Zanussi ZDT21001FA Handleiding

Type
Handleiding
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
– door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5
(0.05) / 8 (0.8) bar (Mpa)
• Houd rekening met het maximale aantal 13 plaatsen.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
18
• Doe messen en bestek met scherpe punten in het
bestekmandje met de punten omlaag in horizontale positie.
• Laat de deur van het apparaat niet open staan zonder toezicht
om te voorkomen dat er iemand over struikelt.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
• De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing)
mogen niet worden afgedekt door tapijt.
• Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Installeer of gebruik het apparaat niet op een
plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast
veilige installaties wordt geïnstalleerd.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
• Alleen voor VK en Ierland. Het apparaat heeft
een stekker van 13 ampère. Als de zekering van
de stekker verwisseld moet worden, gebruik dan
zekering: 13 amp ASTA (BS 1362).
AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING
• Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt.
• Laat het water stromen tot het schoon is
voordat u het apparaat aansluit op nieuwe
leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt.
• Zorg dat er geen lekkages zijn als u het
apparaat de eerste keer gebruikt.
• De watertoevoerslang heeft een
veiligheidsventiel en een omhulsel met een
hoofdkabel aan de binnenkant.
WAARSCHUWING! Gevaarlijke
spanning.
• Als de watertoevoerslang beschadigd is, haal
dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
Neem contact op met de service-afdeling om de
watertoevoerslang te vervangen.
19
GEBRUIK
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
• Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de
veiligheidsinstructies op de verpakking van het
vaatwasmiddel op.
• Speel niet met het water van het apparaat en
drink het niet op.
• Verwijder de borden pas uit het apparaat als het
programma is voltooid. Er kan vaatwasmiddel op
de borden zitten.
• Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen
als u de deur opent terwijl er een programma
wordt uitgevoerd.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
SERVICEDIENST
• Contact opnemen met de klantenservice voor
reparatie van het apparaat. Wij raden uitsluitend
het gebruik van originele onderdelen aan.
• Zorg er als u contact opneemt met de
klantenservice voor dat u de volgende informatie
heeft van het typeplaatje.
Model:
PNC:
Serienummer:
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
20
EENVOUDIGE START
45
32
1
1
Aan/uit-toets
2
Programma-indicatielampjes
3
Indicatielampjes
4
Programmakeuzetoets
5
Toets halve lading
INDICATIELAMPJES
Wasfase. Gaat aan wanneer de wasfase loopt.
Einde-indicatielampje.
Zoutindicatielampje. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is.
PROGRAMMA’S
Programma
Mate van vervuil-
ing
Type belading
Programmafasen
Verbruiksgegevens
1)
Programma-
duur
(min)
Energie-
(kWh)
Water
(l)
2)
Normaal bevuild
Serviesgoed en
bestek
• Voorspoelen
• Wassen 50 °C
• Spoelgangen
• Drogen
195 1.039 11
3)
Sterk bevuild
Serviesgoed,
bestek en pan-
nen
• Voorspoelen
• Wassen 70 °C
• Spoelgangen
• Drogen
150 -
170
1.5 - 1.6 13 - 15
Normaal bevuild
Serviesgoed en
bestek
• Voorspoelen
• Wassen 65 °C
• Spoelgangen
• Drogen
120 -
130
1.3 - 1.6 15 - 17
21
Programma
Mate van vervuil-
ing
Type belading
Programmafasen
Verbruiksgegevens
1)
Programma-
duur
(min)
Energie-
(kWh)
Water
(l)
4)
Pas bevuild
Serviesgoed en
bestek
• Wassen 60 °C
of 65 °C
• Spoelgangen
30 0.8 9
5)
Alles • Voorspoelen 14 0.1 4
1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat
kan de verbruikswaarden veranderen.
2) Dit programma biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal bevuild serviesgoed
en bestek. (Dit is het standaard programma voor testinstituten.)
3) Dit programma heeft een spoelfase bij hoge temperatuur voor betere resultaten voor de hygiëne. Tijdens
de spoelfase blijft de temperatuur gedurende minimaal 10 minuten op 70 °C.
4) Met dit programma kunt u een pas bevuilde lading afwassen. Het biedt goede afwasresultaten in een
kort tijdsbestek.
5) Met dit programma wordt het serviesgoed snel afgespoeld om te voorkomen dat voedselresten kunnen
aankoeken en er een vieze lucht uit het apparaat komt. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te
gebruiken.
INSTELLINGEN
PROGRAMMAKEUZE-MODUS
Het apparaat staat in de programmakeuzemodus als alle programma-indicatielampjes aan zijn.
Als het apparaat in de programmakeuzemodus staat, kan een programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
Druk, als het bedieningspaneel niet deze stand weergeeft, op annuleren.
22
FUNCTIE ANNULEREN
Druk op de programmaknop tot alle programma-indicatielampjes aan zijn (Programmaselectiemodus).
Met deze functie kunt u het lopende programma.
GEBRUIKERSMODUS
Terwijl het apparaat in de programmakeuzemodus staat:
1. Houd de programmaknop ingedrukt tot het indicatielampje gaat knipperen en het indicatielampje
aan is.
In de gebruikersmodus kan het volgende worden gewijzigd:
• Het niveau van de waterverzachter afgestemd op de waterhardheid.
• De activering of de deactivering van het geluidsignaal voor het programma-einde.
Deze instellingen worden opgeslagen tot u ze weer wijzigt.
DE WATERONTHARDER INSTELLEN
5x
6x
1. Wacht als het apparaat in de gebruikersmodus staat tot het indicatielampje uit gaat en het
indicatielampje gaat knipperen. De huidige instelling wordt aangegeven door het aantal knipperen
van het indicatielampje einde (bijv. 5 knipperen + pauze + 5 knipperen = niveau 5).
2. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. Elke keer als u op de knop drukt, gaat het niveau
omhoog Na niveau 10 begint u weer bij niveau 1.
3. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen.
23
DE WATERHARDHEIDTABEL
Duitse hardheid
(°dH)
Franse hardheid
(°fH)
mmol/l Clarke-graden
Wateronthardings-
niveau
47 -50 84 - 90 8.4 - 9.0 58 - 63 10
43 - 46 76 - 83 7.6 - 8.3 53 - 57 9
37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52 8
29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45 7
23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35 6
19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27
5
1)
15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 4
11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 3
4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 2
<4 <7 <0.7 < 5
1
2)
1) Fabrieksinstelling
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
HET GELUIDSSIGNAAL INSTELLEN VOOR BEËINDIGING VAN HET PROGRAMMA
Dit geluidssignaal is standaard uitgeschakeld, maar kan worden geactiveerd.
1. Druk als het apparaat in de gebruikersmodus staat binnen 5 seconden op de programmaknop: Het
indicatielampje brandt en het indicatielampje gaat knipperen.
2. Wacht tot het lampje dooft. Het indicatielampje is uit. Het geluidssignaal is uit.
3. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. Het -lampje brandt. Het geluidssignaal is
aan.
4. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen.
24
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
1. Controleer of het ingestelde niveau van
de waterontharder juist is voor de
waterhardheid in uw omgeving. U kunt
het niveau van de waterontharder
instellen.
2. Vul het zoutreservoir.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje.
4. Draai de waterkraan open.
5. Start een programma om resten te verwijderen
die misschien nog in het apparaat zijn
achtergebleven. Gebruik geen afwasmiddel en
gebruik de mandjes niet.
Als u een programma start, doet het apparaat er
ongeveer 5 minuten over om de hars in de
waterontharder te herladen. Het lijkt alsof het
apparaat niet werkt. De wasfase start pas nadat
deze procedure voltooid is. De procedure wordt
periodiek herhaald.
ZOUT TOEVOEGEN
Doe voor het eerste gebruik één liter water in het zoutreservoir.
Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Gevaar voor roest. Start om dit te
voorkomen een programma nadat u het zoutreservoir heeft bijgevuld.
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN
2
1
4
3
2
1
A
Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Het wordt automatisch
vrijgegeven tijdens de warme spoelfase. Vul het glansmiddeldoseerbakje bij wanneer de
glansmiddelindicatie (A) doorzichtig is.
DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de waterkraan open.
2. Druk op de aan-/uittoets om het apparaat te
activeren.
Zorg dat het apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
• Vul het zoutreservoir als het
zoutindicatielampje brandt.
3. Ruim de korven in.
4. Voeg vaatwasmiddel toe.
5. U dient het juiste programma in te stellen en te
starten voor het type lading en de mate van
vervuiling.
25
AFWASMIDDEL TOEVOEGEN
2
1
2
0
3
0
A
B
Als het programma over een voorspoelfase beschikt, plaats dan een kleine dosis afwasmiddel in
doseerbakje B.
MULTITABLETTEN TOEVOEGEN
2
1
2
0
3
0
• Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje niet.
• Stel de waterontharder op het laagste niveau in.
• Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste stand.
EEN PROGRAMMA STARTEN
1. Laat de deur op een kier staan.
2. Druk op de aan-/uittoets om het apparaat te activeren. Zorg dat het apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
3. Blijf op de programmatoets drukken tot de aanduiding van het programma dat u wilt instellen
verschijnt.
4. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten.
26
OPTIE HALVE LADING
Deze optie is verkrijgbaar met , en .
Met deze optie kunt u een kleine lading servies en pannen afwassen. Deze optie verkort de
programmaduur en het verbruik van elektriciteit en water. Laad beide rekken in en gebruik minder
vaatwasmiddel.
DE DEUR OPENEN ALS HET APPARAAT IN WERKING IS
Als u de deur opent terwijl een programma loopt, stopt het apparaat. Als u de deur weer sluit, gaat het
apparaat verder vanaf het punt van onderbreking.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
• Druk op de aan/uit-toets om het apparaat te deactiveren.
• Draai de waterkraan dicht.
Als u het apparaat binnen een paar minuten na afloop van het wasprogramma niet uitschakelt,
gaan alle indicatielampjes uit. Dit helpt het energieverbruik te verminderen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
ALGEMEEN
De volgende tips zorgen voor optimale
schoonmaak- en droogresultaten en helpen ook het
milieu te beschermen.
• Verwijder grotere etensresten van de borden en
gooi ze in de vuilnisbak.
• Spoel de vaat niet eerst af. Gebruik indien nodig
een voorwasprogramma (indien beschikbaar) of
selecteer een programma met een voorwasfase.
• Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes.
• Zorg er bij het inladen van het apparaat voor dat
de vaat helemaal kan worden bereikt en
gewassen door het water uit de sproeiarmen.
Zorg ervoor dat de vaat elkaar niet raakt of
overlapt.
• U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en
zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van
multitabletten (bijv. ''3in1'', ''4in1'', ''All in 1'').
Volg de aanwijzing op de verpakking.
• U dient het juiste programma in te stellen voor
het type lading en de mate van vervuiling. Het
programma ECO biedt het meest efficiënte
water- en energieverbruik voor normaal vervuild
serviesgoed en bestek.
DE WATERONTHARDER
De waterontharder verwijdert mineralen uit van de
watertoevoer die een nadelige invloed hebben op
de wasresultaten en het apparaat.
27
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te
harder is het water. De waterhardheid wordt
gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden afgesteld op de
hardheid van het water in uw woonplaats. Uw
waterleidingbedrijf kan u informeren over de
hardheid van het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor de
waterontharder in te stellen voor goede
wasresultaten.
GEBRUIK VAN ZOUT, GLANSMIDDEL EN
VAATWASMIDDEL
• Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor afwasautomaten. Overige
producten kunnen het apparaat beschadigen.
• Multitabletten zijn doorgaans geschikt voor een
waterhardheid tot 21 °dH. Bij een hogere
waterhardheid moet zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel worden gebruikt naast het
gebruik van multitabletten. Maar in gebieden
met hard en erg hard water raden we het
gebruik aan van enkelvoudig vaatwasmiddel
(poeder, gel, tabletten zonder extra functies),
glansmiddel en zout apart voor optimale
reinigings- en droogresultaten.
• Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte
programma's niet geheel op. Om te voorkomen
dat vaatwasmiddelresten op het servies
achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel
bij lange programma's te gebruiken.
• Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel. Zie de instructies van de
vaatwasmiddelfabrikant.
WAT MOET U DOEN ALS U WILT STOPPEN
MET HET GEBRUIK VAN MULTITABLETTEN
Doe het volgende voordat u begint met het
gebruiken van apart wasmiddel, zout en
glansmiddel.
1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder
in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3. Start het kortste programma met een
spoelfase. Voeg geen vaatwasmiddel toe en
ruim de mandjes niet in.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de
waterontharder in de waterhardheid van uw
omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
6. Schakel het glansmiddeldoseerbakje in.
DE KORVEN INRUIMEN
• Gebruik het apparaat alleen om voorwerpen af
te wassen die vaatwasbestendig zijn.
• Doe geen voorwerpen in het apparaat die
gemaakt zijn van hout, hoorn, aluminium, tin en
koper.
• Plaats geen voorwerpen in het apparaat die
water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
• Verwijder grotere etensresten van de borden en
gooi ze in de vuilnisbak.
• Maak aangebrande voedselresten op de
voorwerpen zachter.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
• Zorg er voor dat glazen andere glazen niet
aanraken.
• Doe bestek en kleine items in het bestekmandje.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg
ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien voordat u een programma start.
VOOR HET STARTEN VAN EEN
PROGRAMMA
Controleer of:
• De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst.
• De dop van het zoutreservoir goed dicht zit.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
• De positie van de items in de mandjes correct
is.
• Het programma van toepassing is op het type
lading en de mate van bevuiling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt.
DE REKKEN UITRUIMEN
1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het
apparaat neemt Hete borden zijn gevoelig voor
beschadigingen.
2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek
uit
Aan het einde van het programma kan
er water aan de zijkanten en de deur
van het apparaat achterblijven.
28
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Vuile filters en verstopte sproeiarmen
verminderen de wasresultaten.
Controleer regelmatig de filters en
reinig deze zo nodig.
DE FILTERS REINIGEN
B
A
C
• Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten.
• Plaats de platte filter (C) terug. Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit.
• Plaats de filters (A) en (B) terug.
• Plaats de filter (A) terug in de platte filter (C). Rechtsom draaien tot het vastzit.
Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat
beschadigen.
DE SPROEIARMEN REINIGEN
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen. Als
etensresten de openingen in de sproeiarmen
hebben verstopt, verwijder deze dan met een smal
en puntig voorwerp.
BUITENKANT REINIGEN
• Maak het apparaat schoon met een vochtige,
zachte doek.
• Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
• Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes
of oplosmiddelen.
DE BINNENKANT VAN DE MACHINE
REINIGEN
• Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de
rubberen afdichting van de deur, met een
zachte, vochtige doek.
• Als u regelmatig korte programma's gebruikt
dan kunnen er vetresten en kalkaanslag
achterblijven in het apparaat. Om dit te
voorkomen raden we aan minstens 2 keer per
maand progamma's met een lange duur te
gebruiken.
• Om de prestaties van uw apparaat op en top te
houden raden we u aan iedere maand een
specifiek schoonmaakproduct voor
vaatwasmachines te gebruiken. Volg de
instructies op de verpakking van de producten
zorgvuldig op.
29
PROBLEEMOPLOSSING
Als het apparaat niet start of stopt tijdens de
bediening, kijk dan voordat u contact opneemt met
de klantenservice of u het probleem zelf kunt
oplossen met behulp van de informatie in de tabel.
WAARSCHUWING! Niet juist
uitgevoerde reparaties kunnen de
veiligheid van de gebruiker ernstig in
gevaar brengen. Alle reparaties
moeten worden uitgevoerd door
bevoegd personeel.
Bij sommige problemen knippert het eindlampje om
een storing aan te geven.
Het merendeel van de problemen die
ontstaan kunnen worden opgelost zonder
contact op te nemen met een erkend
servicecentrum.
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
U kunt het apparaat niet activeren. • Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
• Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is
doorgebrand.
Het programma start niet. • Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
• Het apparaat is begonnen met de oplaadprocedure
van de hars in de waterontharder. De duur van de
procedure is ongeveer 5 minuten.
Het apparaat neemt geen water.
• Het eindlampje knippert 1 keer on-
derbroken.
• Geluidssignaal klinkt 1 keer.
• Controleer of de waterkraan is geopend.
• Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor
zo nodig contact op met uw lokale waterleidingbe-
drijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of het filter in de toevoerslang niet ver-
stopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de wa-
tertoevoerslang aanwezig zijn.
Het apparaat pompt geen water weg.
• Het eindlampje knippert 2 keer on-
derbroken.
• Geluidssignaal klinkt 2 keer.
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de wa-
terafvoerslang aanwezig zijn.
De anti-overstromingsbeveiliging is aan.
• Het eindlampje knippert 3 keer on-
derbroken.
• Geluidssignaal klinkt 3 keer.
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op met
de klantenservice.
Het apparaat stopt en start meerdere ker-
en tijdens de werking.
• Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsre-
sultaten en energiebesparing.
Weinig lekkage uit de deur van het appa-
raat.
• Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver-
stelbare pootjes (indien van toepassing).
• De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de
kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
30
Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing
De deur van het apparaat sluit moeilijk. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de ver-
stelbare pootjes (indien van toepassing).
• Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
Ratelende / kloppende geluiden vanuit het
apparaat.
• Het serviesgoed is niet juist in de korven gerang-
schikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de
korven.
• Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen rond-
draaien.
Het apparaat maakt kortsluiting. • De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk
werkende apparaten van stroom te voorzien. Con-
troleer de stroomsterkte van het stopcontact en het
vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik
zijnde apparaten uit.
• Interne elektrische storing van het apparaat. Neem
contact op met een servicecentrum.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik", of
"Aanwijzingen en tips" voor andere
mogelijke oorzaken.
Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het
probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met onze klantenservice.
Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn,
neemt u contact op met de klantenservice.
DE WAS- EN DROOGRESULTATEN ZIJN NIET NAAR TEVREDENHEID
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Slechte wasresultaten. • Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips"
en de folder voor het laden van de korf.
• Gebruik intensievere wasprogramma´s.
Slechte droogresultaten. • Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat gestaan.
• Het glansmiddel is op of de dosering van glansmiddel is niet
voldoende. Stel de dosering van het glansmiddel in op een
hogere stand.
• Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek worden
afgedroogd.
• We raden aan altijd glansmiddel te gebruiken, zelfs in combi-
natie met wastabletten.
Witte strepen of een blauwe
waas op glazen en serviesgoed.
• De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te hoog. Zet de
dosering van het glansmiddel op een lagere stand.
• Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt.
Vlekken en opgedroogde water-
vlekken op glazen en servies.
• De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te laag. Zet de
dosering van het glansmiddel op een hogere stand.
• De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
31
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
Het serviesgoed is nat. • Het programma heeft geen droogfase of heeft een droogfase
met lage temperatuur.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
• De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn.
• De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn. Prob-
eer een ander merk of activeer het glansmiddeldoseerbakje
en gebruik het glansmiddel samen met de multitabletten.
De binnenkant van het apparaat
is nat.
• Dit is geen fout van het apparaat. Het wordt veroorzaakt door
de vochtigheid in de lucht die tegen de wanden condenseert.
Opvallend veel schuim tijdens
het wassen.
• Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten.
• Het glansmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op met een
servicecentrum.
Roestresten op bestek. • Er wordt voor het wassen teveel zout in het water gebruikt.
Zie 'De waterontharder instellen'.
• Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilve-
ren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar.
Er bevinden zich aan het einde
van het programma resten van
vaatwasmiddel in het vaatwas-
middeldoseerbakje.
• De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldoseer-
bakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het wa-
ter.
• Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwasmiddel-
doseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de bovenste sproeiarm
niet geblokkeerd of verstopt is.
• Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje
van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen belemmeren.
Geuren in het apparaat. • Raadpleeg "Reiniging binnenkant".
Kalkresten op het serviesgoed,
op de kuip en aan de binnenkant
van de deur.
• Zie 'De waterontharder instellen'.
Dof, ontkleurd of afgeschilverd
serviesgoed.
• Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in
het apparaat worden gewassen.
• Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor
het laden van de korven.
• Leg tere voorwerpen in de bovenkorf.
Raadpleeg "Voor het eerste
gebruik", "Dagelijks gebruik" of
"Aanwijzingen en tips" voor
mogelijke andere oorzaken.
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte
(mm)
596 / 818 - 898 / 555
32
Elektrische aansluiting
1) Voltage (V) 220 - 240
Frequentie (Hz) 50
Watertoevoerdruk Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8)
Watertoevoer
Koud water of warm water
2) max. 60 °C
Vermogen Couverts 13
Energieverbruik Modus aan laten (W) 0.50
Energieverbruik Uit-modus (W) 0.50
1) Zie het typeplaatje voor andere waarden.
2) Als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zon-
nepanelen en windenergie), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen.
TYPEPLAATJE
Mod. ... ... ...
Prod. No. ... ... ...
Ser. No. ...
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
Stuur voor alle benodigde informatie over
testprestaties een e-mail naar:
Schrijf het productnummer (PNC) op dat u op het
typeplaatje vindt.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
33

Documenttranscriptie

VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. ALGEMENE VEILIGHEID • • • • • 18 Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: – boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen – door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen. De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0.5 (0.05) / 8 (0.8) bar (Mpa) Houd rekening met het maximale aantal 13 plaatsen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. • • • • • • Doe messen en bestek met scherpe punten in het bestekmandje met de punten omlaag in horizontale positie. Laat de deur van het apparaat niet open staan zonder toezicht om te voorkomen dat er iemand over struikelt. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt. Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN MONTAGE • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • • Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen. Alleen voor VK en Ierland. Het apparaat heeft een stekker van 13 ampère. Als de zekering van de stekker verwisseld moet worden, gebruik dan zekering: 13 amp ASTA (BS 1362). AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING • Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt. • Laat het water stromen tot het schoon is voordat u het apparaat aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt. • Zorg dat er geen lekkages zijn als u het apparaat de eerste keer gebruikt. • De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. • WAARSCHUWING! Gevaarlijke spanning. Als de watertoevoerslang beschadigd is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met de service-afdeling om de watertoevoerslang te vervangen. 19 GEBRUIK • Ga niet op de open deur zitten of staan. • Vaatwasmiddel is gevaarlijk. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het vaatwasmiddel op. • Speel niet met het water van het apparaat en drink het niet op. • Verwijder de borden pas uit het apparaat als het programma is voltooid. Er kan vaatwasmiddel op de borden zitten. • Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een programma wordt uitgevoerd. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. SERVICEDIENST • Contact opnemen met de klantenservice voor reparatie van het apparaat. Wij raden uitsluitend het gebruik van originele onderdelen aan. • Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende informatie heeft van het typeplaatje. Model: PNC: Serienummer: VERWIJDERING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • 20 Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. EENVOUDIGE START 2 1 5 1 Aan/uit-toets 2 Programma-indicatielampjes 3 4 4 Programmakeuzetoets 5 Toets halve lading 3 Indicatielampjes INDICATIELAMPJES Wasfase. Gaat aan wanneer de wasfase loopt. Einde-indicatielampje. Zoutindicatielampje. Dit indicatielampje is altijd uit als het programma in werking is. PROGRAMMA’S Verbruiksgegevens 1) Programma 2) 3) Mate van vervuiling Programmafasen Type belading Programmaduur (min) Energie(kWh) Water (l) Normaal bevuild Serviesgoed en bestek • • • • Voorspoelen Wassen 50 °C Spoelgangen Drogen 195 1.039 11 Sterk bevuild Serviesgoed, bestek en pannen • • • • Voorspoelen Wassen 70 °C Spoelgangen Drogen 150 170 1.5 - 1.6 13 - 15 Normaal bevuild Serviesgoed en bestek • • • • Voorspoelen Wassen 65 °C Spoelgangen Drogen 120 130 1.3 - 1.6 15 - 17 21 Verbruiksgegevens 1) Programma Mate van vervuiling Programmafasen Type belading Programmaduur (min) 4) 5) Pas bevuild Serviesgoed en bestek • Alles Energie(kWh) Water (l) 30 0.8 9 • Wassen 60 °C of 65 °C Spoelgangen • Voorspoelen 14 0.1 4 1) De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid vaat kan de verbruikswaarden veranderen. 2) Dit programma biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal bevuild serviesgoed en bestek. (Dit is het standaard programma voor testinstituten.) 3) Dit programma heeft een spoelfase bij hoge temperatuur voor betere resultaten voor de hygiëne. Tijdens de spoelfase blijft de temperatuur gedurende minimaal 10 minuten op 70 °C. 4) Met dit programma kunt u een pas bevuilde lading afwassen. Het biedt goede afwasresultaten in een kort tijdsbestek. 5) Met dit programma wordt het serviesgoed snel afgespoeld om te voorkomen dat voedselresten kunnen aankoeken en er een vieze lucht uit het apparaat komt. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken. INSTELLINGEN PROGRAMMAKEUZE-MODUS Het apparaat staat in de programmakeuzemodus als alle programma-indicatielampjes aan zijn. Als het apparaat in de programmakeuzemodus staat, kan een programma worden ingesteld en de gebruikersmodus worden ingevoerd. Druk, als het bedieningspaneel niet deze stand weergeeft, op annuleren. 22 FUNCTIE ANNULEREN Druk op de programmaknop tot alle programma-indicatielampjes aan zijn (Programmaselectiemodus). Met deze functie kunt u het lopende programma. GEBRUIKERSMODUS Terwijl het apparaat in de programmakeuzemodus staat: 1. Houd de programmaknop ingedrukt tot het indicatielampje gaat knipperen en het indicatielampje aan is. In de gebruikersmodus kan het volgende worden gewijzigd: • Het niveau van de waterverzachter afgestemd op de waterhardheid. • De activering of de deactivering van het geluidsignaal voor het programma-einde. Deze instellingen worden opgeslagen tot u ze weer wijzigt. DE WATERONTHARDER INSTELLEN 5x 1. Wacht als het apparaat in de gebruikersmodus staat tot het indicatielampje indicatielampje 6x uit gaat en het gaat knipperen. De huidige instelling wordt aangegeven door het aantal knipperen van het indicatielampje einde (bijv. 5 knipperen + pauze + 5 knipperen = niveau 5). 2. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. Elke keer als u op de knop drukt, gaat het niveau omhoog Na niveau 10 begint u weer bij niveau 1. 3. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen. 23 DE WATERHARDHEIDTABEL Duitse hardheid (°dH) Franse hardheid (°fH) mmol/l Clarke-graden Wateronthardingsniveau 47 -50 84 - 90 8.4 - 9.0 58 - 63 10 43 - 46 76 - 83 7.6 - 8.3 53 - 57 9 37 - 42 65 - 75 6.5 - 7.5 46 - 52 8 29 - 36 51 - 64 5.1 - 6.4 36 - 45 7 23 - 28 40 - 50 4.0 - 5.0 28 - 35 6 19 - 22 33 - 39 3.3 - 3.9 23 - 27 5 1) 15 - 18 26 - 32 2.6 - 3.2 18 - 22 4 11 - 14 19 - 25 1.9 - 2.5 13 - 17 3 4 - 10 7 - 18 0.7 - 1.8 5 - 12 2 <4 <7 <0.7 <5 1 2) 1) Fabrieksinstelling 2) Gebruik geen zout op dit niveau. HET GELUIDSSIGNAAL INSTELLEN VOOR BEËINDIGING VAN HET PROGRAMMA Dit geluidssignaal is standaard uitgeschakeld, maar kan worden geactiveerd. 1. Druk als het apparaat in de gebruikersmodus staat binnen 5 seconden op de programmaknop: Het indicatielampje brandt en het indicatielampje 2. Wacht tot het lampje dooft. Het indicatielampje gaat knipperen. is uit. Het geluidssignaal is uit. 3. Druk op programmatoets om de instelling te wijzigen. Het aan. 4. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen. 24 -lampje brandt. Het geluidssignaal is VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. U kunt het niveau van de waterontharder instellen. 2. Vul het zoutreservoir. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje. 4. Draai de waterkraan open. 5. Start een programma om resten te verwijderen die misschien nog in het apparaat zijn achtergebleven. Gebruik geen afwasmiddel en gebruik de mandjes niet. Als u een programma start, doet het apparaat er ongeveer 5 minuten over om de hars in de waterontharder te herladen. Het lijkt alsof het apparaat niet werkt. De wasfase start pas nadat deze procedure voltooid is. De procedure wordt periodiek herhaald. ZOUT TOEVOEGEN Doe voor het eerste gebruik één liter water in het zoutreservoir. Water en zout kunnen uit het zoutreservoir stromen als u het bijvult. Gevaar voor roest. Start om dit te voorkomen een programma nadat u het zoutreservoir heeft bijgevuld. GLANSMIDDEL TOEVOEGEN 1 43 21 A 2 Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Het wordt automatisch vrijgegeven tijdens de warme spoelfase. Vul het glansmiddeldoseerbakje bij wanneer de glansmiddelindicatie (A) doorzichtig is. DAGELIJKS GEBRUIK 1. Draai de waterkraan open. 2. Druk op de aan-/uittoets om het apparaat te activeren. Zorg dat het apparaat in de keuzemodus Programma staat. • Vul het zoutreservoir als het zoutindicatielampje brandt. 3. Ruim de korven in. 4. Voeg vaatwasmiddel toe. 5. U dient het juiste programma in te stellen en te starten voor het type lading en de mate van vervuiling. 25 AFWASMIDDEL TOEVOEGEN 1 A B 30 20 2 Als het programma over een voorspoelfase beschikt, plaats dan een kleine dosis afwasmiddel in doseerbakje B. MULTITABLETTEN TOEVOEGEN 1 30 20 2 • • • Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje niet. Stel de waterontharder op het laagste niveau in. Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste stand. EEN PROGRAMMA STARTEN 1. Laat de deur op een kier staan. 2. Druk op de aan-/uittoets om het apparaat te activeren. Zorg dat het apparaat in de keuzemodus Programma staat. 3. Blijf op de programmatoets drukken tot de aanduiding van het programma dat u wilt instellen verschijnt. 4. Sluit de deur van de afwasmachine om het programma te starten. 26 OPTIE HALVE LADING Deze optie is verkrijgbaar met , en . Met deze optie kunt u een kleine lading servies en pannen afwassen. Deze optie verkort de programmaduur en het verbruik van elektriciteit en water. Laad beide rekken in en gebruik minder vaatwasmiddel. DE DEUR OPENEN ALS HET APPARAAT IN WERKING IS Als u de deur opent terwijl een programma loopt, stopt het apparaat. Als u de deur weer sluit, gaat het apparaat verder vanaf het punt van onderbreking. EINDE VAN HET PROGRAMMA • • Druk op de aan/uit-toets om het apparaat te deactiveren. Draai de waterkraan dicht. Als u het apparaat binnen een paar minuten na afloop van het wasprogramma niet uitschakelt, gaan alle indicatielampjes uit. Dit helpt het energieverbruik te verminderen. AANWIJZINGEN EN TIPS ALGEMEEN De volgende tips zorgen voor optimale schoonmaak- en droogresultaten en helpen ook het milieu te beschermen. • Verwijder grotere etensresten van de borden en gooi ze in de vuilnisbak. • Spoel de vaat niet eerst af. Gebruik indien nodig een voorwasprogramma (indien beschikbaar) of selecteer een programma met een voorwasfase. • Gebruik altijd de hele ruimte van de mandjes. • Zorg er bij het inladen van het apparaat voor dat de vaat helemaal kan worden bereikt en gewassen door het water uit de sproeiarmen. Zorg ervoor dat de vaat elkaar niet raakt of overlapt. • • U kunt apart vaatwasmiddel, glansmiddel en zout gebruiken of kiezen voor het gebruik van multitabletten (bijv. ''3in1'', ''4in1'', ''All in 1''). Volg de aanwijzing op de verpakking. U dient het juiste programma in te stellen voor het type lading en de mate van vervuiling. Het programma ECO biedt het meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal vervuild serviesgoed en bestek. DE WATERONTHARDER De waterontharder verwijdert mineralen uit van de watertoevoer die een nadelige invloed hebben op de wasresultaten en het apparaat. 27 Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te harder is het water. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen. De waterontharder moet worden afgesteld op de hardheid van het water in uw woonplaats. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw woonplaats. Het is belangrijk om het correcte niveau voor de waterontharder in te stellen voor goede wasresultaten. GEBRUIK VAN ZOUT, GLANSMIDDEL EN VAATWASMIDDEL • Gebruik enkel zout, glansmiddel en vaatwasmiddel voor afwasautomaten. Overige producten kunnen het apparaat beschadigen. • Multitabletten zijn doorgaans geschikt voor een waterhardheid tot 21 °dH. Bij een hogere waterhardheid moet zout, glansmiddel en vaatwasmiddel worden gebruikt naast het gebruik van multitabletten. Maar in gebieden met hard en erg hard water raden we het gebruik aan van enkelvoudig vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten zonder extra functies), glansmiddel en zout apart voor optimale reinigings- en droogresultaten. • Vaatwasmiddeltabletten lossen bij korte programma's niet geheel op. Om te voorkomen dat vaatwasmiddelresten op het servies achterblijven, raden we u aan om tabletten enkel bij lange programma's te gebruiken. • Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de instructies van de vaatwasmiddelfabrikant. WAT MOET U DOEN ALS U WILT STOPPEN MET HET GEBRUIK VAN MULTITABLETTEN Doe het volgende voordat u begint met het gebruiken van apart wasmiddel, zout en glansmiddel. 1. Stel het hoogste niveau van de waterontharder in. 2. Zorg ervoor dat het zout- en het glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn. 3. Start het kortste programma met een spoelfase. Voeg geen vaatwasmiddel toe en ruim de mandjes niet in. 4. Als het programma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in. 28 6. Schakel het glansmiddeldoseerbakje in. DE KORVEN INRUIMEN • Gebruik het apparaat alleen om voorwerpen af te wassen die vaatwasbestendig zijn. • Doe geen voorwerpen in het apparaat die gemaakt zijn van hout, hoorn, aluminium, tin en koper. • Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). • Verwijder grotere etensresten van de borden en gooi ze in de vuilnisbak. • Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen zachter. • Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. • Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. • Doe bestek en kleine items in het bestekmandje. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven. • Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een programma start. VOOR HET STARTEN VAN EEN PROGRAMMA Controleer of: • De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst. • De dop van het zoutreservoir goed dicht zit. • De sproeiarmen niet zijn verstopt. • Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd (tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt). • De positie van de items in de mandjes correct is. • Het programma van toepassing is op het type lading en de mate van bevuiling. • De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt. DE REKKEN UITRUIMEN 1. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. 2. Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit Aan het einde van het programma kan er water aan de zijkanten en de deur van het apparaat achterblijven. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Vuile filters en verstopte sproeiarmen verminderen de wasresultaten. Controleer regelmatig de filters en reinig deze zo nodig. DE FILTERS REINIGEN B A C • • • • Zorg ervoor dat er geen etensresten of vuil in of rond de rand van de opvangbak zitten. Plaats de platte filter (C) terug. Zorg ervoor dat het goed onder de 2 geleidingen zit. Plaats de filters (A) en (B) terug. Plaats de filter (A) terug in de platte filter (C). Rechtsom draaien tot het vastzit. Een onjuiste plaatsing van de filters kan leiden tot slechte wasresultaten en het apparaat beschadigen. DE SPROEIARMEN REINIGEN Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen. Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig voorwerp. • BUITENKANT REINIGEN • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. • Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. • Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen. • Als u regelmatig korte programma's gebruikt dan kunnen er vetresten en kalkaanslag achterblijven in het apparaat. Om dit te voorkomen raden we aan minstens 2 keer per maand progamma's met een lange duur te gebruiken. Om de prestaties van uw apparaat op en top te houden raden we u aan iedere maand een specifiek schoonmaakproduct voor vaatwasmachines te gebruiken. Volg de instructies op de verpakking van de producten zorgvuldig op. DE BINNENKANT VAN DE MACHINE REINIGEN • Reinig het apparaat zorgvuldig, inclusief de rubberen afdichting van de deur, met een zachte, vochtige doek. 29 PROBLEEMOPLOSSING Als het apparaat niet start of stopt tijdens de bediening, kijk dan voordat u contact opneemt met de klantenservice of u het probleem zelf kunt oplossen met behulp van de informatie in de tabel. WAARSCHUWING! Niet juist uitgevoerde reparaties kunnen de veiligheid van de gebruiker ernstig in gevaar brengen. Alle reparaties moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel. Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing U kunt het apparaat niet activeren. • • Zorg dat de stekker in het stopcontact zit. Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand. Het programma start niet. • • Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten. Het apparaat is begonnen met de oplaadprocedure van de hars in de waterontharder. De duur van de procedure is ongeveer 5 minuten. Het apparaat neemt geen water. • Het eindlampje knippert 1 keer onderbroken. • Geluidssignaal klinkt 1 keer. • • Controleer of de waterkraan is geopend. Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig contact op met uw lokale waterleidingbedrijf. Controleer of de waterkraan niet verstopt is. Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn. • • • 30 Bij sommige problemen knippert het eindlampje om een storing aan te geven. Het merendeel van de problemen die ontstaan kunnen worden opgelost zonder contact op te nemen met een erkend servicecentrum. Het apparaat pompt geen water weg. • Het eindlampje knippert 2 keer onderbroken. • Geluidssignaal klinkt 2 keer. • • Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de waterafvoerslang aanwezig zijn. De anti-overstromingsbeveiliging is aan. • Het eindlampje knippert 3 keer onderbroken. • Geluidssignaal klinkt 3 keer. • Draai de waterkraan dicht en neem contact op met de klantenservice. Het apparaat stopt en start meerdere keren tijdens de werking. • Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsresultaten en energiebesparing. Weinig lekkage uit de deur van het apparaat. • Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip. Verstel de achterpoot (indien van toepassing). • Probleem en alarmcode Mogelijke oorzaak en oplossing De deur van het apparaat sluit moeilijk. • • Ratelende / kloppende geluiden vanuit het apparaat. • • Het apparaat maakt kortsluiting. • • Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik", of "Aanwijzingen en tips" voor andere mogelijke oorzaken. Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare pootjes (indien van toepassing). Delen van het serviesgoed steken uit de korven. Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk werkende apparaten van stroom te voorzien. Controleer de stroomsterkte van het stopcontact en het vermogen op de meter, of zet één van de in gebruik zijnde apparaten uit. Interne elektrische storing van het apparaat. Neem contact op met een servicecentrum. Schakel het apparaat na controle aan en uit. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met onze klantenservice. Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn, neemt u contact op met de klantenservice. DE WAS- EN DROOGRESULTATEN ZIJN NIET NAAR TEVREDENHEID Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing Slechte wasresultaten. • Slechte droogresultaten. • • • • • Witte strepen of een blauwe waas op glazen en serviesgoed. • Vlekken en opgedroogde watervlekken op glazen en servies. • • • Raadpleeg "Dagelijks gebruik", "Aanwijzingen en tips" en de folder voor het laden van de korf. Gebruik intensievere wasprogramma´s. Serviesgoed heeft te lang in het gesloten apparaat gestaan. Het glansmiddel is op of de dosering van glansmiddel is niet voldoende. Stel de dosering van het glansmiddel in op een hogere stand. Plastic voorwerpen moeten mogelijk met een doek worden afgedroogd. We raden aan altijd glansmiddel te gebruiken, zelfs in combinatie met wastabletten. De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te hoog. Zet de dosering van het glansmiddel op een lagere stand. Er is te veel vaatwasmiddel gebruikt. De vrijgegeven hoeveelheid glansmiddel is te laag. Zet de dosering van het glansmiddel op een hogere stand. De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn. 31 Probleem Het serviesgoed is nat. Mogelijke oorzaak en oplossing • • • • Het programma heeft geen droogfase of heeft een droogfase met lage temperatuur. Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De kwaliteit van het glansmiddel kan de oorzaak zijn. De kwaliteit van de multitabletten kan de oorzaak zijn. Probeer een ander merk of activeer het glansmiddeldoseerbakje en gebruik het glansmiddel samen met de multitabletten. De binnenkant van het apparaat is nat. • Dit is geen fout van het apparaat. Het wordt veroorzaakt door de vochtigheid in de lucht die tegen de wanden condenseert. Opvallend veel schuim tijdens het wassen. • • Gebruik alleen wasmiddel voor afwasautomaten. Het glansmiddeldoseerbakje is lek. Neem contact op met een servicecentrum. Roestresten op bestek. • Er wordt voor het wassen teveel zout in het water gebruikt. Zie 'De waterontharder instellen'. Zilver en roestvrijstalen bestek zijn samen geplaatst. Zet zilveren en roestvrijstalen voorwerpen niet dicht bij elkaar. • Er bevinden zich aan het einde van het programma resten van vaatwasmiddel in het vaatwasmiddeldoseerbakje. • • • De vaatwastablet raakte klem in het vaatwasmiddeldoseerbakje en is daardoor niet volledig weggespoeld door het water. Het water kan het vaatwasmiddel niet uit het vaatwasmiddeldoseerbakje spoelen. Zorg ervoor dat de bovenste sproeiarm niet geblokkeerd of verstopt is. Zorg dat voorwerpen in de rekken het openen van het klepje van het afwasmiddeldoseerbakje niet kunnen belemmeren. Geuren in het apparaat. • Raadpleeg "Reiniging binnenkant". Kalkresten op het serviesgoed, op de kuip en aan de binnenkant van de deur. • Zie 'De waterontharder instellen'. Dof, ontkleurd of afgeschilverd serviesgoed. • Zorg dat alleen vaatwasmachinebestendige voorwerpen in het apparaat worden gewassen. Laad de korf voorzichtig in en uit. Raadpleeg de folder voor het laden van de korven. Leg tere voorwerpen in de bovenkorf. • • Raadpleeg "Voor het eerste gebruik", "Dagelijks gebruik" of "Aanwijzingen en tips" voor mogelijke andere oorzaken. TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen 32 Breedte / hoogte / diepte (mm) 596 / 818 - 898 / 555 Elektrische aansluiting 1) Watertoevoerdruk Voltage (V) 220 - 240 Frequentie (Hz) 50 Min. / max. bar (MPa) 0.5 (0.05) / 8 (0.8) Watertoevoer Koud water of warm Vermogen Couverts 13 Energieverbruik Modus aan laten (W) 0.50 Energieverbruik Uit-modus (W) 0.50 water2) max. 60 °C 1) Zie het typeplaatje voor andere waarden. 2) Als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonnepanelen en windenergie), gebruik dan een heetwatervoorziening om het energieverbruik te verminderen. TYPEPLAATJE Mod. ... ... ... Prod. No. ... ... ... Ser. No. ... AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN Stuur voor alle benodigde informatie over testprestaties een e-mail naar: [email protected] Schrijf het productnummer (PNC) op dat u op het typeplaatje vindt. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. 33
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Zanussi ZDT21001FA Handleiding

Type
Handleiding