87
NL
● Het apparaat in een koele, goed te
ventileren ruimte plaatsen. Niet in de zon
of in de buurt van een warmtebron
(verwarmingsradiator enz.) plaatsen.
● De be- en ontluchtingsopeningen nooit
afdekken.
● Warme gerechten pas nadat ze zijn
afgekoeld in het apparaat zetten.
● Als u diepvrieswaren wilt ontdooien, leg
deze dan eerst in de koelruimte. U benut
hierdoor de in de diepvrieswaren
aanwezige koude voor het koelen van
de levensmiddelen in de koelruimte.
● Bij het in- en uitladen de deuren van het
apparaat zo kort mogelijk openen.
Hoe korter de deur van de diepvriesruimte
geopend wordt, des te minder ijs zich kan
afzetten op de vriesroosters.
● Warmtewisselaar (zwart rooster) aan de
achterkant van het apparaat om de twee
jaar schoonmaken.
Tips om energie te
besparen
86
NL
Aanwijzingen bij
bedrijfsgeluiden
Bedrijfsgeluiden
Om de gekozen temperatuur constant te
houden schakelt uw apparaat van tijd tot
tijd de compressor in.
De geluiden die daarbij ontstaan zijn
normaal.
Zodra het apparaat de bedrijfstemperatuur
heeft bereikt, worden de geluiden
automatisch minder.
Het gebrom komt van de motor
(compressor). Het kan korte tijd iets luider
worden als de motor inschakelt.
Het geborrel, geklok of gebruis komt van
het koelmiddel dat door de leidingen
stroomt.
Het geklik is alleen te horen als de
thermostaat de motor in- of uitschakelt.
Kraakgeluiden kunnen optreden
wanneer...
- automatische ontdooiing plaatsvindt.
- het apparaat afkoelt of opwarmt
(materiaaluitzetting).
Bij een meerzone- of No-Frost-apparaat kan
een zacht geruis te horen zijn van de
luchtstroom in de binnenruimte van het
apparaat.
Als de bedrijfsgeluiden te luid zijn, dan
heeft dit wellicht eenvoudige oorzaken
die vaak heel gemakkelijk kunnen worden
opgeheven.
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas
stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes
of leg er iets onder.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of het
apparaat ernaast wegschuiven.
Laden, manden of legroosters/plateaus
wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw
in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar
zetten.
– De lichtschakelaar zit klem (afb.
A
/B).
Controleer of deze bewogen kan worden.
Zo niet, neem dan contact op met de
klantenservice.
Als de indicatie (afb.
2
/9) knippert maar
het akoestische waarschuwingssignaal
niet afgaat,
dan was het door het uitvallen van de
stroom of door een storing in de diepvries-
ruimte te warm.
Na het indrukken van de "Alarm" -
toets wordt op indicatie 9 (niet knipperend)
gedurende vijf seconden de warmste
temperatuur aangegeven die in de
diepvriesruimte heeft geheerst. Hierna wordt
deze waarde gewist. Indicatie 9 geeft nu
zonder te knipperen de geprogrammeerde
temperatuur in de diepvriesruimte aan.
Als de indicatie warmer dan +3 °C heeft
aangegeven, dan moeten de diepvrieswaren
gecontroleerd worden.
Als smaak, geur en uiterlijk niet veranderd
zijn de diepvrieswaren door koken of braden
tot een kant en klaar gerecht verwerken en
opnieuw invriezen.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort.
Als na langer gebruik de indicatie (afb.
2
/9) knippert en het alarmsignaal te
horen is:
Storing – in de diepvriesruimte is het te
warm!
Op de indicatie wordt de geprogrammeerde
temperatuur in de diepvriesruimte
aangegeven.
Om het alarmsignaal uit te schakelen:
"Alarm" -toets indrukken.
Eventuele oorzaken van de storing:
- de ventilatie-opening aan de bovenkant
van het apparaat resp. in de plint is
afgedekt;
- de deur van de diepvriesruimte is niet
goed dicht;
- er werden verse levensmiddelen zonder
supervriezen ingevroren;
- er werden om in te vriezen te veel verse
levensmiddelen in één keer ingeladen;
- hoge omgevingstemperatuur.
Kleine storingen zelf verhelpen
Ga, alvorens de Servicedienst in te
schakelen, aan de hand van de volgende
punten eerst even na of u de storing zelf
kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt
dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het
apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de
garantietijd, de volledige kosten van
dat bezoek betalen.
Als de indicatie (afb.
2
/9) niet brandt:
controleer of er stroom is, of de stekker
goed in het stopcontact zit en of het
apparaat is ingeschakeld.
Als tijdens het in gebruik nemen van het
apparaat de indicatie (afb.
2
/9) "E1"
(knipperend) wordt aangegeven:
In de koelruimte heerst een zeer hoge
temperatuur. Een paar minuten na het in
gebruik nemen van het apparaat wordt de
ingestelde temperatuur in de koelruimte
aangegeven als de Cooler-toets werd
ingedrukt. Anders wordt op de indicatie "Al"
(de diepvriesruimte is warm) of de ingestelde
temperatuur in de diepvriesruimte
aangegeven.
Als tijdens het in gebruik nemen van het
apparaat de indicatie (afb.
2
/9) "E2"
(knipperend) wordt aangegeven:
In de diepvriesruimte heerst een zeer hoge
temperatuur. Een paar minuten na het in
gebruik nemen van het apparaat wordt "Al"
en vervolgens de ingestelde temperatuur in
de diepvriesruimte aangegeven als de
Freezer-toets werd ingedrukt. Anders geeft
de indicatie de ingestelde temperatuur in de
koelruimte aan.
Als de verlichting in de koelruimte niet
functioneert:
– De gloeilamp is defect. Stekker uit het
stopcontact trekken, afscherming (afb.
A
/A) verwijderen en de gloeilamp
vervangen door een gloeilamp van
hetzelfde type (max. 15 W, 230 V, fitting
E14).