MINIMUMGASINSTELLING VAN KRANEN AFSTELLEN
Om ervoor te zorgen dat de minimuminstelling correct wordt aangepast, moet de knop verwijderd worden en dient u als volgt
te werk te gaan:
• haal de schroef aan om de vlamhoogte te verkleinen (-);
• draai de schroef los om de vlamhoogte te vergroten (+).
De afstelling moet worden uitgevoerd met de kraan in de stand van de minimumgasinstelling (kleine vlam) .
• De primaire luchttoevoer van de branders hoeft niet aangepast te worden.
• Ontsteek nu de branders en draai de knoppen van de maximale stand naar de minimale stand om de vlamstabiliteit te controleren.
Na het voltooien van de afstelling, dient u afdichtwas of een vergelijkbaar materiaal te gebruiken om af te dichten.
VERWIJZING NAAR LOKALE VOORSCHRIFTEN
De installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de norm NBN D 51-003.
KLANTENSERVICE
Zorg voordat u de Klantenservice belt dat u de volgende informatie kunt geven:
- het soort storing of probleem;
- het exacte model (vermeld op het label bevestigd aan de instructies/garantie);
- het servicenummer dat volgt op het woord SERVICE op het typeplaatje onder de kookplaat en op het label bevestigd aan de instructies/garantie;
- uw volledige adres en telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum, zoas aangeduid in de garantie, indien reparatie noodzakelijk is.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Indien de kookplaat niet naar behoren werkt, probeer dan aan de hand van Opsporen van storingen het probleem vast te stellen voordat u de Klantenservice belt.
1. De brander ontsteekt niet of de vlam is niet gelijkmatig
Ga na of:
- De gas- of stroomtoevoer niet is afgesloten en vooral of de kraan van de gastoevoer open is.
- De gases (vloeibaar gas) niet leeg is.
- De branderopeningen niet verstopt zijn.
- Het uiteinde van de ontstekingsplug niet vuil is.
- Alle branderonderdelen correct gepositioneerd zijn.
- Er geen tocht in de buurt van de kookplaat is.
2. De brander blijft niet branden
Ga na of:
- Bij het ontsteken van de brander de knop lang genoeg is ingedrukt om de veiligheidsvoorziening te activeren.
- De branderopeningen in de buurt van het thermokoppel niet verstopt zijn.
- Het uiteinde van de veiligheidsvoorziening niet vuil is.
- De minimugasinstelling correct is (zie de betreffende paragraaf).
3. De houders zijn niet stabiel
Ga na of:
- De onderzijde van de houder volledig vlak is.
- De houder gecentreerd op de brander gepositioneerd is.
- De roosters niet vervangen of incorrect gepositioneerd zijn.
Als na het uitvoeren van deze controles de storing nog steeds aanwezig is, contact opnemen met de dichtstbijzijnde Klantenservice.
HET OPPERVLAK VAN DE KOOKPLAAT REINIGEN
Koppel de netvoeding af voordat u onderhoud verricht.
• Alle geëmailleerde en glazen onderdelen moeten met warm water en een neutrale oplossing gereinigd worden.
• Er kunnen vlekken op roestvrijstalen oppervlakken ontstaan indien deze te lang worden blootgesteld aan kalkrijk water of aggressieve reinigingsmiddelen. Eventueel
gemorst eten (water, saus, kofe, etc.) dient verwijderd te worden voordat dit opdroogt.
• Reinig met warm water en een neutraal reinigingsmiddel en droog vervolgens met een zachte doek of zeemleer. Verwijder ingebakken vuil met specieke
reinigingsmiddelen voor roestvrijstalen oppervlakken.
OPMERKING: reinig roestvrijstaal alleen met een zachte doek of spons.
• Gebruik geen schurende of bijtende products, reinigingsmiddelen op chloorbasis of schuursponsjes.
• Gebruik geen stoomreinigers.
• Gebruik geen brandbare producten.
• Laat geen zure of basische stoffen, zoals azijn, mosterd, zout, suiker of citroensap op de kookplaat achter.
Indien u een IXELIUM kookplaat heeft, neem dan de volgende aanbevelingen voor reiniging in acht:
• Gebruik een zachte doek (het beste is een microvezeldoekje), bevochtigd met water of een glasreinigingsmiddel voor dagelijks gebruik.
• Gebruik geen keukenpapier, want dit kan strepen op de kookplaat achterlaten.