Indesit IWTE 61281 ECO (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
37
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat, 40-41
Bedieningspaneel
Display
Hoe openen en sluiten van de trommel
Het uitvoeren van een wascyclus, 42
Programma’s en functies, 43
Programmatabel
Wasfuncties
Wasmiddelen en wasgoed, 44
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 45
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 46
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
IWTE 61281
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
38
NL
Installatie
! Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het kunt
raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u de
machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de
machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en
betreffende raadgevingen kan leren kennen.
! Lees de instructies met aandacht: u vindt er belangrijke
informatie betreffende het installeren, gebruik en veilig-
heid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Pak de wasmachine
uit.
2. Controleer of de was-
machine geen schade
heeft geleden gedurende
het vervoer. Indien dit wel
het geval is moet hij niet
worden aangesloten en
moet u contact opnemen
met de handelaar.
3. Verwijder de vier
transportbouten met de
rubberen ring en bijbeho-
rende afstandstukken die
zich aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit
worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aange-
bracht.
Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere schroeven
aan de bovenkant worden gemonteerd.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kin-
deren.
Waterpassen
1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige
vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel of
dergelijken.
2. Als de vloer niet perfect
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan
de voorkant in- of uit te
schroeven (zie afbeelding);
de hoek, gemeten ten
opzichte van de aanrecht,
mag de 2° niet overschrij-
den.
Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en
vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen gedurende
het functioneren van de machine. In het geval van vaste
vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig
dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Plaatsen, verplaatsen.
Als uw wasmachine is uit-
gerust met speciale in-en
uitklapbare wielen, kunt u de
wasmachine makkelijk ver-
pla atsen. Om dit onderstel
tevoorschijn te halen en de
machine zonder moeite te
kunnen verplaatsen, trekt u
aan de hendel linksonder on-
der de plint. Zodra u de ma-
chine verplaatst heeft, moet
u hem weer waterpas zetten. Daarna staat de machine
stevig op zijn plaats (zie afbeelding).
Water- en elektrische aansluiting
Aansluiting van de watertoevoerslang
1. Sluit de toevoerbuis aan
op de koudwaterkraan met
een mondstuk met schroef-
draad van 3/4 gas (zie
afbeelding).
Voordat u de wasautomaat
aansluit moet u het water
laten lopen totdat het helder
is.
2. Verbind de slang aan de
wasmachine door hem op
de betreffende watertoevoer
aan te schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen
knellingen of kronkels in de
slang zijn.
! De waterdruk van de kraan moet binnen de waarden van
de tabel Technische Gegevens liggen (zie bladzijde hier-
naast).
! Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een
gespecialiseerde handelaar of een bevoegde installateur.
! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
39
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen de
65 en 100 cm van de grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de bijge-
leverde steun aan de kraan
(zie afbeelding). Het uitein-
de van de afvoerslang mag
niet onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker
of het stopcontact vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en
droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade
door bevriezing of condensatie te voorkomen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcon-
tact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde instal-
lateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Voordat u de machine gaat gebruiken moet u hem een
wascycle laten uitvoeren met wasmiddel maar zonder was-
goed, met het programma van 90° zonder voorwassen.
65 - 100 cm
Technische gegevens
Model
IWTE 61281
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 60
Vermogen
van 1 tot 6 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 42 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1200 toeren per minuut
Controleprogramma’s
volgens de
richtlijnen 1061/2010
en 1015/2010
Programma 2: temperatuur 60°C en
40°C.
Deze apparatuur voldoet aan de vol-
gende EEC voorschriften:
- 2004/108/CE (Elektromagnetische
compatiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
40
NL
Toets ON/OFF : druk even op de toets om de wasau-
tomaat aan of uit te zetten. Het groene START/PAUSE
controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de
wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat tijdens de
wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 2
seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per
ongeluk indrukt zal de wasautomaat niet uitgaan. Als u de
wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus
automatisch geannuleerd.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewen-
ste programma (zie “Programmatabel”).
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugeto-
erental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit
te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven.
Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de tempera-
tuur te verminderen of om met koud water te wassen: de
waarde wordt op het display aangegeven.
Toets UITGESTELDE START : druk hierop om een
uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen.
De vertraging wordt door het display aangegeven.
Beschrijving van de wasautomaat
CENTRIFUGE
toets
Toets met
controlelampje
START/PAUSE
Bedieningspaneel
Toets met controlelampje START/PAUSE: als het groene
controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets dru-
kken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart
blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus
wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controle-
lampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het symbool
niet aan is kunt u de deur openen. Om het programma te
hervatten drukt u opnieuw op de toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de
nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasautomaat
weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 1W
Gebruik in Left-on: 1W
DISPLAY
ON/OFF
toets
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
UITGESTELDE
START
toets
41
NL
Hoe openen en sluiten van de trommel
A) Openen (Afb. 1). Licht het deksel van de wasmachine op en
zet het helemaal open.
B) Trommel openen (Soft opening):
Druk met een vinger de knop aangegeven in Afb. 2 en de trommel
opent zich gedoceerd.
C) Stop het wasgoed in de trommel (Afb. 3).
D) Sluiten (Afb 4).
- sluit de trommel goed af door eerst de voorste en
daarna de achterste klep naar beneden te brengen;
- zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed in
de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep
vallen;
- controleer, nadat u de “Klik” van de sluiting hebt
gehoord, of de twee kleppen niet losschieten wanneer
u er lichtjes op drukt;
- sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine.
Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde
ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde
wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, het apparaat toont automatisch de maxi-
male temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze
compatibel zijn met het gekozen programma.
In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
“wasfase”.
Hoofdwas / Spoelen / Centrifuge / Waterafvoer
In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de “temperatuur” , de “UITGESTELDE START” en
de “centrifuge” :
Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “temperatuur” wordt getoond.
Het verlichte symbool geeft aan dat er een “UITGESTELDE START” is ingesteld.
Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “centrifuge” wordt getoond.
Symbool Deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool
uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig
is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur openen.
Display
B
CA
Fig. 1 Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
42
NL
Het uitvoeren van een wascyclus
1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk op de
toets . Het groene controlelampje START/PAUSE zal
langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Laad het wasgoed in en
zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden
aangegeven in de programmatabel op de volgende
bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Doe het wasmiddel in de
speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en
wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste
programma in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan
worden automatisch een temperatuur en een
centrifugesnelheid gekoppeld die naderhand kunnen
worden gewijzigd. Op het display verschijnt de duur van
de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzigen van de temperatuur en/of de
centrifuge. Het apparaat toont automatisch de
maximale temperatuur en centrifuge die voor het
ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde
waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen
programma. Door op de toets te drukken kunt u de
temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude
wascyclus “OFF”. Door op de toets te drukken kunt
u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen,
tot aan de complete uitsluiting “OFF”. Als u nogmaals
op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane
waarden terugkeren.
Een uitgestelde start instellen.
Om de uitgestelde start van het gekozen programma
in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u
de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie is
geactiveerd verschijnt op het display het symbool .
Om de uitgestelde start te annuleren drukt u net zolang
op de toets tot op het display de tekst OFF verschijnt.
De eigenschappen van
de cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de functie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de toets om de functie te
deactiveren. Het controlelampje gaat uit.
! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd.
! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje
van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en
zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het
controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan.
! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje
zal aangaan met een groen licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symool is aan). Om een programma
te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u de
wasautomaat pauzeren door middel van de toets
START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat
langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer
daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de
toets START/PAUSE.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt
u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is
kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/
PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het
punt dat het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END
verschijnt op het display. Als het symbool uitgaat kunt
u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Open het
deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat
uit.
! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u
langere tijd op de toets . De cyclus wordt onderbroken
en het apparaat gaat uit.
43
NL
Programma’s en functies
Wasfuncties
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging,
de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een
beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie
Programmatabel”). Met kunt u wassen in een kortere tijd
en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid
vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9,
10, 11, 12, 13, , , .
De functie draagt bij aan energiebesparing door het voor
het wassen van het wasgoed niet te verwarmen: een voordeel voor
zowel het milieu als de energierekening. De versterkte werking en het
geoptimaliseerde waterverbruik garanderen uitstekende resultaten met
een gelijke gemiddelde tijdsduur als een standaardcyclus.
Om betere wasresultaten te verkrijgen, wordt het gebruik van een
vloeibaar wasmiddel aanbevolen.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 8, 10,
11, 12, 13, , , .
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u
ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig
bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 10, , .
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusda-
nig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan
het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam
laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER
STRIJKEN en die van START/PAUSE gaan knipperen (de eerste groen,
de tweede oranje). Om de cyclus te bindigen drukt u op de START/
PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het cyclus
8 bindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te
laten staan. Het controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJ-
KEN en START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de
was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken
of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 7, 10, 11,
12, 13, , .
Programmatabel
Programmas
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Wasmiddel
Maximale
lading (kg)
Overgebleven
vochtigheid
%
Energiever-
bruik kWh
Totaal water
lt
Duur cyclus
Voorwas Wassen Wasverzachter
Dagelijkse was
1
Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was. 90° 1200
6 53 1,92 67 160
2
Katoen intensief wit: Zeer vuile witte was. 90° 1200 -
6 53 1,99 62 145
2
Katoen intensief wit (1-2): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200 -
6 53 0,906 51 164
2
Katoen intensief wit (2): Zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1200 -
6 53 0,88 61 158
3
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200 -
6 - - - 133
4
Katoen bont delicaat (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1200 -
6 53 0,65 54 92
5
Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 -
2,5 44 0,85 39 105
5
Synthetisch (4): zeer vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -
2,5 44 0,53 39 95
6
Synthetisch delicat: niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -
2,5 - - - 72
Speciale was
7
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 -
1 - - - 65
8
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -
1 - - - 56
9 Jeans
40° 800 -
2,5 - - - 72
10
Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800 -
1,5 71 0,08 29 15
Sport
11 Sport Intensief
30° 600 -
3 - - - 84
12 Sport Licht
30° 600 -
3 - - - 62
13 Sport Schoenen
30° 600 -
Max. 2 Paar. - - - 53
Delprogramma’s
Spoelen - 1200 - -
6 - - - 36
Centrifugeren - 1200 - - - 6 - - - 16
Afpompen - 0 - - - 6 - - - 2
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standa-
ard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertem-
peratuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm 2010/1061: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C en 40°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b.
het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C en 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastempera-
tuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
4) Synthetische Programma samen: selecteer het programma 5 met een temperatuur van 40°C.
44
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel en/
of de verdere toevoegin-
gen erin als volgt.
bakje 1: voorwasmiddel (poeder)
bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de
start.
! Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te
veel schuim vormen.
bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.)
Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op
dat u het “max” niveau niet overschrijdt.
De wasverzachter wordt automatisch in de machine
toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde
van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water
staan. Dit water dient voor het gebruik van erg dikke was-
verzachters, oftewel voor het verdunnen van geconcentreer-
de wasverzachters. Als in vakje 3 meer water blijft staan dan
normaal, dan betekent dit dat de afvoer is verstopt.
Bakje 4: Doe geen wasmiddel in dit compartiment
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 6 kg
Synthetische stoffen: max 2,5 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 1 kg
Zijde: max 1 kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met
het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten
dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de
1 kg wasgoed te overschrijden.
Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgelever-
de zak. Gebruik het programma 8.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 9.
Express: is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil
wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus
elektriciteit en tijd. Met het programma (10 op 30 °C) kunt
u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve
zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Sport Intensief (programma 11) is ontwikkeld voor het
wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sport-
broeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij
u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te over-
schrijden die staat aangegeven in de Programmatabel”.
Sport Licht (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen
van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbro-
eken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u
aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te over-
schrijden die staat aangegeven in de Programmatabel”. We
raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een
hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading.
Sport Schoenen (programma 13) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd,
zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uit-
voeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is
zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een
centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading
en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en
grote kledingstukken te mengen.
45
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Het apparaat mag niet worden gebruikt door perso-
nen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me-
chanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi-
ne komen als deze in werking is.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat
oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom.
Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om
zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het
milieu te reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruiserdoor” herinnert u aan uw
verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van ver-
nietiging van hun oude apparaat.
46
NL
Toegang tot het voorvakje:
1 verwijder het afdekpaneel
aan de voorkant van de
wasautomaat met behulp
van een schroevendraaier
(zie afbeelding);
2 draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een beetje
water uit komt;
3. maak de binnenkant
goed schoon;
4. schroef het deksel er
weer op;
5. monteer het paneel
weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste
openingen, voordat u het
paneel tegen de machine
aandrukt.
Controleren van de buis van de water-
toevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt
u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat
gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkza-
amheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een
spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik
nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te
vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp
en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het
voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onder-
kant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de
stekker uit het stopcontact.
Reinigen:
Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met een oude
tandenborstel. Haal de beide sifonnetjes uit het bovenste
gedeelte van vakje 1 en 2 (afb. 4) los, controleer of deze
niet verstopt zijn en spoel ze schoon.
Hermonteren:
Vergeet niet de sifonnetjes
weer op de juiste plaats
terug te doen en haak het
laatje uiteindelijk terug in de
wasmachine (afb. 4, 2, 1).
Demonteren:
Druk licht op de grote knop
aan de voorkant van het
wasmiddellaatje en trek hem
naar boven (afb. 1).
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb.4
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje
47
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controle-
ren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (Op het display verschijnt
de knipperende tekst “H2O”).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de “opties”
en het controlelampje “START/
PAUSE” gaan knipperen en op het
display verschijnt een storingscode
(bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan-
en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters
te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart (zie “Programma’s en functies”).
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen
van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en
functies“).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “In-
stallatie”).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautoma-
at”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 38-39 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Beschrijving van de wasautomaat, 40-41 Bedieningspaneel Display Hoe openen en sluiten van de trommel Het uitvoeren van een wascyclus, 42 Programma’s en functies, 43 Programmatabel Wasfuncties IWTE 61281 Wasmiddelen en wasgoed, 44 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Balanceersysteem van de lading Voorzorgsmaatregelen en advies, 45 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 46 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Hoe reinigt u het wasmiddellaatje Storingen en oplossingen, 47 Service, 48 37 Installatie NL ! Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen. Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen gedurende het functioneren van de machine. In het geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. ! Lees de instructies met aandacht: u vindt er belangrijke Plaatsen, verplaatsen. informatie betreffende het installeren, gebruik en veiligheid. Als uw wasmachine is uitgerust met speciale in-en uitklapbare wielen, kunt u de wasmachine makkelijk verpla atsen. Om dit onderstel tevoorschijn te halen en de machine zonder moeite te kunnen verplaatsen, trekt u aan de hendel linksonder onder de plint. Zodra u de machine verplaatst heeft, moet u hem weer waterpas zetten. Daarna staat de machine stevig op zijn plaats (zie afbeelding). Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. Pak de wasmachine uit. 2. Controleer of de wasmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de vier transportbouten met de rubberen ring en bijbehorende afstandstukken die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere schroeven aan de bovenkant worden gemonteerd. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpassen 1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel of dergelijken. 2. Als de vloer niet perfect horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant in- of uit te schroeven (zie afbeelding); de hoek, gemeten ten opzichte van de aanrecht, mag de 2° niet overschrijden. 38 Water- en elektrische aansluiting Aansluiting van de watertoevoerslang 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de slang aan de wasmachine door hem op de betreffende watertoevoer aan te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de slang zijn. ! De waterdruk van de kraan moet binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens liggen (zie bladzijde hiernaast). ! Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde handelaar of een bevoegde installateur. ! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. NL ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcon- Voordat u de machine gaat gebruiken moet u hem een wascycle laten uitvoeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, met het programma van 90° zonder voorwassen. Technische gegevens Model IWTE 61281 Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 60 Vermogen van 1 tot 6 kg Elektrische aansluitingen zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 42 liters Snelheid centrifuge tot 1200 toeren per minuut Controleprogramma’s volgens de richtlijnen 1061/2010 en 1015/2010 Programma 2: temperatuur 60°C en 40°C. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) tact gemakkelijk te bereiken zijn. 39 Beschrijving van de wasautomaat NL Bedieningspaneel ON/OFF toets Toetsen met controlelampjes TEMPERATUUR FUNCTIE toets Toets met controlelampje START/PAUSE DISPLAY CENTRIFUGE PROGRAMMAKNOP toets Toets ON/OFF : druk even op de toets om de wasautomaat aan of uit te zetten. Het groene START/PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 2 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasautomaat niet uitgaan. Als u de wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewenste programma (zie “Programmatabel”). Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. Toets CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven. Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. Toets UITGESTELDE START : druk hierop om een uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen. De vertraging wordt door het display aangegeven. 40 UITGESTELDE START toets Toets met controlelampje START/PAUSE: als het groene controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt oranje en gaat knipperen. Als het symbool niet aan is kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Gebruik in off-mode: 1W Gebruik in Left-on: 1W Display B A NL C Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. In de sectie B verschijnen de “wasfases” voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende “wasfase”. Hoofdwas / Spoelen / Centrifuge / Waterafvoer In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de “temperatuur” , de “UITGESTELDE START” de “centrifuge” : Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “temperatuur” wordt getoond. Het verlichte symbool geeft aan dat er een “UITGESTELDE START” is ingesteld. Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde “centrifuge” wordt getoond. en Symbool Deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur openen. Hoe openen en sluiten van de trommel A) Openen (Afb. 1). Licht het deksel van de wasmachine op en zet het helemaal open. B) Trommel openen (Soft opening): Druk met een vinger de knop aangegeven in Afb. 2 en de trommel opent zich gedoceerd. C) Stop het wasgoed in de trommel (Afb. 3). Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 D) Sluiten (Afb 4). - sluit de trommel goed af door eerst de voorste en daarna de achterste klep naar beneden te brengen; - zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed in de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep vallen; - controleer, nadat u de “Klik” van de sluiting hebt gehoord, of de twee kleppen niet losschieten wanneer u er lichtjes op drukt; - sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine. 41 Het uitvoeren van een wascyclus NL 1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk op de toets . Het groene controlelampje START/PAUSE zal langzaam knipperen. 2. HET WASGOED INLADEN. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN. Doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan worden automatisch een temperatuur en een centrifugesnelheid gekoppeld die naderhand kunnen worden gewijzigd. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzigen van de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door op de toets te drukken kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan de complete uitsluiting “OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. Een uitgestelde start instellen. Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie is geactiveerd verschijnt op het display het symbool . Om de uitgestelde start te annuleren drukt u net zolang op de toets tot op het display de tekst OFF verschijnt. De eigenschappen van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de functie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de toets om de functie te deactiveren. Het controlelampje gaat uit. ! Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. 42 ! Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan. ! De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het symool is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u de wasautomaat pauzeren door middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/ PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool uitgaat kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u langere tijd op de toets . De cyclus wordt onderbroken en het apparaat gaat uit. Programma’s en functies Duur cyclus Totaal water lt NL Energieverbruik kWh Overgebleven vochtigheid % Beschrijving van het Programma Maximaal Wasmiddel Maximale toerental Temp (toeren per (°C) minuut) Voorwas Wassen Wasverzachter Maximale lading (kg) Programma’s Programmatabel Dagelijkse was 1 Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was. 90° 1200    6 53 1,92 67 160 2 Katoen intensief wit: Zeer vuile witte was. 90° 1200 -   6 53 1,99 62 145 2 Katoen intensief wit (1-2): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200 -   6 53 0,906 51 164 2 Katoen intensief wit (2): Zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1200 -   6 53 0,88 61 158 133 3 Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200 -   6 - - - 4 Katoen bont delicaat (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1200 -   6 53 0,65 54 92 5 Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 -   2,5 44 0,85 39 105 5 Synthetisch (4): zeer vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -   2,5 44 0,53 39 95 6 Synthetisch delicat: niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -   2,5 - - - 72 7 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 -   1 - - - 65 8 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -   1 - - - 56 9 Jeans 40° 800 -   2,5 - - - 72 Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed 10 (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). 30° 800 -   1,5 71 0,08 29 15 Speciale was Sport 11 Sport Intensief 30° 600 -   3 - - - 84 12 Sport Licht 30° 600 -   3 - - - 62 13 Sport Schoenen 30° 600 -   Max. 2 Paar. - - - 53 Spoelen - 1200 - -  6 - - - 36 Centrifugeren - 1200 - - - 6 - - - 16 Afpompen - 0 - - - 6 - - - 2 Delprogramma’s De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm 2010/1061: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C en 40°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C en 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. 4) Synthetische Programma samen: selecteer het programma 5 met een temperatuur van 40°C. Wasfuncties Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”). Met “ ” kunt u wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , , . De functie draagt bij aan energiebesparing door het voor het wassen van het wasgoed niet te verwarmen: een voordeel voor zowel het milieu als de energierekening. De versterkte werking en het geoptimaliseerde waterverbruik garanderen uitstekende resultaten met een gelijke gemiddelde tijdsduur als een standaardcyclus. Om betere wasresultaten te verkrijgen, wordt het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aanbevolen. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 7, 8, 10, 11, 12, 13, , , . Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 10, , . Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/PAUSE gaan knipperen (de eerste groen, de tweede oranje). Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/ PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het cyclus 8 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 7, 10, 11, 12, 13, , . 43 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Hoeveel weegt wasgoed? Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel en/ of de verdere toevoegingen erin als volgt. bakje 1: voorwasmiddel (poeder) bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start. ! Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.) Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op dat u het “max” niveau niet overschrijdt. De wasverzachter wordt automatisch in de machine toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water staan. Dit water dient voor het gebruik van erg dikke wasverzachters, oftewel voor het verdunnen van geconcentreerde wasverzachters. Als in vakje 3 meer water blijft staan dan normaal, dan betekent dit dat de afvoer is verstopt. Bakje 4: Doe geen wasmiddel in dit compartiment Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 6 kg Synthetische stoffen: max 2,5 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 1 kg Zijde: max 1 kg 44 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Speciale programma’s Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die met het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1 kg wasgoed te overschrijden. Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde zak. Gebruik het programma 8. Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 9. Express: is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (10 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. Sport Intensief (programma 11) is ontwikkeld voor het wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. Sport Licht (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Sport Schoenen (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens NL de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruiserdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. 45 Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Toegang tot het voorvakje: 1 verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2 draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. Reinigen van de pomp De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Hoe reinigt u het wasmiddellaatje Demonteren: Druk licht op de grote knop aan de voorkant van het wasmiddellaatje en trek hem naar boven (afb. 1). Reinigen: Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met een oude tandenborstel. Haal de beide sifonnetjes uit het bovenste gedeelte van vakje 1 en 2 (afb. 4) los, controleer of deze niet verstopt zijn en spoel ze schoon. Afb. 1 Afb. 2 46 Afb. 3 Hermonteren: Vergeet niet de sifonnetjes weer op de juiste plaats terug te doen en haak het laatje uiteindelijk terug in de wasmachine (afb. 4, 2, 1). Afb.4 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. De wasautomaat heeft geen watertoevoer (Op het display verschijnt de knipperende tekst “H2O”). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aanen afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aanen afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Programma’s en functies”). • De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en functies“). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “opties” en het controlelampje “START/ PAUSE” gaan knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. 47 NL Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat. 48
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Indesit IWTE 61281 ECO (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding