NL
42
Starten en gebruik
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Druk op de ON-OFF toets: u hoort een korte pieptoon. Alle
controlelampjes en het display gaan enkele seconden aan.
3. Open de deur en doseer het vaatwasmiddel (zie onder).
4. Laad de rekken in (zie Het laden van de rekken) en sluit de
deur.
5. Selecteer het afwasprogramma aan de hand van het soort
vaat en het type vuil (zie de programmatabel) door op de
toets P te drukken.
6. Selecteer de wasopties* (zie hiernaast).
7. Start door te drukken op de toets Start/Pauze: een lang
geluidssignaal geeft aan dat het programma is gestart. Het
controlelampje van de wasfase gaat aan en op het display
verschijnt de overgebleven tijd tot aan het einde van de
cyclus.
8. Aan het einde zullen twee korte en een lange pieptoon
aangeven dat het programma is beëindigd. Het
controlelampje van het zojuist beëindigde programma gaat
knipperen en het controlelampje EINDE zal met een vast
groen licht aangaan. Schakel het apparaat uit met de ON-OFF
toets, doe de waterkraan dicht en haal de stekker uit het
stopcontact.
9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat uit de
afwasautomaat haalt om te voorkomen dat u zich verbrandt.
Laad de vaat uit, beginnend met het onderrek.
De rangorde van weergave van de programmas zal
worden aangepast op basis van de frequentie waarmee ze
worden gebruikt.
PROGRAMMAS AUTO
*: dit model afwasautomaat
beschikt over een speciale sensor die kan waarnemen hoe
vuil de vaat is en het meest efficiënte en zuinige
wasprogramma ervoor kiezen.
De duur van de automatische programmas hangt als gevolg
af van wat de sensor waarneemt.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u
de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor
u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd
te drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit en hoort
u een lange pieptoon. Doe het apparaat weer aan met de ON/
OFF toets en selecteer het nieuwe programma en de
eventuele opties. Start de afwasautomaat door de deur te
sluiten.
Het toevoegen van overige vaat
Zonder de afwasautomaat uit te zetten opent u de deur. Pas
op de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de
afwasautomaat. Sluit de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het
werd onderbroken als de deur weer dichtgaat of wanneer de
stroom terugkeert.
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte
dosering van het vaatwasmiddel. Teveel wasmiddel
betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging.
Bovendien is dit niet goed voor het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de
hand wassen.
Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan
schuimresiduen overlaten aan het einde van de
wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken
bij uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE
TABLETTEN bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u
met het gebruik van een vaatwasmiddel in
poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en
onthardingszout.
bakje A: Vaatwasmiddel hoofdwas
bakje B: Vaatwasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door te drukken
op de knop D.
2. Doseer het vaatwasmiddel met
behulp van de Programmatabel:
vaatwasmiddel in poeder: bakjes A
en B.
tabletten: wanneer het programma 1
tablet vereist doet u hem in het bakje
A en sluit u het deksel. Wanneer het
programma 2 tabletten vereist, doet u de tweede op de
bodem van de afwasautomaat.
3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van
het bakje en sluit het deksel met een klik.
Afwasopties
De OPTIES kunnen alleen worden ingesteld, gewijzigd of
gewist nadat u het afwasprogramma heeft gekozen en
vóór u op de Start/Pauze toets drukt.
Alleen die opties die compatibel zijn met het type
geselecteerde programma kunnen worden geselecteerd. Als
een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma
(zie programmatabel) zal de betreffende led 3 maal snel
knipperen en hoort u 2 korte pieptonen.
Als u een optie kiest die niet compatibel is met een voordien
ingestelde optie dan zal deze 3 maal knipperen, 3 pieptonen
laten horen en dan uitgaan, terwijl de laatst gekozen instelling
aan zal blijven staan.
Om een verkeerd ingestelde optie te annuleren druk u
nogmaals op de toets van de optie die u wilt annuleren.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.