4
2 Veiligheidsaanwijzingen
• Volg de informatie in de gebruiksaanwijzing op�
• Ondeskundig gebruik kan ertoe leiden dat functies mogelijk niet goed worden
uitgevoerd� Als gevolg daarvan kan het tot materiële schade of letsel bij perso-
nen tijdens het bedrijf van de installatie komen� Neem daarom alle instructies
voor de installatie en het gebruik van het apparaat in dit document in acht� Volg
ook de veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik van de totale installatie op�
• Wanneer de instructies of normen niet in acht worden genomen, met name bij
ingrepen in en/of veranderingen aan het apparaat, is elke aansprakelijkheid en
garantie uitgesloten�
• Bij beschadiging van de sensor kan de veiligheidsfunctie niet worden gegaran-
deerd�
• Fouten als gevolg van de beschadiging kunnen niet door de sensor worden
herkend�
• Het apparaat mag uitsluitend door een elektromonteur die is geschoold in de
veiligheidstechniek, ingebouwd, aangesloten en in bedrijf gesteld worden�
• Neem de relevante technische normen voor de desbetreffende applicatie in
acht�
• Houd bij de installatie rekening met de eisen van de standaard EN 60204�
• Wanneer het apparaat niet goed functioneert, neemt u dan contact op met de
fabrikant� Ingrepen in het apparaat zijn niet toegestaan�
• Bij werkzaamheden aan het apparaat moet deze vooraf extern spanningsvrij
worden geschakeld� Schakel indien nodig tevens onafhankelijk gevoede relais-
belastingkringen uit�
• Na installatie, onderhoud of reparatie van het systeem een complete functie-
controle uitvoeren�
• Apparaat alleen onder opgegeven gebruiksomstandigheden gebruiken (→ 9
Technische gegevens)� Vraag de fabrikant voor toepasbaarheid in bijzondere
omgevingscondities�
• Toepassing is uitsluitend toegestaan binnen het beoogde gebruik (→ 4)�
2.1 Veiligheidstechnische eisen aan de applicatie
De veiligheidstechnische eisen van de desbetreffende applicatie moeten
overeenstemmen met de hier ten grondslag gelegde eisen�