Aeg-Electrolux HC451220EB Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 7
4. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................... 9
5. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 11
6. ONDERHOUD EN REINIGING.............................................................................. 13
7. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................................ 14
8. MONTAGE ..............................................................................................................16
9. TECHNISCHE INFORMATIE.................................................................................. 19
10. ENERGIEZUINIGHEID.......................................................................................... 20
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
• Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
•
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De
verwarmingselementen niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS
3
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
• Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
• Zorg ervoor dat er een
ventilatieruimte van 2 mm vrij is
tussen het werkblad en de voorkant
van de onderste unit. De garantie
dekt geen schade veroorzaakt door
het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
www.aeg.com
4
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
• Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met
onze service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
NEDERLANDS
5
• Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
het kookoppervlak.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
2.6 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
www.aeg.com
6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
180/280 mm180/280 mm
1
2
3
1
Inductiekookzone
2
Glazen balk
3
Bedieningspaneel
3.2 Indeling Bedieningspaneel
42 31 5
11 9 810
76
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip-
toets
-functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / Het
kinderslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
5
CountUp Timer Geeft aan dat de functie werkt.
6
Timer met aftelfunctie /
Kookwekker
Geeft aan dat de functie werkt.
7
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
8
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
NEDERLANDS 7
Tip-
toets
-functie Opmerking
9
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
10
- Timerfunctie instellen.
11
/
- De tijd verlengen of verkorten.
3.3 Kookstanddisplays
Weergave Omschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met ko-
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
3.4 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte
direct in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
www.aeg.com8
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 In- en uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat
branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen warmte-
instelling en de tijd waarna de
kookplaat uitschakelt:
Temperatuurinstel-
ling
De kookplaat scha-
kelt uit na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
4.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
0 3 5 8 10 14 P
4.4 Automatisch opwarmen
Als u deze functie activeert, kunt u in
minder tijd een benodigde kookstand
verkrijgen. De functie schakelt even de
hoogste kookstand in en verlaagt dan
naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak
aan ( gaat aan).
Raak meteen de juiste kookstand aan.
Na 3 seconden gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.5 Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
NEDERLANDS 9
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.6 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
De selectie van de timerfunctie is
mogelijk wanneer de kookzone is
ingeschakeld en de kookstand is
ingesteld.
Om de functie in te schakelen: raak
van de timer aan om de tijd in te stellen
(00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld. Wanneer deze
functie actief is, gaat
branden.
Resterende tijd weergeven: raak
herhaaldelijk aan totdat gaat branden.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen: raak herhaaldelijk aan
totdat gaat branden. Raak of
aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
herhaaldelijk aan totdat gaat branden.
Tik op
. De resterende tijd telt terug
tot 00.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De
kookzone wordt
uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Het symbool gaat uit en gaat
branden.
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: raak herhaaldelijk
aan totdat gaat branden. De display
geeft aan hoe lang de zone werkt.
Tijdens de eerste minuut toont het
display de tijd in seconden. Na de eerste
minuut toont het display de tijd in
minuten.
Om de functie uit te schakelen: raak
herhaaldelijk aan totdat gaat
branden. Tik op
. Het symbool gaat
uit en
gaat branden.
Om de functie te resetten: Raak
aan. De tijd telt af naar 00.
Als twee functies
tegelijkertijd werken, toont
het display eerst de functie
CountUp Timer.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken (het display van de kookstand
toont ).
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken
is, klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzone.
4.7 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones in voor
de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
www.aeg.com
10
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.8 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
4.9 Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat het
kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de
kookplaat aan met
. Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met
.
Om de functie uit te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met
.
Het opheffen van de functie voor maar
één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat met
uitzet werkt de functie weer.
4.10 OffSound Control (In- en
uitschakelen van de geluiden)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
• - de signalen zijn uit
•
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op
staat kunt u de
geluiden alleen horen als:
• U aanraakt
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
• als u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
5.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk elektro-
magnetisch veld ervoor dat
het kookgerei erg snel heet
wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
NEDERLANDS 11
• een beetje water op een zone met de
hoogste kookstand binnen korte tijd
wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
5.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand
en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie)
• Zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
• Klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
5.3 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
5.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de warmte-instelling en de kookzone is
niet lineair. Wanneer u de warmte-
instelling verhoogt, is dit niet
proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat de kookzone met de
medium warmte-instelling minder dan de
helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bot-
er, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
www.aeg.com12
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, lev-
er, roux, eieren, pannenkoek-
en, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, lend-
enbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is
geactiveerd.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene informatie
• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
6.2 Glazen balk
• Gebruik geen schraper of scherpe
objecten om de glazen balk, de
ruimte ertussen en de glaskeramische
plaat mee schoon te maken. De
glazen balk is op de glaskeramische
plaat bevestigd.
• Plaats geen pannen op de glazen
balk.
• Zorg dat de glazen balk niet door
pannen wordt aangeraakt.
NEDERLANDS
13
6.3 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel. Droog de kookplaat na
reiniging af met een zachte doek.
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aan-
gesloten op een stopcontact
of is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het
aansluitingsschema.
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende elektri-
cien.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt twee of meer tiptoet-
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
STOP+GO -functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of vetspatten
op het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluids-
signaal als de kookplaat uit
staat.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
www.aeg.com14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Restwarmte-indicatie treedt
niet in werking.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is ge-
bruikt.
Als het lang duurt alvorens
de zone voldoende heet is,
neem dan contact op met
de klantenservice.
Automatisch opwarmen-
functie werkt niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De hoogste verwarmings-
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste zones indien
mogelijk.
Er klinkt geen signaal wan-
neer u de sensorvelden van
het bedieningspaneel aan-
raakt.
De signalen zijn uitgescha-
keld.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Automatisch uitschakelen is
in werking.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
Het kinderslot of de Toets-
blokkering-functie is in werk-
ing.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni-
sche informatie'.
en een getal gaat bran-
den.
Er is een fout in de kook-
plaat opgetreden.
Ontkoppel de kookplaat
enige tijd van de stroomtoe-
voer. Ontkoppel de zekering
uit het elektrische systeem
van het huis. Sluit het appa-
raat opnieuw aan. Als
weer gaat branden, neem
dan contact op met de klan-
tenservice.
NEDERLANDS 15
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
gaat branden.
De elektrische aansluiting is
onjuist. De stroomspanning
is buiten bereik.
Laat de installatie controle-
ren door een elektromon-
teur.
gaat branden.
Er is een fout in de kook-
plaat omdat kookgerei
droog kookt. Automatisch
uitschakelen en de overver-
hittingsbeveiliging voor de
zones werkt.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookger-
ei. Schakel na ongeveer 30
seconden de zone opnieuw
in. Als het kookgerei het
probleem was, gaat de fout-
melding weg. Restwarmte-
indicatie kan aan blijven.
Laat het kookgerei vol-
doende afkoelen. Controleer
of uw kookgerei geschikt is
voor de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
gaat branden.
De ventilator wordt geblok-
keerd.
Controleer of voorwerpen
de ventilator blokkeren. Als
weer gaat branden,
neem dan contact op met
de klantenservice.
7.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
8.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
8.3 Aansluitkabel
• De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
• Vervang de beschadigde
voedingskabel door het volgende
www.aeg.com16
netsnoer (of hoger): H05BB-F Tmax
90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
8.4 De afdichting bevestigen
1. Reinig het werkblad rond de plek
waar het gat moet worden
uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip tegen de onderrand van
de kookplaat langs de buitenrand
van de keramische plaat. Rek het
afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat
de uiteinden van de afdichtstrip zich
in het midden van een van de zijden
van de kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
8.5 Assemblage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
NEDERLANDS 17
R 5mm
min.
55mm
340
+1
mm
490
+1
mm
50 mm
50 mm
8.6 De installatie van meer dan
één kookplaat
Meegeleverde accessoires:
aansluitstand, hittebestendige silicone,
rubberen vrom, afsluitstrip.
Gebruik alleen speciaal
hittebestendig silicone.
De aanrechtuitsparing
Afstand
vanaf de
muur
minimaal 50 mm
Diepte 490 mm
www.aeg.com18
Breedte totaal van alle breedtes van
de kookplaten die u instal-
leert minus 20 mm
Voorbeeld:
580 mm
520 mm
490 mm
360 mm
+ - =
20 mm 920 mm
Montage
1. Bereken de juiste afmetingen van de
uitsparing.
2. Bereid de uitsparing in het
aanrechtblad voor.
3. Plaats de kookplaten een voor een
op een zacht oppervlak (zoals een
deken) met de onderkant omhoog.
4. Bevestig de meegeleverde
afdichtstrip rondom de onderrand
van de kookplaat langs de
buitenrand van de glazen keramische
plaat.
5. Schroef losjes de bevestigingsplaten
in de juiste gaten van de
beschermende behuizing.
6. Plaats de eerste kookplaat in de
uitsparing van het aanrecht. Plaats
dan de aansluitstand in de uitsparing
van het werkblad. Druk het
halverwege de breedte onder de
kookplaat.
7. Draai de bevestigingsplaten losjes
aan van onder het werkblad op de
aansluitstang.
8. Plaats de volgende kookplaat in de
uitsparing van het aanrecht. Zorg dat
de voorkant van de kookplaten met
elkaar zijn uitgelijnd.
9. Draai de schroeven van de
bevestigingsplaten/vasthoudgreep
aan.
10. Dicht de kier tussen het aanrecht en
de kookplaten en tussen de
kookplaten met siliconenkit.
11. Breng wat sop op de siliconen aan.
12. Duw de rubberen kitstrijker met
enige kracht tegen de
glaskeramische plaat en beweeg
deze langzaam langs de hele naad.
13. Raak de siliconenkit pas weer aan als
het is uitgehard. Dit kan een dag
duren.
14. Verwijder de siliconenkit die eruit
steekt voorzichtig met een
scheermesje.
15. Maak het glas schoon.
9.
TECHNISCHE INFORMATIE
9.1 Typeplaatje
Model HC451220EB PNC productnummer 941 560 805 00
Type 55 FED 01 AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz
NEDERLANDS 19
Inductie 3.7 kW
Ser.nr. ................. 3.7 kW
AEG
9.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal
vermogen (max
warmte-instel-
ling) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale duur
[min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Middenvoor 1800 / 3500 2800 / 3700 5 145 - 180 / 245 -
280
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal
en de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
10. ENERGIEZUINIGHEID
10.1 Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014
Modelidentificatie HC451220EB
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 1
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Middenvoor 28,0 cm
Energieverbruik per kook-
zone (EC electric cooking)
Middenvoor 167,8 Wh / kg
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric hob)
167,8 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de
prestatie
10.2 Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel
op het kookgerei.
• Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
www.aeg.com20
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
NEDERLANDS 21

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 4 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 7 4. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................... 9 5. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 11 6. ONDERHOUD EN REINIGING.............................................................................. 13 7. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................................ 14 8. MONTAGE ..............................................................................................................16 9. TECHNISCHE INFORMATIE.................................................................................. 19 10. ENERGIEZUINIGHEID.......................................................................................... 20 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • • • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken. Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. 4 www.aeg.com • • • • • • • Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. • De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. • Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte. NEDERLANDS 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. • Gebruik de juiste stroomkabel. • Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. • Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. • Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. • Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is • • • • 5 voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Vertrouw niet alleen op de pandetector. • Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. 6 www.aeg.com • Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is. • Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. 2.4 Onderhoud en reiniging • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. • Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2.5 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. 2.6 Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. NEDERLANDS 7 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Indeling kookplaat 1 1 Inductiekookzone 2 Glazen balk 3 Bedieningspaneel 180/280 mm 2 3 3.2 Indeling Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 11 7 10 9 8 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tiptoets -functie Opmerking 1 AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. 2 Toetsblokkering / Het kinderslot Het bedieningspaneel vergrendelen/ ontgrendelen. 3 STOP+GO De functie in- en uitschakelen. Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer. 5 CountUp Timer Geeft aan dat de functie werkt. 6 Timer met aftelfunctie / Kookwekker Geeft aan dat de functie werkt. Kookstanddisplay De kookstand weergeven. Powerfunctie De functie in- en uitschakelen. 4 7 8 - - 8 www.aeg.com 9 Tiptoets -functie Opmerking - Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand. - Timerfunctie instellen. - De tijd verlengen of verkorten. 10 / 11 3.3 Kookstanddisplays Weergave Omschrijving De kookzone is uitgeschakeld. De kookzone wordt gebruikt. - STOP+GO -functie is in werking. Automatisch opwarmen -functie is in werking. Powerfunctie is in werking. + cijfer Er is een storing. / OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte. / Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst. Automatisch uitschakelen -functie is in werking. 3.4 OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie) WAARSCHUWING! / / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. Het controlelampje geeft het niveau van de restwarmte aan. De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen. NEDERLANDS 9 4. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 4.1 In- en uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. 4.3 De kookstand Voor het instellen of wijzigen van de kookstand: Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt. 4.2 Automatisch uitschakelen De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • alle kookzones zijn uitgeschakeld. • u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. • u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken. • u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit. • u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd branden en wordt de gaat kookplaat uitgeschakeld. De verhouding tussen warmteinstelling en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt: Temperatuurinstel- De kookplaat schaling kelt uit na ,1-3 6 uur 4-7 5 uur 8-9 4 uur 10 - 14 1,5 uur 0 3 5 8 10 14 P 4.4 Automatisch opwarmen Als u deze functie activeert, kunt u in minder tijd een benodigde kookstand verkrijgen. De functie schakelt even de hoogste kookstand in en verlaagt dan naar de juiste kookstand. Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn. Om de functie voor een kookzone te aan ( gaat aan). activeren: raak Raak meteen de juiste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. Om de functie uit te schakelen: wijzig de kookstand. 4.5 Powerfunctie Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. 10 www.aeg.com Om de functie voor een kookzone te activeren: raak aan. gaat aan. Om de functie uit te schakelen: wijzig de kookstand. Om de functie in te schakelen: Raak aan. Het symbool branden. Timer met aftelfunctie U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie. De selectie van de timerfunctie is mogelijk wanneer de kookzone is ingeschakeld en de kookstand is ingesteld. Om de functie in te schakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Wanneer deze functie actief is, gaat Om de functie uit te schakelen: raak herhaaldelijk aan totdat branden. Tik op uit en totdat aan. herhaaldelijk aan gaat branden. Raak of gaat . Het symbool gaat gaat branden. Om de functie te resetten: Raak aan. De tijd telt af naar 00. Als twee functies tegelijkertijd werken, toont het display eerst de functie CountUp Timer. Resterende tijd weergeven: raak Om het juiste tijdstip van de dag te herhaaldelijk gaat branden. De display aan totdat geeft aan hoe lang de zone werkt. Tijdens de eerste minuut toont het display de tijd in seconden. Na de eerste minuut toont het display de tijd in minuten. branden. herhaaldelijk aan totdat gaat branden. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. gaat Om in de gaten te houden hoelang de kookzone werkt: raak 4.6 Timer wijzigen: raak gaat uit en Kookwekker U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken (het display van de kookstand toont ). Om de functie uit te schakelen: raak Om de functie in te schakelen: Raak herhaaldelijk aan totdat aan. Raak of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Tik op tot 00. gaat branden. . De resterende tijd telt terug Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. CountUp Timer (De timer met optelfunctie) Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzone. 4.7 STOP+GO Deze functie stelt alle kookzones in voor de laagste warmhoudstand. Als de functie loopt, kunt u de warmteinstelling niet wijzigen. De functie stopt de timerfunctie niet. NEDERLANDS Om de functie in te schakelen: raak aan. kookstand in. Raak gaat branden. 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan. 4.8 Toetsblokkering U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan. Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan. Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook. 4.9 Het kinderslot Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt. Om de functie in te schakelen: zet de kookplaat aan met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . Om de functie uit te schakelen: zet de kookplaat aan met 11 Het opheffen van de functie voor maar één kooktijd: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het kooktoestel bedienen. Als u de kookplaat met uitzet werkt de functie weer. 4.10 OffSound Control (In- en uitschakelen van de geluiden) Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en uit. Raak 3 seconden aan. of gaat branden. Raak aan om één van het volgende te kiezen: • - de signalen zijn uit - de signalen zijn aan • Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt. staat kunt u de Als de functie op geluiden alleen horen als: aanraakt • U • Kookwekker naar beneden komt • Timer met aftelfunctie naar beneden komt • als u iets op het bedieningspaneel plaatst. . Stel geen 5. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Kookgerei Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt. Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei. Materiaal van het kookgerei • correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant). • niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Het kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als: 12 www.aeg.com • een beetje water op een zone met de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd. • een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei. De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Afmetingen van de pannen Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan. De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. 5.2 Lawaai tijdens gebruik Als u dit hoort: • krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie). • fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie) Verwarmings- Gebruik om: stand -1 Bereide gerechten warmhouden. • Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt. • Klikken: er treedt elektrische schakeling op. • Sissen, zoemen: de ventilator werkt. Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken. 5.3 Öko Timer (Eco-timer) Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt. 5.4 Voorbeelden van kooktoepassingen De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de warmteinstelling verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de helft van het vermogen gebruikt. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Tijd (min) Tips zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-3 Hollandaisesaus, smelten: bot- 5 - 25 er, chocolade, gelatine. Van tijd tot tijd mengen. 1-3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. Met deksel bereiden. 3-5 Zachtjes aan de kook brengen 25 - 50 van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen. 10 - 40 Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. NEDERLANDS 13 Verwarmings- Gebruik om: stand Tijd (min) Tips 5-7 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Een paar eetlepels vocht toevoegen. 7-9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 7-9 Bereiden van grotere hoeveelheden voedsel, stoofschotels en soepen. 60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten. 9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, zoals cordon bleu van kalfsvlees, ko- nodig teletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 12 - 13 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet. 5 - 15 Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geactiveerd. 6. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.2 Glazen balk 6.1 Algemene informatie • Reinig de kookplaat na elk gebruik. • Gebruik altijd pannen met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. • Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. • Gebruik geen schraper of scherpe objecten om de glazen balk, de ruimte ertussen en de glaskeramische plaat mee schoon te maken. De glazen balk is op de glaskeramische plaat bevestigd. • Plaats geen pannen op de glazen balk. • Zorg dat de glazen balk niet door pannen wordt aangeraakt. 14 www.aeg.com 6.3 De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. 7. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 Wat moet u doen als… Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen. De kookplaat is niet aanControleer of de kookplaat gesloten op een stopcontact goed is aangesloten op het of is niet goed geïnstalleerd. lichtnet. Raadpleeg het aansluitingsschema. De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende elektricien. Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in. U hebt twee of meer tiptoet- Raak slechts één tiptoets tesen tegelijk aangeraakt. gelijk aan. Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat uit staat. STOP+GO -functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Er ligt water of vetspatten op het bedieningspaneel. Reinig het bedieningspaneel. U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt. Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen. NEDERLANDS Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets Verwijder het object van de tiptoets. geplaatst. 15 Restwarmte-indicatie treedt niet in werking. De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is gebruikt. Als het lang duurt alvorens de zone voldoende heet is, neem dan contact op met de klantenservice. Automatisch opwarmenfunctie werkt niet. De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen. De hoogste verwarmingsstand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie. De sensorvelden worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achterste zones indien mogelijk. Er klinkt geen signaal wanneer u de sensorvelden van het bedieningspaneel aanraakt. De signalen zijn uitgeschakeld. Schakel de signalen in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. gaat branden. Automatisch uitschakelen is in werking. Schakel de kookplaat uit en weer in. gaat branden. Het kinderslot of de ToetsRaadpleeg het hoofdstuk blokkering-functie is in werk- 'Dagelijks gebruik'. ing. gaat branden. Er staat geen kookgerei op de zone. Zet kookgerei op de zone. Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. De diameter aan de bodem van het kookgerei is te klein voor de zone. Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. Er is een fout in de kookplaat opgetreden. Ontkoppel de kookplaat enige tijd van de stroomtoevoer. Ontkoppel de zekering uit het elektrische systeem van het huis. Sluit het appa- en een getal gaat branden. raat opnieuw aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. 16 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing gaat branden. De elektrische aansluiting is onjuist. De stroomspanning is buiten bereik. Laat de installatie controleren door een elektromonteur. gaat branden. Er is een fout in de kookplaat omdat kookgerei droog kookt. Automatisch uitschakelen en de oververhittingsbeveiliging voor de zones werkt. Schakel de kookplaat uit. Verwijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 seconden de zone opnieuw in. Als het kookgerei het probleem was, gaat de foutmelding weg. Restwarmteindicatie kan aan blijven. Laat het kookgerei voldoende afkoelen. Controleer of uw kookgerei geschikt is voor de kookplaat. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. gaat branden. De ventilator wordt geblokkeerd. Controleer of voorwerpen de ventilator blokkeren. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. 7.2 Als u het probleem niet kunt oplossen... Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. 8. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. Serienummer ........................... 8.2 Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. 8.3 Aansluitkabel • De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer. • Vervang de beschadigde voedingskabel door het volgende NEDERLANDS netsnoer (of hoger): H05BB-F Tmax 90°C. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. 8.4 De afdichting bevestigen 1. Reinig het werkblad rond de plek waar het gat moet worden uitgezaagd. 2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip tegen de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de keramische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. Zorg dat de uiteinden van de afdichtstrip zich in het midden van een van de zijden van de kookplaat bevinden. 3. Tel een paar mm bij de af te knippen lengte van de afdichtstrip. 4. Duw de twee uiteinden van de afdichtstrip samen. 8.5 Assemblage min. 500mm min. 50mm min. 2mm min. 2 mm A min. 2 mm B 57 mm 41 mm 31 mm B > 20 mm min. 500 mm A 12 mm 28 mm 38 mm A B < 20 mm 17 min 30 mm min. 500 mm A 12 mm 28 mm 38 mm B 57 mm 41 mm 31 mm 18 www.aeg.com R 5mm min. 55mm 490+1mm 340+1mm 50 mm 50 mm min. 12 mm min. 2 mm 8.6 De installatie van meer dan één kookplaat Meegeleverde accessoires: aansluitstand, hittebestendige silicone, rubberen vrom, afsluitstrip. Gebruik alleen speciaal hittebestendig silicone. min. 38 mm min. 2 mm De aanrechtuitsparing Afstand vanaf de muur minimaal 50 mm Diepte 490 mm NEDERLANDS Breedte 19 totaal van alle breedtes van de kookplaten die u installeert minus 20 mm Voorbeeld: 360 mm - 20 mm = 920 mm 490 mm + 520 mm 580 mm Montage 1. Bereken de juiste afmetingen van de uitsparing. 2. Bereid de uitsparing in het aanrechtblad voor. 3. Plaats de kookplaten een voor een op een zacht oppervlak (zoals een deken) met de onderkant omhoog. 4. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip rondom de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de glazen keramische plaat. 5. Schroef losjes de bevestigingsplaten in de juiste gaten van de beschermende behuizing. 6. Plaats de eerste kookplaat in de uitsparing van het aanrecht. Plaats dan de aansluitstand in de uitsparing van het werkblad. Druk het halverwege de breedte onder de kookplaat. 7. Draai de bevestigingsplaten losjes aan van onder het werkblad op de aansluitstang. 8. Plaats de volgende kookplaat in de uitsparing van het aanrecht. Zorg dat de voorkant van de kookplaten met elkaar zijn uitgelijnd. 9. Draai de schroeven van de bevestigingsplaten/vasthoudgreep aan. 10. Dicht de kier tussen het aanrecht en de kookplaten en tussen de kookplaten met siliconenkit. 11. Breng wat sop op de siliconen aan. 12. Duw de rubberen kitstrijker met enige kracht tegen de glaskeramische plaat en beweeg deze langzaam langs de hele naad. 13. Raak de siliconenkit pas weer aan als het is uitgehard. Dit kan een dag duren. 14. Verwijder de siliconenkit die eruit steekt voorzichtig met een scheermesje. 15. Maak het glas schoon. 9. TECHNISCHE INFORMATIE 9.1 Typeplaatje Model HC451220EB Type 55 FED 01 AU PNC productnummer 941 560 805 00 220 - 240 V 50 - 60 Hz 20 www.aeg.com Inductie 3.7 kW Ser.nr. ................. AEG 3.7 kW 9.2 Specificatie kookzones Kookzone Nominaal Powerfunctie vermogen (max [W] warmte-instelling) [W] Powerfunctie maximale duur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Middenvoor 1800 / 3500 5 145 - 180 / 245 280 2800 / 3700 Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei. Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel. 10. ENERGIEZUINIGHEID 10.1 Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014 Modelidentificatie HC451220EB Type kooktoestel Ingebouwde kookplaat Aantal kookzones 1 Verwarmingstechnologie Inductie Diameter ronde kookzones Middenvoor (Ø) 28,0 cm Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking) 167,8 Wh / kg Middenvoor Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de prestatie 10.2 Energiebesparing U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen. • Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft. 167,8 Wh / kg • Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei. • Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert. • Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones. • Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone. • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. NEDERLANDS 21 11. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Aeg-Electrolux HC451220EB Handleiding

Type
Handleiding