Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1
Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze
handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de
handleiding op een veilige plek zodat u er later nog
eens iets in kunt opzoeken.
2
Installeer dit toestel op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit
de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht
en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van
tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm
aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de
achterkant van dit toestel.
3
Plaats dit toestel uit de buurt van andere
elektrische apparatuur, motoren of transformatoren
om storend gebrom te voorkomen.
4
Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en
plaats het toestel niet in een omgeving met een
hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich
binnenin het toestel condens vormt, wat zou
kunnen leiden tot elektrische schokken, brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5
Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het
toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot
staat aan druppelende of spattende vloeistoffen.
Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel
kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar
deze brand, schade aan dit toestel en/of
persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze
elektrische schokken voor de gebruiker en/of
schade aan dit toestel kunnen veroorzaken
wanneer de vloeistof daaruit in het toestel
terecht komt.
6
Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken,
gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt.
Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog
wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het
toestel en/of persoonlijk letsel.
7
Steek de stekker van dit toestel pas in het
stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn.
8
Gebruik het toestel niet wanneer het
ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor
oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9
Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt,
moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het
snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen.
Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven
voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger
voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden
tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk
letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit
toestel met een ander voltage dan hetgeen
aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient
u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer
het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te
brengen of het te repareren. Neem contact op met
erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u
vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer
in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het
stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” over veel voorkomende
vergissingen bij de bediening voor u de conclusie
trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/
ON te drukken om dit toestel uit (standby) te
schakelen en de stekker uit het stopcontact te
halen.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel
ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
INHOUD
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN.........................................48
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 3
Voor film/video bronnen ......................................... 48
Voor muziekmateriaal ............................................. 50
INLEIDING
INLEIDING
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 4
VOORBEREIDINGEN
LUIDSPREKER SETUP ..................................... 11
AANSLUITINGEN .............................................. 15
Voor u componenten gaat aansluiten....................... 15
Aansluiten van videocomponenten.......................... 16
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 19
Aansluiten van de FM en AM antennes .................. 21
Aansluiten van het netsnoer..................................... 22
Instelling luidsprekerimpedantie ............................. 23
Inschakelen van de stroom....................................... 23
Inleiding................................................................... 24
Optimalisatie-microfoon setup ................................ 24
Beginnen van de setup ............................................. 25
BASISBEDIENING
WEERGAVE ........................................................ 30
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO .................. 38
OPNEMEN............................................................ 47
Gebruiken van het SET MENU............................... 55
1 SOUND MENU.................................................... 56
2 INPUT MENU...................................................... 61
3 OPTION MENU................................................... 63
UITGEBREID SETUP MENU ............................65
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................67
Set bedieningstoetsen .............................................. 67
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 68
Bedienen van andere componenten ......................... 69
Overschakelen naar een alternatieve code............... 70
Wissen van ingestelde afstandsbedieningscodes ..... 70
ZONE 2 ..................................................................71
Zone 2 aansluitingen................................................ 71
Afstandsbediening vanuit Zone 2 ............................ 72
AANVULLENDE INFORMATIE
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN ..............................................74
Wat is een geluidsveld ............................................. 74
Veranderen van instellingen .................................... 74
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.........................................76
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................81
TERUGZETTEN OP DE
FABRIEKSINSTELLINGEN..........................86
WOORDENLIJST ................................................87
Audioformaten......................................................... 87
Geluidsveldprogramma’s......................................... 88
Audio informatie...................................................... 88
Videosignaal informatie .......................................... 89
AANVULLENDE
INFORMATIE
Automatisch en handmatig afstemmen.................... 38
Zenders voorprogrammeren..................................... 39
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 41
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 42
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders .......... 43
Overschakelen naar een bepaalde Radio Data
Systeem functie ................................................... 44
De PTY SEEK functie ............................................. 45
De EON functie ....................................................... 46
SET MENU ............................................................53
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Basisbediening......................................................... 30
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 32
Selecteren van ingangsfuncties................................ 36
Selecteren van de OSD (in-beeld display)
weergavefunctie................................................... 51
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 51
Handmatig instellen van de luidsprekersniveaus..... 52
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
AUTO SETUP....................................................... 24
GEAVANCEERDE BEDIENING.......................51
BASISBEDIENING
Opstelling van de luidsprekers................................. 11
Luidspreker-aansluitingen ....................................... 12
GEAVANCEERDE BEDIENING
VOORBEREIDINGEN
Voorpaneel................................................................. 4
Afstandsbediening ..................................................... 6
Gebruiken van de afstandsbediening ......................... 7
Display voorpaneel .................................................... 8
Achterpaneel ............................................................ 10
TECHNISCHE GEGEVENS...............................90
Nederlands
1
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Overige kenmerken
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,06% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω)
Voor: 95 W + 95 W
Midden: 95 W
Surround: 95 W + 95 W
Surround Achter: 95 W + 95 W
◆ YPAO: YAMAHA Parametric Room Acoustic
Optimizer voor automatische instelling van uw
luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ Een SET MENU met items waarmee u dit toestel
optimaal kunt aanpassen aan uw Audio/Videosysteem
◆ 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe
weergave van analoge en PCM bronnen
◆ De in-beeld displayfunctie maakt de bediening van dit
toestel gemakkelijk
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video
→ component video) voor de monitor uitgang
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes
◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Kenmerken geluidsveld
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de
creatie van geluidsvelden
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic
IIx decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA™
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, “Surround EX” en het dubbele-D symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
2
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
VAN START
VAN START
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
CODE SET
Batterijen (4)
(AAA, R03, UM-4)
AM ringantenne
TRANSMIT
SYSTEM
POWER
POWER
STANDBY
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter
(Alleen bij modellen voor het V.K.)
INLEIDING
Meegeleverde accessoires
AMP
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
VOLUME
MUTE
A SPEAKERS B
9
Optimalisatie-microfoon
EXTD SUR. PURE DIRECT
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
FM binnenantenne
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
LEVEL
SET MENU
FAVOR. MENU
TITLE
BAND
SRCH MODE
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
EON
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
2
1
3
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
• Vervang alle batterijen tegelijk wanneer u n van de volgende
dingen merkt: dat het bereik van de afstandsbediening afneemt,
dat de indicator niet knippert, of dat het licht van de indicator
zwakker wordt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Nederlands
1
Opmerkingen over batterijen
3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
1
2
3 4
5
6
7 8
9
0
VOLUME
ZONE ON/OFF
MAIN
ZONE 2
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
MEMORY
TUNING MODE
SEARCH
MODE
EDIT
XM
CATEGORY
NEXT
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
DISPLAY
AUTO/MAN'L
MONO
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
A
B
CD E F
G
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u
het toestel aan zet, hoort u een klik, waarna het 4 a
5 seconden duurt voor er geluid wordt weergegeven.
Opmerking
Wanneer het toestel uit (standby) staat, wordt er nog steeds een
heel klein beetje stroom verbruikt zodat er gereageerd kan
worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
2 OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten voor
gebruik met de AUTO SETUP functie (zie bladzijde 24).
3 Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
5 A/B/C/D/E, NEXT
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren
(A t/m E) wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio)
staat.
Hiermee selecteert u het in te stellen luidsprekerkanaal
wanneer het toestel niet in de tunerfunctie staat.
4
H
I
J
KL
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL –/+
Hiermee stelt u een voorkeuzezender, nummer 1 t/m 8, in
wanneer er in de tunerfunctie op het display op het
voorpaneel naast de aanduiding van de radioband een
dubbele punt (:) te zien is. U stemt hiermee af op de
gewenste frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet
getoond wordt.
Hiermee kunt u het niveau instellen van het
luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met A/B/C/D/E
(NEXT) wanneer het toestel niet in de tunerfunctie (radio)
staat.
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen.
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit).
9 VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de
signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
0 VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
Dit heeft geen invloed op het REC OUT niveau.
MAIN
Hiermee kunt u het toestel bedienen vanuit de hoofdruimte
(zie bladzijde 72).
ZONE 2
Hiermee kunt u de bediening van dit toestel overschakelen
om de component in de tweede ruimte te bedienen
(Zone 2) (zie bladzijde 72).
INLEIDING
A
PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Via deze aansluiting kunt ongestoord luisteren met een
hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit,
zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de
PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
L ZONE ON/OFF toetsen
B SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op
het achterpaneel aan of uit.
C PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h
(LEVEL –/+) heen en weer tussen voorkeuzezenders en
gewoon afstemmen.
D STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT
is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of
multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
E FM/AM
Hiermee schakelt u over naar een andere radioband
wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio) staat.
F PROGRAM
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen (samen met
TONE CONTROL).
G TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor
de linker en rechter voorkanalen, het midden- en aanwezigheidskanaal
en voor het subwooferkanaal (zie bladzijde 31).
H INPUT MODE
Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, DTS, ANALOG)
voor het soort signaal dat u wilt weergeven wanneer een
bepaalde component verbonden is met twee of meer van
de ingangsaansluitingen (zie bladzijde 36) van dit toestel.
I INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt
luisteren of kijken.
Nederlands
J MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT
signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 35).
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING”
op bladzijde 67 als u andere componenten wilt kunnen
bedienen.
1
2
3
9
CODE SET
TRANSMIT
SYSTEM
STANDBY
POWER
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
POWER
POWER
TV
AV
CD
0
A
AMP
B
C
D
E
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
VOLUME
F
MUTE
4
5
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
EXTD SUR. PURE DIRECT
A SPEAKERS B
9
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
G
H
EFFECT
6
PRESET/CH
LEVEL
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
7
8
SET MENU
I
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
EON
J
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 68).
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en
bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
4 Geluidsveldprogramma/cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren.
Wanneer het toestel in de tunerfunctie staat, kunt u met de
cijfertoetsen 1 t/m 8 direct voorkeuzezenders selecteren.
Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 34).
Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie
bladzijde 33).
Gebruik PURE DIRECT om de PURE DIRECT
weergavefunctie aan of uit te zetten (zie bladzijde 35).
5 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets kunt u de set voorluidsprekers die is verbonden met de A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel in- of uitschakelen.
6 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
niveau in te stellen.
7 Cursortoetsen u / d / j / i / ENTER
Hiermee kunt u geluidsveldparameters of SET MENU
onderdelen selecteren en instellen.
Druk op i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te kiezen
wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat.
Druk op u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
kiezen wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat.
8 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het SET MENU.
9 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt.
0 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
A SYSTEM POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
B SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
D AMP
Selecteren van de AMP functie. U moet de AMP functie
kiezen om het hoofdtoestel zelf te bedienen.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het toestel dat
u wilt bedienen.
E VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
VOLUME
OPTIMIZER MIC
F MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten.
G NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 35).
INLEIDING
C MULTI CH IN
Hiermee selecteert u een multikanaals ingangssignaal bij
gebruik van een externe decoder (enz.).
Gebruiken van de
afstandsbediening
FM/AM
PRESET/TUNING
EDIT
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L MONO
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
30
30
CODE SET
Ongeveer 6 m
TRANSMIT
SYSTEM
POWER POWER STANDBY POWER
TV
CD
DVD
AV
MD/CD-R TUNER
SLEEP
DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN
VCR 1 DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
AMP
VOLUME
MUTE
STEREO
MUSIC
1
2
ENTERTAIN MOVIE
3
4
STANDARD SELECT EXTD SUR. PURE DIRECT
5
6
9
8
7
A SPEAKERS B
NIGHT
0
STRAIGHT
ENT.
10
EFFECT
PRESET/CH
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen
(2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden
weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder
enig toegevoegd effect.
I SET MENU
Hiermee schakelt u de SET MENU functie in.
J Toetsen voor Radio Data Systeem radioontvangst
FREQ/TEXT
Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data
System zender ontvangt om te schakelen tussen de PS
functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender
deze Radio Data System gegevens verzorgt) en/of het
frequentiedisplay (zie bladzijde 44).
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
EON
■ Omgaan met de afstandsbediening
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem
niet op de volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen,
zoals naast de verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
PTY SEEK MODE
Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie
te zetten (zie bladzijde 45).
PTY SEEK START
Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte
zender te laten beginnen nadat u het gewenste
programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK
functie (zie bladzijde 45).
EON
Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een
radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS,
INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 46).
Nederlands
7
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1
t
2
96
24
DVR/VCR2
3
VCR1
4
V-AUX
5
6
DTV/CBL
7
DVD
SP
AB
STANDARD ZONE2 NIGHT
q EX
q PL
q PL
q PL x
MD/CD-R
YPAO
VIRTUAL SILENT CINEMA
MATRIX DISCRETE
q DIGITAL
89
HiFi DSP
0A
TUNER
CD
C
PHONO
AUTO TUNED STEREO MEMORY MUTE VOLUME
PTY HOLD PS PTY RT CT EON
SLEEP
dB
ft 96/24
mS
dB
PCM
D
B
E
O F GH
I
J
P
L C R
LFE SL SB SR
K LM
N
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
0 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
2 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 36).
A MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden.
3 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 31).
4 Signaalbron indicators
Een cursorstreepje geeft aan welke signaalbron wordt
weergegeven.
5 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
6 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert.
B MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
C VOLUME niveau-aanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
E STANDARD indicator
Licht op wanneer Surround Standaard of Surround
Enhanced is geselecteerd (zie bladzijde 34).
F NIGHT indicator
Licht op wanneer u de nacht-luisterfunctie selecteert.
G SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer beide
sets luidsprekers worden geselecteerd.
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
7 YPAO indicator
Licht op tijdens de automatische set-up en wanneer de
automatische luidspreker-instellingen onveranderd
worden gebruikt.
I HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert.
8 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
J Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
9 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
K SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
INLEIDING
L 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
M LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
N Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
O ZONE 2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
P Radio Data Systeem indicators
De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd
door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment
op is afgestemd zullen oplichten.
EON licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK
zoekfunctie naar zenders wordt gezocht.
Nederlands
9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
2
3
4
COMPONENT VIDEO
PR
PB
5 6
7
8
TUNER
Y
75Ω UNBAL.
FM
ANT
DVD
GND
AM
ANT
DTV/
CBL
AUDIO
VIDEO
AUDIO
VIDEO
S VIDEO
DIGITAL
OUTPUT
MD/CD-R
XM
MONITOR
OUT
CD
DVD
REMOTE
PRE OUT
CENTER
OPTICAL
IN
SWITCHED
DTV/
CBL
(PLAY)
IN
MD/
CD-R
MD/CD-R
OUT
IN
(REC)
FRONT
FRONT
CONTROL
OUT
OUT
VCR 1
DVD
AC OUTLETS
SINGLE
SURROUND
SUB
WOOFER
SURROUND
BACK
+12V
15mA MAX.
PRESENCE/
ZONE 2
SPEAKERS
OUT
A
DTV/CBL
SURROUND
IN
DVR/
VCR 2
CD
SURROUND
BACK
SURROUND
OUT
B
DVD
COAXIAL
DIGITAL
INPUT
9
FRONT
SUB
WOOFER
CENTER
MULTI CH INPUT
0
VIDEO
ZONE 2
OUTPUT
CENTER
SURROUND BACK
S VIDEO
MONITOR OUT
A
B
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor details.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 16 en 18 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C
7 CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting die alleen voor
handelsdoeleinden bedoeld is.
8 AC OUTLET(S)
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van
stroom voorzien (zie bladzijde 22).
9 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 16, 18 en 19 voor details.
4 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
5 PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen
Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
A ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge
signalen. Zie bladzijde 71 voor details.
6 REMOTE IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 71 voor details.
B PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 20 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
10
LUIDSPREKER SETUP
LUIDSPREKER SETUP
Opstelling van de luidsprekers
ITU-R*
Hieronder ziet u de standaard
opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
* ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie
PL
PR
C
FR
FL
30˚
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op
de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit
elkaar plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde
afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voorluidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
van de ITU (International Telecommunication Union).
Subwoofer
SL
SR
60˚
80˚
SL
SBL
SR
SBR
30 cm of meer
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een
effectieve versterking van de lage tonen in de diverse
weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal
in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling
van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage
tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen.
Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om
weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
1,8 m
1,8 m
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA
DSP (zie bladzijde 48). Deze effecten bestaan onder meer
uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 –
1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht
en ongeveer 1,8 m boven de vloer.
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
Nederlands
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg
ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn
ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze
luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo
dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct
erboven of eronder.
11
LUIDSPREKER SETUP
Luidspreker-aansluitingen
5
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+”
(rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden
weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave
onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
3
4
5
LET OP
• Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm wilt
gebruiken moet u de luidsprekerimpedantie
van dit toestel instellen op 4 Ohm instellen
voor u het systeem gaat gebruiken (zie
bladzijde 23).
• Zet het toestel uit voor u de luidsprekers gaat
aansluiten.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en
zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel
en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet
de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm
vandaan.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere
door een andere kleur, of misschien een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.)
draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en
uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
10 mm
1
2
1
Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden.
2
Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3
Schroef de knop los.
4
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
12
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
■ Verbinden met de PRESENCE/ZONE 2 of
PRESENCE luidspreker-aansluitingen
1
2
3
1
Doe het lipje open.
2
Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3
Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
LUIDSPREKER SETUP
Subwoofersysteem
Aanwezigheidsluidsprekers
Rechts
Links
1
2
3
Surround-luidsprekers
Rechts
Links
4
5
VOORBEREIDINGEN
PRE OUT
FRONT
SURROUND
CENTER
SINGLE
SUB
WOOFER
SURROUND
BACK
PRESENCE/
ZONE 2
SPEAKERS
A
SURROUND
B
FRONT
6
7
Voorluidsprekers
(B)
CENTER
8
SURROUND BACK
9
Middenluidspreker
10
Rechts
Links
Surround achterluidsprekers
Rechts
Links
Voor-luidsprekers (A)
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
kunnen produceren.
• De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken alleen
wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES of Dolby Pro Logic IIx decoder is ingeschakeld.
• De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen
geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
Nederlands
13
LUIDSPREKER SETUP
■ FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen (6,
7) aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem
gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
■ CENTER aansluitingen
2
Hierop kunt u een midden-luidspreker (8) aansluiten.
■ SURROUND aansluitingen
3
6
8
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten.
■ SUBWOOFER aansluiting
7
1
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker (1) aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
■ SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers (9, 10)
aansluiten. Als u slechts één surround achter-luidspreker
gebruikt, verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
■ PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u zg. aanwezigheidsluidsprekers (2, 3)
aansluiten.
*
Als u één van de modellen voor de V.S., Canada, Australië, het
V.K. of Europa gebruikt, kunt u deze luidsprekers ook als Zone
2 luidsprekers gebruiken (zie bladzijde 71).
14
5
4
10
9
Opstelling van de luidsprekers
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
Stofkapje
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de
optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje
niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt,
dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje
beschermt de aansluiting tegen stof en vuil.
Voor u componenten gaat
aansluiten
LET OP
■ Kabelaanduidingen
■ Video-aansluitingen
Voor analoge signalen
linker analoge bedrading
L
rechter analoge bedrading
R
Voor digitale signalen
optische kabels
O
coaxiale bedrading
C
Voor videosignalen
videobedrading
V
S-videobedrading
S
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw
beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen worden automatisch omgezet
voor weergave via de VIDEO aansluitingen. Wanneer
VIDEO CONV. op ON (zie bladzijde 63) is ingesteld,
zullen signalen die binnenkomen via de VIDEO
aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Op
dezelfde manier kunnen signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen ook worden gereproduceerd via
de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
PR
component videokabels
VIDEO
PB
S VIDEO
VOORBEREIDINGEN
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan
op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de
componenten gemaakt zijn.
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
Y
■ Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u
via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge
aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
■ Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe
transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS
ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting
verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
S VIDEO aansluitingen
Voor S-videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
kleurverschil (PB, PR) gescheiden videosignalen voor de
beste beeldkwaliteit.
Signaalschema binnenin het toestel
Ingang
Uitgang
(MONITOR OUT)
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Alleen wanneer VIDEO CONV. op
ON (aan) staat (zie bladzijde 63).
Opmerking
Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via
de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting
binnenkomende signalen voorrang.
15
Nederlands
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de analoge
ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier
zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL)
ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de
DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen.
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
■ Aansluitingen voor DVD weergave
Opmerking
U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie
bladzijde 63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO aansluiting,
dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op OFF is
ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet naar
composiet videosignalen.)
Coaxiale uitgang
Optische uitgang
Video uitgang
DVD-speler
Audio uitgang
C
O
R
L
V
PR
S
COMPONENT VIDEO
PR
PB
PB
Y
Y
DVD
VIDEO
AUDIO
VIDEO
S VIDEO
MONITOR
OUT
DVD
DVD
DVD
COAXIAL
VIDEO
DIGITAL
INPUT
16
S VIDEO
MONITOR OUT
Video ingang
Beeldscherm
AANSLUITINGEN
■ Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 8 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en links en rechts SURROUND BACK en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een
multiformaat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Voor 6-kanaals ingangssignalen
Voor 8-kanaals ingangssignalen
FRONT
SURROUND
SURROUND
VOORBEREIDINGEN
FRONT
SURROUND
BACK
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
MULTI CH INPUT
R
L
Subwoofer
uitgang
R
L
R
L
Middenkanaal
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
CENTER
MULTI CH INPUT
Subwoofer
uitgang
R
L
R
L
Middenkanaal
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Multiformaat-speler/ Surroundachter uitgang
externe decoder
Surroundkanaal
uitgang
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en
zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Nederlands
17
AANSLUITINGEN
■ Aansluitingen voor andere videocomponenten
Opmerkingen
• U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie
bladzijde 63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO
aansluiting, dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op
OFF is ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet
naar composiet videosignalen.)
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van opnamen
moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik maken van dezelfde soorten aansluitingen (bijv. S-Video).
Video uitgang
Optische uitgang
O
Kabel TV of
satellietontvanger
Audio
uitgang
R
V
L
PB
PR
S
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
Y
DTV/
CBL
VIDEO
AUDIO
VIDEO
S VIDEO
Video ingang
MONITOR
OUT
Beeldscherm
DTV/
CBL
IN
VCR 1
OUT
DTV/CBL
COAXIAL
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
DIGITAL
INPUT
R
L
R
L
V
of
S
V
of
S
Audio ingang DVD-recorder of Video ingang
Audio uitgang videorecorder Video uitgang
VIDEO AUX
■ VIDEO AUX aansluitingen (op het
voorpaneel)
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals
spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel.
S VIDEO
VIDEO
L
S
V
L
AUDIO
R
OPTICAL
R
O
Optische uitgang
Audio uitgang R
Audio uitgang L
Video uitgang
S-Video uitgang
18
Spelcomputer
of
videocamera
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
■ Aansluitingen voor audiocomponenten
VOORBEREIDINGEN
AUDIO
Optische ingang
DIGITAL
OUTPUT
MD/CD-R
Audio uitgang
CD
L
O
R
Optische uitgang
OPTICAL
O
Audio uitgang
CD-speler
IN
(PLAY)
MD/
CD-R
MD/CD-R
OUT
(REC)
L
MD-recorder of
cassettedeck
R
L
R
Coaxiale uitgang
Audio ingang
C
CD
COAXIAL
DIGITAL
INPUT
Nederlands
19
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten op een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt
opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt
gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluiten.
Opmerkingen
• Wanneer er audio tulpstekkers zitten in de PRE OUT
aansluitingen voor weergave via een externe versterker, mag u
niets aansluiten op de corresponderende SPEAKERS
aansluitingen. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten
versterker op de hoogste stand.
• De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen.
• Als SPEAKERS A uit staat en SP B op ZONE B (zie
bladzijde 64) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden
geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
1
23
4
PRE OUT
FRONT
SURROUND
CENTER
SINGLE
SUB
WOOFER
SURROUND
BACK
5
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
4 SURROUND BACK PRE OUT aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
Opmerkingen
• Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende luidspreker-aansluiting.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf. U kunt het volumeniveau ook regelen met
de afstandsbediening (zie “Handmatig instellen van de
luidsprekersniveaus” op bladzijde 52).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de SPEAKER SET (zie bladzijde 56) en
LFE/BASS OUT (zie bladzijde 57) instellingen.
20
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
FM binnenantenne
(meegeleverd)
AM ringantenne
(meegeleverd)
Opmerkingen
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een
buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende
YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden
met buitenantennes.
TUNER
75Ω UNBAL.
FM
ANT
GND
1
Maak de meegeleverde
75 Ohm/300 Ohm antenneadapter open.
2
Strip de buitenmantel
van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak
deze klaar voor het
aansluiten.
AM
ANT
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo
min mogelijk storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te aarden. Een
goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in vochtige
grond gedreven is.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1
3
11
8
6
Knip de
verbindingsdraad door
en verwijder deze.
VOORBEREIDINGEN
■ Aansluiten van de 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter (alleen bij modellen
voor het V.K.)
Eenheid:
mm
Verbindingsdraad
Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
4
Houd het lipje ingedrukt
zodat u de AM
antennedraden in de AM
ANT en GND aansluitingen
kunt steken.
3
Stel de AM ringantenne zo op
dat u de beste ontvangst
verkrijgt.
5
Klem
Klem
Steek de draad
in de sleuf
Klik de behuizing weer
dicht.
Nederlands
2
Steek de
binnendraad van
de kabel in de
sleuf en klem de
kabel vast met
een tang.
21
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
■ Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. ................ 1 netstroomaansluiting
Overige modellen ..................... 2 netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere
componenten in uw systeem van stroom voorzien. De
stroomvoorziening van de AC OUTLET(S) stopcontacten
wordt geregeld door de STANDBY/ON toets van dit
toestel (of SYSTEM POWER en STANDBY). Deze
aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten
componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat.
Voor informatie over het maximale vermogen (totale
stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE
GEGEVENS” op bladzijde 90.
■ Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit
(standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken wordt,
zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
22
AANSLUITINGEN
Instelling luidsprekerimpedantie
Inschakelen van de stroom
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
LET OP
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, dient u de
impedantie als volgt in te stellen op 4 of 6 Ohm voor u de
stroom inschakelt.
VOLUME
Zorg ervoor dat het toestel uit (standby) staat.
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
PROGRAM
PHONES
1
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L MONO
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
Zet het toestel uit, houd STRAIGHT (EFFECT)
ingedrukt en druk op STANDBY/ON.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreid setup
menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
VOORBEREIDINGEN
1
STRAIGHT
Houd ingedrukt
en druk op
CODE SET
STANDBY
/ON
SYSTEM
EFFECT
2
TRANSMIT
Verdraai PROGRAM om door het menu te
bladeren en selecteer “SP IMP.”.
STANDBY
1
POWER
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
AMP
VOLUME
PROGRAM
1
Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM
POWER op de afstandsbediening) om dit
toestel aan te zetten.
SYSTEM
3
STANDBY
/ON
Druk net zo vaak op STRAIGHT (EFFECT) tot
u “4 Ω MIN” heeft geselecteerd.
Voorpaneel
of
POWER
Afstandsbediening
STRAIGHT
EFFECT
4
2
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Druk op STANDBY/ON om de stroom uit te
schakelen.
STANDBY
/ON
De gemaakte instelling wordt de volgende keer
wanneer u dit toestel aan zet in werking gesteld.
Nederlands
23
AUTO SETUP
AUTO SETUP
Inleiding
Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u
zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en
waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op
dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken.
Optimalisatie-microfoon setup
1
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
Opmerkingen
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
PROGRAM
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische
setup luide testtonen worden geproduceerd.
• Als de automatische setup stopt en er een foutmelding op het
scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van
problemen op bladzijde 28 te volgen.
YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste
instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van
uw systeem.
WIRING:
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de
polariteit van elk van de luidsprekers.
SIZE:
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de crossover/hoge afsnijfrequentie in
voor de subwoofer om de weergave van de luidsprekers in
relatie tot de subwoofer te verbeteren.
DISTANCE:
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de juiste vertraging in voor elk kanaal
zodat het geluid uit alle luidsprekers op hetzelfde moment
aankomt op de luisterplek.
EQUALIZING:
Stel de frequenties en de niveaus in via de parametrische
equalizers voor de diverse kanalen om interferentie tussen
de kanalen te verminderen en een samenhangend
geluidsveld te creëren. Dit is vooral belangrijk wanneer u
verschillende merken of afmetingen luidsprekers door
elkaar gebruikt of een kamer heeft met afwijkende
akoestische karakteristieken.
De YPAO ijking maakt gebruik van drie parameters
(frequentie, niveau en Q-factor) voor elk van de zeven
banden in de parametrische equalizer voor een zeer
precieze en automatische afregeling van de
frequentiekarakteristieken.
LEVEL:
Controleert en regelt het geluidsniveau (volume) voor elk
van de luidsprekers.
24
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
STANDBY
/ON
EFFECT
SILENT CINEMA
Opmerkingen
• Nadat u de automatische setup heeft afgemaakt moet u de
optimalisatie-microfoon weer losmaken.
• De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
– Houd hem daarom uit direct zonlicht.
– Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen.
2
Plaats de optimalisatie-microfoon op een
vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven op uw
normale luisterplek.
Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden
wanneer u op uw luisterplek zit.
Opstelling optimalisatie-microfoon
AUTO SETUP
Beginnen van de setup
5
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup
(YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
Druk op u / d, selecteer SETUP en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
1 AUTO:MENU
y
p
Als het volume en de crossover/hoge afsnijfrequentie van uw
subwoofer apart ingesteld kunnen worden, zet het volume dan
tussen de 9 en 11 uur stand (bij een draaiknop) en zet de
crossover/hoge afsnijfrequentie zo hoog mogelijk.
AUTO
RELOAD
MIN
MAX
50Hz
150Hz
Subwoofer
1
2
UNDO
Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
Controleer of het OSD (in-beeld display) inderdaad
wordt weergegeven.
DEFAULT
Druk op AMP.
Om de automatische setup uit te voeren
(YPAO).
Om de instellingen van de laatst
uitgevoerde automatische setup
(YPAO) opnieuw te laden en zo
handmatige wijzigingen ongedaan te
maken.
Om de laatst uitgevoerde automatische
setup (YPAO) ongedaan te maken en
de vorige instellingen te herstellen.
Om de setup parameters terug te zetten
op de fabrieksinstellingen (standaard).
VOORBEREIDINGEN
CROSSOVER/
HIGH CUT
VOLUME
p
. SETUP;;;;;;;AUTO
START
Automatic
processing
of all items
[ ]/[ ]:Up/Down
[<]/[>]:Select
y
AMP
U kunt alleen RELOAD of UNDO kiezen wanneer u al een
keer de automatische setup heeft gedaan.
3
6
Druk op SET MENU.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
y
Wanneer MEMORY GUARD is ingesteld op ON,
kunt u geen andere SET MENU items meer selecteren
(zie bladzijde 63).
4
SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
;SIGNAL INFO.
ENTER
A-E/CAT.
p
PRESET/CH
1 AUTO:MENU
SETUP;;;;;;;AUTO
.START
Automatic
processing
of all items
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Start
p
Druk op u / d, selecteer AUTO SETUP en
druk vervolgens op ENTER.
Druk op d, selecteer “START” en druk
vervolgens op ENTER om de setup
procedure te laten beginnen.
Het scherm zal al volgt veranderen.
2 AUTO:CHECK
A/B/C/D/E
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
INITIALZING
.
WIRING
.SIZE/DISTANCE
.EQUALIZING
.LEVEL
CHECK CH=CENTER
|||||;;;;;;;;
[]:Exit
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
RESULT:EXIT
Nederlands
A-E/CAT.
p
p
.WARNING (3)
RESULT
SP :
5/4/0.1
DIST: 10.0/ 12.0ft
LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
25
AUTO SETUP
De resultaten zoals getoond op het RESULT:EXIT
scherm zijn als volgt:
SP
DIST
Druk op u / d / j / i, selecteer RETRY of EXIT en
druk dan op ENTER.
ERROR
.E-9:USER CANCEL
.
.Don't operate
.any function.
RETRY
EXIT
• Als u bij stap 5 AUTO heeft geselecteerd, zal
“WAITING” verschijnen wanneer de automatische
setup wordt begonnen, waarna elk van de luidsprekers
op zijn eigen beurt luide testtonen zal produceren.
• Als u bij stap 5 DEFAULT, RELOAD of UNDO
heeft geselecteerd zullen er geen testtonen worden
geproduceerd.
• Als er een ERROR scherm verschijnt, raadpleeg dan
“Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 26.
• Als er een WARNING scherm verschijnt,
raadpleeg dan “Als er een foutmelding verschijnt”
op bladzijde 27.
y
U kunt gedetailleerde resultaten bekijken door met d en ENTER
“RESULT” te selecteren. Op het scherm met de gedetailleerde
resultaten kunt u door de informatie bladeren met u / d / j / i.
7
Gebruik j / i om SET of CANCEL te
selecteren en druk vervolgens op ENTER om
terug te keren naar het SET MENU scherm.
RESULT:EXIT
SET
CANCEL
p
p
WARNING (3)
RESULT
SP :
5/4/0.1
DIST: 10.0/ 12.0ft
LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Om de instellingen van de automatische
setup (YPAO) definitief te maken.
Om de automatische setup (YPAO) te
annuleren zonder wijzigingen aan te
brengen.
y
Als u niet tevreden bent met het resultaat, of als u met de hand
bepaalde instellingen wilt wijzigen, kunt u de handmatige setup
gebruiken (zie bladzijde 52).
Opmerkingen
• Als de melding E-10 verschijnt tijdens het testen, dient u de
procedure opnieuw op te starten vanaf stap 3.
• Druk op u om de automatische setup te annuleren voordat deze
klaar is.
26
p
.>RETRYEXIT
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
LVL
Het aantal aangesloten luidsprekers in
deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
De afstand van de luidsprekers tot dit
toestel in deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/Grootste
luidsprekerafstand
De uitgangsniveaus van de luidsprekers
in deze volgorde:
Laagste uitgangsniveau/Hoogste
uitgangsniveau
■ Als er een foutmelding verschijnt
Om de automatische setup opnieuw te
proberen.
Om de automatische setup te verlaten.
AUTO SETUP
■ Als er een foutmelding verschijnt
1
Druk op ENTER om gedetailleerde informatie
over de waarschuwing te laten zien.
Druk op j / i om eventueel te schakelen tussen de
verschillende meldingen.
RESULT:EXIT
VOORBEREIDINGEN
p
p
.WARNING (3)
RESULT
SP :
5/4/0.1
DIST: 10.0/ 12.0ft
LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
WARNING:W-1
.<OUT OF PHASE>
.Reverse Channel
.FL
__
.CENTER
.PL
PR
.SL
SR
.SBL
SBR
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
W-1 voorbeeldscherm
Zie zie bladzijde 29 voor details omtrent de diverse
meldingen.
y
• Waarschuwingen stellen u in kennis van potentiële
problemen die tijdens de automatische setup zijn
gedetecteerd. Waarschuwingen zullen de automatische
setup niet annuleren.
• Het aantal waarschuwingen wordt rechts naast
“WARNING” getoond.
• Wanneer de waarschuwing niet geldt voor een bepaalde
luidspreker, zal “– –” worden getoond.
2
Wanneer u klaar bent, kunt u met ENTER
terugkeren naar het RESULT:EXIT scherm.
Ga door vanaf stap 7 op bladzijde 26.
Opmerkingen
Nederlands
• Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers,
de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u de automatische setup opnieuw uitvoeren
om uw systeem opnieuw te optimaliseren.
• Afhankelijk van de luisteromgeving zal SWFR PHASE:REV
verschijnen in AUTO:CHECK en zal de SUBWOOFER
PHASE parameter in het SET MENU (zie bladzijde 58)
automatisch op REVERSE worden ingesteld. Om de gewenste
instelling te selecteren dient u de SUBWOOFER PHASE
parameter het SET MENU te wijzigen.
• Bij de DISTANCE resultaten kan de getoonde afstand groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken
van uw subwoofer.
27
AUTO SETUP
■
Oplossen van problemen met de automatische setup
Voor de automatische setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Connect MIC
De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten.
• Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
Unplug HP
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
• Maak de hoofdtelefoon los.
Fouten tijdens de automatische setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaal signalen
gedetecteerd.
• Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A/B.
• Controleer de aansluitingen van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
• Zet de externe versterker aan (indien de signalen voor
de voor-luidsprekers via een externe versterker
worden weergegeven).
E-2:NO SURR. SP
Er wordt alleen één surroundkanaal
gedetecteerd.
• Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker.
E-3:NO PRES. SP
Er wordt alleen één aanwezigheidskanaal
gedetecteerd.
• Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
E-4:SBR->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
• Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT
SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
E-5:NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond.
• Probeer de automatische setup opnieuw wanneer het
stiller is.
• Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners (enz.) uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatie-microfoon.
E-6:CHECK SUR.
Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten,
maar geen L/R surround-luidsprekers.
• Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u een of
meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
• Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker.
E-7:NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de automatische setup.
• Raak de optimalisatie-microfoon niet aan tijdens de
automatische setup.
E-8:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen
detecteren.
• Controleer de instelling van de microfoon.
• Controleer de aansluiting en de opstelling van de
microfoon.
E-9:USER CANCEL
De automatische setup is geannuleerd door iets
dat de gebruiker gedaan heeft.
• Voer de automatische setup opnieuw uit. Raak tijdens
de automatische setup VOLUME (enz.) niet aan.
E-10:INTERNAL
ERROR
Er is een DSP communicatiefout of andere
complicatie opgetreden.
• Voer de automatische setup opnieuw uit.
28
AUTO SETUP
Waarschuwingen na de automatische setup
Druk op j / i om gedetailleerde informatie over individuele waarschuwingen te laten zien.
Waarschuwing
Oorzaak
Oplossing
De polariteit van de luidspreker is niet correct.
Deze melding kan, afhankelijk van de
luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
• Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ / –).
W-2:OVER 24m
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is 24 m of meer.
• Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
• Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ / –).
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen niveaucorrectie
gemaakt.)
• Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle
luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden
verkeren.
• Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ / –).
• Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit en
vergelijkbaar vermogen.
• Als de ERROR of WARNING schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens
de automatische setup opnieuw uit te voeren.
• Als de waarschuwing W-1 verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
• Als de waarschuwingen W-2 of W-3 verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
• Als foutmelding E-10 herhaaldelijk verschijnt dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
VOORBEREIDINGEN
W-1:OUT OF PHASE
Nederlands
29
WEERGAVE
WEERGAVE
Basisbediening
4
INPUT
VOLUME
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L MONO
Selecteer de signaalbron.
Gebruik INPUT (of druk op de ingangskeuzetoetsen
op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
te selecteren.
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
of
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
AMP
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
Voorpaneel
1
3
7
CODE SET
1
4
6
De naam van de geselecteerde signaalbron en de
ingangsfunctie worden een paar seconden lang op het
display en het beeldscherm getoond.
TRANSMIT
6
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
STANDBY
POWER
TUNER
SLEEP
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
VOLUME
DVR/VCR2
4
3,7
DVD
DTV/CBL
VCR 1
DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
V-AUX
STEREO
MUSIC
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
ENTERTAIN
MOVIE
3
4
EXTD SUR. PURE DIRECT
A SPEAKERS B
VOLUME
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
PHONO
SP
A
MUTE
9
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
dB
L
R
7
Geselecteerde signaalbron
ENT.
EFFECT
PRESET/CH
1
VCR1
VOLUME
MULTI CH IN
AMP
Afstandsbediening
3
Ingangsfunctie
5
Start de weergave of stem af op een zender
op de broncomponent.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
6
Zet het volume op het gewenste niveau.
Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM
POWER op de afstandsbediening) om dit
toestel aan te zetten.
SYSTEM
POWER
STANDBY
/ON
of
VOLUME
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
2
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
3
Druk op SPEAKERS A of B (of druk op AMP
om de AMP stand te selecteren en druk
vervolgens op SPEAKERS A of B op de
afstandsbediening).
Met elke druk op de toets wordt de bijbehorende set
luidsprekers in- of uitgeschakeld.
SPEAKERS
B
A
of
Voorpaneel
30
AMP
A SPEAKERS B
9
Afstandsbediening
0
Voorpaneel
VOLUME
Afstandsbediening
WEERGAVE
■ Toonregeling
7
Kies, indien gewenst, een
geluidsveldprogramma.
Gebruik PROGRAM (of druk op AMP om de AMP
stand in te schakelen en druk vervolgens
herhaaldelijk op een geluidsveldprogrammatoets) om
een geluidsveldprogramma te selecteren. Zie
bladzijde 48 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
PROGRAM
Voorpaneel
of
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
A SPEAKERS B
9
0
EXTD SUR. PURE DIRECT
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
y
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon
worden apart opgeslagen.
ENT.
EFFECT
Afstandsbediening
■ Luisteren met een hoofdtelefoon
(“SILENT CINEMA”)
De “SILENT CINEMA” functie stelt u in staat naar
multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief
Dolby Digital en DTS surroundmateriaal, te luisteren met
een normale hoofdtelefoon. “SILENT CINEMA” wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met
de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s.
Indien ingeschakeld zal de “SILENT CINEMA” indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• Dit toestel kan niet overschakelen naar de “SILENT CINEMA”
functie wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
• “SILENT CINEMA” staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT of 2ch Stereo is geselecteerd, of wanneer de
STRAIGHT functie is ingeschakeld.
Opmerkingen
• TONE CONTROL werkt niet bij weergave via de PURE
DIRECT functie, of wanneer MULTI CH INPUT is
geselecteerd (bladzijde 32).
• Wanneer TONE BYPASS op “AUTO” staat (bladzijde 60) en
BASS of TREBLE op 0 dB wordt gezet, zal het audiosignaal
automatisch de toonregelingsschakelingen van dit toestel
onveranderd passeren.
BASISBEDIENING
STEREO
AMP
U kunt de tonale kwaliteit regelen
TONE CONTROL
van de weergave via uw
subwoofer, uw linker en rechter
voor-luidsprekers, uw middenluidspreker of uw hoofdtelefoon
(indien aangesloten).
PROGRAM
Druk herhaaldelijk op TONE
CONTROL op het voorpaneel,
kies tussen TREBLE (hoge
tonen) en BASS (lage tonen) en
daai vervolgens PROGRAM naar
rechts of naar links om de
gekozen tonen te versterken of te verzwakken.
• Selecteer TREBLE om de weergave van de hoge tonen
te regelen.
• Selecteer BASS om de weergave van de lage tonen te
regelen.
■ Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de
afstandsbediening. De MUTE indicator
MUTE
gaat knipperen op het display op het
voorpaneel.
Druk nog eens op MUTE om de
geluidsweergave te hervatten (of druk
op VOLUME –/+). De MUTE indicator zal van het
display verdwijnen.
y
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt (zie
bladzijde 60).
Nederlands
31
WEERGAVE
■ Selecteren MULTI CH INPUT
Druk op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) zodat “MULTI CH INPUT” op het
display op het voorpaneel en op de videomonitor
verschijnt.
MULTI CH
INPUT
Selecteren van
geluidsveldprogramma’s
■ Bediening via het voorpaneel
MULTI CH IN
of
VOLUME
Voorpaneel
Afstandsbediening
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
LEVEL
EDIT
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L MONO
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
MULTI CH INPUT
PROGRAM
Opmerking
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan
er geen andere signaalbron worden weergegeven. Om een andere
signaalbron te selecteren met INPUT (of één van de
ingangskeuzetoetsen), dient u op MULTI CH INPUT (of MULTI
CH IN op de afstandsbediening) te drukken zodat de melding
“MULTI CH INPUT” van het display op het voorpaneel
verdwijnt.
Verdraai PROGRAM om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen
op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm.
PROGRAM
■ Afspelen van video op de achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
PHONO
VOLUME
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
AMP
Audiobronnen
Videobronnen
Opmerking
Als u het geluid van de MULTI CH INPUT aansluitingen wilt
laten weergeven met een videobron, moet u eerst de videobron
selecteren en vervolgens op MULTI CH INPUT (of MULTI CH
IN op de afstandsbediening) drukken.
32
SP
A
HiFi DSP
TV Sports
Programmanaam
dB
L
R
WEERGAVE
■ Afstandsbediening
CODE SET
TRANSMIT
■ Genieten van multikanaals materiaal
Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten, kunt
u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby
Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
VOLUME
SYSTEM
AMP
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
MUTE
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
AMP
EXTD SUR. PURE DIRECT
A SPEAKERS B
9
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
ENT.
EFFECT
TV VOL
TV MUTE
TV CH
VOLUME
LEVEL
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
TV INPUT
ENTER
Druk op AMP om de AMP bedieningsfunctie in te
schakelen en druk vervolgens op EXTD SUR. op
de afstandsbediening om te schakelen tussen
5.1- en 6.1/7.1-kanaals weergave.
EXTD SUR.
AMP
Druk op AMP om de AMP stand in te schakelen
en druk vervolgens net zo vaak op één van de
toetsen voor de geluidsveldprogramma’s tot u
het gewenste programma geselecteerd heeft.
De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen
op het display op het voorpaneel.
STEREO
MUSIC
1
2
STANDARD
SELECT
5
6
ENTERTAIN
MOVIE
3
4
7
Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer
PLIIxMusic (enz.) wordt getoond.
PRESET/CH
AMP
7
8
NIGHT
STRAIGHT
ENTER
A SPEAKERS B
9
0
10
A-E/CAT.
ENT.
A/B/C/D/E
EFFECT
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
PHONO
VOLUME
SP
A
HiFi DSP
TV Sports
dB
L
R
Programmanaam
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op
basis van de naam van het programma.
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt
wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd.
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz
(met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden
teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s
op kunnen worden toegepast.
Automatisch (AUTO)
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via
6.1/7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via
6.1/7.1 kanalen worden weergegeven.
BASISBEDIENING
EXTD SUR. PURE DIRECT
Decoders (selecteren met j / i)
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden.
PLIIxMovie
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
7.1 kanalen met de Pro Logic IIx movie decoder.
PLIIxMusic
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic IIx music decoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1
kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
DTS signalen worden weergegeven via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
y
Wanneer “SUR. B L/R SP” op SMLx1 of LRGx1 (zie bladzijde 57)
is ingesteld, zal het surround achterkanaal worden gereproduceerd
via de linker SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen.
33
Nederlands
Uit (OFF)
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te
creëren.
WEERGAVE
Wanneer u het SUR. STANDARD programma
selecteert:
Opmerkingen
• Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (PLIIx Movie, PLIIx
Music, EX/ES of EX) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk,
ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– Wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 56) of “SUR. B L/R
SP” (zie bladzijde 57) op NONE staat.
– Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– Wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
– Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– Wanneer u “2ch Stereo” of PURE DIRECT heeft
geselecteerd.
• Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar AUTO.
• De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B L/R SP” op NONE is ingesteld (zie bladzijde 57).
• PLIIxMovie kan niet worden geselecteerd wanneer “SUR. B L/
R SP” op SMLx1 of LRGx1 (zie bladzijde 57) is ingesteld.
■ Genieten van surroundweergave van
2-kanaals materiaal
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Druk op AMP om de AMP functie te selecteren en
druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op
de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de SUR. STANDARD en SUR.
ENHANCED programma’s.
STANDARD
AMP
5
Of druk op MOVIE om het MOVIE THEATER
programma te selecteren.
MOVIE
4
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal.
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekmateriaal.
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor spelmateriaal.
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal.
PLIIx Music
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor muziekmateriaal.
PLIIx Game
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor spelmateriaal.
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Wanneer u het SUR. ENHANCED of MOVIE
THEATER programma selecteert:
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal.
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal.
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de afstandsbediening
wanneer het decodertype al op het verkorte display wordt
getoond.
Opmerking
Druk op SELECT op de afstandsbediening om de
decoder te selecteren.
SELECT
6
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het
materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
34
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B L/R SP” op NONE is ingesteld (zie de bladzijden 57).
WEERGAVE
■ Luisteren naar High Fidelity
stereoweergave (PURE DIRECT)
■ Middernacht luisterfunctie
PURE DIRECT stelt u in staat de decoders en DSP
processors van dit toestel te passeren en de
videoschakelingen en het display op het voorpaneel uit te
schakelen zodat u de meest natuurgetrouwe weergave
verkrijgt van analoge en PCM bronmateriaal.
Druk op PURE DIRECT (of druk op AMP om de
AMP stand te selecteren en vervolgens op PURE
DIRECT op de afstandsbediening) om de PURE
DIRECT functie te selecteren.
De indicator rond de toets op het voorpaneel licht op.
PURE DIRECT
AMP
of
Voorpaneel
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren,
toch alles te kunnen verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of
NIGHT:MUSIC afhankelijk van wat voor materiaal u gaat
afspelen.
Druk op AMP om de AMP functie te selecteren en
druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de
afstandsbediening om te kiezen tussen de
bioscoop- (Cinema) of muziekstand (Music).
De NIGHT indicator zal oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de middernacht luisterfunctie is
ingeschakeld.
PURE DIRECT
NIGHT
AMP
8
10
Afstandsbediening
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Druk nog eens op PURE DIRECT om de functie te
annuleren.
De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit en de
oorspronkelijke instellingen worden hersteld.
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in deze stand.
• Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de
corresponderende analoge signaalbron.
• Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in
de PURE DIRECT functie:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– weergeven van het OSD (in-beeld display)
– wijzigen van SET MENU instellingen
– alle videofuncties (video-conversie enz.)
• PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer het
toestel uit (standby) wordt gezet.
Druk op j / i om het effectniveau in te stellen
terwijl NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC getoond
wordt.
Hiermee kunt u regelen hoeveel het dynamisch bereik
wordt gecomprimeerd.
BASISBEDIENING
y
• Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een film
gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack
te verminderen en de gesproken tekst beter
verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
• Selecteer OFF als u deze functie niet wilt gebruiken.
PRESET/CH
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
• Selecteer MIN voor minimale compressie.
• Selecteer MID voor standaard compressie.
• Selecteer MAX voor maximale compressie.
y
De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen worden
apart opgeslagen.
Opmerkingen
35
Nederlands
• U kunt de middernacht luisterfuncties niet gebruiken met PURE
DIRECT of MULTI CH INPUT (ook al licht de NIGHT
indicator op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd).
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
WEERGAVE
■ Terugmengen naar 2 kanalen
U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren als
2-kanaals stereoweergave.
Verdraai PROGRAM (of druk op AMP om de AMP
stand te selecteren en vervolgens op STEREO op
de afstandsbediening) om 2ch Stereo te selecteren.
Selecteren van ingangsfuncties
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt
gebruiken.
1
PROGRAM
AMP
of
Voorpaneel
STEREO
Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron
te selecteren.
1
INPUT
Afstandsbediening
Voorpaneel
2ch Stereo
2
y
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
SWFR of BOTH is ingesteld bij “BASS OUT”.
■ Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen
Druk op INPUT MODE om de ingangsfunctie
te selecteren.
In de meeste gevallen kunt u gewoon AUTO
gebruiken.
INPUT MODE
In de STRAIGHT functie zal tweekanaals stereomateriaal alleen
via de linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven.
Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen
worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
Voorpaneel
Druk op STRAIGHT (of druk op AMP om de AMP
stand te selecteren en vervolgens op STRAIGHT op
de afstandsbediening) om STRAIGHT te selecteren.
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
PHONO
VOLUME
SP
A
dB
L
STRAIGHT
AMP
ENT.
of
Signaalbron
EFFECT
EFFECT
Voorpaneel
Afstandsbediening
AUTO
STRAIGHT
DTS
Druk nog eens op STRAIGHT (EFFECT) zodat
“STRAIGHT” verdwijnt van het display wanneer u de
geluidseffecten weer wilt inschakelen.
■ Virtual CINEMA DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP” op NONE (zie bladzijde 56), zal Virtual
CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u
een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking
treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op NONE (zie bladzijde 56):
– Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron.
– Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
36
R
STRAIGHT
ANALOG
Ingangsfunctie
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
1) Digitale signalen*
2) Analoge signalen
Alleen DTS gecodeerde digitale
signalen zullen worden geselecteerd.
Als er geen DTS signalen
binnenkomen, zal er geen geluid
worden weergegeven.
Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
* Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal er automatisch worden overgeschakeld
naar de bijbehorende decoder.
y
U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen
(zie bladzijde 62).
WEERGAVE
Opmerkingen
3
• Wanneer er een DTS-CD/LD wordt afgespeeld, moet u INPUT
MODE op DTS instellen.
• Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of
andere manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk
het DTS signaal te decoderen, ook al bestaat er een voor de
speler in kwestie geschikte digitale verbinding tussen de speler
en dit toestel.
Druk op u / d om de volgende informatie
over het ingangssignaal te laten verschijnen.
PRESET/CH
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
■ Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt het type, de formattering en de
bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal
laten zien.
1
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
AMP
Druk op AMP om de AMP bedieningsfunctie
in te schakelen en druk vervolgens op
STRAIGHT zodat “STRAIGHT” op het display
verschijnt.
STRAIGHT
AMP
vervolgens
ENT.
EFFECT
BASISBEDIENING
2
Selecteer de signaalbron.
(Formattering) De formattering van het signaal wordt
getoond. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt
er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
in
Aantal bronkanalen in het
ingangssignaal. Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3
voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond
als “3/2/LFE”.
fs
Bemonsteringsfrequentie. Wanneer
het toestel de bemonsteringsfrequentie
niet kan bepalen, zal “Unknown”
verschijnen.
rate
Bitsnelheid. Wanneer het toestel de
bitsnelheid niet kan bepalen, zal
“Unknown” verschijnen.
flg
Signalering (vlag) die in DTS of
Dolby Digital signalen is
meegecodeerd en die dit toestel in
staat stelt automatisch van decoder te
wisselen.
STRAIGHT
Nederlands
37
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Automatisch en handmatig
afstemmen
3
U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender:
automatisch of met de hand.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L
MONO) zodat de AUTO indicator op het
display oplicht.
TUNING MODE
AUTO
Licht op
AUTO/MAN'L
MONO
DISPLAY
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
■ Automatisch afstemmen
PRESET/TUNING
VOLUME
EDIT
SEARCH
MODE
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
MEMORY
TUNING MODE
NEXT
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L MONO
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
R/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
AUTO TUNED
SP
A
3 2
1
4
1
3
Verdraai INPUT om TUNER als signaalbron te
selecteren.
INPUT
4
Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
2
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
R/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
AUTO TUNED
SP
A
FM/AM
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de
TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
FM
38
of
AM
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
■ Handmatig afstemmen
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig
afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van
de ontvangst te verbeteren.
1
Selecteer TUNER en de gewenste radioband
volgens de stappen 1 en 2 onder
“Automatisch afstemmen”.
2
Druk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van
het display verdwijnt.
Zenders voorprogrammeren
■ Automatisch voorprogrammeren van FM
zenders
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het
toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een
goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een
maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8).
U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
VOLUME
TUNING MODE
AUTO
OPTIMIZER MIC
Verdwijnt
AUTO/MAN'L
MONO
DISPLAY
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
SEARCH
EDITMODE
XIM
CATEGORY
NEXT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
MONO
DISPLAY
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
1
3
BASISBEDIENING
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
2
PRESET/TUNING
1
EDIT
SEARCH
MODE
Druk op FM/AM en selecteer de FM band.
FM/AM
R/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
FM
TUNER
AUTO TUNED
SP
A
2
3
Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt
l PRESET/TUNING h
om de frequentie
doorlopend te laten
veranderen.
Druk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator op
het display oplicht.
TUNING MODE
AUTO
Licht op
AUTO/MAN'L
MONO
DISPLAY
LEVEL
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
PRESET/TUNING
EDIT
SEARCH
MODE
R/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
AUTO TUNED
SP
A
Nederlands
39
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
■ Zenders handmatig voorprogrammeren
3
Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer en de MEMORY en AUTO
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden
zal het automatisch voorprogrammeren beginnen
vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties.
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (8 zenders
in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren.
VOLUME
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
SEARCH
EDITMODE
XIM
NEXT
CATEGORY
l PRESET/TUNING h
LEVEL
PROGRAM
PHONES
MEMORY
SPEAKERS
A
B
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
DISPLAYMONO
INPUT
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
MAN'L/AUTO FM
3 4
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
AUTO TUNED
CD
MEMORY
2,5
PHONO
VOLUME
SP
A
dB
L
R
1
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde
zender op het display getoond worden.
Stem af op een zender.
Zie bladzijde 38 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
TUNED
PHONO
VOLUME
SP
A
dB
Opmerkingen
• Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch
voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden worden.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen bij mono-ontvangst en kunt u de zender opslaan via de
procedure onder “Zenders handmatig voorprogrammeren”.
L
R
Wanneer er is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display getoond
worden.
2
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer
5 seconden lang.
MEMORY
MEMORY
Andere mogelijkheden bij het automatisch
voorprogrammeren:
U kunt instellen vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
FM zenders zal opslaan en/of beginnen met zoeken in
lagere frequenties.
Nadat u bij stap 3 op MEMORY heeft gedrukt:
1 Druk op A/B/C/D/E en dan op PRESET/TUNING l / h
om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de
eerst gevonden zender zal worden opgeslagen. Het
automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
1 Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele
punt (:) te laten verdwijnen en druk dan op PRESET/
TUNING l om te zoeken in lagere frequenties.
MAN'L/AUTO FM
Knippert
3
Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert,
net zo vaak op A/B/C/D/E (NEXT) tot u de
gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) heeft
geselecteerd.
De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
A/B/C/D/E
NEXT
CATEGORY
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het stopcontact
is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk wordt
onderbroken door een stroomstoring. Wanneer echter de
stroomvoorziening langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de voorkeuzezenders gewist worden. In een
dergelijk geval zult u de zenders opnieuw op één van de
aangegeven manieren moeten opslaan.
40
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
CD
MEMORY
PHONO
VOLUME
SP
A
dB
L
Voorkeuzegroep
R
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
4
Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
VOLUME
OPTIMIZER MIC
l PRESET/TUNING h
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
EDIT
SEARCH
MODE
XIM
NEXT
CATEGORY
LEVEL
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
DISPLAYMONO
INPUT
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
LEVEL
SILENT CINEMA
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
CD
MEMORY
1 2
PHONO
VOLUME
SP
A
dB
L
R
A SPEAKERS B
9
NIGHT
0
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
LEVEL
PRESET/CH
TITLE
SET MENU
MENU
BAND
1
SRCH MODE
Voorkeuzenummer
ENTER
A/B/C/D/E
DISPLAY
ON SCREEN
2
REC
AUDIO
5
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
De radioband en de
MEMORY
frequentie voor deze zender
verschijnen op het display,
samen met de door u
geselecteerde
voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
MAN'L/AUTO FM
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
CD
MEMORY
PHONO
VOLUME
SP
A
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
1
Druk op A/B/C/D/E (NEXT) (of A/B/C/D/E i op
de afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzegroep te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
dB
L
R
Laat zien dat de getoonde zender is opgeslagen als
C3.
PRESET/CH
A/B/C/D/E
of
ENTER
NEXT
CATEGORY
A-E/CAT.
Voorpaneel
6
BASISBEDIENING
A-E/CAT.
RETURN
MEMORY
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Opmerkingen
• Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Nederlands
41
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
2
Druk op PRESET/TUNING l / h ( of
PRESET/CH u / d op de afstandsbediening)
om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie, en de TUNED
indicator zal oplichten.
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender
“A5”.
VOLUME
PRESET/CH
OPTIMIZER MIC
l PRESET/TUNING h
of
LEVEL
VCR1
ENTER
FM/AM
A/B/C/D/E
SEARCH
MODE
EDIT
XIM
CATEGORY
NEXT
DTV/CBL
STRAIGHT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
DISPLAYMONO
AUTO/MAN'L
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
DVD
MD/CD-R
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
EFFECT
SILENT CINEMA
A/B/C/D/E
2,4
Afstandsbediening
V-AUX
SPEAKERS
A
B
STANDBY
/ON
A-E/CAT.
Voorpaneel
DVR/VCR2
PRESET/TUNING
PROGRAM
PHONES
TUNER
1,3 1,3
1
Selecteer voorkeuzezender “E1”.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”.
2
Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
CD
TUNED
SP
A
PRESET/TUNING
EDIT
SEARCH
MODE
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
SP
A
42
CD
MEMORY
OPTICAL
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
3
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
CATEGORY
LEVEL
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
TUNED
CD
MEMORY
SP
A
Ontvangen van Radio Data
Systeem zenders
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door
FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data
Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY
(Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
■ PS (Programma Service naam) functie
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
■ PTY (Programmatype) functie
4
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15
soorten programma’s.
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Pop
ROCK M
Rock
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
BASISBEDIENING
Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT).
De zenders onder de twee voorkeuzenummers
worden nu omgewisseld.
PRESET/TUNING
EDIT
SEARCH
MODE
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
TUNED
SP
A
■ RT (Radio Tekst) functie
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk,
naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender
waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke
tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond.
Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens,
zullen deze worden aangegeven met een streepje (_).
■ CT (Klok Tijd) functie
■ EON (Enhanced Other Networks;
Verbeterde service andere netwerken)
Zie “De EON functie” op bladzijde 46.
43
Nederlands
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT” verschijnen.
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Overschakelen naar een bepaalde
Radio Data Systeem functie
Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem
gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of
CT indicators die corresponderen met de Radio Data
Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd
worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1
Druk op TUNER op de afstandsbediening om
dit toestel in de tunerfunctie (radio) te zetten.
TUNER
2
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens te bekijken die worden
verzorgd door de huidige zender.
FREQ/TEXT
PS
Afstandsbediening
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
44
Opmerkingen
• Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem
indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets
kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De
reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante
Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender.
• U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren
die niet worden verzorgd door de zender in kwestie.
• Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met
name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig,
dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is,
terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel
naar behoren functioneren.
• Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal
geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen.
Druk in een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van het display
verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt
overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data
Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de
Radio Data Systeem functie.
• Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden
terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is
het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht
plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op
het display op het voorpaneel verschijnt.
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
De PTY SEEK functie
2
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
Druk op PRESET/TUNING l / h (of op
PRESET/CH u / d op de afstandsbediening)
om het gewenste programmatype te
selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
l PRESET/TUNING h
LEVEL
Voorpaneel
VOLUME
POP M
of
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
MEMORY
TUNING MODE
EDIT
SEARCH
MODE
XIM
NEXT
CATEGORY
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
DISPLAYMONO
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
PRESET/CH
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
ENTER
A/B/C/D/E
2
Afstandsbediening
PRESET/CH
LEVEL
3
SET MENU
TITLE
MENU
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
2
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
1,3
EON
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
1
Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender
gezocht wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken
te annuleren.
BASISBEDIENING
EFFECT
PTY HOLD
MODE
PTY SEEK START
Licht op
Afstandsbediening
Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display op het voorpaneel.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
MODE
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
• Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
PTY SEEK START
Afstandsbediening
Knippert
Nederlands
45
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
■ Annuleren van deze functie
De EON functie
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die
worden uitgezonden door het Radio Data Systeem
zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype
selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit
toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio
Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste
type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en
overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de
uitzending van het gewenste soort programma begint.
A-E/CAT.
RETURN
DISPLAY
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
EON
2
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
Opmerking
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1
Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te
stemmen op een andere Radio Data Systeem zender
waarbij de EON indicator wel gaat branden.
2
Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS of
SPORT) te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
EON
Afstandsbediening
• Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. (De EON indicator knippert.)
• Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
46
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer op het display op het voorpaneel staat.
OPNEMEN
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te
worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg
eventueel de handleidingen van de betreffende
componenten.
VOLUME
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
SEARCH
EDITMODE
XIM
CATEGORY
NEXT
l PRESET/TUNING h
LEVEL
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
DISPLAYMONO
AUTO/MAN'L
INPUT
STRAIGHT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
1
2
CODE SET
TRANSMIT
2
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
1
AMP
VOLUME
1
Zet dit toestel en alle aangesloten
componenten aan.
2
Selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
INPUT
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
of
Voorpaneel
BASISBEDIENING
SYSTEM
STANDBY
POWER
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen
tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De instellingen van TONE CONTROL, VOLUME,
“SPEAKER LEVEL” (bladzijde 58) en eventuele
geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron
via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• S-video- en composiet videosignalen worden gescheiden
verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of
kopiëren van videosignalen van een component die alleen is
aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een
composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of
alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT
aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen
gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (L/R)
aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen niet
gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw
signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten,
kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen
opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via
hetzelfde REC OUT kanaal. (Het ingangssignaal van VCR 1 IN
wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via VCR 1 OUT.)
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in
het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van
platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk
beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal
rustende rechten.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede of
gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het
materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze
signalen de weergave zelf storen.
AMP
Afstandsbediening
3
Start de weergave (of stem af op een zender)
op de broncomponent.
4
Start de opname op de opnemende
component.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
■ Speciale overwegingen bij het opnemen
van DTS materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
probeert digitale opnamen te maken van de DTS
bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit
toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen,
moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u
de volgende instellingen te verrichten.
Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en
met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u
de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te
stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Nederlands
47
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s zijn preciese digitale nabootsingen van de werkelijke
akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de
ingangsfunctie op AUTO (zie bladzijde 36) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het
binnenkomende ingangssignaal.
Opmerkingen
• De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de
weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma.
Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
De manier waarop een programma geselecteerd kan worden hangt mede af van het type
geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s verwijzen
we u naar “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 32 t/m 36.
Toets
afstandsbediening
Programma
Kenmerken
1
STEREO:
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts) of geeft
2-kanaals materiaal onveranderd weer.
2
MUSIC:
POP/ROCK
Dit programma produceert een enthousiaste atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u
echt bij een jazz of rock concert bent.
ENTERTAINMENT: Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is, zorgt het surround geluidsveld
voor de akoestiek van een grote concertzaal. Dit effect verbetert de
TV Sports
geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, amusementsshows,
muziek- en sportprogramma’s.
3
ENTERTAINMENT: Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals
oude films). Het programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook
Mono Movie
alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
ENTERTAINMENT: Dit programma geeft de geluidsweergave bij videospelletjes een diepe en
ruimtelijke dimensie.
Game
48
Bronnen
MULTI
2-CH
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Toets
afstandsbediening
Programma
Kenmerken
Bronnen
MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld,
zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en
Spectacle
gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt
lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd
videomateriaal (vooral groots opgezette films).
MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van
gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction
Sci-Fi
4
films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de
koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele
geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat
gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een preciese reproductie
van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het
Adventure
MULTI
2-CH
geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het
geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van
70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door een
General
zacht en weids geluidsveld.
SUR. STANDARD Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
5
SUR. ENHANCED Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
49
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
De manier waarop een programma geselecteerd kan worden hangt mede af van het type
geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s verwijzen
we u naar “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 32 t/m 36.
Toets
afstandsbediening
1
2
3
Programma
Kenmerken
STEREO:
2ch Stereo
2-kanaals (links en rechts) weergave.
STEREO:
7ch Stereo
Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te geven via alle luidsprekers (in
stereo). Dit geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
MUSIC:
Hall in Vienna
HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen
voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MUSIC:
The Bttm Line
HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in “The
Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300
mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en
levendige weergave.
MUSIC:
The Roxy Thtr
HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige, dynamische
rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de
“hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de
zaal.
ENTERTAINMENT:
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave is
krachtig en zeer geconcentreerd. Het wordt ook gekenmerkt door een grote
energie en directheid.
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
5
50
Bronnen
2-CH
MULTI
2-CH
GEAVANCEERDE BEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
Selecteren van de OSD (in-beeld
display) weergavefunctie
U kunt de bedieningsinformatie van dit toestel op een beeldscherm
laten weergeven. Als u de SET MENU en geluidsveldprogramma
instellingen op een beeldscherm laat weergeven, zijn de
beschikbare mogelijkheden en parameters veel makkelijker af te
lezen dan op het display op het voorpaneel.
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN om de
OSD weergavefunctie te veranderen.
De instelling van de OSD
weergavefunctie verandert als
volgt: volledige weergave, verkorte
weergave en uit.
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit.
■ Instellen van de slaaptimer
CODE SET
TRANSMIT
SYSTEM
STANDBY
POWER
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
2
AMP
DISPLAY
ON SCREEN
Volledige weergave
Laat altijd zowel de geluidsveldprogramma parameter
instellingen zien als de inhoud van het display op het voorpaneel.
Verkorte weergave
Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van het
display op het voorpaneel zien telkens wanneer het toestel
bediend wordt.
TV CH
TV INPUT
VOLUME
1
Selecteer de gewenste signaalbron en start
de weergave op de broncomponent.
2
Druk herhaaldelijk op SLEEP
SLEEP
om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het
display op het voorpaneel als volgt
veranderen. De SLEEP indicator
knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het
instellen bent.
SLEEP 120min
P04 MOVIE THEATER
SLEEP OFF
.General
DSPLEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;15ms
P.ROOMSIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;20ms
S.ROOMSIZE;;1.0
DVR/VCR2
SLEEP 90min
SLEEP 30min
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
SLEEP 60min
MD/CD-R
TUNER
CD
TUNED
SP
A
HiFi DSP
PHONO
VOLUME
SLEEP
dB
P04MOVIETHEATER
General
Volledige weergave
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Display uit
Alleen handelingen met ON SCREEN worden getoond.
Het OSD (in-beeld display) wordt in ieder geval
weergegeven wanneer u SET MENU of de testtoonfunctie
gebruikt, ook al staat OSD op “Display uit”.
TV VOL
TV MUTE
L
R
Verkorte weergave
Opmerkingen
SLEEP indicator
DVR/VCR2
VCR1
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
TUNED
SP
A
TV Sports
PHONO
VOLUME
SLEEP
dB
L
R
Nederlands
• Het OSD signaal wordt niet gereproduceerd via de REC OUT
aansluiting en zal niet worden opgenomen.
• U kunt het OSD aan (grijze achtergrond) of uit zetten wanneer er
geen videobron wordt weergegeven (of wanneer de broncomponent
is uitgeschakeld) via “DISPLAY SET” (zie bladzijde 63).
• Bij component videosignalen zal de “verkorte weergave” niet
worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR
OUT aansluitingen. Om het in-beeld display (OSD) weer te geven
bij een component video-ingangssignaal, dient u de OSD
weergavefunctie in te stellen op “Volledige weergave” en GRAY
BACK onder DISPLAY SET (zie bladzijde 63) op AUTO.
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
51
GEAVANCEERDE BEDIENING
■ Annuleren van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
Na een paar seconden zal “SLEEP OFF” verdwijnen en de
SLEEP indicator uit gaan.
SLEEP
SLEEP OFF
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) het
toestel uit (standby) te zetten.
Handmatig instellen van de
luidsprekersniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Vergeet niet dat hierdoor de instellingen gemaakt via de
“AUTO SETUP” (bladzijde 24) en “SPEAKER LEVEL”
(bladzijde 58) zullen worden vervangen.
VCR 1
DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
AMP
1
VOLUME
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
MUTE
EXTD SUR. PURE DIRECT
A SPEAKERS B
9
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
2
LEVEL
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
ENTER
A-E/CAT.
RETURN
DISPLAY
MEMORY
ON SCREEN
REC
4
A/B/C/D/E
3
1
Druk op AMP.
2
Druk net zo vaak op LEVEL tot u de
luidspreker geselecteerd heeft die u wilt
instellen.
FRONT L
CENTER
FRONT R
SUR.R
SUR.L
SUR.B.R
SUR.B.L
SWFR
PRES.L
PRES.R
Linker voor-luidsprekerniveau
Midden-luidsprekerniveau
Rechter voor-luidsprekerniveau
Rechter surround-luidsprekerniveau
Linker surround-luidsprekerniveau
Rechter surround achter-luidsprekerniveau
Linker surround achter-luidsprekerniveau
Subwooferniveau
Linker aanwezigheidsluidspreker-niveau
Rechter aanwezigheidsluidspreker-niveau
y
Wanneer u op LEVEL heeft gedrukt, kunt u de gewenste
luidspreker ook selecteren met u / d.
3
Druk op j / i om het uitgangsniveau (volume)
van de luidspreker te regelen.
Het instelbereik loopt van +10 dB t/m –10 dB.
4
Druk op ENTER wanneer u klaar bent met
instellen.
y
De handeling kan ook worden uitgevoerd met de
bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk net zo vaak op NEXT
tot u de gewenste luidspreker geselecteerd heeft en druk
vervolgens op LEVEL –/+ om het uitgangsniveau (volume)
daarvan in te stellen.
52
SET MENU
SET MENU
Met behulp van het SET MENU (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ AUTO SETUP
Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker-instellingen de automatische setup zal verrichten en kunt u de automatische
setup in werking stellen (zie bladzijde 24).
■ MANUAL SETUP
Hiermee kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
1 SOUND MENU
Hiermee kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw
systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
y
De meeste instellingen in het SOUND MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de automatische setup (zie bladzijde 24) doet.
U kunt het SOUND MENU gebruiken voor verdere instellingen, maar we raden u aan om toch eerst de automatische setup te doen.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen
en de crossover frequentie.
56
B)SPEAKER LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
58
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
59
D)EQUALIZER
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
59
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
60
F)DYNAMIC RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
60
G)AUDIO SET
Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instelling voor
het passeren van de toonregeling.
60
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
A)I/O ASSIGNMENT Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten.
61
B)INPUT MODE
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
62
C)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
62
D)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
62
GEAVANCEERDE
BEDIENING
2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, de ingangsfunctie selecteren en uw signaalbronnen nieuwe
namen geven.
Nederlands
53
SET MENU
3 OPTION MENU
Wijzigen van de optionele systeeminstellingen.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen.
63
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere SET MENU
instellingen.
63
C)PARAM. INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
64
D)MULTI ZONE SET
Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B
aansluitingen, of hoe de ZONE 2 luidsprekers versterkt worden.
64
■ SIGNAL INFO
Hiermee kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 37).
54
SET MENU
Gebruiken van het SET MENU
4
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
VCR 1
AMP
DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
Druk op ENTER om de MANUAL SETUP te
openen.
1 SOUND MENU zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
;MANUAL SETUP
PRESET/CH
1
.1SOUNDMENU
2INPUTMENU
3OPTIONMENU
VOLUME
ENTER
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
EFFECT
LEVEL
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
2,8
5
Druk op u / d om het gewenste menu te
selecteren.
6
Druk op ENTER om het gewenste menu te
openen.
ENTER
A-E/CAT.
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
EXTD SUR. PURE DIRECT
A SPEAKERS B
9
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
MEMORY
ON SCREEN
REC
AUDIO
3-7
y
• U kunt SET MENU instellingen wijzigen terwijl het toestel aan
het weergeven is.
• Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het
SET MENU, zal het SET MENU worden geannuleerd.
1 SOUND MENU 1/2
PRESET/CH
p
A/B/C/D/E
Opmerking
Sommige SET MENU instellingen kunnen niet worden gewijzigd
terwijl het toestel in de Cinema of Music nacht-luisterfunctie
staat.
7
Druk op AMP.
AMP
2
-+
.FL
FR
C
SET MENU
MENU
• Herhaal deze handeling om de diverse instellingen
te selecteren en te wijzigen.
• Druk op RETURN om terug te keren naar het
vorige menu.
SET MENU
;AUTOSETUP
.;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO.
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
p
p
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
8
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk op u / d en selecteer MANUAL SETUP.
PRESET/CH
Druk op u / d en ENTER om het submenu te
selecteren en gebruik vervolgens u / d om
het gewenste gewenste item te selecteren en
j / i om de instelling van de parameter te
wijzigen.
B)SPEAKER LEVEL
Druk op SET
MENU.
SRCH MODE
3
p
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)EQUALIZER
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
ENTER
A-E/CAT.
1
p
STEREO
p
A-E/CAT.
MUTE
Druk op SET MENU om af te sluiten wanneer
u klaar bent.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
55
Nederlands
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen
gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat.
Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de
stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week
onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
In een dergelijk geval dient u de instellingen opnieuw te maken.
SET MENU
1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertraging in de
videoweergave bij gebruik van LCD schermen of
projectoren. De meeste instellingen in het SOUND
MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de
automatische setup (zie bladzijde 24) doet.
1 SOUND MENU 1/2
p
p
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)EQUALIZER
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Voor-luidsprekers FRONT SP
Keuzes: LARGE, SMALL
Midden-luidspreker CENTER SP
Keuzes: LRG, SML, NONE
CENTER SP
NONE)SMLLRG
• Selecteer LRG als u een grote midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het
middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen.
• Selecteer SML als u een kleine midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer NONE als u geen midden-luidspreker heeft.
Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de
midden-luidspreker naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen.
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: LRG, SML, NONE
SUR. L/R SP
FRONT SP
NONE)SMLLRG
SMALL)LARGE
• Selecteer SMALL als u kleine voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar
de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met
“LFE/BASS OUT”.
• Selecteer LARGE als u grote voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en
rechter voorkanalen naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen.
56
• Selecteer LRG als u grote linker en rechter surroundluidsprekers heeft. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer SML als u kleine linker en rechter surroundluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
het surroundkanaal naar de luidsprekers sturen die u
heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer NONE als u geen surround-luidsprekers
heeft. Hierdoor wordt het toestel in de Virtual
CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 36) en zal de
surround achter-luidspreker (SUR. B L/R SP)
automatisch op NONE worden ingesteld.
SET MENU
Surround achter-luidsprekers SUR. B L/R SP
Keuzes: LRGx2, LRGx1, SMLx2, SMLx1, NONE
SUR. B L/R SP
Lage tonen weergave LFE/BASS OUT
De lage tonen (bass) kunnen naar de subwoofer en/of de
linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd als
dat beter overeenkomt met de karakteristieken van uw
systeem. Deze instelling bepaalt ook waar het LFE (Lage
Frequentie Effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS
signalen naartoe wordt gestuurd.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
SMLx1)SMLx2
• Selecteer LRGx1 als u één grote surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik
van het surround achterkanaal naar de linker surround
achter-luidspreker sturen.
• Selecteer LRGx2 als u 2 grote surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele
toonbereik van het surround achterkanaal naar de
surround achter-luidsprekers sturen.
• Selecteer SMLx2 als u 2 kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
de surround achterkanalen naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”.
• Selecteer SMLx1 als u één kleine surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
het surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT” en de
rest van het signaal zal naar de linker surround achterluidspreker worden gestuurd.
• Selecteer NONE als u geen surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle
signalen voor het surround achterkanaal naar de linker
en rechter surround-luidsprekers sturen.
Opmerking
Aanwezigheidsluidsprekers
Keuzes: YES, NONE
PRESENCE SP
PRESENCE SP
SWFRFRNT)BOTH
• Selecteer SWFR als u een subwoofer aangesloten
heeft. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere
kanalen worden nu in overeenstemming met de
luidspreker-instellingen naar de subwoofer gestuurd.
• Selecteer FRNT als u geen subwoofer gebruikt. Het
LFE kanaal en de lage tonen uit andere kanalen worden
nu in overeenstemming met de luidspreker-instellingen
naar de voor-luidsprekers gestuurd (ook al had u
oorspronkelijk de voor-luidsprekers op SML
ingesteld).
• Selecteer BOTH als u een subwoofer heeft aangesloten
en u de lage tonen voor beide voorkanalen zowel via de
voor-luidsprekers als via de subwoofer wilt laten
weergeven. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere
kanalen worden ook naar de subwoofer gestuurd in
overeenstemming met de luidspreker-instellingen.
Gebruik deze functie om lage tonen te benadrukken
met behulp van de subwoofer bij weergave van
bijvoorbeeld CD’s.
Crossover frequentie CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie
instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de
ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd.
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Als u SMLx1 of LRGx1 selecteert, dient u de luidspreker aan te
sluiten op de linker SURROUND BACK luidsprekeraansluitingen.
LFE/BASS OUT
CROSS OVER
)NONEYES
• Selecteer YES als u aanwezigheidsluidsprekers heeft.
• Selecteer NONE als u geen aanwezigheidsluidsprekers
heeft.
FREQ;;;80Hz
y
Nederlands
Wanneer YES wordt geselecteerd, zal het toestel automatisch de
parameter voor het omhoog brengen van de dialoog instellen. Om
dit handmatig in te stellen, zie bladzijde 79.
57
SET MENU
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de frequentie-fase van uw
subwoofer omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
02ASUBWOOFER PHASE
■ Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL
Deze mogelijkheid stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij SPEAKER SET (bladzijde 56) geselecteerde
luidsprekers.
Keuzes: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0 dB
B)SPEAKER LEVEL
-+
.FL
FR
C
)NORMALREVERSE
• Selecteer NORMAL als u de fase voor uw subwoofer
niet wilt omkeren.
• Selecteer REVERSE om de fase voor uw subwoofer
om te keren.
Aanwezigheids-/surround achterkanaal voorkeur
PRIORITY
U kunt ervoor kiezen de voorkeur te geven aan hetzij uw
surround achter-luidsprekers, hetzij uw
aanwezigheidsluidsprekers bij het afspelen van materiaal
met signalen voor een surround achterkanaal met de
CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: PRch, SBch
PRIORITY
p
p
PRch )SBch
• Selecteer PRch als u uw aanwezigheidsluidsprekers
wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround
achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het
surround achterkanaal zullen worden weergegeven via
de suround-luidsprekers.
• Selecteer SBch als u uw surround achter-luidsprekers
wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal
wordt gedetecteerd door een CINEMA DSP
programma. Eventuele signalen voor een
aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via
de voor-luidsprekers.
58
• FL instellen van de balans voor de linker voorluidspreker.
• FR instellen van de balans voor de rechter voorluidspreker.
• C instellen van de balans voor de midden-luidspreker.
• SL instellen van de balans voor de linker surroundluidspreker.
• SR instellen van de balans voor de rechter surroundluidspreker.
• SBL* instellen van de balans voor de linker surround
achter-luidspreker.
• SBR* instellen van de balans voor de rechter surround
achter-luidspreker.
• SWFR instellen van de balans voor de subwoofer.
• PL instellen van de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker.
• PR instellen van de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
*
In plaats van SBL en SBR, zal SB verschijnen als u slechts een
enkele surround achter-luidspreker heeft geselecteerd bij
SUR. B L/R SP (bladzijde 57).
SET MENU
■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel
eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
C)SP DISTANCE
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
• Selecteer meters om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer feet om de afstanden van de luidsprekers in
voeten (feet) in te kunnen voeren.
Equalizer EQ TYPE SELECT
Hiermee kunt u het type equalizer dat dit toestel gebruikt
veranderen.
Keuzes: AUTO PEQ, CNTR GEQ, EQ OFF
• Selecteer AUTO PEQ om de equalizer die is ingesteld
bij de automatische setup te gebruiken.
• Selecteer CNTR GEQ om de ingebouwde 5-banden
graphische equalizer zo in te stellen dat de toonkleur
van de midden-luidspreker overeenkomt met die van de
linker en rechter voor-luidsprekers.
• Selecteer EQ OFF om de equalizer uit te schakelen.
Grafische equalizer voor het middenkanaal
CENTER GEQ
Wanneer u CNTR GEQ heeft geselecteerd, kunt u met
deze functie een testtoon laten weergeven en de toonkleur
zo instellen dat deze overeenkomt met die van de linker
voor-luidspreker.
U kunt 5 frequentiebanden apart instellen:
100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz, 10kHz
Keuzes: –6 t/m +6 dB
Begininstelling: 0 dB
D)EQUALIZER
p
.TEST)OFFON
-+
100Hz0dB
300Hz0dB
1kHz0dB
3kHz0dB
10kHz0dB
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
p
• Selecteer ON om de linker voor- en de middenluidspreker een testtoon te laten produceren en stel aan
de hand daarvan de toonkwaliteit van de middenluidspreker in.
• Selecteer OFF om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
• Druk op u / d en selecteer de frequentieband.
• Druk op j / i om de geselecteerde frequentieband in te
stellen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Luidsprekerafstanden
Keuzes: 0,3 tot 24,0 m
• FRONT L instellen van de afstand van de linker voorluidspreker. Begininstelling: 3,0 m
• FRONT R instellen van de afstand van de rechter
voor-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m
• CENTER instellen van de afstand van de middenluidspreker. Begininstelling: 3,0 m)
• SUR. L instellen van de afstand van de linker
surround-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m
• SUR. R instellen van de afstand van de rechter
surround-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m
• SB L* instellen van de afstand van de linker surround
achter-luidspreker. Begininstelling: 2,10 m
• SB R* instellen van de afstand van de rechter surround
achter-luidspreker. Begininstelling: 2,10 m
• SWFR instellen van de afstand van de subwoofer.
Begininstelling: 3,0 m
• PRES L instellen van de afstand van de linker
aanwezigheidsluidspreker. Begininstelling: 3,0 m
• PRES R instellen van de afstand van de rechter
aanwezigheidsluidspreker. Begininstelling: 3,0 m
*
Gebruik deze functie om de parametrische (AUTO PEQ)
of graphische equalizer (CNTR GEQ) te selecteren.
p
p
. UNIT;;;;;;meters
FRONTL;;;;3.00m
FRONTR;;;;3.00m
CENTER;;;;;3.00m
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
■ Grafische equalizer voor het
middenkanaal D)EQUALIZER
In plaats van SB L en SB R, zal SUR. B verschijnen als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft
geselecteerd bij SUR. B L/R SP (bladzijde 57).
Nederlands
59
SET MENU
■ Niveau Lage Frequentie Effecten
■ Audio instellingen G)AUDIO SET
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt
voor de weergave van speciale effecten met zeer lage
tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen
in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital
of DTS signalen decodeert.
Keuzes: –20 t/m 0 dB
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
G)AUDIO SET
.MUTING TYPE;;FULL
AUDIODELAY;;0ms
TONE BYPASS;;AUTO
p
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
E)LFE LEVEL
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
p
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
Luidspreker SPEAKER
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE LEVEL” is het mogelijk
dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting worden gereproduceerd.
■ Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
Via deze instelling kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Keuzes: MIN (minimum), STD (standaard),
MAX (maximum)
F)DYNAMIC RANGE
.SP:MINSTD)MAX
HP:MINSTD)MAX
p
p
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
Luidspreker SP
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Hoofdtelefoon HP
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
• Selecteer MIN als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
• Selecteer STD voor algemeen gebruik.
• Selecteer MAX om het grootste dynamische bereik te
behouden.
60
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: FULL, –20dB
• Selecteer FULL om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer –20dB om het huidige volume met 20 dB te
verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Keuzes: 0 t/m 160 ms
Passeren toonregeling TONE BYPASS
U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de
toonregeling helemaal laten negeren wanneer TREBLE en
BASS op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 31).
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer AUTO als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
• Selecteer OFF als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeeerd wordt.
SET MENU
2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw
toewijzen, de ingangsfunctie selecteren en uw
signaalbronnen nieuwe namen geven.
2 INPUTMENU
p
p
.A)I/OASSIGNMENT
B)INPUTMODE
C)INPUTRENAME
D)VOLUME TRIM
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen
2 (OPTICAL IN (2)), 3 (OPTICAL IN (3)) en
4 (OPTICAL IN (4))
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1,
DVR/VCR2
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1,
DVR/VCR2
(4) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1,
DVR/VCR2
OPTICALIN
.(2);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R)
(3);;;;; DVD
(DVD )
(4);;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL )
■ Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de aansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de ingangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen
A (CMPNT-V INPUT [A]) en B (CMPNT-V INPUT
[B])
Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1,
DVR/VCR2
[B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1,
DVR/VCR2
CMPNT-VINPUT
COAXIALIN
.(5);;;;;
CD
(
CD
)
(6);;;;; DVD
(DVD )
Opmerkingen
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1 (OPTICAL
OUT (1))
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
VCR1, DVR/VCR2
GEAVANCEERDE
BEDIENING
.[A];;;;;DVD
(DVD)
[B];;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL)
Voor de COAXIAL INPUT aansluitingen
5 (COAXIAL IN (5)) en 6 (COAXIAL IN (6))
Keuzes: (5) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
VCR1, DVR/VCR2
(6) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
VCR1, DVR/VCR2
OPTICALOUT
.(1);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R )
Nederlands
61
SET MENU
■ Ingangsfunctie B)INPUT MODE
■ Volume Trim D)VOLUME TRIM
Met deze instelling kunt u de ingangsfunctie bepalen voor
signaalbronnen op de DIGITAL INPUT aansluitingen op
het moment dat dit toestel wordt ingeschakeld (zie
bladzijde 36 voor details omtrent de ingangsfunctie).
Keuzes: AUTO, LAST
Met deze functie kunt het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, VCR1, DVR/VCR2
B)INPUTMODE
)AUTOLAST
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
• Kies AUTO om het toestel automatisch het soort ingangssignaal te
laten bepalen en de bijbehorende ingangsfunctie te laten instellen.
• Kies LAST om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten
schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Opmerking
Ook als u LAST heeft ingesteld, kan de laatst gebruikte functie
voor de EX/ES toets niet worden onthouden.
■ Signaalbronnen nieuwe namen geven
C)INPUT RENAME
Via deze functie kunt u de namen van de ingangsaansluitingen zoals
getoond op het OSD en het display op het voorpaneel veranderen.
C)INPUTRENAME
DVD->DVD
p
p
[<]/[>]:Position
[]/[]:Chara.
1
Druk op de ingangskeuzetoets om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren.
2
Druk op AMP.
3
Druk op j / i en verplaats de _ (onderstreping)
naar het teken of de spatie die u wilt veranderen.
4
Druk op u / d, selecteer het gewenste teken
en gebruik vervolgens j / i om naar de
volgende tekenpositie te gaan.
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron.
• Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk
op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie,
symbolen (#, *, –, +, enz.).
5
Herhaal de stappen 1 t/m 4 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
6
Druk op SET MENU om af te sluiten wanneer u klaar bent.
62
SET MENU
3 OPTION MENU
Wijzigen van de optionele systeeminstellingen.
3 OPTIONMENU
Opmerkingen
p
p
.A)DISPLAYSET
B)MEMORYGUARD
C)PARAM.INI
D)MULTI ZONESET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Grijze achtergrond GRAY BACK
Als u AUTO kiest voor de in-beeld display instellingen,
zal er een grijze achtergrond getoond worden wanneer er
geen videosignaal binnenkomt. Er zal niets worden
getoond als u OFF selecteert.
Keuzes: AUTO, OFF
■ Display instellingen A)DISPLAY SET
A)DISPLAYSET
p
p
.DIMMER;;;;;;;;;0
VIDEOCONV.;;;ON
OSD SHIFT;;;;;;0
GRAY BACK;;;AUTO
CMPNTOSD;;;;;ON
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:sELECT
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Keuzes: –4 t/m 0
Component OSD CMPNT OSD
Gebruik deze functie om weergave van het OSD (in-beeld
display) via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen aan/uit te zetten bij gebruik van het SET
MENU.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer ON om de OSD signalen wel via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen laten weergeven.
• Selecteer OFF om de OSD signalen niet via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen laten weergeven.
Opmerking
Het SET MENU functioneert ook wanneer u OFF heeft
geselecteerd.
■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: ON, OFF
B)MEMORYGUARD
Opmerkingen
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van
opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik
maken van dezelfde soorten aansluitingen (bijv. S-video).
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component signalen, kan de
beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
Kies ON om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
• DSP programma instellingen
• Alle SET MENU onderdelen
• Alle ingestelde luidsprekerniveaus
• De weergavefunctie voor het in-beeld display (OSD)
Opmerking
Wanneer MEMORY GUARD is ingesteld op ON, kunt u geen
andere SET MENU items meer selecteren.
63
Nederlands
OSD vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Keuzes: +5 (naar beneden) t/m –5 (naar boven)
• Druk op + om het OSD (in-beeld display) lager op het
scherm weer te geven.
• Druk op – om het OSD (in-beeld display) hoger op het
scherm weer te geven.
)OFFON
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om de omzetting van composiet (VIDEO)
signalen naar zowel S-videosignalen als component signalen aan/uit te
zetten. Dit stelt u in staat om omgezette videosignalen te produceren
via de S VIDEO of COMPONENT VIDEO aansluitingen wanneer er
geen S-video- of component signalen worden ontvangen. Deze functie
converteert ook S-videosignalen naar component signalen wanneer er
geen component signalen binnenkomen.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer OFF wanneer u niet wilt dat er signalen
worden omgezet (behalve S-video naar composiet).
• Selecteer ON om composiet signalen om te laten zetten
naar S-video en component signalen en S-videosignalen naar component signalen.
• Ongeacht de gekozen instelling zullen S-videosignalen
altijd worden omgezet naar composiet videosignalen.
• Wanneer er uitsluitend component videosignalen worden
ontvangen, zal het OSD niet worden weergegeven indien GRAY
BACK op OFF is ingesteld. Om het in-beeld display (OSD)
weer te laten geven bij een component video ingangssignaal,
dient u GRAY BACK op AUTO te zetten terwijl de OSD
functie (zie bladzijde 51) is ingesteld op “Volledige weergave”.
• Wanneer er geen videosignalen binnenkomen, dient u GRAY
BACK op AUTO te zetten om het in-beeld display (OSD) weer
te laten geven.
SET MENU
■ Parameters initialiseren C)PARAM. INI
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de cijfertoets voor de
geluidsveldprogrammagroep die u wilt initialiseren.
Keuzes:
Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van
programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn.
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE, STANDARD
C)PARAM.INI
STEREO
*MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
*STANDARD
Press DSP key
Opmerkingen
• U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft
geïnitialiseerd.
• U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
• U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren wanneer
de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingeschakeld ON.
■ Zone instelling D)MULTI ZONE SET
U kunt instellen waar de luidsprekers die zijn verbonden
met de SPEAKERS B aansluitingen zich bevinden.
D)MULTI ZONESET
.SPB;;;;;;;;FRONT
ZONE2 AMP;;;;;EXT
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
Instelling luidsprekerset B SP B
Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers
die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen
zich bevinden.
Keuzes: FRONT, ZONE B
• Selecteer FRONT om de SPEAKERS A set en B aan/
uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw
luisterruimte bevinden.
• Selecteer ZONE B als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt
uitgeschakeld (OFF) en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld (ON), zullen alle luidsprekers in de
luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden
uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B set
geluid worden weergegeven.
64
Opmerkingen
• Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit
toestel doet wanneer “SP B” op ZONE B staat, zal het geluid
zowel via de hoofdtelefoon als via SPEAKERS B worden
weergegeven.
• Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op
ZONE B is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual
CINEMA DSP stand gaan.
Zone 2 versterker ZONE2 AMP
Hiermee kunt u instellen hoe de ZONE 2 luidsprekers
versterkt worden.
Keuzes: INT, EXT
D)MULTI ZONE SET
.SPB;;;;;;;;FRONT
.ZONE2 AMP;;;;;EXT
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
• Selecteer EXT als u geen Zone 2 luidsprekers gebruikt
of als u uw Zone 2 luidsprekers aansluit via een externe
versterker die is aangesloten op de ZONE 2 OUTPUT
aansluitingen van dit toestel.
• Selecteer INT om de ingebouwde versterker van dit
toestel te gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers direct
aansluit op de PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen van dit toestel.
UITGEBREID SETUP MENU
UITGEBREID SETUP MENU
Het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het display
op het voorpaneel.
2
y
• Tijdens de uitgebreide setup zal er geen geluid worden
weergegeven.
• Tijdens de geavanceerde setup kunnen alleen de STANDBY/
ON, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM toetsen op het
voorpaneel gebruikt worden.
Draai aan PROGRAM om door het menu te
bladeren en het gewenste item te selecteren.
Zie het eind van dit hoofdstuk voor een lijst met alle
beschikbare parameters.
PROGRAM
LET OP
U moet de luidsprekerimpedantie correct instellen voor u
dit toestel gaat gebruiken om audio- of videosignalen weer
te geven.
3
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
om heen en weer te schakelen tussen de
beschikbare parameters.
VOLUME
STRAIGHT
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
SEARCH
MODE
EDIT
XIM
CATEGORY
NEXT
LEVEL
PROGRAM
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
DISPLAYMONO
AUTO/MAN'L
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
EFFECT
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
1
4
1,3 2
1,4
Zet het toestel uit, houd STRAIGHT (EFFECT)
ingedrukt en druk op STANDBY/ON.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreid setup
menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Houd ingedrukt
en druk op
STANDBY
/ON
STANDBY
/ON
Hiermee sluit u de uitgebreide setup af.
De gewijzigde instellingen worden van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
STRAIGHT
Druk op STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen.
EFFECT
Nederlands
65
UITGEBREID SETUP MENU
■ Uitgebreid setup menu-onderdelen
Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt
aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw
voorkeuren.
Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Hiermee kunt u de impedantie van de op dit toestel
aangesloten luidsprekers instellen.
Keuzes: 8 Ω MIN, 4 Ω MIN
• Selecteer 8 Ω MIN om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 Ω .
• Selecteer 4 Ω MIN om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 4 Ω .
SP IMP.
Luidspreker
Voor
Impedantieniveau
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
4 Ω of hoger zijn.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
8 Ω of hoger zijn.
4 Ω ΜΙΝ
Midden
Surround
Surround Achter
Voor
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6 Ω of
hoger zijn.
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
8 Ω of hoger zijn.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
16 Ω of hoger zijn.
8 Ω ΜΙΝ
Midden
Surround
Surround Achter
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 Ω of
hoger zijn.
Fabrieksinstellingen PRESET
Via deze functie kunt u alle parameters terugzetten op de
fabrieksinstellingen (zie bladzijde 86).
Keuzes: CANCEL, RESET
• Selecteer CANCEL als u niet wilt dat de parameters
van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het
terugzet op de fabrieksinstellingen.
• Selecteer RESET als u wel wilt dat alle parameters van
dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het
terugzet op de fabrieksinstellingen.
Opmerking
Deze instelling heeft geen invloed op de uitgebreid setup menu
item parameters.
66
Afstandsbediening REMOTE
U kunt indien nodig de ID voor de afstandsbediening van
dit toestel veranderen.
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer ID1 om het toestel te gebruiken met de
standaardcode.
• Selecteer ID2 om het toestel te gebruiken met een
alternatieve code.
Opmerking
U moet de bijbehorende instelling verrichten op de
afstandsbediening zelf (zie bladzijde 70).
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere A/V componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten
aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen op de
afstandsbediening.
Set bedieningstoetsen
■ Bedienen van dit toestel
■ Bedienen van andere componenten
De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te
bedienen wanneer u op AMP heeft gedrukt om de AMP
bedieningsfunctie in te schakelen.
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies
van de diverse toetsen hangen mede af van de
geselecteerde componenten. Selecteer de component die u
wilt bedienen met een ingangskeuzetoets.
CODE SET
TRANSMIT
SYSTEM
Druk op
AMP om dit
toestel te
bedienen.
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
AMP
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
VOLUME
MUTE
EXTD SUR. PURE DIRECT
A SPEAKERS B
9
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
De toetsen binnen de
stippellijnen
(SYSTEM POWER,
STANDBY, SLEEP,
MULTI CH IN,
VOLUME +/–, MUTE
en de
ingangskeuzetoetsen)
functioneren in elke
stand voor dit toestel.
CODE SET
TRANSMIT
SYSTEM
Met de
toets en de
ingangskeuzetoetsen kunt u
zoals hieronder aangegeven
een andere set
bedieningstoetsen kiezen.
* Gebruik de
toets om
andere componenten te
bedienen, ongeacht of ze op
dit toestel zijn aangesloten
of niet.
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
POWER
TV
AV
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR 1
DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
TV INPUT
STEREO
MUSIC
VOLUME
TV CH
MUTE
1
2
TITLE
MENU
STANDARD
SELECT
1
BAND
SRCH MODE
5
6
PRESET/CH
SET MENU
TV INPUT
ENTERTAIN
3
STEREO
7
A SPEAKERS B5
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
EON
9
SELECT
NIGHT
6
0
10
9
LEVEL
ENTERTAIN
MOVIE
PRESET/CH
4
8
A SPEAKERS B
0
EXTD SUR. PURE DIRECT
STRAIGHT
7
8
ENT.
NIGHT
EFFECT
STRAIGHT
10
ENT.
SET MENU
EFFECT
TITLE
MENU
PRESET/CH
SRCH MODE
LEVEL
BAND
SET MENU
TITLE
ENTER
BAND
MENU
SRCH MODE
A-E/CAT.
A-E/CAT.
ENTER
DISPLAY
RETURN
A-E/CAT.
MEMORY
REC
A/B/C/D/E
DISPLAY
MEMORY
DISC SKIP
ON SCREEN
RETURN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Component
bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscodes in
te stellen kunt u tot
maximaal 9 verschillende
componenten bedienen
(zie bladzijde 68).
MOVIE
4
MUSIC
EXTD SUR.
PURE DIRECT
2
3
STANDARD
ENTER
MEMORY
SLEEP
MULTI CH IN
AMP
TV MUTE
ENT.
EFFECT
LEVEL
TUNER
POWER
TV VOL
TV MUTE
POWER
STANDBY
AUDIO
ON SCREEN
REC
AUDIO
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
EON
Nederlands
67
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van
afstandsbedieningscodes
1
Druk op een ingangskeuzetoets of op
de component die u wilt instellen te
selecteren.
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
2
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Ingang
Componentencategorie
(Archief)
Fabrikant
Standaard
YAMAHA
code
CD
CD
YAMAHA
0005
MD/CD-R
MD
YAMAHA
0024
TUNER
TUNER
YAMAHA
0023
DVD
DVD
YAMAHA
0098
DTV/CBL
–
–
–
V-AUX
–
–
–
VCR 1
–
–
–
DVR/VCR2
DVR
YAMAHA
0208
–
–
–
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
om
AMP
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
TRANSMIT
CODE SET
3
Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vier
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de component in kwestie in.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
A SPEAKERS B
Opmerking
9
0
EXTD SUR. PURE DIRECT
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de
afstandsbedieningscode voor de geselecteerde
component zal zijn ingesteld.
Opmerkingen
• Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
• Als u bij stap 3 langer dan 30 seconden wacht, zal de
instelfunctie worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 2.
68
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van andere componenten
Wanneer u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft
ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw
andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige
toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te
selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal
automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor
die component.
1
2
CODE SET
TRANSMIT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
POWER
STANDBY
TUNER
SLEEP
7
5
EXTD SUR. PURE DIRECT
6
A SPEAKERS B
DVD
DTV/CBL
9
MULTI CH IN
V-AUX
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
B
EFFECT
VCR 1
AMP
DVR/VCR2
3
4
TV VOL
TV CH
VOLUME
8
9
0
PRESET/CH
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
C
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
MEMORY
ON SCREEN
D
REC
5
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
B
C
D
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
MUTE
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
PTY SEEK START
EON
DVD-speler
Digitale TV/
Videorecorder
DVD-recorder
Kabel TV
LD-speler
CD-speler
MD/CDrecorder
Tuner
AV POWER
Aan/uit *1
Aan/uit *1
VCR aan/uit *3
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
TV POWER
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV aan/uit
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV CH +
TV volgende
kanaal *2
TV volgende kanaal TV volgende
*2
kanaal
TV volgende kanaal
*2
TV volgende kanaal
*2
TV volgende kanaal
*2
TV volgende
kanaal *2
TV CH –
TV vorige kanaal
*2
TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal
TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2
TV vorige kanaal
*2
TV VOL +
TV volume hoger
*2
TV volume hoger *2 TV volume hoger
TV volume hoger *2 TV volume hoger *2 TV volume hoger *2
TV volume hoger
*2
TV VOL –
TV volume lager
*2
TV volume lager *2 TV volume lager
TV volume lager *2
TV volume lager *2
TV volume lager *2
TV volume lager
*2
TV MUTE
TV geluid uit *2
TV geluid uit *2
TV geluid uit
TV geluid uit *2
TV geluid uit *2
TV geluid uit *2
TV geluid uit *2
TV INPUT
TV ingang *
TV ingang *2
TV ingang
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
1-9, 0, +10
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1-8)
TITLE
Titel
PRESET/CH u Hoger
VCR volgende
kanaal
Volgende
voorkeuzezender (1-8)
PRESET/CH d Lager
VCR vorige kanaal
Vorige
voorkeuzezender (1-8)
j
Links
i
Rechts
RETURN
Terug
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname
Opname (recorder)
h
Weergave
Weergave
VCR weergave *3
Weergave
Weergave
ll
Terug zoeken
Terug zoeken
VCR terug zoeken *3 Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken
hh
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
VCR vooruit zoeken *3 Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
AUDIO
Audio
e
Pauze
b
Terug springen
a
Vooruit springen
Vooruit springen
Vooruit springen
Vooruit springen
s
Stop
Stop
VCR stop *3
Stop
Stop
Stop
ENT.
Titel/Index
Enter
Enter
Hoofdstuk/Tijd
Index
Index
MENU
Menu
DISPLAY
Display
Display
Display
Display
Display
Volgende
voorkeuzezender (A-E)
VCR opname *3
Disc overslaan
Weergave
Opname (MD)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
0
A
A
TV MUTE
AUDIO
Geluid
Pauze
VCR pauze *3
Pauze
Pauze
Pauze
Terug springen
Terug springen
Terug springen
*1
69
Nederlands
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld
onder DTV/CBL of
. Als u de afstandsbedieningscode voor uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV/CBL als de
set
bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV/CBL set.
*3 Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste
afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1.
*2
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Overschakelen naar een
alternatieve code
Wissen van ingestelde
afstandsbedieningscodes
U kunt indien nodig een andere archiefcode instellen voor
de afstandsbediening zelf om het gewenste toestel te
bedienen.
1
1
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
Druk op een ingangskeuzetoets of op
om
de set bedieningstoetsen waarvoor u de
afstandsbedieningscode wilt wissen te
selecteren.
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
AMP
TRANSMIT
CODE SET
2
2
Voer codenummer “9991” of “9992” in (zie de
tabel hieronder).
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de archiefcode zal zijn
ingesteld.
Afstandsbediening
ID (instelling voor
het toestel, zie
bladzijde 66)
AMP archiefcode
(afstandsbediening
instelling)
Functie
9991
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
9992
Om het toestel te
gebruiken met
een alternatieve
code.
ID2
Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
Opmerking
U moet ook instellingen maken voor de receiver/versterker.
70
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
TRANSMIT
CODE SET
3
Voer het codenummer “0000” in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de
afstandsbedieningscode voor de geselecteerde
component zal zijn gewist.
y
• Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal
het wissen worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 1.
• U kunt alle ingevoerde afstandsbedieningscodes in één keer
wissen door het codenummer “9990” in te voeren.
ZONE 2
ZONE 2
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten te gebruiken. Met de meegeleverde afstandsbediening
kunt u dit toestel ook vanuit de andere ruimte bedienen.
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de secundaire ruimte. Een signaalbron waarnaar u ook in de
tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen op dit toestel zijn
aangesloten.
Zone 2 aansluitingen
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig.
• Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
• Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender geeft de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de
tweede ruimte door naar de hoofdruimte (naar een CD-speler, bijv.).
• Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
• Omdat er ellerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere
ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2
aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen.
• Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u
een dergelijk product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten
worden aangesloten op de aangegeven manier.
OUT
IN
OUT
IN
REMOTE
CONTROL OUT
Dit toestel
•
■ Voorbeeld systeemconfiguratie en aansluitingen
ZONE 2 OUTPUT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Versterker
DVD-speler
(of andere component)
Dit toestel
Afstandsbediening
DVD INPUT
Infraroodontvanger
Infraroodzender
Hoofdruimte
REMOTE CONTROL OUT
Tweede ruimte
ZONE 2 REMOTE IN
Opmerkingen
71
Nederlands
• Wanneer u de hoofdruimte niet gebruikt, kunt u het beste het volume van dit toestel in de hoofdruimte laag zetten. Regel het volume
met de regelaar op de versterker in de tweede ruimte.
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
ZONE 2
Gebruik van de interne versterker van dit toestel
Om gebruik te maken van de interne versterker van dit toestel, dient u “ZONE2 AMP” op INT te zetten in het SET
MENU (zie de bladzijden 64).
–
+
L
R
PRESENCE
/ZONE 2
Tweede ruimte
Dit toestel
Afstandsbediening vanuit Zone 2
De meegeleverde afstandsbediening kan worden gebruikt
voor de bediening vanuit Zone 2. U kunt zelfs de
signaalbron selecteren en apparatuur in de hoofdruimte
bedienen vanuit de tweede ruimte, ongeacht de
luisteromstandigheden in de hoofdruimte zelf.
y
U kunt de weergave in het hoofdvertrek of in Zone 2 ook aan/uit
zetten door op het voorpaneel op MAIN of op ZONE 2 te drukken.
■ Inschakelen van de Zone 2 functie op de
afstandsbediening
1
2
Druk op
■ Zone 2 bedienen
1
Druk op
om de afstandsbediening op de
Zone 2 stand te zetten.
De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening
licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2
stand staat.
2
Druk op SYSTEM POWER om de stroom voor
Zone 2 in te schakelen.
3
Druk op een ingangskeuzetoets om de
signaalbron te selecteren waar u naar wilt
luisteren in de tweede ruimte.
.
Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
4
TRANSMIT
CODE SET
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
U kunt Zone 2 bedienen met de
ingangskeuzetoetsen, STANDBY, SYSTEM
POWER, MUTE en VOLUME +/–.
CODE SET
3
Voer het codenummer “2999” in.
Onmiddellijk nadat u de afstandsbediening heeft
ingesteld voor de Zone 2 functie, kunt u met de
afstandsbediening het hoofdtoestel bedienen. Met de
afstandsbediening in deze stand kunt u het toestel aan
zetten, of uit (standby) onafhankelijk van Zone 2 door
op SYSTEM POWER of STANDBY te drukken.
AMP
TRANSMIT
SYSTEM
Opmerkingen
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
VCR 1
DVR/VCR2
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
AMP
VOLUME
MUTE
• Als u Zone 2 inschakelt, zal de Zone functie worden toegepast
op de huidige afstandsbedieningsidentificatie (ID1:
standaardcode, ID2: alternatieve code). Omdat echter de
afstandsbedieningscodes voor Zone 2 gedeeld worden door
zowel ID1 als ID2, zal de afstandsbedieningsidentificatie (ID)
niet veranderen, ook al wordt er omgeschakeld.
• Om Zone 2 af te sluiten dient u de afstandsbedieningscode die
is ingesteld voor
te wissen, of dient u voor
een andere
afstandsbedieningscode dan een TV code in te stellen.
72
y
Als “ZONE2 AMP” in het OPTION MENU is ingesteld op INT,
kunt u VOLUME –/+ gebruiken om de geluidsweergave via de
luidsprekers die zijn verbonden met de PRESENCE/ZONE 2
aansluitingen te regelen. VOLUME –/+ kan echter niet worden
gebruikt om de geluidsweergave via de ZONE2 OUTPUT
aansluitingen te regelen.
ZONE 2
Opmerking
De afstandsbediening zal 10 seconden nadat u op
heeft
gedrukt teruggaan naar de stand voor het hoofdtoestel, of wanneer
u een andere toets indrukt dan SYSTEM POWER, STANDBY,
MUTE, VOLUME +/– of de ingangskeuzetoetsen. Druk met de
TRANSMIT indicator uit op
om de afstandsbediening in de
Zone 2 stand te zetten voor u de stroom voor Zone 2 aan of uit
zet, de signaalbron verandert of het geluid tijdelijk uitschakelt.
■ Het hoofdtoestel en Zone 2 toestel aan/
uit (standby) zetten
Uit (standby) zetten van alle toestellen
(hoofdtoestel en Zone 2 toestel):
Houd AMP ingedrukt en druk op STANDBY.
Aan zetten van alle toestellen (hoofdtoestel en
Zone 2 toestel):
Houd AMP ingedrukt en druk op SYSTEM POWER.
y
STANDBY en SYSTEM POWER werken anders afhankelijk van
de geselecteerde functie.
Functie
Stand voor het
hoofdtoestel
TRANSMIT
indicator
STANDBY/
SYSTEM POWER
Druk op STANDBY om
het hoofdtoestel uit
(standby) te zetten.
Uit
Druk op SYSTEM
POWER om het
hoofdtoestel aan te zetten.
Druk op STANDBY om de
Zone 2 component uit
(standby) te zetten.
Zone 2 stand
Aan
Druk op SYSTEM
POWER om de Zone 2
component aan te zetten.
■ Waar u aan moet denken bij gebruik van
DTS materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
probeert om een DTS signaal naar de tweede ruimte te
sturen, zult u alleen digitale ruis horen (die zo luid kan zijn
dat uw luidsprekers beschadigd raken). Daarom moet u op
de volgende punten letten wanneer u DTS gecodeerde
discs afspeelt.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Voor DTS gecodeerde DVD’s
Alleen 2-kanaals analoge audiosignalen kunnen naar de
tweede ruimte worden doorgestuurd.
Gebruik het discmenu om de DVD-speler 2-kanaals (links
en rechts) audiosignalen te laten produceren van een PCM
of Dolby Digital soundtrack.
Voor DTS gecodeerde CD’s
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN
GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde
CD’s.
Nederlands
73
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
Wat is een geluidsveld
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het “live” aspect van het geluid
belichamen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich
bevinden en hoe groot de ruimte waar we in zitten is en
welke vorm deze heeft.
Veranderen van instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
MUTE
CODE SET
TRANSMIT
SYSTEM
POWER
■ Onderdelen van een geluidsveld
In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten
geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken,
twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen
onze waarneming van het geluid bepalen:
POWER
STANDBY
POWER
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
TV
AV
STANDARD
SELECT
CD
MD/CD-R
TUNER
SLEEP
5
6
DVD
DTV/CBL
V-AUX
MULTI CH IN
9
VCR 1
DVR/VCR2
A SPEAKERS B
1
3
EXTD SUR. PURE DIRECT
7
8
NIGHT
STRAIGHT
0
10
ENT.
5
EFFECT
AMP
PRESET/CH
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
ENTER
A-E/CAT.
TV VOL
TV CH
VOLUME
2
4
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
MEMORY
ON SCREEN
REC
Vroege weerkaatsingen
Deze bereiken onze oren het eerst (50 ms – 100 ms na het
directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak
weerkaatst – bijvoorbeeld het plafond of een muur. Deze
vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen
geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak – muren, plafond, de achterwand van
de ruimte – en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende “nagalm”. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze
indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is
deze informatie die door de digitale geluidsveld processor
wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het
geluidsveld.
TV MUTE
AUDIO
TV INPUT
DISC SKIP
1
Druk op AMP.
AMP
2
3
Zet het beeldscherm aan en
druk herhaaldelijk op ON
SCREEN om de volledige
weergave te selecteren.
Selecteer het geluidsveldprogramma
waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
5
6
A SPEAKERS B
9
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
0
EXTD SUR. PURE DIRECT
7
8
NIGHT
STRAIGHT
10
ENT.
EFFECT
Programmanr.
Programmanaam
P04 MOVIE THEATER
Cursor
.General
DSPLEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;15ms
P.ROOMSIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;20ms
S.ROOMSIZE;;1.0
Parameters
74
DISPLAY
ON SCREEN
Parameter-waarden
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
4
■ Parameters terugzetten op hun
fabrieksinstelling
Druk op u / d en
selecteer de
parameters.
PRESET/CH
Gebruik PARAM. INI (zie bladzijde 64).
ENTER
A-E/CAT.
5
A/B/C/D/E
Druk op j / i om de
PRESET/CH
huidige waarde voor
deze parameter te
wijzigen.
ENTER
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
Wanneer u een parameter
instelt op een andere
waarde dan de
fabrieksinstelling, zal er een asterisk (sterretje; *)
naast de naam van de parameter verschijnen op het
in-beeld display.
y
Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van
parameterwaarden, zal de aangegeven waarde op het display op
het voorpaneel even stil houden bij de fabrieksinstelling.
6
Herhaal de stappen 3 t/m 5 indien u nog
andere parameters voor dit programma wilt
veranderen.
Opmerking
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de “MEMORY
GUARD” beveiliging is ingeschakeld (ON). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op OFF te zetten (zie bladzijde 63).
AANVULLENDE
INFORMATIE
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het
stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening
tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring.
Als de stroomvoorziening echter langer dan een week
onderbroken wordt, zullen de parameterwaarden
terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een
dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw
moeten wijzigen.
Nederlands
75
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
■ DSP LEVEL (DSP niveau)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik.
Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of
verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave.
–6 dB t/m +3 dB
■ INIT. DLY/P. INIT. DLY (Aanvankelijke vertraging)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat
de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort.
Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij de luisteraar lijkt te zijn. Hoe groter deze
waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een
grotere waarde voor een grote kamer.
1 t/m 99 msec
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Grote waarde = 99 ms
Kleine waarde = 1 ms
■ ROOM SIZE/P. ROOM SIZE (Kamergrootte)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt.
Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is.
Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt.
Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van
de ruimte verdubbeld worden.
0,1 t/m 2,0
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Niveau
Niveau
Niveau
Brongeluid
Tijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0,1
76
Grote waarde = 2,0
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ LIVENESS (Levendigheid)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin
de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen.
De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een
ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl
een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via de
LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en dus
de “levendigheid” van de ruimte.
0 t/m 10
Brongeluid
Tijd
Niveau
Dood
Niveau
Niveau
Levendig
Tijd
Zwak weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Tijd
Krachtig
weerkaatst geluid
Grote waarde = 10
■ S. INIT. DLY (Surround beginvertraging)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het
surround geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee
voorkanalen en twee surroundkanalen gebruikt.
1 t/m 49 msec
■ S. ROOM SIZE (Surround kamergrootte)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
0,1 t/m 2,0
■ S. LIVENESS (Surround levendigheid)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare reflectiviteit van de virtuele wanden van het surround
geluidsveld.
0 t/m 10
■ SB INI. DLY (Surround achter beginvertraging)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het
surround achter geluidsveld.
1 t/m 49 msec
■ SB ROOM SIZE (Surround achter kamergrootte)
Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround achter geluidsveld.
0,1 t/m 2,0
■ SB LIVENESS (Surround achter levendigheid)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare reflectiviteit van de virtuele wanden van het surround achter
geluidsveld.
0 t/m 10
AANVULLENDE
INFORMATIE
Functie:
Instelbereik:
Nederlands
77
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ REV.TIME (Natriltijd)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB
(bij 1 kHz). Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer
groot bereik veranderd.
Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor
“levendige” bronnen en ruimtes.
1,0 t/m 5,0 sec
Natrillingen
Natrillingen
Brongeluid
Vroege weerkaatsingen
60 dB
60 dB
Natriltijd
Geluidsbron
Natriltijd
60 dB
Natriltijd
Lange natrillingen
Korte
natrillingen
Grote waarde = 5,0 s
Kleine waarde = 1,0 s
■ REV.DELAY (Beginvertraging natrillingen)
Functie:
Omschrijving:
Niveau
Instelbereik:
Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de
natrillingen.
Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later
beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
1 t/m 250 msec
Brongeluid
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
Beginvertraging
natrillingen
Natriltijd
■ REV. LEVEL (Niveau natrillingen)
Deze parameter regelt het volume van de natrillingen.
Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
0 t/m 100%
Niveau
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Brongeluid
Niveau natrillingen
Tijd
78
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ DIALG.LIFT (Dialoog-lift)
Functie:
Omschrijving:
Keuzes:
Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige
elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers.
Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en
middenkanalen.
0/1/2/3/4/5, de begininstelling is 0.
Voor 2ch Stereo:
■ DIRECT (Direct)
Functie:
Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure High-Fidelity weergave van
2-kanaals analoog bronmateriaal. De AUTO instelling werkt alleen wanneer BASS en TREBLE
zijn ingesteld op 0 dB.
Instelmogelijkheden: AUTO, OFF
Opmerkingen
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en
worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
• Wanneer “BASS OUT” op BOTH staat, of wanneer “FRONT SP” op SMALL staat en “BASS OUT” op SWFR, zullen de lage tonen
in de linker en rechter voorkanalen naar de subwoofer worden gestuurd.
Voor 7ch Stereo:
Functie:
Instelbereik:
Deze parameters regelen het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie.
0 – 100%
■ CT LEVEL (Midden niveau)
■ SL LEVEL (Linker surround niveau)
■ SR LEVEL (Rechter surround niveau)
■ SB LEVEL (Surround-achter niveau)
■ PL LEVEL (Linker aanwezigheidsniveau)
■ PR LEVEL (Niveau rechter aanwezigheidskanaal)
Voor PRO LOGIC IIx Music en PRO LOGIC II Music:
■ PANORAMA (Panorama)
Functie:
Stuurt stereosignalen naar de surround-luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een
omhullend effect.
Instelmogelijkheden: OFF, ON
Functie:
Instelbereik:
Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
–3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard).
■ CENTER WIDTH (Midden breedte)
Functie:
Instelbereik:
Opmerking
Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer SUR. STANDARD is geselecteerd.
79
Nederlands
Begininstelling:
Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Een grotere waarde breidt het
middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers.
0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven)
3
AANVULLENDE
INFORMATIE
■ DIMENSION (Dimensie)
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Voor DTS Neo:6 Music:
■ C. IMAGE (Middenbeeld)
Functie:
Instelbereik:
Begininstelling:
Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
0 t/m 1,0
0,3
Opmerking
Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer SUR. STANDARD is geselecteerd.
80
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
STANDBY/ON (of
SYSTEM POWER)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Oorzaak
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
66
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
11-14
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
Het in-beeld display
wordt niet
weergegeven.
Het in-beelddisplay is ingesteld op
“DISPLAY OFF”.
Kies de volledige of verkorte weergave.
51
“GRAY BACK” in het SET MENU staat
uit (OFF) en er wordt op dit moment geen
videosignaal ontvangen.
Zet “GRAY BACK” op AUTO zodat het OSD (inbeeld display) altijd wordt weergegeven.
63
Geen geluid
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
De optimalisatie-microfoon is aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
24
De ingangsfunctie staat op DTS of
ANALOG.
Selecteer AUTO.
36
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT,
MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) of de ingangskeuzetoetsen.
30
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
12
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A en/
of B.
30
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
31
De ingangsfunctie staat op ANALOG
maar er wordt een DTS gecodeerd
bronsignaal weergegeven.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of DTS.
36
Er worden van een signaalbron signalen
ontvangen die niet door dit toestel
weergegeven kunnen worden,
bijvoorbeeld een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
Er wordt gebruik gemaakt van
verschillende types video-aansluitingen
voor de in- en uitgang van het beeldsignaal.
Schakel de videoconversie-functie in.
63
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Geen beeld
15-20
81
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Het geluid valt
plotseling uit.
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Oorzaak
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Controleer of de impedantie correct is ingesteld.
66
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen.
31
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
12
Onjuiste balans ingesteld via het SET MENU.
Wijzig de SPEAKER LEVEL instellingen.
58
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en surroundluidsprekers worden geproduceerd.
Geen geluid uit de
effect-luidsprekers.
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT (EFFECT) om de effecten in te
schakelen.
36
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
48
Het uitgangsniveau van de middenluidspreker staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in.
58
“CENTER SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker.
56
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
48
Het uitgangsniveau van de surroundluidsprekers staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in.
58
“SUR. L/R SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter
surround-luidsprekers.
56
Er wordt een mono bronsignaal
afgespeeld met STRAIGHT.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de
geluidsveldeffecten in te schakelen.
—
Surround achter-luidsprekers zijn niet
geselecteerd.
Selecteer de surround achter-luidsprekers bij SUR. B
L/R SP.
“SUR. L/R SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Als NONE is ingesteld voor de linker en rechter
surround-luidsprekers, zal de surround achterluidspreker automatisch ook op NONE worden
ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor uw
surround-luidsprekers.
56
“SUR. B L/R SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Selecteer LRGx1 of SMLx1.
57
“LFE/BASS OUT” staat op FRNT in het
SET MENU terwijl er een Dolby Digital
of DTS signaal wordt weergegeven.
Selecteer SWFR of BOTH.
57
“LFE/BASS OUT” in het SET MENU
staat op SWFR of FRNT terwijl er een 2kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Selecteer BOTH.
57
Geen geluid uit de
midden-luidspreker.
Geen geluid uit de
surroundluidsprekers.
Geen geluid uit de
surround achterluidsprekers.
Geen geluid uit de
subwoofer.
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
82
57
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
De ingangsfunctie staat op ANALOG.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of DTS.
36
U hoort een zeker
“gebrom”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
—
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de OUT (REC) aansluitingen van
dit toestel aangesloten component staat
uit.
Zet de betreffende component aan.
—
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door
digitale opnameapparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de DIGITAL INPUT
aansluitingen van dit toestel.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opnameapparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT
aansluitingen.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
15-19
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
15-19
Sommige instellingen
en geluidsveld
parameters van dit
toestel kunnen niet
meer worden
gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het SET MENU
staat op ON.
Selecteer OFF.
63
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
12
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
83
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Oorzaak
U ondervindt storing
van digitale of
hoogfrequente
apparatuur, of van dit
toestel.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Er is ruis wanneer het
OSD wordt
weergegeven.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
—
Het OSD kan worden gestoord wanneer
het OSD via component
videoverbindingen wordt weergegeven.
Selecteer OFF bij CMPNT OSD.
63
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
■ Tuner
FM
AM
84
Raadpleeg
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
21
Stem met de hand af.
39
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
21
Stem met de hand af.
39
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
39
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
39
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
—
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oorzaak
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
7
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
3
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
68
Probeer een andere code voor dezelfde fabrikant met
behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
68
Schakel over naar een andere archiefcode.
70
De ID van de afstandsbediening en de ID
van dit toestel komen niet met elkaar
overeen.
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
85
TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN
TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN
Als u om de één of andere reden alle instellingen van uw
toestel wilt terugzetten op de fabrieksinstellingen, dient u
als volgt te werk te gaan. Via deze procedure worden
ALLE instellingen teruggezet, inclusief die van het SET
MENU, niveaus, toewijzingen en voorgeprogrammeerde
zenders.
4
Druk op STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen.
STANDBY
/ON
U moet het toestel eerst uit (standby) zetten.
VOLUME
OPTIMIZER MIC
PRESET/TUNING
EDIT
FM/AM
SEARCH MODE
XIM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
NEXT
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
MEMORY
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L MONO
LEVEL
CATEGORY
DISPLAY
PROGRAM
PHONES
INPUT
TONE CONTROL
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
PURE DIRECT
VIDEO AUX
STANDBY
/ON
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
EFFECT
SILENT CINEMA
1,4
1
1,3 2
Houd, terwijl het toestel uit (standby) staat,
STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
ingedrukt en druk op STANDBY/ON.
Het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
STRAIGHT
Houd ingedrukt
en druk op
STANDBY
/ON
EFFECT
y
Om de initialisatie af te breken zonder wijzigingen aan te
brengen, dient u op STANDBY/ON te drukken.
2
Verdraai PROGRAM om door het menu te
bladeren en selecteer “PRESET”.
PROGRAM
3
Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de
gewenste instelling te selecteren.
STRAIGHT
EFFECT
RESET
CANCEL
86
Terugzetten van het toestel op de
fabrieksinstellingen.
Om het terugzetten te annuleren zonder
wijzigingen aan te brengen.
Als u “RESET” heeft geselecteerd, zal het toestel
worden teruggezet op de fabrieksinstellingen en
vervolgens uit (standby) gaan.
Als u “CANCEL” heeft geselecteerd, zal het toestel
uit (standby) gaan zonder dat de instellingen worden
teruggezet.
WOORDENLIJST
WOORDENLIJST
Audioformaten
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage
Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de preciese plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave.
Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt
horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij
draaien.
■ Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en
meer dynamische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
■ Dolby Pro Logic II
■ Dolby Pro Logic IIx
■ DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
■ DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals
digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een
opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u
gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS
digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel
vervormingsvrije 6-kanaals weergave (technisch
gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen,
2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de
subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
■ Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen; “Music” voor weergave van
muziek en “Cinema” voor films.
87
Nederlands
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van
2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music
stand voor muziek, een Movie stand voor films en een
Game stand voor spelletjes.
Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals
analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten: 2
voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal
voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft
alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden
5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts (in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave). Naast de Movie stand
is er ook een Music stand en een Game stand voor
2- kanaals bronmateriaal.
■ Dolby Surround
WOORDENLIJST
Geluidsveldprogramma’s
Audio informatie
■ CINEMA DSP
■ ITU-R
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union). De ITU-R
beveelt een standaard luidspreker-opstelling aan die vaak
wordt gebruikt in professionele luisterruimtes, in het
bijzonder bij het masteren van opnamen.
■ SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
■ Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers.
U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een
minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder
midden-luidspreker.
88
■ LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer
lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz
t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat
niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven,
zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS
5.1/6.1-kanaals systeem.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits.
Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
WOORDENLIJST
Videosignaal informatie
■ Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal.
U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen
nodig om component videosignalen te kunnen weergeven.
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
■ S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
89
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIO GEDEELTE
VIDEO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ................................... 95 W
• Videosignaaltype .......................................................... PAL/NTSC
• Maximum vermogen (EIAJ)
[modellen voor China, Korea en algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 135 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 Ω ...................................................... 130/165/195/240 W
• DIN standaard uitgangsvermogen
[modellen voor het V.K., Europa en Azië]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 145 W
• IEC uitgangsvermogen [modellen voor het V.K., Europa en Azië]
1 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ..................................................... 105 W
• Signaal-ruis verhouding ........................................... 50 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet, S-video ............................. 5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB
Component .......................................... 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
............................................ 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] .................................. 87,50 t/m 108,00 MHz
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) ............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 120 of meer
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................ 76 dB/70 dB
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor ............ 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo .............................................................. 0,2%/0,3%
• Totale harmonische vervorming
CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω)
..........................................................................0,06% of minder
• Stereoscheiding (1 kHz) ........................................................ 42 dB
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD (250 mV) naar L/R voor, Effect uit ................100 dB of meer
AM GEDEELTE
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor .......................................................... 150 µV of minder
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD (5,1 kΩ afgesloten) naar L/R voor ....... 60 dB/45 dB of meer
• Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ...................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie ................................................ 350 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie .......................................... 3,5 kHz
• Hoofdtelefoon uitgangsvermogen ........................... 150 mV/100 Ω
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT .............................................. 200 mV/47 kΩ
• Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
REC OUT............................................................. 200 mV/1,2 kΩ
PRE OUT .................................................................... 2 V/1,2 kΩ
SUBWOOFER ........................................................... 4 V/1,7 kΩ
ZONE 2 OUTPUT
[Modellen voor de V.S., Canada en Australië]
............................................................................200 mV/1,2 kΩ
• Frequentierespons .......................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................ 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
...................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ......................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid ................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
........................................................ 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] ................ 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ..................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ..................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
........................................................ 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
...................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ..... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ..................... 400 W/500 VA
[Overige modellen] ........................................................... 440 W
• Stroomverbruik Uit (standby) ............................... 0,1 W of minder
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor het V.K. en Australië]
....................................................... 1 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor de V.S., Canada en China]
....................................................... 2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Europa, Azië en algemene modellen]
......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
• Afmetingen (b x h x d) .................................. 435 x 171 x 420 mm
• Gewicht ............................................................................... 12,5 kg
90