Olivetti Fax-Lab 145D de handleiding

Type
de handleiding
Gebruik van de SMS-service
SAMENGESTELD/UITGEGEVEN/GEPRODUCEERD DOOR:
Olivetti S.p.A. con unico azionista
Gruppo Telecom Italia
Direzione e coordinamento di Telecom Italia S.p.A.
Gedrukt in Thailand.
Code van de gebruikershandleiding: 259762Y
Publicatiedatum: Januari 2007
Copyright © 2007, Olivetti
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gefotokopieerd, verveelvoudigd of in andere talen vertaald
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Olivetti S.p.A.
1
S
MS
-
SERVICE
Met het faxtoestel en de handset kunt u SMS-berichten ver-
zenden en ontvangen en tot 40 berichten opslaan, waar-
van: 5 geschreven en verzonden, 5 geschreven en nog niet
verzonden, 30 ontvangen.
opmerking
Voor gedetailleerde informatie over de SMS-service, kunt
u het beste contact opnemen met het telefoonbedrijf
waarop u bent aangesloten.
A
CTIVEREN
VAN
DE
SMS
-
SERVICE
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor-
den uitgevoerd.
opmerking
Voor activering van de SMS-service kan het zijn dat de
functie Beller-identificatie (CLIP) ingeschakeld moet
worden door het telefoonbedrijf: neem contact op met
het telefoonbedrijf voor nadere informatie.
belangrijk
Om de SMS-service te activeren moet u, zowel voor
verzenden als voor ontvangen van berichten, num-
mers instellen die door het "SMS-servicecentrum"
zijn vastgesteld en door het betreffende telefoon-
bedrijf worden verstrekt. Nadat u de service hebt
geactiveerd, kunt u op elk gewenst moment berichten
(SMS) verzenden en ontvangen.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
CONFIGURATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
NR. SERV.CENTR.
4. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
NR. SERV.CENTR.
TX SERV. CENTR.
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TX SERV. CENTR.
XXXX
Als het nummer dat op de onderste regel van het display
verschijnt overeenkomt met het nummer van het door u
gekozen servicecentrum, gaat u direct door naar punt
7; als het nummer niet overeenkomt, gaat u naar het
volgende punt.
6. Vorm het nummer van het servicecentrum direct op het
toetsenbord.
Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
7. Om het nummer te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
NR. SERV.CENTR.
TX SERV. CENTR.
8. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
NR. SERV.CENTR.
RX SERV. CENTR.
9. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
RX SERV. CENTR.
XXXX
Als het nummer dat op de onderste regel van het display
verschijnt overeenkomt met het nummer van het door u
gekozen servicecentrum, gaat u direct door naar punt
11; als het nummer niet overeenkomt, gaat u naar het
volgende punt.
10. Vorm het nummer van het servicecentrum direct op het
toetsenbord. Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
11. Om het nummer te bevestigen, drukt u op de toets:
12. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
13. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
2
Tijdens het invoeren van de tekst, verschijnt rechts
boven op het display het max. aantal tekens dat u kunt
invoeren (160). Dit aantal neemt af bij elk ingevoerd
teken, zodat u kunt zien hoeveel tekens u heeft gebruikt
en hoeveel er nog beschikbaar zijn.
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
_
5. Vorm het nummer van de correspondent direct op het
numerieke toetsenbord, door op de volgende toetsen
te drukken:
-
6. Indien u dit wenst, kunt u het nummer of de naam van
de correspondent opzoeken via het adresboek (raad-
pleeg de "Gebruiksaanwijzing" van het faxapparaat,
hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvan-
gen").
Hiertoe gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de toets
.
2. Druk op de toetsen
om het gewenste nummer op te
zoeken.
of
1. Druk op de toets met de beginletter van de gewenste
naam. Het faxtoestel zoekt de naam in alfabetische
volgorde op.
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
KENNISGEVING
NEE
U kunt een van de volgende opties kiezen:
KENNISGEVING - NEE: als u geen bericht wilt ontvan-
gen dat uw SMS is aangekomen.
KENNISGEVING - JA: elke keer dat u een SMS ver-
zendt, ontvangt u een bericht dat het is aangekomen.
8. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "KEN-
NISGEVING - JA", drukt u op de toetsen:
9. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
TERMINAL NR.
JA
U kunt een van de volgende opties kiezen:
TERMINAL NR. - NEE: als de geadresseerde een en-
kel apparaat op het telefoonnet heeft aangesloten; ga in
dat geval door naar punt 13.
TERMINAL NR. - JA: als de geadresseerde meer dan
één apparaat op het telefoonnet heeft aangesloten, tot
een maximum van 10 (van 0 tot 9).
10. Om de andere beschikbare optie weer te geven, "TER-
MINAL NR. - NEE", drukt u op de toetsen:
V
ERZENDEN
VAN
SMS
-
BERICHTEN
Behalve het verzenden van SMS-berichten van max. 160
tekens elk, kunt u:
- kennisgeving van het afgeleverde bericht opvragen,
indien het telefoonbedrijf deze service biedt.
- een correcte werking van de SMS-service garanderen
indien de geadresseerde meer dan één apparaat op
dezelfde telefoonlijn heeft aangesloten.
- een tijdsperiode instellen waarin het Servicecentrum
een bericht (SMS) bewaart dat het niet heeft kunnen
afleveren (max. 63 weken).
O
PSTELLEN
EN
VERZENDEN
VAN
EEN
SMS
-
BERICHT
OPSTELLEN EN VERZENDEN VAN EEN BERICHT VANAF
HET
FAXTOESTEL
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEKST SMS 160
_
3. Vorm de tekst van het bericht (max. 160 tekens). Hier-
toe drukt u op de toetsen:
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets 1 = @ spatie 1 . / -
Toets 2 = a b c å ä æ à ç 2
C
Toets 3 = d e f è È é 3
D U
Toets 4 = g h i ì 4
Toets 5 = j k l 5
K
Toets 6 = m n o ñ ö Ø ò 6
Toets 7 = p q r s ß 7
P
R
Toets 8 = t u v ü ù 8
Toets 9 = w x y z 9
Toets 0 = spatie + & / % 0
€
£ ¥ $ ¿ § ¡
h
N
W
X
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets * = * spatie ~ . / \ , ; _ : ‘ " ? !
Toets # = # & % + $ < = > @ ( ) ^ | [ ]
Om van hoofdletters over te gaan naar kleine letters en
andersom.
|
/
}
Om de cursor over de reeds getypte tekens te laten
lopen of om een spatie te maken.
Om het teken links van de cursor te wissen. Bij inge-
drukt houden wordt de hele tekst van het bericht ge-
wist.
3
3. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
NIEUW BERICHT
4. Vorm de tekst van het bericht (max. 160 tekens). Hier-
toe drukt u op de toetsen:
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets 1 = spatie 1 @ $ ¥ £
€
% / °
Toets 2 = kleine letters = a b c 2 ä à å æ ç
grote letters = A B C 2 Ä Å Æ
Toets 3 = kleine letters = d e f 3 è é
grote letters = D E F 3 É
D U
Toets 4 = kleine letters = g h i 4 ì
grote letters = G H I 4
C
Toets 5 = kleine letters = j k l 5
grote letters = J K L 5
K
Toets 6 = kleine letters = m n o 6 ñ ò ö ø
grote letters = M N O 6 Ñ Ö Ø
X
Toets 7 = kleine letters = p q r s 7 ß
grote letters = P Q R S 7
P
W R
Toets 8 = kleine letters = t u v 8 ù ü
grote letters = T U V 8 Ü
h
Toets 9 = kleine letters = w x y z 9
grote letters = W X Y Z 9
N
Toets 0 = 0 ! ? ¡
¿ & §
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets * = * . , " ' : ; + - = < >
Toets # = # ( ) [ ] { } _ \ | ~ ^
Functietoets F2: om cyclisch een van de volgende op-
ties te kiezen: alleen hoofdletters, alleen kleine letters
en hoofdletters alleen voor de eerste letter van de zin.
Om de cursor naar links (bovenste gedeelte van de
toets) of naar rechts (onderste gedeelte van de toets) te
verschuiven.
Functietoets F1: om het teken links van de cursor te
wissen.
Tijdens het invoeren van de tekst, verschijnt midden
onder op het display het max. aantal tekens dat u kunt
invoeren (160). Dit aantal neemt af bij elk ingevoerd
teken, zodat u kunt zien hoeveel tekens u heeft gebruikt
en hoeveel er nog beschikbaar zijn.
Als u dit wenst, kunt u in het bericht ook een nummer uit
het adresboek opnemen. Om een nummer in te voe-
ren, volgt u de procedure vanaf punt 5; anders gaat u
direct door naar punt 12.
5. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
6. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
VOEG NR. IN
7. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VOEG NR. IN
11. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Als u de optie "TERMINAL NR. - NEE" heeft gekozen
gaat u direct verder naar punt 13, en anders gaat u
verder volgens onderstaande procedure.
Als u de optie "TERMINAL NR. - JA" heeft gekozen,
verschijnt op het display:
TERMINAL NR.
(0-9) X
12. Nu moet u het nummer invoeren m.b.t. de terminal
waarop hij uw bericht wil ontvangen. Hiertoe drukt u op
de toetsen:
-
13. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ZENDEN
JA
14. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Het faxtoestel start de verzending en op het display
verschijnt het bericht "VERZENDING".
Als de verzending correct is voltooid, verschijnt hierna
op het display gedurende enkele seconden het bericht
"TX VOLTOOID".
Als de verzending niet tot een goed einde is gebracht,
verschijnt hierna op het display gedurende enkele se-
conden het bericht "TX FOUT" gevolgd door een
geluidssignaal en de fouten-LED "
" gaat branden.
In beide gevallen verschijnt na de verzending op het
display:
SMS OPSLAAN
NEE
15. Om de andere beschikbare optie weer te geven, drukt
u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
SMS OPSLAAN
JA
16. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
17. Om het bericht van het display te verwijderen en de
fouten-LED "
" te doven drukt u op de toets:
OPSTELLEN EN VERZENDEN VAN EEN BERICHT VANAF
DE
HANDSET
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
4
8. Druk op de functietoets F2:
Het display geeft, in alfabetische volgorde, de naam
(indien ingesteld) en het fax- of telefoonnummer weer
die gekoppeld zijn aan de 60 beschikbare posities (00-
59) indien eerder geprogrammeerd (raadpleeg de "Ge-
bruiksaanwijzing" van het faxapparaat, hoofdstuk
"Functies voor verzenden en ontvangen").
9. Om het nummer te zoeken dat u in het bericht wilt invoe-
gen, kunt u:
1. Op het onderste of bovenste gedeelte van de toets
drukken tot het gewenste nummer of de naam
op het display verschijnen.
of
2. Druk op de toets met de beginletter van de gewenste
naam. De handset zoekt de naam in alfabetische
volgorde op.
10. Om het weergegeven nummer te selecteren, drukt u op
de functietoets F3:
11. Om het in het bericht weergegeven nummer in te voe-
gen, drukt u op de functietoets F3:
12. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de functie-
toets F3:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
13. Druk opnieuw op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
14. Vorm het nummer van de correspondent direct op het
numerieke toetsenbord van de handset, door op de
volgende toetsen te drukken:
-
15. Indien u een fout hebt gemaakt, drukt u, om het cijfer
links van de toets te wissen, op de toets:
16. Indien u dit wenst, kunt u het nummer of de naam van
de correspondent opzoeken via het adresboek (raad-
pleeg de "Gebruiksaanwijzing" van het faxapparaat,
hoofdstuk "Functies voor verzenden en ontvan-
gen").
Hiertoe gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de functietoets F2 (
).
2. Op het onderste of bovenste gedeelte van de toets
drukken tot het gewenste nummer of de naam
op het display verschijnen.
of
1. Druk op de toets met de beginletter van de gewenste
naam. De handset zoekt de naam in alfabetische volg-
orde op.
17. Druk op de functietoets F3 om het nummer te bevesti-
gen:
Op het display verschijnt:
VERZENDEN
TEKST
18. Indien u de berichten wilt opslaan, volgt u de proce-
dure vanaf punt 19; anders gaat u direct naar punt 22.
19. Druk op de functietoets F2:
Op het display verschijnt:
OPT OPSL VRZ
OPSLAAN
20. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
AUTO OPSLAAN
UIT. AAN
21. Om de berichten automatisch op te slaan, drukt u op de
functietoets F3 (
). Als u de berichten niet op wilt
slaan, drukt u op de functietoets F1 ( ). In beide
gevallen komt het display weer terug op de weergave
van het bericht:
VERZENDEN
TEKST
22. Indien u een kennisgeving van aflevering van het be-
richt wilt ontvangen, volgt u de procedure vanaf punt
23; anders gaat u direct door naar punt 27.
23. Druk op de functietoets F2:
24. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot selectie van de optie:
MELDING
25. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
MELDING
UIT. AAN
26. Om elke keer dat u een bericht verzendt een kennisge-
ving van aflevering te ontvangen, drukt u op de functie-
toets F3 (
). Als u geen kennisgeving van afleve-
ring van het bericht wilt ontvangen, drukt u op de functie-
toets F1 (
). In beide gevallen komt het display weer
terug op de weergave van het bericht:
VERZENDEN
TEKST
27. Indien de geadresseerde meer dan één apparaat op
dezelfde telefoonlijn heeft aangesloten, kunt u de termi-
nal selecteren waarop hij het bericht ontvangt.
28. Druk op de functietoets F2:
29. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot selectie van de optie:
TERMINAL
30. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
TERMINAL
UIT. AAN
5
31. Als de geadresseerde 2 of meer apparaten op het tele-
foonnet heeft aangesloten, tot een maximum van 10
(van 0 tot 9), moet u op de functietoets F3 (
) druk-
ken en het gewenste terminalnummer instellen en be-
vestigen. Indien de ontvanger over slechts één tele-
foontoestel beschikt, drukt u op de functietoets F1 (
).
In beide gevallen komt het display terug op de weer-
gave van het bericht:
VERZENDEN
TEKST
32. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
ZENDEN TXT
Als de verzending correct is voltooid, verschijnt hierna
op het display gedurende enkele seconden het bericht
dat de verzending is uitgevoerd.
Als de verzending niet tot een goed einde is gebracht,
verschijnt hierna op het display gedurende enkele se-
conden het bericht "FOUT".
opmerking
Indien u op het faxtoestel de optie "SMS OPSLAAN - JA" hebt
gekozen, verschijnt op het display gedurende enkele secon-
den het bericht "OPGESLAGEN" en wordt uw SMS opgesla-
gen in de lijst van verzonden berichten "VERZOND. SMS".
Nu kunt u de SMS altijd opnieuw verzenden of wijzigen.
opmerking
Als op het display van het faxtoestel het bericht "GEHEUGEN
VOL", "VERZ. SMS WISSEN" verschijnt en u geen tekst voor
een SMS op het faxtoestel kunt invoeren, betekent dit dat het
geheugen voor verzonden berichten vol is. U moet dan ten
minste één van de berichten uit het geheugen wissen. Zie
verderop "Een SMS-bericht wissen/wijzigen/opnieuw
verzenden".
opmerking
Indien er een stroomonderbreking is, blijven alle berichten in
het geheugen bewaard.
E
EN
SMS
-
BERICHT
OPSLAAN
ZONDER
HET
TE
VERZENDEN
EEN BERICHT OPSLAAN VANAF HET FAXTOESTEL
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS SCHRIJVEN
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
TEKST SMS 160
_
4. Vorm de tekst van de SMS (max. 160 tekens) zoals
beschreven in "Opstellen en verzenden van een
SMS-bericht - Opstellen en verzenden van een
bericht vanaf het faxtoestel".
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt, gedurende enkele secon-
den, het bericht "OPGESLAGEN". De SMS wordt zo
opgeslagen in de lijst van geschreven berichten
"GESCHR. SMS".
6. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
EEN BERICHT OPSLAAN VANAF DE HANDSET
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
NIEUW BERICHT
4. Vorm de tekst van de SMS (max. 160 tekens) zoals
beschreven in "Opstellen en verzenden van een
SMS-bericht - Opstellen en verzenden van een
bericht vanaf de handset".
5. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
6. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
OPSLAAN
7. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt, gedurende enkele secon-
den, het bericht "BERICHT OPGESLAGEN". De SMS
wordt zo opgeslagen in de lijst van geschreven berich-
ten "SMS GESCHREVEN".
8. Om de programmering af te sluiten, drukt u 2 maal op de
functietoets F1:
opmerking
Als op het display van het faxtoestel het bericht "GEHEUGEN
VOL", "GESCHR. SMS WISS." verschijnt en u geen tekst voor
een SMS op het faxtoestel kunt invoeren, betekent dit dat het
geheugen voor geschreven en opgeslagen berichten vol is.
U moet dan ten minste één van de berichten uit het geheugen
wissen. Zie "Een SMS-bericht wissen/wijzigen/opnieuw
verzenden".
6
O
NTVANGEN
VAN
SMS
-
BERICHTEN
Het faxtoestel en de handset kunnen tot een maximum van 30
SMS-berichten ontvangen.
Bij ontvangst van een SMS knippert de LED " " van het
faxtoestel; het faxtoestel geeft een geluidssignaal (indien dit is
geprogrammeerd), en op het display verschijnt het bericht
"ONTVANGST SMS" en vervolgens het pictogram
. Op
het display van de handset verschijnt het pictogram .
Zoals voor de verzending, kunt u enkele parameters instellen
om:
- een correcte werking van de SMS-service garanderen
indien u meer dan één apparaat op dezelfde telefoonlijn
heeft aangesloten, zie verderop "Correct ontvangen van
SMS-berichten indien u over meerdere telefoontoestel-
len en slechts één telefoonlijn beschikt".
- het faxtoestel zo instellen dat het een geluidssignaal geeft
bij ontvangst van een bericht, zie verderop "Het
faxtoestel instellen op signalering via een geluids-
signaal van een ontvangen SMS".
belangrijk
Om de ontvangst van SMS-berichten te garanderen moet
u controleren of het aantal belsignalen waarna het faxtoestel
met de telefoonlijn wordt verbonden ten minste 2 is. Zie
"Aantal belsignalen wijzigen", hoofdstuk "Geavanceerd
gebruik" van de handleiding voor gebruik van het faxtoestel.
opmerking
Als op het display van de handset het bericht "GEHEUGEN
VOL" verschijnt, betekent dit dat het geheugen voor ontvan-
gen berichten bijna vol is. U kunt dus het beste een paar
berichten uit het geheugen wissen. Zie "Een SMS-bericht
wissen/wijzigen/opnieuw verzenden".
Als het pictogram
op het display van de handset knippert,
betekent dit dat het geheugen voor ontvangen berichten vol
is. In dat geval moet u ten minste één bericht uit het geheugen
wissen (zie "Een SMS-bericht wissen/wijzigen/opnieuw
verzenden").
E
EN
ONTVANGEN
SMS
-
BERICHT
LEZEN
EEN ONTVANGEN SMS-BERICHT LEZEN VANAF HET
FAXTOESTEL
Wanneer op het display van het faxtoestel het pictogram
verschijnt, heeft u één of meer SMS-berichten
ontvangen. Om deze te lezen doet u het volgende:
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
ONTV. SMS XX
"XX" is het nummer dat rechts onder verschijnt en het
totale aantal ontvangen berichten aangeeft (max. 30).
Dit is nuttig om te weten hoeveel berichten heeft ont-
vangen en dus hoeveel u er nog kunt ontvangen.
D
E
PERIODE
INSTELLEN
WAARIN
HET
SERVICECENTRUM
EEN
SMS
BEWAART
DIE
NIET
KON
WORDEN
BEZORGD
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor-
den uitgevoerd.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
CONFIGURATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
NR. SERV.CENTR.
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
GELDIGHEIDSDUUR
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
GELDIGHEIDSDUUR
MAX.(63 WEKEN)
6. Om de andere beschikbare opties weer te geven, "6
UUR", "12 UUR", "24 UUR", "48 UUR" en "1 WEEK",
drukt u op de toetsen:
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
9. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
7
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ONTV. SMS
LIJST WEERGEVEN
Als op het display het bericht "GEH. BIJNA VOL",
"ONTV. SMS WISSEN" verschijnt, betekent dit dat het
geheugen voor ontvangen berichten bijna vol is. U kunt
dus het beste een paar berichten uit het geheugen wis-
sen. Zie "Een SMS-bericht wissen/wijzigen/op-
nieuw verzenden".
Als op het display het bericht "GEHEUGEN VOL",
"ONTV. SMS WISSEN" verschijnt, betekent dit dat het
geheugen voor ontvangen berichten vol is. In dat ge-
val moet u ten minste één bericht uit het geheugen wis-
sen. Zie "Een SMS-bericht wissen/wijzigen/op-
nieuw verzenden".
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt, van links naar rechts: het
referentienummer dat de berichten in de lijst van ont-
vangen berichten identificeert (van het meest recente
tot het oudste), het pictogram
voor nog niet gele-
zen berichten, het telefoonnummer van de correspon-
dent, de datum en tijd en de tekst van het bericht of een
deel ervan.
Om automatisch alle aan het bericht gekoppelde gege-
vens en de tekst van het bericht over het display te
laten lopen, drukt u eenmaal op de toetsen:
|
/
}
Om de lopende tekst op het display te stoppen, drukt u
opnieuw op de toetsen:
|
/
}
Indien u het weergegeven bericht wilt selecteren, gaat
u direct door naar punt 5, en anders gaat u naar het
volgende punt.
4. Om in bovengenoemde lijst een ander bericht te zoe-
ken dat u wilt selecteren, drukt u op de toetsen:
5. Om het weergegeven bericht te selecteren, drukt u op
de toets:
Op het display verschijnt:
ONTV. SMS
WISSEN
Als u niet verder wilt gaan gaat u direct door naar punt
8, en anders gaat u verder volgens onderstaande pro-
cedure.
U kunt ook kiezen tussen de volgende opties: "ANT-
WOORDEN", "TEL. OPROEP", "ZENDEN", "WIJZI-
GEN" en "PRINTEN".
ANTWOORDEN: om op een ontvangen bericht te ant-
woorden (zie onderstaande procedure).
TEL. OPROEP: om de afzender direct te bellen.
WIJZIGEN en ZENDEN: om bericht te wijzigen en op-
nieuw te verzenden (zie verderop "Een SMS-bericht
wissen/wijzigen/opnieuw verzenden").
PRINTEN: om de gegevens m.b.t. het bericht dat u
zojuist geselecteerd hebt en de tekst ervan af te druk-
ken. Zie "Afdrukken van elk afzonderlijk bericht in
een lijst", hoofdstuk "Lijsten".
6. Om een van de beschikbare opties weer te geven,
drukt u op de toetsen:
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
EEN ONTVANGEN SMS-BERICHT LEZEN VANAF DE
HANDSET
Wanneer op het display van de handset het pictogram
verschijnt, heeft u één of meer SMS-berichten ont-
vangen. Om deze te lezen doet u het volgende:
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
SMS ONTVANGEN
4. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
LIJST ONTVANG
Op het display verschijnt ook de datum en tijd van ont-
vangst van het bericht en het begin van de tekst.
5. Om door de berichten in de lijst te schuiven, drukt u op
het bovenste of onderste gedeelte van de toets:
6. Om een bericht te selecteren, drukt u op de functietoets
F3:
7. Om door de tekst van het bericht te schuiven, drukt u op
het bovenste of onderste gedeelte van de toets:
8. Om een ander bericht te lezen, drukt u op de functie-
toets F1:
Herhaal de procedure vanaf punt 5.
9. Om de handset weer in de oorspronkelijke standby-
modus te zetten, drukt u op de functietoets F1:
8
E
EN
ONTVANGEN
SMS
-
BERICHT
BEANTWOORDEN
EEN ONTVANGEN SMS-BERICHT BEANTWOORDEN
VANAF
HET FAXTOESTEL
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
ONTV. SMS XX
"XX" is het nummer dat rechts onder verschijnt en het
totale aantal ontvangen berichten aangeeft (max. 30).
Dit is nuttig om te weten hoeveel berichten u heeft ont-
vangen en dus hoeveel u er nog kunt ontvangen.
2. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ONTV. SMS
LIJST WEERGEVEN
Als op het display het bericht "GEH. BIJNA VOL",
"ONTV. SMS WISSEN" verschijnt, betekent dit dat het
geheugen voor ontvangen berichten bijna vol is. U kunt
dus het beste een paar berichten uit het geheugen wis-
sen. Zie "Een SMS-bericht wissen/wijzigen/op-
nieuw verzenden".
Als op het display het bericht "GEHEUGEN VOL",
"ONTV. SMS WISSEN" verschijnt, betekent dit dat het
geheugen voor ontvangen berichten vol is. In dat ge-
val moet u ten minste één bericht uit het geheugen wis-
sen. Zie "Een SMS-bericht wissen/wijzigen/op-
nieuw verzenden".
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt, van links naar rechts: het
referentienummer dat de berichten in de lijst van ont-
vangen berichten identificeert (van het meest recente
tot het oudste), het pictogram
voor nog niet gele-
zen berichten, het telefoonnummer van de correspon-
dent, de tekst van het bericht of een deel ervan en de
datum en tijd.
Om automatisch alle aan het bericht gekoppelde gege-
vens en de tekst van het bericht over het display te
laten lopen, drukt u eenmaal op de toetsen:
|
/
}
Om de lopende tekst op het display te stoppen, drukt u
opnieuw op de toetsen:
|
/
}
Indien u het weergegeven bericht wilt selecteren, gaat
u direct door naar punt 5, en anders gaat u naar het
volgende punt.
4. Om in bovengenoemde lijst een ander bericht te zoe-
ken dat u wilt selecteren, drukt u op de toetsen:
5. Om het weergegeven bericht te selecteren, drukt u op
de toets:
Op het display verschijnt:
ONTV. SMS
WISSEN
6. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
ONTV. SMS
ANTWOORDEN
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op de bovenste regel van het display verschijnt:
TEKST SMS 160
_
Vanaf hier hervat u de procedure beschreven in "Op-
stellen en verzenden van een SMS-bericht - Op-
stellen en verzenden van een bericht vanaf het
faxtoestel", vanaf de stap waarin het display "TEKST
SMS" weergeeft.
EEN ONTVANGEN SMS-BERICHT BEANTWOORDEN
VANAF
DE HANDSET
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
SMS ONTVANGEN
4. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
LIJST ONTVANG
Op het display verschijnt ook de datum en tijd van ont-
vangst van het bericht en het begin van de tekst.
5. Om door de berichten in de lijst te schuiven, drukt u op
het bovenste of onderste gedeelte van de toets:
6. Om een bericht te selecteren, drukt u op de functietoets
F3:
7. Druk op de functietoets F2:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
8. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
ANTWOORDEN
9
9. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
Vanaf hier hervat u de procedure beschreven in "Op-
stellen en verzenden van een SMS-bericht - Op-
stellen en verzenden van een bericht vanaf de
handset", vanaf de stap waarin het display "BERICHT
INTOETSEN" weergeeft.
opmerking
Als op het display van het faxtoestel het bericht "GEHEUGEN
VOL", "SMS WISSEN" verschijnt en u geen tekst voor een
SMS op het faxtoestel kunt invoeren, betekent dit dat:
- het geheugen voor verzonden berichten vol is
of
- het geheugen voor geschreven en opgeslagen berichten vol
is
of
- beide geheugens vol zijn.
U moet dan ten minste één van de berichten uit één van de
geheugens of uit beide geheugens wissen (afhankelijk van
het geval). Zie verderop "Een SMS-bericht wissen/wijzi-
gen/opnieuw verzenden".
C
ORRECT
ONTVANGEN
VAN
SMS
-
BERICHTEN
INDIEN
U
OVER
MEERDERE
TELEFOONTOESTELLEN
EN
SLECHTS
ÉÉN
TELEFOONLIJN
BESCHIKT
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor-
den uitgevoerd.
Indien u op dezelfde telefoonlijn andere toestellen moet
aansluiten, tot een maximum van 9, waarop u SMS-
berichten kunt ontvangen, moet u elk toestel een ander
terminalnummer (tussen 0 en 9) geven om ervoor te
zorgen dat de berichten op het gewenste toestel bin-
nenkomen. Om een specifiek terminalnummer aan het
faxtoestel toe te wijzen, gaat u als volgt te werk. Wat de
andere telefoontoestellen betreft, volgt u de procedure
die door de fabrikant van het toestel wordt aangegeven
om hetzelfde resultaat te verkrijgen.
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
CONFIGURATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
NR. SERV.CENTR.
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
TERMINAL NR.
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
TERMINAL NR.
(0-9) 0
6. Druk op een toets tussen 1 en 9 om een andere termi-
nal dan "0" te identificeren zodat deze speciale berich-
ten kan ontvangen. Hiertoe drukt u op de toetsen:
-
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
9. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
H
ET
FAXTOESTEL
INSTELLEN
OP
SIGNALERING
VIA
EEN
GELUIDSSIGNAAL
VAN
EEN
ONTVANGEN
SMS
Deze procedure kan alleen vanaf het faxtoestel wor-
den uitgevoerd.
Het faxtoestel is reeds zo ingesteld dat het een geluids-
signaal geeft bij ontvangst van een SMS-bericht; mocht
dit niet het geval zijn dan gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
CONFIGURATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
NR. SERV.CENTR.
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
WAARSCH. RX SMS
5. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
WAARSCH. RX SMS
JA
10
6. Om de andere beschikbare optie weer te geven, drukt
u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
WAARSCH. RX SMS
NEE
7. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
8. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
9. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
E
EN
SMS
-
BERICHT
WISSEN
/
WIJZIGEN
/
OPNIEUW
VERZENDEN
Door de lijst van verzonden berichten, de lijst van ge-
schreven (nog niet verzonden) berichten of de lijst van
ontvangen berichten te raadplegen, kunt u het bericht
dat u wilt wissen, wijzigen en/of opnieuw verzenden
gemakkelijk opzoeken.
EEN SMS-BERICHT WISSEN/WIJZIGEN/OPNIEUW VER-
ZENDEN VANAF HET FAXTOESTEL
UIT DE LIJST VAN VERZONDEN BERICHTEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
VERZOND. SMS XX
"XX" is het nummer dat rechts onder verschijnt en het
totale aantal verzonden berichten aangeeft (max. 5).
Dit is nuttig om te weten hoeveel berichten u heeft ver-
zonden en dus hoeveel u er nog kunt verzenden.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
VERZOND. SMS
LIJST WEERGEVEN
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt, van links naar rechts: het
referentienummer dat de berichten in de lijst van ver-
zonden berichten identificeert (van het meest recente
tot het oudste), het telefoonnummer van de correspon-
dent, de tekst van het bericht of een deel ervan en de
datum en tijd.
Om automatisch alle aan het bericht gekoppelde gege-
vens en de tekst van het bericht over het display te
laten lopen, drukt u eenmaal op de toetsen:
|
/
}
Om de lopende tekst op het display te stoppen, drukt u
opnieuw op de toetsen:
|
/
}
Als u het weergegeven bericht wilt wissen, wijzigen en/
of opnieuw verzenden gaat u direct door naar punt 6,
en anders gaat u naar het volgende punt.
5. Om in bovengenoemde lijst een ander bericht te zoe-
ken dat u wilt wissen, wijzigen en/of opnieuw verzen-
den, drukt u op de toetsen:
6. Om het weergegeven bericht te selecteren, drukt u op
de toets:
Op het display verschijnt:
VERZOND. SMS
WISSEN
U kunt ook kiezen tussen de volgende opties: "ZEN-
DEN", "WIJZIGEN" en "PRINTEN".
WISSEN: om het geselecteerde bericht te wissen.
ZENDEN: om hetzelfde bericht aan iemand anders of
aan dezelfde geadresseerde te verzenden.
WIJZIGEN: om de inhoud van het bericht te wijzigen en
het aan dezelfde of een andere geadresseerde te verzen-
den.
PRINTEN: om de gegevens m.b.t. het bericht dat u
zojuist geselecteerd hebt en de tekst ervan af te druk-
ken.
Voor het wijzigen en/of opnieuw verzenden van een
bericht, zie de procedure "Opstellen en verzenden
van een SMS-bericht - Opstellen en verzenden
van een bericht vanaf het faxtoestel", vanaf de stap
waarin het display: "TEKST SMS" weergeeft.
Om de gegevens m.b.t. het geselecteerde bericht af te
drukken, zie de procedure "Afdrukken van elk af-
zonderlijk bericht in een lijst", hoofdstuk "Lijsten".
7. Om een van de beschikbare opties weer te geven,
drukt u op de toetsen:
8. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
9. Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus te plaatsen, drukt u op de toets:
10. Indien u een functie terug wilt gaan, drukt u op de toets:
11
UIT DE LIJST VAN GESCHREVEN EN OPGESLAGEN BE-
RICHTEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
GESCHR. SMS XX
"XX" is het nummer dat rechts onder verschijnt en het
totale aantal geschreven en opgeslagen berichten aan-
geeft (max. 5). Dit is nuttig om te weten hoeveel berich-
ten u heeft opgeslagen, en dus hoeveel u er nog kunt
opslaan.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
GESCHR. SMS
LIJST WEERGEVEN
4. Vanaf hier herhaalt u de procedure vanaf het punt
waarop het display "LIJST WEERGEVEN" weergeeft.
UIT DE LIJST VAN ONTVANGEN BERICHTEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
ONTV. SMS XX
"XX" is het nummer dat rechts onder verschijnt en het
totale aantal ontvangen berichten aangeeft (max. 30).
Dit is nuttig om te weten hoeveel berichten u heeft ont-
vangen, en dus hoeveel u er nog kunt ontvangen.
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
ONTV. SMS
LIJST WEERGEVEN
4. Vanaf hier herhaalt u de procedure vanaf het punt
waarop het display "LIJST WEERGEVEN" weergeeft.
EEN SMS-BERICHT WISSEN/WIJZIGEN/OPNIEUW VER-
ZENDEN VANAF DE HANDSET
UIT DE LIJST VAN VERZONDEN BERICHTEN
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
SMS VERZONDEN
4. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
LIJST VERZ
Op het display verschijnt ook het nummer van de ge-
adresseerde van het eerste bericht en het begin van
de tekst.
5. Om door de berichten in de lijst te schuiven, drukt u op
het bovenste of onderste gedeelte van de toets:
6. Om een bericht te selecteren, drukt u op de functietoets
F3:
7. Om door de tekst van het bericht te schuiven, drukt u op
het bovenste of onderste gedeelte van de toets:
Om het bericht te wissen, gaat u naar het volgende
punt. Om het bericht te wijzigen en/of opnieuw te ver-
zenden, gaat u direct naar punt 10.
8. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VERZONDEN
WIS BERICHT?
9. Om het bericht te wissen, drukt u op de functietoets F1:
De handset komt terug op de lijst van berichten. Vanaf
hier herhaalt u de procedure vanaf punt 5 om een
ander bericht te wissen, te wijzigen of opnieuw te ver-
zenden.
10. Druk op de functietoets F2:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
Door op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
te drukken, kunt u de andere beschikbare optie
selecteren: "BEWERKEN TXT".
"VERZEND NAAR": om hetzelfde bericht aan iemand
anders of aan dezelfde geadresseerde te verzenden.
"BEWERKEN TXT": om de inhoud van het bericht te
wijzigen en het aan dezelfde of een andere geadres-
seerde te verzenden.
11. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de functie-
toets F3:
Voor het wijzigen en/of opnieuw verzenden van een
bericht, zie de procedure "Opstellen en verzenden
van een SMS-bericht - Opstellen en verzenden
van een bericht vanaf de handset", vanaf de over-
eenkomstige stap.
12
UIT DE LIJST VAN GESCHREVEN EN OPGESLAGEN
BERICHTEN
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
SMS GESCHREVEN
4. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
LIJST GESCHR
Op het display verschijnt de datum en tijd van het eer-
ste bericht en het begin van de tekst.
5. Vanaf hier herhaalt u de procedure vanaf punt 5.
UIT DE LIJST VAN ONTVANGEN BERICHTEN
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
SMS ONTVANGEN
4. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
LIJST ONTVANG
Op het display verschijnt de datum en tijd van het eer-
ste bericht en het begin van de tekst.
5. Vanaf hier herhaalt u de procedure vanaf punt 5.
L
IJSTEN
De lijsten die de ontvangen, verzonden en geschreven maar
nog niet verzonden berichten bevatten, kunnen worden weer-
gegeven zoals beschreven in "Een SMS-bericht wissen/
wijzigen/opnieuw verzenden", en kunnen bovendien op
elk gewenst moment worden afgedrukt.
Door een afdruk van de lijsten op te vragen kunt u niet alleen
de tekst van het bericht lezen, maar ook een overzicht heb-
ben van alle hieraan verbonden gegevens, bijvoorbeeld: de
datum en tijd waarop het werd verzonden of ontvangen, het
gekozen nummer, het nummer van de afzender, of het bericht
correct is aangekomen.
U kunt niet alleen de volledige lijsten afdrukken, maar ook
binnen een lijst de afdruk van elk afzonderlijk bericht opvra-
gen.
opmerking
De afdruk van de lijsten kan uitsluitend vanaf het faxtoestel
worden opgevraagd.
A
FDRUKKEN
VAN
ELK
AFZONDERLIJK
BERICHT
IN
EEN
LIJST
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
VERZOND. SMS XX
of:
MENU BOODSCH.
ONTV. SMS XX
of:
MENU BOODSCH.
GESCHR. SMS XX
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
LIJST WEERGEVEN
4. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt, van links naar rechts: het
referentienummer dat de berichten in de geselecteerde
lijst identificeert, het telefoonnummer van de correspon-
dent, de tekst van het bericht of een deel ervan en de
datum en tijd.
Om automatisch alle aan het bericht gekoppelde gege-
vens en de tekst van het bericht over het display te
laten lopen, drukt u eenmaal op de toetsen:
|
/
}
Om de lopende tekst op het display te stoppen, drukt u
opnieuw op de toetsen:
|
/
}
13
Indien u het weergegeven bericht wilt selecteren, gaat
u direct door naar punt 6, en anders gaat u naar het
volgende punt.
5. Om in bovengenoemde lijst een ander bericht te zoe-
ken dat u wilt selecteren, drukt u op de toetsen:
6. Om het weergegeven bericht te selecteren, drukt u op
de toets:
Op het display verschijnt:
WISSEN
7. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
PRINTEN
8. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Het faxtoestel drukt een rapport af dat de gegevens
m.b.t. het zojuist geselecteerde bericht en de tekst van
het bericht bevat en komt vervolgens automatisch weer
in de standby-modus terug.
L
IJSTEN
VAN
VERZONDEN
,
GESCHREVEN
EN
ONTVANGEN
SMS
-
BERICHTEN
AFDRUKKEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
VERZOND. SMS XX
of:
MENU BOODSCH.
ONTV. SMS XX
of:
MENU BOODSCH.
GESCHR. SMS XX
3. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Op het display verschijnt:
LIJST WEERGEVEN
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
LIJST PRINTEN
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Nadat het faxtoestel de afdruk heeft gemaakt, komt het
automatisch weer in de standby-modus terug.
opmerking
Indien zich in de geselecteerde lijst geen berichten bevinden,
geeft het display "LIJST LEEG" weer en komt het faxtoestel
weer in de standby-modus terug.
D
E
LIJST
VAN
CONFIGURATIEPARAMETERS
AFDRUKKEN
1. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
SMS ZENDEN
2. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
MENU BOODSCH.
CONFIGURATIE
3. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
NR. SERV.CENTR.
4. Druk op de toetsen
tot op het display verschijnt:
CONFIGURATIE
CONFIG. PRINTEN
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Nadat het faxtoestel de afdruk heeft gemaakt, komt het
automatisch weer in de standby-modus terug.
259762Y
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Olivetti Fax-Lab 145D de handleiding

Type
de handleiding