Ventilator‐ snelheid 1 Ventilator‐ snelheid 1 H2 3) 30 NEDERLANDS Automa‐ tische verlich‐ ting Koken1) Bakken2) Modus H3 Aan Uit Ventilator‐ snelheid 1 Modus H4 Aan Ventilator‐ snelheid 1 Ventilator‐ snelheid 1 Modus H5 Aan Ventilator‐ snelheid 1 Ventilator‐ snelheid 2 Modus H6 Aan Ventilator‐ snelheid 2 Ventilator‐ snelheid 3 1) De kookplaat detecteert het kookproces en activeert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische modus. 2) De kookplaat detecteert het bakproces en ac‐ tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische modus. 3) Deze modus activeert de ventilator en de ver‐ lichting en reageert niet op de temperatuur. De automatische modus veranderen 1. Schakel het apparaat uit. 3 seconden aan. Het display 2. Raak gaat aan en uit. 3. Raak 3 seconden aan. 4. Raak gaat. een paar keer aan tot aan 5. Raak van de timer aan om een automatische modus te selecteren. Schakel de automatische modus van de functie uit om de kookplaat direct te bedienen op het kookplaatpaneel. Als u stopt met koken en de kookplaat uitschakelt, kan de ventilator nog even blijven werken. Daarna schakelt het systeem de ventilator automatisch uit en wordt voorkomen dat u de ventilator per ongeluk de komende 30 seconden activeert. De ventilatorsnelheid handmatig bedienen U kunt de functie ook handmatig bedienen. Raak daartoe aan als de kookplaat actief is. Dit schakelt de automatische bediening van de functie uit zodat u de ventilatorsnelheid handmatig kunt veranderen. Als u op drukt, wordt de ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als u een intensief niveau bereikt en weer op drukt, stelt u de ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de afzuigkapventilator uitschakelt. Om de ventilator weer te starten met aan. ventilatorsnelheid 1, raakt u De verlichting activeren U kunt de kookplaat instellen om de verlichting automatisch te activeren als u de kookplaat aan zet. Zet daarvoor de automatische modus op H1 – H6. De verlichting van de afzuigkap gaat uit 2 minuten nadat u de kookplaat heeft uitgeschakeld. Schakel de kookplaat uit en weer aan om de automatische bediening van de functie te activeren. 6. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Kookgerei Afmetingen van de pannen • • Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt. Raadpleeg "Technische gegevens". Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen. • De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. • Zorg ervoor dat bodems schoon en droog zijn voordat ze op de kookplaat worden gezet. • Schuif of wrijf de pot niet over het keramische glas om krassen te voorkomen. Materiaal van het kookgerei • correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt door de fabrikant). • niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als: • • water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd. een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. 6.2 Lawaai tijdens gebruik Als u dit hoort: • kraakgeluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (een sandwichconstructie). • fluitend geluid: bij gebruik van een kookzone met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (een sandwichconstructie). • zoemend geluid: als u hoge kookstanden gebruikt. • klikken: er treedt elektrische schakeling op. • sissend, brommend: de ventilator werkt. Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken. NEDERLANDS 31 6.3 Öko Timer (Eco Timer) Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt. lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat een kookzone op de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. 6.4 Voorbeelden van kooktoepassingen De correlatie tussen de kookstand en het stroomverbruik van de kookzone is niet Warmte-instel‐ ling Gebruik om: Tijd (min) Tips Bereide gerechten warmhouden. zoals no‐ dig Een deksel op het kookgerei doen. 1-3 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐ colade, gelatine. 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen. 1-3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. 10 - 40 Met deksel bereiden. 3-5 Zachtjes aan de kook brengen van rijst en gerechten op melkbasis, reeds be‐ reide gerechten opwarmen. 25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo veel vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis halverwege de procedure door. 5-7 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht toe. 7-9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 7-9 Bereiden van grotere hoeveelheden voedsel, stoofschotels en soepen. 60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten. 9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu van kalfsvlees, koteletten, risso‐ les, worstjes, lever, roux, eieren, pan‐ nenkoeken, donuts. zoals no‐ dig Halverwege de bereidingstijd omdraai‐ en. 12 - 13 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks. 5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraai‐ en. 14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet. -1 Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is geactiveerd. 6.5 Praktische tips voor Hob²Hood • Als u de kookplaat bedient met de functie: • • • 32 Bescherm het afzuigkappaneel tegen direct zonlicht. Breng geen halogeenverlichting aan in het afzuigkappaneel. NEDERLANDS Dek het bedieningspaneel van de afzuigkap niet af. Onderbreek het signaal tussen de kookplaat en de afzuigkap niet (bijvoorbeeld met een hand, een handgreep van een pan of een grote pan). Zie de afbeelding. De afzuigkap in de afbeelding is slechts een voorbeeld. Andere op afstand bediende apparaten kunnen het signaal hinderen. Gebruik dergelijke apparaten niet in de buurt van de kookplaat terwijl Hob²Hood ingeschakeld is. Afzuigkappen met de Hob²Hood functie Zie de consumentenwebsite voor de volledige reeks afzuigkappen die met deze functie werken. De AEG-afzuigkappen die met deze functie werken moeten het symbool hebben. 7. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 Algemene informatie • • • • • Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem. Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. 7.2 De kookplaat schoonmaken • • • voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Gebruik de speciale schraper op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn. Verwijder direct: gesmolten kunststof, plastic folie, suiker en suikerhoudend 8. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. NEDERLANDS 33 8.1 Wat te doen in de volgende gevallen... Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing U kunt de kookplaat niet inscha‐ kelen of bedienen. De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of is niet goed geïn‐ stalleerd. Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Stel gedurende 10 seconden geen kookstand in. Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in. U hebt 2 of meer sensorvelden tege‐ Raak slechts één tiptoets tegelijk aan. lijk aangeraakt. Pauzeren is in werking. Raadpleeg "Dagelijks gebruik". Er ligt water of er zitten vetspatten op het bedieningspaneel. Reinig het bedieningspaneel. Er klinkt een geluidssignaal en de U hebt een of meer tiptoetsen afge‐ kookplaat wordt uitgeschakeld. dekt. Er klinkt een geluidssignaal als de kookplaat wordt uitgescha‐ keld. Verwijder het voorwerp van de tiptoet‐ sen. De kookplaat schakelt uit. Verwijder het object van het sensor‐ veld. U hebt iets op sensorveld gezet. De restwarmte-indicator gaat niet aan. De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is bediend of de sensor beschadigd is. Als de kookzone lang genoeg in werk‐ ing is geweest om heet te zijn, neemt u contact op met de klantenservice. Hob²Hood werkt niet. U dekte het bedieningspaneel af. Verwijder het voorwerp van het bedie‐ ningspaneel. U maakt gebruik van een hele grote pan die het signaal blokkeert. Gebruik een kleinere pan, verander van kookzone of bedien de afzuigkap handmatig. De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen. De hoogste verwarmingsstand is in‐ gesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie. De kookstand schakelt tussen twee kookstanden. Vermogensbeheer is in werking. Raadpleeg "Dagelijks gebruik". De sensorvelden worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achter‐ ste kookzones indien nodig. Er klinkt geen geluidsignaal wan‐ neer u de tiptoetsen van het be‐ dieningspaneel aanraakt. De signalen zijn uit. Activeer het geluid. Raadpleeg "Dagelijks gebruik". Kinderbeveiligingsinrichting of Ver‐ grendelen werkt. Raadpleeg "Dagelijks gebruik". Er staat geen kookgerei op de zone. Zet kookgerei op de zone. Automatisch opwarmen werkt niet. gaat branden. gaat branden. 34 NEDERLANDS Probleem en een getal gaat branden. U kunt een constant piepgeluid horen. Mogelijke oorzaak Oplossing Het kookgerei is niet geschikt. Gebruik geschikt kookgerei. Zie 'Aan‐ wijzingen en tips'. De diameter van de bodem van het kookgerei is te klein voor de zone. Gebruik kookgerei met de juiste afme‐ tingen. Raadpleeg "Technische gege‐ vens". Er heeft zich een fout in de kook‐ plaat voorgedaan. Schakel de kookplaat uit en na 30 se‐ De elektrische aansluiting is onjuist. Trek de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Laat de installatie controleren door een erkende elektri‐ cien. 8.2 Als u het probleem niet kunt oplossen... Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. conden weer in. Wanneer weer verschijnt, trekt u de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Steek de stekker van de kookplaat er na 30 se‐ conden weer in. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een erkend servicecentrum. Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. 9. TECHNISCHE GEGEVENS 9.1 Typeplaatje Model IKB64411XB Type 61 B4A 00 AA Inductie 7.35 kW Ser.Nr. ................. AEG PNC 949 597 316 00 220 - 240 V / 400 V 2N 50 - 60 Hz Gemaakt in Duitsland 7.35 kW 9.2 Specificatie kookzones Kookzone Nominaal ver‐ mogen (max warmte-instel‐ ling) [W] PowerBoost [W] PowerBoost maximale duur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Linksvoor 2300 3700 10 125 - 210 NEDERLANDS 35 Kookzone Nominaal ver‐ mogen (max warmte-instel‐ ling) [W] PowerBoost [W] PowerBoost maximale duur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Linksachter 1800 2800 10 145 - 180 Rechtsvoor 1400 2500 4 125 - 145 Rechtsachter 2300 3200 10 145 - 265 Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei. Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel. 10. ENERGIEZUINIGHEID 10.1 Productinformatie volgens EU 66/2014 alleen geldig voor EU-markt Modelidentificatie IKB64411XB Type kookplaat Ingebouwde kookplaat Aantal kookzones 4 Verwarmingstechnologie Inductie Diameter ronde kookzones (Ø) Linksvoor Linksachter Rechtsvoor 21,0 cm 18,0 cm 14,5 cm Lengte (L) en breedte (B) van niet-circulaire kookzo‐ ne Rechtsachter L 26,5 cm B 17,0 cm Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking) Linksvoor Linksachter Rechtsvoor Rechtsachter 178,4 Wh / kg 184,9 Wh / kg 183,2 Wh / kg 184,9 Wh / kg Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 182,9 Wh / kg EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de prestatie • 10.2 Energiebesparing • U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen. • • • 36 Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft. NEDERLANDS • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert. Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones. Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone. Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. 11. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het symbool Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. NEDERLANDS 37
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

AEG IKB64411XB Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding