Whirlpool EXPERT 1200 I de handleiding

Type
de handleiding
56
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
KINDERBEVEILIGING
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
WASPROGRAMMA
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT EN OMGANG
INSTALLATIE
3nl05030.fm5 Page 56 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
57
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.Verwijder de verpakking en controleer
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, polystyreen, enzovoort) buiten bereik
van kinderen, aangezien deze een gevaar kunnen
vormen.
2.Verwijder de veiligheidsbeugels
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat
beschadigen tijdens transport.
Voordat u de
wasautomaat in gebruik neemt, dient u de
veiligheidsbeugels te verwijderen
(zie “De
veiligheidsbeugels plaatsen/verwijderen”).
3.Installeer de wasmachine
Verwijder de beschermende folie van het
regelpaneel.
Verplaats de machine zonder deze aan het
bovenblad vast te pakken.
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een
vertrek.
Stel de voetjes af zondat de machine stabiel en
vlak staat (zie “Installatie/De voetjes
afstellen”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie/De watertoevoerslang aansluiten”).
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Kraan: 3/4" schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk : 100-1000 kPa (1-10 bar).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met het elleboogstuk aan de rand van een
wasbak of badkuip (zie “Installatie/De
waterafvoerslang aansluiten”).
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan
te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een
ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en
afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6.Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en actuele
standaardveiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning,
het opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de deur
van het apparaat.
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door
middel van een stopcontact dat overeenkomstig
de geldende verordeningen geaard is. Het is
wettelijk verplicht de apparatuur te aarden. De
fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen
of voor letsel aan personen of dieren die/dat
direct of indirect veroorzaakt is door het niet in
acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van de elektriciteit voordat
u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel de Klantenservice
op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice
worden vervangen.
De wasmachine mag alleen voor de beschreven
toepassingen in het huishouden worden
gebruikt.
Minimale afmetingen behuizing:
Breedte: 600 mm
Hoogte: 825 mm
Diepte: 600 mm
3nl05030.fm5 Page 57 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
58
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1.Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar, zoals
aangegeven door het kringloopsymbool. Voor
de verwerking dienen de plaatselijke voorschriften te
worden nageleefd.
2.Tips voor het besparen van energie
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op de
beste manier, door de trommel altijd zo veel
mogelijk te laden.
De op de verpakking door de fabrikant
aangegeven dosering wasmiddel niet
overschrijden.
De ecoklep - een speciaal systeem in de afvoer -
zal voorkomen dat er wasmiddel uit de trommel
verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in
het milieu te vermijden.
Gebruik de “Voorwas” alleen voor sterk vervuilde
was! Bespaar wasmiddel, tijd, water en tussen 5
en 15% energieverbruik door “Voorwas” niet te
selecteren voor normaal vervuilde was.
Behandel vlekken eerst met een vlekkenmiddel
of maak ingedroogde vlekken nat voor het
wassen, om niet op hoge temperatuur te hoeven
wassen.
Bespaar energie door op 60° C te wassen in plaats
van 90° C, of op 40° C in plaats van 60° C.
Bespaar energie en tijd door een hoge
centrifugeersnelheid in te stellen, zodat het
watergehalte in de was wordt teruggebracht,
voordat u een droogprogramma gaat gebruiken
(voor automaten met een instelbare
centrifugeersnelheid).
3.De verpakking en oude apparaten als afval
verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden
verwerkt in overeenstemming met plaatselijke
afvalvoorschriften.
Snijd de voedingskabel van het apparaat door
voordat u dit afdankt, zodat de wasmachine niet
meer bruikbaar is.
Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het
apparaat wilt afdanken.
4.Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen.
5.Algemene adviezen
Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en draai de kraan dicht wanneer de
machine niet in gebruik is.
Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de
stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat
van de elektriciteit voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een
vochtige doek om de buitenkant van de
wasmachine schoon te maken.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Forceer de deur niet bij het openen.
Indien nodig kan het netsnoer vervangen worden
door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de
Klantenservice. Het netsnoer mag alleen worden
vervangen door een bevoegd technicus.
6.EC Verklaring van overeenstemming
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de
veiligheidseisen van EC Richtlijnen: 93/68/EC.
Het wordt aanbevolen om het eerste wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren.
Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur van de wasmachine.
3.
Een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel doen .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
Druk op de knop
“Start/Pauze”
.
3nl05030.fm5 Page 58 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
59
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
KINDERBEVEILIGING
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje afwasmiddel
4.
Serviceplaatje (op de achterkant
van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van
de deur
Druk op de knop aan de
binnenkant van de handgreep en
trek eraan, om de deur te
openen
Sluit de deur door hem stevig
dicht te duwen (totdat u een klik
hoort)
7.
Kinderbeveiliging (aan de
binnenkant van de deur)
8.
Filter (achter deksel)
9.
Plint
10.
Verstelbare pootjes
Om het apparaat tegen onjuist gebruik te beschermen,
dient de plastic schroef aan de binnenkant van de deur te
worden omgedraaid met behulp van een muntstuk of het
dikke, afgeronde uitsteeksel van plastic op het gekleurde
doseringshulpmiddel van het wasmiddel:
Gleuf verticaal: veilige positie, d.w.z. de deur kan niet
vergrendeld worden.
Gleuf horizontaal: normale positie, d.w.z. de deur kan
weer worden vergrendeld.
1
2
4
5
6
7
8
3
9
10
3nl05030.fm5 Page 59 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
60
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
Het wasgoed sorteren
1.
Het wasgoed sorteren naar
Textielsoort/symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/
synthetische weefsels, wol, textiel dat met de
hand gewassen moet worden.
Kleur
Witte en bonte was scheiden. Nieuw, gekleurd
wasgoed de eerste keer apart wassen.
Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen
voor betere wasresultaten en een optimale
verdeling van de belading in de trommel.
Tere weefsels
Teer wasgoed apart wassen: gebruik een speciaal
programma voor zuiver scheerwol, gordijnen
en andere tere weefsels. Haal de ringen van de
gordijnen of doe de gordijnen met ringen in een
katoenen zak. Gebruik het speciale programma
voor de handwas. Was kleine stukken zoals
kousen, riemen of stukken met haakjes
(bijvoorbeeld. bh’s) in speciale katoenen
waszakken of in kussenslopen met ritssluiting.
2.Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke
kunnen het wasgoed, de trommel en het
waterreservoir beschadigen.
3.Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop
de uiteinden van ceintuurs bijeen.
Behandeling van vlekken
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere organische
stoffen worden normaal gesproken tijdens de
enzymenfase van het wasprogramma verwijderd.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enz. voeg een vlekkenmiddel toe in
het wasmiddelbakje van de lade of een
bleekmiddel in de lade (afhankelijk van het
model).
Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf
behandelen.
Verven en bleken
De in de handel verkrijgbare producten bestaan
gewoonlijk uit een kleurstof, een fixeermiddel en
zout. Doe de kleurstof, het fixeermiddel en
vervolgens het zout rechtstreeks in de lege
trommel. Laad het wasgoed pas daarna.
Gebruik alleen verf en bleekmiddelen die worden
aanbevolen voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Na het verven en bleken kunnen de plastic en
rubberen onderdelen van de wasmachine
gekleurd en gevlekt zijn.
Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur.
2.
Vouw het wasgoed uit en doe het losjes in de
trommel. Volg de aanwijzingen voor beladingen
op de programmakaart: indien de trommel te vol
is, wordt het wasgoed minder goed gewassen en
kreukt het meer.
3.
De deur sluiten.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Keuze van het juiste wasmiddel en
nabehandelingsproducten
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch,
tere weefsels, wol).
Opmerking:
gebruik voor wol uitsluitend
speciale wasmiddelen.
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg van
onoplosbare waterontharders in moderne fosfaatvrije
waspoeders. Als u deze resten ziet, de stukken schudden
of borstelen of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten
op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen
componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld
terpentine of wasbenzine).
Was geen stoffen in de wasmachine die behandeld
zijn met oplosmiddelen of ontvlambare
vloeistoffen.
3nl05030.fm5 Page 60 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
61
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking met
betrekking tot:
het soort vuil;
de belading:
volledig beladen trommel: volg de aanwijzingen
van de fabrikant op;
halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor een
volledige belading;
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
hoeveelheid voor een volledige belading;
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het
waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u
minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor
minder goed gewassen.
Indien er zich te veel schuim heeft gevormd, kan dit
ertoe leiden dat de wasmachine niet centrifugeert.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot:
grauw wasgoed, restanten in de trommel, het
waterreservoir en het verwarmingselement.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de
“Voorwas” voor programma’s die deze extra functie
hebben. In dat geval alleen een waspoeder in de
lade voor de hoofdwas gebruiken .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt,
voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan
het teken “MAX”.
Om bij het gebruik van geconcentreerde
waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen
bij de verdeling te voorkomen, het bij het
wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel
gebruiken en dit rechtstreeks in de trommel
plaatsen.
Indien de wasmiddellade van de wasmachine drie bakjes bevat, de markering voor de hardheid van het
water in overeenstemming brengen met de hardheid van het water in het gebied waar de wasmachine is
geïnstalleerd. De markering zijwaarts naar de gewenste positie bewegen.
WATERHARDHEIDSGRAFIEK
WATERHARDHEIDS
CATEGORIE
KENMERKEN DUITS
°dH
FRANS
°fH
ENGELS
°eH
1
2
3
4
zacht
medium
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
3nl05030.fm5 Page 61 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
62
WASPROGRAMMA
Vullen met wasmiddelen en nabehandelingsproducten
1.
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot hij niet verder kan.
De lade heeft, afhankelijk van het model, drie of vier bakjes.
2.
Vullen met wasmiddel:
Programma met voor- en hoofdwas
Hoofdwasprogramma zonder voorwas
Als er een vloeibaar wasmiddel wordt gebruikt,
het gekleurde doseringshulpmiddel uit de zeeplade
verwijderen en in het bakje zetten.
De verdeling op de dispenser helpt bij de dosering.
Wasverzachter en conditioners, niet meer dan het
merkteken “MAX” (bij modellen met drie bakjes
“B
”)
of “100 ml” (bij modellen met vier bakjes
“A
”).
Chloorbleekmiddel, niet meer dan het merkteken
“MAX” (bij modellen met vier bakjes
“A
”).
Vlekkenmiddelen
Waterontharders (waterhardheid 4)
Stijfsel (in water opgelost)
3.
Sluit de wasmiddellade helemaal.
Het kiezen van programma’s:
1.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.
De waterkraan opendraaien.
3.
Zet de
programmakeuzeknop
op het gewenste programma.
4.
Stel indien gewenst extra
functies
in, door de corresponderende knop in te drukken.
Het indicatielampje gaat branden.
Door
nogmaals
op de knop te drukken kan de extra functie weer uitgeschakeld worden.
5.
Druk op de knop
“Start/Pauze”
.
Het indicatielichtje gaat branden en de programmaduur wordt weergegeven op het display (indien
beschikbaar).
De indicatielampjes geven de aan welke programmafase is bereikt. Na de start van het programma gaat
de fasewijzer van links naar rechts langs Wassen, Spoelen en Centrifugeren.
Wanneer een programmafase is voltooid, gaat het corresponderende lampje uit.
Functies
(afhankelijk van model)
Makkelijk te
strijken
Kan bij de programma’s Kookwas en Synthetisch worden gebruikt om het strijken te
vergemakkelijken.
Verhoogt de hoeveelheid water en de was wordt zachtjes gecentrifugeerd.
Energie-
besparing/Eco
Verlengt de programmatijd en verlaagt de temperatuur. Zo kunt u het
energieverbruik met ongeveer 30% terugdringen zonder dat de uitstekende
wasresultaten erop achteruitgaan.
Voorwas
Alleen nuttig voor sterk vervuild wasgoed (bijvoorbeeld bij zand, korrelig vuil). De
cyclus duurt ongeveer 15 min. langer.
Snel
Kies deze mogelijkheid voor snelle en zuinige wasprogramma’s.
Vooral geschikt voor licht vervuild wasgoed en kleinere beladingen.
Opmerking:
indien men de extra functie “Snel” kiest, zijn alleen de extra functies
“Spoelstop” en “Verlagen van de centrifugeersnelheid” beschikbaar.
B
A
B
3nl05030.fm5 Page 62 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
63
Intensief
spoelen
Er wordt meer water toegevoegd en er wordt langer gespoeld.
Deze functie is met name geschikt in gebieden met zeer zacht water, voor wasgoed
van baby’s en van personen die last hebben van allergische reacties.
Spoelstop/
Uitstel
centrifugeren
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen zonder gecentrifugeerd te worden
om kreukvorming te voorkomen.
Bijzonder geschikt voor de programma’s “Synthetisch” of “Tere weefsels”, indien het
wasgoed niet onmiddellijk na afloop van het programma uit de machine moet
worden gehaald. Deze functie is met name nuttig als u het centrifugeren wilt
uitstellen tot een later tijdstip of als u de stukken niet wilt centrifugeren.
Opmerking: het programma stopt op “Spoelstop” als het lampje “Spoelstop” in de
programmafase-indicatie brandt.
Wasprogramma voortzetten na spoelstop:
Druk nog eens op de knop “Spoelstop”; de centrifugeercyclus wordt gekozen aan de
hand van het geselecteerde programma.
Indien u de stukken niet wilt centrifugeren, de programmakeuzeknop op het
programma “Afpompen” zetten en de knop Start/Pauze” nogmaals indrukken.
Verlagen van de
centrifugeer-
snelheid
Met deze knop kunt u de voorgeprogrammeerde automatische
maximumcentrifugeersnelheid verlagen. Bij enkele programma’s is de
centrifugeersnelheid beperkt om uw wasgoed voorzichtig te behandelen. Instelling
van een hogere centrifugeersnelheid is niet mogelijk.
Bij de programma’s voor “Kookwas” en “Synthetisch” wordt altijd kort
gecentrifugeerd, zelfs als de knop “Niet centrifugeren” is ingedrukt, voor optimale
spoelresultaten.
Indien men “0” instelt, wordt het wasgoed niet gecentrifugeerd. Het water wordt
dan eenvoudig afgepompt.
Startselectie
(indien beschikbaar)
Kies het programma en de temperatuur, eventuele extra functies en de centrifugeersnelheid.
Als u op de knop “Startselectie” drukt, gaat het corresponderende display aan. Druk herhaaldelijk op de
knop “Startselectie” totdat het gewenste aantal uren bereikt is. Als het maximale aantal uren voor de
startselectie is bereikt, begint de teller weer bij nul als u nogmaals op de knop drukt.
Druk op de knop “Start/Pauze” om het programma te starten. Het programma start dan na de ingestelde tijd.
De startselectie corrigeren
Het aantal geselecteerde uren kan toch nog worden aangepast als er al op de knop “Startselectie” is
gedrukt: druk er herhaaldelijk op tot het gewenste aantal uren is bereikt. Als het display eenmaal heeft
afgeteld tot de ingestelde tijd, wordt het ingestelde programma gestart en wordt de resterende tijd voor
het programma weergegeven.
De startselectie annuleren
Draai de programmakeuzeknop naar het gewenste programma. De resttijd van het gekozen programma
wordt weergegeven en de knop “Start/Pauze” knippert. U kunt het programa nu direct starten door op
deze knop te drukken.
N.B. Als startselectie is ingesteld, dient u gebruik te maken van een doseringshulpmiddel dat
rechtstreeks in de trommel geplaatst wordt, als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt.
Deurvergrendeling
Nadat het programma gestart is, wordt de deur automatisch geblokkeerd tot aan het einde van het programma.
Het lampje “Deur vrij” brandt voor het begin en aan het einde van het programma.
Als de programmakeuzeknop op “ ” gezet is of als de stroom uitvalt, wordt de deur na ongeveer één
minuut ontgrendeld.
Open de deur in dat geval niet, aangezien er dan heet water uit de wasmachine zou kunnen stromen.
3nl05030.fm5 Page 63 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
64
Einde programma
Het einde van het programma wordt aangegeven:
doordat het lampje “Deur vrij” gaat branden en de resttijdindicator (indien beschikbaar) “0:00”
weergeeft.
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld (ongeveer één minuut).
3.
Open de deur en haal het wasgoed uit de machine. De lampjes van de fasewijzer zijn allemaal uit.
N.B.
Doe de deur niet helemaal dicht maar laat hem op een kier staan, om de trommel te laten drogen.
Programma en speciale functies wijzigen
1.
Druk op de knop
“Start/Pauze”
. De knop
“Start/Pauze”
knippert.
2.
Stel het nieuwe programma, de extra functies en de centrifugeersnelheid in.
3.
Druk op de knop
“Start/Pauze”
. Het nieuwe programma wordt hervat vanaf het punt waarop het vorige
programma is afgebroken.
Voeg geen wasmiddel toe voor dit programma.
Programmaonderbreking of pauze
Indien een programma voor een bepaalde tijd onderbroken moet worden en vervolgens weer moet worden
hervat:
1.
Druk op de knop
“Start/Pauze”
. Het lampje knippert.
2.
Druk na de gewenste pauze nogmaals op de knop
“Start/Pauze”
.
Het programma annuleren
Als het actuele programma voortijdig beëindigd en geannuleerd moet worden, moet het water eerst
worden weggepompt voordat de deur mag worden geopend:
1.
Zet de programmakeuzeknop op de programma-instelling
“Afpompen”
. Het indicatielampje
(indien beschikbaar) boven de knop
“Start/Pauze”
knippert. De indicator van de centrifuge staat op
“0” en de resttijdindicator staat op 2 minuten.
2.
Druk op de knop
“Start/Pauze”
om het programma
“Afpompen”
te starten.
3nl05030.fm5 Page 64 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
65
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
1.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
2.
Verwijder het gekleurde doseringshulpmiddel uit de
wasmiddellade en gebruikt het om het filterdeksel
open te maken.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het filter langzaam tegen de klok in totdat de
hendel zich in verticale positie bevindt; haal het filter
nog niet weg.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter nu helemaal los en haal het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit het filter.
8.
Vergewis u ervan dat de pomprotor niet vast zit.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het zo ver als
mogelijk is met de wijzers van de klok mee (totdat de
hendel zich in horizontale positie bevindt).
10.
Sluit het deurtje.
11.
Giet 0,5 l water in de wasmiddellade om het
besparingssyteem weer in te schakelen.
12.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
13.
Stel een programma in en start het.
Controleer het filter twee of drie maal per jaar, en reinig
het indien nodig.
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen als het
water niet goed wordt afgevoerd of als het apparaat
niet centrifugeert.
Verwijder het filter als de pomp geblokkeerd is door een
of ander voorwerp (knopen, munten,
veiligheidsspelden, etc.).
BELANGRIJK: Verzeker u ervan dat het water
voldoende tijd heeft gehad om af te koelen, voordat
het wordt afgepompt.
Voer het restwater af, zoals wordt beschreven in de paragraaf “Het filter verwijderen” (punt 1 tot en met 8).
Om het restwater uit de pomp af te voeren, de machine naar voren kantelen en verder gaan bij punt
9 en 10 van de voorafgaande paragraaf.
Wanneer moet het restwater worden afgevoerd?
Voordat u de wasmachine wilt transporteren.
In een ruimte waarin de temperatuur soms onder het nulpunt zakt.
Het is het beste om het water in dit geval na elke was af te pompen.
3nl05030.fm5 Page 65 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
66
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Gebruik gewone, voor de huishouding gebruikte
reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen of oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer de vouw van de afdichting regelmatig
op vreemde voorwerpen.
Filter
Controleer het filter regelmatig, twee of drie
maal per jaar, en reinig het (zie “Het filter
verwijderen”).
Doseerbakje afwasmiddel
1.
Maak de wasmiddellade los door de hendel in het
voorwasbakje in te drukken en hem naar buiten te
trekken.
2.
Verwijder de inzetstukken - het sifon van het
wasverzachtervak, het inzetstuk voor vloeibaar
wasmiddel en het sifon van het bleekmiddelvak (indien
beschikbaar, model met vier bakjes
“A
”).
3.
Schoon spoelen onder stromend water.
4.
Plaats de onderdelen terug en breng de wasmiddellade
terug op zijn plaats. Druk de sifon stevig op zijn plaats.
A
3nl05030.fm5 Page 66 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
67
Filter van de waterslang
Regelmatig controleren en reinigen.
Machines met een rechte watertoevoerslang “A”
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Haal het filter met de speciale tang uit de wasmachine
en reinig het.
7.
Zet het filter terug en schroef de slangaansluiting weer
op de machine.
8.
Open de waterkraan en
controleer of de verbindingen
niet lekken.
Machines met “Water Stop”-slang “B”
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het filter.
4.
Schroef de Water Stop-slang weer op de kraan.
5.
Open de waterkraan en
controleer of de verbindingen
niet lekken.
A
B
3nl05030.fm5 Page 67 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
68
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
Deze wasmachine is uitgerust met automatische
veiligheidssystemen die storingen in het
beginstadium herkennen en signaleren en daar op
adequate manier op reageren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen die snel
opgelost kunnen worden. Bijvoorbeeld:
De wasmachine start niet en er brandt geen
lampje.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact gevoed wordt
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan);
er een goede programmakeuze is gemaakt.
Het apparaat start niet, maar het lampje
“Start/Pauze” knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
het programma is gewijzigd;
de waterkraan open is gedraaid. Zo nee, draai dan de
kraan open en druk op de knop
“Start/Pauze”
.
De wasautomaat blokkeert tijdens een
programma.
Controleer of:
het lampje
“Spoelstop”
aan is. Schakel deze
extra functie uit door nogmaals op de knop te
drukken;
er een ander programma geselecteerd is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de knop
“Start/Pauze”
;
Het lampje “Start/Pauze”
knippert. Druk op de
knop
“Start/Pauze”
;
Het veiligheidssysteem van het apparaat werd
geactiveerd.
Zie de storingsbeschrijving.
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de wasmiddellade.
Controleer of:
de sifon goed geïnstalleerd en schoon is
(zie “Onderhoud en reiniging”);
er genoeg water wordt toegevoerd. de filters
tussen de toevoerslang en de kraan verstopt zijn
(zie “Onderhoud en reiniging”). Controleer het
filter regelmatig, twee of drie maal per jaar, en
reinig het (zie “Het filter verwijderen”).
De wasmachine trilt tijdens het
centrifugeren.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier de
pootjes (zie “Aanwijzingen voor de installatie”);
de transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u
de wasmachine in bedrijf kunt stellen, is het
absoluut noodzakelijk om de veiligheidsbeugels
voor het transport te verwijderen
(zie “Aanwijzingen voor de installatie”).
Na afloop van het wasprogramma is het wasgoed
niet of niet voldoende gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de
machine wast (badmat, badjas enzovoort), is het
mogelijk dat dit systeem de centrifugeersnelheid
verlaagt om het apparaat te beschermen of de
centrifugeercyclus zelfs onderbreekt, als de lading
ook na verschillende startpogingen te zeer uit
evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en
het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt
De wasmachine krijgt geen of weinig water:
het apparaat is voorzien van een
veiligheidsslang en de veiligheidsklep is open
gegaan (rode indicator in het
veiligheidsklepcontrolvenster).
Vervang de veiligheidsslang in dit geval door een
nieuw exemplaar.
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt onderbroken en de storing wordt door verschillende indicatoren gesignaleerd.
Tabel omschrijvingen storingen
Klein lampje gaat branden Digitaal display Omschrijving storing
“Waterkraan” “FH” “Storing in de watertoevoer”
- “FP” “Storing in de afvoer”
- van “F4” tot “F15” “Storing in de elektrische onderdelen”
Waterstop “FA” Storing waterstop
3nl05030.fm5 Page 68 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
69
a.Storing in de watertoevoer (er wordt geen of
onvoldoende water toegevoerd)
De indicator “Waterkraan” brandt of op het display
verschijnt afwisselend “FH”. Schakel het apparaat
uit door de programmakeuzeknop op de stand
” te draaien en haal de stekker uit het
stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is;
de watertoevoerslang bekneld zit;
de filters verstopt zijn (zie “Onderhoud en
reiniging” / “Filters waterslang”);
de watertoevoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop “Start/Pauze” om het
programma te vervolgen (voeg voor dit programma
geen wasmiddel toe).
b.Storing in de waterafvoer
Op het display verschijnt afwisselend “FP”.
Schakel het apparaat uit door de
programmakeuzeknop op de stand “ ” te
draaien en haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie “Aanwijzingen
voor de installatie”);
de pomp / het filter voor vreemde voorwerpen
geblokkeerd is (zie “Het filter verwijderen /
Restwater afvoeren”).
BELANGRIJK: alvorens het water uit de machine
te laten lopen, dient u zich ervan te verzekeren
dat het is afgekoeld.
het water in de afvoerslang bevroren is.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop “Start/Pauze” om het
programma te vervolgen (voeg voor dit programma
geen wasmiddel toe).
Als de storing aanhoudt, contact opnemen met de
klantenservice (zie “Klantenservice”).
c. Storing elektrische module
Op het display verschijnt “F4 tot F15”.
Zet de wasmachine uit. Selecteer een programma
en druk nog eens op de knop “Start/Pauze”.
Het programma zal doorgaan.
Als de storing aanhoudt, contact opnemen met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
d.Storing waterstop (indien beschikbaar)
Er klinkt een geluidssignaal. Het indicatielampje
van de Water Stop brandt.
Op het display verschijnt “FA” en er wordt
gepompt.
Schakel het apparaat uit door de
programmakeuzeknop op de stand “ ” te zetten,
verwijder de stekker uit het stopcontact en
verzeker u ervan dat de waterkraan is
dichtgedraaid.
De “Waterstop” kan veroorzaakt worden
door:
1.te veel schuim.
2.een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover om het
verzamelde water van de onderkant van het
apparaat weg te laten stromen.
Vervolgens:
1.sluit het apparaat aan op het stopcontact,
2.draai de watertoevoer naar de wasmachine open
(indien de knop “Start/Pauze” niet is
ingedrukt, maar de wasmachine begint te vullen,
de watertoevoer afsluiten en de klantenservice
bellen),
3.selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop “Start/Pauze” (er hoeft geen
wasmiddel te worden toegevoegd). Het
programma wordt vervolgd.
Indien de storing aanhoudt, de klantenservice
bellen met details over de storing (zie
“Klantenservice”).
3nl05030.fm5 Page 69 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
70
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen
(zie “Probleemoplossingsgids”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren
of het probleem is opgelost.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan de Klantenservice.
Vermeld:
De aard van de storing.
Het model.
Het servicenummer (achter het woord ‘SERVICE’).
De servicesticker bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en netnummer.
Het telefoonnummer en adres van de
Klantenservice bevindt zich op het
garantiebewijs. U kunt ook de dealer raadplegen
bij wie u het apparaat heeft gekocht.
TRANSPORT EN OMGANG
Verplaats het apparaat nooit door het bij het werkblad vast te pakken.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie “Het filter
verwijderen, “Restwater weg laten lopen”).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels (verplicht) (zie “Aanwijzingen voor de installatie”).
3nl05030.fm5 Page 70 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
71
INSTALLATIE
Verwijder de veiligheidsbeugels
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de
schroeven losser.
2.
Draai de schroeven met de hand los.
3.
Houd iedere schroef tegen en verwijder ze via de grootste
zijde van het gat.
4.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de hiervoor
bestemde plastic dopjes; Plaats de dopjes in het brede
deel van het gat en schuif hen naar binnen in het smalle
gedeelte, totdat ze op hun plaats klikken.
5.
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Wanneer het apparaat weer wordt vervoerd, moeten de
transportbeugels weer worden gemonteerd:
1.
Verwijder de plastic dopjes met een schroevendraaier,
schuif ze tegen de richting van de pijl en verwijder ze.
2.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de hierboven
beschreven montage-handelingen in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
Stel nu de pootjes af
Indien de vloer onregelmatig is, de pootjes bijstellen (leg
geen stukken hout en dergelijke. onder de pootjes):
1.
Draai de tegenmoer los met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
2.
Stel de pootjes met de hand in.
3.
draai de tegenmoer, tegen de klok in, vast tegen de
wasmachine.
Indien de wasautomaat op een houten balkenvloer wordt
geplaatst, het apparaat op een hardboard plaat van 60 x
60 cm groot en 3 cm dik zetten.
De plaat aan de vloer bevestigen.
3nl05030.fm5 Page 71 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
72
Werkblad voor onderbouwmodellen
Installeer de wasautomaat alleen
onder een doorlopend werkblad.
Als het apparaat wordt ingebouwd, mag
dat alleen gebeuren met behulp van het UBS veiligheidsblad.
Deze kan worden verkregen bij de speciaalhandel of via de Klantenservice.
1.Haal de stekker uit het stopcontact.
2.Verwijder de bevestigingsschroeven voor het werkblad aan de achterzijde van het apparaat.
3.Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar achteren en trek het weg terwijl u het optilt. Monteer het
veiligheidsblad aan de hand van de instructies.
4.Draai de bevestigingsschroeven opnieuw aan.
5.Steek de stekker van het apparaat alleen in het stopcontact nadat het veiligheidsblad of het werkblad
van het apparaat zijn geplaatst.
Sluit de watertoevoerslang aan
voor modellen met een rechte slang “A”
1.Plaats het vuilfilter (dat al aan het uiteinde van de slang is bevestigd
of bij de accessoires is opgenomen) op de schroefkraankoppeling.
2.Schroef de toevoerslang met zorg vast aan de kraan, bij voorkeur met
de hand.
3.Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
4.Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat niet
lekken door de kraan volledig open te draaien.
Als de slang te kort is, vervangt u deze door een drukslang van
voldoende lengte (min. 1000 kPa min, conform de norm EN 50084).
Controleer de watertoevoerslang geregeld op barsten of scheuren en
vervang hem indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep worden aangesloten.
voor modellen met “Water Stop”-slang “B”
Bij beschadiging van de slang de wasautomaat onmiddellijk van het
elektriciteitsnet afkoppelen.
1.Draai de schroefdraadaansluiting met het geplaatste filter op de kraan.
2.Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat niet
lekken door de kraan volledig open te draaien.
Indien de slang niet lang genoeg is, deze vervangen door een “Water
Stop” slang met een lengte van 3 meter (verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw handelaar). Deze handeling mag uitsluitend door
een gekwalificeerd elektricien worden uitgevoerd.
Het apparaat mag niet
worden aangesloten op de mengkraan van een
waterverwarmer die niet onder druk staat.
De toevoerslang en de plastic doos van de wateraansluiting bevatten
elektrische onderdelen. De slang niet doorsnijden en de plastic doos
niet onderdompelen in water.
A
B
3nl05030.fm5 Page 72 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
73
Sluit de watertoevoerslang aan
Het afpompen is afhankelijk van het model:
externe afvoerslang
1a. Haak de afvoerslang los van de linkerklem.
Waarschuwing: haak de
aansluiting van de rechterafvoerslang
niet los.
Interne afvoerslang
1b.Trek de slang volledig uit de houder.
Sluit de opening af met de bevestigde dop.
2.Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met het
elleboogstuk aan de rand van een wasbak of badkuip.
3.Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
4.Zet de slang vast zodat hij niet kan vallen wanneer de wasmachine
draait.
De afvoerslang mag niet aan kleine wasbakken worden gehaakt.
Indien het nodig is een verlengstuk te gebruiken, een slang van
hetzelfde type gebruiken en de aansluitpennen vastzetten met
klemmen.
Max. lengte afvoerslang: 2,50 m
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
min. afvoerhoogte: 0,70 m
1a
1b
3nl05030.fm5 Page 73 Monday, September 17, 2001 3:33 PM
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Whirlpool EXPERT 1200 I de handleiding

Type
de handleiding