klanten in hotels, motels en andere woonplekken, in slaap en ontbijt ruimtes.
20. Wees altijd voorzichtig bij het koken van het water in de waterkoker. Raak de behuizing
van de waterkoker en onderzetter niet aan. Open de deksel niet onder het koken van het
water en niet gelijk na het koken, de hete damp kan verbrandingen veroorzaken.
21. Verplaats de waterkoker doormiddel het handvat.
22. Vul de waterkoker niet meer dan MAX en niet minder dan MIN, het kan verbrandingen
of schade veroorzaken.
23. Zet de waterkoker niet aan zonder water, het kan schade veroorzaken.
24. Gebruik de waterkoker niet zonder filter of zonder gesloten deksel, het automatisch
uitgaan werkt dan niet.
25. Ontkalk de waterkoker periodiek met speciaal middel ervoor. Het gebruik van de
waterkoker met een verkalk verwarmingselement kan schade veroorzaken en vervalt de
garantie.
26. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen voor het reinigen van de behuizing van
de waterkoker om beschadigen en verwijdering van merktekens te voorkomen.
27. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met externe timers of apart systeem via een
afstandsbediening.
28. De onderzetter mag niet worden gereinigd in water, veeg hem af met een vochtige
doek.
29. Kinderen van 3 tot onder de 8 jaar kunnen het apparaat aan en uit schakelen alleen
wanneer het in de normale positie van gebruik staat, worden begeleid of zijn geïnstrueerd
op veilig gebruik en begrijpen van de daaruit voortvloeiende risico's. Kinderen van 3 tot
onder de 8 jaar zijn niet toegestaan om het apparaten aan te schakelen, te bedienen,
reinigen of te onderhouden.
Beschrijving van het apparaat
1. behuizing van de waterkoker 2. aan/uit schakelaar 3. indicatielampje
4. roterende onderzetter 5. deksel 6. handvat 7. Sluiting van de deksel
Voor het beginnen met het gebruik
Vul eerst drie keer de waterkoker tot de positie MAX, het water laten koken en weg schudden. Om mogelijke fabrieksgeuren te
verwijderen moet u een paar keer het water laten koken in de waterkoker.
1. Vul de waterkoker met water en controleer of het verwarmingselement geheel bedekt is met water.
2. Plaats de onderzetter op een stabiele, vlakke, hittebestendige plek.
3. Plaats de stekker in een stopcontact van 220-240V~50/60Hz en druk op de aan schakelaar. Het indicatielampje gaat branden.
4. Na het koken van het water gaat hij automatisch uit.
5. Voor het verwijderen van de waterkoker van de onderzetter, controleer of de waterkoker uit staat.
6. Om de waterkoker uit te schakelen voor het koken van het water, druk op de uit schakelaar. Het indicatielampje gaat uit.
7. Tijdens het koken van het water moet de deksel gesloten zijn, alleen dan werkt het automatisch uit schakelen.
8. Het opnieuw gebruik van de waterkoker kan na 2 minuten na het laatste gebruik.
9. Het aanzetten van een lege waterkoker of met een onvoldoende hoeveelheid water wordt de waterkoker automatisch uitgeschakeld. In
dit geval wacht enkele minuten. Vul de waterkoker met een juiste hoeveelheid water en zet de waterkoker opnieuw aan.
10. Zet de waterkoker niet aan zonder toezicht.
11. De waterkoker is een elektrisch apparaat en is niet ontworpen om water of andere vloeistoffen te bewaren. Zodra het water kookt
dient het onmiddellijk te worden weggeschud in een andere kom. Het water na het koken in de waterkoker kan niet bewaart worden
langer dan 10 minuten. Voor elk gebruik, vul de waterkoker met schoon water boven het minimum en onder het maximum.
Reinigen en onderhoud
De kalk binnen in de waterkoker moet regelmatig worden schoongemaakt. Deze activiteit valt niet onder de garantie. Bij gebrek aan
regelmatige ontkalking van de waterkoker kan leiden tot beschadiging en verlies van de garantie. Voor te ontkalken gebruik speciaale
middelen en volgens de instructie. Na het ontkalken van de waterkoker, drie keer grondig spoelen.
Specificaties:
Inhoud max: 1,0L
Voeding: 220-240V ~50/60Hz
Vermogen: 1370-1630W
We geven om het milieu. We vragen u om de kartonnen verpakkingen te storten bij het oud papier. Polyethyleen zakken (PE) storten in de
container voor plastic . Versleten apparatuur afgeven bij het juiste verzamelpunkt, als in het apparatuur gevaarlijke elementen zitten kan dat een
bedreiging zijn voor het milieu. Elektrisch apparatuur moet worden geretourneerd om het hergebruik te verminderen. Als in het apparatur batterijen
ziiten, horen die verwijderd te worden en appart af te worden gegeven bij het juiste verzamelpunkt.
38