Documenttranscriptie
Micro HI-FI
Component System
Gebruiksaanwijzing
Voorbereidingen
Netwerkverbinding
Bediening
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Voorzorgsmaatregelen/
Specificaties
CMT-MX700Ni/MX750Ni
WAARSCHUWING
Om de kans op brand te verkleinen,
mag u de ventilatieopeningen van het
apparaat niet afdekken met een krant,
tafelkleed, gordijn, enz.
Plaats ook geen voorwerpen met
open vuur, brandende kaarsen, op het
apparaat.
Om de kans op brand of elektrische
schokken te verkleinen, mag u het
apparaat niet blootstellen aan
druppels of spetters, en mogen geen
voorwerpen die met een vloeistof
zijn gevuld, zoals een vaas, op het
apparaat worden gezet.
Aangezien de hoofdstekker wordt
gebruikt om het apparaat los te
koppelen van het elektriciteitsnet,
sluit u het apparaat aan op een
gemakkelijk bereikbaar stopcontact.
Mocht u een abnormale situatie van
het apparaat ontdekken, dan trekt u
de netstekker onmiddellijk uit het
stopcontact.
Installeer de stereo-installatie niet in
een krappe ruimte, zoals een
boekenkast of ingebouwde kast.
Stel batterijen of apparaten waarin
batterijen worden gebruikt niet bloot
aan buitensporige hitte, zoals
zonlicht, vuur en dergelijke.
Het apparaat is niet losgekoppeld
van het elektriciteitsnet zolang de
stekker in het stopcontact zit,
ondanks dat het apparaat zelf is
uitgeschakeld.
VOORZICHTIG
Het gebruik van optische
instrumenten met dit apparaat zal de
kans op oogbeschadiging vergroten.
Behalve voor klanten in
de VS en Canada
Dit apparaat is geclassificeerd als
een KLASSE 1 LASER product.
Deze aanduiding bevindt zich aan de
achterkant van het apparaat.
2NL
Voor klanten in Europa
Frankrijk:
Deugdelijk afgeschermde en geaarde
kabels en stekkers moeten worden
gebruikt voor verbindingen met
hostcomputers en/of randapparatuur.
De WLAN-functie van dit Micro HIFI Component System mag
uitsluitend worden gebruikt binnen
gebouwen.
Ieder gebruik van de WLAN-functie
van dit Micro HI-FI Component
System buiten gebouwen is verboden
op Frans grondgebied. Zorg ervoor
dat de WLAN-functie van dit Micro
HI-FI Component System is
uitgeschakeld alvorens het apparaat
buiten gebouwen te gebruiken. (ART
Decision 2002-1009 zoals gewijzigd
door ART Decision 03-908,
betreffende gebruiksbeperkingen
voor radiofrequenties.)
Kennisgeving aan klanten:
de volgende informatie is
alleen van toepassing op
apparaten verkocht in
landen waarin de EUrichtlijnen geldig zijn.
De fabricant van dit product is Sony
Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku
Tokyo, 108-0075 Japan. De
geauthoriseerde vertegenwoordiging
voor EMC en produkt veiligheid is
Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327
Stuttgart, Duitsland. Voor service- of
garantiezaken verwijzen wij u graag
naar de addressen in de afzonderlijke
service/garantie documenten.
Hierbij verklaart Sony Corp. dat het
toestel in overeenstemming is met de
essentiële eisen en de andere
relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG.
Nadere informatie kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Dit product is bedoeld voor gebruik
in de volgende landen:
AT, BE, CH, CZ, DE, DK, ES, FI,
FR, GB, GR, HU, IE, IT, NL, NO,
PL, PT, RO, SE, SK
Voor klanten die dit
product gebruiken in de
volgende landen:
Noorwegen:
Gebruik van deze radioapparatuur is
niet toegestaan binnen het
geografische gebied met een straal
van 20 km rondom het centrum van
Ny-Alesund, Svalbard.
Italië:
Het gebruik van het RLAN-netwerk
wordt bepaald:
– met betrekking tot persoonlijk
gebruik door juridisch besluit
1.8.2003, nr. 259 ("Richtlijn voor
elektronische communicatie"). In
Artikel 104 wordt in het bijzonder
aangegeven wanneer het
verkrijgen van algemene
toestemming vooraf noodzakelijk
is, en in Artikel 105 wanneer vrij
gebruik is toegestaan.
– met betrekking tot het leveren van
openbare RLAN-toegang tot
telecomnetwerken en –services
door Ministerieel besluit
28.5.2003, zoals aangepast, en
Artikel 25 (algemene
toestemming voor elektronische
communicatienetwerken enservices) van de Richtlijn voor
elektronische communicatie.
Verwijdering
van oude
elektrische
en
elektronische
apparaten
(Toepasbaar in de
Europese Unie en
andere Europese landen
met gescheiden
inzamelingssystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht
waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwerkt,
voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij
tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in
verband met het recyclen van dit
product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf
of de dienst belast met de
verwijdering van huishoudafval of
de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Verwijdering
van oude
batterijen (in
de Europese
Unie en
andere Europese landen
met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of
verpakking wijst erop dat de
meegeleverde batterij van dit product
niet als huishoudelijk afval
behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit
symbool voorkomen in combinatie
met een chemisch symbool. De
chemische symbolen voor kwik (Hg)
of lood (Pb) worden toegevoegd als
de batterij meer dan 0,0005 % kwik
of 0,004 % lood bevat.
Door deze batterijen op juiste wijze
af te voeren, voorkomt u voor mens
en milieu negatieve gevolgen die
zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van
materialen draagt bij tot het
vrijwaren van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om
redenen van veiligheid, prestaties
dan wel in verband met dataintegriteit een permanente
verbinding met batterij vereisen,
dient deze batterij enkel door
gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen te worden.
Om ervoor te zorgen dat de batterij
op een juiste wijze zal worden
behandeld, dient het product aan het
eind van zijn levenscyclus
overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor
de recyclage van elektrisch en
elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen
we u naar het gedeelte over hoe de
batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij
bij het desbetreffende
inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product of batterij,
neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf
of de dienst belast met de
verwijdering van huishoudafval of
de winkel waar u het product hebt
gekocht.
3NL
Voordat u dit systeem bedient
Over auteursrechtenbescherming
Muziekgegevens mogen niet worden gebruikt
zonder toestemming van de auteursrechtenhouder,
behalve bij gebruik uitsluitend voor persoonlijk
genot.
Over de afbeeldingen die in deze
gebruiksaanwijzing worden
gebruikt
De afbeeldingen en schermweergaven die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt, kunnen
verschillen van de werkelijke schermen.
In deze gebruiksaanwijzing worden de
afbeeldingen van het Europese model gebruikt.
Echter, ook de afbeeldingen van een bepaald
model dat andere functies heeft, worden in deze
gebruiksaanwijzing gebruikt om die functies te
beschrijven.
Deze gebruiksaanwijzing
gebruiken
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe het
apparaat moet worden gebruikt hoofdzakelijk met
behulp van de toetsen van de afstandsbediening.
De toetsen op het apparaat zelf met dezelfde of een
soortgelijke naam als de toetsen op de
afstandsbediening, kunnen worden gebruikt om
dezelfde bedieningen uit te voeren.
4NL
Over services die kunnen worden
gebruikt via een
internetverbinding
Merk op dat internetservices onderhevig zijn aan
wijzigingen of beëindiging zonder voorafgaande
kennisgeving.
Storingen die optreden tijdens normaal gebruik
van het systeem zullen door Sony worden
gerepareerd volgens de voorwaarden die zijn
gedefinieerd in de beperkte garantie op dit
systeem. Sony zal echter niet aansprakelijk zijn
voor enigerlei gevolg voortvloeiend uit het niet
kunnen weergeven als gevolg van een
beschadigd of niet-werkend systeem.
Inhoud
Voordat u dit systeem bedient.................................................................. 4
Kenmerken van dit systeem..................................................................... 8
Genieten van muziek uit diverse bronnen ............................................. 8
Het systeem gebruiken met DLNA-compatibele apparaten ..................... 8
Voorbereidingen
De bijgeleverde accessoires controleren ................................................. 9
Overzicht van de onderdelen en bedieningsorganen ............................. 10
Hoofdapparaat ............................................................................... 10
Afstandsbediening .......................................................................... 11
Tekens invoeren............................................................................. 13
Gebruik van een menu/lijst ............................................................... 14
Het apparaat, de afstandsbediening en de luidsprekers
voorbereiden...................................................................................... 15
De antennes, de luidsprekersnoeren en het netsnoer aansluiten ........... 15
De afstandsbediening gebruiken....................................................... 17
De luidsprekerkussentjes bevestigen ................................................ 17
Een iPod/iPhone gebruiken .............................................................. 17
De draadloze-LAN-antenne gebruiken............................................... 18
Basisinstellingen maken ........................................................................ 19
Het systeem inschakelen ................................................................. 19
De klok instellen ............................................................................. 19
Het demonstratiescherm uitschakelen ............................................... 20
De automatische stand-byfunctie uitschakelen ................................... 20
Netwerkverbinding
Het systeem verbinden met uw thuisnetwerk......................................... 21
De draadloos-LAN-omgeving van het thuisnetwerk controleren ............. 22
Zoeken naar een accesspoint en instellen van een draadloos netwerk
(accesspoint-scanmethode) ........................................................ 22
Een draadloos netwerk instellen met behulp van een accesspoint dat
compatibel is met WPS ............................................................... 24
Een bedraad netwerk instellen .......................................................... 26
5NL
Bediening
Een cd/mp3-disc weergeven..................................................................28
Naar de radio luisteren...........................................................................30
Afstemmen op een zender ...............................................................30
Voorkeurzenders instellen ...............................................................32
Een eerste DAB-scan handmatig uitvoeren ........................................32
Luisteren naar een iPod of iPhone .........................................................33
Een bestand op een USB-apparaat weergeven .....................................35
Luisteren naar audiocontent die is opgeslagen op een server................37
De server instellen ..........................................................................37
Audiocontent weergeven die is opgeslagen op een server ....................41
Luisteren naar muziekservices ..............................................................43
Voorkeurzenders instellen ...............................................................44
Genieten van een scala aan muziekservices .......................................45
De PARTY STREAMING-functie gebruiken...........................................46
Een PARTY houden ........................................................................46
Aan een PARTY deelnemen .............................................................47
Naar audiomateriaal vanaf een externe component luisteren ................48
Weergeven in diverse functies ...............................................................49
Herhaald weergeven .......................................................................49
Weergeven in willekeurige volgorde of geprogrammeerde volgorde .......50
Uw eigen programma maken ............................................................50
Een onderdeel zoeken met behulp van een trefwoord............................51
Aanvullende informatie
Functies die betrekking hebben op netwerkbedieningen instellen..........52
De netwerkinstellingen controleren ....................................................52
De netwerk-stand-bystand instellen ...................................................52
De toestemming voor automatische toegang instellen ..........................53
De PARTY STREAMING-functie instellen ..........................................54
De naam van het apparaat veranderen ..............................................55
De geluidsinstellingen veranderen.........................................................56
Een dyamischer geluid genereren (Dynamic Sound Generator X-tra) .....56
De lage en hoge tonen instellen ........................................................56
De timers gebruiken...............................................................................57
De slaaptimer gebruiken ..................................................................57
De weergavetimer gebruiken ............................................................58
De displayinstellingen veranderen .........................................................59
6NL
Problemen oplossen
Problemen oplossen.............................................................................. 61
Mededelingen ................................................................................ 68
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Voorzorgsmaatregelen.......................................................................... 70
Technische gegevens ........................................................................... 72
Compatibele iPod/iPhone-modellen voor dit systeem............................ 75
Verklarende woordenlijst ....................................................................... 76
Index ..................................................................................................... 78
7NL
Kenmerken van dit systeem
Genieten van muziek uit diverse bronnen
U kunt luisteren naar muziek uit diverse geluidsbronnen met een grote hoeveelheid muziekcontent. De
volgende geluidsbronnen zijn beschikbaar op dit systeem.
Muziekservices op het internet
Het systeem
Externe component
Server
FM/DAB*
CD
USB-apparaat
iPod/iPhone
* De DAB-functie is alleen beschikbaar op de CMT-MX750Ni.
Het systeem gebruiken met DLNA-compatibele
apparaten
Dit systeem voldoet aan de DLNA-norm. U kunt op diverse manieren naar muziek luisteren met dit
systeem in combinatie met andere DLNA-compatibele apparaten. Door het systeem aan te sluiten op
andere DLNA-apparaten kunt u genieten van audiocontent die is opgeslagen op een server, ondanks dat ze
in verschillende vertrekken staan. Bovendien kunt u met de PARTY STREAMING-functie van het
systeem audiocontent tegelijkertijd weergeven op andere apparaten die een PARTY STREAMINGfunctie* hebben (pagina 46). U kunt alle beschikbare functies van het systeem gebruiken als de
geluidsbron voor de PARTY STREAMING-functie.
* De leverbare PARTY STREAMING-compatibele apparaten kunnen verschillend zijn, afhankelijk van het land of
gebied. Voor meer informatie over de leverbare apparaten, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Het systeem
Audiostreaming/
PARTY STREAMING
Over DLNA
DLNA is de afkorting van Digital Living Network Alliance. Dit is de naam van een organisatie die richtlijnen opstelt (de
DLNA-richtlijnen) en het is tevens de naam van de methode waarmee apparaten binnenshuis via een thuisnetwerk digitale
content kunnen delen (zoals muziekgegevens, beeldgegevens, enz.).
8NL
Voorbereidingen
De bijgeleverde accessoires controleren
Afstandsbediening (1)
qg: voor iPhone 3G
Voorbereidingen
FM-draadantenne (1)*
R6-batterijen (AA-formaat) (2)
DAB-draadantenne (1) (alleen CMTMX750Ni)*
Luidsprekersnoeren (2)
Luidsprekerkussentjes (8)
Dockadapters voor iPhone-modellen
(1 set)
Het adapternummer wordt vermeld op de
onderkant van de dockadapter.
Voor iPod-modellen gebruikt u de dockadapter
die bij uw iPod werd geleverd of koopt u een
compatibele dockadapter bij Apple Inc.
qs: voor iPhone
Gebruiksaanwijzing (dit boekje) (1)
Deze gebruiksaanwijzing geeft volledige
beschrijvingen van de diverse instellingen,
bedieningen en de
netwerkverbindingsprocedure.
Deze gebruiksaanwijzing bevat tevens
voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik
van het systeem.
Beknopte installatiehandleiding (1)
Deze installatiehandleiding beschrijft hoe de
netwerkverbinding moet worden ingesteld en
hoe de functies moeten worden gebruikt die
met de netwerkverbinding kunnen worden
gebruikt.
* De vorm van de antennestekker kan anders zijn dan in
de afbeeldingen, afhankelijk van het land of gebied.
Als een accessoire ontbreekt of beschadigd is,
neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sonydealer.
9NL
Overzicht van de onderdelen en
bedieningsorganen
Hoofdapparaat
A I/1 (aan/uit-)toets
Gebruik deze om het systeem in of uit te
schakelen (pagina 31).
B STANDBY-lampje
De kleur van het lampje geeft de toestand van
het systeem aan.
Kleur
Systeemtoestand
Netwerkstand-by
Groen
Aan
Aan/uit
Oranje
Uit
Aan
Rood
Uit
Uit
C FUNCTION-toets
Gebruik deze om een functie te selecteren
(pag. 29, 31).
D NX (weergave-/pauze-)toets
Gebruik deze om de weergave te starten of te
pauzeren.
E x (stop-)toets
Gebruik deze om de weergave te stoppen.
F BACK-toets
Gebruik deze om terug te keren naar het vorige
scherm.
G TUNE +/– toetsen
Gebruik deze om op een gewenste zender af te
stemmen.
10NL
./>
(achteruit/vooruit-verspring-)toetsen
Gebruik deze om een track of bestand te
selecteren.
m/M (achteruit/vooruit-zoek-)toetsen
Gebruik deze om een punt in een track of
bestand te zoeken.
M/m toetsen
Gebruik deze om een item te selecteren dat op
het display wordt afgebeeld.
(map) +/– toetsen
Gebruik deze om een map te selecteren
(pag. 28 35, 50).
ENTER-toets
Gebruik deze om een geselecteerd item of
instelling in te voeren.
H OPTIONS-toets
Gebruik deze om het optiemenu af te beelden
(pagina 40).
De menuonderdelen verschillen afhankelijk
van de geselecteerde functie.
I VOLUME-regelaar
Gebruik deze om het volumeniveau in te
stellen.
J Afstandsbedieningssensor
K OPEN/CLOSE-toets
Gebruik deze om de disclade te openen of te
sluiten (pagina 28).
L
(USB-)poort
Gebruik deze om een compatibel USBapparaat aan te sluiten (pag. 35 en 36).
M Disclade
Gebruik deze om een disc te plaatsen (pag. 29
en 50).
P iPod/iPhone-aansluiting
Plaats een iPod of iPhone op de iPod/iPhoneaansluiting om naar audiocontent te luisteren
die is opgeslagen op een iPod/iPhone (pag. 33
en 34).
Q Ontgrendellip
Gebruik deze om het paneel te ontgrendelen
zodat het kan worden gesloten (pagina 17).
R Paneelopeningslip (PULL OPEN)
Trek hieraan om het paneel te openen (pag. 17
en 33).
Voorbereidingen
N Display
Voor meer informatie over de inhoud van het
display, raadpleegt u pagina 59.
O AUDIO IN-aansluiting
Gebruik deze om de audio-uitgangsaansluiting
van een externe component aan te sluiten
(pagina 48).
Afstandsbediening
A DISPLAY-toets
Gebruik deze om informatie af te beelden,
zoals de tijdinformatie van een track, enz
(pag. 20, 31, 42, 44, 59).
Gebruik deze om de beveiligingssleutel te
versleutelen en ontcijferen (pagina 23).
B SLEEP-toets
Gebruik deze om de slaaptimerinstellingen te
bevestigen (pagina 57).
C Functieselectietoetsen
• HOME NETWORK-toets (pag. 22, 24, 25,
26, 41, 52, 53, 54, 55)
• MUSIC SERVICES-toets (pag. 43, 44, 45)
• USB-toets (pag. 35 en 50)
• CD-toets (pag. 28 en 50)
• TUNER-toets (pag. 30 en 32)
• iPod-toets (pagina 33)
• AUDIO IN-toets (pagina 48)
D PLAY MODE-toets
Gebruik deze om de weergavefunctie te
selecteren (pag. 28, 35, 42, 50).
REPEAT-toets
Gebruik deze om herhaaldelijk te luisteren naar
een disc, een USB-apparaat, een enkele track of
een bestand (pag. 28, 35, 42, 49).
11NL
E Cijfer-/lettertoetsen*
Gebruik deze om een zender te selecteren aan
de hand van het overeenkomstige nummer
(pagina 31).
Gebruik deze om de gewenste letter (ABC,
DEF, enz.) te selecteren bij het invoeren van
tekens (pag. 13, 14, 51).
CLEAR-toets
Gebruik deze om een letter te wissen
(pagina 13).
Gebruik deze om een geprogrammeerde track
of bestand te wissen (pagina 50).
(omkeer-)toets
Gebruik deze om de volgorde van de tekens die
zijn toegewezen aan de cijfer-/lettertoetsen om
te keren (pagina 13).
CHARACTER-toets
Gebruik deze om het tekentype te selecteren
(pagina 13).
F BACK-toets
Gebruik deze om terug te keren naar het vorige
scherm (pag. 13, 14, 28, 33, 35, 41, 42, 43, 44,
45).
G M/m toetsen
Gebruik deze om een item te selecteren dat op
het display wordt afgebeeld (pag. 13 en 14).
</, toetsen
Gebruik deze om tijdens het invoeren van
tekens de focus te verplaatsen (pagina 13).
Gebruik deze om de vorige overeenkomst of de
volgende overeenkomst te selecteren tijdens
het zoeken naar een onderdeel met behulp van
een trefwoord (pagina 51).
ENTER-toets
Gebruik deze om een geselecteerd item of
instelling in te voeren (pag. 13 en 14).
H iPod MENU-toets
Gebruik deze om het iPod/iPhone-menu af te
beelden op de aangesloten iPod/iPhone
(pagina 33).
I ./> toetsen
Gebruik deze om het begin van een track klaar
te zetten (pag. 31, 33, 42, 50).
Gebruik deze om een track of bestand te
selecteren (pag. 28 en 35).
+/– toetsen
Gebruik deze om een radiozender te selecteren
(pag. 30 en 32).
(map) +/– toetsen
Gebruik deze om een map te selecteren
(pag. 28 35, 50).
12NL
J Bedieningstoetsen
Gebruik deze in alle functies om
basisbedieningen uit te voeren.
• X (pauze-)toets (pag. 28, 33, 35, 42)
• x (stop-)toets (pag. 28, 30, 35, 42)
• N (weergave-)toets* (pag. 28, 33, 35, 42,
49, 50)
• m/M (achteruit/vooruit-zoek-)toetsen
(pag. 28, 33, 35)
K PARTY-toets
Gebruik deze om de PARTY STREAMINGfunctie te bedienen. Houd de toets ingedrukt
om een PARTY te houden of af te sluiten
(pag. 46 en 47).
L OPEN/CLOSE-toets
Gebruik deze om de disclade te openen of te
sluiten (pagina 28).
M I/1 (aan/uit-)toets
Gebruik deze om het systeem in of uit te
schakelen (pag. 19 en 58).
N FM MODE-toets
Gebruik deze om de FM-ontvangstfunctie te
selecteren (mono of stereo) (pagina 31).
O TUNING MODE-toets
Gebruik deze om de afstemfunctie te selecteren
(pag. 30 en 32).
P DSGX-toets
Gebruik deze om een dynamischer geluid
(Dynamic Sound Generator X-tra) te genereren
(pagina 56).
EQ-toets
Gebruik deze om een geluidseffect te
selecteren (pagina 56).
Q ALPHABET SEARCH-toets
Gebruik deze om te zoeken naar een item met
behulp van een trefwoord (pag. 42, 44, 51).
R OPTIONS-toets
Gebruik deze om het optiemenu af te beelden
(pag. 14, 22, 24, 25, 26, 32, 35, 40, 41, 42, 44,
52, 53, 54, 55).
(Alleen beschikbaar wanneer de DAB-, USB-,
thuisnetwerk-, muziekservicefunctie is
geselecteerd.)
S MEMORY-toets
Gebruik deze om FM-zenders, DAB/DAB+zenders (alleen CMT-MX750Ni) (pagina 32)
en muziekservices op te slaan onder een
voorkeurtoets (pagina 44).
T VOLUME +*/– toetsen
Gebruik deze om het volumeniveau in te stellen
(pag. 33, 48, 58).
U TIMER MENU-toets
Gebruik deze om het timermenu af te beelden
(pag. 20 en 58).
1
Bij iedere druk op de toets verandert het
tekentype in de volgorde "abc" (kleine
letters) t "ABC" (hoofdletters) t "123"
(cijfers).
* Een sterretje (*) geeft een toets aan waarop een
voelstip zit (cijfertoets "5", de VOLUME +-toets en de
N (weergave-)toets).
2
3
Voorbereidingen
Druk op de overeenkomstige cijfer-/
lettertoetsen om de gewenste tekens
te selecteren.
Druk herhaaldelijk op de toets (ABC, DEF,
enz.) tot het gewenste teken wordt afgebeeld.
Als u leestekens (bijv. ! of ?) of symbolen
(bijv. # of %) wilt invoeren, selecteert u het
tekentype "abc" of "ABC", en drukt u daarna
herhaaldelijk op cijfertoets 0 of 1.
Tekens invoeren
Het kan nodig zijn tekens in te voeren tijdens
bepaalde instelbedieningen, zoals de
netwerkinstellingen.
Voor informatie over de beschikbare tekens,
raadpleegt u "Lijst van in te voeren tekens"
(pagina 14).
Druk herhaaldelijk op CHARACTER
om het gewenste tekentype te
selecteren.
Druk op ENTER om de tekenreeks
op te slaan.
Overige bedieningen
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
Een teken dat net werd Druk op CLEAR.
ingevoerd wissen
Cijfer-/
lettertoetsen
Voorbeeld van een scherm tijdens het zoeken naar
een item met behulp van een trefwoord:
De volgorde van de
tekens die zijn
toegewezen aan de
cijfer-/lettertoets
omkeren
Druk op
.
Door bijvoorbeeld
herhaaldelijk op
cijfertoets 2 te drukken,
wordt normaal gesproken
"A", "B", "C" en "2"
afgebeeld, echter, door op
deze toets te drukken wordt
de volgorde veranderd in
"2", "C", "B" en "A".
Terugkeren naar de
vorige toestand
Druk op BACK.
De cursor verplaatsen
Druk op </, om de
cursor naar links of rechts te
verplaatsen. Druk op M/m
om de cursor naar het begin
of einde van de tekstreeks te
verplaatsen.
A Cursor (huidige positie)
B Eindsymbool, geeft het einde aan van de tekenreeks
C Huidige positie van de cursor/aantal tekens dat u hebt
ingevoerd
D Tekentype
13NL
Lijst van in te voeren tekens
De onderstaande tabel toont de tekens en cijfers
die kunnen worden ingevoerd voor elk tekentype
("abc", "ABC" of "123"). U kunt de letters, cijfers,
leestekens en symbolen controleren die aan iedere
cijfer-/lettertoets zijn toegewezen.
Cijfer-/
abc
lettertoets
ABC
123
1
.,!@´`:;()
[]{}<>1
.,!@´`:;()
[]{}<>1
1
2
abc2
ABC2
2
3
def3
DEF3
3
4
ghi4
GHI4
4
5
jkl5
JKL5
5
6
mno6
MNO6
6
7
pqrs7
PQRS7
7
8
tuv8
TUV8
8
9
wxyz9
WXYZ9
9
0
/\|–~=_+#
$%&^“*?
(spatie) 0
/\|–~=_+#
$%&^“*?
(spatie) 0
0
Gebruik van een menu/
lijst
De onderdelen van een menu en de items op een
lijst veranderen afhankelijk de instelling en de
geselecteerde geluidsbron.
1
14NL
Terwijl het optiemenu of de lijst
wordt afgebeeld, drukt u op M/m om
het gewenste onderdeel of item te
selecteren.
A Naam van instelling of functie
B Huidig geselecteerde onderdeel
C Geeft aan dat er nog meer niveaus onder het huidige
niveau liggen
2
Druk op ENTER.
Het geselecteerde onderdeel wordt toegepast
of uitgevoerd. Herhaal de stappen 1 en 2 als
het menu of de lijst van het volgende niveau
wordt afgebeeld.
Overige bedieningen
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
Het scherm doorlopen Houd M/m ingedrukt.
Naar het vorige
menuniveau
terugkeren
Druk op BACK.
De menubediening
annuleren
Druk op OPTIONS.
Het apparaat, de afstandsbediening en de
luidsprekers voorbereiden
1
Voorbereidingen
De antennes, de luidsprekersnoeren en het netsnoer
aansluiten
3
2
of
5
4
of
WAARSCHUWING
of
U mag het netsnoer NIET
aansluiten op een stopcontact
voordat alle andere
aansluitingen zijn gemaakt.
A Bruine kant voor andere landen/gebieden
B Witte kant voor het model voor Noord-Amerika
C FM-draadantenne (horizontaal strekken.)
D Naar stopcontact
E DAB-draadantenne (horizontaal strekken.)*
F Sluit de witte kant aan.
G Naar externe DAB-antenne (niet bijgeleverd)
H Coaxkabel van 75 ohm met F-mannetjesstekker (niet
bijgeleverd)
I Naar linkerluidspreker
J Naar rechterluidspreker
* De DAB-draadantenne en de DAB-antenneaansluiting zijn alleen aanwezig op de CMT-MX750Ni.
15NL
1
Sluit de FM-draadantenne aan.
Zoek een locatie en een richting met een
goede ontvangst, en plaats vervolgens de
antenne. Zorg ervoor dat de antenne volledig
gestrekt is.
3
De luidsprekersnoeren aansluiten.
Sluit de stekkers van de luidsprekersnoeren
aan op de SPEAKERS-aansluitingen van het
apparaat.
of
Sluit het andere uiteinde van de
luidsprekersnoeren aan op de aansluitingen
van de luidsprekers.
FM-draadantenne
Houd de antenne uit de buurt van de
luidsprekersnoeren en het netsnoer om te
voorkomen dat ruis wordt opgevangen.
Gebruik een coaxkabel van 75 ohm (niet
bijgeleverd) om het apparaat aan te sluiten op
een externe antenne om zo de ontvangst te
verbeteren.
2
Rood 3
Sluit de DAB-draadantenne aan
(alleen CMT-MX750Ni).
Zorg ervoor dat de antenne volledig gestrekt
is.
of
DAB-draadantenne
Gebruik een coaxkabel van 75 ohm met een
F-mannetjesstekker (niet bijgeleverd) om een
externe DAB-antenne (niet bijgeleverd) aan
te sluiten om zo een hogere geluidskwaliteit
van de DAB/DAB+-ontvangst te verkrijgen.
16NL
Steek alleen het
ontblote deel van het
luidsprekersnoer in
de aansluiting.
4
Stel de VOLTAGE SELECTOR in
op de plaatselijke netspanning
(alleen voor modellen met een
spanningskeuzeschakelaar).
5
Steek de stekker van het netsnoer
in een stopcontact.
Het STANDBY-lampje op het apparaat
brandt.
WAARSCHUWING
U mag het netsnoer NIET aansluiten op een
stopcontact voordat alle andere aansluitingen
zijn gemaakt.
Voor het maken van een bedrade LANverbinding
Sluit een (LAN-)netwerkkabel (niet bijgeleverd)
aan op NETWORK
. Voor verdere informatie,
zie "Een bedraad netwerk instellen" (pagina 26).
De luidsprekerkussentjes
bevestigen
Bevestig de luidsprekerkussentjes op de onderkant
van de luidsprekers om te voorkomen dat ze
verschuiven.
Voorbereidingen
De afstandsbediening
gebruiken
Verwijder het deksel van het batterijvak en plaats
twee R6-batterijen (AA-formaat) met de E-pool
eerst, en let daarbij op de juiste richting van de
batterijpolen.
Een iPod/iPhone
gebruiken
Open het paneel op het punt waar "PULL OPEN"
staat en plaats vóór gebruik een dockadapter over
de aansluiting in de dock. Bij gebruik van een
iPod-model, gebruikt u de dockadapter die bij uw
iPod werd geleverd. Bij gebruik van een iPhonemodel, gebruikt u de dockadapter die bij dit
systeem werd geleverd.
Opmerkingen over het gebruik van de
afstandsbediening
Dockadapter
• Bij normaal gebruik moeten de batterijen ongeveer zes
maanden meegaan.
• Gebruik niet tegelijkertijd een oude en een nieuwe
batterij, of verschillende typen batterijen.
• Als u de afstandsbediening gedurende een lange tijd
niet gaat gebruiken, haalt u de batterijen eruit om
schade als gevolg van lekkende batterijen en corrosie te
voorkomen.
Aansluiting
De dockadapter verwijderen
Steek uw vingernagel of ander plat voorwerp in de
gleuf in de dockadapter en wip de dockadapter
omhoog.
Het paneel sluiten
Schuif het ontgrendelingslipje naar de stand
UNLOCK en sluit het paneel.
17NL
De draadloze-LANantenne gebruiken
Voor het maken van een draadloze verbinding, zet
u de draadloze-LAN-antenne op de achterkant van
het apparaat rechtop.
Opmerkingen over de signaalsterkte-indicator
voor draadloze verbindingen
" " gaat branden wanneer het systeem is ingeschakeld
en de draadloze-LAN-verbinding met het accesspoint tot
stand is gekomen. Controleer de ontvangststatus van het
draadloze-LAN-signaal. Hoe meer segmenten branden,
hoe sterker het signaal.
18NL
Basisinstellingen maken
• Network Standby - "Off"
(Fabrieksinstelling)
Deze stand-bystand verbruikt minder stroom dan
wanneer netwerk-stand-by is ingesteld op "On",
maar het systeem heeft langer nodig om de
werking te hervatten nadat het weer is
ingeschakeld.
• Network Standby - "On"
In deze stand-bystand wordt het systeem
verbonden met het netwerk en blijft gedeeltelijk
actief om de bediening snel te kunnen hervatten bij
bediening via het netwerk of na inschakelen. Voor
het instellen van de netwerk-stand-bystand
raadpleegt u "De netwerk-stand-bystand instellen"
(pagina 52).
Voorbereidingen
Wanneer het systeem voor de eerste keer na
aanschaf wordt ingeschakeld, moeten enkele
basisinstellingen worden gemaakt.
Een DAB/DAB+-zender ontvangen
(alleen CMT-MX750Ni)
Het systeem inschakelen
Nadat u het systeem voor het eerst na aanschaf
hebt ingeschakeld, wordt automatisch de eerste
DAB-scan gestart en een lijst met de beschikbare
DAB-services opgeslagen.
Druk niet op enige toets op het apparaat of de
afstandsbediening tijdens de eerste DAB-scan. Als
u dat toch doet, wordt het scannen onderbroken en
wordt de servicelijst mogelijk niet goed
aangemaakt.
Om de eerste DAB-scan handmatig te starten,
volgt u de procedure beschreven onder "Een eerste
DAB-scan handmatig uitvoeren" (pagina 32).
Druk op =/1 (aan/uit).
Het systeem wordt ingeschakeld en het
STANDBY-lampje brandt groen.
Het systeem uitschakelen
Druk op =/1 (aan/uit).
Het systeem wordt uitgeschakeld en het
STANDBY-lampje brandt rood. Wanneer
netwerk-stand-by is ingesteld op "On", brandt het
STANDBY-lampje oranje en wordt de klok
afgebeeld op het display.
De klok instellen
De tijd aangegeven door de klok moet correct zijn
ingesteld voor de timerfunctie.
1
Druk op =/1 (aan/uit) om het
systeem in te schakelen.
19NL
2
Druk op TIMER MENU om de
klokinstelfunctie te selecteren.
Als "PLAY SET?" knippert, drukt u
herhaaldelijk op M/m om "CLOCK SET?" te
selecteren, en drukt u vervolgens op ENTER.
3
Druk herhaaldelijk op M/m om het
uur in te stellen, en druk daarna op
ENTER.
4
Stel volgens dezelfde procedure
de minuten in.
De klok weergeven
Druk op DISPLAY terwijl het systeem
uitgeschakeld is.
De klok wordt gedurende 8 seconden afgebeeld.
Opmerkingen
• Als "Network Standby" is ingesteld op "On" en het
•
systeem wordt uitgeschakeld, wordt de klok afgebeeld.
De klokinstellingen gaan verloren wanneer u de stekker
uit het stopcontact trekt of een stroomstoring optreedt.
De automatische standbyfunctie uitschakelen
Dit systeem is uitgerust met een automatische
stand-byfunctie. Het systeem wordt automatisch in
de stand-bystand gezet na ongeveer 30 minuten als
geen bediening plaatsvindt of geluidssignaal wordt
uitgevoerd.
In de standaardinstellingen is de automatische
stand-byfunctie ingeschakeld.
Druk op de knoppen op het apparaat om de
automatische stand-byfunctie uit te schakelen.
Houd ?/1 ingedrukt terwijl het systeem
is ingeschakeld, totdat "AUTO
STANDBY OFF" wordt afgebeeld.
De functie inschakelen
Herhaal de procedure totdat "AUTO STANDBY
ON" wordt afgebeeld.
Opmerkingen
• "AUTO STANDBY" wordt op het display afgebeeld
•
•
Het demonstratiescherm
uitschakelen
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken
wordt een demonstratiescherm op het display
afgebeeld ondanks dat het systeem niet is
ingeschakeld.
Druk eenmaal op DISPLAY terwijl het
systeem uitgeschakeld is.
Het demonstratiescherm gaat uit.
Het demonstratiescherm inschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem
uitgeschakeld is.
Opmerking
Het demonstratiescherm is alleen beschikbaar wanneer
"Network Standby" is ingesteld op "Off" (pagina 52).
20NL
gedurende 2 minuten voordat het systeem in de standbystand wordt gezet.
De automatische stand-byfunctie werkt niet in de
tunerfunctie (FM/DAB), ook niet wanneer hij is
ingeschakeld.
Mogelijk wordt het systeem niet automatisch in de
stand-bystand gezet in de volgende gevallen:
– wanneer een audiosignaal is gedetecteerd.
– tijdens weergave van audiotracks of bestanden.
– wanneer een vooraf ingestelde weergavetimer of
slaaptimer is ingeschakeld.
Netwerkverbinding
Het systeem verbinden met uw
thuisnetwerk
Welke methode wilt u gebruiken, draadloos of bedraad, om het systeem te verbinden
met uw thuisnetwerk?
Draadloos
Bedraad
Hebt u een draadloos-LAN-router/
accesspoint?
Ja
Hebt u een router of een modem met
een routerfunctie?
Nee
Gaat u de WPS*1-instelling gebruiken om het systeem te
verbinden met uw thuisnetwerk?
Ja
Netwerkverbinding
Dit gedeelte beschrijft hoe u het systeem kunt verbinden met uw thuisnetwerk. U kunt het systeem met uw
thuisnetwerk verbinden via een draadloos of bedraad LAN. Controleer uw verbindingsmethode aan de
hand van onderstaand schema.
Voordat u het systeem verbindt met een draadloos LAN, leest u altijd eerst "De draadloos-LAN-omgeving
van het thuisnetwerk controleren" (pagina 22). Voor informatie over welke aansluitmethode door uw
draadloos-LAN-router/accesspoint wordt ondersteund, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw
draadloos-LAN-router/accesspoint.
Ja
U hebt een draadloos-LANrouter/accesspoint nodig.
Nee
U hebt een
router nodig.
Nee
Welke verbindingsmethode bent u van plan
te gaan gebruiken: de WPSdruktoetsconfiguratiemethode, of de WPSPIN-methode?
Druktoetsconfiguratiemethode
PIN-methode
Gebruik de WPSdruktoetsconfiguratiemethode
(pagina 24).
Gebruik de WPSPIN-methode
(pagina 25).
Gebruik de
accesspointzoekmethode
(pagina 22).
*2
Gebruik de
handmatige
instelmethode
(pagina 24).*2
Gebruik de
bedrade-verbindingsmethode
(pagina 26).
*1 WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een norm die is opgesteld door de Wi-Fi Alliance waarmee u een draadloos netwerk
eenvoudig en veilig kunt instellen.
*2 Gebruik de handmatige instelmethode als u het gewenste accesspoint niet kunt vinden met behulp van de accesspointscanmethode.
Wat het systeem kan doen na verbinding met het netwerk
• Het systeem kan audiocontent weergeven die is opgeslagen op een server (een computer, enz.) op uw
thuisnetwerk (pagina 37).
• Het systeem kan muziekservices via het internet weergeven (pagina 43).
21NL
De draadloos-LANomgeving van het
thuisnetwerk controleren
• Afhankelijk van uw thuisnetwerkomgeving, kan het
Internet
•
DraadloosLAN-router/
accesspoint
draadloos-LAN-router/accesspoint zodanig zijn
ingesteld dat het niet kan worden verbonden met behulp
van WPS, ondanks dat het compatibel is met WPS.
Voor informatie over het feit of uw draadloos-LANrouter/accesspoint compatibel is of niet met WPS, en
over het instellen van een WPS-verbinding, raadpleegt
u de gebruiksaanwijzing die bij uw draadloos-LANrouter/accesspoint werd geleverd.
U kunt tijdens het instellen moeilijkheden ondervinden
als het systeem en de draadloos LAN-router/
accesspoint te ver van elkaar verwijderd zijn. Als dit het
geval is, zet u de apparaten dichter bij elkaar.
Het apparaat
Server
U hebt de volgende omgeving nodig om de
thuisnetwerk-, muziekservice- en PARTY
STREAMING-functies te kunnen gebruiken.
Controleer van tevoren of uw omgeving geschikt
is.
Een draadloos-LAN-thuisnetwerk moet
beschikbaar zijn. (Zorg ervoor dat een
draadloos-LAN-router wordt gebruikt.)
Een apparaat dat als server kan worden
gebruikt (een computer, enz.), moet zijn
verbonden met uw draadloos-LANthuisnetwerk*.
Internettoegang moet beschikbaar zijn.
(Voor het luisteren naar
muziekservices)
* Voor informatie over servers die compatibel zijn met
dit systeem, raadpleegt u pagina 37.
Er zijn meerdere verbindingsmethoden die u kunt
gebruiken voor het instellen van een draadloos
netwerk: zoeken naar een accesspoint, gebruiken
van een WPS-verbindingsmethode (de
druktoetsconfiguratiemethode of de PIN-methode)
of handmatig instellen. Selecteer de
verbindingsmethode die kan worden gebruikt voor
uw thuisnetwerk aan de hand van het schema op
pagina 21.
Opmerkingen
• Zorg ervoor dat u de draadloos-LAN-functie niet
•
22NL
gebruikt op plaatsen waar medische apparatuur (zoals
een pacemaker, enz.) wordt gebruikt of op plaatsen
waar het gebruik van draadloze apparatuur verboden is.
Voordat u kunt aansluiten op uw thuisnetwerk moet u
een draadloos-LAN-router/accesspoint voorbereiden.
Voor meer informatie, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing die bij het apparaat werd geleverd.
Zoeken naar een
accesspoint en instellen
van een draadloos
netwerk (accesspointscanmethode)
U kunt een draadloos netwerk instellen door te
zoeken naar een accesspoint. Tijdens het instellen
van het netwerk door middel van deze
verbindingsmethode, moet u de volgende
informatie selecteren of invoeren. Controleer van
tevoren de volgende informatie en noteer deze
hieronder op de daarvoor bestemde plaats.
De netwerknaam (SSID*1) waarmee uw
netwerk wordt geïdentificeerd*2. (Deze
is nodig in stap 6.)
:
De beveiligingssleutel (WEP key, WPA/
WPA2 key) van uw netwerk, in het geval
uw draadloos thuisnetwerk is beveiligd
met gegevensversleuteling*2. (Deze is
nodig in stap 7.)
:
*1 SSID (Service Set Identifier) is een naam die een
bepaald accesspoint identificeert.
*2 Deze informatie moet vermeld worden op een sticker
op uw draadloos-LAN-router/accesspoint of in de
gebruiksaanwijzing, of moet geleverd kunnen worden
door de persoon die uw draadloos netwerk heeft
ingesteld of uw internetserviceprovider.
Voor informatie over het bedienen van de menu’s
en het invoeren van tekens tijdens het instellen,
raadpleegt u "Gebruik van een menu/lijst"
(pagina 14) en "Tekens invoeren" (pagina 13).
1
Druk op HOME NETWORK om de
thuisnetwerkfunctie in te
schakelen.
7
Als het netwerkinstellingenscherm wordt
afgebeeld, gaat u naar stap 4.
Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt
afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
4
In de standaardinstelling wordt de
beveiligingssleutel afgebeeld als "*****".
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om de
beveiligingssleutel te versleutelen en
ontcijferen.
Het IP-instellingenscherm wordt afgebeeld.
8
Het proxyinstellingenscherm wordt
afgebeeld.
Druk op M/m om "Settings" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Bij gebruik van een vast IP-adres
Selecteer "Manual" in stap 8 en druk daarna
op ENTER. Het IP-adresinvoerscherm wordt
afgebeeld.
Voer de waarden in voor "IP Address",
"Subnet Mask", "Default Gateway", "Primary
DNS" en "Secondary DNS". Wanneer u op
ENTER drukt nadat de waarde voor
"Secondary DNS" is ingevoerd, wordt het
proxyinstellingenscherm afgebeeld.
Druk op M/m om "Wireless LAN
Settings" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Als "Change Setting?" wordt afgebeeld,
selecteert u "OK" en drukt u daarna op
ENTER.
5
Druk op M/m om "Access Point
Scan" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Het systeem begint te zoeken naar
accesspoints en beeldt een lijst af met
maximaal 20 beschikbare netwerknamen
(SSID’s).
6
Druk op M/m om de gewenste
netwerknaam (SSID) te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Op het IP-instellingenscherm, druk
op M/m om "Auto" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
Netwerkverbinding
3
Druk op M/m om "Network" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Voer de beveiligingssleutel (WEP
key, WPA/WPA2 key) in en druk
daarna op ENTER.
9
Op het proxyinstellingenscherm,
druk op M/m om "Do Not Use" te
selecteren en druk daarna op
ENTER.
De bevestigingsscherm wordt afgebeeld.
Bij gebruik van een proxyserver
Selecteer "Use" in stap 9 en druk daarna op
ENTER. Het proxyadresinvoerscherm wordt
afgebeeld.
Voer de waarden in voor "Proxy Address" en
"Port Number". Wanneer u op ENTER drukt
nadat de waarde voor "Port Number" is
ingevoerd, wordt het bevestigingsscherm
afgebeeld.
Het beveiligingsinstellingenscherm wordt
afgebeeld.
23NL
op M/m om "OK" te
10 Druk
selecteren, en druk daarna op
5
ENTER.
"Complete!" wordt afgebeeld nadat de
netwerkinstellingen voltooid zijn en " "
brandt op het display. Druk op ENTER om
terug te keren naar het optiemenu.
(Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan
het instellen van het netwerk enige tijd
duren.)
de server in.
11 Stel
Om te luisteren naar audiocontent die
opgeslagen is op de server, is het
noodzakelijk de server in te stellen
(pagina 37).
Tip
Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op
OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" –
"Information" – de gewenste instelling op het menu.
Opmerking
Als het netwerk niet is beveiligd met
gegevensversleuteling (met behulp van een
beveiligingssleutel), wordt het
beveiligingsinstellingenscherm niet afgebeeld in stap 7.
24NL
Voer de stappen 7 t/m 11 uit van
"Zoeken naar een accesspoint en
instellen van een draadloos netwerk
(accesspoint-scanmethode)"
(pagina 22).
Een draadloos netwerk
instellen met behulp van
een accesspoint dat
compatibel is met WPS
U kunt een draadloos netwerk eenvoudig instellen
met behulp van een accesspoint dat compatibel is
met WPS. De WPS-instelling kan worden gemaakt
met druktoetsconfiguratiemethode of de PINmethode (Persoonlijk IdentificatieNummer).
Wat is WPS (Wi-Fi Protected
Setup)?
WPS is een norm die is opgesteld door de Wi-Fi
Alliance waarmee u een draadloos netwerk
eenvoudig en veilig kunt instellen.
Als u de gewenste netwerknaam
(SSID) niet kunt vinden
(handmatige instelmethode)
Een draadloos netwerk instellen
met behulp van de WPSdruktoetsconfiguratiemethode
U kunt de gewenste netwerknaam (SSID)
handmatig invoeren als deze niet op de lijst wordt
vermeld.
U kunt een draadloze WPS-verbinding eenvoudig
instellen door simpelweg op de daarvoor bedoelde
knop te drukken.
1
1
Selecteer "Manual Registration" in
stap 5 van "Zoeken naar een
accesspoint en instellen van een
draadloos netwerk (accesspointscanmethode)" (pagina 22).
2
Druk op M/m om "Direct Input" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Voer de netwerknaam (SSID) in en
druk daarna op ENTER.
4
Druk op M/m om de gewenste
beveiligingsinstelling te selecteren,
en druk daarna op ENTER.
Druk op HOME NETWORK om de
thuisnetwerkfunctie in te schakelen.
Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt
afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Druk op M/m om "Settings" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
4
Druk op M/m om "Wireless LAN
Settings" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Als "Change Setting?" wordt afgebeeld,
selecteert u "OK" en drukt u daarna op
ENTER.
5
6
Druk op M/m om "WPS Push" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Als het accesspoint een WPS-PIN-verbinding
(Persoonlijk IdentificatieNummer) ondersteunt,
kunt u een draadloze WPS-verbinding instellen
door de PIN van het systeem in te voeren in het
draadloos-LAN-router/accesspoint.
1
Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt
afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Druk op M/m om "Settings" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
4
Druk op M/m om "Wireless LAN
Settings" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
5
Druk op M/m om "Manual
Registration" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
6
Druk op M/m om "WPS PIN" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Mededeling: Druk binnen 2 minuten op de
WPS-knop op het accesspoint.
WPS-knop op de
draadloos-LANrouter/
accesspoint
"Complete!" wordt afgebeeld nadat de
netwerkinstellingen voltooid zijn en " "
brandt op het display. Druk op ENTER om
terug te keren naar het optiemenu.
(Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan
het instellen van het netwerk enige tijd
duren.)
7
De lijst met beschikbare SSID’s
(accesspoints) wordt afgebeeld.
Stel de server in.
Om te luisteren naar audiocontent die
opgeslagen is op de server, is het
noodzakelijk de server in te stellen
(pagina 37).
Druk op HOME NETWORK om de
thuisnetwerkfunctie in te schakelen.
Netwerkverbinding
Volg de aanwijzingen op het scherm
en druk op de WPS-knop op het
accesspoint.
Een draadloos netwerk instellen
met behulp van de PIN-methode
7
Druk op M/m om de gewenste
netwerknaam (SSID) te selecteren,
en druk daarna op ENTER.
De PIN (8 cijfers) van het systeem wordt
afgebeeld. Laat de PIN afgebeeld tot de
verbinding tot stand is gebracht. (Iedere keer
wanneer deze handeling wordt uitgevoerd,
wordt een andere PIN afgebeeld.)
Tip
Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op
OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" –
"Information" – de gewenste instelling op het menu.
8
Voer de PIN van het systeem in de
draadloos-LAN-router/accesspoint
in.
Het systeem start de netwerkinstellingen.
"Complete!" wordt afgebeeld nadat de
netwerkinstellingen voltooid zijn en " "
brandt op het display. Druk op ENTER om
terug te keren naar het optiemenu.
(Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan
het instellen van het netwerk enige tijd
duren.)
25NL
9
Stel de server in.
Om te luisteren naar audiocontent die
opgeslagen is op de server, is het
noodzakelijk de server in te stellen
(pagina 37).
Tips
• Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op
•
OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" –
"Information" – de gewenste instelling op het menu.
Voor informatie over het invoeren van de PIN in de
draadloos-LAN-router/accesspoint, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing die bij de draadloos-LAN-router/
accesspoint werd geleverd.
Zorg ervoor dat u een netwerkkabel (LAN-kabel)
met een ferrietkern (niet bijgeleverd) of een
afgeschermde netwerkkabel (niet bijgeleverd)
gebruikt voor een bedrade verbinding.
Voor informatie over het bedienen van de menu’s
en het invoeren van tekens tijdens het instellen,
raadpleegt u "Gebruik van een menu/lijst"
(pagina 14) en "Tekens invoeren" (pagina 13).
1
Sluit het systeem aan op een
apparaat dat is aangesloten op de
server.
Het apparaat
Router, hub, enz.
Een bedraad netwerk
instellen
Naar de
NETWORK
poort
Internet
Netwerkkabel (LAN-kabel)
Server
Het apparaat
De configuratie van de verbinding is
afhankelijk van de omgeving van uw
thuisnetwerk.
• Als de server (een computer, enz.) is
verbonden met een router of een hub:
t Als een ongebruikte poort beschikbaar
is op de router of op de hub, sluit u het
systeem aan op die poort.
t Als een ongebruikte poort niet
beschikbaar is op de router, sluit u een
hub aan en verbindt u de server en het
systeem met de hub.
• Als geen router wordt gebruikt*:
t Sluit een router aan en verbindt het
serverapparaat en het systeem met de
router.
Router
Server
U hebt de volgende omgeving nodig om de
thuisnetwerk-, muziekservice- en PARTY
STREAMING-functies te kunnen gebruiken.
Controleer van tevoren of uw omgeving geschikt
is.
Een bedraad-LAN-thuisnetwerk moet
beschikbaar zijn. (Zorg ervoor dat een
router wordt gebruikt.)
Een apparaat dat als server kan worden
gebruikt (een computer, enz.), moet zijn
verbonden met uw LAN-thuisnetwerk*.
Internettoegang moet beschikbaar zijn.
(Voor het luisteren naar
muziekservices)
* Voor informatie over servers die compatibel zijn met
dit systeem, raadpleegt u pagina 37.
26NL
* Bijvoorbeeld, als een server (een computer, enz.)
rechtstreeks is aangesloten op een modem die
geen routerfunctie heeft.
2
Druk op HOME NETWORK om de
thuisnetwerkfunctie in te
schakelen.
Als het netwerkinstellingenscherm niet wordt
afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
3
Druk op M/m om "Network" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
4
Druk op M/m om "Settings" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
5
Druk op M/m om "Wired LAN
Settings" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Op het proxyinstellingenscherm,
druk op M/m om "Do Not Use" te
selecteren en druk daarna op
ENTER.
De bevestigingsscherm wordt afgebeeld.
Bij gebruik van een proxyserver
Selecteer "Use" in stap 7 en druk daarna op
ENTER. Het proxyadresinvoerscherm wordt
afgebeeld.
Voer de waarden in voor "Proxy Address" en
"Port Number". Wanneer u op ENTER drukt
nadat de waarde voor "Port Number" is
ingevoerd, wordt het bevestigingsscherm
afgebeeld.
8
"Complete!" wordt afgebeeld nadat de
netwerkinstellingen voltooid zijn. Druk
daarna op ENTER.
Het display keert terug naar het optiemenu.
(Afhankelijk van de netwerkomgeving, kan
het instellen van het netwerk enige tijd
duren.)
Op het IP-instellingenscherm, druk
op M/m om "Auto" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
Het proxyinstellingenscherm wordt
afgebeeld.
Bij gebruik van een vast IP-adres
Selecteer "Manual" in stap 6 en druk daarna
op ENTER. Het IP-adresinvoerscherm wordt
afgebeeld.
Voer de waarden in voor "IP Address",
"Subnet Mask", "Default Gateway", "Primary
DNS" en "Secondary DNS". Wanneer u op
ENTER drukt nadat de waarde voor
"Secondary DNS" is ingevoerd, wordt het
proxyinstellingenscherm afgebeeld.
Druk op M/m om "OK" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Netwerkverbinding
Het IP-instellingenscherm wordt afgebeeld.
Als "Change Setting?" wordt afgebeeld,
selecteert u "OK" en drukt u daarna op
ENTER.
6
7
9
Stel de server in.
Om te luisteren naar audiocontent die
opgeslagen is op de server, is het
noodzakelijk de server in te stellen
(pagina 37).
Tip
Om de netwerkinstellingen te controleren, drukt u op
OPTIONS, en selecteert u vervolgens "Network" –
"Information" – de gewenste instelling op het menu.
27NL
Bediening
Een cd/mp3-disc weergeven
U kunt audio-cd’s en audio-cd-r/rw’s waarop mp3audiotracks zijn opgenomen weergeven. Zie "Over
discs die kunnen worden weergegeven" voor meer
informatie (pagina 71).
Overige bedieningen
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
De weergave pauzeren Druk op X (pauzeren). Om
de weergave te hervatten,
drukt u nogmaals op X.
1
28NL
Druk op CD om de CD-functie te
selecteren.
2
Plaats een disc.
3
Druk op N om de weergave te
starten.
Druk op OPEN/CLOSE om de disclade te
openen, plaats een disc op de disclade (met
het label omhoog gericht) en druk op OPEN/
CLOSE om de disclade te sluiten.
De weergave stoppen
Druk op x (stoppen).
Een map op een mp3disc selecteren
Druk herhaaldelijk op
(map) +/– .
Een track of bestand
selecteren
Druk op . (achteruit
verspringen)/> (vooruit
verspringen).
Een map en bestand
op een mp3-disc
zoeken
Druk tijdens de weergave
op BACK, druk op M/m om
de gewenste map te
selecteren, en druk daarna
op ENTER. Druk op M/m
om het gewenste bestand te
selecteren, en druk daarna
op ENTER.
Een punt in een track
of bestand zoeken
Houd tijdens de weergave
m (achteruit zoeken)/M
(vooruit zoeken) ingedrukt
en laat de toets op het
gewenste punt los.
De herhaaldeweergavefunctie
selecteren
Druk herhaaldelijk op
REPEAT totdat "REP" of
"REP1" gaat branden
(pagina 49).
De willekeurige- of
geprogrammeerdeweergavefunctie
selecteren
Druk in de stopstand
herhaaldelijk op PLAY
MODE tot de gewenste
weergavefunctie ("SHUF",
"PGM", enz.) gaat branden
(pagina 49).
Opmerkingen over het weergeven van mp3-discs
• Sla geen andere typen tracks of bestanden, of
overbodige mappen op een disc met mp3-bestanden op.
• Mappen waarin geen mp3-bestanden zitten, worden
overgeslagen.
• De mp3-bestanden worden weergegeven in de volgorde
waarin ze op de disc zijn opgenomen.
• Het systeem kan alleen mp3-bestanden weergeven met
de bestandsextensie ".mp3".
• Zelfs als de bestandsnaam de ".mp3"-extensie heeft, als
•
Bediening
•
het werkelijke bestand anders is, kan het weergeven van
dit bestand een hard geluid genereren dat het
luidsprekersysteem kan beschadigen en een storing in
het systeem kan veroorzaken.
Het maximumaantal:
– mappen is 255 (inclusief de rootmap).
– mp3-bestanden is 511.
– mp3-bestanden en mappen dat op een enkele disc
kan staan is 512.
– mapniveaus (de boomstructuur van bestanden) is 8.
Het is niet mogelijk compatibiliteit te garanderen met
alle mp3-codeer-/mp3-schrijfsoftwareprogramma’s,
opnameapparaten en opnamemedia. Incompatibele
mp3-discs kunnen ruis veroorzaken of het geluid
onderbreken of in het geheel niet worden weergegeven.
Het cd-mechanisme beschermen
Als u het systeem draagt, moet de disc zijn
verwijderd om te voorkomen dat het cdmechanisme en de disc worden beschadigd.
Gebruik de toetsen op het apparaat.
1
Open de disclade en verwijder de
disc.
2
Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om de CD-functie te selecteren.
3
Terwijl u OPTIONS ingedrukt houdt,
houdt u ?/1 ingedrukt totdat
"STANDBY" wordt afgebeeld.
4
Nadat "LOCK" wordt afgebeeld, trekt
u de stekker uit het stopcontact.
29NL
Naar de radio luisteren
U kunt afstemmen op FM-zenders of DAB/DAB+zenders (alleen CMT-MX750Ni). Door de zenders
van tevoren in te stellen, kunt u ze aan de hand van
een nummer oproepen.
Merk op dat de ontvangst van RDS-diensten alleen
mogelijk is met het Europese model, en dat DAB/
DAB+-afstemmen alleen mogelijk is met de CMTMX750Ni.
Afstemmen op een
zender
Alvorens af te stemmen op een DAB/DAB+zender zorgt ervoor dat de eerste DAB-scan is
uitgevoerd en een servicelijst is opgeslagen op het
systeem.
1
Druk herhaaldelijk op TUNER om
"FM" of "DAB" te selecteren.
2
Stem af.
Voor automatisch afstemmen:
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "AUTO" brandt en druk daarna op +/–.
Het scannen stopt automatisch wanneer op
een zender is afgestemd, waarna "TUNED"
en "ST" (alleen voor stereoprogramma’s) op
het display branden.
Als "TUNED" niet brandt en het scannen
naar FM-zenders niet stopt, drukt u op x om
het scannen te stoppen, en stemt u vervolgens
handmatig af.
Voor handmatig afstemmen (alleen
FM):
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "AUTO" en "PRESET" uit gaan, en
druk daarna herhaaldelijk op +/– om op de
gewenste zender af te stemmen.
30NL
Voor afstemmen op
voorkeurzenders:
De ontvangst van de tuner
verbeteren
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "PRESET" brandt, en druk daarna
herhaaldelijk op +/– om het gewenste
voorkeurzendernummer te selecteren. Voor
informatie over het instellen van
voorkeurzenders, raadpleegt u
"Voorkeurzenders instellen" (pagina 32).
Schakel de stroomvoorziening van de cd-speler uit
met behulp van de voedingbeheerfunctie van het
systeem. In de standaardinstellingen is de
stroomvoorziening van de cd-speler ingeschakeld.
Druk op de knoppen op het apparaat om de
stroomvoorziening van de cd-speler uit te
schakelen.
De statische ruis van een zwakke FM-zender
verminderen
Druk herhaaldelijk op FM MODE totdat "MONO"
brandt om de stereo-ontvangst uit te schakelen.
Tip
Voor een betere ontvangst van radio-uitzendingen
verandert u de richting of plaats van de antenne.
Bijvoorbeeld, plaats de antenne voor een raam of buiten.
Als de ontvangst niet verbetert, sluit u een buitenantenne
aan (niet bijgeleverd). Houd de antenne uit de buurt van
het netsnoer om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen.
Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om de CD-functie te selecteren.
2
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
3
Wacht totdat "STANDBY" stopt met
knipperen.
De klok wordt afgebeeld. Als de klok niet
wordt afgebeeld, drukt u op DISPLAY.
4
Bediening
Als u hebt afgestemd op een FM-zender die
RDS-diensten aanbiedt of op een DAB/
DAB+-zender, wordt de servicenaam of
zendernaam afgebeeld op het display.
1
Druk op ?/1 terwijl u
+ ingedrukt
houdt totdat "CD POWER OFF"
wordt afgebeeld.
Wanneer de stroomvoorziening van de cdspeler is uitgeschakeld, is de toegangstijd
langer. Om de stroomvoorziening van de cdspeler weer in te schakelen, herhaalt u de
procedure tot "CD POWER ON" wordt
afgebeeld.
Opmerkingen
• Bij het afstemmen op een DAB/DAB+-zender kan het
enkele seconden duren voordat u geluid hoort.
• Bij het afstemmen op een DAB/DAB+-zender wordt
automatisch de primaire service ontvangen nadat de
secundaire service is beëindigd.
Overige bedieningen
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
Informatie bekijken,
zoals de frequentie
van de huidige zender
Druk herhaaldelijk op
DISPLAY.
Verschillende zenders Druk herhaaldelijk op ./
selecteren
> om de gewenste
zender te selecteren.
Druk op de
overeenkomstige cijfertoets
op de afstandsbediening om
het voorkeurzendernummer
van de gewenste zender te
selecteren.
31NL
Voorkeurzenders
instellen
Een eerste DAB-scan
handmatig uitvoeren
Door zenders in te stellen als voorkeurzenders,
kunt u deze eenvoudig opnieuw selecteren aan de
hand van de bijbehorende
voorkeurzendernummers. U kunt maximaal
20 FM-zenders en 20 DAB/DAB+-zenders
instellen als voorkeurzenders.
Wanneer u voor het eerst na aanschaf het systeem
inschakelt, start de eerste DAB-scan om
automatisch de beschikbare DAB/DAB+-serviceinformatie op te slaan. Als u naar een ander gebied
bent verhuisd, voert u de eerste DAB-scan
handmatig uit om de DAB/DAB+-serviceinformatie bij te werken.
1
Stem af op de gewenste zender.
2
Druk op MEMORY.
3
Het voorkeurzendernummer dat op dat
moment is geselecteerd, knippert.
Druk op M/m om het gewenste
voorkeurzendernummer te
selecteren.
Als reeds een andere zender is toegewezen
aan het geselecteerde
voorkeurzendernummer, wordt die zender
vervangen door de nieuwe zender.
1
Druk herhaaldelijk op TUNER om
de DAB-functie te selecteren.
2
Druk op OPTIONS.
3
Druk op ENTER.
Druk op ENTER.
"Complete!" wordt afgebeeld en de
voorkeurzender is ingesteld.
Een voorkeurzender selecteren
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat
"PRESET" wordt afgebeeld, en druk daarna
herhaaldelijk op +/– om het gewenste
voorkeurzendernummer te selecteren.
Tip
Tijdens ontvangst van een DAB/DAB+-zender, kunnen
ook secundaire services als voorkeurzender worden
ingesteld.
Opmerkingen over het instellen van DAB/DAB+zenders als voorkeurzenders
U kunt een DAB/DAB+-service alleen instellen als
voorkeurzender als deze kan worden ontvangen.
32NL
De eerste DAB-scan begint en de beschikbare
DAB/DAB+-service-informatie wordt
opgeslagen.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de beschikbare DAB/DAB+-services
in uw gebied, kan het scannen enkele minuten duren.
• Als u een eerste DAB-scan uitvoert of het scannen
•
4
"Initial Scan? Push ENTER" wordt
afgebeeld.
annuleert, worden alle voorkeurzenders gewist die in
het systeem zijn opgeslagen.
Controleer alvorens de DAB-draadantenne los te
koppelen of het systeem is uitgeschakeld om uw eigen
DAB/DAB+-instellingen te behouden.
Luisteren naar een iPod of iPhone
U kunt uw iPod/iPhone bedienen met behulp van
de afstandsbediening van het systeem en luisteren
naar muziek en andere audiocontent die is
opgeslagen op de iPod/iPhone. Zie "Compatibele
iPod/iPhone-modellen voor dit systeem"
(pagina 75) voor de iPod/iPhone-modellen die
kunnen worden aangesloten op dit systeem.
Druk op iPod om de iPod &
iPhone-functie te selecteren.
3
Druk op N om de weergave te
starten.
Overige bedieningen
Bediening
2
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
De weergave pauzeren Druk op X (pauzeren).
Druk op X of N om de
weergave te hervatten.
1
Open het paneel op het punt waar
"PULL OPEN" staat en plaats
vervolgens uw iPod of iPhone op
de iPod/iPhone-aansluiting.
De iPod/iPhonemenu's omhoog/
omlaag scrollen
Houd M/m ingedrukt. U
kunt omhoog en omlaag
scrollen door de iPod/
iPhone-menu's op
soortgelijke wijze als bij de
klikwiel-bedieningen of de
omhoog/omlaagsleepbedieningen van de
iPod/iPhone.
Het geselecteerde
onderdeel kiezen
Druk op ENTER. U kunt
het geselecteerde onderdeel
kiezen op soortgelijke wijze
als bij de middenknopbediening of
aanraakbediening van de
iPod/iPhone.
Het begin van de
vorige/volgende track
zoeken
Druk op ./>.
Een punt in een track
of hoofdstuk van het
gesproken boek of de
podcast zoeken
Houd tijdens weergave
m/M ingedrukt en laat
de toets op het gewenste
punt los.
Tijdens de weergave
naar het vorige menu
terugkeren of een
menu opnieuw
selecteren
Druk op BACK of iPod
MENU. U kunt terugkeren
naar het vorige menu of een
menu opnieuw selecteren
op soortgelijke wijze als bij
de menuknop-bediening of
aanraakbediening van de
iPod/iPhone.
33NL
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
Het volumeniveau
instellen
Druk op VOLUME +/–.
Het systeem gebruiken als een
acculader
U kunt het systeem gebruiken als een acculader
voor de iPod/iPhone als het systeem is
ingeschakeld.
Het opladen begint zodra de iPod/iPhone op de
iPod/iPhone-aansluiting wordt geplaatst. De
laadstatus wordt afgebeeld op het display van de
iPod/iPhone. Voor meer informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing die bij de iPod/iPhone werd
geleverd.
Het opladen van de iPod/iPhone
stoppen
Verwijder de iPod/iPhone vanaf de iPod/iPhoneaansluiting op het apparaat. Als het systeem wordt
uitgeschakeld, stopt ook het opladen van de iPod/
iPhone.
Opmerkingen
• Wanneer u de iPod/iPhone op het apparaat plaatst of
•
•
•
•
•
•
•
•
34NL
eruit haalt, houdt u de iPod/iPhone onder dezelfde hoek
als de iPod/iPhone-aansluiting van het apparaat, en
verdraait of kantelt u de iPod/iPhone niet om
beschadiging van de aansluiting te voorkomen.
Draag het apparaat niet terwijl een iPod/iPhone op de
aansluiting is geplaatst. Als u dit doet kan een storing
ontstaan.
Bij het erop plaatsen of eraf halen van de iPod/iPhone,
houdt u het apparaat met één hand vast en let u erop niet
per ongeluk op de toetsen van de iPod/iPhone te
drukken.
Voordat u de iPod/iPhone van het apparaat afhaalt,
stopt u de weergave.
Houd ./> ingedrukt om vooruit of achteruit te
zoeken tijdens het weergeven van video in het geval
m/M niet werkt.
Omdat de bediening van het systeem anders is dan die
van de iPod/iPhone, kunt u de iPod/iPhone niet
bedienen met behulp van de bedieningselementen van
de afstandsbediening of het apparaat. Gebruik in dit
geval de bedieningselementen van de iPod/iPhone.
Wanneer de iPhone is aangesloten op het systeem en u
een telefoongesprek ontvangt tijdens het weergeven,
wordt de weergave onderbroken zodat u een
binnenkomende gesprek kunt aannemen.
Om het volumeniveau te veranderen, drukt u op de
afstandsbediening van het systeem op VOLUME +/–.
Het volumeniveau zal niet veranderen wanneer u dit
probeert in te stellen op de iPod/iPhone.
De iPod/iPhone-aansluiting op het apparaat is alleen
geschikt voor een iPod/iPhone. U kunt geen enkele
andere draagbare audiospeler erop aansluiten.
• Voor het gebruiken van een iPod/iPhone, raadpleegt u
de gebruiksaanwijzing van uw iPod/iPhone.
• Sony kan geen aansprakelijkheid aanvaarden in het
geval gegevens opgenomen op de iPod/iPhone verloren
gaan of beschadigd raken bij gebruik van een iPod/
iPhone met dit apparaat.
Een bestand op een USB-apparaat
weergeven
Het audioformaat dat op dit systeem kan worden
weergegeven is MP3*/WMA*/AAC*.
* Op dit systeem kunnen bestanden met DRM (Digital
Rights Management)-auteursrechtenbescherming niet
worden weergegeven en kunnen bestanden die vanaf
een online muziekwinkel zijn gedownload mogelijk
niet worden weergegeven.
Sluit het USB-apparaat aan op de
(USB-)poort.
3
Druk op N (weergave) om de
weergave te starten.
Overige bedieningen
Bediening
Kijk op de onderstaande websites voor informatie
over compatibele USB-apparaten.
Voor klanten in de Verenigde Staten:
http://www.esupport.sony.com/
Voor klanten in Canada:
[Engels]
http://www.sony.ca/ElectronicsSupport/
[Frans]
http://fr.sony.ca/ElectronicsSupport/
Voor klanten in Europa:
http://support.sony-europe.com/
Voor klanten in Azië en Oceanië:
http://www.sony-asia.com/support
2
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
De weergave pauzeren Druk op X (pauzeren). Om
de weergave te hervatten,
drukt u nogmaals op X.
De weergave stoppen
Druk op x (stoppen). Om
de weergave te hervatten,
drukt u op N
(weergave)*1. Om de
hervattingsweergavefunctie
te annuleren, drukt u
nogmaals op x.
Een map selecteren
Druk herhaaldelijk op
(map) +/– .
Een bestand selecteren Druk op ./>.
1
Druk op USB om de USB-functie
te selecteren.
Een map en bestand
zoeken
Druk tijdens de weergave
op BACK, druk op M/m om
de gewenste map te
selecteren, en druk daarna
op ENTER. Druk op M/m
om het gewenste bestand te
selecteren, en druk daarna
op ENTER.
Een punt in een
bestand zoeken
Houd tijdens weergave
m/M ingedrukt en laat
de toets op het gewenste
punt los.
Een geheugen op het
USB-apparaat
selecteren*2
Druk op OPTIONS en druk
daarna op ENTER. Druk
herhaaldelijk op M/m om
het gewenste
geheugennummer te
selecteren en druk daarna
op ENTER.
35NL
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
De herhaaldeweergavefunctie
selecteren
Druk herhaaldelijk op
REPEAT totdat "REP" of
"REP1" gaat branden
(pagina 49).
De willekeurige- of
geprogrammeerdeweergavefunctie
selecteren
Druk in de stopstand
herhaaldelijk op PLAY
MODE tot de gewenste
weergavefunctie ("SHUF",
"PGM", enz.) gaat branden
(pagina 49).
Het USB-apparaat
verwijderen
Houd x (stoppen) op het
apparaat ingedrukt totdat
"No Device" wordt
afgebeeld, en koppel daarna
het USB-apparaat los.
*1 Bij het weergeven van een MP3- of WMA-bestand
met VBR, kan het apparaat de weergave hervatten
vanaf een ander punt.
*2 U kunt niet het geheugen selecteren tijdens het
weergeven. Zorg ervoor dat u een geheugen selecteert
voordat u de weergave start.
Opmerkingen
• Als een USB-kabelverbinding noodzakelijk is, sluit u
•
•
•
•
•
•
36NL
de USB-kabel aan die bij het aan te sluiten USBapparaat werd geleverd. Zie de gebruiksaanwijzing die
bij het aan te sluiten USB-apparaat werd geleverd voor
informatie over de bedieningsprocedure.
Het kan 10 seconden duren voordat "Reading" wordt
afgebeeld, afhankelijk van het type aangesloten USBapparaat.
Sluit het systeem en het USB-apparaat niet aan via een
USB-hub.
Nadat het USB-apparaat op de aansluiting is geplaatst,
leest het systeem alle bestanden op het USB-apparaat.
Als er veel mappen of bestanden op het USB-apparaat
staan, kan het lezen ervan erg lang duren.
Na bediening van sommige aangesloten USBapparaten, kan een vertraging optreden voordat de
bediening wordt uitgevoerd door dit systeem.
Compatibiliteit met alle codeer-/schrijfsoftware kan
niet worden gegarandeerd. Als audiobestanden op het
USB-apparaat oorspronkelijk werden gecodeerd met
incompatibele software, kunnen dergelijke bestanden
ruis of onderbroken geluid voortbrengen, of in het
geheel niet kunnen worden weergeven.
Dit systeem kan geen audiobestanden op het USBapparaat weergeven in de volgende gevallen:
– wanneer het aantal audiobestanden in een map
hoger is dan 999.
– wanneer het totaalaantal audiobestanden op een
USB-apparaat hoger is dan 999.
– wanneer het aantal mappen op een USB-apparaat
hoger is als 999 (inclusief de "ROOT"-map en lege
mappen).
Deze aantallen kunnen verschillen afhankelijk van de
bestands- en mapstructuur.
Sla geen andere typen bestanden of overbodige mappen
op een USB-apparaat op waarop audiobestanden staan.
• Het apparaat kan slechts weergeven tot 8 mapniveaus
diep.
• Dit systeem ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle
functies van het aangesloten USB-apparaat.
• De hervattingsweergavefunctie wordt geannuleerd
wanneer u het systeem uitschakelt.
• Mappen waarin geen audiobestanden zitten, worden
overgeslagen.
• De audioformaten waarnaar u met dit systeem kunt
luisteren zijn de volgende:
– MP3: bestandsextensie ".mp3"
– WMA: bestandsextensie ".wma"
– AAC: bestandsextensie ".m4a"
Merk op dat ook wanneer de bestandsnaam de juiste
extensie heeft, maar het werkelijke bestand anders is,
het systeem ruis kan voortbrengen of een storing kan
ontstaan.
Het systeem gebruiken als een
acculader
Wanneer het systeem is ingeschakeld kunt u het
systeem als acculader gebruiken voor USBapparaten die zijn uitgerust met een oplaadfunctie.
Het opladen begint wanneer het USB-apparaat is
aangesloten op de
(USB-)poort van het
systeem. De laadstatus wordt afgebeeld op het
display van het USB-apparaat. Voor meer
informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die
bij het USB-apparaat werd geleverd.
Luisteren naar audiocontent die is
opgeslagen op een server
Dit systeem kan audiocontent weergeven die is
opgeslagen op een serverapparaat (zoals een
computer) die voldoet aan de DLNA (Digital
Living Network Alliance)-norm.
thuisnetwerk.
t Zie "Het systeem verbinden met uw
thuisnetwerk" (pagina 21).
• Nadat u het systeem hebt verbonden
met het netwerk, stelt u de server in.
t Zie "De server instellen" (pagina 37).
Over DLNA
DLNA is de afkorting van Digital Living Network
Alliance. Dit is de naam van een organisatie die richtlijnen
opstelt (de DLNA-richtlijnen) en het is tevens de naam
van de methode waarmee apparaten binnenshuis via een
thuisnetwerk digitale content kunnen delen (zoals
muziekgegevens, beeldgegevens, enz.).
Om naar audiocontent te luisteren die is
opgeslagen op uw server, moet u van tevoren de
server instellen. De volgende serverapparaten zijn
compatibel met dit systeem.
• Sony VAIO Media plus 1.3, 1.4, 2.0 en 2.1
• Sony-netwerkaudiosysteem met vaste schijf
NAS-S500HDE*, NAS-S55HDE*
• Sony-netwerk-AV-receiver STR-DA6400ES*,
TA-DA5600ES*
• Microsoft Windows Media Player 12
geïnstalleerd onder Windows 7 (pagina 37)
• Microsoft Windows Media Player 11
geïnstalleerd onder Windows Vista/Windows
XP (pagina 39)
Bediening
Om te luisteren naar audiocontent
die is opgeslagen op een server
• Verbindt eerst het systeem met uw
De server instellen
* Niet leverbaar in sommige landen of gebieden.
Als de server een functie heeft die de toegang
vanaf andere apparaten beperkt, moet u die
instellingen op de server veranderen zodat dit
systeem toegang heeft.
Dit gedeelte beschrijft hoe u Windows Media
Player moet instellen wanneer u die als server
gebruikt.
Voor informatie over de instellingen van andere
serverapparaten, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzingen of helpfunctie van de
betreffende apparaten of softwareprogramma’s.
Opmerking
De onderdelen die op de computer worden weergegeven
kunnen verschillen van die hieronder zijn afgebeeld,
afhankelijk van de versie van het besturingssysteem en de
computeromgeving. Voor meer informatie raadpleegt u de
Help-functie van uw besturingssysteem.
x Bij gebruik van Windows 7
Dit gedeelte beschrijft hoe de af-fabriek
geïnstalleerde Windows Media Player 12 voor
Windows 7 moet worden ingesteld.
Voor informatie over hoe de bediening van
Windows Media Player 12, raadpleegt u de Helpfunctie van Windows Media Player 12.
37NL
1
Ga naar [Start] –
[Configuratiescherm].
5
Volg de instructies die op het scherm
worden afgebeeld overeenkomstig
de omgeving waarin het systeem
wordt gebruikt.
Nadat de instellingen voltooid zijn,
controleert u of in het venster
[Netwerkcentrum] onder [De actieve
netwerken weergeven] het item is gewijzigd
in [Thuisnetwerk] of [Bedrijfsnetwerk].
2
6
Selecteer [Geavanceerde
instellingen voor delen wijzigen].
7
Selecteer bij [Mediastreaming] het
item [Opties voor mediastreaming
selecteren…].
8
Als in het venster [Opties voor
mediastreaming] de tekst
[Mediastreaming is niet
ingeschakeld] wordt afgebeeld,
selecteert u [Mediastreaming
inschakelen].
Selecteer [Netwerkstatus en -taken
weergeven] onder [Netwerk en
internet].
Het venster [Netwerkcentrum] wordt
afgebeeld.
Tip
Als het gewenste item niet op het scherm wordt
afgebeeld, verandert u de weergave van het
configuratiescherm.
3
Selecteer [Openbaar netwerk] onder
[De actieve netwerken weergeven].
Als iets anders op het scherm wordt
afgebeeld dan [Openbaar netwerk],
gaat u naar stap 6.
Het venster [Netwerklocatie instellen] wordt
afgebeeld.
4
38NL
Selecteer [Thuisnetwerk] of
[Bedrijfsnetwerk], overeenkomstig
de omgeving waarin het systeem
wordt gebruikt.
9
Selecteer [Alles toestaan].
1
Ga naar [Start] – [Alle programma's].
2
Selecteer [Windows Media Player].
Het venster [Alle media-apparaten toestaan]
wordt geopend. Als alle apparaten in het
lokale netwerk zijn ingesteld op
[Toegestaan], selecteert u [OK] en sluit u het
venster.
Windows Media Player 11 start op.
3
Selecteer [Alle computers en mediaapparaten toestaan].
11
Selecteer [OK] om het venster te
sluiten.
12
Vernieuw de serverlijst.
Selecteer in het menu [Bibliotheek]
het item [Media delen…].
Als u Windows XP gebruikt, gaat u naar stap
9.
4
Bediening
10
Als
wordt afgebeeld, selecteert
u [Netwerk…].
Nadat u klaar bent met het instellen van
Windows Media Player 12, vernieuwt u de
serverlijst van het systeem en selecteert u
deze server op de serverlijst. Voor informatie
over het selecteren van de server, raadpleegt
u "De serverlijst vernieuwen" (pagina 40).
x Bij gebruik van Windows Vista/
XP
Dit gedeelte beschrijft hoe de onder Windows
Vista/XP* geïnstalleerde Windows Media Player
11 moet worden ingesteld.
Voor informatie over hoe de bediening van
Windows Media Player 11, raadpleegt u de Helpfunctie van Windows Media Player 11.
Het venster [Netwerkcentrum] wordt
afgebeeld.
5
Selecteer [Aanpassen].
* Windows Media Player 11 wordt niet in de fabriek
geïnstalleerd onder Windows XP. Ga naar de website
van Microsoft, download het installatieprogramma en
installeer Windows Media Player 11 op uw computer.
Het venster [Netwerklocatie instellen] wordt
afgebeeld.
39NL
6
Kruis [Particulier] aan en selecteer
[Volgende].
12
Vernieuw de serverlijst.
Nadat u klaar bent met het instellen van
Windows Media Player 11, vernieuwt u de
serverlijst van het systeem en selecteert u
deze server op de serverlijst. Voor informatie
over het selecteren van de server, raadpleegt
u "De serverlijst vernieuwen" (pagina 40).
De serverlijst vernieuwen
Wanneer u een nieuwe server toevoegt aan het
thuisnetwerk, of wanneer u de gewenste server niet
kunt vinden op de lijst, vernieuwt u de serverlijst.
7
8
9
Controleer of [Type locatie] is
gewijzigd in [Particulier], en
selecteer [Sluiten].
Controleer of in het venster
[Netwerkcentrum] de tekst
[(Particulier netwerk)] wordt
afgebeeld en sluit het venster.
Als in het venster [Media delen] dat
wordt afgebeeld in stap 3 [Mijn
mediabestanden delen] niet is
aangekruist, kruist u [Mijn
mediabestanden delen] aan en
selecteert u daarna [OK].
Een lijst met apparaten waarmee verbinding
kan worden gemaakt wordt afgebeeld.
1
Terwijl de serverlijst wordt
afgebeeld, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Refresh" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
De vernieuwde serverlijst wordt afgebeeld.
Tip
Het systeem houdt een historie bij van de laatste vijf
servers waarmee een verbinding is gemaakt en deze
servers worden bovenaan de serverlijst vermeld. Op de
serverlijst kunnen maximaal 20 servers worden vermeld.
Een server vanaf de serverlijst
verwijderen
1
Terwijl de serverlijst wordt
afgebeeld, drukt u op M/m om de
server te selecteren die u wilt
verwijderen, en drukt u daarna op
OPTIONS.
Het optiemenu wordt afgebeeld.
2
De bevestigingsscherm wordt afgebeeld.
10
Selecteer [Instellingen…] dat wordt
afgebeeld naast [Mijn media delen
met:].
11
Kruis [Nieuwe apparaten en
computers automatisch toestaan]
aan en selecteer [OK].
Opmerking
Haal bij dit item het kruisje weg nadat u hebt
gecontroleerd dat het systeem kan worden
verbonden met de server, en geef audiocontent weer
die is opgeslagen op de server.
40NL
Druk op M/m om "Delete" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Druk op M/m om "OK" te selecteren,
en druk daarna op ENTER.
"Complete!" wordt afgebeeld en de
geselecteerde server wordt verwijderd.
Opmerking
Zelfs als een server van de serverlijst is verwijderd, zal
deze server weer op de serverlijst worden vermeld als het
systeem de server op het netwerk vindt (bijvoorbeeld bij
het vernieuwen van de serverlijst).
Audiocontent weergeven
die is opgeslagen op een
server
2
Opmerking
Het systeem kan audiocontent weergeven dat op de
server is opgeslagen in het MP3-, lineair PCM-,
WMA- of AAC*-formaat. Audiocontent voorzien
van DRM (Digital Rights Management)auteursrechtenbescherming kan niet worden
weergegeven op dit systeem. Zie pagina 67 voor
informatie over hoe u de
auteursrechtenbescherming van een WMAbestand kunt controleren.
* Het systeem kan alleen AAC-bestanden weergeven
met de bestandsextensie ".m4a", ".mp4" of ".3gp".
Druk op M/m om de gewenste
server te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Als de server de Wake-on-LAN-functie heeft,
schakelt het systeem de server automatisch in. Als
de server de Wake-on-LAN-functie niet heeft,
schakelt u de server van tevoren in. Voor informatie
over instellingen of bedieningen van de Wake-onLAN-funtcie van uw server, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing of helpfunctie van uw server.
3
Als een ander onderdeel wordt afgebeeld,
herhaalt u stap 3 om het aantal
keuzemogelijkheden te verkleinen tot het
gewenste onderdeel wordt afgebeeld. De
onderdelen die worden afgebeeld verschillen
afhankelijk van de aangesloten server.
4
Bediening
Druk op M/m om het gewenste
onderdeel (playlist, album, map,
enz.) te selecteren en druk daarna
op ENTER.
Druk op M/m om de gewenste
track te selecteren, en druk daarna
op ENTER.
De weergave begint.
Controleer of het geluid wordt uitgevoerd
door de luidsprekers van het systeem.
1
Druk op HOME NETWORK om de
thuisnetwerkfunctie in te
schakelen.
Als het laatst geselecteerde onderdeel
(playlist, album, map, enz.) wordt afgebeeld,
drukt u herhaaldelijk op BACK tot de
serverlijst wordt afgebeeld.
Als "No Server" wordt afgebeeld, of wanneer
de server op de serverlijst niet beschikbaar is,
drukt u op OPTIONS. Selecteer "Refresh" en
druk daarna op ENTER. De vernieuwde
serverlijst wordt afgebeeld.
A Artiestennaam
B Tracknaam
C Verstreken weergaveduur
D Codec
41NL
Tips
• Als u een map selecteert (zoals een artiestenmap,
•
genremap, enz.), drukt u op de N toets, waarna het
systeem alle onderdelen in de geselecteerde map
weergeeft.
Wanneer de functie wordt terug veranderd naar de
thuisnetwerkfunctie, hervat het systeem de weergave
vanaf het laatst geselecteerde onderdeel totdat het
systeem wordt uitgeschakeld. Wanneer "Network
Standby" is ingesteld op "On", hervat de weergave
vanaf het laatst geselecteerde onderdeel, ook nadat u
het systeem hebt uitgeschakeld.
Opmerkingen
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
De server veranderen
Druk in de stopstand op
OPTIONS. Selecteer
"Server List" en druk
daarna op ENTER.
Selecteer de gewenste
server en druk daarna op
ENTER.
De herhaaldeweergavefunctie
selecteren
Druk herhaaldelijk op
REPEAT totdat "REP" of
"REP1" gaat branden
(pagina 49).
De willekeurigeweergavefunctie
selecteren
Druk in de stopstand
herhaaldelijk op PLAY
MODE tot de gewenste
weergavefunctie ("SHUF",
enz.) gaat branden
(pagina 49).
De beschikbare
informatie bekijken
Druk herhaaldelijk op
DISPLAY om de
artiestennaam, albumnaam,
verstreken weergaveduur,
de klok, enz., te bekijken.
• Tracks die het system niet kan weergeven worden ook
•
•
•
op het display afgebeeld. U kunt de lijst met tracks die
kunnen worden weergegeven niet sorteren.
"!" wordt afgebeeld vóór de naam van een track die niet
kan worden weergegeven door het systeem, waarna de
track tijdens weergave wordt overgeslagen.
De weergave wordt niet hervat vanaf het laatst
geselecteerde onderdeel als u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact trekt.
Het systeem kan enige tijd nodig hebben voor het
afbeelden van onderdelen uit een map waarin een grote
hoeveelheid audiocontent zit. Als dit het geval is,
gebruikt u de trefwoordzoekfunctie (pagina 51).
Overige bedieningen
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
42NL
De weergave
pauzeren*
Druk tijdens de weergave
op X (pauzeren). Druk op
N (weergave) om de
weergave te hervatten.
De weergave stoppen
Druk op x (stoppen).
Naar het begin van de
huidige track, vorige
track of volgende
track gaan
Druk herhaaldelijk op ./
>.
Het onderdeel dat u
wilt weergeven
opnieuw selecteren
Druk herhaaldelijk op
BACK tot de gewenste
directory wordt afgebeeld.
Of druk op OPTIONS,
selecteer "Server List" en
selecteer daarna het
gewenste onderdeel.
Om terug te keren naar het
weergavescherm, drukt u
op OPTIONS en selecteert
u "Now Playing".
Met behulp van een
trefwoord naar het
gewenste onderdeel
zoeken
Terwijl u de inhoud van de
server selecteert, drukt u op
ALPHABET SEARCH en
voert u een trefwoord in
(pagina 51).
* Afhankelijk van de server of track is het mogelijk dat
de pauzestand niet werkt wanneer de
thuisnetwerkfunctie is geselecteerd.
Luisteren naar muziekservices
De volgende stappen beschrijven hoe u "vTuner"
kunt selecteren, als voorbeeld van muziekservices
die via het internet worden aangeboden.
1
Druk op MUSIC SERVICES om de
muziekservicefunctie te
selecteren.
De serviceproviderlijst wordt afgebeeld. Als
het systeem automatisch de laatst
geselecteerde service of zender afbeeldt,
drukt u herhaaldelijk op BACK tot de
serviceproviderlijst wordt afgebeeld.
Bediening
Met dit systeem kunt u luisteren naar
muziekservices die via het internet worden
aangeboden (muziekservicefunctie).
Om deze functie te kunnen gebruiken moet het
systeem zijn verbonden met het netwerk en moet
het netwerk zijn verbonden met het internet. Voor
informatie over het instellen van het netwerk,
raadpleegt u "Het systeem verbinden met uw
thuisnetwerk" (pagina 21).
Ga naar onderstaande website voor meer
informatie over muziekservices:
http://www.sony.net/audio/musicservices
Muziekservices
Opmerking
Voordat u gebruik kunt maken van services, kan het
noodzakelijk zijn uw systeem te registreren, afhankelijk
van de muziekserviceprovider. Voor informatie over het
registreren, gaat u naar de website voor
klantenondersteuning van de muziekserviceprovider.
2
Druk op M/m om "vTuner" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Druk op M/m om de gewenste map
of zender te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
• Druk op M/m om het onderdeel te
selecteren.
• Druk op ENTER om naar de volgende
directory te gaan, of om naar de zender te
luisteren.
• Druk op BACK om naar de vorige
directory te gaan.
Tip
Het systeem beeldt automatisch de laatst geselecteerde
service of zender af wanneer de functie wordt veranderd
naar de muziekservicefunctie totdat het systeem wordt
uitgeschakeld. Wanneer "Network Standby" is ingesteld
op "On", wordt de laatst geselecteerde service of zender
afgebeeld, ook nadat u het systeem hebt uitgeschakeld.
Opmerking
Als "No Service" wordt afgebeeld en u geen
serviceproviderlijst kunt verkrijgen, drukt u op OPTIONS
en selecteert u "Refresh".
43NL
Overige bedieningen
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
Voorkeurzenders
instellen
Door gewenste zenders in te stellen als
voorkeurzenders, kunt u deze eenvoudig opnieuw
selecteren aan de hand van de bijbehorende
voorkeurzendernummers. U kunt maximaal
20 voorkeurzenders instellen.
De zender of service
veranderen
Druk op BACK om terug te
keren naar de
serviceproviderlijst en
selecteer daarna de service
opnieuw. Om weer terug te
keren naar het
weergavescherm, drukt u
op OPTIONS en selecteert
u daarna "Now Playing".
Diverse functies
gebruiken terwijl het
systeem een zender of
service selecteert of
weergeeft
Druk op OPTIONS. Het
afgebeelde onderdeel kan
verschillen afhankelijk van
het geselecteerde onderdeel
of directory.
De serviceopties
selecteren
Terwijl de inhoud van de
service wordt geselecteerd
of weergegeven, drukt u op
OPTIONS. Selecteer
"Service Options" en druk
daarna op ENTER. De
inhoud van de serviceoptie
verschilt afhankelijk van de
geselecteerde service.
3
Druk op M/m om een
voorkeurzendernummer te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Met behulp van een
trefwoord naar het
gewenste onderdeel
zoeken
Terwijl de inhoud van de
service wordt geselecteerd,
drukt u op ALPHABET
SEARCH en voert u een
trefwoord in (pagina 51).
4
De beschikbare
informatie bekijken
Druk herhaaldelijk op
DISPLAY om de
artiestennaam, albumnaam,
de klok, enz., te bekijken.
Herhaal de stappen 1 tot en met 3
om ook andere zenders in te
stellen als voorkeurzender.
Het netwerkmenu
afbeelden
Terwijl de inhoud van de
service wordt geselecteerd
of weergegeven, drukt u op
OPTIONS. Selecteer
"Network" en druk daarna
op ENTER.
1
Selecteer de gewenste zender.
2
Druk tijdens de ontvangst op
MEMORY.
De voorkeurzenderlijst wordt afgebeeld.
Naar een voorkeurzender
luisteren
1
Druk op MUSIC SERVICES om de
muziekservicefunctie te selecteren.
De serviceproviderlijst wordt afgebeeld. Als
het systeem automatisch de laatst
geselecteerde zender afbeeldt, drukt u
herhaaldelijk op BACK tot de
serviceproviderlijst wordt afgebeeld.
2
Druk op M/m om "Preset" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
"Preset" wordt afgebeeld bovenaan de
serviceproviderlijst.
3
44NL
Druk op M/m om de gewenste
voorkeurzender te selecteren, en
druk daarna op ENTER.
Tip
Druk op de cijfertoetsen om het voorkeurzendernummer
in te voeren. Druk op de cijfertoets die overeenkomt met
het voorkeurzendernummer en druk daarna op ENTER
om de voorkeurzender rechtstreeks te selecteren.
Opmerking
Mogelijk kunnen sommige zenders niet als
voorkeurzender worden ingesteld, afhankelijk van de
serviceprovider. Als u een dergelijke zender als
voorkeurzender probeert in te stellen, wordt "Not
Available" afgebeeld op het display.
U kunt luisteren naar de inhoud van een scala aan
muziekservices die via het internet worden
aangeboden.
Ga naar onderstaande website voor meer
informatie over muziekservices, hoe u er gebruik
van kunt maken, en de registratiecode van het
systeem.
http://www.sony.net/audio/musicservices
Bediening
Genieten van een scala
aan muziekservices
De registratiecode controleren
U kunt gevraagd worden de registratiecode van het
systeem in te voeren wanneer u naar een nieuwe
muziekservice luistert.
1
Druk op MUSIC SERVICES om de
muziekservicefunctie te selecteren.
De serviceproviderlijst wordt afgebeeld. Als
het systeem automatisch de laatst
geselecteerde service of zender afbeeldt,
drukt u herhaaldelijk op BACK tot de
serviceproviderlijst wordt afgebeeld.
2
Druk op M/m om "Registration Code"
te selecteren en druk daarna op
ENTER.
De registratiecode van het systeem wordt
afgebeeld.
45NL
De PARTY STREAMING-functie gebruiken
De audiocontent die momenteel op dit systeem
wordt weergegeven, kan tegelijkertijd ook worden
weergegeven op alle apparaten van uw
thuisnetwerk overeenkomstig de PARTY
STREAMING-functie.
Bij PARTY streaming houdt een apparaat
(genaamd een "PARTY-host") een PARTY en
streamt muziek naar de gasten, en een apparaat
(genaamd een "PARTY-gast") neemt deel aan een
PARTY en ontvangt muziek vanaf de "PARTYhost".
Alvorens de PARTY STREAMING-functie te
gebruiken, zorgt u ervoor dat "PARTY
STREAMING" is ingesteld op "On" (pagina 54).
Een PARTY houden
U kunt een PARTY houden, waarna andere
apparaten die de PARTY STREAMING-functie
ondersteunen, dezelfde muziek kunnen weergeven,
ondanks dat ze in verschillende vertrekken staan
opgesteld.
1
Zorg ervoor dat de apparaten van
de PARTY-gasten ingeschakeld
zijn en klaar staan om deel te
nemen aan de PARTY.
2
Geef de gewenste geluidsbron
weer.
PARTY-gast
PARTY-gast
PARTY-host
De audiocontent van alle geluidsbronnen
(FM-, DAB- (alleen CMT-MX750Ni), CD-,
USB-, iPod/iPhone-, AUDIO IN-,
thuisnetwerk- en muziekservicefuncties) van
dit systeem kunnen worden gestreamd.
PARTY-gast
3
Houd PARTY ingedrukt totdat
"START PARTY" wordt afgebeeld.
Het systeem begint met het PARTY streamen
als de PARTY-host.
Een PARTY afsluiten
U kunt de PARTY STREAMING-functie
gebruiken met andere apparaten* waarop het
onderstaande PARTY STREAMING-logo staat.
* De leverbare PARTY STREAMING-compatibele
apparaten kunnen verschillend zijn, afhankelijk van het
land of gebied. Voor meer informatie over de leverbare
apparaten, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-dealer.
46NL
Houd PARTY ingedrukt totdat "CLOSE PARTY"
wordt afgebeeld.
Aan een PARTY
deelnemen
Het systeem kan deelnemen aan een PARTY die
door een ander apparaat wordt gehouden zodat u
van dezelfde audiocontent kunt genieten als in een
ander vertrek wordt weergegeven.
Terwijl de PARTY-host een PARTY
houdt, drukt u op PARTY.
"JOIN PARTY" wordt afgebeeld, waarna het
systeem aan de PARTY deelneemt als een
PARTY-gast.
Druk op PARTY.
"LEAVE PARTY" wordt afgebeeld, waarna het
systeem de PARTY verlaat.
Tip
Als "Network Standby" is ingesteld op "On", wordt het
systeem ingeschakeld en neemt het automatisch deel aan
de PARTY wanneer de PARTY-host een PARTY houdt.
Bij sommige IEEE802.11n-compatibele
draadloos-LAN-routers/accesspoints, kan de
overdrachtsnelheid van de draadloos-LANrouter/accesspoint lager worden wanneer
"WEP" of "WPA/WPA2-PSK (TKIP)" is
geselecteerd als de versleutelingsmethode.
Als het geluid overslaat tijdens streamingweergave in de PARTY STREAMINGfunctie, verandert u de versleutelingsmethode
naar "WPA/WPA2-PSK (AES)". Hierdoor kan
de overdrachtsnelheid en de streamingweergave worden verbeterd.
De configuraties van het versleutelen
verschillen afhankelijk van uw model.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
router/accesspoint.
U kunt ook ondersteuningsinformatie over
draadloos-LAN-instellingen verkrijgen op de
volgende website:
http://www.sony.net/audio/netsettings
Bediening
Een PARTY verlaten
PARTY STREAMING in een draadloosLAN-omgeving
Opmerkingen
• U kunt niet deelnemen aan een PARTY in de volgende
•
•
gevallen:
– wanneer dit systeem zelf een PARTY houdt.
– wanneer dit systeem al aan een andere PARTY
deelneemt.
Als u op PARTY drukt terwijl geen PARTY wordt
gehouden, maar een apparaat dat compatibel is met de
PARTY STREAMING-functie bezig is met weergeven,
zal dat apparaat de PARTY-host zijn en het systeem
deelnemen aan de PARTY als een PARTY-gast.
De functie van het PARTY-gastapparaat verandert
automatisch naar HOME NETWORK wanneer het
apparaat begint deel te nemen aan een PARTY. Zelfs
als het PARTY-gastapparaat de PARTY verlaat, blijft
de functie ingesteld staan op HOME NETWORK.
47NL
Naar audiomateriaal vanaf een externe
component luisteren
U kunt luisteren naar het weergavegeluid van een
externe component (zoals een draagbare
muziekspeler, enz.) die is aangesloten op de
AUDIO IN-aansluiting van het apparaat.
Gebruik een audioaansluitkabel (niet bijgeleverd)
om de AUDIO IN-aansluiting van het apparaat aan
te sluiten op de audio-uitgangsaansluiting van de
externe component.
Zorg ervoor dat de audioaansluitkabel (niet
bijgeleverd) stevig in beide aansluitingen is
gestoken. Als dat niet het geval is, kan ruis worden
gegenereerd in de geluidsuitvoer.
4
Begin met het weergeven van de
aangesloten component en stel
het volumeniveau in.
Het weergavegeluid wordt voortgebracht
door de luidsprekers van dit systeem. Voor
informatie over de bediening van de
aangesloten component, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing die bij de aangesloten
component werd geleverd.
Opmerkingen
• Verlaag het volumeniveau op dit systeem met
1
Druk op VOLUME – om het
volumeniveau te verlagen op dit
systeem.
2
Sluit een externe component met
behulp van een audioaansluitkabel
(niet bijgeleverd) aan op het
apparaat.
AUDIO IN-aansluiting
3
48NL
Druk op AUDIO IN om de AUDIO
IN-functie te selecteren.
•
VOLUME – voordat u de externe component
loskoppelt.
Het systeem kan automatisch in de standby-stand
worden gezet als het volumeniveau van de aangesloten
component te laag is. Stel het volumenivau van de
component in. Zie "De automatische stand-byfunctie
uitschakelen" (pagina 20).
Weergeven in diverse functies
U kunt luisteren naar tracks in willekeurige
volgorde (willekeurige weergave), in
geprogrammeerde volgorde (geprogrammeerde
weergave) of herhaaldelijk naar dezelfde track
(herhaalde weergave).
Weergavefuncties
Bediening
De beschikbare weergavefuncties verschillen
afhankelijk van de geselecteerde geluidsbron.
*1 Alleen beschikbaar wanneer de CD- of USB-functie is
geselecteerd.
*2 Als de thuisnetwerkfunctie is geselecteerd, kunnen
dezelfde tracks of bestanden worden weergegeven in
willekeurige volgorde.
*3 Wanneer u het systeem uitschakelt, wordt de
geselecteerde willekeurige weergavefunctie ("SHUF"
of "
SHUF") geannuleerd en keert de
weergavefunctie terug naar de normale
weergavefunctie.
*4 Tijdens het weergeven van een cd-da-(audio) disc,
werkt de
SHUF (willekeurig in map)-weergave op
dezelfde manier als de SHUF (willekeurig)-weergave.
5
* Wanneer de CD-functie is geselecteerd, worden alle
tracks of bestanden maximaal vijf keer herhaald
weergegeven.
Weergavefunctie-indicators
Indicator
Beschrijving
Geen (normaal)
Het systeem geeft alle
tracks of bestanden op
volgorde weer.
(map)*1
Het systeem geeft alle
tracks of bestanden in de
huidig geselecteerde map
weer.
SHUF
(willekeurig)*2*3
Het systeem geeft alle
tracks of bestanden in
willekeurige volgorde weer.
SHUF
(willekeurig in
map)*1*3*4
Het systeem geeft alle
tracks of bestanden in de
huidig geselecteerde map in
willekeurige volgorde weer.
PGM
(geprogrammeerd)*1
Het systeem geeft alle
tracks of bestanden in
geprogrammeerde volgorde
weer.
Voor informatie over het
maken van een programma,
raadpleegt u "Uw eigen
programma maken"
(pagina 50).
REP (herhaald)*5
Het systeem geeft alle
tracks of bestanden
herhaald weer.
REP1 (herhaald 1)
Het systeem geeft het
huidig geselecteerde track
of bestand herhaald weer tot
u de weergave stopt.
Herhaald weergeven
1
Druk herhaaldelijk op REPEAT om
de gewenste herhaaldeweergavefunctie te selecteren.
De herhaalde-weergavefunctie verandert als
volgt:
Normaal t "REP" t "REP1" t Normaal
2
Druk op N.
De weergave start in de geselecteerde
weergavefunctie.
De herhaalde weergave annuleren
Druk herhaaldelijk op REPEAT om de normale
weergavefunctie te selecteren.
49NL
Weergeven in
willekeurige volgorde of
geprogrammeerde
volgorde
1
3
Druk herhaaldelijk op ./>
om het gewenste track- of
bestandsnummer te selecteren.
Druk bij het programmeren van
audiobestanden herhaaldelijk op
+/– om
de gewenste map te selecteren, en selecteer
daarna het gewenste bestand.
Druk in de stopstand herhaaldelijk
op PLAY MODE om de gewenste
weergavefunctie te selecteren.
De weergavefunctie verandert als volgt:
Normaal t " " t "SHUF" t
"
SHUF" t "PGM" t Normaal
2
A Geselecteerde track- of bestandsnummer
B Totale weergaveduur van de geselecteerde track of het
geselecteerde bestand
Druk op N.
De weergave start in de geselecteerde
weergavefunctie.
4
Druk op ENTER om de track of het
bestand toe te voegen aan het
programma.
5
Herhaal de stappen 3 en 4 om
andere tracks of bestanden toe te
voegen aan het programma.
6
Druk op N om de
geprogrammeerde weergave te
starten.
De willekeurige of geprogrammeerde
weergavefunctie annuleren
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY
MODE om de normale weergavefunctie te
selecteren.
Uw eigen programma
maken
U kunt maximaal 25 tracks of bestanden
programmeren.
Merk op dat alleen de CD-functie en de USBfunctie beschikbaar zijn voor het maken van een
programma.
Het programma blijft beschikbaar totdat de
disclade wordt geopend of het USB-apparaat
wordt losgekoppeld.
Om hetzelfde programma nogmaals weer te
geven, drukt u op N.
De geprogrammeerde weergave annuleren
1
Druk op CD of USB om de CD- of
USB-functie te selecteren.
Druk in de stopstand herhaaldelijk op PLAY
MODE totdat "PGM" uit gaat.
De laatste track of het laatste bestand van het
programma wissen
2
Druk in de stopstand herhaaldelijk
op PLAY MODE totdat "PGM"
brandt.
Het programmascherm wordt afgebeeld.
50NL
Druk in de stopstand op CLEAR.
Een onderdeel zoeken met behulp van een
trefwoord
Opmerking
Wanneer een lijst wordt afgebeeld (zoals een
artiestenlijst, tracklijst, enz.), kunt u een trefwoord
invoeren om te zoeken naar een gewenst onderdeel
op de lijst.
Merk op dat zoeken aan de hand van een trefwoord
alleen beschikbaar is wanneer de
thuisnetwerkfunctie of muziekservicefunctie is
geselecteerd.
Voer een trefwoord in dat overeenkomt met de
letters of een woord aan het begin van de naam of
titel van het onderdeel waarnaar u zoekt. Wanneer
het systeem naar een onderdeel zoekt, worden "The"
aan het begin van een naam en de daarop volgende
spatie genegeerd.
Bediening
A Invoerveld
B Huidige positie van de cursor/aantal tekens dat u hebt
ingevoerd
C Tekentype
Cijfer-/
lettertoetsen
3
Druk op ENTER om het invoeren
van een trefwoord te beëindigen.
Een onderdeel dat overeenkomt met het
trefwoord wordt afgebeeld.
Als het afgebeelde onderdeel niet dat is wat u
zoekt, drukt u op </, om het vorige/
volgende onderdeel af te beelden.
Druk nogmaals op ALPHABET SEARCH
om terug te keren naar het
trefwoordinvoerscherm.
1
Terwijl een lijst met onderdelen
(bijv. een artiestenlijst, tracklijst,
enz.) wordt afgebeeld, drukt u op
ALPHABET SEARCH.
4
Herhaal stap 1 tot en met 3 om het aantal
mogelijkheden te verkleinen tot de gewenste
track wordt afgebeeld.
Het trefwoordinvoerscherm wordt afgebeeld.
2
Nadat u het gewenste onderdeel
hebt gevonden, drukt u op
ENTER.
Voer een trefwoord in.
Voer een trefwoord in met behulp van de
cijfer-/lettertoetsen. Een trefwoord mag
maximaal 15 tekens lang zijn. Voor
informatie over het invoeren van tekens,
raadpleegt u "Tekens invoeren" (pagina 13).
5
Druk op M/m om de gewenste
track te selecteren, en druk daarna
op ENTER.
De weergave begint.
51NL
Aanvullende informatie
Functies die betrekking hebben op
netwerkbedieningen instellen
4
Druk op M/m om de te controleren
instelling te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
De huidige instelling wordt afgebeeld.
U kunt de volgende instellingen* controleren.
Connection
DNS Settings
SSID
Primary DNS
Security Setting
Secondary DNS
IP Settings
Proxy Settings
IP Address
Proxy Address
Subnet Mask
Port Number
Default Gateway
MAC Address
* De instellingen tijdens het instellen van het
netwerk kunnen verschillend zijn, afhankelijk
van de netwerkomgeving en
verbindingsmethode.
De netwerkinstellingen
controleren
U kunt de huidige status van de
netwerkinstellingen controleren.
52NL
De netwerk-standbystand instellen
1
Druk op HOME NETWORK en
druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Druk op M/m om "Information" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Terwijl de "Network Standby"-stand is ingesteld
op "On", kan het systeem altijd worden verbonden
met en bediend via het netwerk.
1
Druk op HOME NETWORK en
druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network
Standby" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "Off" of "On" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
4
Druk op M/m om "Allow" of "Not
Allow" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Beschrijving
Indicator
Beschrijving
Off*
Het systeem verbruikt
minder stroom dan wanneer
netwerk-stand-by is
ingesteld op "On", maar het
systeem heeft langer nodig
om de werking te hervatten
nadat het weer wordt
ingeschakeld. De
STANDBY-indicator
brandt rood.
Allow*
Alle apparaten op het
thuisnetwerk hebben
toestemming voor toegang
tot dit systeem. Dit systeem
kan een PARTY houden als
een host en op verzoek aan
een PARTY deelnemen als
een gast.
Not Allow
Het systeem beperkt een
nieuw apparaat dat toegang
zoekt tot het systeem.
Wanneer een nieuw
apparaat wordt verbonden
met het thuisnetwerk, voegt
u het apparaat toe aan de
apparatenlijst en stelt u de
toestemming voor toegang
in (pagina 53).
On
Het systeem is verbonden
met het netwerk ondanks
dat het systeem is
uitgeschakeld, en hervat de
werking bij bediening via
het netwerk. De
STANDBY-indicator
brandt oranje.
* Fabrieksinstelling
* Fabrieksinstelling
Opmerking
De toestemming voor
automatische toegang
instellen
U kunt een beperking of toestemming instellen
voor toegang tot een apparaten op de
apparatenlijst.
1
2
3
Druk op HOME NETWORK en
druk daarna op OPTIONS.
Druk op M/m om "Access Settings"
te selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Maximaal 20 apparaten kunnen worden toegevoegd aan
de apparatenlijst. Als al 20 apparaten zijn geregistreerd,
wordt "Device Full" afgebeeld, en kan een nieuw apparaat
niet aan de apparatenlijst worden toegevoegd. In dat geval
verwijdert u eerst overbodige apparaten van de
apparatenlijst (pagina 40).
Aanvullende informatie
Indicator
Apparaten toevoegen aan de
apparatenlijst
1
Druk op HOME NETWORK en druk
daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Access Settings"
te selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Druk op M/m om "Control Device" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
De apparatenlijst wordt afgebeeld.
4
Druk herhaaldelijk op m om "Add
Device" te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Druk op M/m om "Auto Access" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
53NL
5
Druk op M/m om het gewenste
apparaat te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
Het geselecteerde apparaat wordt toegevoegd
aan de apparatenlijst. Voor informatie over
het instellen van de toestemming voor
toegang, raadpleegt u "Toestemming voor
toegang van de apparaten instellen"
(pagina 54).
Toestemming voor toegang van
de apparaten instellen
U kunt de toestemming voor toegang van een
apparaat op de apparatenlijst instellen. Alleen
apparaten die zijn ingesteld op "Allow" worden
herkend op het thuisnetwerk.
1
2
3
Druk op HOME NETWORK en druk
daarna op OPTIONS.
Druk op M/m om "Access Settings"
te selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Druk op M/m om "Control Device" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
De PARTY STREAMINGfunctie instellen
U kunt het systeem instellen op het gebruik van de
PARTY STREAMING-functie.
1
Druk op HOME NETWORK en
druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "PARTY
STREAMING" te selecteren, en
druk daarna op ENTER.
3
Druk op M/m om "On" of "Off" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Indicator
Beschrijving
On*
Het systeem kan worden
herkend door andere
apparaten op het
thuisnetwerk. Het systeem
kan een PARTY houden of
afsluiten, en aan een
PARTY deelnemen of
verlaten.
Off
Het systeem kan worden
herkend door andere
apparaten op het
thuisnetwerk. Het systeem
kan echter niet een PARTY
houden of afsluiten, en kan
niet aan een PARTY
deelnemen of verlaten.
De geregistreerde-apparatenlijst wordt
afgebeeld.
4
Druk op M/m om het gewenste
apparaat te selecteren, en druk
daarna op ENTER.
5
Druk op M/m om "Access" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
6
Druk op M/m om "Allow" of "Not
Allow" te selecteren, en druk daarna
op ENTER.
Een apparaat van de lijst verwijderen
Selecteer "Delete" in stap 5 en druk daarna op
ENTER. Selecteer op het bevestigingsscherm
"OK" en druk daarna op ENTER.
54NL
* Fabrieksinstelling
De naam van het
apparaat veranderen
U kunt de naam van het apparaat veranderen in een
gemakkelijk herkenbare naam voor andere
apparaten op het huisnetwerk.
Druk op HOME NETWORK en
druk daarna op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Device Name" te
selecteren, en druk daarna op
ENTER.
3
Druk op ENTER om de huidige
naam van het apparaat te
selecteren.
4
Verander de naam van het
apparaat en druk daarna op
ENTER.
Aanvullende informatie
1
De naam van het apparaat mag maximaal
30 tekens lang zijn.
Voor informatie over het invoeren van
tekens, raadpleegt u "Tekens invoeren"
(pagina 13).
55NL
De geluidsinstellingen veranderen
De lage en hoge tonen
instellen
U kunt de lage en hoge tonen op het gewenste
niveau instellen.
1
Druk herhaaldelijk op EQ om
"BASS" of "TREBLE" te
selecteren.
2
Druk op M/m om het niveau in te
stellen.
Het instelscherm gaat uit wanneer gedurende
4 seconden geen bediening plaatsvindt.
Een dyamischer geluid
genereren (Dynamic
Sound Generator X-tra)
U kunt de lage en hoge tonen versterken om een
krachtiger geluid te genereren. Deze functie is in
de fabriek ingesteld op "ON".
Druk op DSGX om "ON" te selecteren.
De DSGX-functie wordt ingeschakeld.
De DSGX-functie annuleren
Druk op DSGX om "OFF" te selecteren.
56NL
De timers gebruiken
Het systeem heeft twee timerfuncties. Als u beide
timers tegelijkertijd gebruikt, heeft de slaaptimer
voorrang.
De slaaptimer gebruiken
U kunt de timer zodanig instellen dat het systeem
na een bepaalde tijdsduur automatisch in de standbystand wordt gezet (slaaptimerfunctie). Deze
functie werkt ook als de klok niet is ingesteld.
Geef de gewenste geluidsbron
weer.
2
Druk herhaaldelijk op SLEEP.
Nadat de ingestelde tijdsduur is verstreken, wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld. Als u
"AUTO" selecteert, schakelt het systeem
automatisch uit nadat de disc of het USB-apparaat
die/dat wordt weergegeven is gestopt, of binnen
100 minuten.
Aanvullende informatie
1
Opmerking
Als u de volgende bedieningen uitvoert voordat de
ingestelde tijdsduur van de slaaptimer is verstreken, wordt
de slaaptimer uitgeschakeld.
– De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
– Het systeem uitschakelen.
– Het systeem terugstellen op de fabrieksinstellingen.
57NL
De weergavetimer
gebruiken
U kunt de weergavetimer instellen op het
weergeven van een cd, USB-apparaat of iPod/
iPhone, of het afstemmen op een FM-zender of
DAB/DAB+-zender (alleen CMT-MX750Ni) op
een bepaald tijdstip (weergavetimerfunctie). Zorg
ervoor dat de klok is ingesteld op de juiste tijd.
6
Druk herhaaldelijk op M/m om de
gewenste geluidsbron te
selecteren en druk daarna op
ENTER.
7
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Tip
1
2
Bereid de geluidsbron voor.
Selecteer de geluidsbron en druk daarna op
VOLUME +/– om het volumeniveau in te
stellen.
Om te beginnen vanaf een bepaalde cd-track
of bepaald audiobestand, maakt u uw eigen
programma.
Druk op TIMER MENU.
De instelling van de weergavetimer blijft geldig totdat u
de weergavetimer handmatig uitschakelt.
Opmerkingen
• De instelling van de weergavetimer wordt gewist als u
de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekt.
• Als het systeem reeds is ingeschakeld op het ingestelde
•
tijdstip, zal de weergavetimer niet in werking treden.
Bedien het systeem niet vanaf het moment waarop het
systeem wordt ingeschakeld tot het moment waarop de
weergave begint.
De eindtijd van de weergavetimer mag niet hetzelfde
zijn als de begintijd.
Opmerkingen voor de iPod/iPhone-gebruiker
3
Druk herhaaldelijk op M/m om
"PLAY SET?" te selecteren, en
druk daarna op ENTER.
Het instelscherm voor "ON TIME" wordt
afgebeeld.
4
Stel het tijdstip in waarop de
weergave moet beginnen.
1 Druk herhaaldelijk op M/m om het
uur in te stellen, en druk daarna op
ENTER.
De cursor wordt verplaatst naar de
invoerpositie voor de minuten.
2 Druk herhaaldelijk op M/m om de
minuten in te stellen, en druk daarna
op ENTER.
Het instelscherm voor "OFF TIME"
wordt afgebeeld.
5
Stel het tijdstip in waarop de
weergave moet eindigen.
Herhaal stap 4 om de uren en minuten in te
stellen van het tijdstip waarop de weergave
moet eindigen.
58NL
• Zorg ervoor dat de iPod/iPhone niet weergeeft tijdens
het gebruik van de weergavetimer.
• De weergavetimer wordt mogelijk niet geactiveerd,
afhankelijk van de status van de aangesloten iPod/
iPhone.
De instelling controleren
1
2
3
Druk op TIMER MENU.
Druk herhaaldelijk op M/m om "TIMER
SELECT?" te selecteren, en druk daarna op
ENTER.
Druk herhaaldelijk op M/m om "PLAY
SELECT?" te selecteren, en druk daarna op
ENTER.
De timer uitschakelen
Herhaal dezelfde procedure als hierboven tot
"TIMER OFF?" wordt afgebeeld in stap 3, en druk
daarna op ENTER.
De instelling veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De displayinstellingen veranderen
– de albumnaam (" ") of mapnaam (" ") tijdens
U kunt de informatie op het display en de
displayfunctie veranderen.
normale weergave.
– de totale weergaveduur en het totaalaantal tracks op
Als u het volgende Doet u het volgende:
wilt,
De informatie op het
display veranderen*1
Druk herhaaldelijk op
DISPLAY terwijl het
systeem is ingeschakeld.
De displayfunctie
veranderen
Druk herhaaldelijk op
DISPLAY terwijl het
systeem is uitgeschakeld*2.
*2
*3
*4
Het systeem biedt de volgende displayfuncties.
Als de netwerk-stand-bystand is ingeschakeld,
kunt u de displayfunctie niet veranderen. Stel
"Network Standby" in op "Off" (pagina 52).
Displayfunctie
Wanneer het systeem
is uitgeschakeld*2
Demonstratie
De demonstratie is
ingeschakeld.
Energiebesparingsstand*3 Het display wordt
uitgeschakeld om energie te
besparen. De timer en klok
blijven werken.
Klok*4
*1
Opmerkingen over de displayinformatie
• Tekens die niet kunnen worden afgebeeld, worden
afgebeeld als "_".
• Het volgende wordt niet afgebeeld:
– de totale weergaveduur van een mp3-disc en een
USB-apparaat.
– de resterende weergaveduur van een mp3-bestand.
• Het volgende wordt niet correct afgebeeld:
– de verstreken weergavetijd van een mp3-bestand dat
De klok wordt afgebeeld.
U kunt bijvoorbeeld informatie over een cd/mp3-disc
of het USB-apparaat bekijken, zoals:
– het track- of bestandsnummer tijdens normale
weergave.
– de track- of bestandsnaam (" ") tijdens normale
weergave.
– de artiestennaam (" ") tijdens normale weergave.
Aanvullende informatie
De instelprocedures voor het veranderen van de
displayfunctie en -informatie verschilt afhankelijk
van het al of niet ingeschakeld zijn van het
apparaat.
de cd-da-disc (alleen wanneer de normale
weergavefunctie is geselecteerd en het apparaat in
de stopstand staat).
– het totaalaantal mappen (albums) op de mp3-disc of
het USB-apparaat (alleen wanneer de normale
weergavefunctie is geselecteerd en het apparaat in
de stopstand staat).
– het volumelabel, indien aanwezig op de mp3-disc of
het USB-apparaat (alleen wanneer de normale
weergavefunctie is geselecteerd en de speler of het
USB-apparaat in de stopstand staat).
U kunt tevens informatie over de DAB/DAB+-zender
bekijken (alleen CMT-MX750Ni), zoals de
servicenaam, het kanaallabel, het
voorkeurzendernummer, de frequentie, de DLS
(Dynamic Label Segment) en het ensemblelabel.
U kunt tevens informatie over de muziekservice
bekijken, zoals de servicenaam, de zendernaam (" "),
de artiestennaam (" "), de tracknaam(" "), de
albumnaam (" "), de verstreken weergaveduur en
informatie over de volgende track.
De STANDBY-indicator op het apparaat brandt
wanneer het systeem is uitgeschakeld.
U kunt de klok niet instellen in de
energiebesparingsstand.
De klokweergave verandert automatisch na 8 seconden
naar de energiebesparingsstand.
•
gecodeerd is met VBR (variabele
overdrachtsnelheid).
– de map- en bestandsnamen die zich niet houden aan
het ISO9660 Level 1, Level 2 of Joliet-formaat in
het uitbreidingsformaat.
Het volgende wordt afgebeeld:
– de resterende weergaveduur van een track.
– de ID3-taginformatie voor mp3-bestanden wanneer
ID3-tags van versie 1 en versie 2 worden gebruikt.
(De weergave van ID3 (versie 2)-taginformatie
heeft voorrang wanneer ID3-tags van zowel versie 1
als versie 2 worden gebruikt voor hetzelfde mp3bestand.)
59NL
Opmerking over de displayinformatie van een
DAB/DAB+-zender (alleen CMT-MX750Ni)
Het volgende wordt ook afgebeeld:
– maximaal 8 tekens van de servicenaam, maximaal
128 tekens van de DLS (Dynamic Label Segment) en
maximaal 16 tekens van het ensemblelabel.
60NL
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als zich een probleem voordoet tijdens de
bediening van het systeem, volgt u de hieronder
beschreven stappen voordat u uw dichtstbijzijnde
Sony-dealer om advies vraagt. Als een
foutmededeling en een foutcode (Cxxx) worden
afgebeeld, noteert u deze ter referentie.
1
Controleer of het probleem in dit
gedeelte "Problemen oplossen"
wordt beschreven.
2
Controleer de volgende websites
voor klantenondersteuning.
U vindt de meest recente
ondersteuningsinformatie en een FAQ met
veelgestelde vragen op deze websites.
3
Als u na het uitvoeren van de
stappen 1 en 2 het probleem nog
steeds niet hebt opgelost, neemt u
contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-dealer.
Als het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt gedaan, neemt u contact
op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Bij het aanleveren van het apparaat ter
reparatie, moet u het gehele systeem leveren
(het hoofdapparaat, de afstandsbediening en
de luidsprekers).
Dit apparaat maakt deel uit van een systeem
en het gehele systeem is benodigd om te
bepalen welk onderdeel moet worden
gerepareerd.
Trek onmiddellijk de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact en controleer de
onderstaande punten.
• Zijn de + en – luidsprekersnoeren
kortgesloten?
• Worden de ventilatieopeningen in de
bovenkant of achterkant van het
hoofdapparaat afgedekt?
• Zit er kortsluiting in de iPod/iPhoneaansluiting?
Nadat de STANDBY-indicator stopt met
knipperen, steekt u de stekker van het netsnoer
weer in het stopcontact en schakelt u het
systeem in. Als het probleem aanhoudt, neemt
u contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Problemen oplossen
Voor klanten in de Verenigde Staten:
http://www.esupport.sony.com/
Voor klanten in Canada:
[Engels]
http://www.sony.ca/ElectronicsSupport/
[Frans]
http://fr.sony.ca/ElectronicsSupport/
Voor klanten in Europa:
http://support.sony-europe.com/
Voor klanten in Azië en Oceanië:
http://www.sony-asia.com/support
Als de STANDBY-indicator rood knippert
Algemeen
De demonstratie wordt op het display
afgebeeld nadat de stekker van het netsnoer
van het systeem in het stopcontact is
gestoken, ondanks dat het systeem niet is
ingeschakeld.
, Druk eenmaal op DISPLAY terwijl het systeem
uitgeschakeld is. De demonstratie gaat uit.
Het apparaat wordt niet ingeschakeld.
, Is het netsnoer aangesloten?
Het systeem is onverwacht in de standbystand gezet.
, Dit is geen defect. Het systeem wordt automatisch in
de stand-bystand gezet als gedurende 30 minuten
geen bediening plaatsvindt of geluidssignaal wordt
uitgevoerd. Zie "De automatische stand-byfunctie
uitschakelen" (pagina 20).
61NL
De klokinstelling of de
weergavetimerbediening is onverwacht
geannuleerd.
, Als ongeveer een minuut verstrijkt zonder dat
bediening plaatsvindt wordt de klokinstelling of de
weergavetimerinstelling automatisch geannuleerd.
Voer de bediening opnieuw uit vanaf het begin.
Cd/mp3-speler
Het geluid slaat over of de disc wordt niet
weergegeven.
, Veeg de disc schoon of vervang de disc.
, Plaats het systeem op een trillingsvrije plaats (bijv.
bovenop een tafeltje).
Er is geen geluid.
, Zijn de + en – luidsprekersnoeren kortgesloten?
, Gebruikt u alleen de bijgeleverde luidsprekers?
, Worden de ventilatieopeningen van het systeem door
iets geblokkeerd?
, De opgegeven zender heeft mogelijk het zenden
tijdelijk onderbroken.
Het geluid wordt door slechts één kanaal
voortgebracht, of de volumeniveaus links en
rechts zijn niet in balans.
, Stel de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk op.
, Sluit alleen de bijgeleverde luidsprekers aan.
Ernstig gebrom of ruis is hoorbaar.
, Plaats het systeem verder weg van eventuele bronnen
van de ruis.
, Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
, Monteer een ruisfilter (niet bijgeleverd) aan het
netsnoer.
, Plaats de luidsprekers verder weg van het systeem, of
plaats ze op afzonderlijke voeten. Op een hoog
volumeniveau kan het geluid overslaan als gevolg
van luidsprekertrillingen.
De weergave begint niet bij de eerste track.
, Keer terug naar de normale weergavefunctie door
herhaaldelijk op PLAY MODE te drukken totdat
zowel "PGM" als "SHUF" uit zijn.
Het duurt langer dan gebruikelijk totdat de
weergave begint.
, De volgende discs kunnen de benodigde
voorbereidingstijd voor het weergeven verlengen:
• een disc waarop een ingewikkelde boomstructuur
is opgenomen.
• een disc waarop meerdere sessies zijn opgenomen.
• een disc die niet is afgesloten (een disc waaraan
nog gegevens kunnen worden toegevoegd).
• een disc waarop veel mappen staan.
Tuner
De afstandsbediening werkt niet.
, Verwijder alle obstakels tussen de afstandsbediening
en de afstandsbedieningssensor, en stel het apparaat
op uit de buurt van tl-verlichting.
, Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor in het apparaat.
, Houd de afstandsbediening dichter bij het systeem.
, De batterijen zijn mogelijk leeg. Vervang de
batterijen door nieuwe.
De STANDBY-indicator blijft branden nadat
de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact is getrokken.
, De STANDBY-indicator gaat mogelijk niet
onmiddellijk uit nadat de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact is getrokken. De indicator gaat na
ongeveer 40 seconden uit. Dit is geen defect.
62NL
Ernstig gebrom of ruis is hoorbaar, of zenders
kunnen niet worden ontvangen ("TUNED" of
"ST" knippert op het display).
, Sluit de antenne op de juiste wijze aan.
, Zoek een locatie en een richting met een goede
ontvangst, en plaats vervolgens de antenne opnieuw.
, Houd de antenne uit de buurt van de
luidsprekersnoeren en het netsnoer om te voorkomen
dat ruis wordt opgevangen.
, Schakel dichtbij geplaatste elektrische apparatuur uit.
De DAB/DAB+-zenders worden niet goed
ontvangen (alleen CMT-MX750Ni).
De iPod/iPhone kan niet worden opgeladen.
, Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is
, Controleer alle antenneaansluitingen en voer daarna
de eerste DAB-scan uit (zie "Een eerste DAB-scan
handmatig uitvoeren" (pagina 32)).
, De huidige DAB/DAB+-service is mogelijk niet
beschikbaar. Druk op +/– om een andere service te
selecteren.
, Als u naar een andere streek bent verhuisd, kunnen
bepaalde services/frequenties zijn veranderd en kan
het onmogelijk zijn af te stemmen op uw
gebruikelijke zenders. Voer de eerste DAB-scan uit
om de inhoud van uitzendingen opnieuw te
registreren. (Deze procedure wist alle eerder
opgeslagen voorkeurzenders.)
iPod/iPhone
Er is geen geluid.
, Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is
, Zorg ervoor dat de iPod/iPhone muziek weergeeft.
, Stel het volumeniveau in.
Het geluid is vervormd.
, Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is
aangesloten.
, Verlaag het volumeniveau.
, Stel de "EQ"-instelling van de iPod/iPhone in op
"Uit" of "Neutraal".
De iPod/iPhone werkt niet.
, Controleer dat de iPod/iPhone op de juiste wijze is
aangesloten.
, Controleer of de iPod/iPhone is bijgewerkt met de
meest recente softwareversie. Zo niet, update de
iPod/iPhone voordat u deze met het systeem
gebruikt.
, Omdat de bediening van het systeem anders is dan
die van de iPod/iPhone, kunt u de iPod/iPhone
mogelijk niet bedienen met behulp van de
bedieningselementen van de afstandsbediening of het
apparaat. Gebruik in dit geval de
bedieningselementen van de iPod/iPhone.
acculader voor de iPod/iPhone wanneer het systeem
is ingeschakeld.
Het volumeniveau van de beltoon van de
iPhone verandert niet.
, Stel het volumeniveau van de beltoon af op de
iPhone.
USB-apparaat
Wanneer beide apparaten tegelijkertijd zijn
aangesloten, wordt de iPod/iPhone of het
USB-apparaat niet opgeladen.
, U kunt de iPod/iPhone en het USB-apparaat niet
tegelijkertijd opgeladen.
Gebruikt u een ondersteund USB-apparaat?
, Als u een niet-ondersteund USB-apparaat aansluit,
kunnen de volgende problemen optreden. Controleer
de informatie over compatibele USB-apparaten op de
websites waarvan de URL’s worden gegeven onder
"Een bestand op een USB-apparaat weergeven"
(pagina 35).
• Het USB-apparaat wordt niet herkend.
• Bestands- en mapnamen worden niet afgebeeld op
dit systeem.
• Weergave is niet mogelijk.
• Het geluid slaat over.
• Ruis is hoorbaar.
• Een vervormd geluid wordt voortgebracht.
Problemen oplossen
aangesloten.
aangesloten.
, U kunt het systeem alleen gebruiken als een
"Over Current!" wordt afgebeeld.
, Er is een probleem vastgesteld met betrekking tot het
niveau van de elektrische stroom vanaf de
(USB-)poort. Schakel het systeem uit en
verwijder het USB-apparaat vanaf de
(USB)poort. Controleer dat er geen probleem met het
USB-apparaat is.
Als dit displaypatroon aanhoudt, neemt u contact op
met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
, Haal de iPod/iPhone van de aansluiting af en plaats
hem er weer op.
Er is geen geluid.
, Het USB-apparaat is niet goed aangesloten. Schakel
het systeem uit en sluit het USB-apparaat opnieuw
aan.
63NL
Ruis is hoorbaar, het geluid slaat over of het is
vervormd.
De weergave begint niet bij de eerste track.
, Stel de weergavefunctie in op de normale
, Schakel het systeem uit en sluit het USB-apparaat
weergavefunctie.
opnieuw aan.
, De muziekgegevens zelf bevatten ruis, of het geluid
is vervormd. Mogelijk is ruis opgenomen tijdens het
aanmaken van muziekgegevens als gevolg van de
omstandigheden van de computer. Maak de
muziekgegevens opnieuw aan.
, De overdrachtsnelheid die werd gebruikt bij het
opnemen van de bestanden was laag. Sla bestanden
op in het USB-apparaat die met een hogere
overdrachtsnelheid zijn gecodeerd.
"Reading" wordt langdurig afgebeeld, of het
duurt erg lang voordat de weergave begint.
, Het leesproces kan lang duren in de volgende
gevallen.
• Er staan veel bestanden of mappen op het USBapparaat.
• De bestandsstructuur is uitermate complex.
• Onvoldoende vrije geheugenruimte.
• Het interne geheugen is gefragmenteerd.
Foutief scherm
, Zend de muziekgegevens opnieuw naar het USBapparaat omdat de gegevens die nu in het USBapparaat zijn opgeslagen mogelijk vervormd zijn.
, Alleen alfanumerieke tekens kunnen worden
afgebeeld door dit systeem. Overige tekens worden
niet juist afgebeeld.
Bestanden kunnen niet worden weergegeven.
, Het audiobestand heeft niet de extensie ".mp3",
".wma", ".m4a", ".mp4" of ".3gp".
, De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3/WMA/
AAC-formaat.
, WMA-bestanden met DRMauteursrechtenbescherming kunnen niet worden
weergegeven. Zie pagina 67 voor informatie over
hoe u de auteursrechtenbescherming van een WMAbestand kunt controleren.
, USB-opslagapparaten die zijn geformatteerd in een
ander bestandssysteem dan FAT16 of FAT32 worden
niet ondersteund.*
, Als u een USB-opslagapparaat met partities gebruikt,
kunnen alleen de bestanden op de eerste partitie
worden weergegeven.
, Bestanden die zijn versleuteld of beveiligd door een
wachtwoord, enz., kunnen niet worden weergegeven.
* Dit systeem ondersteunt de bestandssystemen FAT16
en FAT32, maar sommige USB-apparaten
ondersteunen niet al deze bestandssystemen.
Raadpleeg voor meer informatie de
gebruiksaanwijzing die bij ieder USB-apparaat werd
geleverd, of neem contact op met de fabrikant.
Netwerkverbinding
Een foutmededeling wordt afgebeeld.
Het USB-apparaat wordt niet herkend.
, Schakel het systeem uit, sluit vervolgens het USBapparaat aan en schakel tenslotte het systeem weer
in.
, Controleer de informatie over compatibele USBapparaten op de websites waarvan de URL’s worden
gegeven onder "Een bestand op een USB-apparaat
weergeven" (pagina 35).
, Het USB-apparaat werkt niet goed. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij het USB-apparaat werd
geleverd voor informatie over hoe u dit probleem
kunt oplossen.
De weergave begint niet.
, Schakel het systeem uit, sluit vervolgens het USBapparaat aan en schakel tenslotte het systeem weer
in.
, Controleer de informatie over compatibele USBapparaten op de websites waarvan de URL’s worden
gegeven onder "Een bestand op een USB-apparaat
weergeven" (pagina 35).
, Druk op N om de weergave te starten.
64NL
, Controleer de aard van de fout. Zie "Mededelingen"
(pagina 68).
Het systeem kan geen verbinding maken met
het netwerk.
, Controleer de status van het netwerk. Druk op
OPTIONS om het optiemenu af te beelden, en
selecteer daarna "Information" – "Connection". Als
"No Connection" wordt afgebeeld, stelt u de
netwerkverbinding opnieuw in (pagina 21).
, Als het systeem is verbonden via een draadloos
netwerk, plaatst u het apparaat en de draadloos-LANrouter/accesspoint dichter bij elkaar en stelt u
opnieuw in.
, Controleer de instellingen van de draadloos-LANrouter/accesspoint en stel opnieuw in. Voor
informatie over het instellen van de apparaten,
raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij de
apparaten werd geleverd.
, Zorg ervoor dat u een draadloos-LAN-router
gebruikt.
, Draadloze netwerken worden beïnvloed door
elektromagnetische straling die wordt uitgezonden
door magnetrons an andere elektrische apparaten.
Houd het systeem uit de buurt van deze apparaten.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint
is ingeschakeld.
Thuisnetwerk
Het systeem kan geen verbinding maken met
een netwerk.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint
is ingeschakeld.
, Controleer dat de server is ingeschakeld.
, De netwerkinstellingen op het systeem zijn mogelijk
verkeerd. Controleer de status van het netwerk. Druk
op OPTIONS om het optiemenu af te beelden, en
selecteer daarna "Information" – "Connection". Als
"No Connection" wordt afgebeeld, stelt u de
netwerkverbinding opnieuw in (pagina 21).
, De server is mogelijk instabiel. Start hem opnieuw
wijze zijn verbonden met de draadloos-LAN-router/
accesspoint.
, Bevestig dat de server op de juiste wijze is ingesteld
(pagina 37). Bevestig dat het systeem is geregistreerd
in de server en het streamen van muziek vanaf de
server toestaat.
, Als het systeem is verbonden met het draadloos
netwerk, plaatst u het apparaat en de draadloos-LANrouter/accesspoint dichter bij elkaar.
, Als de ICF (Internet Connection Firewall)-functie is
ingeschakeld op de computer, kan dit voorkomen dat
het systeem een verbinding tot stand kan brengen
met de computer (alleen wanneer de computer wordt
gebruikt als een server). Het kan noodzakelijk zijn de
firewall-instellingen te veranderen om het mogelijk
te maken voor het systeem om een verbinding tot
stand te brengen. (Voor informatie over het
veranderen van de firewall-instellingen, raadpleegt u
de gebruiksaanwijzing die bij uw computer werd
geleverd.)
, Als u het systeem hebt teruggesteld of het
besturingssysteem van de server hebt teruggesteld
naar een systeemherstelpunt, maakt u de
netwerkinstellingen opnieuw (pagina 21).
De server (zoals een computer, enz.) wordt
niet vermeldt op de serverlijst. ("No Server"
wordt afgebeeld op het display.)
, Mogelijk hebt u dit systeem ingeschakeld voordat u
de server hebt ingeschakeld. Open het optiemenu en
selecteer op het serverlijstscherm "Refresh" om de
serverlijst te vernieuwen (pagina 40).
(pagina 37). Bevestig dat het systeem is geregistreerd
in de server en het streamen van muziek vanaf de
server toestaat.
, Bevestig dat het systeem en de server op de juiste
wijze zijn verbonden met de draadloos-LAN-router/
accesspoint. Open het optiemenu en selecteer
"Information" om de instellingen te controleren
(pagina 52).
"No Server" wordt afgebeeld op het display, of
het systeem kan niet deelnemen aan een
PARTY.
, Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw draadloosLAN-router/accesspoint en controleer de multicastinstelling. Als de multicast-instelling is ingeschakeld
op de draadloos-LAN-router/accesspoint, schakelt u
hem uit.
U kunt audiogegevens niet normaal
weergeven.
, Willekeurige weergave is geselecteerd. Stel de
weergavefunctie in op de normale weergavefunctie
(pagina 49).
De weergave begint niet, of verandert niet
automatisch naar de volgende track of het
volgende bestand.
Problemen oplossen
op.
, Bevestig dat het systeem en de server op de juiste
, Controleer dat de server is ingeschakeld.
, Bevestig dat de server op de juiste wijze is ingesteld
, Controleer of het audiobestand dat u probeert weer te
geven van een formaat is dat wordt ondersteund door
dit systeem (pagina 41).
, WMA-bestanden met DRMauteursrechtenbescherming kunnen niet worden
weergegeven. Zie pagina 67 voor informatie over
hoe u de auteursrechtenbescherming van een WMAbestand kunt controleren.
Het geluid slaat tijdens weergave over.
, De bandbreedte van uw draadloze LAN kan te gering
zijn. Plaats het apparaat en de draadloos-LAN-router/
accesspoint dichter bij elkaar zonder obstakels
ertussen.
, Als u uw computer als een server gebruikt, kan het
zijn dat op de computer veel toepassingen draaien.
Als op de computer antivirussoftware actief is,
schakelt u de software tijdelijk uit aangezien het een
groot deel van de systeembronnen nodig heeft.
, Afhankelijk van de netwerkomgeving of eventuele
radiostoring, kan het onmogelijk zijn tracks weer te
geven op meer dan één apparaat tegelijk. Schakel de
andere apparaten uit om het systeem in staat te
stellen de tracks weer te geven.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint
is ingeschakeld.
65NL
"Cannot Play" wordt afgebeeld.
Apparaten op het thuisnetwerk kunnen niet
worden verbonden met het systeem.
, U kunt geen andere bestanden weergeven dan
audiobestanden.
, Bevestig dat de server op de juiste wijze is ingesteld
(pagina 37). Bevestig dat het systeem is geregistreerd
in de server en het streamen van muziek vanaf de
server toestaat.
, Controleer om te zien of het audiobestand op de
server beschadigd of verwijderd is. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de server werd geleverd.
, U kunt de volgende tracks niet weergeven:
• Een track die de weergavebeperkingen overtreedt.
• Een track met ongebruikelijke
auteursrechteninformatie.
• Een track die u bij een online muziekwinkel hebt
gekocht en streamen in een thuisnetwerk niet
toestaat.
• Een track in formaat dat niet door het systeem
wordt ondersteund (pagina 41).
, Controleer dat de geselecteerde track niet vanaf de
server verwijderd is. Als de track verwijderd is,
selecteert u een andere track.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint
is ingeschakeld.
, Controleer dat de server is ingeschakeld.
, De server is mogelijk instabiel. Start hem opnieuw
op.
, Bevestig dat het systeem en de server op de juiste
wijze zijn verbonden met de draadloos-LAN-router/
accesspoint.
"No Track" wordt afgebeeld.
, Als er geen tracks of mappen in de geselecteerde
map zitten, kunt u de map niet openen om de inhoud
ervan af te beelden.
, "Network Standby" is mogelijk ingesteld op "Off".
Schakel het systeem in of stel "Network Standby" in
op "On" (pagina 52).
, Controleer of het netwerk correct is ingesteld. Als dat
niet het geval is, kan de verbinding niet tot stand
worden gebracht (pagina 52).
, Het apparaat op de apparatenlijst is ingesteld op "Not
Allow" (pagina 53), of het apparaat is niet
toegevoegd aan de apparatenlijst (pagina 53).
, Het maximumaantal van 20 apparaten waarmee
verbinding kan worden gemaakt is al geregistreerd.
Verwijder overbodige apparaten vanaf de
apparatenlijst en stel daarna"Auto Access" in op
"Allow" (pagina 53).
, De serverbediening van het systeem wordt
onderbroken als het systeem één van de volgende
bedieningen uitvoert.
• Een track weergeven die op de server is opgeslagen
(het systeem werkt als een speler)
• Bijwerken van de systeemtoepassing
• Formatteren van het systeem
, Het systeem kan geen audiocontent streamen naar
meerdere spelers. Het systeem kan slechts verbonden
zijn met één speler tegelijk.
Het systeem kan niet automatisch worden
ingeschakeld wanneer apparaten op het
netwerk toegang krijgen.
, Het systeem zelf biedt geen ondersteuning voor de
Wake-on-LAN-functie. Daarom kan het systeem niet
worden ingeschakeld door Wake-on-LAN wanneer
"Network Standby" is ingesteld op "Off". Stel
"Network Standby" in op "On" zodat het systeem kan
reageren op bedieningen door andere apparaten op
het netwerk (pagina 52).
Het is niet mogelijk om een auteursrechtelijk
beschermde track in het WMA-formaat weer
te geven.
Apparaten op het netwerk kunnen het
systeem niet inschakelen.
, Zie pagina 67 voor informatie over hoe u de
, Het systeem kan niet worden ingeschakeld door een
auteursrechtenbescherming van een WMA-bestand
kunt controleren.
Een eerder geselecteerde track kan niet
worden geselecteerd.
, De trackinformatie op de server kan zijn veranderd.
Selecteer de server opnieuw op de serverlijst
(pagina 41).
Wake-on-LAN-commando gegeven door andere
apparaten op een netwerk.
Het systeem kan de track niet weergeven die
op dit moment wordt weergegeven door de
PARTY-host.
, De PARTY-host geeft een track weer in een
audioformaat dat niet kan worden weergegeven door
dit systeem.
, Het kan enige tijd duren voordat het weergavegeluid
wordt uitgevoerd.
66NL
Het systeem neemt onbedoeld deel aan een
PARTY.
Het systeem reageert niet op enige bediening.
Het systeem werkt niet goed.
, Als meer dan één PARTY wordt gehouden op het
, Er is een interne storing opgetreden in het systeem of
moment dat het systeem deelneemt, is het mogelijk
dat het systeem niet deelneemt aan de gewenste
PARTY. Sluit de andere PARTY en neem daarna
deel aan de gewenste PARTY.
het systeem wordt blootgesteld aan sterke elektrische
interferentie veroorzaakt door abnormale
omstandigheden in de elektrische voeding als gevolg
van laten vallen, buitengewoon hoge statische
elektriciteit of blikseminslag. In dat geval trekt u de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact, wacht u
ongeveer 30 seconden en steekt u de stekker van het
netsnoer weer in het stopcontact.
Muziekservices
U kunt geen verbinding maken tussen het
systeem en een service.
, Controleer dat de draadloos-LAN-router/accesspoint
is ingeschakeld.
, Controleer de status van het netwerk. Druk op
OPTIONS om het optiemenu af te beelden, en
selecteer daarna "Information" – "Connection". Als
"No Connection" wordt afgebeeld, stelt u de
netwerkverbinding opnieuw in (pagina 21).
netwerk, plaatst u het apparaat en de draadloos-LANrouter/accesspoint dichter bij elkaar en stelt u
opnieuw in.
, Als uw contract met uw internetserviceprovider de
verbinding beperkt tot één apparaat tegelijkertijd, zal
dit systeem geen verbinding met het internet kunnen
maken wanneer een ander apparaat reeds verbonden
is. Raadpleeg uw internet- of serviceprovider.
Het geluid slaat over.
, De bandbreedte van uw draadloze LAN kan te gering
zijn. Plaats het apparaat en de draadloos-LAN-router/
accesspoint dichter bij elkaar zonder obstakels
ertussen.
Dit systeem kan bestanden in het WMA-formaat
met DRM-auteursrechtenbescherming niet
weergeven. Als een WMA-bestand niet kan
worden weergegeven op dit systeem, controleert u
de eigenschappen van dat bestand om te zien of het
bestand DRM-auteursrechtenbescherming heeft.
Open de map of het station waarin het WMAbestand is opgeslagen en klik met de
rechtermuisknop op het bestand om het venster
[Eigenschappen] te openen. Als er een tabblad
[Licentie] is, heeft het bestand DRMauteursrechtenbescherming en kan het niet worden
weergegeven op dit systeem.
Het systeem terugstellen op de
fabrieksinstellingen
Als het systeem nog steeds niet goed werkt, stelt u
het systeem terug op de fabrieksinstellingen.
Druk op de toetsen van het apparaat om het
systeem terug te stellen op de
standaardinstellingen die in de fabriek werden
ingesteld.
1
Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact en steek hem er weer in, en
schakel vervolgens het systeem in.
2
Terwijl u ENTER ingedrukt houdt, houdt u
?/1 ingedrukt totdat "RESET" wordt
afgebeeld.
Overig
Het system werkt slecht.
, Het systeem kan onder invloed staan van statische
elektriciteit of andere factoren. Schakel in dat geval
het systeem uit en weer in. Als het systeem non
steeds slecht werkt, stelt u het systeem terug
(pagina 67).
Problemen oplossen
, Als het systeem is verbonden via een draadloos
De auteursrechtenbescherming controleren
Alle door de gebruiker geconfigureerde instellingen,
zoals de netwerkinstellingen, voorkeurzenders, timer
en de klok, worden gewist.
, Als een waarschuwingsmededeling wordt afgebeeld,
doet u wat de mededeling u vraagt.
67NL
Mededelingen
Alvorens navraag te doen, noteert u de foutcode
(Cxxx) als die op het display wordt afgebeeld.
Audiospeler
CD Over:
Not in Use:
U probeerde een bepaalde bediening uit te voeren
onder omstandigheden waarin die bediening niet
mogelijk is.
Not Supported:
Een niet-ondersteund USB-apparaat is
aangesloten.
U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u op
M hebt gedrukt tijdens het weergeven of in de
pauzestand.
OFF TIME NG!:
Data Error:
Push STOP!:
U hebt geprobeerd een bestand dat niet kan worden
weergegeven toch weer te geven op het USBapparaat.
U hebt tijdens weergave op PLAY MODE gedrukt.
Error:
U hebt geprobeerd meer dan 25 tracks of
bestanden te programmeren (stappen).
Het USB-apparaat kon niet worden herkend of een
onbekend apparaat werd aangesloten.
De begin- en eindtijden van de weergavetimer zijn
ingesteld op hetzelfde tijdstip.
Step Full!:
LOCKED:
Netwerkinstellingen
De disclade kan niet worden geopend. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Connection Error:
No Device:
Geen USB-apparaat is aangesloten of het
aangesloten USB-apparaat is gestopt.
No Disc:
Er zit geen disc in de speler of er is een disc
geplaatst die niet kan worden weergegeven.
No Memory:
Het geheugenmedium dat u hebt geselecteerd als
weergavebron geplaatst in het USB-apparaat.
Het systeem kon geen verbinding maken met het
netwerk.
Input Error!:
De ingevoerde waarden zijn onjuist of ongeldig.
Not in Use:
Een bediening wordt uitgevoerd die op dit moment
verboden is.
Not Supported:
Het accesspoint biedt geen ondersteuning voor
WPS-PIN-methode.
No Preset (alleen DAB/DAB+):
Er zijn geen voorkeurzenders opgeslagen.
No Service (alleen DAB/DAB+):
DAB/DAB+-uitzendingen worden niet
ondersteund in uw land of gebied.
No Step:
Thuisnetwerk
Cannot Connect:
Het systeem kan niet worden verbonden met de
geselecteerde server.
Alle geprogrammeerde tracks zijn gewist.
Cannot Get Info:
No Track:
Het systeem kan geen informatie over de server of
inhoud ophalen.
Een bestand op het USB-apparaat dat weergegeven
kan worden is niet in het systeem geladen.
Cannot JOIN:
Het systeem kon niet deelnemen aan een PARTY.
68NL
Cannot Play:
Need Software update:
Het systeem kan geen audiobestanden weergeven
als gevolg van een niet-ondersteund
bestandsformaat of weergavebeperkingen.
De service is niet beschikbaar met de huidige
versie van de systeemsoftware.
Ga naar onderstaande website voor meer
informatie over software-updates:
http://www.sony.net/audio/musicservices
Cannot START:
Het systeem kon geen PARTY houden.
Data Error:
U probeerde een bestand weer te geven dat niet
weergegeven kan worden.
No Preset:
Er is geen zender opgeslagen in het systeem onder
het geselecteerde voorkeurzendernummer.
No Service:
Device Full!:
Er is geen serviceprovider.
U kunt geen apparaten meer registreren op de
apparatenlijst.
No Station:
No Server:
Er is geen server op het netwerk waarmee het
systeem verbinding kan maken. Probeer de
serverlijst te vernieuwen (pagina 40).
No Track:
Not Found:
Er is geen onderdeel op de server dat overeenkomt
met een trefwoord.
Not in Use:
Not Available:
• De geselecteerde service is niet beschikbaar.
• Een bediening wordt uitgevoerd die op dit
moment niet beschikbaar is.
Not in Use:
Een bediening wordt uitgevoerd die op dit moment
verboden is.
Problemen oplossen
Er is geen bestand dat weergegeven kan worden in
de geselecteerde map op de server.
Er is geen zender in de geselecteerde service.
Een bediening wordt uitgevoerd die op dit moment
verboden is.
Muziekservices
Cannot Connect:
Het systeem kan niet worden verbonden met de
server.
Cannot Get Data:
Het systeem kan geen content vanaf de server
krijgen.
Cannot Play:
Het systeem kan geen service of zender weergeven
als gevolg van een niet-ondersteund
bestandsformaat of weergavebeperkingen.
Data Error:
• U probeerde een bestand weer te geven dat niet
weergegeven kan worden.
• Het systeem herkent de gegevens op de server
niet.
69NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Voorzorgsmaatregelen
Over veiligheid
Over dit apparaat
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact als
• Als u verbonden bent met een extern netwerk, zoals het
het systeem gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat
worden. Pak daarbij altijd de stekker beet. Trek nooit
aan het snoer zelf.
Mocht een voorwerp of vloeistof in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact en laat het apparaat controleren door
vakbekwaam servicepersoneel voordat u het weer
gebruikt.
Het netsnoer mag alleen vervangen worden door een
erkend servicebedrijf.
internet, en toegang vanaf andere apparaten hebt
toegestaan, kan onbevoegde toegang door
kwaadwillende buitenstaanders plaatsvinden,
afhankelijk van uw netwerkconfiguratie. Hierdoor kan
schade ontstaan, zoals gegevensvervalsing. Om dit
probleem te voorkomen, moet u voordat u het systeem
gebruikt:
– Een router gebruiken en deze correct configureren.
– De apparaten registreren die toegang mogen krijgen
tot dit apparaat.
Het is volgens de wet op de auteursrechten verboden
om zonder toestemming van de auteur producten die
auteursrechtelijk beschermd zijn te zenden naar of
achter te laten op een extern netwerk dat toegankelijk is
voor zeer veel mensen.
Over DLNA-ondersteuning:
Dit apparaat is ontworpen in overeenstemming met
DLNA-richtlijn v1.5. Dit apparaat is
vercommercialiseerd om formele DLNA-accreditatie te
verkrijgen. Dit apparaat mag worden bijgewerkt om de
interconnectiviteit te behouden.
•
•
Over de opstellingsplaats
•
• Stel het apparaat niet op een aflopend oppervlak op, of
•
•
op plaatsen waar het extreem heet, koud, stoffig, vuil of
vochtig is, of onvoldoende ventilatie is, of op plaatsen
die worden blootgesteld aan trillingen, direct zonlicht
of ander zeer helder licht.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers opstelt op oppervlakken die zijn behandeld
(bijvoorbeeld met was, olie of polish) omdat vlekken in
en verkleuring van het oppervlak kan optreden.
Als het apparaat rechtstreeks vanuit een koude naar een
warme omgeving wordt overgebracht of in een zeer
vochtig vertrek wordt geplaatst, kan vocht condenseren
op de lens binnenin de cd-speler waardoor het apparaat
defect raakt. In dat geval verwijdert u de disc en laat u
het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat
het vocht is verdampt.
Over warmteophoping
• Tijdens gebruik is warmteophoping in het apparaat
normaal en geen reden tot bezorgdheid.
• Raak de behuizing niet aan als het apparaat continu op
•
een hoog volumeniveau is gebruikt omdat de behuizing
heet kan zijn geworden.
Dek de ventilatieopeningen op de achterkant van het
apparaat niet af.
Over het verplaatsen van het apparaat
Verplaats het apparaat niet terwijl er een cd in zit. Als u
dit doet, kan de cd worden beschadigd.
•
Over het luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch afgeschermd
waardoor het beeld op een televisie die in de buurt van de
luidsprekers staat magnetisch vervormd kan raken. In dat
geval schakelt u de televisie uit, wacht u 15 tot 30 minuten
en schakelt u de televisie weer in. Als er geen verbetering
optreedt, plaatst u de luidsprekers verder weg van de
televisie.
Dit apparaat niet laten vallen
Stel het apparaat niet bloot aan sterke schokken. Hierdoor
kan een storing in het apparaat ontstaan.
Over het instellen van het volumeniveau
Een plotselinge uitvoer van geluid met een hoog
volumeniveau kan de luidsprekers beschadigen. Zorg
ervoor dat u het volumeniveau verlaagt voordat de
weergave begint.
Houd rekening met anderen
Houd het volume op een bescheiden niveau om rekening
te houden met uw buren, met name 's avonds laat.
70NL
De behuizing reinigen
Reinig dit apparaat met een zachte doek die licht
bevochtigd is met een milde-zeepoplossing. Gebruik geen
schuursponsje, schuurpoeder of oplosmiddelen, zoals
thinner, wasbenzine of alcohol.
Opmerkingen over het weergeven van
mp3-discs
• Dit apparaat ondersteunt het mp3-formaat, een
Over discs die kunnen worden weergegeven
• Discs die dit systeem WEL kan weergeven
– Audio-cd
– Cd-r’s en cd-rw’s (audiodata/mp3-bestanden)
• Discs die dit systeem NIET kan weergeven
– Cd-rom
– Cd-r’s en cd-rw’s anders dan die zijn opgenomen in
–
–
–
–
–
–
–
•
•
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyright-beveiligingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die
voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Onlangs
hebben platenmaastschappijen muziekdiscs op de markt
gebracht die zijn gecodeerd met
copyright-beveiligingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de
CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden
afgespeeld.
Opmerkingen over cd’s
Bericht over DualDiscs
• Maak geen krassen en plak geen stickers op het
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan de ene
kant DVD-materiaal is opgenomen en aan de andere kant
digitaal audiomateriaal. Echter, aangezien de kant met het
audiomateriaal niet voldoet aan de Compact Disc
(CD)-norm, wordt een juiste weergave op dit apparaat niet
gegarandeerd.
•
•
•
•
•
oppervlak van de disc.
Cd’s met een andere dan de standaardvorm (bijv.
hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet op
dit apparaat worden weergegeven. Als u dit toch
probeert, kan het apparaat beschadigd raken.
Als u de disc reinigt, doet u dat met een reinigingsdoek
en veegt u vanuit het midden van de disc naar de rand.
Als de disc extreem vervuild is, veegt u de disc af met
een licht bevochtigde doek, en daarna met een droge
doek. Reinig een disc niet met behulp van benzeen,
thinner, in de winkel verkrijgbare schoonmaakmiddelen
of antistatische spray bedoeld voor langspeelplaten.
Leg discs niet op plaatsen die erg warm kunnen
worden, waaronder plaatsen die bloot staan aan direct
zonlicht, in de buurt van verwarmingsbronnen zoals
warmeluchtroosters, en in geparkeerde auto’s.
Gebruik geen huurdiscs of tweedehandsdiscs waarop
stickers zitten waarvan de lijm onder de rand vandaan
komt. Als u dat toch doet, bestaat de kans dat de disc
vast blijft kleven aan onderdelen binnenin het apparaat
waardoor een storing kan optreden.
Gebruik geen in de winkel verkrijgbare reinigingsdisc
omdat hierdoor een storing kan optreden in het
apparaat.
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
–
het muziek-cd-formaat of mp3-formaat die voldoen
aan het ISO9660 Level 1-, Level 2- of
Joliet-formaat
Cd-r’s en cd-rw’s die zijn opgenomen met meerdere
sessies die niet zijn afgesloten door "sessie
afsluiten"
Cd-r’s en cd-rw’s met een slechte opnamekwaliteit,
cd-r’s en cd-rw’s waarop krassen staan of die vuil
zijn, en cd-r’s en cd-rw’s die zijn opgenomen op een
incompatibel opnameapparaat
Cd-r’s en cd-rw’s die niet juist zijn afgesloten
Discs waarop andere bestanden staan dan MPEG 1
Audio Layer-3 (MP3)-bestanden
Discs met een andere dan de standaardvorm (bijv.
hartvormig, vierkant, stervormig, enz.)
Discs met plakband, papier of stickers erop
Huurdiscs of gebruikte discs waarop stickers zitten
waarvan de lijm onder de rand vandaan komt
Discs waarop labels geprint zijn met inkt die bij
aanraking kleverig aanvoelt
•
bemonsteringsfrequentie van 32, 44,1 of 48 kHz, en een
overdrachtsnelheid van 32 t/m 320 kbps. Als u op dit
apparaat een disc weergeeft die is opgenomen met een
andere bemonsteringsfrequentie of overdrachtsnelheid,
kan de weergave stoppen, een hard geluid worden
voortgebracht, het geluid overslaan of de luidsprekers
worden beschadigd.
Als een bestand op een disc een mp3-extensie heeft,
maar geen mp3-bestand is, kan het aparaat dat bestand
overslaan of kan een storing optreden.
Dit apparaat biedt geen ondersteuning voor bestanden
opgenomen in het mp3-pro-formaat.
In de volgende gevallen kan de werkelijk verstreken
weergaveduur of de resterende weergaveduur van een
mp3-bestand verschillen van de afgebeelde
weergaveduur.
– Tijdens weergave van een mp3-bestand met een
variabele overdrachtsnelheid (VBR (variabele
overdrachtsnelheid))
– Tijdens het snel vooruit of snel achteruit spoelen
71NL
Technische gegevens
Hoofdapparaat
Cd-speler-gedeelte
Systeem:
Versterker
Compactdisc- en digitale-audiosysteem
Model voor Europa:
Eigenschappen van de laserdiode
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen*: Minder dan 44,6 µW
40 W + 40 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
50 W + 50 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Muziekuitgangsvermogen (referentie):
50 W + 50 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Overige modellen:
* Deze uitvoer is de waarde gemeten op een afstand van
200 mm vanaf het oppervlak van de objectieflens op
het optisch-opnameblok met een diafragma van 7 mm.
Frequentiebereik:
20 Hz – 20 kHz
Signaal-ruisverhouding:
Meer dan 90 dB
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
Dynamisch bereik:
40 W + 40 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Meer dan 90 dB
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
50 W + 50 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV)
Draadloos-LAN-gedeelte
Compatibele normen:
IEEE 802.11 b/g (WEP 64-bit, WEP 128-bit,
WPA/WPA2-PSK (AES), WPA/WPA2-PSK
(TKIP))
Radiofrequentie:
2,4 GHz
Tuner-gedeelte
FM-tuner:
FM-stereo, superheterodyne FM-tuner
Afstembereik:
Model voor Noord-Amerika:
87,5 MHz – 108,0 MHz (frequentiestap van
100 kHz)
Overige modellen:
87,5 MHz – 108,0 MHz (frequentiestap van
50 kHz)
Antenne:
FM-draadantenne
Middenfrequentie:
10,7 MHz
72NL
DAB/DAB+-tuner-gedeelte (alleen
CMT-MX750Ni):
Frequentie
Label
230,784 MHz
13A
FM-stereo, superheterodyne DAB/FM-tuner
232,496 MHz
13B
Afstembereik
234,208 MHz
13C
Band-III:
174,928 (5A) MHz – 239,200 (13F) MHz
235,776 MHz
13D
237,488 MHz
13E
Antenne:
239,200 MHz
13F
DAB/FM-draadantenne
DAB/DAB+-frequentietabel (Band-III)
iPod/iPhone-gedeelte
Label
Compatibele iPod/iPhone-modellen:
174,928 MHz
5A
Zie pagina 75.
176,640 MHz
5B
178,352 MHz
5C
USB-gedeelte
180,064 MHz
5D
Ondersteunde overdrachtsnelheid:
181,936 MHz
6A
183,648 MHz
6B
185,360 MHz
6C
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3): 32 kbps –
320 kbps, VBR
WMA: 48 kbps – 192 kbps, VBR
AAC: 48 kbps – 320 kbps
187,072 MHz
6D
Bemonsteringsfrequenties:
188,928 MHz
7A
190,640 MHz
7B
192,352 MHz
7C
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3): 32/44,1/48 kHz
WMA: 44,1 kHz
AAC: 44,1 kHz
194,064 MHz
7D
195,936 MHz
8A
197,648 MHz
8B
199,360 MHz
8C
201,072 MHz
8D
Luidsprekereenheden:
202,928 MHz
9A
Woofer, diameter 120 mm, conustype
Tweeter, diameter 25 mm, type met zachte koepel
204,640 MHz
9B
206,352 MHz
9C
208,064 MHz
9D
209,936 MHz
10A
211,648 MHz
10B
213,360 MHz
10C
215,072 MHz
10D
216,928 MHz
11A
218,640 MHz
11B
220,352 MHz
11C
222,064 MHz
11D
223,936 MHz
12A
225,648 MHz
12B
227,360 MHz
12C
229,072 MHz
12D
Luidspreker
Luidsprekersysteem:
2-weg luidsprekersysteem met basreflex
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Frequentie
Nominale impedantie:
6 ohm
Afmetingen (B/H/D):
Model voor Europa:
Ong. 150 mm × 270 mm × 220 mm
Overige modellen:
Ong. 150 mm × 240 mm × 220 mm
Gewicht:
Model voor Europa:
Ong. 2,3 kg netto per luidspreker
Overige modellen:
Ong. 2,1 kg netto per luidspreker
73NL
Ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen
FM-antenneaansluitingen:
75 ohm asymmetrisch
DAB/DAB+-antenneaansluiting:
75 ohm, F-vrouwtjesaansluiting
AUDIO IN (stereo-mini-aansluiting):
Gevoeligheid 700 mV, impedantie 47 kilo-ohm
SPEAKERS:
Accepteert een impedantie van 6 ohm
iPod/iPhone-aansluiting:
Uitgangsspanning: 5,0 V gelijkstroom
Maximale uitgangsstroomsterkte: 500 mA
(USB-)poort:
Type A, maximale stroomsterkte van 500 mA
NETWORK
-poort:
10BASE-T/100BASE-TX
Algemeen
Voedingsvereisten:
Model voor Noord-Amerika:
120 V wisselstroom, 60 Hz
Modellen voor Latijns-Amerika (behalve het
model voor Brazilië):
110 V – 120 V of 220 V – 240 V wisselstroom van
50/60 Hz, instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Model voor Brazilië:
127 V of 220 V wisselstroom van 60 Hz, instelbaar
met spanningskeuzeschakelaar
Model voor Taiwan:
120 V wisselstroom van 50/60 Hz
Overige modellen:
220 V – 240 V wisselstroom van 50/60 Hz
Stroomverbruik:
43 W
Afmetingen (B/H/D) (excl. luidsprekers):
Ong. 309 mm × 122 mm × 247 mm
Gewicht (excl. luidsprekers):
Ong. 3,0 kg
Meegeleverde accessoires:
Zie pagina 9.
74NL
Het ontwerp en de technische gegevens zijn
onderhevig aan veranderingen zonder
voorafgaande kennisgeving.
• Stroomverbruik in Standby: 0,5 W
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende printplaat/
printplaten.
Compatibele iPod/iPhone-modellen voor
dit systeem
U kunt de volgende iPod/iPhone-modellen met dit systeem gebruiken. Update uw iPod/iPhone met de
meest recente softwareversie voordat u hem gebruikt.
iPhone 3G
iPhone
iPod nano
5e generatie
(videocamera)
iPod touch
2e generatie
iPod classic
120 GB 160 GB
(2009)
iPod nano
4e generatie
(video)
iPod classic
160 GB
(2007)
iPod touch
1e generatie
iPod nano
3e generatie
(video)
iPod classic
80 GB
iPod nano
2e generatie
(aluminium)
iPod
5e generatie
(video)
iPod nano
1e generatie
iPod
4e generatie
(kleurenscherm)
iPod
4e generatie
iPod mini
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
iPhone 3GS
75NL
Verklarende woordenlijst
AAC
IP-adres
Dit is de afkorting van Advanced
Audio Coding (geavanceerde
audiocodering). Dit is een norm voor
audiobestandscompressie vastgesteld
door de MPEG (Motion Picture
Experts Group), een werkgroep van
de ISO (International Organization
for Standardization)/IEC
(International Electrotechnical
Commission).
IP-adressen bestaan doorgaans uit
vier groepen van elk maximaal drie
cijfers, gescheiden door een punt
(bijv. 192.168.239.1). Alle apparaten
op een netwerk moeten een IP-adres
hebben.
Byte
Een van de fundamentele eenheden
die worden gebruikt om
gedigitaliseerde gegevens in
computers uit te drukken.
Gedigitaliseerde gegevens worden
uitgedrukt in binaire digits (nullen en
enen). Een enkele eenheid van
dergelijke gegevens is één bit. Een
byte bestaat uit acht bits.
Dit is de afkorting van Local Area
Network (lokaal netwerk).
LAN is een algemene naam voor een
netwerk dat is ingesteld op
communicatie tussen apparaten,
waaronder computers, printers en
faxmachines, in een relatief klein
gebied, zoals een kantoor of ander
gebouw.
MAC-adres
Dit is de afkorting van Digital Living
Network Alliance. DLNA is een
non-profitorganisatie die
ontwerprichtlijnen opstelt voor
digitale content die wordt gedeeld
over netwerken.
Voor verdere informatie, zie:
http://www.dlna.org/home/
Dit is de afkorting van Media Access
Control
(mediatoegangsregeling)-adres. Dit
is een identificerende naam die
wordt toegewezen aan ieder
netwerkapparaat. Elk apparaat heeft
zijn eigen MAC-adres en er zijn geen
dubbele adressen. Een MAC-adres
kan noodzakelijk zijn om het
apparaat onafhankelijk van andere
apparaten (zoals een DLNA-server)
te identificeren.
DNS
MP3
Dit is de afkorting van Domain
Name System
(domeinnaamsysteem). Een server
die domeinnamen vertaalt naar
IP-adressen, of IP-adressen vertaalt
naar domeinnamen. Een DNS wordt
geïdentificeerd door middel van een
IP-adres. Wordt ook een
"DNS-server" genoemd.
Dit is de afkorting van MPEG 1
Audio Layer-3. Dit is een norm voor
audiobestandscompressie vastgesteld
door de MPEG (Motion Picture
Experts Group), een werkgroep van
de ISO (International Organization
for Standardization). Het maakt
compressie van audiobestanden
mogelijk tot ongeveer 1/10e deel van
de gegevensgrootte van een
standaardcompactdisc. Aangezien
het codeeralgoritme van mp3
openbaar is, zijn diverse codeerders/
decodeerders beschikbaar die
compatibel zijn met deze norm. De
mp3-norm wordt daarom zeer veel
gebruikt in de computerwereld.
DLNA
Internetserviceprovider
Een bedrijf dat een verbinding met
het internet levert.
76NL
LAN
Netwerksleutel
(beveiligingssleutel)
Een beveiligingssleutel wordt
gebruikt om het aantal apparaten te
beperken waarmee communicatie
kan plaatsvinden. Dit wordt gebruikt
om een hogere beveiliging te
realiseren voor apparaten die via een
draadloos-LAN-router/accesspoint
communiceren.
Overdrachtsnelheid
De overdrachtsnelheid is een maat
voor de hoeveelheid gegevens
uitgedrukt in bits per seconde (bps).
Proxy
Een programma of een server dat/die
internettoegang biedt aan computers
achter een firewall en sneller
downloaden van webpagina’s
mogelijk maakt.
Router
Een apparaat dat een brug vormt
tussen netwerken door de
protocollen en adressen van ieder
netwerk om te zetten. Wanneer
meerdere netwerkapparaten
verbonden moeten worden met het
internet, is een router noodzakelijk.
De term "router" op zichzelf kan
verwijzen naar één van deze
apparaten.
SSID
Dit is de afkorting van Service Set
IDentifier. Dit is een naam die een
bepaald accesspoint binnen een
draadloos LAN dat voldoet aan IEEE
802.11 identificeert. Om een
verbinding tot stand te brengen met
een accesspoint, moet op een
cliëntapparaat dezelfde SSID zijn
ingesteld. SSID’s mogen maximaal
32 tekens lang zijn. Voor een betere
beveiliging wordt normaal
gesproken tevens een netwerksleutel
(beveiligingssleutel) gebruikt. In dit
geval kan een verbinding pas
gemaakt worden wanneer de SSID
overeenkomt met de netwerksleutel
(beveiligingssleutel).
WEP
WPA2
Dit is de afkorting van Wired
Equivalent Privacy. Dit is een
beveiligingscode die wordt gebruikt
voor draadoos-LAN-netwerken.
WEP is een IEEE-norm gebaseerd
op het RC4-versleutelingsalgoritme
en wordt gebruikt om een draadloos
netwerk dat voldoet aan IEEE
802.11b te beveiligen. Tijdens het
zenden van een bericht tussen een
draadloos-LAN-accesspoint en een
cliëntapparaat, worden de gegevens
aan de verzendende kant versleuteld
en aan de ontvangende kant
ontcijferd. Om tot communicatie te
komen moeten beide apparaten een
gemeenschappelijke sleutel
gebruiken, die de "WEP key" wordt
genoemd. Het beveiligingsniveau
wordt aangegeven door het aantal
bits van de sleutel, bijv. 64 bits of
128 bits. Hoe hoger het aantal bits,
hoe hoger het beveiligingsniveau.
Dit is de afkorting van Wi-Fi
Protected Access 2. Een
beveiligingssleutel voor
draadoos-LAN-netwerken. WPA is
een door de Wi-Fi Alliance
verbeterde versie van WPA. Deze
norm maakt gebruik van
AES-versleuteling (Advanced
Encryption Standard) voor een nog
betere beveiliging dan WPA.
WMA
WPA
Dit is de afkorting van Wi-Fi
Protected Access. Dit is een
beveiligingssleutel voor
draadoos-LAN-netwerken die is
ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance
als oplossing voor een aantal ernstige
beveiligingsproblemen met de
WEP-versleutelingsnorm. Naast de
netwerknaam (SSID) en de
beveiligingssleutel (WEP) gebruikt
dit protocol een
gebruikersverificatiekader genaamd
"EAP" (Extensible Authentication
Protocol) en een protocol genaamd
"TKIP" (Temporal Key Integrity
Protocol) die de versleutelingscode
met regelmatige intervallen
automatisch bijwerkt voor een betere
beveiliging.
Dynamisch-labelsegment
De tekstgegevens die voor elk kanaal
en elke service worden gezonden.
WPS
Ensemblelabel
Dit is de afkorting van Wi-Fi
Protected Setup. Dit is een
draadloos-netwerknorm ontwikkeld
door de Wi-Fi Alliance waarmee u
eenvoudig een draadloos netwerk
kunt instellen. Dit werkt door middel
van een drukknopmethode of een
PIN-methode.
In DAB worden meerdere digitale
radiokanalen gezonden via een
enkele radio-uitzending of
-frequentie. Een groep kanalen die
op deze manier wordt gezonden,
wordt een "ensemble" genoemd en
een "ensemblelabel" is de naam van
een dergelijke groep kanalen.
Servicelabel
Dit is de naam van een afzonderlijk
digitaal radiokanaal of service.
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Dit is de afkorting van Windows
Media Audio. WMA is een
audiocompressietechnologie
ontwikkeld door Microsoft
Corporation waarmee
audiobestanden kunnen worden
gecomprimeerd tot ongeveer 1/22e
deel van de gegevensgrootte van een
standaardcompactdisc.
Termen die
betrekking hebben op
DAB (Digital Audio
Broadcasting) (alleen
CMT-MX750Ni)
77NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Index
A
F
K
AAC 76
Aansluiten, het apparaat 15
Aansluitingen/Verbindingen
Antenne 15, 16
AUDIO IN 48
Bedraad 26
DLNA 8
Dockadapters voor iPhone 17
Draadloos 22
Luidsprekersnoeren 15, 16
Netsnoer 15, 16
Netwerkkabel 17
Thuisnetwerk 21
Accesspoint 22
Afstandsbediening 11
Afstemfunctie 30
Alfabetisch zoeken 51
Audioformaat 35, 41
Automatische stand-by 20
FM-draadantenne 16
FM-tuner 30
Kenmerken 8
Klok 19
G
L
Gebruik van een lijst 14
Gebruik van een menu 14
Geluidsbronnen
Beschikbaar 8
Geluidseffect 56
Geprogrammeerdeweergavefunctie 28, 36, 49
Lage tonen 56
Luidsprekerkussentjes 17
B
Bedraad netwerk 26
Beveiligingssleutel 76
Bewerken
Apparatenlijst 53
Serverlijst 40
Bijgeleverde accessoires 9
C
CD 28
D
DAB-draadantenne 16
DAB-tuner 30
Demonstratie 20
DLNA 8
DNS 76
Draadloos netwerk 22
Zoeken 22
Draadloze-LAN-antenne 18
DSGX 56
78NL
H
Handmatig instellen
Accesspoint 24
IP-adres 23, 27
Proxyserver 23, 27
Herhaalde-weergavefunctie 28,
36, 42, 49
Hoge tonen 56
I
Informatie op het display 59
Instellingen
Display 59
Geluid 56
Klok 19
Netwerkverbinding 21
Optionele netwerkinstellingen
52
Server 37
Timer 57
Toestemming voor toegang 53
Windows 7 37
Windows Vista/XP 39
Internet 43
IP-adres 23, 27, 76
iPod/iPhone 17, 33
Compatibele modellen 75
Dockadapters 9, 17
Luisteren 33
Opladen 34
M
MAC-adres 76
MP3 28
Muziekservices 43
Optiemenu 44
Vooerkeurzender 44
N
Naam van het apparaat
Veranderen 55
Netwerkinstellingen 21
Bedraad 26
Controleren 52
Draadloos 22
Optionele instellingen 52
Verbindingsmethode 21
Netwerknaam 22
Netwerk-stand-by 52
O
Onderdelen en
bedieningsorganen 10
Ondersteuningssite 61
P
PARTY STREAMING 46
Deelnemen 47
Houden 46
Optionele instelling 54
Problemen oplossen 61
Programma’s maken 50
Proxyserver 23, 27, 76
R
Registratiecode 45
S
W
Server 37
Audioformaat 41
Lijst 40
Luisteren 41
Vernieuwen 40
Verwijderen 40
Windows 7 37
Windows Vista/XP 39
Serverlijst
Vernieuwen 40
Verwijderen 40
Signaalsterkte van het draadloze
LAN 18
Slaaptimer 57
Spanningskeuzeschakelaar 16
SSID 22, 76
Standaardgateway 23, 27
Stand-by-lampje
Abnormale toestand 61
Kleur 10
Wake-on-LAN 41
Weergavefunctie 49
Weergavetimer 58
WEP 77
Willekeurige-weergavefunctie
28, 36, 42, 49
Windows 7 37
Windows Media Player 11 39
Windows Media Player 12 37
Windows Vista/XP 39
WMA 77
WPA 77
WPA2 77
WPS 24, 77
Druktoets 24
PIN 25
T
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Tekeninvoer 13
Thuisnetwerkfunctie 37
Luisteren 41
Optionele netwerkinstellingen
52
Serverinstellingen 37
Timer 57
Slaaptimer 57
Weergavetimer 58
Toestemming voor toegang 53
Trefwoord 51
Tuner 30
Eerste DAB-scan 32
Luisteren 30
Vooerkeurzender 32
U
USB-apparaat 35
V
Vast IP-adres 23, 27
Vooerkeurzender
Muziekservices 44
Tuner 32
Voorzorgsmaatregelen 70
79NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
Handelsmerken
• PARTY STREAMING en het PARTY
•
•
•
•
•
•
•
•
STREAMING-logo zijn handelsmerken Sony
Corporation.
VAIO en VAIO Media zijn gedeponeerde
handelsmerken van Sony Corporation.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en -patenten
gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7™ en
Windows Media zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
iPod is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd
in de V.S. en andere landen.
iPhone is een handelsmerk van Apple Inc.
"Made for iPod" en "Works with iPhone" betekenen dat
een elektronisch accessoire is ontworpen om specifiek
een verbinding te maken met respectievelijk iPod en
iPhone, en door de ontwikkelaar is gecertificeerd te
voldoen aan de Apple-prestatienormen.
Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit
apparaat of voor het voldoen aan de veiligheidsen
overheidsvoorschriften.
"
" is een merk van Wi-Fi Alliance.
• DLNA®, het DLNA-logo en DLNA CERTIFIED™
•
•
•
•
•
•
•
80NL
zijn handelsmerken, servicemerken of
certificeringsmerken van Digital Living Network
Alliance.
Wake-on-LAN is een handelsmerk van International
Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
De systeemnamen en productnamen die in deze
handleiding worden vermeld, zijn over het algemeen de
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende fabrikant.
In deze handleiding wordt naar Microsoft Windows XP
Home Edition, Microsoft Windows XP Professional en
Microsoft Windows XP Media Center Edition
verwezen als Windows XP.
In deze handleiding wordt naar Microsoft Windows
Vista Home Basic, Microsoft Windows Vista Home
Premium, Microsoft Windows Vista Business en
Microsoft Windows Vista Ultimate verwezen als
Windows Vista.
In deze handleiding wordt naar Microsoft Windows 7
Starter, Microsoft Windows 7 Home Premium,
Microsoft Windows 7 Professional, Microsoft
Windows 7 Ultimate verwezen als Windows 7.
De tekens ™en ® worden niet vermeld in deze
handleiding.
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
81NL
82NL
Voorzorgsmaatregelen/Specificaties
83NL
©2010 Sony Corporation Printed in China
4-199-695-53(1)