NL 10-Probleemoplossen
10.3 Probleemoplossen zonder weergavecode
27
Probleem Oorzaak Oplossing
F3
• Temperatuursensor storing.
• Neem contact op met de dienst na verkoop.
F4 • Verwarmingsfout.
• Neem contact op met de dienst na verkoop.
F7
• Motorstoring.
• Neem contact op met de dienst na verkoop.
FA
• Waterniveau sensorfout
• Neem contact op met de dienst na verkoop.
fC1 of fC2
FC3
• Abnormale communicatiefout.
• Neem contact op met de dienst na verkoop.
Probleem Oorzaak Oplossing
Apparaat werkt niet.
• Programma is nog niet gestart.
• Controleer het programma en start het.
• Deur is niet correct gesloten. • Sluit de deur correct.
• Machine is niet ingeschakeld. • Schakel de machine aan.
• Stroompanne. • Controleer de stroomstekker.
• Kinderslotfunctie ingeschakeld. • Schakel kinderslot uit.
Apparaat niet gevuld
met water.
• Geen water. • Controleer de waterkraan.
• Inlaatslang is gebogen. • Controleer de inlaatslang.
• Inlaatslanglter is geblokkeerd. • Verwijder de blokkering uit het
inlaatslanglter.
• Waterdruk is minder dan 0,03 MPa.
• Controleer de waterdruk.
• Deur is niet correct gesloten. • Sluit de deur correct.
• Watertoevoer defect. • Controleer de watertoevoer.
De machine draineert
terwijl ze wordt opge-
vuld
• De afvoerslang hangt lager dan 80 cm.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang
correcte geïnstalleerd is.
• Het uiteinde van de afvoerslang kan in
het water hangen.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang niet
in het water hangt.
Fout tijdens drainering. • Afvoerslang is geblokkeerd. • U moet de blokkering verwijderen
uit de afvoerslang.
• Het pomplter is geblokkeerd. • Reinig het pomplter.
• Het uiteinde van de afvoerslang is hoger dan
100 cm boven de vloer.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang
correcte geïnstalleerd is.
Sterke trillingen tijdens
het centrifugeren.
• Niet alle transportbouten werden ver-
wijderd.
• Het apparaat staat niet op een stevige
ondergrond.
• De lading in de machine is niet correct.
• Verwijder alle transportbouten
.
• Zorg voor een stevige ondergrond en
een genivelleerde plaatsing
• Controleer het gewicht en het
evenwicht van de lading.
De werking stopt voor het
einde van de wascyclus.
• Water of elektrische fout. • Controleer de stroom- en water-
toevoer.
De machine stopt ge-
durende een bepaalde
periode.
• Het apparaat geeft een foutcode weer.
• Probleem omwille van het ladingpatroon.
• Programma voert de spoelcyclus uit.
• Overweeg de weergavecodes.
• Verminder de lading of pas ze aan.
• Annuleer het programma en start
het opnieuw.
Overtollig schuim drijft
in de trommel en/of de
wasmiddellade.
• Wasmiddel is niet geschikt.
• Overmatig gebruik van wasmiddel.
• Controleer de wasmiddel aanbe-
velingen.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.