5019 412 10029
Programma’s met voorwas duren ongeveer 5 tot 20 min. langer. De gegevens met betrekking tot het verbruik zijn
vastgesteld in genormaliseerde omstandigheden in overeenstemming met de norm IEC 60 456. Bij huishoudelijk gebruik
kan het verbruik afwijken van de in de tabel vermelde waarden in relatie met de druk en de temperatuur van het
toegevoerde water, de belading en het type wasgoed.
*
De resttijdindicator kan op soortgelijke wijze afwijken van de cijfers in de tabel, aangezien hij de huishoudelijke
omstandigheden op dat moment in aanmerking neemt.
**
Om de watertemperatuur te verlagen wordt er wat koud water toegevoegd aan het einde van het
hoofdwasprogramma, voordat het water wordt afgepompt.
Doe het wasmiddel en de nabehandelingsproducten als
volgt in het bakje:
• Programma met voor- en hoofdwas
• Hoofdwasprogramma zonder voorwas
• Wasverzachters en conditioners
• Chloorbleekmiddel
• Vlekkenmiddelen
• Anti-verviltingsmiddelen
(waterhardheid 4)
Belangrijk:
• Let erop dat het niveau
“MAX”
niet
overschreden wordt.
• Voor programma’s zonder voorwas van koud
tot 40° C wordt geadviseerd een vloeibaar
wasmiddel te gebruiken om witte resten op
bont wasgoed te vermijden.
• Als de functie Start selectie wordt gebruikt,
dient een doseringshulpmiddel te worden
gebruikt, dat rechtstreeks in de trommel
wordt geplaatst.
1. Draai de
programmakeuzeknop
op het
gewenste programma met de
voorgedefinieerde temperatuur. De
“Resttijd”-indicator geeft de duur van het
gekozen programma aan (in uren en
minuten) en het controlelampje van de
startknop knippert.
2. De programmafasewijzer en de
voorgedefinieerde centrifugeersnelheid die
correspondeert met het ingestelde
programma gaan branden.
Het lampje gaat branden.
Er klinkt een geluidssignaal als de
combinatie van het programma en de extra
functies niet mogelijk is. Ongeschikte
combinaties van extra functies worden
automatisch ongedaan gemaakt bij het
instellen.
Voorwasknop
• Alleen voor sterk vervuild wasgoed
(bijvoorbeeld zand, korrelig vuil) gevoelig.
De duur van het programma neemt 5 tot
20 minuten toe.
Knop Spoelen Intensief
• Het spoelwaterniveau en de programmatijd
nemen toe voor een betere spoeling.
• Deze functie is met name geschikt voor
gebieden met zeer zacht water, voor
wasgoed van baby’s en van personen die last
hebben van allergische reacties.
Knop Spoelstop
• Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder verder te gaan naar de
eindcentrifuge, om kreukvorming en
verkleuring te voorkomen.
• Deze functie is met name geschikt voor het
programma “Synthetisch” of “Fijne was”.
• Deze functie is met name nuttig als u het
centrifugeren wilt uitstellen tot een later
tijdstip of als u het wasgoed niet wilt
centrifugeren.
VERBRUIKSGEGEVENS
Programma
Keuzeknop
temperatuur
(°C)
Geschatte
belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Duur
programma
(min)
Katoen 95
**
5,0 49* 1,6 125
Katoen 60 5,0 48 0,95 120
Synthetische 60 2,0 54 0,7 89
Synthetische 40 2,0 50 0,5 74
Express 30 3,0 35 0,4 30
Fijne was 40 1,5 50 0,5 45
Wol 40 1,0 50 0,5 42
Handwas 30 1,0 35 0,4 25
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGS-
PRODUCTEN TOEVOEGEN
SLUIT DE DEUR EN STEL HET
PROGRAMMA IN
DRUK OP DE KNOP(PEN) VAN
EVENTUEEL GEWENSTE EXTRA FUNCTIES
Opmerking:
Het programma stopt bij de
“Spoelstop” op het moment dat de toets
“Spoelstop” knippert.
De functie “Spoelstop” beëindigen:
• Druk nogmaals op de toets “Spoelstop”; het
programma eindigt automatisch met de
eindcentrifuge voor het huidige
wasprogramma.
• Als u de stukken niet wilt centrifugeren, de
programmaknop op het spoelprogramma
zetten en opnieuw Starten.
Vermindering van de centrifugeersnelheid
• Aan ieder programma wordt automatisch
een maximum centrifugeersnelheid
toegekend.
• Druk op de knop om een andere
centrifugeersnelheid in te stellen.
• Als er geen lampjes branden, is de
eindcentrifuge geannuleerd.
Toets Start Selectie
Met de Start selectie kan de machine draaien
wanneer de gebruiker dat wenst, bijvoorbeeld ’s
nachts wanneer de elektriciteit goedkoper is.
• Druk op de toets “Start selectie” om de
starttijd uit te stellen met 1 tot 19 uur;
• Druk op de knop “Start”. Het lampje “Start
selectie” knippert totdat het programma
begint.
• De aanduiding van de uitsteltijd verdwijnt
wanneer het programma start, en wordt
vervangen door de resterende tijd.
• Het aantal ingestelde uren kan later worden
verminderd door opnieuw op de toets “Start
selectie” te drukken.
Annuleren van “Start selectie”.
• Draai de programmakeuzeknop op de stand
“”.
• Stel het gewenste programma en de extra
functie in en druk op de startknop.
Draai de kraan open en druk op de startknop. Het
controlelampje van de startknop gaat branden.
De indicatielampjes geven de fase aan die het
programma heeft bereikt. Nadat het programma
gestart is, verplaatst de fasewijzer van links naar
rechts langs Wassen, Spoelen, Centrifugeren. Als
het programma voltooid is, gaat het
corresponderende lampje uit.
Terwijl het programma draait kan de deur worden
geopend om nog meer wasgoed toe te voegen.
De deur vergrendelt automatisch tijdens alle
spoel- en centrifugeercycli. Als het programma
wordt gestopt of als de stroom uitvalt, zal de
deurvergrendeling na ongeveer 1 minuut worden
geopend.
• De resterende tijd staat op “0:00” en alle
lampjes van de programmafases staan op
“Uit”. Er klinkt drie keer een kort
geluidssignaal.
1. Draai de programmakeuzeknop op de stand
“”.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Open de deur en de kleppen van de trommel,
en haal het wasgoed uit de machine.
1. Druk op de startknop om het programma te
onderbreken. Het lampje knippert.
2. Stel het nieuwe programma (met temperatuur)
in, en eventuele extra functies en een andere
centrifugeersnelheid, als u dat wenst.
3. Druk nogmaals op de startknop. Het
programma gaat verder op dezelfde positie
van de programmafasewijzer. Voeg geen
wasmiddel toe voor dit programma.
1. Druk op de startknop om het programma te
onderbreken. Het lampje knippert.
2. Zet de programmakeuzeknop op
“Afpompen”. De centrifuge-indicaties zijn uit
en de resterende tijd geeft 2 minuten aan.
3. Druk op de startknop om het afpompen te
starten.
Deze wasmachine is uitgerust met automatische
veiligheidsfuncties, die snel eventuele storingen kunnen
herkennen en signaleren, waarna op de juiste manier
gereageerd wordt. Het gaat daarbij vaak om kleine
storingen die snel opgelost kunnen worden. Informatie
is te vinden in “Het opsporen van storingen”.
HET STARTEN VAN HET PROGRAMMA
BLOKKEREN VAN DE DEUR
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
EEN NIEUW PROGRAMMA,
CENTRIFUGEERSNELHEID, EXTRA
FUNCTIES INSTELLEN NADAT EEN
PROGRAMMA GESTART IS
EEN PROGRAMMA VOORTIJDIG
STOPPEN OF OPNIEUW INSTELLEN
AUTOMATISCHE VEILIGHEIDSFUNCTIES /
STORINGEN